De Jonge Specialist, jaargang 1, maart 2014

De Jonge
ÊÊ>>À}>˜}Ê£ÊUʓ>>ÀÌÊÓä£{
Ê Ê Ê
Ê
-«iVˆ>ˆÃÌ
Zorg 2.0
De toekomstvisie
van de zorg
Serious gaming
Dokter tablet
SEMINAR ‘DE
FINANCIËLE JUNGLE
VOOR DE STARTENDE
MEDISCH SPECIALIST’
Uw bestaan als arts in opleiding zit er bijna op. Gaat
u daarna als jonge klare werken in het vrije beroep?
Kiest u voor een baan in loondienst in een algemeen
of academisch ziekenhuis? De keuze is aan u.
Om u bij deze belangrijke keuze te helpen, verzorgt
Sibbing & Wateler c.s. op 5 april 2014 in Burgers’ Zoo
te Arnhem het seminar ‘De financiële jungle voor de
startende medisch specialist’. Belangrijke financiële
en juridische aspecten komen deze ochtend aan bod.
Uw gezin is op deze dag van harte welkom voor een
bezoek aan Burgers’ Zoo.
EERSTVOLGENDE
SEMINAR:
5 APRIL 2014
SCHRIJF U NU IN!
Kijk op www.sibbing.nl voor een inschrijfformulier
en meer informatie over het seminar. Na inschrijving
ontvangt u het programma, het uitgebreide
lesmateriaal en een routebeschrijving.
PRAKTIJKVESTIGING
FINANCIËLE PLANNING
ASSURANTIËN
Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl
VOORWOORD
Colofon
Magazine De Jonge Specialist, voorheen het tijdschrift AIOS
Redactie
Carina Bethlehem, hoofdredacteur
Lisette Kunz, hoofdredacteur
Anna Roukens, hoofdredacteur
Heidi Wals, eindredacteur
Annemieke Coester
Daniël Dresden
Tanca Minderhoud
Stephanie van Straaten
Anouck Visscher
Redactieadres
Postbus 20057, 3502 LB Utrecht
E [email protected]
Dagelijks Bestuur De Jonge Specialist
Gabie de Jong, voorzitter
Chella van der Post, vicevoorzitter
Bas Hammer, secretaris
Marjolein Kremers, penningmeester
Adreswijzigingen
Adreswijzigingen kunnen worden doorgegeven aan de
eigen (junior) wetenschappelijke verenigingen. Daarvan
ontvangt De Jonge Specialist de verzendgegevens.
Uitgever
De Jonge Specialist, Utrecht
Pre-press en drukwerk
Centrum Drukwerk, Maartensdijk
Fotografie omslag
Jeroen van den Boer Ontwerp
Advertentie-exploitatie
Cross Media Nederland
Nieuwe Haven 133
3116 AJ Schiedam
T: 010 – 7421023
E: [email protected]
W: www.crossmedianederland.com
Abonnementen
Magazine De Jonge Specialist is het tijdschrift van De
Jonge Specialist. Het tijdschrift wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aios in Nederland. Als u het
magazine niet ontvangt, neem dan contact op per email:
[email protected]. Abonnementen: Nederland e 20,incl. btw. Overig buitenland e 30,-. Losse nummers e 6,- incl.
btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst
tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind
van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens
stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen
ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe
abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres.
Oplage: 5.700 ISSN: 2352-3670 Jaargang 1
© 2014 DJS. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven
de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van
De Jonge Specialist. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar
worden gemaakt door middel van druk, microfilm of
welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.
Ieder z’n eigen Zorg 2.0
Voor je ligt de eerste editie van het magazine
‘De Jonge Specialist’, hiervoor het tijdschrift
AIOS. Met het ontstaan van de nieuwe
beroepsvereniging voor aios was het tijd voor
een vernieuwd blad met een frisse uitstraling,
zeg maar AIOS 2.0. Dit nummer van De Jonge
Specialist staat in het teken van Zorg 2.0.
Maar wat is dat eigenlijk, Zorg 2.0?
Natuurlijk hangt het antwoord op deze vraag
volledig af van de tijd waarin we leven.
Ongeveer 5 jaar geleden vonden we het elektronisch patiëntendossier (EPD) enorm
2.0, inmiddels is het nog steeds niet in alle ziekenhuizen geïmplementeerd. Hetzelfde geldt voor onze mobieltjes: ik weet nog hoe trots ik was op mijn eerste
prepaid ‘koelkast’, tegenwoordig vliegen de (medische) apps je om de oren en
kunnen de meesten zowel binnen als buiten de spreekkamer niet meer zonder
de nieuwste telefoon. Maar wat is nou echt Zorg 2.0? Is dat een vermindering in
de thuiszorg? Of op alle tijden van de dag en zeven dagen per week zorg leveren?
Te veel jonge klaren die vervolgens thuiszitten of in de WW belanden? Of bijvoorbeeld transplantaties van met stamcellen gegroeide weefsels? Gentherapie na
sequencing van genoom? Hopelijk geeft deze editie je daar meer inzicht in.
Dit is mijn laatste editie van het tijdschrift waar ik als hoofdredacteur bij betrokken
ben. Na 6 jaar redacteurschap, waarvan 4 jaar als hoofdredacteur, is het tijd om
het werk over te dragen aan Anna Roukens, die samen met Carina Bethlehem dit
tijdschrift verder vorm zal geven. Daarmee hopen we de volgende generatie aios,
die voor de toekomstige Zorg 2.0 zullen zorgen, ook van interessante en relevante
informatie te voorzien. Voor mij persoonlijk betekent Zorg 2.0 dat ik mij vanaf nu
op andere dingen kan richten, zoals het afronden van mijn opleiding tot longarts
en promotie (eindelijk) en het voorbereiden (opnieuw) op mijn aanstaande taak als
moeder. Want ook dat is Zorg 2.0.
Lisette Kunz
Inhoud
Nieuws van De Jonge Specialist
Opleidingsduur beter afgestemd op individuele aios
De Acute Opname Afdeling – Een vliegende start
voor patiënt en aios
Windows en Witte Jassen
Voor elk probleem een poli
De toegevoegde waarde van de ziekenhuisarts
Juridische bijstand voor aios: Een jonge klare aan het werk
Clinical audit – Een nieuwe tool in de opleiding?
Coach, Cure & Care 2015 – De toekomstvisie van de zorg
Serious gaming
Opkomst en ondergang van de moderne geneeskunde
Dokter tablet
Column: Van buiten naar binnen kijken
pag.
2
4
6
8
10
12
14
16
17
18
20
22
24
1
VERENIGINGSNIEUWS
Nieuws van De Jonge Specialist
Welkom bij De Jonge Specialist!
Sinds 1 januari jl. zijn de LVAG en De Jonge Orde officieel gefuseerd en is De Jonge Specialist dé zelfstandige
beroepsvereniging voor aios. We staan voor één gezamenlijke aiosstem op landelijk niveau, een sterke
onderhandelingspositie voor alle aios en het initiëren, coördineren en stimuleren van initiatieven ter bewaking en
verbetering van de opleiding. Heb je vragen over bijvoorbeeld je rooster, onderwijs of de regels rondom onbetaald,
zwangerschaps-, of ouderschapsverlof, word dan lid en neem contact op via [email protected]. We
helpen je graag verder!
Charlotte de Bruin, bestuurslid De Jonge Specialist
Agenda
23 april Vergadering Raad Juniorverenigingen,
19.30uur UMC Utrecht
AIOS = De Jonge Specialist
Zoals in december reeds aangekondigd heet het
magazine AIOS voortaan De Jonge Specialist.
Zoals je gewend bent ontvang je het magazine
elk kwartaal gratis in de bus en staat het vol
met informatieve en ontspannende artikelen,
en natuurlijk nieuws over de opleiding.
Ben je al lid van
De Jonge Specialist?
Was je vorig jaar lid van De Jonge Orde,
LAD of had je het actielidmaatschap
waarbij je lid was van De Jonge Orde, OMS
én LAD? Dan is je lidmaatschap automatisch omgezet naar De Jonge Specialist en
betaal je €120 per jaar.
Heb je hierover de afgelopen maanden
geen bericht gehad? Neem dan contact op
met [email protected].
Zie de website www.dejongespecialist.nl en volg ons op twitter: #jongespecialist
2
maart 2014
VERENIGINGSNIEUWS
Individualisering van de opleidingsduur
Vanaf 1 juli a.s. (mits goedkeuring van de minister) is het mogelijk om zelf als aios je opleidingsduur af te stemmen
met de opleider. Het CGS heeft hiertoe nieuwe regels opgesteld voor het verlenen van vrijstellingen. Leidend hiervoor is
het behalen van competenties, waardoor het mogelijk is de opleiding sneller te doorlopen. Voor de aios een mooie kans
om de opleiding meer individueel in te vullen. Anderzijds is het ook een tegemoetkoming van de beroepsgroep aan de
bezuiniging. De Jonge Specialist richt, onder leiding van Laura van Geffen (bestuurslid DJS), een werkgroep op, om
samen met afgevaardigden vanuit de OOR’s betrokken te blijven bij de concrete invulling van deze plannen. Volg voor
de laatste ontwikkelingen de website (www.dejongespecialist.nl >thema’s > opleiding > bezuinigingen op de opleiding).
Natuurlijk houden we je via het magazine op de hoogte! Lees meer hierover op pagina 4 en 5.
UPDATE JONGE KLAREN
In december publiceerde de Volkskrant een artikel over
Jonge Klaren die ‘gratis’ arbeid verrichten, of met behoud
van de WW-uitkering een stageplek invullen. Voor DJS
zijn deze zogenaamde oplossingen onacceptabel, het
verdringt normale arbeidsplaatsen en concurreert
daarnaast ook met fellow-plekken. Ook vanuit de hoek
van de medisch specialisten wordt met afkeuring
gereageerd op deze initiatieven. Daarnaast kondigde de
Orde van Medisch Specialisten aan een banenplan te
creëren wat op korte termijn geld zou kunnen vrijmaken
om jonge klaren aan te kunnen nemen in algemene
ziekenhuizen. DJS ondersteunt dit initiatief van harte,
maar details ontbreken vooralsnog. Ook in 2014 zal DJS
een enquête uitzetten onder aios en jonge klaren om overzicht te krijgen van de huidige stand van zaken op de
arbeidsmarkt. Veel wetenschappelijke verenigingen hebben onze oproep ter harte genomen om hier mee aan de slag te
gaan, dus het is van belang de effecten ervan in kaart te brengen. Zeker zolang de effecten van de recent afgesproken
instroombeperking nog op zich laten wachten. Lees er meer over op onze website (www.dejongespecialist.nl en zoek op
‘Jonge klaren trekken opnieuw aan de bel’).
Bas Hammer, secretaris De Jonge Specialist
maart 2014
3
VERENIGINGSNIEUWS
Opleidingsduur beter afgestemd
Binnenkort is er meer mogelijk om de duur van de opleiding af te stemmen op de
individuele aios. Het College Geneeskundige Specialismen (CGS) heeft regelgeving
voor individualisering van de opleidingsduur vastgesteld. Het Besluit ligt nu ter
instemming bij de minister. Als zij akkoord is, gaat de regeling voor medisch
specialisten in opleiding op 1 juli 2014 in.
