ALW Open Programma

Aard- en Levenswetenschappen
Call for proposals
ALW Open Programma
Den Haag, mei 2014
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Inhoud
1 Inleiding
1.1 Achtergrond
1.2 Beschikbaar budget
1.3 Geldigheidsduur call for proposals
3 3 3 3 2 Doel
4
2.1
Doelstelling van het ALW Open Programma
4
2.2
NWO stimuleert kennisbenutting
4
3 Richtlijnen voor aanvragers
3.1 Wie kan aanvragen
3.2 Wat kan aangevraagd worden
3.3 Wanneer kan aangevraagd worden
3.4 Het opstellen van de aanvraag
3.5 Specifieke subsidievoorwaarden
3.6 Het indienen van een aanvraag
5 5 6 6 6 12 12 4 Beoordelingsprocedure
4.1 Procedure
4.2 Criteria
13 13 14 5 Contact
16 5.1
5.2 Inhoudelijke vragen
Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem
16
16
1 Inleiding
1.1
Achtergrond
Dit document beschrijft of, en op welke wijze, u subsidie kunt aanvragen voor aard- en
levenswetenschappelijk onderzoek bij het NWO-gebied Aard- en Levenswetenschappen
(ALW) in het kader van het Open Programma.
Het Open Programma is een subsidieprogramma met vrije competitie zonder
thematische of programmatische voorselectie voor het hele onderzoeksterrein van
ALW, met op de voorgrond de kwaliteit en het vernieuwende karakter van het
ingediende onderzoeksvoorstel.
Het onderzoeksterrein van het gebied Aard- en Levenswetenschappen omvat de aarde,
de zeeën, de atmosfeer en de in de biosfeer levende organismen, alsmede de
interacties daartussen en daarbinnen. Een aanvraag in het ALW Open Programma dient
een aardwetenschappelijke of biologische vraagstelling te adresseren. Voor ALW is er
sprake van een fundamentele biologische vraag als die wordt gesteld met als doel een
antwoord over het functioneren van een levend organisme in zijn natuurlijke
omgeving.
Voorstellen van biomedische aard behoren bij ZonMw te worden ingediend, tenzij de
hoofddoelstelling van het onderzoek een fundamentele biologische vraagstelling
betreft. Voorstellen van chemische aard behoren bij het NWO gebied Chemische
Wetenschappen (CW) te worden ingediend.
We adviseren u om, voordat u uw aanvraag indient, op onze website
(http://www.nwo.nl/alw) te verifiëren dat u over de meest recente versie van de
richtlijnen beschikt en dit gehele document aandachtig door te lezen voordat u subsidie
aanvraagt.
1.2
Beschikbaar budget
Het NWO-gebied Aard- en Levenswetenschappen beschikt over ongeveer 9 miljoen
euro per jaar voor dit programma. Binnen het Open Programma wordt 15 tot 20
procent van de aanvragen gehonoreerd.
1.3
Geldigheidsduur call for proposals
Deze call for proposals is geldig vanaf 13 mei 2014.
Aanvragen kunnen doorlopend ingediend worden.
3
2 Doel
2.1
Doelstelling van het ALW Open Programma
Het Open Programma heeft als primair doel vernieuwend en kwalitatief hoogwaardig
wetenschappelijk onderzoek te bevorderen over de volle breedte van de aard- en
levenswetenschappen.
2.2
NWO stimuleert kennisbenutting
NWO investeert jaarlijks vele miljoenen in wetenschappelijk onderzoek - onderzoek dat
varieert van fundamenteel tot meer toegepast, zowel vrij en ongebonden als
aansluitend bij inhoudelijke thema’s. Gebruik van resultaten van wetenschappelijk
onderzoek door de publieke en private sector draagt bij aan welvaart en welzijn, en
aan het bereiken van de ambitie van Nederland om een kennissamenleving te zijn.
NWO vraagt daarom van alle onderzoekers die in aanmerking willen komen voor
financiering om een toelichting te geven op de mogelijke kennisbenutting van hun
project. Deze toelichting zal worden meegewogen in de beoordeling.
NWO definieert kennisbenutting als: een proces dat bevordert dat wetenschappelijke
kennis buiten de wetenschappelijke wereld en/of door andere wetenschappelijke
disciplines gebruikt wordt. Het proces vereist vaak interactie tussen de onderzoeker en
de beoogde kennisgebruiker, en dit contact kan in alle fasen van het onderzoek
plaatsvinden: van de formulering van de onderzoeksvraag tot en met de verspreiding
van de onderzoeksresultaten.
Kennisbenutting is doorgaans niet het eerste aandachtspunt voor onderzoekers die van
NWO financiering krijgen voor vrij onderzoek. Niettemin kunnen de resultaten van
dergelijk onderzoek, soms op de langere termijn, leiden tot toepassingen. NWO
stimuleert onderzoekers bredere kennisbenutting te bereiken door hen hierop vooraf te
laten reflecteren en concrete plannen uit te laten werken.
