Evaluatie IDVV programma

Monitoringsrapport
in het kader van de evaluatie van het programma
Impuls Dynamisch
Verkeersmanagement Vaarwegen
Bijlagen bij nulmeting
Najaar 2011
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Document Informatie
Versie
Versie
Datum
Auteur(s)
Wijzigingen
1.0
22-09-2011
Frank Bongers
Eerste rapportage indeling gemaakt
Irma Borst
Beschrijving aanpak toegevoegd
René van Ratingen
Beschrijving bewerking en resultaten
toegevoegd
René van Ratingen
Overige resultaten toegevoegd
1.1
1.2
1.3
14-11-2011
1.4
8-12-2011
Irma Borst
Resultaten data-analyse passages,
wachttijden en passeertijden
toegevoegd
1.5
13-12-2011
Irma Borst
Feedback RWS verwerkt, AIS data
analyse toegevoegd
1.6
20-12-2011
Irma Borst
Kleine aanpassing I/C ratio berekening
(toevoegen actueel tonnage per schip
per sluis)
1.7
17-01-2012
Irma Borst
Finale versie
1.8
27-03-2014
Frank Bongers
Finale versie, aangepaste titel
Goedkeuring
Naam
Rol
Datum
Handtekening
Milou Wolters
Distributie lijst
Naam
Rol
Afdeling
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Inhoudsopgave
Inleiding
1
A
2
Webenquete binnenvaartondernemers
Gevolgde aanpak
2
Response
2
Resultaten
5
B
6
Webenquete verkeersleiders en operators
Gevolgde aanpak
6
Response
6
C
8
Webenquete mobiele verkeersleiders
Gevolgde aanpak
8
Response
8
Resultaten
9
D
Webenquete VCM toetsgroep
10
E
Interviews
11
Interviewlijst SPOC NL doelgroepen
11
Interviewlijst ketenpartners
11
Interviewlijst project en programma managers
12
F
13
Data analyse
Indicator 1: Spreiding passages
13
Indicator 2: Spreiding passeertijden sluizen
14
Indicator 3: Spreiding wachttijden sluizen
14
Indicator 4: IC ratio
15
Indicator 5: Percentage controles waar geen actie uit voortvloeit
18
Indicator 6: Aantallen scheepsongevallen
20
Indicator 7: Gemiddelde reistijd
22
Pagina I van 23
Logica – Dialogic
Indicator 8: Modal split
Nulmeting IDVV
24
Pagina II van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
INLEIDING
In dit bijlagenboek wordt de verantwoording van de nulmeting uitgevoerd. Per type meetmethode wordt de
gevolgde aanpak en resultaten gepresenteerd. In het hoofddocument worden resultaten gegroepeerd rond
de beoogde effecten van het IDVV programma.
Bijlagen A, B, C en D geven de opzet en resultaten van de webenquêtes weer. Bijlage E geeft aan welke
personen en organisaties in de interviewrondes zijn betrokken. Tot slot zijn in bijlage F de uitvoering en
resultaten van de data analyse beschreven.
Pagina 1 van 23
Logica – Dialogic
A
Nulmeting IDVV
WEBENQUETE BINNENVAARTONDERNEMERS
Gevolgde aanpak
De webenquête voor binnenvaartondernemers is via twee kanalen uitgezet:
1.
De link van een anonieme enquête is samen met uitleg over het IDVV programma in de
nieuwsbrief van Bureau Telematica Binnenvaart (BTB) opgenomen en onder haar vaste maillijst
verspreid. BTB heeft een direct bereik van circa 1000 binnenvaartondernemers. De link is tevens
op
de
BTB
website
geplaatst,
waardoor
het
maximale
bereik
tot
circa
5000
binnenvaartondernemers kan stijgen.
2.
De link van de anonieme enquête (zelfde vragenlijst) is tevens naar relevante ledengroepen van
Centraal Bureau Centrale voor Rijn- en Binnenvaart (CBRB) gestuurd. Geadresseerde
ledengroepen zijn:
•
Varende ondernemers (200 leden);
•
Ledengroep droge lading;
•
Ledengroep tankvaart;
•
Ledengroep container operators;
•
Ledengroep duwvaart.
De varende ondernemers werd direct gevraagd de enquête in te vullen, de overige ledengroepen
om deze door te sturen aan de voor haar onderneming varende schippers.
Aangezien meeste binnenvaartondernemers gebruik maken van een mobiele internetverbinding, is de
vragenlijst in pagina’s opgedeeld en de antwoorden per pagina opgeslagen.
BTB (Nick van Haag) en CBRB (Maira van Helvoirt) hebben de webenquête getest. Opmerkingen zijn
overgenomen.
Door het gebruik van anonieme enquêtes bestaat de mogelijkheid dat 1 persoon meerdere keren de
vragenlijst in vult. Hoewel dubbele IP adressen in de response voorkwamen, bleken deze van mobiele
service providers te zijn. Uit de inhoudelijke response – en dan met name de antwoorden op open vragen –
bleek de kans dat zelfde personen meerdere keren de enquête had ingevuld, uitermate klein te zijn.
Response
In de onderstaande tabel staat de response op de webenquête weergegeven.
Pagina 2 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
omvang doelgroep
5.000
direct bereik
1.200
aantal respondenten - gestart
283
aantal respondenten - voltooid
257
response ( % van doelgroep)
5%
response ( % van direct bereik)
21%
Onderstaand staat aangegeven hoeveel procent van het totaal aantal respondenten per vraag geen
antwoord heeft gegeven (weet niet/geen mening). Deze antwoord categorie (weet niet/geen mening) is
buiten de analyse gehouden.
N
% geen antwoord
1. Kunt u aangeven wat uw gemiddelde wachttijd (in minuten) per sluis
(exclusief schuttijd) op de onderstaande routes is?
Rotterdam – Antwerpen
257
9,3% (24/257)
Rotterdam – Amsterdam
257
15,2% (39/257)
Amsterdam – Delfzijl
257
50,6% (130/257)
Amsterdam – Duitsland
257
31,1% (80/257)
2. Zijn er sluizen buiten de genoemde routes (Rotterdam – Antwerpen,
Rotterdam – Amsterdam, Amsterdam – Delfzijl, Amsterdam - Duitsland) waar
