Nakijkblad les 3: Klimaten in de VS → De indeling van Köppen.

Nakijkblad les 3: Klimaten in de VS  De indeling van Köppen.
1-Vul m.b.v. de atlas de legenda in.
Kies uit: Cf warme zomer / Cf koele zomer / Cs / EH / BS / BW / As / Df koele zomer /
Df warme zomer
2-De klimaatindeling van Köppen.
2-a-Welke 5 hoofdklimaten zijn er volgens Köppen?
Noteer de naam achter de letter het type klimaat.
A
B
C
D
E
Tropische klimaten
Droge klimaten
Gematigde zeeklimaten
Landklimaten
koude klimaten / poolklimaten
2-c-Noteer kort de kenmerken (temperatuur / neerslag / vegetatie) van de volgende
klimaten:
Af = Tropisch regenwoudklimaat. De temperatuur ligt het hele jaar tussen de
25-30 °C en er valt het hele jaar door (veel) neerslag
Aw = Savanneklimaat. In de ‘zomer’ is er sprake van een regentijd.
BW = Woestijnklimaat. Er valt bij hoge uitzondering een regenbui.
Er kan veel meer water verdampen dan er daadwerkelijk valt.
BS = Steppeklimaat. In de’zomer’ is er sprake van een korte regenperiode.
Er is ook kans dat de regenperiode in een jaar heel kort is of helemaal niet
optreedt.
Cf = Gematigd zeeklimaat. De nabijheid van de zee, in combinatie met een
aanlandige wind, zorgt er voor dat de winters niet heel streng zijn en de zomers
niet heel warm.
Cs = Middellandse Zeeklimaat. Dit klimaat wordt gekenmerkt door droge, warme
zomers en koele (dus niet koud!) , regenrijke winters.
D = Landklimaat. Door de grote afstand tot de zee (of bij een overheersend aflandige
wind) kan het ’s winters heel koud worden en ’s zomers heel warm omdat de
matigende invloed van de zee ontbreekt.
ET = Toendraklimaat. In de zomer wordt het gemiddeld geen 10°C, zodat het te
koud is voor bomen. Toendravegetatie bestaat uit lage struiken die ’s winters door
het sneeuwdek tegen de ijzige koude worden beschermd.
EH = Hooggebergteklimaat. Hoe hoger je komt, des te kouder het wordt.
Op grote hoogte komt de temperatuur in de zomer dus ook niet boven de 10°C.
Dit is de zone van de Alpenweide.
3-Welk klimaat wordt er afgebeeld in de volgende klimaatgrafieken?
Cf
Aw
Dw
Dw
4-Welk van de volgende foto’s is gemaakt op de steppe? Leg uit waarom je dat
denkt. Doe dat door ook te vertellen waarom de andere foto’s niet op de steppe
gemaakt kunnen zijn.
A
B
C
Foto C is gemaakt op de steppe. Kenmerk: door de droogte geen bomen!
Op foto A staan bomen. Die foto is gemaakt op de savanne.
Op foto B staan heel veel meren. Het is daar dus niet droog. Deze foto is gemaakt
op de toendra. Doordat de ondergrond permanent bevroren is (permafrost) kan het
smeltwater in de zomer niet wegzakken en ontstaan er meren en moerassen.
5-Plak bij de punten A t/m d een foto die iets laat zien van het klimaat op die plaats.
A
D
B
C