Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1)

Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Referentiejaar 2013 Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 1 1. Inleiding Aannemingsbedrijf J. Winder vof hecht waarde aan duurzaamheid en het milieu en is zich bewust van haar klimaatimpact en heeft de behoefte om inzicht te hebben in de eigen CO2 footprint. Daarom wordt de CO2-­‐
footprint van Aannemingsbedrijf J. Winder vof middels dit document in kaart gebracht. De footprint is opgezet volgens het Green House Gas protocol en het handboek CO2-­‐prestatieladder 2.1 (18 juli 2012). Het jaarlijks in kaart brengen van de CO2 footprint biedt Aannemingsbedrijf J. Winder vof de kans om de uitstoot te monitoren en te sturen op maatregelen om de CO2 emissies te reduceren en de bedrijfsvoering te verduurzamen. Onderdeel van de klimaatambities van Aannemingsbedrijf J. Winder vof is het behalen van een certificaat op de CO2-­‐Prestatieladder. In dit rapport wordt de CO2 voetafdruk van Aannemingsbedrijf J. Winder vof over het gehele jaar 2013 besproken. De CO2 voetafdruk geeft een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen. Het gaat hier om de 6 geïdentificeerde Kyotogassen: CO2, CH4, N2O, HFCs, PFCs en SF6. Daarnaast geeft ze inzicht in de herkomst van deze emissies, door een onderverdeling te maken naar directe en indirecte broeikasgasemissies. Aan de hand van de resultaten uit dit rapport kan Aannemingsbedrijf J. Winder vof haar klimaat-­‐ en energiebeleid op gerichte wijze monitoren en sturen. De CO2-­‐Prestatieladder is in 2009 ontwikkeld door ProRail met als doel bedrijven te stimuleren tot CO2 bewust handelen en dit te kunnen belonen in aanbestedingen. Inmiddels is de CO2-­‐Prestatieladder verzelfstandigd en in eigendom bij de onafhankelijke Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Ook andere (publieke en commerciële) organisaties maken nu gebruik van de CO2-­‐ Prestatieladder bij aanbestedingen. De Prestatieladder kent 4 invalshoeken: A. Inzicht (het opstellen van een CO2 voetafdruk, conform de mondiale ISO 14064 normen). B. CO2 reductie (de ambitie van het bedrijf de uitstoot te verminderen). C. Transparantie (de wijze waarop een bedrijf daarover intern en extern communiceert). D. Deelname aan initiatieven (in sector of keten) om CO2 te reduceren. Elke invalshoek is onderverdeeld in 5 niveaus; hoe hoger het niveau per invalshoek, hoe meer punten het bedrijf kan vergaren. Een certificerende instantie zal de activiteiten beoordelen om het niveau van het CO2 bewust certificaat te bepalen. Hiervoor moeten stappen zijn gezet op alle onderdelen A t/m D van de ladder. De in dit rapport opgeschreven emissie inventaris is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO2-­‐ Prestatieladder, te weten: “het bedrijf beschikt over een uitgewerkte emissie inventaris voor haar scope 1 en 2 CO2 emissies conform ISO 14064-­‐1”. In dit rapport wordt de footprint gerapporteerd volgens § 7.3.1 van deze norm. De 3.A.1 Auditverslag, emissie inventaris en analyse is niet door een CI geverifieerd, met tenminste een beperkte mate van zekerheid. Dit gezien de omvang van haar onderneming en de kosten hiervan. Om tot een kwalitatief goede analyse te komen worden de volgende stappen doorlopen. Allereerst is het van belang de organisatorisch grens te bepalen. Hierin wordt bepaald welke onderdelen tot het bedrijf gerekend worden en welke emissies dus meetellen voor de CO2-­‐footprint en welke niet. Hierbij is de grens bepaald volgens het Green House Gas -­‐ protocol. Vervolgens worden alle emissies die binnen de organisatorische grens vallen geanalyseerd en toegewezen aan verschillende groepen emissies. Deze groepen worden scopes genoemd, hierbij beperken we ons tot scope 1 (directe emissies) en scope 2 (indirecte emissies). Ten slotte stellen we onszelf een doel om de CO2 uitstoot te verlagen voor het komende jaar/ de komende jaren. Hierin wordt ook ingegaan op de methoden die gebruikt gaan worden om deze doelstellingen te bereiken. De kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen zullen verder worden uitgewerkt in het reductieplan. De emissie inventaris is onder verantwoordelijkheid van de KAM-coördinator (H. Mulder) opgesteld.
Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 2 Inhoudsopgave 1. INLEIDING 2 INHOUDSOPGAVE 3 2. ORGANISATORISCHE GRENS 4 2.1 ORGANISATIE 2.2 ORGANISATORISCHE GRENS 2.2.1 A/C ANALYSE 2.3 OPERATIONELE GRENS 2.3.1 SCOPE 1 2.3.2 SCOPE 2 2.3.3 SCOPE 3 4 4 4 4 4 4 4 3. EMISSIES 5 3.1 ANALYSE SCOPE 1 3.2 ANALYSE SCOPE 2 5 6 4. MEETONNAUWKEURIGHEDEN EN ONZEKERHEDEN 7 4.1 SCOPE 1 4.2 SCOPE 2 7 7 5. VOORUITGANG TEN OPZICHTE VAN HET REFERENTIEJAAR 8 6. REDUCTIEDOELSTELLING 8 7. BIJLAGEN 9 9 10 11 12 7.1 BIJLAGE 1 OVERZICHT WAGENPARK 7.2 BIJLAGE 2 OVERZICHT MATERIEEL 7.3 BIJLAGE 3 BEREKENING VOOR SCOPE 1 EN 2 7.4 BIJLAGE 4 BRONNENLIJST Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 3 2. Organisatorische grens 2.1 Organisatie Aannemingsbedrijf J. Winder vof is sinds 1983 actief in de grond-­‐, weg-­‐ en waterbouw op verschillende vlakken. Aannemingsbedrijf J. Winder vof is gevestigd in Julianadorp. Aannemingsbedrijf J. Winder vof wordt onder andere ingeschakeld voor het coördineren en realiseren van civieltechnische projecten, het bouw-­‐ en woonrijp maken van diverse locaties, het uitvoeren van infrastructurele werkzaamheden, het leveren van bijbehorende materialen en het beheren en onderhouden van de openbare ruimte. 2.2 Organisatorische grens 1a Het reglement stelt: “de organisatorische grens dient zodanig gekozen te zijn dat er zich geen C-­‐aanbieders onder de A-­‐aanbieders bevinden”. A-­‐aanbieders zijn hierbij de aanbieders die samen verantwoordelijk zijn voor 80% van de inkoopomzet van het bedrijf. De C-­‐aanbieders zijn bedrijven die een zeggenschapsrelatie met het 1b
bedrijf hebben. 2.2.1 A/C Analyse Aannemingsbedrijf J. Winder vof heeft geen samenwerkingsverbanden of andere betrekkingen met organisaties die een zeggenschapsrelatie hebben met het bedrijf. Derhalve bevinden er binnen de organisatie geen C-­‐aanbieders onder de A-­‐aanbieders. Het Green House Gas – protocol (hierna GHG) geeft twee methoden voor het bepalen van de organisatorische grens zodat deze voldoet aan bovenstaande voorwaarde: de financial control approach en de operational 2
control approach (vrij vertaald: gebaseerd op de omzet of op het operationele vlak van het bedrijf). In dit geval zijn de grenzen bepaald op zowel de omzet als het operationele vlak van het bedrijf: Tabel 1 Organisatorische grens Bedrijf Aannemingsbedrijf J. Winder vof KvK nr: 37047667 Locatie Schoolweg 72c, 1787 AW, Julianadorp FTE 2013: gem. 5 2.3 Operationele grens Een goede CO2-­‐footprint is niet alleen bepalen hoeveel een bedrijf uitstoot maar ook welke onderdelen binnen het bedrijf het meeste uitstoten. Zo kan men gemakkelijk inzicht verkrijgen in waar de emissies vandaan komen en hoe deze te verminderen. Het Handboek CO2-­‐prestatieladder maakt hierbij (gebaseerd op het GHG-­‐ protocol) onderscheid in drie groepen emissies, scopes genoemd. De scopes zijn schematisch weergegeven in Figuur 1. 2.3.1 SCOPE 1 Scope 1 omvat alle directe emissies, emissies die direct door de eigen organisatie worden uitgestoten. Het gaat hier bijvoorbeeld om het gasverbruik van het pand en het brandstofverbruik voor het wagenpark en het materieel. Een aparte groep in scope 1 zijn airco’s en koeling apparatuur. Zij stoten niet direct CO2uit maar lekken wel koelvloeistoffen direct in de lucht die tot de broeikasgassen gerekend worden. 2.3.2 SCOPE 2 Scope 2 omvat alle indirect emissies, emissies die al zijn uitgestoten voor een grondstof die door de organisatie wordt verbruikt. Voorbeelden hiervan zijn het elektriciteitsverbruik (op de centrale verbrand men fossiele brandstoffen om elektriciteit op te wekken), brandstofverbruik van zakenreizen met een privéauto of met het vliegtuig. 