nee, tenzij - Vereniging Afvalbedrijven

FISCALE VERGROENING VERGT MEER TIJD EN AANDACHT
Afvalstoffen-
belasting:
nee, tenzij
© Vereniging Afvalbedrijven • februari 2014 • www.verenigingafvalbedrijven.nl • 1
AFVALSTOFFENBELASTING: NEE, TENZIJ
De herinvoering van de afvalstoffenbelasting
schiet haar doel voorbij. De huidige maatregel
levert de schatkist weinig op en vergroening wordt
er niet mee bereikt, zo concluderen overheid en
bedrijfsleven. Gezamenlijk denken ze na over een
alternatief. De sector wil bij voorkeur géén extra
belasting, maar maatregelen die echt bijdragen
aan de transitie naar een circulaire economie.
Auteur: Pieter van den Brand
De afvalsector
moet nadrukkelijk
afstand nemen van
dit besluit.
GERARD VAN GORKUM
(ARN B.V.)
De stortbelasting levert de overheid
vergroening noch voldoende geld op
Z
ijn eerste gedachte? “Deze maatregel getuigt niet van enige
realiteitszin”, antwoordt Gerard van Gorkum. De directeur van
ARN - dat in Weurt onder de rook van Nijmegen onder meer een
afvalenergiecentrale en een stortplaats exploiteert - beschrijft
de heffing vanaf 1 april op het storten van afval als een zinloze maatregel,
die de toch al kwetsbare sector schaadt tegenover de concurrentie in het
buitenland. De beoogde vergroening zal de belastingmaatregel absoluut
niet opleveren, stelt Van Gorkum. “Door het strenge beleid dat een palet
van stortverboden heeft voortgebracht, gaat er geen afval meer naar
de stortplaats waar iemand nog iets mee kan.” Als voorbeeld noemt
hij asbest. “Er is geen andere optie voor asbest dan storten. Erger nog,
toekomstige asbestsaneringen kunnen in het gedrang komen of het kan
illegale dump in de hand werken.”
Ook het andere doel, namelijk om jaarlijks 100 miljoen euro aan extra
belastingen binnen te halen, bereikt de stortheffing niet. De totale inkomsten, rekent Van Gorkum voor, bedragen nauwelijks veertig miljoen euro.
Kortom: de stortbelasting levert de overheid vergroening noch geld op.
Van Gorkum spreekt van een zigzagbeleid met een negatief effect op het
investeringsklimaat. “Tegenover de euro’s die de overheid nu binnenharkt,
staat een veel groter verlies aan werkgelegenheid als recyclingactiviteiten
gestaakt worden of voortaan over de grens worden verricht.”
Ook Roland Amoureus, manager public affairs van Van Gansewinkel
Groep, is stevig gekant tegen de heringevoerde stortheffing. “De stortsector in ons land heeft een omzet van veertig miljoen euro. Deze branche
krijgt een extra belasting van dertig miljoen euro voor de kiezen. Dat is
buiten elke proportie, terwijl het om een sector gaat die we hard nodig
zullen hebben in de gang naar de circulaire economie. Er zullen altijd
reststromen zijn die niet herbruikbaar en niet verbrandbaar zijn”, zegt
Amoureus.
© Vereniging Afvalbedrijven • februari 2014 • www.verenigingafvalbedrijven.nl • 2
AFVALSTOFFENBELASTING: NEE, TENZIJ
Alternatief
Je kunt een heffing
niet afschaffen en
een paar jaar later
weer invoeren.
JEROEN LAMMERS
(VNO-NCW EN
MKB-NEDERLAND)
Weekers, tot voor kort staatssecretaris van Financiën, had begrip
voor deze argumenten en bood
een opening voor een alternatief.
Tijdens de behandeling van het
Belastingplan in de Eerste Kamer
medio december gaf hij aan de
afvalstoffenbelasting zodanig
slim vorm te willen geven, dat
deze ook echt vergroenend werkt.