4
3 Richtlijnen voor aanvragers
3.1
Wie kan aanvragen
a - Onderzoekers van de volgende kennisinstellingen kunnen aanvragen indienen:
 Nederlandse universiteiten;
 NWO- en KNAW-instituten;
 het Nederlands Kanker Instituut;
 Biodiversiteits Centrum Naturalis;
 het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen, en
 de onderzoekers van de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble.
b - Onderzoekers van de volgende kennisinstellingen kunnen een aanvraag indienen
mits de onderzoeker in het project waarvoor subsidie wordt gevraagd samenwerkt met
een universiteit. Dat moet blijken uit een personele of materiële bijdrage aan het
project vanuit die universiteit:
 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
 UNESCO-IHE Institute for Water Education
c - Andere Nederlandse kennisinstellingen op het gebied van aard- en
levenswetenschappen kunnen bij het ALW-gebiedsbestuur een verzoek indienen om
toegelaten te worden tot het Open Programma, zie hiervoor de 'NWO-regeling
subsidies'. Hierbij kan het ALW-gebiedsbestuur aanvullende voorwaarden aan de
inbedding van het onderzoek stellen, zowel financieel, als logistiek, als inhoudelijk. Pas
na toelating kan een aanvraag worden ingediend.
d - Aanvragers dienen gepromoveerd en/of hoogleraar te zijn.
e - Aanvragers dienen een bezoldigd dienstverband te hebben voor tenminste de
looptijd van het aanvraagproces en het onderzoek waarvoor de subsidie wordt
aangevraagd.
f - Aanvragers met een aanstelling die afloopt gedurende de periode van de aanvraag
tot het eind van het voorgestelde onderzoek, kunnen alleen een aanvraag indienen als
de kennisinstelling de aanstelling van de aanvrager garandeert voor de looptijd van het
uit te voeren onderzoek. Het formulier voor deze verklaring kunt u opvragen via
[email protected].
g - Medewerkers met een 0-aanstelling of met een aanstelling als onbetaalde
gastmedewerker kunnen géén aanvraag indienen.
h - Aanvragers mogen niet voor zichzelf een positie aanvragen.
i - Er mag per aanvrager maar één ALW Open Programma aanvraag tegelijk bij ALW in
behandeling zijn. Zodra een aanvraag is toegekend dan wel afgewezen kan een nieuwe
aanvraag worden ingediend.
j - Een aanvraag mag één maal opnieuw ingediend worden. Eerder beoordeelde en
afgewezen aanvragen worden alleen in behandeling genomen als deze substantieel
herzien zijn naar aanleiding van de eerdere beoordeling.
k - Aanvragers, die een Vernieuwingsimpuls subsidie hebben ontvangen, kunnen pas
2½ jaar na de besluitdatum van de Vernieuwingsimpuls subsidie een voorstel indienen
bij het Open Programma.
l - Een subsidie wordt altijd aangevraagd door één aanvrager; medeaanvragers zijn
niet toegestaan.
5
m - Indien een AIO plaats wordt aangevraagd, moet er een promotor in de
onderzoeksgroep zijn opgenomen, dit hoeft niet de aanvrager te zijn.
3.2
Wat kan aangevraagd worden
In het kader van het Open Programma kan voor de uitvoering van een
onderzoeksproject één wetenschappelijke personeelsplaats worden aangevraagd: een
AIO (voor een periode van 4 jaar) of een postdoc (voor een periode van maximaal 3
jaar).
De aanvraag moet passen binnen het gebied Aard- en Levenswetenschappen.
Het onderzoeksterrein van het gebied Aard- en Levenswetenschappen omvat de aarde,
de zeeën, de atmosfeer en de in de biosfeer levende organismen, alsmede de
interacties daartussen en daarbinnen. Een aanvraag in het ALW Open Programma dient
een aardwetenschappelijke of biologische vraagstelling te adresseren. Voor ALW is er
sprake van een fundamentele biologische vraag als die wordt gesteld met als doel een
antwoord over het functioneren van een levend organisme in zijn natuurlijke
omgeving.
Voorstellen van biomedische aard behoren bij ZonMw te worden ingediend, tenzij de
hoofddoelstelling van het onderzoek een fundamentele biologische vraagstelling
betreft. Voorstellen van chemische aard behoren bij het NWO gebied Chemische
Wetenschappen (CW) te worden ingediend.
Daarnaast kan subsidie worden aangevraagd ter dekking van alle niet-infrastructurele
kosten die voor het onderzoek moeten worden gemaakt, zoals materiële voorzieningen
(apparatuur, verbruiksgoederen) en veldwerk en de daarbij behorende reiskosten. Elke
kostensoort moet apart kort worden toegelicht.
3.3
Wanneer kan aangevraagd worden
Aanvragen kunnen op ieder moment ingediend worden. Er zijn geen deadlines.
Het ALW-bureau neemt de aanvragen op datum van ontvangst in behandeling. Indien
uw aanvraag ontvankelijk is verklaard streeft ALW ernaar u binnen 4 maanden te
berichten over de toe- of afwijzing van uw aanvraag. Tussentijds ontvangt u de door
ALW verkregen referentenrapporten met de mogelijkheid tot het leveren van een
weerwoord.
De door u ingediende aanvraag kan gedurende de behandeling door ALW niet
tussentijds worden aangepast. U heeft wel het recht uw aanvraag in te trekken.
3.4
Het opstellen van de aanvraag
Uw subsidieaanvraag bestaat uit twee delen: een factsheet en het aanvraagformulier.

De factsheet vult u direct in het elektronisch aanvraagsysteem van NWO in.