2.3.3 SCOPE 3 Scope 3 omvat alle overige indirecte emissies. Hieronder vallen bijvoorbeeld de emissies die vrijkomen bij de afvalverwerking, bij het printen op papier of bij de elektra van klanten. Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 4 Aannemingsbedrijf J. Winder vof realiseert zich dat emissies ook zijn verbonden aan geleverde en/ of ingekochte producten en diensten. In dit document zullen alleen de emissies uit scope 1 en 2 geanalyseerd worden over het jaar 2013. Figuur 1 Overzicht scopes 3. Emissies 3.1 Analyse Scope 1 Voor de analyse van scope 1 is de CO2uitstoot voor verschillende subgroepen bepaald: Brandstoffen wagenpark Van de aanwezige wagens in het wagenpark is het aantal getankte liters opgezocht. Er kon niet per voertuig type bepaald worden, omdat niet elk voertuig voorzien is van een tankpas. De tankpassen worden door diverse voertuigen gebruikt. De hoeveelheid diesel is vermenigvuldigd met een 1c
standaard getal, de conversiefactor , waaraan een liter van desbetreffende brandstof gelijk staat. Hieruit is bepaald hoeveel ton CO2 alle auto’s hebben uitgestoten. Hiermee kwam de totale uitstoot van het wagenpark in 2013 op 11419,11 Kg. Een overzicht van alle auto’s in het wagenpark is te vinden in Bijlage 1 Overzicht wagenpark. Brandstoffen machines en materieel Van het aanwezig materieel is ook de hoeveelheid CO2bepaald. Dit kon echter niet per voertuigtype aangezien daar geen specificaties van bekend zijn. Daarom is hiervoor de hoeveelheid diesel dan wel 1c
gasolie en benzine vermenigvuldigd met een standaard getal, de conversiefactor , waaraan een liter van desbetreffende brandstof gelijk staat. De totale uitstoot van het materieel kwam in 2013 uit op 46983,32 Kg CO2. Een overzicht van het materieel is te vinden in Bijlage 2 Overzicht materieel. Smeeroliën Voor de machines en materieel gebruikt Aannemingsbedrijf J. Winder vof smeermiddelen. Het gebruik van smeeroliën kunnen niet per voertuig bepaald worden aangezien daar geen specificaties van bekend zijn. Hiervoor is gemiddeld verbruik vermenigvuldigd met een 1c
standaard getal, de conversiefactor . Hiermee komt de uitstoot voor smeeroliën op 669,70 Kg CO2. Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 5 Propaan Op projectlocaties maakt Aannemingsbedrijf J. Winder vof maakt incidenteel gebruik van 1c
propaan gas. De conversiefactor voor propaan gas bedraagt 1530 g CO2/Ltr. Hiermee komt de uitstoot voor propaan gas op 48,20 Kg CO2. Gasverbruik 1c
In 2013 is er 3622 m3 gas verbruikt door Aannemingsbedrijf J. Winder vof. De conversiefactor voor aardgas bedraagt 1825 g CO2/m3. De uitstoot voor het gasverbruik bedraagt daarmee respectievelijk 6610,15 Kg CO2. Airco en koelinstallaties Aannemingsbedrijf J. Winder vof maakt geen gebruik van koudemiddelen (refrigerants) De totale uitstoot van directe CO2-­‐emissies bedraagt in 2013 65730,48 Kg (65,73 ton), de verdeling over de verschillende categorieën is weergegeven in Diagram 1. Hierbij zorgt het materieel voor 72% van de emissies in scope 1. Het wagenpark neemt 17% voor zijn rekening en het aardgas 10%. Diagram 1 Directe emissies 2013 3.2 Analyse Scope 2 Ook voor de analyse van de scope 2 emissies is de CO2-­‐ uitstoot in subgroepen gedeeld. Electra De verbruikte hoeveelheid elektriciteit is afgeleid uit de energierekening. Aannemingsbedrijf J. Winder 1c