de gemiddelde wachttijd (in minuten) per sluis (exclusief schuttijd) meer is
dan 30 minuten?
257
24,9% (64/257)
3. Zo ja, voor welke sluis of sluizen geldt dat?
257
51,0% (131/257)
4. Hoe tevreden bent u over de wachttijden bij sluizen op de volgende routes?
Rotterdam – Antwerpen
257
9,3% (24/257)
Rotterdam – Amsterdam
257
15,2% (39/257)
Amsterdam – Delfzijl
257
48,6% (125/257)
Amsterdam – Duitsland
257
31,1% (80/257)
5. Hoe tevreden bent u over de voorspelbaarheid van uw reis- en
aankomsttijden?
Rotterdam – Antwerpen
257
8,9% (23/257)
Rotterdam – Amsterdam
257
16,0% (41/257)
Amsterdam – Delfzijl
257
49,4% (127/257)
Pagina 3 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Amsterdam – Duitsland
257
31,1% (80/257)
6. Past u naar aanleiding van de verwachte reis- en aankomsttijden uw
vaarplanning aan?
257
0,0% (0/257)
7. Leidt de aanpassing in uw vaarplanning tot een ander brandstofgebruik?
257
16,73% (43/257)
8. In welke mate is er sprake van een toe- of afname van het aantal controles
door patrouillevaartuigen van Rijkswaterstaat bij u aan boord in de afgelopen
12 maanden?
257
12,5% (32/257)
9. Is uw binnenvaartschip in de afgelopen 12 maanden gecontroleerd door
een patrouillevaartuig van Rijkswaterstaat?
257
5,4% (14/257)
10. Is er uit (één van) deze controle(s) een actie voortgekomen, bijvoorbeeld
in de vorm van een boete, waarschuwing of aanwijzing?
257
40,0% (103/257)
11. Neemt volgens u het aantal onnodige controles door patrouillevaartuigen
van Rijkswaterstaat in vergelijking met de afgelopen 12 maanden toe of af, of
blijft het aantal gelijk?
257
24,5% (63/257)
12. Welk rapportcijfer geeft u aan de rol van de verkeersposten in Nederland
bij het voorkomen van incidenten op vaarwegen binnen hun radar
dekkingsgebieden?
257
3,9% (10/257)
13. Waarom geeft u dit rapportcijfer?
257
17,1% (44/257)
14. Welk rapportcijfer geeft u aan de rol van de verkeersposten en
patrouillevaartuigen in Nederland bij het begeleiden van het
scheepvaartverkeer bij incidenten op vaarwegen?
257
9,3% (24/257)
15. Welk rapportcijfer geeft u aan de rol van de verkeersposten en
patrouilleboten in Nederland bij werkzaamheden op vaarwegen (o.a. voor
verkeersbegeleiding en informatievoorziening)?
257
4,3% (11/257)
16. Verstrekt Rijkswaterstaat vanuit haar verkeersposten informatie over de
volgende onderwerpen?
Incidenten
257
8,9% (23/257)
Werkzaamheden
257
7,8% (20/257)
Beschikbaarheid van ligplaatsen
257
10,1% (26/257)
Weer
257
12,8% (33/257)
Waterstanden / diepte vaarwegen
257
14,0% (36/257)
17. Verstrekt Rijkswaterstaat vanuit haar bedienposten informatie over de
volgende onderwerpen?
Incidenten
257
19,5% (50/257)
Werkzaamheden
257
16,7% (43/257)
Beschikbaarheid van ligplaatsen
257
12,8% (33/257)
Pagina 4 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Weer
257
22,3% (59/257)
Waterstanden / diepte vaarwegen
257
21,4% (55/257)
Kolkplanning
257
16,7% (43/257)
18. Heeft u nog opmerkingen of suggesties over maatregelen die
Rijkswaterstaat nu en de komende jaren neemt om de doorstroming op
binnenvaarwegen en de betrouwbaarheid van de reistijd voor de binnenvaart
te verbeteren?
257
42,0% (108/257)
Resultaten
De resultaten zijn weergegeven in de file ‘Uitwerking Websurvey Binnenvaart.xlsx’.
Pagina 5 van 23
Logica – Dialogic
B
Nulmeting IDVV
WEBENQUETE VERKEERSLEIDERS EN OPERATORS
Gevolgde aanpak
In de nulmeting zouden de verkeersleiders slechts 3 vragen voorgelegd krijgen. Deze vragen hadden
betrekking op de noodzaak voor AIS toegang (door beperkte radardekking), of men al dan geen RWS
medewerker is en of er suggesties zijn voor verbetering van de doorstroming en veiligheid van de
binnenvaarwegen en betrouwbaarheid van de reistijden. Deze vragen zijn niet relevant voor effectmeting
maar bedoeld om antwoorden uit vragen voor vervolgmeting te kunnen duiden. Om deze reden is de
webenquête voor de verkeersleiders komen te vervallen.
De operators van de sluizen en bruggen kregen in de nulmeting 5 vragen voorgelegd. Twee vragen gaan
over de tijdsbesteding aan administratieve taken. Formeel is het bijgehorende effect (VOS5) komen te
vervallen. We hebben deze vraag behouden omdat anders de vragenlijst te kort wordt om serieus te
worden genomen. Ondanks het kleine aantal vragen hebben we als meetinstrument een webenquête
ingezet (en geen telefonische interviews) aangezien er een groot aantal operators is.
De uitnodiging voor het invullen van de enquête is verstuurd door de teamleiders van de RWS
verkeersposten (zowel RWS als niet-RWS verkeersposten). Na een week is een herinnering verstuurd.
Response
Volgens het Digitaal Journaal heeft RWS 333 sluismeesters en 174 operators. Het aantal operators bij nietRWS organisaties is niet exact bekend. In het totaal zijn er 200 personen buiten RWS die van IVS90
gebruik maken. Indien een zelfde verdeling over de functies verkeersleider, operator en mobiele
verkeersleider wordt aangehouden, zullen er circa 100 operators buiten RWS actief zijn.
In de onderstaande tabel staat de response op de webenquête weergegeven.
Omvang doelgroep operators - RWS
Circa 507
Omvang doelgroep operators - niet RWS
Circa 100