Het aanvraagformulier vindt u bij de financieringsinstrumenten op de NWOwebsite. Dit formulier voegt u, zodra ingevuld, als PDF bestand toe aan de
factsheet.
6
Zowel de factsheet als het aanvraagformulier dienen in het Engels te worden ingevuld.
Het totale onderzoeksvoorstel mag niet langer dan 12 pagina’s zijn. Een incompleet
ingevuld aanvraagformulier of het overschrijden van het maximaal aantal pagina’s kan
leiden tot het niet ontvankelijk verklaren van uw aanvraag. Toevoegingen anders dan
een aanstellingsverklaring of een (facultatieve) letter of support van een betrokken
stakeholder (zie knowledge utilisation, paragraaf 3.4.2: element 7C) zijn niet
toegestaan.
3.4.1
Factsheet
In de factsheet vermeldt u naam en adresgegevens van de hoofdaanvrager, de titel
van de aanvraag en een wetenschappelijke Engelstalige samenvatting (niet meer dan
250 woorden; zoals in 3a). Deze samenvatting wordt gebruikt om internationale
deskundigen uit te nodigen uw project te beoordelen. Bij eventuele honorering van de
aanvraag zal deze samenvatting ook openbaar toegankelijk zijn via de NWO-website,
tenzij u bij het indienen van de subsidieaanvraag aangeeft hiervoor geen toestemming
te geven.
3.4.2
Aanvraagformulier
U vindt hieronder een toelichting met betrekking tot de vragen van het
aanvraagformulier:
1a. Details of proposal
Het ALW Open Programma werkt met één commissie. Indien noodzakelijk kan het
werk over twee commissies worden verdeeld. Wanneer gewerkt wordt met twee
commissies krijgen deze verschillende accenten.
Geo- en Biosfeer: Deze commissie concentreert zich op aanvragen op het gebied van
aardwetenschappen (diepe ondergrond, aardoppervlak, oceanografie en meteorologie),
ecologie, biodiversiteit en evolutie.
van Molecuul tot Organisme: Deze commissie concentreert zich op
levenswetenschappelijke aanvragen op het gebied van moleculair biologische
processen, micro-organismen, plantenwetenschappen, dierkunde, humane biologie en
biofysica.
Naast de titel van de aanvraag, dient u hier aan te geven door welke commissie u uw
aanvraag beoordeeld wilt hebben indien er met twee commissies zal worden gewerkt.
1b. Research fields
Het is verplicht om in elke aanvraag de “main research field” (disciplinecode) op te
nemen die het best overeenkomt met het onderwerp van uw onderzoeksvoorstel.
Indien van toepassing kunt u ook andere relevante disciplines opnemen. U kunt alleen
disciplines opnemen uit de door NWO vastgestelde lijst die te vinden is op
www.nwo.nl/financiering/nwo-disciplinecodes.
1c. Details of applicant
Gegevens van de hoofdaanvrager, de onderzoeksinstelling en de onderzoeksschool.
Ook dient u hier de naam en het adres van de verantwoordelijke persoon bij uw
instelling (zoals de wetenschappelijk directeur van het instituut of de decaan van de
faculteit) op te geven. Wanneer u een voorstel indient gaat ALW ervan uit dat u uw
instelling heeft geïnformeerd en dat deze akkoord gaat met het beschikbaar stellen van
alle voor dit onderzoek benodigde infrastructuur, inclusief de daaraan verbonden
kosten voor zover deze geen onderdeel uitmaken van de aanvraag. Bij toekenning
stuurt ALW een kopie van de toekenningsbrief aan deze verantwoordelijke persoon.
1d. Alternative contact
Bij deze vraag kunt u naam en adresgegevens vermelden van degene die bij
afwezigheid van de aanvrager nadere inlichtingen kan geven over de aanvraag.
7
1e. Renewed application
Eerder beoordeelde en afgewezen aanvragen worden alleen in behandeling genomen
als deze substantieel herzien zijn. Indien u voor dit onderzoek al eerder een aanvraag
indiende, die door ALW of een ander NWO-gebied is afgewezen, geef dan hier aan
welke (hoofd)punten van de aanvraag werden gewijzigd. Graag ook het vorige
dossiernummer vermelden.
1f. Applying for
Geef aan of u een AIO of een postdoc positie wilt aanvragen. Indien u ook vaartijd wilt
aanvragen, dan kunt u dat hier aangeven. In dat geval dient u naast dit
aanvraagformulier ook het aparte vaartijd aanvraagformulier in te sturen.
2a. Composition of the research group
U wordt verzocht bij deze vraag de personen te vermelden die verifieerbaar betrokken
zullen zijn bij de uitvoering van het voorgestelde onderzoek, met inbegrip van de
aangevraagde personele steun. Geef van deze personen de namen met voorletters,
titels en specialisatie op. Geef verder het type betrokkenheid van deze personen aan
(zoals dagelijkse begeleiding, technische ondersteuning, adviseur). In het geval een
AIO positie wordt aangevraagd moet hier ook vermeld worden wie de promotor is.
2b. Top 5 publications of the applicant and research group related to the
proposed research
Geef een overzicht van maximaal 5 top publicaties van de aanvrager en de betrokken
onderzoeksgroep die relevant zijn voor de aanvraag. Deze lijst speelt een belangrijke
rol bij de toetsing van de internationale positie van de betrokken onderzoeksgroep.