vof koopt “grijze” stroom. “Grijze” stroom heeft een CO2footprint van 455 gram CO2/kWh . De energierekening van 2013 bedroeg 5487 kWh wat neerkomt op 2496,59 Kg CO2. Zakenreizen vliegtuig Volgens het GHG-­‐protocol vallen deze emissies onder Scope 3. Voor de CO2 prestatieladder valt deze emissie onder Scope 2. In 2013 is door Aannemingsbedrijf J. Winder vof medewerkers geen gebruik gemaakt van vliegverkeer. Vliegverkeer wordt niet in de berekeningen opgenomen, omdat dit in toekomstige jaren plaats zal vinden. Zakenreizen privé auto In 2013 zijn er ritten gemaakt met een privéauto voor zakelijke doeleinden. De hoeveelheid benzine is 1c
vermenigvuldigd met een standaard getal, de conversiefactor , waaraan een liter van desbetreffende brandstof gelijk staat. Hieruit is bepaald hoeveel ton CO2 de auto’s hebben uitgestoten. Hiermee kwam de totale uitstoot van het wagenpark in 2013 op 6521,32 Kg (6,52 ton). Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 6 De totale uitstoot van indirecte CO2-­‐emissies bedraagt in 2013 9017,91 Kg (9,02 ton)., de verdeling over de verschillende categorieën is weergegeven in Diagram 2. Het wagenpark stoot veruit de meeste CO2 uit van scope 2. Diagram 2 Indirecte emissies 2013 4. Meetonnauwkeurigheden en onzekerheden 4.1 Scope 1 Het brandstofverbruik van het wagenpark wordt per wagen bijgehouden met een tankpas. Ieder voertuig wordt voorzien van brandstof door Marees en Kistenmaker (Avia) en Berkman Energie Service. Niet iedereen heeft zijn kilometerregistratie bijgehouden waardoor niet voor elke auto de uitstoot via de kilometerstand is 1c
berekend maar via de conversiefactor voor benzine of diesel. Tevens is niet elk voertuig voorzien van een tankpas zodat berekening op basis van voertuig een onzuiver beeld zal geven. Hier valt dus nog wat winst te behalen op de nauwkeurigheid. Door materieel en de machines wordt getankt in de werkplaats. De algemene brandstoftank met een inhoud van ca. 2200 Ltr wordt voorzien van diesel door Marees en Kistenmaken (Avia). Het verbruik en aantal liters is niet per machine bij te houden. Maar het totaal aantal verbruikte liters geeft nog steeds een vrij accuraat beeld van de totale uitstoot van het materieel. Het verbruik van smeeroliën is gebaseerd op de facturen van Unil uit voorgaande jaren. Op basis van de duur van het verbruik is een berekening gemaakt voor 2013. Het verbruik is een aanname op deze facturen en geeft niet een geheel betrouwbaar beeld. Er is een inschatting gemaakt van het gasverbruik van het kantoor en de werkplaats, op basis van de bekende verbruik gegevens. Aannemingsbedrijf J. Winder vof ontvangt geen specificatie voor het verbruik van aardgas. Door middel van de jaarafrekening is het verbruik bekend over de periode 06-­‐03-­‐2012 tot en met 10-­‐04-­‐2013. Het betreft hier niet het volledige boekjaar en beslaat een periode van 13 maanden. Ten behoeve van deze rapportage is het verbruik evenredig teruggerekend naar een periode van 12 maanden. Er is aangenomen dat dit jaarverbruik representatief is voor geheel 2013. Het verbruik van propaan gas is gebaseerd op de facturen van Bakker gashandel. Het verbruik is een aanname op dit factuur en geeft niet een geheel betrouwbaar beeld. 4.2 Scope 2 Er is een inschatting gemaakt van het Elektraverbruik van het kantoor en de werkplaats, op basis van de bekende verbruik gegevens. Aannemingsbedrijf J. Winder vof ontvangt geen specificatie voor het verbruik van aardgas. Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 7 Door middel van de jaarafrekening is het verbruik bekend over de periode 06-­‐03-­‐2012 tot en met 10-­‐04-­‐2013. Het betreft hier niet het volledige boekjaar en beslaat een periode van 13 maanden. Ten behoeve van deze rapportage is het verbruik evenredig teruggerekend naar een periode van 12 maanden. Er is aangenomen dat dit jaarverbruik representatief is voor geheel 2013. Het brandstofverbruik van de personenauto’s wordt per wagen bijgehouden met een tankpas. Ieder voertuig wordt voorzien van brandstof door Marees en Kistenmaker (Avia) en Berkman Energie Service. Niet elk voertuig is voorzien van een tankpas zodat berekening op basis van voertuig een onzuiver beeld zal geven. Hier valt dus nog wat winst te behalen op de nauwkeurigheid. De uitstoot is berekend maar via de gebruikte aantal liters. 5. Vooruitgang ten opzichte van het referentiejaar Het jaar 2013 wordt voor het eerst geanalyseerd op CO2-­‐emissies. De analyse is uitgevoerd in 2014 waardoor er geen conclusies verbonden kunnen worden. In dit verslag (deelrapportage) zullen er reductiedoelstellingen geformuleerd voor de jaren 2014 en daarna met 2013 als referentiejaar. 6. Reductiedoelstelling De totale uitstoot van CO2-­‐emissies bedraagt in 2013 74748,39 Kg (74,75 ton). In Diagram 3 zijn de verhoudingen van alle emissies in 2013 te zien. Het wagenpark en materieel zijn bij beide scopes bij elkaar (87%) veruit de grootste vervuiler. Daarna komen gas en elektra die samen 12% van de vervuiling op zich nemen. Propaan en smeeroliën heeft een nihil aandeel in het geheel. Voor het reductieplan wordt er verwezen naar de deelrapportage ‘’Energie reductiebeleid (3.B.1)’’. Diagram 3 Overzicht emissies 2013 Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 8 7. Bijlagen 7.1 Bijlage 1 Overzicht wagenpark Model Personenwagens Hyundai Santa Fe Volvo s60 Bedrijfswagens DAF 75 CF Citroen Berlingo 1.9D Renault Kangoo 1.9D Ford Transit Mitsubishi Canter Brandstof B D D D D D D Kenteken 58-­‐SN-­‐KS 68-­‐TV-­‐PJ BG-­‐GP-­‐89 23-­‐VH-­‐SX 31-­‐VX-­‐DV 95-­‐BG-­‐FS 13-­‐BH-­‐RX Tabel 2 Overzicht wagenpark Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 9 7.2 Bijlage 2 Overzicht Materieel Categorie Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverzet Grondverdichters Grondverdichters Grondverdichters Grondverdichters Grondverdichters Grondverdichters Grondverdichters Groenvoorziening Groenvoorziening Groenvoorziening Groenvoorziening Groenvoorziening Groenvoorziening Groenvoorziening Klein materieel Klein materieel Klein materieel Klein materieel Klein materieel Model Rupskraan Komatsu LC210 Mobiele kraan Doosan DX140W Mobiele kraan Doosan DX55W Rupskraan Sunward SWE28su Wiellader Werklust WG18B Wiellader Zettelmeijer ZL602 Wiellader Palazzani PL185 Wiellader Knikmops Tractor Ford TW20 Tractor Ford 6610 Tractor Yanmar YM 1610 Wals Hamm HD10 Trilplaat Rotary 90 Trilplaat 3500 Trilplaat 2500 Trilplaat 1800 Trilplaat Round 40 Wackerstamper TS-­‐58 Kooimaaier AL-­‐KO 675EX Kettingzaag G500AVS Kettingzaag MS171 Kettingzaag 015 Bosmaaier Heggenschaar Aggregaat MDG5500LE-­‐3 Aggregaat Spattle pomp Bandenzaag K750 Hogedruk reiniger Merk Komatsu Doosan Doosan Sunward Werklust Zettelmeijer Palazzani Knikmops Ford Ford Yanmar Hamm Revo Revo Revo Revo Revo Revo Ransom AL-­‐KO Zenoah Stihl Stihl Kawasaki Kawasaki Novotronic Briggs & Stratton Husquvarna Karcher Tabel 3 Overzicht materieel Titel: Auditverslag, emissie inventaris en analyse (3.A.1) Auteur: Heiko Mulder Versie: 2.0 definitief Datum: 05 mei 2014 10