De Jonge ÊÊ>>À}>}Ê£ÊUÊ>>ÀÌÊÓä£{ Ê Ê Ê Ê -«iV>ÃÌ Zorg 2.0 De toekomstvisie van de zorg Serious gaming Dokter tablet SEMINAR ‘DE FINANCIËLE JUNGLE VOOR DE STARTENDE MEDISCH SPECIALIST’ Uw bestaan als arts in opleiding zit er bijna op. Gaat u daarna als jonge klare werken in het vrije beroep? Kiest u voor een baan in loondienst in een algemeen of academisch ziekenhuis? De keuze is aan u. Om u bij deze belangrijke keuze te helpen, verzorgt Sibbing & Wateler c.s. op 5 april 2014 in Burgers’ Zoo te Arnhem het seminar ‘De financiële jungle voor de startende medisch specialist’. Belangrijke financiële en juridische aspecten komen deze ochtend aan bod. Uw gezin is op deze dag van harte welkom voor een bezoek aan Burgers’ Zoo. EERSTVOLGENDE SEMINAR: 5 APRIL 2014 SCHRIJF U NU IN! Kijk op www.sibbing.nl voor een inschrijfformulier en meer informatie over het seminar. Na inschrijving ontvangt u het programma, het uitgebreide lesmateriaal en een routebeschrijving. PRAKTIJKVESTIGING FINANCIËLE PLANNING ASSURANTIËN Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl VOORWOORD Colofon Magazine De Jonge Specialist, voorheen het tijdschrift AIOS Redactie Carina Bethlehem, hoofdredacteur Lisette Kunz, hoofdredacteur Anna Roukens, hoofdredacteur Heidi Wals, eindredacteur Annemieke Coester Daniël Dresden Tanca Minderhoud Stephanie van Straaten Anouck Visscher Redactieadres Postbus 20057, 3502 LB Utrecht E [email protected] Dagelijks Bestuur De Jonge Specialist Gabie de Jong, voorzitter Chella van der Post, vicevoorzitter Bas Hammer, secretaris Marjolein Kremers, penningmeester Adreswijzigingen Adreswijzigingen kunnen worden doorgegeven aan de eigen (junior) wetenschappelijke verenigingen. Daarvan ontvangt De Jonge Specialist de verzendgegevens. Uitgever De Jonge Specialist, Utrecht Pre-press en drukwerk Centrum Drukwerk, Maartensdijk Fotografie omslag Jeroen van den Boer Ontwerp Advertentie-exploitatie Cross Media Nederland Nieuwe Haven 133 3116 AJ Schiedam T: 010 – 7421023 E: [email protected] W: www.crossmedianederland.com Abonnementen Magazine De Jonge Specialist is het tijdschrift van De Jonge Specialist. Het tijdschrift wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aios in Nederland. Als u het magazine niet ontvangt, neem dan contact op per email: [email protected]. Abonnementen: Nederland e 20,incl. btw. Overig buitenland e 30,-. Losse nummers e 6,- incl. btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres. Oplage: 5.700 ISSN: 2352-3670 Jaargang 1 © 2014 DJS. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van De Jonge Specialist. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever. Ieder z’n eigen Zorg 2.0 Voor je ligt de eerste editie van het magazine ‘De Jonge Specialist’, hiervoor het tijdschrift AIOS. Met het ontstaan van de nieuwe beroepsvereniging voor aios was het tijd voor een vernieuwd blad met een frisse uitstraling, zeg maar AIOS 2.0. Dit nummer van De Jonge Specialist staat in het teken van Zorg 2.0. Maar wat is dat eigenlijk, Zorg 2.0? Natuurlijk hangt het antwoord op deze vraag volledig af van de tijd waarin we leven. Ongeveer 5 jaar geleden vonden we het elektronisch patiëntendossier (EPD) enorm 2.0, inmiddels is het nog steeds niet in alle ziekenhuizen geïmplementeerd. Hetzelfde geldt voor onze mobieltjes: ik weet nog hoe trots ik was op mijn eerste prepaid ‘koelkast’, tegenwoordig vliegen de (medische) apps je om de oren en kunnen de meesten zowel binnen als buiten de spreekkamer niet meer zonder de nieuwste telefoon. Maar wat is nou echt Zorg 2.0? Is dat een vermindering in de thuiszorg? Of op alle tijden van de dag en zeven