Nannet Alkema, College Geneeskundige Specialismen
De vernieuwingen
•
•
•
•
Inhoud leidend > verruiming mogelijkheden
De nieuwe vrijstellingsregeling is gebaseerd op wat je als aios daadwerkelijk aan competenties hebt
ontwikkeld. Ook competenties die je hebt behaald vóór je artsexamen of in een niet-erkende opleidingsinstelling kunnen voor vrijstelling in aanmerking komen.
Beoordeling door meest inhoudsdeskundige
De opleider gaat beoordelen of de ervaring inhoudelijk relevant is voor de opleiding. Het curriculum van het
betreffende specialisme dient daarbij als leidraad.
Toewijzing verkorting gebaseerd op praktijkbeoordeling
Voorafgaand aan je opleiding maakt de opleider een inschatting. De daadwerkelijke beoordeling vindt plaats
tijdens de opleiding, zodat je opleider een goed gefundeerd oordeel kan geven over de veronderstelde competenties.
Versneld opleiden mogelijk
Excellente aios hebben de mogelijkheid om het curriculum sneller te doorlopen.
Gabie de Jong, voorzitter De Jonge Specialist en aios-lid CGS:
‘Aanloopperiode naar opleiding is geen weggegooide tijd’
“Je kunt aios niet door één mal persen, want iedereen is
anders. Met deze regeling is de opleiding beter af te
stemmen op de persoon. Ook het pad dat naar de vervolgopleiding leidt kan voor iedereen anders zijn. Door
deze regeling wordt er echt naar de inhoud van dat pad
gekeken. Daarmee is de aanloopperiode tot de opleiding,
hoewel die bij veel specialismen langer is dan ons lief is,
geen weggegooide tijd. Integendeel: het is tijd en energie die je investeert in jezelf, in je eigen toekomst als
specialist. En als je die tijd bewust en gericht invult, kan
dat ook nog leiden tot verkorting van je opleiding.
Hoewel maatwerk de insteek was, kan deze regeling
ook ingezet worden voor de afgesproken bezuiniging;
een harde eis die we als beroepsgroep moeten waarmaken en waarvan de alternatieven - eigen bijdrage aan
de opleiding en/of absolute verkorting opleidingsduur erg onaantrekkelijk zijn. Ook aios hebben daar een verantwoordelijkheid in, door mogelijke verkorting van de
opleiding goed zichtbaar te maken en aan te kaarten bij
de opleider. Ik merk wel dat er bij aios nog veel vragen
4
maart 2014
leven over de regeling. ‘Wat is het, hoe moet ik het
regelen, wat als mijn opleider het niet eens is met mijn
vrijstellingsverzoek?’ De Jonge Specialist heeft daarom
een werkgroep opgericht die zich focust op de uitwerking, implementatie en bekendheid
van de individualisering van de
opleiding.”
VERENIGINGSNIEUWS
op individuele aios
Fedde Scheele, opleider gynaecologie en vicevoorzitter CGS:
‘Nieuwe regeling gaat uit van de ínhoud van de werkervaring’
“De huidige regeling voor vrijstellingen gaat vooral uit
van de tijdsduur van de ervaring. Dat zegt natuurlijk
niet zoveel. De nieuwe regeling gaat uit van de inhoud
van de ervaring: wat heb je in het voortraject precies
geleerd, welke competenties heb je al ontwikkeld? Dat
is voor het bepalen van de opleidingsduur natuurlijk
veel relevanter dan de tijdsduur van de ervaring.
Sommige aios maken zich zorgen over een tegengesteld
belang dat zou kunnen spelen: de aios is gebaat bij verkorting, maar de vakgroep meestal niet; zij moeten dan
eerder afscheid nemen van een ervaren werkkracht.
Want zo is het op veel plekken nog wel: aios worden
meer beschouwd als werknemers dan als ‘opleidelingen’
die betaald en ‘uitgeleend’ worden door het ministerie.
Daar zal verandering in komen en daarvoor worden lan-
Vraag & antwoord
Hoe kan ik zichtbaar maken over welke
ervaring ik beschik?
Door middel van een portfolio. Denk bijvoorbeeld aan:
• Opsomming van uitgevoerde activiteiten, tijdsduur
van de ervaring, specifieke patiënten-doelgroepen en
de betrokken begeleiders.
• Beschrijving van de competenties en tot welk niveau
die zijn opgedaan, met een koppeling naar het CanMEDS-model.
Kan verkorting van mijn opleiding
teruggedraaid worden?
Uitgangspunt van de nieuwe regeling is dat de opleider
in de praktijk beoordeelt of zijn aanvankelijke inschatting correct was. Oftewel: pas gedurende de opleiding
wordt de verkorting ‘definitief’ gemaakt. Als de opleider
eenmaal heeft aangegeven dat de betreffende competenties verworven zijn, dan kan de korting niet meer
worden teruggedraaid.
Voor meer antwoorden op vragen en voorbeelden van
documentatie zie www.knmg.nl/cgs.
delijke projecten ingezet, die
tips geven en handreikingen
doen aan aios en teams van
opleiders.”
Visiedocument
Optimaal
Functioneren
December jl. heeft de Orde van Medisch Specialisten
(OMS) samen met de wetenschappelijke verenigingen
en De Jonge Orde het visiedocument ‘Optimaal functioneren van medisch specialisten’ gepresenteerd.
Volgens de Euro Health Consumer Index (EHCI) 2013
heeft Nederland voor het vierde jaar op rij het beste
gezondheidszorgsysteem van Europa. Dit is iets om
trots op te zijn, maar om deze positie te behouden zal
er blijvend moeten worden geïnvesteerd in het zo
goed mogelijk laten functioneren van de gezondheidszorg waar de medisch specialist onderdeel van
is. In onze opleidingen wordt hier al aandacht aan
besteed middels de competenties ‘professionaliteit’ en
‘maatschappelijk handelen’. Transparant zijn, toetsen
aan collega’s en je blijven ontwikkelen zijn belangrijke
ingrediënten daarbij. Het gezamenlijke doel is werken
aan kwaliteitsverbetering en het voorkómen van
(mogelijk) disfunctioneren. Meer lezen? Zoek dan op
‘Visiedocument Optimaal Functioneren’.
maart 2014
5
THEMA ZORG 2.0
De Acute Opname Afdeling
Een vliegende start voor patiënt
De Acute Opname Afdeling (AOA) is een fenomeen dat niet meer weg te denken is
uit veel ziekenhuizen in Nederland. Het is het tussenstation tussen de spoedeisende
hulp (SEH) en de reguliere verpleegafdeling, waar patiënten niet langer dan 48 uur
liggen. Een interview met Herre van Kaam, adviseur en Karlijn van Halem, aios
interne geneeskunde over hun ervaring met de AOA.
Anna Roukens
Ir. Herre van Kaam:
‘Artsen van verschillende specialismen zijn
samen verantwoordelijk’
Via het Nederlands Netwerk Acute Opname Afdelingen1
kwam ik terecht bij ir. Herre van Kaam, adviseur bij de
Vreelandgroep en betrokken bij de totstandkoming van
meerdere AOA’s in Nederland. Het netwerk werd in
2010 opgericht en inmiddels zijn er zo’n 15 ziekenhuizen bij aangesloten. Zijn eerste samenwerking was
met het Zaans Medisch Centrum, waar al vanaf 2005
een AOA bestond, maar waar een verbouwing in 2010
werd aangegrepen om het concept van het scheiden
van de electieve en niet-electieve zorg verder uit te
bouwen.
‘Het opnemen van patiënten vanaf de SEH
en de polikliniek gaat veel sneller’
Succes
Nu, vier jaar later, blijkt het succes van dit concept
bewezen. Het opnemen van patiënten vanaf de SEH en
de polikliniek gaat veel gemakkelijker en sneller dan
voorheen door een team van gespecialiseerde verpleegkundigen en artsen, waarbij ook de samenwerking met
de ondersteunende specialismen essentieel is. De AOA
past helemaal in de dynamiek van het huidige zorgbeleid van snelle diagnostiek, korte opnameduur en verplaatsing van de langdurige zorg naar instellingen buiten het ziekenhuis. Herre: “Daarnaast blijkt de AOA ook
een goede ontmoetingsplaats voor artsen van verschillende specialismen, omdat zij nu samen verantwoordelijk
zijn voor één afdeling”.
6
maart 2014
Volgens Herre zijn
de spelregels voor
een AOA zijn in de
loop van de tijd wat
meer uniform geworden. “Bij de opkomst van de AOA’s
varieerde de maximale ‘ligtijd’ van 24 tot 72 uur, maar
inmiddels is dat overal 48 uur geworden. Dan moet de
patiënt overgeplaatst zijn naar een verpleegafdeling of
naar huis zijn ontslagen”, vervolgt Herre. Ik dacht eerst
dat die 48 uur voortkwam uit de wens van de artsen.
Aan de ene kant genoeg tijd om de belangrijkste diagnostiek rond te krijgen en de eerste effecten van een
ingestelde behandeling te zien, en aan de andere kant
niet te lang om te voorkomen dat het een reguliere
verpleegafdeling wordt, met alle bijbehorende aspecten
die soms wat afleiden van het medisch inhoudelijke en
die voor aios doorgaans minder spannend zijn. Maar
mijn aanname blijkt ongegrond, die 48 uur is namelijk
gebaseerd op patiënttevredenheid. Herre: “In deze
eerste twee dagen vindt de patiënt het prettig dat het
druk is en er veel onderzoeken worden gedaan, maar
hierna moet er meer rust zijn”. Een klassieke win-win
situatie dus.
Specialismen
Vaak zijn de grootste specialismen zoals de interne
geneeskunde en de heelkunde het best vertegenwoordigd op de AOA, maar volgens Herre van Kaam werkt
een AOA het beste als er vanaf het begin zoveel moge-
THEMA ZORG 2.0
en aios
lijk verschillende specialismen meedoen. “Hoe groter en
diverser het aanbod van patiënten des te voorpelbaarder en dus efficiënter het verloop wordt”, aldus Herre.
De specialismen die je minder of bijna nooit op een
AOA tegenkomt zijn de gynaecologie (verloskamers),
cardiologie (eerste hart hulp en hartbewaking), neurologie (stroke afdeling), psychiatrie en kindergeneeskunde, omdat voor deze patiënten zeer gespecialiseerde
verpleging en vaak andere monitoring nodig is.
Achilleshiel
Ook de grootte van de AOA’s verschilt nog sterk per ziekenhuis. In het LUMC in Leiden begon deze afdeling
met 10 bedden en zijn er inmiddels 21, en in Zwolle
(Isala Klinieken) is de grootste AOA met 65 bedden.
‘Een goede doorstroom van patiënten is
de achilleshiel van de AOA’
“Deze capaciteit geeft de opkomst van de AOA weer,
waarbij het succes ook grotendeels afhankelijk is van
een goede doorstroom van patiënten, de achilleshiel
van de AOA”, zoals Herre van Kaam verwoordt. Als de
maximale ligduur van 48 uur te vaak wordt overschreden, door bijvoorbeeld een tekort aan overnamecapaciteit door andere afdelingen leidt dit tot een opnamestop en verliest de AOA zijn belangrijkste functie: een
verzekerde mogelijkheid voor opname.