Omvang doelgroep operators - RWS plus niet RWS
Circa 607
Respondenten - gestart
91
Respondenten - voltooid
91
Response
15%
Pagina 6 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Onderstaand staat aangegeven hoeveel procent van het totaal aantal respondenten per vraag geen
antwoord heeft gegeven (weet niet/geen mening). Deze antwoord categorie (weet niet/geen mening) is
buiten de analyse gehouden.
N
% geen antwoord / weet niet
1. Hoeveel tijd bent u nu gemiddeld per uur kwijt aan administratieve taken voor het
melden en volgen van scheepvaart?
91
0%
2. Kunt u aangeven op welke object(en) u meestal werkzaam bent?
91
1,1% (1/91)
3. Heeft u de AIS informatie nodig voor een beter overzicht van de scheepsbewegingen in
uw gebied?
91
15,4% (14/91)
4. Heeft u nog opmerkingen en/of suggesties over maatregelen die Rijkswaterstaat nu en de
komende jaren neemt om de doorstroming op binnenvaarwegen en de betrouwbaarheid
van de reistijd voor de binnenvaart te verbeteren?
91
34,1% (31/91)
Resultaten
De resultaten zijn weergegeven in de file ‘Uitwerking Websurvey Operators.xlsx’.
Pagina 7 van 23
Logica – Dialogic
C
Nulmeting IDVV
WEBENQUETE MOBIELE VERKEERSLEIDERS
Gevolgde aanpak
De mobiele verkeersleiders hebben in de nulmeting 12 vragen voorgelegd gekregen. Zij zijn via de
teamleiders uitgenodigd om de webenquête in te vullen. De vragenlijst is niet uitgezet bij mobiele
verkeersleiders buiten RWS aangezien zij (vooralsnog) geen gebruik zullen maken van iDOS en de
vragenlijst voornamelijk de effecten van dit systeem wil meten.
Response
Volgens het Digitaal Journaal is de omvang van de doelgroep 377 personen (150 gezagvoerders en 227
mobiele verkeersleiders).
In de onderstaande tabel staat de response op de webenquête weergegeven.
Omvang doelgroep mobiele verkeersleiders
377
Respondenten – gestart
62
Respondenten – voltooid
59
Response %
16 %
Onderstaand staat aangegeven hoeveel procent van het totaal aantal respondenten per vraag geen
antwoord heeft gegeven (weet niet/geen mening). Deze antwoord categorie (weet niet/geen mening) is
buiten de analyse gehouden.
N
% geen antwoord / weet niet
1. Bent u bekend met het project “Informatiediensten op schepen” (IDoS)?
62
3,2% (2/62)
2. Hoeveel uur (gemiddeld) per dienst is uw patrouillevaartuig actief aan het varen en ligt het
niet afgemeerd?
62
0,0% (0/62)
3. Geef een rapportcijfer voor de snelheid waarmee u belangrijke en actuele informatie (t.b.v.
de uitvoering van uw taken) via de computer aan boord krijgt.
62
0,0% (0/62)
4. Geef een rapportcijfer voor de betrouwbaarheid van de informatie (t.b.v. de uitvoering van
Pagina 8 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
uw taken) die u via de computer aan boord krijgt.
62
0,0% (0/62)
5. Hoe vaak heeft uw patrouillevaartuig gemiddeld per dag via de marifoon of telefoon
zakelijk contact met collega’s aan de wal met betrekking tot handhaving?
62
0,0% (0/62)
6. Hoe vaak heeft uw patrouillevaartuig gemiddeld per dag via de marifoon of telefoon
zakelijk contact met collega’s aan de wal met betrekking tot reglementen?
62
0,0% (0/62)
7. Hoeveel procent van uw administratieve taken voert u aan boord uit?
62
0,0% (0/62)
8. In hoeverre U het eens bent met de volgende stelling: "Door gebruik van de huidige ICTsystemen aan boord kan ik mijn taken aan boord efficiënter uitvoeren"?
62
4,8% (3/62)
9. Heeft u momenteel aan boord direct via de computer toegang tot actuele informatie van
schepen over:
Casco
62
9,7% (6/62)
Reis
62
6,5% (4/62)
Lading
62
6,5% (4/62)
Gevaarlijke stoffen
62
6,5% (4/62)
Locatie van vaartuigen in de omgeving
62
8,1% (5/62)
Areaalgegevens
62
14,5% (9/62)
10. Wat is volgens u ongeveer het aandeel controles waaruit een aanwijzing, waarschuwing
of boete volgt op het totaal aantal controles dat uw patrouillevaartuig uitvoert?
62
4,8% (3/62)
11. Hoeveel ongevallen heeft u in de afgelopen 12 maanden meegemaakt?
62
16,1% (10/62)
12. Heeft u nog opmerkingen en/of suggesties over maatregelen die Rijkswaterstaat nu en de
komende jaren neemt om de doorstroming op binnenvaarwegen en de betrouwbaarheid van
de reistijd voor de binnenvaart te verbeteren?
62
40,3% (25/62)
Resultaten
De resultaten zijn weergegeven in de file ‘Uitwerking Websurvey Mobiele Verkeersleiders.xlsx’.
Pagina 9 van 23
Logica – Dialogic
D
Nulmeting IDVV
WEBENQUETE VCM TOETSGROEP
De vragen aan de toetsgroep hadden betrekking op de blauwdruk, de pilot en het transitieplan die in het
project worden opgeleverd. Als eerste wordt de blauwdruk opgeleverd, namelijk in juni 2012. Vragen over
de blauwdruk hebben in de nulmeting geen zin omdat er nog geen concept versies zijn. Daarnaast wordt de
toetsgroep VCM pas in oktober geïnstalleerd; op het moment van de nulmeting was nog niet exact bekend
welke personen in de toetsgroep zitting zullen nemen. Om deze redenen is de webenquête voor de VCM
toetsgroep in de nulmeting komen te vervallen.
Pagina 10 van 23
Logica – Dialogic
E
Nulmeting IDVV
INTERVIEWS
Interviewlijst SPOC NL doelgroepen
De SPOC NL doelgroepen bestaan uit vertegenwoordigers van National Competent Authority (NCA), de
Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en piketmedewerkers RWS Scheepvaartverkeerscentrum.
NCA