dagen per week zorg leveren? Te veel jonge klaren die vervolgens thuiszitten of in de WW belanden? Of bijvoorbeeld transplantaties van met stamcellen gegroeide weefsels? Gentherapie na sequencing van genoom? Hopelijk geeft deze editie je daar meer inzicht in. Dit is mijn laatste editie van het tijdschrift waar ik als hoofdredacteur bij betrokken ben. Na 6 jaar redacteurschap, waarvan 4 jaar als hoofdredacteur, is het tijd om het werk over te dragen aan Anna Roukens, die samen met Carina Bethlehem dit tijdschrift verder vorm zal geven. Daarmee hopen we de volgende generatie aios, die voor de toekomstige Zorg 2.0 zullen zorgen, ook van interessante en relevante informatie te voorzien. Voor mij persoonlijk betekent Zorg 2.0 dat ik mij vanaf nu op andere dingen kan richten, zoals het afronden van mijn opleiding tot longarts en promotie (eindelijk) en het voorbereiden (opnieuw) op mijn aanstaande taak als moeder. Want ook dat is Zorg 2.0. Lisette Kunz Inhoud Nieuws van De Jonge Specialist Opleidingsduur beter afgestemd op individuele aios De Acute Opname Afdeling – Een vliegende start voor patiënt en aios Windows en Witte Jassen Voor elk probleem een poli De toegevoegde waarde van de ziekenhuisarts Juridische bijstand voor aios: Een jonge klare aan het werk Clinical audit – Een nieuwe tool in de opleiding? Coach, Cure & Care 2015 – De toekomstvisie van de zorg Serious gaming Opkomst en ondergang van de moderne geneeskunde Dokter tablet Column: Van buiten naar binnen kijken pag. 2 4 6 8 10 12 14 16 17 18 20 22 24 1 VERENIGINGSNIEUWS Nieuws van De Jonge Specialist Welkom bij De Jonge Specialist! Sinds 1 januari jl. zijn de LVAG en De Jonge Orde officieel gefuseerd en is De Jonge Specialist dé zelfstandige beroepsvereniging voor aios. We staan voor één gezamenlijke aiosstem op landelijk niveau, een sterke onderhandelingspositie voor alle aios en het initiëren, coördineren en stimuleren van initiatieven ter bewaking en verbetering van de opleiding. Heb je vragen over bijvoorbeeld je rooster, onderwijs of de regels rondom onbetaald, zwangerschaps-, of ouderschapsverlof, word dan lid en neem contact op via [email protected]. We helpen je graag verder! Charlotte de Bruin, bestuurslid De Jonge Specialist Agenda 23 april Vergadering Raad Juniorverenigingen, 19.30uur UMC Utrecht AIOS = De Jonge Specialist Zoals in december reeds aangekondigd heet het magazine AIOS voortaan De Jonge Specialist. Zoals je gewend bent ontvang je het magazine elk kwartaal gratis in de bus en staat het vol met informatieve en ontspannende artikelen, en natuurlijk nieuws over de opleiding. Ben je al lid van De Jonge Specialist? Was je vorig jaar lid van De Jonge Orde, LAD of had je het actielidmaatschap waarbij je lid was van De Jonge Orde, OMS én LAD? Dan is je lidmaatschap automatisch omgezet naar De Jonge Specialist en betaal je €120 per jaar. Heb je hierover de afgelopen maanden geen bericht gehad? Neem dan contact op met [email protected]. Zie de website www.dejongespecialist.nl en volg ons op twitter: #jongespecialist 2 maart 2014 VERENIGINGSNIEUWS Individualisering van de opleidingsduur Vanaf 1 juli a.s. (mits goedkeuring van de minister) is het mogelijk om zelf als aios je opleidingsduur af te stemmen met de opleider. Het CGS heeft hiertoe nieuwe regels opgesteld voor het verlenen van vrijstellingen. Leidend hiervoor is het behalen van competenties, waardoor het mogelijk is de opleiding sneller te doorlopen. Voor de aios een mooie kans om de opleiding meer individueel in te vullen. Anderzijds is het ook een tegemoetkoming van de beroepsgroep aan de bezuiniging. De Jonge Specialist