Karlijn van Halem:
‘Op de AOA moet je efficiënt en flexibel zijn’
Karlijn van Halem is tweedejaars aios interne geneeskunde in het Rijnland ziekenhuis in Leiderdorp, en heeft
het eerste jaar van haar opleiding in het LUMC in Leiden gedaan. Zij heeft een groot deel van haar eerste
opleidingsjaar op de AOA gewerkt, afgewisseld met de
SEH en een reguliere verpleegafdeling. De toegevoegde
waarde van de AOA is voor haar vooral de verscheidenheid aan casuïstiek die voorbij komt. Karlijn: “Aangezien alle patiënten eerst worden opgenomen op de AOA
zag ik, als aios interne, het hele spectrum van de interne
geneeskunde voorbij komen: van een simpele pneumonie
tot een graft versus host ziekte bij een patiënt na stamceltransplantatie. Door de hoge turnover van patiënten
op de AOA moet je efficiënt en flexibel zijn en werk je
ook meer in een team dan op veel reguliere verpleegafdelingen.” Ze vervolgt met een ander voordeel van de
AOA: ”Je krijgt er voorrang met bepaalde diagnostiek,
vergelijkbaar met een Intensive Care, en je hoeft er bijvoorbeeld niet te wachten op vaste prikrondes.”
Nadelen
Er zijn ook nadelen, zoals een uitgebreidere avondoverdracht omdat de dienstdoende aios veel meer bezig is
met de AOA-patiënten door uitslagen die nog in de
avond volgen. En natuurlijk de continuïteit van zorg die
verstoord wordt als een patiënt na 48 uur naar een
andere afdeling of een ander ziekenhuis gaat. Karlijn:
“Door de drukte is
er soms te weinig
tijd voor uitgebreide familiegeprekken, maar dat
komt later in de opleiding dan wel aan bod.” Voor de
opleiding is het daarnaast natuurlijk belangrijk om het
effect van een ingestelde behandeling te zien. De AOA
is daarvoor geen ideale plek.
’Je ziet de hele geneeskunde voorbij komen’
Supervisie
Eén van de belangrijkste punten om een AOA goed te
laten functioneren vanuit het perspectief van een aios
is laagdrempelige supervisie, omdat er vaak snel beslissingen genomen moeten worden. Daarnaast zijn flexibele verpleegkundigen en voldoende overplaatsingsmogelijkheden essentieel. Voor het begin van de opleiding
is een stage op de AOA volgens Karlijn heel nuttig: “Het
vergt efficiëntie, goede communicatie en samenwerking, klinisch inzicht en je ziet de hele geneeskunde
voorbij komen. Alle competenties afgevinkt!”
Bron
1.
www.acuteopnameafdeling.nl
maart 2014
7
THEMA ZORG 2.0
Windows en Witte Jassen
Het moet voor enige consternatie hebben gezorgd. De dag dat Laennec met zijn
nieuwste uitvinding de artsenkamer kwam binnenlopen. De stethoscoop: een
toonbeeld van technologische innovatie. Jammer genoeg is menig witte-jassendrager niet zo happig op innovatie en verandering. Toch zullen we eraan moeten
geloven. Als we de zorg de komende jaren betaalbaar en kwalitatief hoogstaand
willen houden, is technologische innovatie onontbeerlijk. Emma Bruns, gastredacteur
Ongemakkelijk staart de man naar de stomp die het
uiteinde vormt van zijn voormalige rechterbeen. Niet
omdat het lichaamsdeel het resultaat is van zijn jarenlange lichamelijke verwaarlozing. Evenmin omdat ik
hem net heb verteld dat de stomp niet geschikt is om
een prothese aan te meten. Hij kijkt ongemakkelijk
omdat ik hem al meer dan tien minuten niet heb aangekeken, vanwege het nieuwe softwaresysteem dat mij
in een dodelijke wurggreep van onvindbare tekstbouwstenen houdt. Het computerscherm krijgt meer aandacht dan de patiënt. Herkenbaar?
De nostalgie
De zorgsector verkeert in vergelijking tot de rest van
Nederland in een staat van technologische prehistorie.
‘s Ochtends haal ik mijn pieper uit het rek. De helft van
de dag besteed ik aan het rennen naar een telefoon om
het sein op te nemen. Communicatie tussen specialisten
vindt plaats per brief. Medicijnen voorschrijven gaat op
doordrukvelletjes met carbonpapier, een patiënt aanmelden bij de trombosedienst per fax. Nostalgisch? Zeker. En
ook bijzonder inefficiënt, foutgevoelig en duur. Als Shell,
Rabobank of Ahold het zo zouden aanpakken, waren ze binnen een jaar failliet. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
We werken in de zorg omdat we graag met mensen
werken, of op zijn minst het menselijk lichaam buitengewoon interessant vinden. We vinden het dan ook niet
erg om ons op te houden in aftandse gebouwen en dragen zonder morren de witte pakken die al duizenden
keren zijn gewassen. We hebben weinig op met computers, apps en andere gadgets. We houden van echte
dingen, die stinken, lachen, pijn doen en daarna het
liefst genezen. De implementatie van iedere vorm van
technologie roept dan ook – meestal – weerstand op.
We zullen dan ook niet gauw op de bres springen voor
een beter systeem.
8
maart 2014
De makelaar van je patiënt
Gelukkig lijkt de patiënt wel op zijn strepen te gaan
staan. In andere sectoren zien we de laatste jaren een
duidelijke emancipatie van de consument. Reisbureaus
zijn verruild voor online vliegwinkels, makelaars voor
funda en spotify werd het einde van menig muziekwinkel. In navolging van de consument lijkt nu ook de
patiënt openheid en transparantie te gaan eisen. Na
‘mijn dossier’ op de vliegwinkel-website en het samenstellen van een eigen playlist, wil men ook inzage in
het medisch dossier, in de pillen die voorgeschreven
worden en de kundigheid van de chirurg die gaat snijden. Terecht, technologie kan ondermaatse kwaliteit
zichtbaar maken.
’Technologie maakt ondermaatse kwaliteit
zichtbaar’
De angst dat de patiënt evenals de consument ons even
overbodig zal maken als een makelaar, reisbureau of
platenmaatschappij lijkt me echter een illusie. Als je
ziek bent is het fijn om moeilijke beslissingen samen
met een specialist te kunnen maken. Iedere praktiserende arts weet dat een beslissing ten aanzien van de
reanimatiecode sterk gekleurd wordt door de arts die
het met de patiënt bespreekt. Toch draagt het verstrekken van informatie (middels technologie) in belangrijke
mate bij aan de emancipatie van de patiënt, hoe
onwenselijk dat sommige artsen misschien in de oren
zal klinken.
Wees niet bang voor je computer
Technologie is niet meer dan een middel, een uitingsvorm van innovatie. De komende jaren zal binnen de
zorg steeds meer gebruik gemaakt kunnen worden van
dit middel. Beleidsmakers, zorgverzekeraars en zorgverleners erkennen dat we, om onze zorg tegelijkertijd
zowel kwalitatief van hoog
niveau als betaalbaar te houden, de komende jaren onze
aandacht moeten verschuiven
naar preventie. Voorkomen dat
mensen ziek worden is in alle
opzichten aangenamer en
goedkoper, voor patiënt en
samenleving. In de huidige
financiële inrichting van DBC
en DOT wordt een arts betaald
voor een interventie, niet voor
preventie. Dotteren kan je factureren, maar een patiënt
laten stoppen met roken
levert financieel niets op. Een
landelijk EPD dat het hele
‘vitale pad’ van een burger in
beeld kan brengen, en niet alleen het moment dat hij
bij een specialist in beeld komt voor een interventie,
biedt de mogelijkheid om het hele beloningssysteem
van de zorg anders in te richten: meer gericht op kwaliteit van leven, minder op productie.
‘Wanneer laten we de maatschappen los en
vormen we een front dat een EPD
afdwingt?’
Eén van de bekendste initiatieven op dit gebied is het
Parkinsonnet van hoogleraar neurologie Bas Bloem.
Door middel van informatietechnologie weet hij de
grote hoeveelheid behandelaars rondom een parkinsonpatiënt samen te brengen en daarmee niet alleen een
betere kwaliteit van leven te realiseren maar ook, en
dat moet raden van besturen, verzekeraars en ministers
toch zeker aanspreken, tot een kostenreductie van meer
dan 15 miljoen euro te komen.
Stad zonder riool
Elke verandering roept in het begin weerstand op. Zeker
in de geneeskunde wordt de traditie vaak verkozen
boven de nieuwigheid. Begrijpelijk, het is ethisch gezien
onaanvaardbaar mensenlevens in de waagschaal te
stellen in het kader van vooruitgang. Echter, verstarring
kan evenveel mensenlevens kosten. Semmelweiss, die
ontdekte dat handen wassen het sterftepercentage van
vrouwen in het kraambed drastisch omlaag bracht,
werd door zijn collega’s voor gek verklaard. De introductie van het riool in grote steden in de 19de eeuw
‘Communicatie in de zorg lijkt op een
middeleeuws riool’
leidde tot een enorme afname van sterfgevallen als
gevolg van infectieziekten. De huidige stand van zaken
op gebied van communicatie in de zorg is te vergelijken
met een middeleeuwse stad zonder riool. De informatie
van de patiënt passeert zoveel verschillende computersystemen, faxapparaten, uitgeprinte formulieren en
onleesbare handschriften dat het een wonder is dat het
nog zo vaak foutloos verloopt.
Dit blad richt zich op een nieuwe generatie: aios die
mogelijk een nieuwe visie hebben op het gebruik van
technologie in hun spreekkamers, maar ook een ander
beeld hebben van de relatie tussen de drager van de
witte jas en de patiënt in bed. Accepteren we dat de
innovatieve achterstand van de publieke sector ervoor
zorgt dat we ondermaatse zorg leveren? Gaan we ook
ieder in onze eigen maatschap opnieuw het wiel uitvinden of zorgen we voor een sterk verbond van specialisten dat samen met patiënten van de politiek en de
zorgverzekeraar verbetering eist? Ik hoor het graag van
jullie!
Emma Bruns is tropenarts in opleiding in het Gelre
ziekenhuis te Apeldoorn en tevens schrijfster voor o.a.
NRC handelsblad
Dit artikel is in een andere vorm eerder
gepubliceerd in NRC en Arts in Spé
maart 2014
9
THEMA ZORG 2.0
Voor elk probleem een poli
De poeppoli, de spuugpoli, de valpoli, de hoofdpijnservice, de menopauzekliniek, de
osteoporosepoli, de nierstenenpoli, de hypnosepoli, de poli voor abnormaal
bloedverlies, de SOApoli, de zweetpoli en een poli voor lichamelijk onbegrepen
klachten. Het aantal themapoliklinieken dat met een multidisciplinair team een
specifieke patiëntengroep bedient blijft toenemen. Waarom zijn de reguliere poli’s
eigenlijk niet afdoende?
Anouck Visscher
Het BovenIJ Ziekenhuis vermeldt 21 themapoliklinieken
op haar website. Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis
heeft er 25. De polikliniek neurologie van de Ziekenhuisgroep Twente is onderverdeeld in 8 verschillende
themapoliklinieken. Inmiddels lijk je als ziekenhuis niet
meer mee te tellen zonder een breed aanbod van dit
soort poli’s, die vaak pakkend gekozen namen hebben.