3a. Scientific summary
Geef hier de wetenschappelijke Engelstalige samenvatting (maximaal 250 woorden)
die ook in de factsheet staat. Deze samenvatting wordt gebruikt om de referenten te
benaderen, en dient dus voldoende wetenschappelijke inhoud te bevatten.
3b. Summary for the broad scientific committee
Geef hier een samenvatting van circa 250 woorden gericht op een gebiedsbrede
wetenschappelijke commissie (Aard- en Levenswetenschappen). Deze summary mag
wat meer op de achtergrond en het waarom ingaan dan de scientific summary.
3c. Summary for the general public
Geef in begrijpelijke taal een pakkende titel en een samenvatting (maximaal 100
woorden in het Nederlands) van uw aanvraag voor het algemeen publiek. Deze
samenvatting heeft idealiter de vorm van een persbericht. Wanneer uw aanvraag
wordt gehonoreerd wordt deze voor publicitaire doeleinden gebruikt.
4. Description of the proposed research
Beschrijf het voorgestelde onderzoek in maximaal 4 pagina’s en maximaal 3600
woorden inclusief figuren en behandel de volgende onderdelen:
 Doelstelling: vermeld hier de wetenschappelijke doelstelling(en) van het
projectvoorstel en de wetenschappelijke achtergrond.
 Aanpak: geef aan op welke wijze het onderzoek zal worden uitgevoerd en welke
methoden en apparatuur zullen worden gebruikt.
 Preliminaire data.
 Innovativiteit: beschrijf de originaliteit en de vernieuwende elementen in de
vraagstelling en de voorgestelde benadering.
 Impact: geef het wetenschappelijke belang van dit project aan binnen en buiten
het betreffende vakgebied.
8

Daarnaast, niet binnen de 4 pagina's/3600 woorden, maar wel binnen de 12
pagina limiet:
Referenties: geef alle bibliografische gegevens op, zoals auteurs, titel en
tijdschrift.
5. Timetable of the project
Geef de fasering van het gehele onderzoek in perioden aan. Specificeer welke
werkzaamheden in het kader van het onderzoek zullen plaatsvinden. Welke taken van
de gevraagde medewerker kunnen worden onderscheiden en volgens welk tijdschema
worden deze uitgevoerd?
Wanneer vindt (eventuele) promotie plaats? Het is van belang dat promotieonderzoek
binnen de beschikbare 4 jaar wordt afgerond. Er dient daarom sprake te zijn van een
realistisch tijdschema. ALW stelt als voorwaarde dat het werkplan zodanig wordt
ingekleed dat de experimentele fase na 3½ jaar is afgerond en tijdig begonnen wordt
met het schrijven van de dissertatie, zodat de promotie aan het einde van de
subsidietermijn kan plaatsvinden.
6. Scientific embedding of the proposed research
Beschrijf de relatie met nationale en internationale onderzoekprogramma’s en de
samenwerkingsverbanden die voor dit onderzoek relevant zijn.
7. Knowledge utilisation
De score op dit deelcriterium wordt op het ALW-bureau bij de ontvangst van de
aanvraag vastgesteld op basis van de hieronder vermelde checklist. De referenten en
de beoordelingscommissie geven geen score op het criterium kennisbenutting.
Er zijn acht facultatieve aspecten die worden gescoord voor de beoordeling van de
kennisbenutting van het onderzoeksplan. Geef voor alle acht aspecten een antwoord
op onderstaande vragen. U kunt voor dit onderdeel in totaal maximaal 600 woorden
gebruiken. Het invullen van deze vragen is niet verplicht; zie paragraaf 4.2 voor de
beoordeling en de hierbij behorende scores voor het criterium kennisbenutting.




7A: Beneficiaries identified: Geef aan aan welke andere
wetenschapsdisciplines en/of bedrijven/organisaties de resultaten van het
onderzoek ten goede kunnen komen (wie zijn de potentiele kennisgebruikers?).
In het geval u een wetenschapsdiscipline aangeeft dient deze discipline ver
genoeg van uw eigen vakgebied af te staan (d.w.z.: de betreffende
wetenschapsdiscipline moet in ieder geval onder een andere hoofddiscipline vallen
dan uw eigen vakgebied. Zie voor de hoofddisciplines:
www.nwo.nl/financiering/nwo-disciplinecodes). In het geval u een
bedrijf/organisatie aangeeft dient u deze met naam te noemen.
7B: Stakeholder feedback: Zijn er stakeholder meetings of andere
terugkoppelingswijzen gepland met de onder 7A geïdentificeerde potentiele
kennisgebruikers?
7C: Beneficiaries confirmed: Welke potentiele kennisgebruikers zijn betrokken
bij en hebben zich verbonden met het onderzoeksproject? Een getekende letter of
support met de omschrijving van de aard van de betrokkenheid is hiervoor
vereist (om voor deze vraag positief te scoren). Het gaat hier om de bij 7A
genoemde kennisgebruikers die ook daadwerkelijk een bijdrage leveren aan het
project. Dat kan een cash of in kind bijdrage zijn. Een brief waarin men alleen
interesse uitspreekt is niet voldoende om deze vraag positief te beantwoorden
(want dat valt al onder 7A).