richt, onder leiding van Laura van Geffen (bestuurslid DJS), een werkgroep op, om samen met afgevaardigden vanuit de OOR’s betrokken te blijven bij de concrete invulling van deze plannen. Volg voor de laatste ontwikkelingen de website (www.dejongespecialist.nl >thema’s > opleiding > bezuinigingen op de opleiding). Natuurlijk houden we je via het magazine op de hoogte! Lees meer hierover op pagina 4 en 5. UPDATE JONGE KLAREN In december publiceerde de Volkskrant een artikel over Jonge Klaren die ‘gratis’ arbeid verrichten, of met behoud van de WW-uitkering een stageplek invullen. Voor DJS zijn deze zogenaamde oplossingen onacceptabel, het verdringt normale arbeidsplaatsen en concurreert daarnaast ook met fellow-plekken. Ook vanuit de hoek van de medisch specialisten wordt met afkeuring gereageerd op deze initiatieven. Daarnaast kondigde de Orde van Medisch Specialisten aan een banenplan te creëren wat op korte termijn geld zou kunnen vrijmaken om jonge klaren aan te kunnen nemen in algemene ziekenhuizen. DJS ondersteunt dit initiatief van harte, maar details ontbreken vooralsnog. Ook in 2014 zal DJS een enquête uitzetten onder aios en jonge klaren om overzicht te krijgen van de huidige stand van zaken op de arbeidsmarkt. Veel wetenschappelijke verenigingen hebben onze oproep ter harte genomen om hier mee aan de slag te gaan, dus het is van belang de effecten ervan in kaart te brengen. Zeker zolang de effecten van de recent afgesproken instroombeperking nog op zich laten wachten. Lees er meer over op onze website (www.dejongespecialist.nl en zoek op ‘Jonge klaren trekken opnieuw aan de bel’). Bas Hammer, secretaris De Jonge Specialist maart 2014 3 VERENIGINGSNIEUWS Opleidingsduur beter afgestemd Binnenkort is er meer mogelijk om de duur van de opleiding af te stemmen op de individuele aios. Het College Geneeskundige Specialismen (CGS) heeft regelgeving voor individualisering van de opleidingsduur vastgesteld. Het Besluit ligt nu ter instemming bij de minister. Als zij akkoord is, gaat de regeling voor medisch specialisten in opleiding op 1 juli 2014 in. Nannet Alkema, College Geneeskundige Specialismen De vernieuwingen • • • • Inhoud leidend > verruiming mogelijkheden De nieuwe vrijstellingsregeling is gebaseerd op wat je als aios daadwerkelijk aan competenties hebt ontwikkeld. Ook competenties die je hebt behaald vóór je artsexamen of in een niet-erkende opleidingsinstelling kunnen voor vrijstelling in aanmerking komen. Beoordeling door meest inhoudsdeskundige De opleider gaat beoordelen of de ervaring inhoudelijk relevant is voor de opleiding. Het curriculum van het betreffende specialisme dient daarbij als leidraad. Toewijzing verkorting gebaseerd op praktijkbeoordeling Voorafgaand aan je opleiding maakt de opleider een inschatting. De daadwerkelijke beoordeling vindt plaats tijdens de opleiding, zodat je opleider een goed gefundeerd oordeel kan geven over de veronderstelde competenties. Versneld opleiden mogelijk Excellente aios hebben de mogelijkheid om het curriculum sneller te doorlopen. Gabie de Jong, voorzitter De Jonge Specialist en aios-lid CGS: ‘Aanloopperiode naar opleiding is geen weggegooide tijd’ “Je kunt aios niet door één mal persen, want iedereen is anders. Met deze regeling is de opleiding beter af te stemmen op de persoon. Ook het pad dat naar de vervolgopleiding leidt kan voor iedereen anders zijn. Door deze regeling wordt er echt naar de inhoud van dat pad gekeken. Daarmee is de aanloopperiode tot de opleiding, hoewel die bij veel specialismen langer is dan ons lief is, geen weggegooide tijd. Integendeel: het is tijd en energie die