Joram Kortekaas, Adviseur Monitoring en Informatie, NCA SafeSeaNet

Jacco de Bruin, Projectleider SPOC NL

Hans Bogaerts, Hoofd Inspecteur

Dennis Brinkman, Coördinator Port State Control / Senior Inspecteur
IVW
Piketdienst RWS

Dimitri van der Heiden, Piket medewerker RWS Scheepvaartverkeerscentrum

Claudia Wolff-Theunisse, Piket medewerker RWS Scheepvaartverkeerscentrum

Paul van der Maat, Piket medewerker RWS Scheepvaartverkeerscentrum

Berend Klok, Piket medewerker RWS Scheepvaartverkeerscentrum

Anton Huurman, Piket medewerker RWS Scheepvaartverkeerscentrum
Interviewlijst ketenpartners

Ellen Naaykens, Business Manager Logistics, Havenbedrijf Rotterdam

Michel van Dijk, Inland Terminal Veghel / bestuurslid Schuttevaer

Tom de Graaf, beleidsmedewerker Mobiliteit, Provincie Brabant

Gerbrand Klijn, Projectmanager Mobiliteit Innovatie & DVM, Provincie Brabant

Maarten van Veluw, Duurzaamheidsmanager, Heineken

Jan Waas, Director Technology and Engineering, ECT

Ben Maelisse, Danser
Pagina 11 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Interviewlijst project en programma managers