NB: de getekende brief is alleen verplicht voor het positief beantwoorden van
vraag 7C, de brief is niet verplicht voor het kunnen indienen van een aanvraag;
het is niet verplicht om vraag 7C te beantwoorden.
7D: Education: Wordt de onderzoeker die werkzaam zal zijn op dit project ook
opgeleid? Zo ja, geef aan hoe.
NB: de gebruikelijke (lab)trainingen om bekend te worden met de
technieken/apparatuur die tijdens het onderzoek gebruikt zullen worden, vallen
niet onder het te volgen onderwijs waarnaar hier gevraagd wordt.
9




7E: Data management: Omschrijf het data-management plan voor externe
toegang tot de data tijdens en na afloop van het project.
7F: Data distribution or integration: Bij welk internationaal data-centrum
worden de data na afloop van het project gedeponeerd? Indien hier voorwaarden
aan verbonden zijn, dient u aan te geven hoe u aan deze voorwaarden voldoet.
7G: Outreach method identified: Is er een doelmatig plan van aanpak om de
opbrengsten van het onderzoek ten goede te laten komen aan de onder 7A
geïdentificeerde potentiele kennisgebruikers of aan een breed publiek? Zo ja,
omschrijf uw plan. Denk hierbij aan alle mogelijkheden van octrooi tot alle niet op
uw vakgenoten gerichte publicatie routes.
NB: de gebruikelijke wetenschappelijke publicatie routes en de persberichten die
u naar aanleiding hiervan uitgeeft, als ook het presenteren van uw resultaten op
congressen, valt onder het gebruikelijke wetenschappelijke werk en worden niet
als kennisbenutting in de zin van deze vraag beschouwd.
7H: Outreach time schedule and budget: Geef het tijdschema aan voor het
onder 7G omschreven plan van aanpak m.b.t. de kennisbenutting (op welke
termijn is de kennisbenutting te verwachten?). Geef ook aan welke financiële
en/of materiele middelen (bv. ingeroosterde tijd van welke betrokkenen) zullen
worden ingezet om de kennisbenuttingsdoelstellingen van het onderzoeksproject
te bereiken. Geeft u het a.u.b. ook expliciet aan als er geen financiële middelen
nodig zijn.
8a. Budget
Personeel (in onderzoeksmaanden)
In de tabel geeft u het aantal onderzoeksmaanden op waarvoor de AIO of postdoc
wordt gevraagd. AIO’s moeten voor 4 jaar gevraagd (48 maanden) worden, postdocs
voor maximaal 3 jaar (36 maanden).
Personeelslasten worden gefinancierd conform het meest recente “Akkoord bekostiging
wetenschappelijk onderzoek 2008 NWO-VSNU”, te vinden op
http://www.nwo.nl/financiering/hoe-werkt-dat/Salaristabellen. Hierin worden de
maximum bedragen genoemd: AIO 4 jaar - € 201.600; postdoc 3jaar - € 199.465
(bedragen per 1 juli 2013).
Apparatuur (in k€)
Apparatuur kan worden aangevraagd tot een totaal bedrag van k€110. Als het totaal
bedrag dat aan apparatuur wordt aangevraagd minder dan k€25 is, dan wordt de
apparatuur voor 100% toegekend. Als het totaal bedrag meer dan k€25 is, dan wordt
de apparatuur voor 75% toegekend; de eigen onderzoeksinstelling dient de overige
25% aan te vullen. Apparatuur kan alleen worden aangevraagd in combinatie met een
aanvraag voor een personeelsplaats. Een afzonderlijke apparatuur aanvraag is binnen
het Open Programma niet mogelijk.
In de tabel dient u voor ieder jaar de totale gevraagde bedragen voor apparatuur op te
geven in k€ (bedrag noemen inclusief de vereiste minimale matching van 25%).
Rekening moet worden gehouden met BTW en eventuele invoerrechten. U dient de
relatie met de uitvoering van het voorgestelde onderzoek en de gebruiksintensiteit
(uren per week) te beschrijven.
Verbruiksgoederen (in k€)
Verbruiksgoederen (consumables) kunnen alleen worden aangevraagd indien deze zéér
specifiek zijn voor dit onderzoek. Beargumenteer waarom deze uitgaven voor dit
onderzoek noodzakelijk zijn en waarom deze niet door de desbetreffende instelling in
het kader van het ‘gebruikelijke voorzieningenpakket’ kunnen worden gedragen.
Standaard bureau- of laboratoriumartikelen worden niet vergoed.
Veldwerk/reiskosten (in k€)
Onder de post veldwerk/reiskosten kan budget worden aangevraagd voor het
verzamelen van onderzoeksgegevens op een andere locatie dan de eigen instelling of
voor het bezoeken van een andere onderzoeksgroep. Er kan alleen budget worden
aangevraagd voor de reis- en verblijfskosten van de aan te stellen AIO of postdoc. Er
10
kan geen budget worden aangevraagd voor reis- en verblijfskosten van assistenten,
projectleiders of buitenlandse adviseurs. Houdt u er alstublieft rekening mee dat
kosten voor congresbezoeken NIET onder deze post vallen.