Het inrichten van de afvalstoffenbelasting vanaf 2015 wordt
momenteel onderzocht door het
Planbureau voor de Leefomgeving
en CE Delft. Ook het ministerie van
Infrastructuur en Milieu is bij het
onderzoek betrokken. In het recent
verschenen programma Van Afval
Naar Grondstof stelt staatssecretaris Mansveld: “De uitdaging is om
te komen tot een slimme marktprikkel die duidelijke gedragsverandering en milieuverbetering tot
gevolg heeft en tegelijk uitvoerbaar
is en stabiele belastinginkomsten
oplevert.” Voor het zomerreces
moet het alternatief bekend zijn,
zodat het meegenomen kan worden
in het Belastingplan 2015.
Van Gorkum verzet zich faliekant
tegen het politieke besluit om de
afvalsector jaarlijks 100 miljoen
euro aan extra belastingen op te
laten hoesten. Hij noemt dit besluit
onbezonnen. “De afvalsector moet
nadrukkelijk afstand nemen van
dit besluit. De neveneffecten van
de invoering van een belasting
maken meer stuk dan de belasting
opbrengt”, zegt hij. Op korte termijn
een alternatief verzinnen, dat een
Overheid en
bedrijfsleven
moeten werken
aan maatregelen
die werkelijk
bijdragen aan
de transitie naar
een circulaire
economie
© Vereniging Afvalbedrijven • februari 2014 • www.verenigingafvalbedrijven.nl • 3
AFVALSTOFFENBELASTING: NEE, TENZIJ
Een BELASTING van
30 miljoen euro
voor een stortsector met
een OMZET van
40 miljoen euro
soortgelijk totaalbedrag op tafel
legt, vindt hij irreëel. “Het getuigt
van kortetermijndenken. Het is een
fictie te veronderstellen dat er een
afvalgerelateerde fiscale maatregel
is te bedenken op de korte termijn
die én voldoende inkomsten genereert, én een bijdrage levert aan
vergroening.”
Circulaire economie
De afvalbranche keert zich tegen
een ad hoc maatregel om 100
miljoen euro aan belastinggeld
binnen te halen. Mocht een afvalstoffenbelasting onafwendbaar zijn,
dan staat de sector een alternatief
voor dat naadloos past binnen
een langetermijnvisie om tot een
circulaire economie te komen.
Het ontwikkelen en uitdenken van
een langetermijnvisie vergt méér
voorbereiding, breder overleg en
een langer tijdpad. Amoureus van
Van Gansewinkel Groep pleit voor
een maatregel “waarmee we het
gelijk goed doen”. De maatregel,
betoogt Amoureus, moet daad-
werkelijk bijdragen aan het beleid
van staatssecretaris Mansveld van
Infrastructuur en Milieu om in 2020
driekwart van het huishoudelijk
afval en het afval van kantoren en
winkels te scheiden. Dat de sector
met het ministerie om tafel zit om
mee te praten over een alternatief
voor de afvalstoffenbelasting juicht
hij toe. “Ik ben blij dat de overheid
open staat voor alternatieve voorstellen vanuit onze sector voor de
manier waarop we hier invulling aan
kunnen geven.”
Het uitdokteren van het alternatief is geen sinecure. De maatregel
moet onderdeel uitmaken van een
evenwichtig en consistent afvalbeleid. Jeroen Lammers, teammanager fiscale zaken bij VNO-NCW
en MKB-Nederland, vindt dat het
kabinet ervoor moet waken dat
milieuheffingen een ondoordacht en
ongewenst effect hebben. In 2012
formuleerde de werkgeversorganisatie een beleidskader voor fiscale
vergroening. VNO-NCW, MKBNederland en de afvalsector vinden
dat dit beleidskader het uitgangspunt moet zijn voor het vormgeven
van een mogelijk alternatief voor de
huidige afvalstoffenbelasting.