Jaap Verweij, project manager VOS

Hennie van Beers, project manager IDoS

Cas Willems, project manager VCM

Jos van Splunder, project manager SPOC NL

Ranko Visser, project manager spoor 2

Goriska van Cooten, programmabureau IDVV
Pagina 12 van 23
Logica – Dialogic
F
Nulmeting IDVV
DATA ANALYSE
Indicator 1: Spreiding passages
Ruwe data/bron
De data voor deze indicator is uit NIS gehaald. Voor het verkrijgen van de ruwe data zijn de volgende
queries uitgevoerd:
Filters

1 september 2010 – 31 augustus 2011

Volkerak, Kreekrak, Hansweert, Koninginnesluis, Beatrixsluis, Prinses Margrietsluis, Prins Bernard
Sluis

Binnenvaart en scheepvaart
Sectiegegevens:

Jaar, maand, dag

Scheepstype indeling

Uur

Totaal aantal passages
Bewerking van de data
Als eerste is voor alle passages de uurcategorie bepaald. Basis hiervoor is het tijdstip waarop de toerbeurt
aan het schip werd toegekend. Opgemerkt dient te worden dat de tourbeurttijd niet gelijk is aan de
aankomsttijd van het schip bij de sluis: in de meeste gevallen wordt de tourbeurt toegekend voordat het
schip bij de sluis arriveert. De invloed van het aanhouden van de tourbeurttijd op de spreiding over de dag
wordt niet heel groot geacht.
Door het aantal passages per dag te tellen, konden de drukste dagen worden bepaald.
Resultaten
De resultaten zijn weergegeven in de file ‘Output SPSS Passages.xlsx’.
Pagina 13 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Indicator 2: Spreiding passeertijden sluizen
Ruwe data/bron
Voor het bepalen van de spreiding in de passeertijden wordt de onderliggende data van PIN2 uit
het NIS gebruikt. PIN2 zijn de prestatienormen die RWS voor de passeertijden bij sluizen op de
hoofdvaarwegen hanteert.
Filters


1 september 2010 – 31 augustus 2011 (alternatief 1 jan 2010 tot 31 dec 2010)
Volkerak, Hansweert, Krammer
Sectiegegevens: voor ieder individueel passerend schip


Tijdstip en datum van passeren
Werkelijke passeertijd
Bewerken van data
In de bewerking van de verkregen data is de recreatievaart eruit gehaald. Vervolgens zijn voor records met
passeertijden lager dan 10 minuten (inclusief negatieve waarden) of hoger dan 360 minuten eruit gefilterd.
Minder dan 10 minuten passeertijd en negatieve waarden zijn in werkelijkheid niet mogelijk en moeten het
gevolg zijn van foute invoer. De extreem hoge waarden (meer dan 6 uur passeertijd) is uitsluitend reëel als
er sprake is van stremmingen. Voor de kleine aantallen hoge waarden is gecheckt of deze het gevolg zijn
stremmingen, dat is echter niet het geval. Ook hier zal dus sprake zijn van – incidentele – foute invoer.
Voor alle passeertijden is de uurcategorie bepaald. Basis hiervoor is het tijdstip waarop de toerbeurt aan het
schip werd toegekend. Opgemerkt dient te worden dat de tourbeurttijd niet gelijk is aan de aankomsttijd
van het schip bij de sluis: in de meeste gevallen wordt de tourbeurt toegekend voordat het schip bij de sluis
arriveert. Hierdoor zijn de berekende passeer- en wachttijden in NIS hoger dan de passeertijden en
wachttijden die de schippers in werkelijkheid ondervinden. Door het ontbreken van de logging van
aankomsttijden bij de sluis, is een verbetering van de berekening niet mogelijk.
Naast de gemiddelde passeertijden per dag, zijn ook de standaarddeviaties per uur van de dag berekend.
De standaarddeviatie geeft een indruk van de variatie van passeertijden binnen het betreffende uur.
De tien drukste dagen zijn de dagen met de meeste passages beroepsvaart per dag.
Resultaten
De resultaten zijn weergegeven in de file ‘Output SPSS Passeertijden.xlsx’.
Indicator 3: Spreiding wachttijden sluizen
Ruwe data / bron
Voor het bepalen van de wachttijden bij sluizen, wordt dezelfde ruwe data als voor de passeertijden
gebruikt (PIN2 uit NIS). Basis voor de berekening van de wachttijden zijn genormeerde passeertijd per sluis
en de norm wachttijd die voor iedere sluis een half uur is (bron: NIS), zie onderstaande tabel.
Pagina 14 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Norm passeertijd
Norm wachttijd
Volkeraksluizen
45 minuten
30 minuten
Krammersluizen
65 minuten
30 minuten
Hansweertsluis
45 minuten
30 minuten
Bewerken van data
Door de norm voor de passeertijd te verminderen met de norm wachttijd (voor alle sluizen geldt een norm
van maximaal 30 minuten), werd de norm schuttijd per sluis verkregen. Door de actuele passeertijd te
verminderen met de norm schuttijd, is de wachttijd berekend.
Resultaten
De resultaten zijn weergegeven in de file ‘Output SPSS Passeertijden.xlsx’.
Indicator 4: IC ratio
Ruwe data / bron
Om de capaciteit van de sluizen te berekenen, maken we gebruik van de door RWS ontwikkelde
spreadsheet sluisberekening2_6.xls. In dit spreadsheet moeten een aantal vaste gegevens – die per sluis
verschillend worden ingevuld. Het aandeel geladen en ongeladen schepen heen en terug in de passages is
uit NIS afkomstig (NIS statistiek: Schuttingen scheepvaart).
Filter