De gevraagde bedragen voor verbruiksgoederen en veldwerk/reiskosten mogen samen
niet meer dan € 50.000 bedragen voor de gehele subsidieperiode.
Benchfee
Bij elk project wordt standaard een bedrag van €5000,- ter beschikking gesteld. Dit
bedrag wordt in het “Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek 2008 NWOVSNU” benchfee genoemd. Het is bedoeld ter stimulering van de wetenschappelijke
carrière van de door NWO gefinancierde projectmedewerker. Bijvoorbeeld de
promotiekosten, kosten voor congresbezoeken en publicatiekosten kunnen hieruit
betaald worden.
Voor de posten apparatuur, verbruiksgoederen en veldwerk/reiskosten geldt dat
onvoldoende motivering ertoe zal leiden dat de gevraagde middelen niet zullen worden
toegekend.
Er kan géén subsidie worden aangevraagd voor vaste stafmedewerkers, studentassistenten, analisten/technici, 'overhead', algemene laboratoriumuitrusting, algemene
computeruitrusting, onderhouds- en verzekeringskosten, congresbezoek en
publicatiekosten.
NWO betaalt jaarlijks een bijdrage aan het NIOZ zodat onderzoekers van andere
toegelaten onderzoeksinstellingen, zoals de universiteiten, gebruik kunnen maken van
zeegaande onderzoeksfaciliteiten. De kosten voor het gebruik van deze faciliteiten
kunnen daarom niet opgevoerd worden in het project budget.
8b. Financial assistance from other sources
U wordt verzocht aan te geven of, en in welke mate, u bij andere instanties (zoals EUprogramma's) voor dit onderzoek financiële steun heeft aangevraagd of zult
aanvragen, en wanneer daarover een beslissing kan worden verwacht. Het niet
beschikbaar stellen van deze informatie zal aanleiding zijn de verdere behandeling van
uw aanvraag te staken.
Het is niet toegestaan een gedeeltelijk of geheel identieke aanvraag bij meerdere NWO
subsidierondes tegelijkertijd te laten behandelen.
Voorts dient u aan te geven hoeveel uw eigen instelling zal bijdragen aan
verbruiksgoederen, apparatuur en overige kosten van dit onderzoek. U dient er
rekening mee te houden dat later een garantieschrijven van uw faculteitsbestuur, of
van een vergelijkbare financiële autoriteit, gevraagd kan worden als voorwaarde bij
een eventuele toekenning van uw aanvraag.
9. Statements by the applicant
NWO onderschrijft de "Code Openheid Dierproeven" en de "Gedragscode Biosecurity".
Aanvragers dienen na te gaan of deze gedragscodes relevant zijn voor hun aanvraag.
Als dit het geval is, dienen aanvragers deze code(s) te onderschrijven en volgens deze
code(s) te handelen. Voor meer informatie over de codes kunt u terecht op de website
van de KNAW (www.knaw.nl).
NWO maakt zich sterk voor goed wetenschappelijk gedrag. Bij het indienen van een
voorstel dienen aanvragers de "Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening
2012" te onderschrijven en volgens deze code te handelen. Voor meer informatie over
deze code kunt u terecht op de website van de VSNU (www.vsnu.nl).
11
3.5
Specifieke subsidievoorwaarden
Het ALW-bestuur houdt zich het recht voor een aanvraag op wetenschappelijke,
beleidsmatige of budgettaire gronden door de aanvrager te laten wijzigen als
voorwaarde voor eventuele toekenning. Wordt een aanvraag toegekend, dan wijst ALW
doorgaans de hoofdaanvrager aan als projectleider. Deze ontvangt de ALW
aanwijzingen voor project- en programmaleiders en de NWO-regeling subsidies
(waaronder de algemene subsidiebepalingen).
Het onderzoek dient binnen een half jaar na toekenning van de aanvraag te starten
met de aanstelling van de AIO of postdoc. Indien blijkt dat dit niet kan worden
gerealiseerd, volgt intrekking van de toegekende subsidie.
3.6
Het indienen van een aanvraag
Het indienen van een aanvraag bij NWO kan alleen via het elektronisch
aanvraagsysteem. Aanvragen die niet zo zijn ingediend, worden niet in behandeling
genomen. Een aanvrager dient zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen account in te
dienen. Indien de aanvrager nog geen account heeft, dient deze dat minimaal een dag
voor het indienen aan te maken.
Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de
helpdesk (zie 5.2).
Een aanvraag bestaat uit twee delen: (1) een factsheet waarop de kerngegevens van
zowel aanvrager als aanvraag staan en (2) het aanvraagformulier. Gelijktijdig met het
elektronisch invullen van de factsheet verstuurt u als bijlage in PDF-formaat het
aanvraagformulier. Toevoegingen anders dan een aanstellingsverklaring of een
(facultatieve) letter of support van een betrokken stakeholder (zie knowledge
utilisation, paragraaf 3.4.2: element 7C) zijn niet toegestaan.
Het is mogelijk om maximaal drie referenten aan te geven die u niet geschikt acht om
uw voorstel te beoordelen (ook wel ‘non-referees’ genoemd). De namen van deze nonreferees moeten tijdig apart per e-mail aan het ALW-bureau worden gestuurd
([email protected]).