En ze lopen goed. Want wie wil er nou niet binnen een
dag van zijn hoofdpijn af zijn door een bezoek aan de
hoofdpijnservice? En een bezoek aan de uroloog klinkt
bijna als een leuk uitje als de mannelijke patiënten zich
daar mogen melden bij ‘de mannenpoli’.
‘Zes paar handen aan één zwangere buik’
Direct groot succes
Service aan de patiënt
Rond 2005 dienden de eerste themapoli’s zich aan en in
de jaren erna groeide hun aantal exponentieel. Patiënten weten de poli’s zelf te vinden: als ze even googelen
vinden ze razendsnel in ieder geval 50 unieke poliklinieken gericht op een specifiek lichaamsdeel, symptoom of
klacht. Longarts Arent Jan Michels, oprichter van de
hoestpoli in het St. Anna Ziekenhuis te Geldrop, vertelde in 2012 aan vakblad Medisch Contact1 dat er in de
openingsweek ‘200 mensen belden voor een afspraak.’
Natalie Smit, als internist-endocrinoloog werkzaam bij
het Flevoziekenhuis, is betrokken bij de themapolikliniek voor zwangeren met diabetes of diabetes mellitus
gravidarum. De patiënten worden doorverwezen door
de verloskundige en zien in één ochtend de diëtiste, de
diabetesverpleegkundige, de internist, krijgen een echo
en een consult bij de gynaecoloog of tweedelijns verloskundige. Tussen de middag volgt een MDO waarbij
alle disciplines aanschuiven en waarin het beleid wordt
kortgesloten. Smit licht toe waarom ze ervoor kozen de
zorg op deze manier te organiseren: “Ten eerste om de
kwaliteit van zorg te verhogen, ten tweede om de
patiënten te faciliteren. Als zwangere met diabetes
mellitus of diabetes gravidarum heb je te maken met
zes paar handen aan je buik. We hebben de afspraken
geclusterd zodat patiënten in principe maar één ochtend kwijt zijn.” Het feit dat de gynaecologen in een
ander dossier werkten dan de internisten was daarnaast
een reden de organisatie van de zorg om te gooien.
“Voor de diabetesregulatie moet je ook weten hoe het
met het kind gaat en die informatie was niet altijd
‘Onnodige medicalisering van alledaagse
klachten’
Kritiek
Desondanks ontvingen de themapoli’s veel kritiek vanuit het veld. Ze zouden leiden tot onterechte medicalisering van alledaagse klachten die ook door de huisarts
kunnen worden behandeld. Het zijn dure behandelingen. En het zou patiënten onnodig aanzetten tot het
vragen om meer zorg. Allemaal beweringen die op hevige tegenspraak kunnen rekenen van de oprichters van
10
maart 2014
de themapoli’s. KNO-arts Francis Burgersdijk en kinderarts Ricky Mahdi van de Snotterpolikliniek in het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam, maakten eveneens in
Medisch Contact duidelijk welke doelgroep er welkom
is op hun poli: ‘We hebben het snotterpoli genoemd
omdat het zo schattig klinkt. Maar die naam is ook
waarom we zo worden aangevallen. We doen het niet
voor gewone snotterkindjes, maar voor de kinderen die
bijvoorbeeld nauwelijks meer slapen, zodat het hele
gezin eronder lijdt. Niet zo schattig dus.’
THEMA ZORG 2.0
bij als een verrijking om op deze wijze in de keuken van
haar collega specialisten te kunnen kijken: “Ik leer
ervan. Ik weet inmiddels een beetje hoe de gynaecoloog
de zaken afweegt en hij hoe de internisten denken.”
Geen weggegooid geld
Inmiddels loopt de themapoli van Smit zo goed dat zij en
haar collega’s een tweede dagdeel zullen vrijmaken om
deze doelgroep te bedienen. De internist denkt dat de
zorg toenemend in een dergelijk format georganiseerd
zal gaan worden. Smit: “Mits het een heldere klacht, één
ziektebeeld of lichaamsdeel betreft en er meerdere disciplines betrokken zijn bij de behandeling is de themapoli
bij uitstek de formule waarmee je de patiënt tegemoet
komt.” Maar wat moet er gebeuren met de patiënten
wiens probleem ook na een bezoek aan de themapoli
niet opgelost is? Smit denkt dat een bezoek aan de themapoli ook voor deze groep geen weggegooid geld is
geweest. “Neem de hoofdpijnpoli. Er zijn bij dergelijke
klachten altijd zaken die je in ieder geval uit wilt vragen
en onderzoeken die je wilt doen. Op de themapoli kan je
dat systematisch verrichten. Mocht je er dan niet uitkomen, dan moet je voor deze patiënt ruimte creëren voor
een vervolg op je reguliere spreekuur.”
‘In één ochtend vier disciplines zien’
Voetenpoli
Natalie Smit
beschikbaar op het moment dat ik de patiënt zag. Het
enige waarop je dan af kon gaan was dat wat de
patiënt je vertelde. Dat is onhandig.”
Neuzen dezelfde kant op
“Voordat deze poli daadwerkelijk opende”, zo vertelt
Smit, “hebben alle betrokken disciplines intensief met
elkaar om de tafel gezeten om een uitgebreid protocol
te schrijven.” Smit: “Er bestond de mogelijkheid om
opbouwende kritiek te leveren op elkaars beleid. Hierdoor stonden de neuzen dezelfde kant op voor de poli
daadwerkelijk van start ging. Dat draagt er waarschijnlijk toe bij dat we gedurende het MDO nu snel tot overeenstemming en beleid komen.” Smit ervaart het daar-
Als het aan Smit ligt duurt het niet lang voor er een
volgende themapoli ook hoogtij viert in het Flevoziekenhuis. “De voetenpoli, voor voetulcera en diabetes
gerelateerde voetproblemen. Door deze poli gaan internist, vaatchirurg, diabetesverpleegkundige, revalidatiearts, gipsverbandmeester en podotherapeut effectiever
met elkaar samenwerken. Deze poli is er al, maar de
samenwerking wordt nu geïntensiveerd en (procedureel) verbeterd. ”Of, nog grootser: “Een diabetescentrum waarbinnen zowel eerste- als tweedelijnszorg
aanwezig is, zodat snelle door- en terugverwijzing
plaats kan vinden indien noodzakelijk.”
Bron
1. Lieke de Kwant. ‘Wij voorzien in een behoefte, echt’. Medisch
Contact, 2012; 35; 1918-1921.
maart 2014
11
THEMA ZORG 2.0
De toegevoegde waarde van de
De afgelopen jaren zijn er een aantal medisch specialistische vervolgopleidingen
bijgekomen, zoals bijvoorbeeld de spoedeisende geneeskunde. Anderhalf jaar
geleden kwam er weer een nieuwe opleiding bij, namelijk die tot ziekenhuisarts.
Esmée Vural, aios ziekenhuisgeneeskunde van het eerste uur laat zien dat dit geen
opleiding is tot ‘zaalslaaf’ of ‘superzaalarts’.
Lisette Kunz
Esmée Vural (29 jaar) begint meteen enthousiast te vertellen over haar baan: “Toen ik net afgestudeerd was twijfelde ik tussen interne geneeskunde en tropengeneeskunde.
Het enige wat ik wist was dat ik in een ziekenhuis wilde
blijven werken en niet in een huisartsenpraktijk.” Na haar
afstuderen in 2010 heeft zij eerst anderhalf jaar als anios
interne geneeskunde gewerkt in Beverwijk. Daarna heeft
zij een tijdje onderzoek gedaan bij de afdeling ouderengeneeskunde in het AMC in Amsterdam. “In die periode
kwam ik de advertentie in het Medisch Contact tegen voor
de nieuwe functie als ziekenhuisarts. Vanaf september
2012 ben ik in opleiding tot ziekenhuisarts in het VUmc in
Amsterdam. Wat me zo trekt aan de functie van ziekenhuisarts, is dat het erg op de praktijk gericht is. Dat past
bij mij, want ik ben een praktisch ingestelde dokter. Je
bent echt een patiëntendokter van A tot Z. Je levert zorg
voor de patiënt in zijn geheel, dus van medicatie tot
nazorg en het contact met de huisarts. Dit is een groot
hiaat in de huidige ziekenhuiszorg, die onvoldoende naar
de patiënt, met vaak multimorbiditeit, in zijn geheel kijkt.”
‘Ziekenhuisgeneeskunde is geen aparte
specialisatie, maar een profiel’
Hospitalisten
Het idee voor de ziekenhuisarts is overgewaaid uit de VS,
waar deze ‘hospitalisten’ al 20 jaar lang onderdeel uitmaken van het medische personeel. In Nederland is men in
2010 begonnen met het aanvragen voor subsidies voor de
opleiding tot ziekenhuisarts, vanaf september 2012 is de
opleiding echt gestart. Esmée: “Ik was één van de eerste
acht aios over heel Nederland die startte met de opleiding,
nu zijn er 22 artsen in opleiding tot ziekenhuisarts. De
opleiding is te volgen in vier SOGZ ziekenhuizen (Stichting
Opleiding Ziekenhuisgeneeskunde): het VUmc in Amsterdam, UMCG in Groningen, Catarina Ziekenhuis in Eindhoven en het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. Vanaf
1 juli 2014 zal het profiel ‘ziekenhuisgeneeskunde’ erkend
12
maart 2014
worden, vergelijkbaar met de functie van SEH-arts.” Overigens heeft Esmée een stem in wie haar toekomstige collega’s worden. “Ik ben namelijk ook ‘student-lid’ bij het concilium, waarvoor ik aanwezig ben bij sollicitaties en kan
meedenken over de invulling van deze nieuwe opleiding
als spreekbuis voor de andere aios.”
‘Wij zijn een constante factor, die oog hebben
voor kwaliteit en patiëntveiligheid’
Kwaliteit en veiligheid staan centraal
De opleiding tot ziekenhuisarts duurt drie jaar, waarbij je
in het eerste jaar met name interne geneeskunde doet.
THEMA ZORG 2.0
ziekenhuisarts
‘De aios chirurgie heeft maar beperkte tijd
voor zaalwerk en visite’
Esmée licht toe: “In het VUmc houdt dit een combinatie
van zaal, spoedeisende hulp, acute opname afdeling, consulten en dienst in. Je draait dus gewoon mee met de aios
interne geneeskunde. Daarna volgen anderhalf jaar kortere stages bij diverse afdelingen zoals heelkunde, neurologie, anesthesie en ouderengeneeskunde. De laatste zes
maanden werk je op een afdeling naar keuze als (bijna
klare) ziekenhuisarts en rond je een meesterstuk af, waarbij je een kwaliteit-verbeterend project in de zorg implementeert. Dat is zo uniek aan deze opleiding, we krijgen
ook echt onderwijs in kwaliteit en veiligheid in de zorg
(ook wel clinical governance genoemd). Het onderwijs
gaat over diverse onderwerpen zoals patiëntenparticipatie, omgaan met klachten, evidence based practice, tools
om zelf de kwaliteit van de zorg te verbeteren en medicatie-veiligheid.” Lokt het dan niet om toch verder te
specialiseren? Esmée: “Het is een brede opleiding die mij
voldoende diepgang geeft. Het is ook wat je er zelf van
maakt. In Amerika blijkt de meerderheid van de aios
werkzaam te blijven als ziekenhuisarts, de rest kiest voor
een ander specialisme, zoals interne geneeskunde,
anesthesie, intensive care of managementfuncties.”