Het beleidskader schetst een
aantal voorwaarden voor een succesvol beleid. Allereerst moet
worden bepaald of een fiscale
ingreep wel het beste middel is om
het gewenste effect te bereiken,
of dat er geen andere instrumenten zijn - denk aan een convenant.
Een lastenverzwaring in de vorm
van een milieuheffing moet aan
de andere kant lastenverlichting
opleveren. “Dat laatste zien we de
laatste tijd niet echt gebeuren”, zegt
Lammers. “Ook mogen milieuheffingen de concurrentiepositie van
bedrijven in binnen- en buitenland
en zelfs binnen de eigen sector niet
schaden. Het fiscale beleid moet
stabiel zijn. Je kunt een heffing niet
afschaffen en vervolgens een paar
jaar later weer invoeren. Verder
moet de milieuheffing niet een
Ik ben blij dat de
overheid open staat
voor alternatieve
voorstellen.
ROLAND AMOUREUS
(VAN GANSEWINKEL
GROEP)
© Vereniging Afvalbedrijven • februari 2014 • www.verenigingafvalbedrijven.nl • 4
AFVALSTOFFENBELASTING: NEE, TENZIJ
foto: Norbert Bosman
Belasting op
huishoudelijk
restafval voor
gemeenten kan
recycling en de
circulaire economie
een boost geven
bepaalde technologie bevoordelen
en uitvoerbaar zijn tegen zo min
mogelijk administratieve lasten
die bovendien in verhouding staan
tot het gewenste effect van de
heffing.” Tot slot, stelt VNO-NCW, is
elke heffing die een bepaald effect
wil bewerkstelligen, per definitie
eindig. “Elke heffing moet je regelmatig evalueren. Als het beoogde
resultaat bereikt is, moet de heffing
stoppen”, aldus Lammers.
Maatregelen
De afvalsector buigt zich momenteel over de vraag welke maatregel
binnen dit beleidskader past. De
ultieme oplossing is nog niet voorhanden. Waarschijnlijk bestaat er
ook geen oplossing die voor alle
partijen ideaal zal zijn. Theoretisch
zijn verscheidene maatregelen
kansrijk die burgers en bedrijven
stimuleren om hun afval beter te
scheiden. Van Gorkum ziet bijvoorbeeld kansen in het belasten van
grondstoffen. “Waarom maken
we primaire grondstoffen niet
duurder?”, vraagt hij zich af. “Zo
stimuleren we secundaire grondstoffen.” Amoureus ziet heil in een
belasting op huishoudelijk restafval
voor gemeenten. “Een dergelijke
heffing versterkt de kans op recycling en zal de circulaire economie
een boost geven. We weten allemaal
dat in het huishoudelijk afval nog
substantiële hoeveelheden recyclebaar materiaal zit, zoals onder
meer textiel.” Gezien het huidige
aanbod van jaarlijks vier miljoen
ton restafval komt dat - met de
wens om per jaar honderd miljoen
euro voor de schatkist op te halen
- neer op een bedrag van 25 euro
per ton. De te verwachten kritiek
van de kant van gemeenten zal zijn
dat dit op lastenverzwaring van
de burger neerkomt. Wat, gezien
de huidige verkiezingstijd, politiek
gezien moeilijk te verkopen zal zijn.
Amoureus brengt daar nuchter
rekenwerk tegenin. “Omgerekend
betekent dat een bedrag van 1,08
euro per huishouden per maand. Ik
vind dat erg weinig voor een maatregel die voor echte vergroening
kan zorgen.”
Meer lezen:
• Beleid staatssecretaris Mansveld van IenM Van Afval Naar Grondstof
• Belastingplan 2014
• Artikel Geen vergroening door stortbelasting van de Vereniging
Afvalbedrijven, oktober 2013
• Artikel Schouders onder circulaire economie van de Vereniging
Afvalbedrijven, oktober 2013
Vormgeving: Suggestie & illusie, www.illusie.nl
© Vereniging Afvalbedrijven • februari 2014 • www.verenigingafvalbedrijven.nl • 5