12
4 Beoordelingsprocedure
4.1
Procedure
De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling
genomen kan worden. Het bureau van ALW beoordeelt, in opdracht van het ALWGebiedsbestuur, de passendheid en de volledigheid van de aanvraag: de
ontvankelijkheidstoets.
Voldoet de aanvraag niet aan de voorwaarden, zoals beschreven in hoofdstuk 3 van
deze call for proposals, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
Het ALW-bureau neemt de aanvragen op datum van ontvangst in behandeling. Indien
uw aanvraag ontvankelijk is verklaard streeft ALW ernaar u binnen 4 maanden te
berichten over de toe- of afwijzing van uw aanvraag.
Afhankelijk van de aanvraagdruk worden ingediende aanvragen gedistribueerd over
één of twee ALW-beoordelingscommissies. Indien gewerkt kan worden met twee
commissie dan krijgen deze verschillende accenten (zie de uitleg bij ‘1a Details of
proposal’ in paragraaf 3.4.2).
Om specifieke disciplinaire kennis te kunnen gebruiken bij het vaststellen van de
kwaliteit van onderzoeksvoorstellen, maakt de beoordelingscommissie gebruik van
internationale deskundigen (referenten). Elke aanvraag wordt beoordeeld door
tenminste 2 referenten. Het totaal aantal referenten kan per aanvraag onderling
variëren, afhankelijk van de responssnelheid van de referenten en de kwaliteit van de
referentenrapporten. De referenten beoordelen de aanvraag op beoordelingscriteria 1
t/m 3 (‘originaliteit/innovatief karakter’, ‘wetenschappelijke kwaliteit van het voorstel’
en ‘wetenschappelijke kwaliteit van de groep’). De referentenrapporten worden,
geanonimiseerd, voor schriftelijk wederhoor (weerwoord) verstuurd aan de aanvrager.
Een beoordelingscommissie prioriteert vervolgens een pakket van maximaal circa 25
aanvragen. In de beoordelingsvergadering worden de aanvragen in onderlinge
competitie bediscussieerd op basis van de referentenoordelen en de weerwoorden.
Hoewel de commissieleden zich ten opzichte van vrijwel alle aanvragen zullen moeten
opstellen als “generalisten”, wordt van de commissie als geheel verwacht dat zij ook
een beoordeling van de inhoud en kwaliteit van deze referentenrapporten in haar
overwegingen betrekt. De commissie voorziet de aanvraag, op basis van
beoordelingscriteria 1 t/m 3, van een beargumenteerde en cijfermatige beoordeling.
De commissie gebruikt de argumenten van de referenten en het weerwoord van de
aanvrager om te komen tot een eigenstandig oordeel over de aanvraag. De rol van de
commissie wijkt daarbij af van die van de referenten, omdat:
− de commissie het weerwoord van de aanvrager meeweegt, terwijl de referent dat
niet kent en dus niet mee kan wegen;
− de commissie alle aanvragen, rapporten en wederhoor in haar beschouwing kan
betrekken, terwijl de referent in de regel nooit meer dan één aanvraag ziet en de
referenten onderling hun oordeel niet afstemmen.
Dit brengt met zich mee dat de commissie tot een andere beoordeling kan komen dan
de referenten.
De referenten en de beoordelingscommissie geven geen oordeel over
beoordelingscriterium 4 (‘kennisbenutting’). De score hiervan wordt op het ALWbureau bij de ontvankelijkheidstoets van de aanvraag vastgesteld op basis van de
onder paragraaf 3.4.2 (7. knowledge utilisation) omschreven checklist.
Op basis van het eindcijfer, stelt de beoordelingscommissie aan het eind van de
beoordelingsvergadering de prioritering van de aanvragen vast. De
beoordelingscommissie adviseert hiermee het ALW-Gebiedsbestuur over de
13
wetenschappelijke kwaliteit van de voorgelegde onderzoeksvoorstellen. Het bestuur
neemt op basis van dit advies en op basis van de beschikbare financiële middelen een
toe- of afwijzingsbesluit.
NWO gebruikt met ingang van 1 januari 2012 een nieuwe kwalificatie voor beoordeelde
aanvragen, die de terminologie 'subsidiabel'/'niet subsidiabel' vervangt. Informatie
over de kwalificatie vindt u op de NWO website: www.nwo.nl/kwalificaties.
Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken
NWO-medewerkers is de NWO-gedragscode belangenverstrengeling van toepassing.
4.2
Criteria
De aanvragen binnen het ALW Open Programma worden beoordeeld op basis van 4
beoordelingscriteria. De criteria ‘originaliteit/innovatief karakter’ en ‘wetenschappelijke
kwaliteit van het voorstel’ tellen beide voor 1/3 mee in het berekenen van de eindscore
van een voorstel. De criteria ‘wetenschappelijke kwaliteit van de groep’ en
‘kennisbenutting’ tellen beide voor 1/6 mee in het berekenen van de eindscore van een
voorstel.