Werkzaamheden
Wat is de toevoeging van de ziekenhuisarts op de zaal?
Esmée legt uit: “Onze kracht ligt vooral op de klinische
afdelingen van de snijdende specialismen. De aios chirurgie moet ook zijn competenties elders behalen (bijvoorbeeld bij operaties) en heeft daardoor maar beperkte tijd
voor zaalwerk en visite. Wij kunnen hen dan ondersteunen en hen bepaalde taken op zaal ontnemen om zo te
zorgen voor de continuïteit. Wij zijn een constante factor,
die veel oog hebben voor kwaliteit en veiligheid voor de
opgenomen patiënten. We doen zelf geen poli’s of operaties, al pik je natuurlijk wel de chirurgische aspecten mee.
Verder maken we opdrachten over kwaliteit en veiligheid
en zijn we aanwezig bij de DIM-commissie (Decentraal
Incidenten Melden).” Op dit moment hoeven de aios
ziekenhuisgeneeskunde geen diensten te doen, behalve
tijdens de stage interne geneeskunde. Maar Esmée denkt
dat dit wel gaat veranderen. “Als er meer ziekenhuisartsen klaar zijn is het denkbaar dat er een poule gemaakt
wordt voor het doen van de diensten zodat we kunnen
rouleren en de continuïteit van de zorg kunnen waarborgen, ook buiten kantooruren.”
‘Ik hoop dat over een paar jaar mensen staan te
springen om afgestudeerde ziekenhuisartsen’
Botsing
Esmée Vural
Is er geen overlap met de taken van bijvoorbeeld een
nurse practitioner? Esmée: “Nee, er is geen botsing tussen
ons werk en dat van nurse practitioners of verpleegkundig specialisten. Zij nemen een stukje werk van de specialist over, wij zijn generalistischer en onze zorg is specifiek
op kwaliteit gericht. Het is dus geen strijd, wij zijn meer
een aanvulling op het geheel.” Hoe ziet de toekomst van
Esmée eruit? “Ik hoop dat er over een paar jaar mensen
staan te springen om afgestudeerde ziekenhuisartsen, net
zoals nu de spoedeisende hulp artsen niet meer weg te
denken zijn. Ziekenhuisartsen moeten dan ook niet gezien
worden als ‘zaalslaaf’ of ‘superzaalarts’. We zijn een echte
toevoeging aan de continuïteit van de afdeling en daarmee aan de kwaliteit en veiligheid van de patiënt.”
www.ziekenhuisgeneeskunde.nl
De Jonge Specialist wordt betrokken bij de besluitvorming om
nieuwe specialismen toe te laten en zette wel vraagtekens bij
de registratie voor het profiel ziekenhuisarts. Belangrijkste
bezwaren waren onduidelijkheid over de positie van deze nieuwe functie en het precieze profiel.
maart 2014
13
INDIVIDUELE DIENSTVERLENING
Juridische bijstand voor aios: Een
In deze rubriek bespreken we een
geanonimiseerde
casus
individuele
dienstverlening waarvoor De Jonge
Specialist (DJS) juridische bijstand heeft
verleend. Deze keer bespreken we de
mogelijkheden om aan de slag te komen als
jonge medisch specialist (jonge klare).
Leden van DJS kunnen gebruikmaken van
individuele dienstverlening door contact op
te nemen met de helpdesk.
Dino Jongsma,
jurist arbeidsrecht voor De Jonge Specialist
en
Chella van der Post,
vicevoorzitter De Jonge Specialist
14
maart 2014
CASUS
Aios B. is onlangs ingeschreven in het register van de Registratiecommissie Geneeskundige Specialisten (RGS) en is
medisch specialist geworden in zijn specialisme, heelkunde.
Hij merkt tijdens diverse sollicitatiegesprekken dat de markt
behoorlijk op slot zit en dat het niet lukt om in dienstverband
te komen of toe te treden tot een maatschap. B. is zich al
vanaf de laatste fase van zijn opleiding aan het oriënteren en
voorziet dat hij niet direct aansluitend aan zijn opleiding een
baan vindt. Hij had voor zichzelf een heldere en duidelijke
loopbaan geschetst, maar merkt door de gesprekken dat hij
daar steeds verder van af gaat wijken. Zo is hij bereid een
arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te accepteren en
staat hij open voor andere mogelijkheden die hem worden
aangeboden.
In deze fase vraagt B. advies aan DJS en wordt in contact
gebracht met een van de arbeidsjuristen. B. wordt geïnformeerd over de (on)mogelijkheden. Zo wordt B. op de hoogte
gebracht van het feit dat een zogenaamde chef de cliniquefunctie bij een maatschap, een functie is die een medisch
specialist voor de maximale duur van twee jaar mag uitvoeren. Deze twee jaren worden veelal gebruikt om de maatschap
in de gelegenheid te stellen een goed beeld van de medisch
specialist te krijgen, alvorens hij tot de maatschap toetreedt.
De chef de clinique wordt meestal via het ziekenhuis in
dienstverband genomen en de kosten die daarmee samenhangen worden doorbelast aan de maatschap. Tijdens deze periode wordt de medisch specialist conform de Arbeidsvoorwaardenregeling voor Medisch Specialisten (AMS) betaald. Verder
wordt B. er op geattendeerd dat de chef de clinique veelal
dezelfde medisch specialistische werkzaamheden verricht als
zijn collega’s. Leidend hierbij is het Functieprofiel medisch
specialist dat als bijlage bij de AMS is opgenomen. Het wordt
hem afgeraden direct bij de maatschap in dienst te treden als
chef de clinique, aangezien de maatschap niet verplicht is de
AMS te volgen.
INDIVIDUELE DIENSTVERLENING
jonge klare aan het werk
Juristen van De Jonge Specialist kunnen
je bijstaan en advies verstrekken bij
vraagstukken over je toekomst als
medisch specialist
B. heeft daarnaast ook geruchten gehoord dat een aantal
jonge klaren naast hun WW-uitkering werkzaamheden verrichten binnen een UMC. Het verrichten van medisch specialistische werkzaamheden naast een WW-uitkering wordt
afgeraden. Op deze manier krijgt het UMC immers een jonge
klare tot haar beschikking waar geen beloning als medisch
specialist tegenover staat. In de CAO UMC is al een iets goedkopere schaal gecreëerd, de MS-schaal, die gebruikt kan worden voor het volgen van een (vervolg)opleiding, het verrichten
van werkzaamheden in het kader van een bepaald project en
bij wijze van proef. Deze MS-schaal, die vaak voor fellows en
chivo’s (chirurg in vervolgopleiding) geldt, mag voor maximaal
3 jaar worden toegepast, waarna je doorstroomt in de gewone UMS-schaal. Voor de jonge klare die wordt aangenomen
zonder fellowship, mag deze maar 1 of (met gegronde redenen) maximaal 2 jaar worden betaald conform de MS-schaal,
waarna deze moet doorstromen. De bijzondere bepalingen
voor academisch medisch specialisten uit de CAO UMC zijn in
beginsel van toepassing op die medisch specialist die onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg voor tenminste gemiddeld
18 uur per week verricht. Verder wordt B. afgeraden een
zogenaamde gastverleningsovereenkomst te tekenen. Hierin
wordt de jonge klare toestemming gegeven om in het UMC
werkzaamheden te verrichten en gebruik te maken van een
aantal faciliteiten, echter zonder dat daar een beloning en
overige arbeidsvoorwaarden conform de CAO UMC tegenover
staat.
Na een aantal sollicitaties, heeft B. een tijdelijke baan kunnen
krijgen als chef de clinique en is daarbij in dienstverband
getreden van het ziekenhuis. Hij hoopt vervolgens door te
stromen naar een vaste aanstelling.
ACHTERGROND
De aios heeft een leer-arbeidsovereenkomst waarin
het leren gecombineerd wordt met werken. Zodra de
opleider het zogenaamde C-formulier heeft getekend
(drie maanden voor het einde van de opleiding) en de
RGS de aanvraag tot inschrijving in het register heeft
goedgekeurd, is de aios medisch specialist geworden.
Veel aios hebben zich in voorbereiding op dit moment
goed georiënteerd op de markt en hebben zich over
hun mogelijkheden laten informeren, bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse Aiosdag van De Jonge Specialist.
Naast het werken in het vrije beroep, zijn er diverse
mogelijkheden om in dienst te treden bij een ziekenhuis, een revalidatiecentrum, een UMC, een instelling
of een ZBC (zelfstandig behandelcentrum). Bij een
indiensttreding bij een algemeen ziekenhuis geldt de
Arbeidsvoorwaardenregeling voor Medisch Specialisten (AMS), bij een UMC de CAO UMC en bij een GGZinstelling de CAO GGZ. Verdere informatie hierover is
te vinden op de website www.dejongespecialist.nl.
Wil je een reactie geven op deze casus,
mail dan naar [email protected]
maart 2014
15
THEMA ZORG 2.0
Clinical audit
Nieuwe tool in de opleiding tot medisch
specialist?
Door het competentiegericht opleiden worden steeds meer nieuwe leermiddelen
geïntroduceerd. Eén van deze tools is de clinical audit. Hoe waardevol is het doen
van een audit voor aios?
Carina Bethlehem
Magazine De Jonge Specialist sprak over de clinical
audit met Froukje Woudstra, ten tijde van dit interview
zesdejaars aios interne geneeskunde in het UMC Groningen. Froukje heeft een clinical audit verricht over
medicatieverificatie op een verpleegafdeling algemene
interne geneeskunde. Ze keek hiervoor naar het herstarten of gemotiveerd gestaakt laten van tijdens de
opname gestopte thuismedicatie. De aanleiding vormden frequente telefoontjes van
huisartsen over de ontslagmedicatie. Daarnaast is medicatieverificatie één van de tien thema’s van het
veiligheidsmanagementsysteem.
‘Het ging veel sneller dan ik had verwacht’
een heel duidelijk sjabloon beschikbaar was. Aan het
verzamelen van de data en het analyseren was ik in
totaal een dag of twee kwijt. Dit ging veel sneller dan
ik verwacht had!”
Verrassende uitkomst
Over de resultaten vertelt Froukje: “We hebben het heel
erg goed gedaan! In een steekproef van vijftig patiënten werden in totaal 360 medicijnen gebruikt. Hiervan
werden er veertig stuks bij binnenkomst of gedurende
de opname gestopt. Deze veertig werden herstart of het
stoppen werd vermeld in de ontslagbrief.”
‘Als we niet-noodzakelijke
Enthousiast geworden door de resultaten, heeft Froukje
medicatie staken moet
ook al een plan voor de nabije toekomst. Ze denkt dat
dat duidelijk zijn’
Polyfarmacie
Froukje: “Ik ben door mijn opleider
gevraagd een clinical audit te verrichten. Op dit moment zijn vijf
andere collega-aios hier ook mee
bezig. Er was al een aantal onderwerpen bedacht door de auditcommissie. Het medicatiebeleid bij
ontslag was hier één van. Omdat ik
bezig ben met het aandachtsgebied ouderengeneeskunde waar
polyfarmacie een belangrijk probleem is, is het wel een onderwerp
dat me interesseert. Duidelijkheid
over medicatiewijzigingen is juist
voor deze kwetsbare populatie van
groot belang.”