1 september 2010 – 31 augustus 2011

Kreekrak, Prinses Margrietsluis, Sluis Weurt
Sectiegegevens:
•
Aantal schuttingen leegom
•
Aantal schuttingen met schepen
•
Vaarrichting
De overige cijfers nodig om de capaciteit te berekenen spreadsheet zijn conform opgave RWS (Prinses
Margrietsluis.xls; Weurtsluis.xls, KreekraksluizenGE2020a.xls).
Pagina 15 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Kreekrak
Corridor
Prinses
3
Wester
Margriet
Corridor 5 Amsterdam
Sluis
Weurt
Corridor 7 Maasroute
schelde – Rijn
– Noord Nederland
Kolklengte [m]
320
260
262
Kolkbreedte [m]
24
16
16
invaartprofiel
121
72
70
uitvaartprofiel
150
72
70
Aantal kolken
2
1
2
Afstand kolk – opstelruimte
100
160
125
Afstand kolk – terug [m]
100
160
125
Bedieningstijd schutproces
10 Min.
9 Min.
8.5 Min.
Openingstijd (bediende uren)
163.8 uur
135 uur
143
Verkeersaanbod: random of
Clusters
clusters
clusters
geladen
0,66
0.6
0.6
Percentage geladen schepen
0,73
0.6
0.6
2%
10%
8%
2.15%
2.15%
2.15%
Oppervlakte
[m2]
Oppervlakte
[m2]
[m]
geclusterd
Percentage/aandeel
schepen - heen
– terug
Percentage
capaciteitsverlies
t.g.v. kleinvaart
Representatieve
week:
percentage van jaarintensiteit
Pagina 16 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Om het gebruik van de beschikbare capaciteit te berekenen, zijn de gegevens over gepasseerd
laadvermogen (geladen en ongeladen) uit NIS gehanteerd (NIS statistiek: Aantal passages en gepasseerd
laadvermogen).
Gepasseerd
Aantal
passages
laadvermogen (geladen
(binnen- en zeevaart)
Laadvermogen per schip
en lege schepen)
Kreekrak sluis
Prinses Margrietsluis
Sluis Weurt
182,178,442
71,756
2,539
26,717,593
17,360
1,539
53,878,592
37,343
1,443
Filter

1 september 2010 – 31 augustus 2011

Kreekrak, Prinses Margrietsluis, Sluis Weurt

Binnenvaart en zeevaart
Sectiegegevens:
•
Laadvermogen geladen (tonnage)
Bewerken van data
Het aantal gepasseerd laadvermogen (beide richtingen, geladen en lege schepen) per sluis is aangeleverd
en opgeteld. Daarnaast zijn de werkelijke cijfers voor het gemiddelde laadvermogen per schip per sluis
bepaald. Vervolgens zijn er 2 berekeningen gemaakt. De IC Ratio t.o.v.
-
de theoretische capaciteit (uurcapaciteit * uren per jaar)
-
de toelaatbare intensiteit (volgens berekening Kooman)
Resultaten
De bovenstaande berekeningen hebben geleid tot de volgende resultaten:
Pagina 17 van 23
Logica – Dialogic
IC Ratio
Berekeningen
Kreekraksluizen
Nulmeting IDVV
Intensiteit
(ton)
Th.
Capaciteit
(ton)
Toel.
Capaciteit
(ton)
I/C Ratio
o.b.v. Th.
Cap.
I/C Ratio
o.b.v. Toel.
Cap.
182,178,442
310,000,000
207,000,000
58.8%
88.0%
Prinses
Margrietsluis
26,717,593
65,000,000
47,000,000
41.1%
56.8%
Weurt sluis
53,878,592
139,000,000
99,000,000
38.8%
54.4%
Indicator 5: Percentage controles waar geen actie uit voortvloeit
Ruwe data / bron
Het Digitaal Journaal houdt per district het totaal aantal controles en het aantal controles zonder gevolgen
bij. Met de term ‘controles zonder gevolgen’ worden die controles bedoeld waar geen actie – zoals een
boete, waarschuwing of stilleggen van het schip uit voort vloeit. Voor deze indicator hebben we de dataset
van 1 september 2010 tot 31 augustus 2011 gebruikt.
Bewerken van data
Per district is het totaal aantal controles en het aantal controles zonder gevolgen weergegeven.
Pagina 18 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Resultaten
Pagina 19 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
De volgende tabel laat de geaggregeerde data zien:
In de geaggregeerde data zijn de gegevens van de districten Westerschelde en de Zeeuwse
Delta achterwege gelaten aangezien de data over 2010 voor deze districten ontbreekt. Het
ontbreken van de data van deze twee waterdistricten lijkt het beeld niet te verstoren. Het aantal
controles in Westerschelde en Zeeuwse Delta is 10% van het totaal, de wel ingevulde gegevens
van 2011 laten zien dat beide waterdistricten binnen de range van de andere waterdistricten
zitten.
Indicator 6: Aantallen scheepsongevallen
Ruwe data / bron
Het aantal ongevallen wordt in NIS bijgehouden (MNV SOS betrokken schepen).
Filter