Criterium 1: Originaliteit/innovatief karakter van het voorstel
wegingsfactor: 1/3
De potentieel vernieuwende aspecten ten aanzien van het bredere veld van het
onderzoeksthema moeten duidelijk worden gemaakt. Per definitie worden met alle
onderzoeksresultaten de grenzen van het ‘bekende’ verlegd. Het gaat er bij dit punt
echter om of het onderzoek zich met een meer vernieuwende inbreng ten aanzien van
de disciplines waarbinnen het onderzoek plaats vindt kan onderscheiden van het meer
routinematige, op traditionele methoden gebaseerde onderzoek. Daarbij kan ook
gekeken worden naar de originaliteit van de vraagstelling en van de voorgestelde
onderzoeksmethoden, en naar het potentiële onderzoeksresultaat.
Criterium 2: Wetenschappelijke kwaliteit van het voorstel
wegingsfactor: 1/3
De wetenschappelijke kwaliteit van het voorstel moet blijken uit de doelstellingen, de
wetenschappelijke benadering, de methodologie en het effect van de studie, zoals die
in de aanvraag zijn beschreven.
De doelstelling en vraagstelling moet voldoende duidelijk maken op welke zaken het
onderzoek zich zal richten en of er sprake is van een substantieel doel dat tot de
verbeelding spreekt. Uit de aanvraag moet duidelijk blijken dat de geformuleerde
doelstellingen van herkenbaar wetenschappelijk gewicht zijn.
Met betrekking tot de wetenschappelijke benadering en methoden wordt beoordeeld of
de gekozen methoden en technieken duidelijk omschreven zijn en of het werkplan, in
het licht van de vraagstelling en de doelstelling van het onderzoek, van voldoende
niveau is. Ook kan men bezien hoe het voorgestelde onderzoek zich verhoudt tot
onderzoek dat internationaal op dit terrein wordt verricht.
Voor het effect van het onderzoek wordt de potentiële uitbreiding/verdieping van
kennis in beschouwing genomen: welke perspectieven worden, via oplossing van de
gestelde problematiek, binnen en buiten het desbetreffende vakgebied geopend? Wat
is de relevantie van het voorstel voor de ontwikkeling van het betreffende gebied? Bij
het behalen van onderzoeksresultaten die andere onderzoeksdisciplines in de praktijk
zeer goed kunnen gebruiken (zodat ook op die terreinen beter en vernieuwend
onderzoek kan plaatsvinden), zal er bijvoorbeeld sprake zijn van een (groot)
uitstralend effect.
14
Criterium 3: Wetenschappelijke kwaliteit van de groep
wegingsfactor: 1/6
Bij de beoordeling van dit criterium weegt de hoofdaanvrager beduidend zwaarder mee
dan de overige leden van de onderzoeksgroep. Een vooraanstaande internationale
positie van de onderzoeksgroep zal onder meer moeten blijken uit publicaties in peerreviewed toptijdschriften. Daarnaast wordt er gekeken of de onderzoeksgroep in staat
is het om voorgestelde project goed uit te voeren. Heeft de onderzoeksgroep
voldoende expertise, de juiste samenwerkingen en (toegang tot) de benodigde
apparatuur?
Criterium 4: Kennisbenutting
wegingsfactor: 1/6
Voor het ALW Open Programma is door het ALW-Gebiedsbestuur besloten om het
criterium kennisbenutting te laten beoordelen op basis van het wel of niet aanwezig
zijn van een achttal facultatieve elementen in het kennisbenuttingsdeel van de
aanvraag. De score op dit deelcriterium wordt op het ALW-bureau bij de ontvangst van
de aanvraag vastgesteld op basis van in paragraaf 3.4.2 (7. Knowledge utilisation)
vermelde checklist. De referenten en de beoordelingscommissie geven geen oordeel op
het criterium kennisbenutting.
Het is niet verplicht de vragen 7A t/m 7H in te vullen. Per ingevulde vraag wordt er op
het ALW-bureau vastgesteld of de vraag voldoende positief dan wel negatief
beantwoord is.
NWO gebruikt scores op een schaal van 1 (excellent) tot 9 (slecht). Als geen van de
vragen positief beantwoord is dan zal de score voor het beoordelingscriterium
kennisbenutting uitkomen op 3,5: dit is nog goed genoeg om in beginsel in
aanmerking te komen voor financiering. Als alle acht de vragen positief beantwoord
zijn dan leidt dit tot de hoogst mogelijk deelscore van 1,0. Bij een positief aantal
antwoorden tussen 1 en 7 is deze score evenredig tussen 3,2 en 1,3.
15
5 Contact
5.1
Inhoudelijke vragen
Voor inhoudelijke vragen over het ALW Open Programma en deze call for proposals
neemt u contact op met:
Dr. Kirsten de Bruijn-Spoorendonk, telefoon: 070-344 07 76
Dr. Marc de Jonge, telefoon: 070-344 06 28
E-mail: [email protected]
5.2
Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem
Bij technische vragen over het gebruik van het elektronisch aanvraagsysteem van
NWO neemt u contact op met de helpdesk. Leest u alstublieft eerst de handleiding
voordat u de helpdesk om raad vraagt.
Bereikbaarheid helpdesk: van maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur,
telefoonnummer 0900-696 47 47. Helaas ondersteunen niet alle buitenlandse
providers het bellen naar 0900-nummers.
U kunt ook uw vraag per e-mail sturen aan [email protected].
16
Uitgave:
Nederlandse Organisatie voor
Wetenschappelijk Onderzoek
Bezoekadres:
Laan van Nieuw Oost-Indië 300
2593 CE Den Haag
mei 2014
17