Froukje Woudstra
De tijd die het verrichten van de clinical audit kostte,
viel Froukje heel erg mee. “De voorbereiding bestond uit
het schrijven van een voorstel aan de auditcommissie.
Dit was in een paar uurtjes klaar, mede omdat hiervoor
16
maart 2014
de gunstige uitkomsten te maken hebben met de
recente invoer van een protocol voor medicatieverificatie, waarin de controle van opname- en ontslagmedicatie door de verpleegkundige en de supervisor staan
vastgelegd. Om dit te controleren, wil ze gaan kijken
naar de periode voor de invoering van het protocol.
“Het zou natuurlijk interessant zijn om ook buiten de
verpleegafdeling interne geneeskunde te gaan kijken.”
‘Als aios werk ik graag mee aan het
verbeteren van kwaliteit’
Froukje denkt niet dat het doen van de clinical audit
veel meerwaarde heeft gehad voor haar opleiding tot
internist ouderengeneeskunde. Met het doen van een
clinical audit kun je volgens haar vooral laten zien dat
je bezig bent met het reflecteren van je eigen handelen
en met het verbeteren van kwaliteit. “Het is natuurlijk
goed voor de organisatie als geheel, om processen te
evalueren en de kwaliteit ervan te verbeteren. Hier
werk ik als aios graag aan mee.”
THEMA ZORG 2.0
Coach, Cure & Care 2025
De toekomstvisie van de zorg
Zorg 2.0, een hippe term waar je je als AIOS in deze tijd wellicht nog niet direct door aangesproken
voelt. Echter, in een tijd waarbij controle in de spreekkamer verschuift naar mailcontact en videochat,
patiënten via een website inzage hebben in hun dossier en de rol van dokter verschuift van geneesheer
naar coach kunnen we als AIOS er niet meer omheen om mee te denken over deze ontwikkelingen.
Daarom hebben jonge zorgprofessionals hun toekomstvisie op het zorglandschap in Nederland
neergezet en in oktober vorig jaar gepresenteerd. Charlotte de Bruin, bestuurslid De Jonge Specialist
In 2013 heeft een werkgroep bestaande uit toekomstig
medisch specialisten, huisartsen, sportartsen, sociaal
geneeskundigen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen
verstandelijk gehandicapten, ziekenhuisapothekers en
apothekers in opleiding zich gebogen over de vraag hoe
de Nederlandse gezondheidszorg in 2025 er uit zal zien.
Door innovaties in de gezondheidszorg zijn er steeds
meer mogelijkheden voor onderzoek en behandeling.
Enerzijds kan dit de kwaliteit vergroten maar ook dito
kosten met zich meebrengen. Daarom moeten er
bewuste keuzes gemaakt worden en is het noodzakelijk
om na te denken over aanpassing van het zorglandschap om de kwalitatief goede zorg die nu in Nederland
wordt geleverd, ook in 2025 nog te kunnen behouden.
Een aantal begrippen staan hierbij centraal.
maken, denk bijvoorbeeld ook aan (financiële) ondersteuning van mantelzorgers.
De menselijke maat
Er moet voldoende aandacht zijn voor de patiënt waarbij de arts meer optreedt als coach en gezamenlijke
besluitvorming op de voorgrond staat. Dit bevordert de
therapietrouw en tevredenheid van de patiënt.
Verantwoordelijkheid
De maatschappij mag van burgers verwachten dat zij er
zelf alles aan doen om zo min mogelijk zorg te hoeven
consumeren. Natuurlijk moeten zij indien nodig met de
goede zorg op de juiste plaats en op het juiste moment
worden ondersteund.
Gezondheid en preventie
Samenwerken
De huidige definitie van de WHO over gezondheid
stamt uit 1948 en luidt: ‘een toestand van compleet
welbevinden’. Deze definitie is echter mede door de vele
chronische ziektes idealistisch en onhaalbaar. Beter is
om uit te gaan van the ability to adapt and to self
manage. Gezondheid en welzijn staan dan boven ziekte
en het stellen van diagnoses. Maximaal inzetten op
preventie draagt hieraan bij.
Rondom de zorg voor een patiënt zijn veel zorgverleners betrokken. Om de zorg zo goed mogelijk te houden
is het belangrijk dat ieder zich verantwoordelijk voelt
voor zijn aandeel in deze zorg voor de patiënt. Ook is
een cultuur waarin het veilig is om elkaar te corrigeren
als de patiëntveiligheid gevaar loopt van groot belang.
Digitalisering draagt hieraan bij en in de opleiding is er
ook voor dergelijke aspecten meer aandacht.
Zelfredzaamheid
Al met al een uitdagende visie, die flexibiliteit en
samenwerking vraagt en alleen met de inzet van eenieder ook realiteit kan gaan worden.
Dit werkt tweeledig: patiënten willen graag zo lang
mogelijk voor zichzelf blijven zorgen en door eigen
regie te voeren voelen zij zich gezonder. Er moet dan
ook ingezet worden op middelen om dit mogelijk te
Meer lezen? Zoek op ‘coach, cure, care’.
maart 2014
17
THEMA ZORG 2.0
Serious gaming
Onlangs zat ik lichtelijk zwetend achter mijn computer om het inwerkprogramma af
te ronden voor mijn nieuwe werkplek. Niet omdat ik te laat was begonnen, maar
omdat ik 6 scenario’s van abcdeSIM succesvol moest afronden. Het is fascinerend
dat zo’n game je echt wat van de stress van acute zorg kan laten voelen. Ik ben
inmiddels overtuigd van het nut (en plezier) van serious gaming. Een korte inkijk in
wat er speelt in het land van simulatie en serious gaming.
Tanca Minderhoud
en probeert de hoogste score te halen. Er zijn er ook
geen specifieke handgrepen of consoles nodig.
Wat erg bijzonder is aan abcdeSIM is dat er speciale
modellen ontwikkeld zijn om te berekenen wat het
effect is van je handelingen op de bloeddruk en pols
van de patiënt. Als de patiënt in het scenario bloed verliest, en je sluit te weinig infuus aan uit zich dat dus op
een realistische manier in een lagere bloeddruk. Er is
onderzoek gaande om ook deze game te valideren en
wetenschappelijk bewijs te krijgen voor de effectiviteit.
Een van de scenario’s van de abcdeSIM.
Gaming en simulatie voor artsen
Oorspronkelijk is het concept van simulatie om mensen
te trainen overgewaaid uit de luchtvaartindustrie, waar
de simulator zijn waarde al lang en breed bewezen heeft.
In Nederland hebben de snijdende specialisten (met
heelkunde voorop) als eerste de simulatie omarmd. Eén
van de eerste innovaties op medisch gebied was de
Simendo. Dit is een simulatiespel dat gebruikt wordt om
laparascopische technieken te trainen. Deze simulator is
ook uitgebreid wetenschappelijk gevalideerd1. Als je virtueel wil oefenen kan je je inmiddels wenden tot een virtuele operatiekamer en zelfs een Wii-trainer voor het
oefenen van laparoscopische ingrepen.
Een spel dat ik ook weleens zou willen spelen is Air
Medic Sky. Dit spel is gebaseerd op de stelling dat stress
een katalysator is voor het maken van foute beslissingen.
Terwijl stressvolle situaties worden nagebootst wordt je
hartslag en de vorming van zweet gemeten. Om het spel
goed af te ronden moet je je stressreactie controleren
om zo de benodigde handelingen te kunnen verrichten.
Inmiddels wordt ook in de wereld van obstetrie en verloskunde ervaring opgedaan met serious gaming Het Maxima Medisch Centrum en de TU Eindhoven ontwikkelden
het spel BIRTHplay. Dit is een serious game die bedoeld is
Maar niet alleen de heelkunde heeft ontdekt wat de
meerwaarde kan zijn van simulatie en gaming. Als Rotterdamse aios maak je al snel kennis met de abcdeSIM.
Het doel van deze game is om binnen 15 minuten een
acuut zieke patiënt op te vangen via de abcde-methode. AbcdeSIM heeft meer aspecten van een game dan
bijvoorbeeld Simendo omdat je ook tegen elkaar strijdt
Impressie van BIRTHplay.
18
maart 2014
THEMA ZORG 2.0
om artsen en verloskundigen te trainen in de vaardigheden die nodig zijn om een bevalling (met evt. complicaties) in goede banen te leiden. Om deze vaardigheden te
trainen moet je natuurlijk hands-on kunnen oefenen, en
er is dan ook een speciale controller ontwikkeld waarmee
de juiste handgrepen geoefend kunnen worden.
www.izovator-healthgames.nl
www.simendo.nl
www.limis.org
www.abcdeSIM.nl
www.re-Mission.net
www.vrpain.com
www.dssh.nl
Innovatieplatorm zorg, overzicht van meerdere games
Simendo- from simulation to Innovation
Ontwikkeling virtuele operatiekamer en WII trainer
Medische simulatie voor ABCDE training op de SEH
Serious game om therapietrouw te bevorderen
Virtual Reality als pijnbestrijding, over Snowworld
Dutch Society for Simulation in Health Care
‘Met BIRTHplay leer je een moeilijke bevallng
in goede banen te leiden’
Games voor patiënten
Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van games en
simulaties de gebruikt worden om artsen te trainen. Het
gebruik van games beperkt zich natuurlijk niet alleen tot
professionals, maar strekt zich ook uit tot de patiënten.
ReMission is een spel dat ontwikkeld is om adolescenten
met verschillende vormen van kanker meer te leren over
het belang van de behandeling die ze ondergaan, om zo
therapietrouw te bevorderen en ze beter te laten omgaan
met hun ziekte. In 20 levels kan je met verschillende
wapens (o.a. Chemoblaster, Radiation-Gun en PredniSoldier) de ziekte en gerelateerde infecties bestrijden.
Over de werkzaamheid is ook onderzoek verricht, waarbij
het spelen van een gewone game vergeleken werd met
het spelen van ReMission. De patiënten die ReMission
speelden waren beter op de hoogte van hun ziekte en
meer therapietrouw.
Ook vermeldenswaardig, hoewel het in engere zin geen
‘serious’ game is, is het spel Snowworld. Dit spel werd
ontwikkeld om brandwondenslachtoffers af te leiden tijdens de zeer pijnlijke wisselingen van hun verbanden,
om zo de pijn te verminderen. In het spel glijden de spelers door een ijzige kloof gevuld met mammoeten,
sneeuwpoppen en andere karakters. Het doel is om
zoveel mogelijk sneeuwballen op hen af te vuren. Er
wordt geen gebruikt gemaakt van een joystick maar van
een Virtual Reality headset. Door hoofdbewegingen kan
er gevuurd worden. Hoewel het niet dubbelblind onderzocht is laat neuroimaging met behulp van fMRI een
duidelijke afname in de pijnbeleving zien bij alle patiënten (jong en oud).