1 januari 2010 tot 31 december 2010

Scheepsongevallen
Sectiegegevens:

Aard voorval categorie

Voorvalnummer

Datum voorval J K M
Bewerken van data
Pagina 20 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Alle niet scheepsongevallen zijn uitgesloten van de meeting.
In de veiligheidsbalans is het aantal gewonden en doden weergegeven. De SOS database heeft ook deze
gegevens:

Kolom EH: a_doden = aantal doden

Kolom ED: a_gew_l = aantal lichtgewonden

Kolom EE: a_gew_z = aantal zwaargewonden

Kolom EF: a_gew_o = aantal gewonden overig
Op basis van de omrekentabel (Rapport ´Monitoring Nautische Veiligheid 2008, Binnenwateren+ Deel 2:
Ondersteunend cijfermateriaal´, 20 oktober 2010, pagina 22 – 24) zijn de vaarwegcodes (Kolom BK:
vrt_cod) aan de corridors gekoppeld.
In het document monitoring nautische veiligheid wordt gesproken over het aantal geregistreerde
scheepsongevallen met significante gevolgen. Volgens de definitie van de Monitoring Nautische Veiligheid
2008, kan in de volgende gevallen over significante gevolgen worden gesproken:
Een scheepsongeval is significant indien aan minimaal één van onderstaande criteria is voldaan:

slachtoffers: Er zijn slachtoffers vermist, dood of zwaar gewond;

vaarwegschade: de schade aan de vaarweg bedraagt €50.000,= of meer ;

scheepsschade: een bij het ongeval betrokken schip heeft een schade opgelopen van klasse 3 t/m
5 of 6 in combinatie met een schadebedrag van €50.000,= of meer;

ladingschade: meer dan 10 ton van de lading, of minimaal 1 container is beschadigd of verloren;

milieuschade: t.g.v. het ongeval is er sprake van milieuschade met fase 2, of 3;

stremming: de vaarweg is gedurende 1 uur of langer gestremd geweest.
Met ingang van 1 januari 2009 zijn de criteria voor significante scheepsongevallen aangepast maar in de
rapportage over dit jaar (2008) wordt voor het laatst de oude definitie gebruikt.
Aangezien de definities verouderd zijn en niet alle informatie uit de spreadsheet terug te vinden zijn,
hebben we in de rapportage de volgende scheepsongevallen meegenomen:

Doden, vermisten, of zwaargewonden: Op basis kolom EN dodenjn plus kolom EO a_gew_z en
kolom EG a_vrmist

Vaarwegschade: kolom EP vwsjn

Scheepsschade: kolom EQ ssjn

Ladingschade: kolom FK tot_ls
Pagina 21 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV

Milieuschade: kolom ER msjn

Stremming: kolom ES stremjn
Resultaten
Er resulteren 1411 scheepsongevallen over de periode 2010. De overige resultaten zijn opgenomen in
‘SOS data scheepsongevallen 2010.xlsx’.
Indicator 7: Gemiddelde reistijd
Ruwe data / bron
Om de gemiddelde reistijd te kunnen berekenen is het noodzakelijk dat in AIS een selectie van aantallen
schepen gemaakt kan worden die 2 vaste punten (gedefinieerd begin- en eindpunt; niet noodzakelijkerwijs
vertrek- of aankomstpunt van een schip) passeren op basis van GPS informatie. Noot: beginpunt
Rotterdam en eindpunt Antwerpen, kunnen verschillende kilometers omvatten. Vervolgens is informatie
nodig over:

Tijdstip vertrek beginpunt

Tijdstip vertrek eindpunt

Geladen of ongeladen schip

Type schip (aangezien dat relevant is voor de vaarsnelheid van een schip)
RWS heeft op het traject Rotterdam – Antwerpen gedurende een aantal dagen in oktober 2011 de AIS
informatie van passerende schepen vastgelegd. De vastgelegde informatie betrof:

ais_mmsi: het unieke van een transponder waarmee een schip geïdentificeerd kan worden