‘Virtueel sneeuwballen gooien verlicht pijn
bij brandwondenslachtoffers’
Body Posture is een game die gebruikt wordt bij revalidatie, bijvoorbeeld bij patiënten na amputatie. Het doel
van het spel is om als stuntman een serie stunts af te
leggen. De patiënt kan met behulp van bewegingssensoren de avatar bewegen en moet bepaalde houdingen
aannemen om naar het volgende level te komen. Hier-
De virtuele revalidatie in het levensgrote videogame
CAREN is ontwikkeld om mensen met houdingsproblemen,
stabiliteitsproblemen of bewegingsangst op een leuke
manier uit te dagen om te gaan bewegen.
mee kunnen nieuwe bewegingen aangeleerd worden en
kan er getraind worden om de juiste motoriek te hanteren bij het gebruiken van een prothese.
Er zijn nog vele andere initiatieven; zoals de Braintrainer (een geheugentrainer voor ouderen), Autitouch
(voor diagnostiek van autisme) en Geriatrix (behandeling van ouderen).
Validering
Een aandachtspunt in de wereld van gaming is de validering. Hoe zorg je dat er geen wildgroei aan (niet-gevalideerde) games ontstaat? En hoe overtuig je collega’s
om in een game te investeren als er geen bewijs is voor
werkzaamheid en effectiviteit? De vereniging Dutch
Society for Simulation in Health care heeft hiervoor een
keurmerk Valide Games gelanceerd. De eerste keurmerken
zijn op 19 maart jl. uitgereikt. Het is een keurmerk voor
en door gezondheidszorgprofessionals.
Bron
1. Verdaasdonk, EGG, Stassen, LPS, Monteny, LJ & Dankelman, J
(2006). Validation of a new basic virtual reality simulator
for training of basic endoscopic skills. Surgical Endoscopy:
surgical and interventional techniques, 2006(20), 511-518.
maart 2014
19
THEMA ZORG 2.0
Opkomst en ondergang van de
De bijna zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog geldt als een
tijdperk van een van de meest indrukwekkende menselijke prestaties: de opkomst
van de moderne geneeskunde. Anno 1945 overleden veel kinderen aan polio,
difterie of kinkhoest. Er waren nog nauwelijks effectieve medicijnen beschikbaar,
laat staan openhartoperaties, transplantaties en reageerbuisbaby’s. Nadat de
medische ontwikkelingen in een tijdelijke winterslaap zijn geweest, is na de
millenniumwisseling een nieuwe lente aangebroken.
Daniël Dresden
Opkomst
De selectie in de tabel toont een aantal overlappende ontwikkelingen: een afname van infectieziekten,
onder andere door sulfonamiden, penicilline en kinderimmunisatie, de toenemende chirurgische
mogelijkheden, onder andere door de microscoop,
transplantatie en heupprothesen, belangrijke ontwikkelingen in de behandeling van kanker, psychische aandoeningen, hart- en vaatziekten en
onvruchtbaarheid en verbeteringen in de diagnostische technieken (endoscopie en CT- en MRI-scan).
Ondergang
Ondanks de wonderbaarlijke en onbetwistbare successen hebben zich binnen de moderne geneeskunde enkele paradoxen afgetekend.
Paradox 1: Gedesillusioneerde artsen
Het succes van de moderne geneeskunde zou het
werk als arts tot een bijzonder bevredigende loopbaan moeten maken. Echter, veel en vooral jongere
artsen blijken zich te vervelen en raken gedesillusioneerd. Het aandeel van artsen met spijt over hun
gekozen carrière is gestaag toegenomen: 14% in
1966, 26% in 1976, 44% in 1981 en 58% in 1986.
In 1996 had een kwart geen plannen om te gaan
werken in de gezondheidszorg.
Paradox 2: De ongeruste gezonden
Door de toegenomen levensverwachting en de
afgenomen ziekteprogressie zou verwacht worden
dat tegenwoordig minder mensen zich zorgen
maken over hun gezondheid dan in het verleden.
Het omgekeerde blijkt echter het geval. Het aandeel bezorgde burgers is in de afgelopen dertig jaar
juist toegenomen: van één op de tien naar één op
20
maart 2014
Tabel 1: Enkele grote ontwikkelingen/doorbraken gedurende
de tweede helft van de twintigste eeuw.
1935
1941
1944
1946
1947
1948
1949
1950
1952
1954
1955
1957
1959
1960
1961
1963
1964
1967
1969
1970
1971
1973
1978
1979
1984
1987
1996
1998
Sulfonamides
Penicilline
Pap-uitstrijkje voor baarmoederhalskanker
Nierdialyse
Algemene anesthesie met curare
Radiotherapie (lineaire versneller)
Intra-oculaire lensimplantatie voor cataract
Cortison
Roken geïdentificeerd als de oorzaak van longkanker
Tuberculose genezen met o.a. streptomycine
Intensive care
Chloorpromazine ter behandeling van schizofrenie
Zeiss operationele microscoop
Openhartoperatie
Poliovaccinatie
Factor VIII voor hemofilie
Hopkins endoscoop
Orale anticonceptiepil
Levodopa voor Parkinson
Niertransplantatie
Preventie van herseninfarct
Coronaire arteriële bypass graft
Eerste harttransplantatie
Prenatale diagnostiek voor Down syndroom
Neonatale intensive care
Behandeling voor kanker bij kinderen
CT-scanner
In vitro fertilisatie
Coronaire angioplastiek
Helicobacter pylori als de oorzaak van maagzweer
Trombolyse
Tripletherapie voor HIV/AIDS
Viagra voor de behandeling van impotentie
THEMA ZORG 2.0
moderne geneeskunde
‘Ondanks de successen hebben zich binnen de
moderne geneeskunde enkele paradoxen
afgetekend’
de twee. Het fenomeen van de worried well lijkt een
contradictio in terminis: gezond, maar bezorgd. De
gedachte dat het leven continu bedreigd wordt door
verborgen gevaren wordt mede ingegeven door de toegenomen medische kennis en mogelijkheden. De eenvoudige vermaning van veertig jaar geleden ‘Niet roken
en verstandig eten’ is getransformeerd tot een allesomvattende veroordeling van niet alleen tabak maar elke
zinnelijk genot, zoals voedsel, alcohol, zonnebaden en
seks. Dit healthism, een medisch geïnspireerde obsessie
met triviale of niet-bestaande bedreigingen van de
gezondheid, zou in het verleden waarschijnlijk afgedaan zijn als kwakzalverij.
Paradox 3:
Populariteit van alternatieve geneeskunde
Het aantoonbare succes en de effectiviteit van de
moderne geneeskunde zou geleid moeten hebben tot het
marginaliseren van alternatieve behandelmethoden,
zoals homeopathie en natuurgeneeskunde. Dat is echter
niet zo. In de VS was eind vorige eeuw het aantal bezoeken aan aanbieders van onconventionele therapieën (425
miljoen) zelfs hoger dan aan huisartsen (388 miljoen).
Omdat de effectiviteit van alternatieve therapieën niet
routinematig getest is in klinische studies, is een logische
vraag waarom zoveel mensen hier vertrouwen in hebben.
Paradox 4:
Stijgende kosten van de gezondheidszorg
Hoe meer de geneeskunde kan doen, hoe hoger de kosten. Deze financiële vrijgevigheid van de afgelopen
decennia blijkt te berusten op een algemene overtuiging
dat de gezondheidsproblemen hierdoor zouden verdwijnen. Dat blijkt echter een niet geheel correcte aanname.
Het aangeven van deze paradoxen moet wel in perspectief worden gezien. In het algemeen hebben artsen
voldoening van hun werk en in het algemeen waarderen mensen de voordelen van de moderne geneeskunde.
Nieuwe lente
Terugblikkend wordt Europa medio vorige eeuw gekenmerkt door een oorlog, kinderen die overleden aan
kinkhoest en polio en veel bewoners in psychiatrische
inrichtingen. Het genezen van kanker of het transplanteren van organen leken onbereikbare fantasieën.
Opvallend is dat in de jaren veertig tot zeventig van de
vorige eeuw een enorme concentratie van belangrijke
innovaties heeft plaatsgevonden, gevolgd door een duidelijke daling. Deze opkomst en ondergang vormt
mogelijk een verklaring voor de paradoxale ontevredenheid van de moderne tijd.
Het lezenswaardige boek van James le Fanu1 geeft een
beschouwing over de ontwikkelingen tijdens de tweede
helft van de twintigste eeuw.
Ook al wordt de aanpak van ernstige en complexe aandoeningen belemmerd door lastige barrières, toch lijkt
er voor de behandeling van sommige ziekten een gevoel
van optimisme terug te keren. Binnen de medische
wetenschap wordt hard gewerkt om de hiaten in de
kennis en de leemten in de behandelmogelijkheden te
vullen. De esculaap lijkt na een winterslaap aan een
nieuwe lente te beginnen.
Bron
1. James le Fanu. The Rise and Fall of Modern Medicine.
maart 2014
21
THEMA ZORG 2.0
Dokter tablet
Artsen zijn geen grote fan van vernieuwing. Niet voor niets werken veel
ziekenhuizen nog met piepers, en is er stress nu de papieren recepten moeten
verdwijnen. Maar de techniek heeft wellicht toch zo zijn voordelen. Neem
bijvoorbeeld de tablet.
Stéphanie van Straaten
Het is druk op de neonatologie in Grey’s. Dokter
Christina Yang is onderweg naar een patiënt, haar
zwarte krullen wapperen achter haar aan, als ze naar
de patiënt toegaat. De patiënt is een baby, en een
baby met pech. Hij heeft namelijk een hypoplastisch
linker hart, zoals Christina de moeder op haar tablet
laat zien. De shunt die ze eerder hebben gebruikt,
wordt afgestoten. Maar... klik-klik, daar komt ineens
een 3D-printer in beeld. Snel swipend gaan moeder
en arts door de informatie op haar tablet. Een nieuwe
shunt, van lichaamseigen materiaal is zo geprint.
Moeder begrijpt het meteen. Toch handig, zo’n tablet.
‘In Grey’s Anatomy zijn ze al lang om: elke
dokter een tablet’
In Grey’s Anatomy zijn ze al lang om. Elke dokter een
tablet, een superhippe scanner die in 3 seconden een
total bodyscan maakt en een digitaal patiëntenbord
dat zo, hup, vanaf de tablet kan worden bijgewerkt,
zodat iedereen weet wie waar ligt, en wat er nodig is.
In het dagelijks leven begint men ook, mondjesmaat, in
de Nederlandse ziekenhuizen toe te werken naar Grey’s
Anatomytaferelen. Nee helaas, geen McDreamy’s,
McSteamy’s en spannende avonturen op de On Call
Room. Maar die tablets, die hebben we wel.
Handig zijn ze zeker en de markt springt er gretig op
in. Zo is er de app DrawMD, waarmee artsen van verschillende specialismen eenvoudig hun procedures
kunnen uittekenen. Net als Christina Yang, kun jij ook,
binnen enkele klikken, een prachtige weergave laten
zien van de menselijke anatomie en verschillende
behandelingen. Nog steeds zonder de wapperende
krullen en de 3-D printer, maar toch.
Steeds meer artsen maken voor de dagelijkse patiëntenzorg dan ook de overstap naar een mobiel apparaat, van tablet tot smartphone. Met name worden
apps gebruikt om medicatiedoseringen op te zoeken
22
maart 2014
en uit te rekenen, maar veel meer is mogelijk. Recent
onderzoek1 wees zelfs uit, dat een tablet op het werk
per dag een tijdsbesparing oplevert van een uur. Niet
gek, gezien de dagen die wij maken.
‘Doktershulpje op het werk,
kinderzoethoudertje in de auto’
Tegelijkertijd zijn er stromingen tégen de tablet, waarbij dan vooral het risico op infecties een argument is.
Tablets zijn gebruiksvoorwerpen waar je met je vingers
aan zit. Bovendien heeft de tablet nog een dubbelrol:
doktershulpje op het werk, kinderzoethoudertje in de
auto, en misschien heb je wel een van die slimme katten die ‘zoek de muis’ spelletjes speelt op de tablet.
Zo’n tablet, vol met vingertjes, kattenhaar en eventueel nog lichaamsexcreties van de vorige patiënt, is
inderdaad misschien niet het toppunt van hygiëne.
De internetwebsite ‘Which.com’ deed een klein
onderzoekje naar de aanwezigheid van Staphylococcus
Aureus op tablets. De conclusie was schokkend
(zie figuur) en zo ook het aantal bacteriën op een
smartphone te zien na afdrukken in een petrischaaltje.
Of dat een kleuter van drie ineens met een paar
onhandige swipes wat medicatie annuleert. Daarnaast
zijn tablets natuurlijk een stuk gewilder dan de nu
gebruikte kladblokjes, dus behoorlijk diefstalgevoelig.
Tegelijkertijd kunnen tablets beveiligd worden, met
vingerafdrukken, wachtwoorden en codes. Een
opschrijfboekje is weliswaar ook verkrijgbaar mét slot,
maar daarvoor moet je toch eerder bij het dagboek van
je tienjarige dochter zijn, dan bij de eigen collega’s.
Bovendien, hoe vaak ben je je tablet kwijt? En hoe
vaak de overdrachtspapieren?
‘Hoe vaak ben je je tablet kwijt? En hoe
vaak je overdrachtspapieren’
Het is druk op de neonatologie. Dokter Henk Jansen is
op weg naar een patiënt, de coassistent fladdert achter hem aan, als hij, het laatste slokje koffie opdrinkend, naar de patiënt toegaat. De patiënt is een baby,
een baby met pech. Ze heeft namelijk net een beetje
gespuugd. Langzaam swipend, dokter Jansen is immers
al wat ouder en nog niet zo handig met zijn nieuwe
tablet, komt de vochtbalans van de baby in beeld. Zelfs
de coassistent begrijpt dat dit beetje spugen niet zo’n
probleem is.
Maar de vraag is: wat is het alternatief? Is het papieren kladblokje dat veel artsen bij zich hebben om
gegevens op te schrijven, in combinatie met die afgekloven pen dan wel hygiënisch? Datzelfde kladblokje
dat dag in dag uit verstopt zit in ons zo geliefde bacteriebroeinest: de witte jas? Bovendien: ooit iemand
zijn notitieblok zien ontsmetten na een bezoek aan
een patiënt? Juist. Het experiment waarbij de bacteriële load van een tablet, een pen, een notitieblok en een
witte-jaszak worden vergeleken, moet helaas nog
komen, maar de markt springt er alvast op in met
tabletpoetsdoekjes en andere hygiëneproducten.
Een ander punt is de privacygevoeligheid. Het moet
toch niet zo zijn dat de kat tijdens zijn muisspelletjes
per ongeluk inlogt in ‘ezis’, met alle gevolgen van dien.
Toch handig, zo’n tablet... Ook voor dokter Jansen.
Bron
1. Patel, B., Chapman, C., Luo, N., Woodruff, J., Arora, V. Impact
of Mobile Computers on Internal Medicine Resident Efficiency.
(2012). Archives of Internal Medicine. Accessed March 12, 2012.
maart 2014
23
COLUMN
Van buiten naar
binnen kijken
Tanca Minderhoud, 4e jaars aios interne geneeskunde en
kritische enthousiasteling, reflecteert in deze column op de
dagelijkse praktijk.
Verbouwing
Invullen met fantasie
Elke ochtend loop ik langs een noodgebouw. Het ziekenhuis waar ik werk is bezig aan een monsterlijk grote
verbouwing, en om de toezichthoudende bobo’s te
voorzien van gepaste kantoorruimte, zijn in allerijl
noodgebouwtjes opgetrokken. Ze staan er alweer een
jaar of twee. Iedere ochtend kijk ik naar binnen en
vraag me af wat zich daar afspeelt. Op één van de
bureaus staat een miniatuurhijskraan. Zou de bouwkundig ingenieur weleens een half uurtje met de minihijskraan spelen? Zouden de kosten die inmiddels de
pan uit rijzen echt komen door alle tegenslagen?
Het aanvullen van informatie op basis van allerlei
circumstantial evidence is volgens mij een sterke aangeboren respons. Een experiment uit de sociale psychologie liet mensen kijken naar een foto van een onbekende vrouw in een mantelpak. Ze moesten kiezen
welke beschrijving het meest juist was. De ene beschrijving luidde; ‘Deze vrouw heet Jeannet’, de andere ‘Deze
vrouw heet Jeannet en is directiesecretaresse’. Verreweg
het grootste deel van de kandidaten koos voor de laatste optie. Theoretisch geeft dit echter meer kans op een
foute gok; er staan twee variabelen in die je niet kan
weten, in plaats van één. Maar blijkbaar is door het
mantelpakje ons brein al bezig om in te vullen wat voor
werk ze doet.
Mini-hijskraan
Het bevreemdt me
dat ik steeds
dezelfde gedachte
krijg als ik langs
dat gebouw loop.
Elke dag weer verdenk ik die man
ervan om kostbare
tijd te verspillen
met het hijskraantje. Natuurlijk weet
ik dat hiervoor
helemaal geen
aanwijzingen zijn
en dat de grote
onbekende er ook helemaal geen tijd voor heeft. Maar
er is iets mysterieus aan personen waar je maar een
klein stukje van te zien krijgt. Op basis van beperkte
informatie vorm je je een veel groter beeld, waarin je
dus allerlei aannames doet. Dat maakt het risico dan
weer groot op foute beeldvorming. Wat je niet weet
kan je invullen met je fantasie.
24
maart 2014
Irrationele gedachten
Bij patiënten zie je het ook vaak terug. Vooral wachtende patiënten. Als je als patiënt op de SEH vijf uur zit te
wachten bekruipt je het gevoel dat ze je vergeten zijn.
Dat ze uitgebreid chinees aan het eten zijn terwijl jij
hongerig op een koude kamer zit. De meeste patiënten
kunnen echt rationeel wel bedenken dat het personeel
op de SEH er ook geen baat bij heeft als de ligduur zo
lang is. En dat het druk is en dat anderen zich in een
levensbedreigendere situatie bevinden. Maar kunnen ze
hun irrationele gedachten onderdrukken?
Het grappige is dat ik het gedrag van patiënten soms
beter snap sinds ik dagelijks nadenk over dat hijskraantje. Dan is dat ding toch nog ergens goed voor.
Drie pijlers
van De Jonge
Specialist
opleiding
OPLEIDING
Hoeveel aios mogen er worden opgeleid?
Zit jouw opleiding goed in elkaar?
Hoe bereid je je voor op een visitatie?
Hoe kun je je algemene competenties
verbeteren?
KWALITEIT
Hoe dragen we bij aan de beste zorg in de
toekomst?
Hoe ziet de toekomst van de aios er uit?
Welk effect heeft taakherschikking op jouw
opleiding?
Hoe zorgen wij er voor dat zorgvernieuwing
ook zorgverbetering betekent?
kwaliteit
belangen
behartiging
klaar
voor de
toekomst!
Mercatorlaan 1200
Postbus 20057
3502 LB Utrecht
BELANGENBEHARTIGING
Hoe ga je om met een conflict met je
opleider?
Klopt jouw rooster en ben je klaar om
diensten te draaien?
Hoe onderhandelen we over jouw cao?
Hoe verbeteren we de arbeidsmarkt voor
jonge klaren?
[email protected]
www.dejongespecialist.nl
1-2
De Jonge Specialist,
klaar voor de toekomst!
WIE ZIJN WE?
WAT DOEN WE?
De Jonge Specialist is de zelfstandige beroepsvereniging voor aios, ontstaan uit de fusie tussen
De Jonge Orde en de LVAG.
De Jonge Specialist is het aanspreekpunt
voor partijen zoals het Ministerie van VWS,
de landelijke ziekenhuisorganisaties (NFU en
NVZ), de KNMG en de Arbeidsinspectie. Ons
bestuur bestaat uit aios van diverse medische
specialismen die zich met veel visie en
enthousiasme inzetten voor de belangen van
alle aios in Nederland.
De Jonge Specialist behartigt jouw belangen
als aios! Zoals het voorkomen van de eigen
bijdrage en de verkorting van de opleiding.
Maar ook het aan de kaak stellen van de Jonge
Klaren problematiek en vele andere relevante
aios-zaken. De Jonge Specialist voert ook
onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden
voor aios. Dus hoe groter onze achterban
als aios-vereniging, hoe sterker onze
onderhandelingspositie!
De Jonge Specialist staat voor:
één gezamenlijke aios-stem op landelijk
niveau
een sterke onderhandelingspositie voor
alle aios
het initiëren, coördineren en stimuleren van
initiatieven ter bewaking en verbetering van
de opleiding tot medisch specialist
WAT BIEDEN WE?
juridisch advies
roosteradvies en roostercheck
lidmaatschap van de OMS, LAD en de KNMG
het weekblad Medisch Contact
brochures over belangrijke thema’s
voor aios
ons tijdschrift De Jonge Specialist
emailnieuwsbrief
gratis toegang tot de AIOS-dag
LID WORDEN!
Wil je meer informatie of lid worden,
kijk dan op www.dejongespecialist.nl.
Het aios-lidmaatschap kost 120 euro per jaar.
Je bent dus al lid voor 10 euro per maand.
Je kunt als aios het lidmaatschap ook nog
deels vergoed krijgen via je werkgever, door
gebruik te maken van de regeling binnen je cao.
Ben je aios, anios, arts-onderzoeker en haal jij
het onderste uit de opleidingskan?
Word dan nu lid!
Only one
company
has StageOne Select
- the only modular hip spacer mo
mold
ld
Personalized
The only customizable hip spacer molds
ds
t create a spacer with antibiotic of choice
ce
Optimized
The only spacer with textured surface
omotes higher
her antibiotic elution1
t increased surface area promotes
Exceptional
The only reinforced modular hips cement
ent molds,
with 150 combinations
ension
t bone sparing, maintains soft tissue tension
and increases mobility for the patientt
+ 31 78 629 29
2 29
[email protected]
met.com - www.biomet.com
www
.biomet.com
biomet.com
©2012 Biomet.® All pictures, products, names and trademarks
herein are the property of Biomet, Inc. or its subsidiaries.
1. Bassam A. Masri, Clive P. Duncan, Christopher P. Beauchamp, Nancy
y J.
Paris, Jennifer Arntorp. Effect of Varying Surface Patterns on Antibiotic
biotic
oplasty
Elution from antibiotic-loaded Bone Cement. The Journal of Arthroplasty
Vol. 10, No. 4, 1995, 453-459.
®
One Surgeon.
Surgeon. One Patient.
Patient.