ais_lastmod: datum en tijd

ais_geofence: informatie over de locatie van het schip

eri_vessel_tonnage: het laadvermogen van een schip

eri_containers: het aantal containers dat het schip vervoert

eri_vessel_type: het type schip (vracht- en tankvaart, niet uitsluitend vrachtvervoerend,
recreatievaart, en zeevaart).
Het aantal records met informatie varieert sterk per dag: van enkele honderden records per dag tot bijna
10 miljoen records.
Bewerken van data
Als eerste stap in de bewerking zijn alle records zonder locatie informatie (ais_geofence = 0) verwijderd.
Vervolgens zijn de records van scheepstypen die niet tot de vrachtvervoerende binnenvaart worden
Pagina 22 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
gerekend (o.a. grotere recreatievoertuigen, patrouilleboten, rondvaartboten en veerboten) en de records
met ontbrekende scheepstype informatie eruit gefilterd. De filtering is gebaseerd op de RWS / IVS
Scheepstype kaart conform UN/Cefact Rec. 28, uitgegeven door RWS Dir. Zeeland, november 2004.
Daarna zijn de records met de relevante geofence nummers geselecteerd:

geofence 303: Volkeraksluis richting Rotterdam.

geofence 311: Verbindingsstuk Volkerak – Kreekrak

geofences 316 en 317: Noordkant van de Haven van Antwerpen richting Rotterdam
De locatie van iedere geofence wordt op het onderstaande kaartje getoond. De keuze van geofence 303 is
zodanig dat de passeertijd van de Volkeraksluis in de reistijdberekening is inbegrepen.
Figuur 1. Geselecteerde geofences traject Rotterdam - Antwerpen
Door de keuze van deze geofences kunnen schepen die de route Rotterdam – Antwerpen afleggen, worden
gedetecteerd en tevens worden vastgesteld of het schip via de Kreekrak vaart of de alternatieve route via
de Hansweertsluis en Krammersluizen volgt. Er zijn geen geofences dichter bij de havens van Rotterdam of
Antwerpen gekozen, omdat er dan een grotere verstoring door wacht- en rusttijden optreedt.
Hierna zijn uitsluitend de schepen meegenomen die de volledige route 303 – 317 of 303 – 311 – 316
hebben afgelegd.
Deze selecties hebben het aantal records en het aantal gevolgde schepen sterk gereduceerd:
Pagina 23 van 23
Logica – Dialogic
Filenaam
Nulmeting IDVV
Betreffende
dag van de
week
Aantal schepen
die zowel
geofences 303
en 316/317
hebben
Aantal
records
logica_10-10-2011
10-10-2011 maandag
272.000
logica_11-10-2012
10-10-2011 maandag
2.200.000
7
logica_13-10-2012
12-10-2011 woensdag
3.300.000
17
logica_14-10-2013
13-10-2011 donderdag
9.000.000
26
logica_15-10-2013
14-10-2011 vrijdag
2.900.000
4
logica_16-10-2014
15-10-2011 zaterdag
3.222
logica_17-10-2014
16-10-2011 zondag
1.652
logica_18-10-2015
17-10-2011 maandag
logica_26-10-2016
25-10-2011 dinsdag
6.000.000
23
logica_27-10-2017
26-10-2011 woensdag
9.900.000
15
457
De data van 10, 12, 13, 14, 25 en 26 oktober zijn in de uiteindelijke analyse meegenomen.
Per schip is vastgesteld op welke datum en tijdstip het een geofence in- of uitvaart. Indien er langer dan 30
minuten tussen de logging op een geofence en de daarna volgende logging op dezelfde geofence is
geconstateerd, wordt aangenomen dat het schip opnieuw deze locatie bereikt. Op deze wijze is de reis per
schip vastgesteld. Schepen die niet binnen een dag de volledige route 303 -316 of 303 – 317 hebben
afgelegd, zijn eruit gehaald. Ook schepen die tussentijds andere routes hebben gevaren (en 2 keer na
elkaar dezelfde geofence aandoen) of langere tijd op een ligplaats hebben gelegen zijn eruit gefilterd omdat
dit de gemiddelde reistijd negatief beïnvloed. Voorts zijn de schepen met ais_mmsi = 123456789 eruit
gehaald omdat dit de fabrieksinstelling van de AIS transponder is en niet een uniek identificatie nummer
van een schip oplevert.
Van de resterende reizen, zijn de reistijden en de gemiddelde snelheden bepaald.
Resultaten
De resultaten zijn weergegeven in de file ‘Reistijden oktober 2011 – meerdere dagen.xlsx’.
Indicator 8: Modal split
Pagina 24 van 23
Logica – Dialogic
Nulmeting IDVV
Aantal containers:
Bron: CBS / Havenbedrijf Rotterdam en Sectorstudie van zee- tot binnenhaven van ECORYS Nederland BV
(de cijfers in het rapport zijn gebaseerd op het Havenbedrijf Rotterdam)
Pagina 25 van 23
Logica – Dialogic
Modal split % containers
Nulmeting IDVV
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Binnenvaart
30%
32%
31%
31%
30%
31%
30%
30%
33%
33%
Spoorvervoer
8%
9%
10%
9%
9%
11%
11%
13%
11%
10%
Wegvervoer
61%
59%
59%
60%
60%
59%
59%
57%
56%
57%
Pagina 1 van 23