je investeert in jezelf, in je eigen toekomst als specialist. En als je die tijd bewust en gericht invult, kan dat ook nog leiden tot verkorting van je opleiding. Hoewel maatwerk de insteek was, kan deze regeling ook ingezet worden voor de afgesproken bezuiniging; een harde eis die we als beroepsgroep moeten waarmaken en waarvan de alternatieven - eigen bijdrage aan de opleiding en/of absolute verkorting opleidingsduur erg onaantrekkelijk zijn. Ook aios hebben daar een verantwoordelijkheid in, door mogelijke verkorting van de opleiding goed zichtbaar te maken en aan te kaarten bij de opleider. Ik merk wel dat er bij aios nog veel vragen 4 maart 2014 leven over de regeling. ‘Wat is het, hoe moet ik het regelen, wat als mijn opleider het niet eens is met mijn vrijstellingsverzoek?’ De Jonge Specialist heeft daarom een werkgroep opgericht die zich focust op de uitwerking, implementatie en bekendheid van de individualisering van de opleiding.” VERENIGINGSNIEUWS op individuele aios Fedde Scheele, opleider gynaecologie en vicevoorzitter CGS: ‘Nieuwe regeling gaat uit van de ínhoud van de werkervaring’ “De huidige regeling voor vrijstellingen gaat vooral uit van de tijdsduur van de ervaring. Dat zegt natuurlijk niet zoveel. De nieuwe regeling gaat uit van de inhoud van de ervaring: wat heb je in het voortraject precies geleerd, welke competenties heb je al ontwikkeld? Dat is voor het bepalen van de opleidingsduur natuurlijk veel relevanter dan de tijdsduur van de ervaring. Sommige aios maken zich zorgen over een tegengesteld belang dat zou kunnen spelen: de aios is gebaat bij verkorting, maar de vakgroep meestal niet; zij moeten dan eerder afscheid nemen van een ervaren werkkracht. Want zo is het op veel plekken nog wel: aios worden meer beschouwd als werknemers dan als ‘opleidelingen’ die betaald en ‘uitgeleend’ worden door het ministerie. Daar zal verandering in komen en daarvoor worden lan- Vraag & antwoord Hoe kan ik zichtbaar maken over welke ervaring ik beschik? Door middel van een portfolio. Denk bijvoorbeeld aan: • Opsomming van uitgevoerde activiteiten, tijdsduur van de ervaring, specifieke patiënten-doelgroepen en de betrokken begeleiders. • Beschrijving van de competenties en tot welk niveau die zijn opgedaan, met een koppeling naar het CanMEDS-model. Kan verkorting van mijn opleiding teruggedraaid worden? Uitgangspunt van de nieuwe regeling is dat de opleider in de praktijk beoordeelt of zijn aanvankelijke inschatting correct was. Oftewel: pas gedurende de opleiding wordt de verkorting ‘definitief’ gemaakt. Als de opleider eenmaal heeft aangegeven dat de betreffende competenties verworven zijn, dan kan de korting niet meer worden teruggedraaid. Voor meer antwoorden op vragen en voorbeelden van documentatie zie www.knmg.nl/cgs. delijke projecten ingezet, die tips geven en handreikingen doen aan aios en teams van opleiders.” Visiedocument Optimaal Functioneren December jl. heeft de Orde van Medisch Specialisten (OMS) samen met de wetenschappelijke verenigingen en De Jonge Orde het visiedocument ‘Optimaal functioneren van medisch specialisten’ gepresenteerd. Volgens de Euro Health Consumer Index (EHCI) 2013 heeft Nederland voor het vierde jaar op rij het beste gezondheidszorgsysteem van Europa. Dit is iets om trots op te zijn, maar om deze positie te behouden zal er blijvend moeten worden geïnvesteerd in het zo goed mogelijk laten functioneren van de gezondheidszorg waar de medisch specialist onderdeel van is. In onze opleidingen wordt hier al aandacht aan besteed middels de competenties ‘professionaliteit’ en ‘maatschappelijk handelen’. Transparant zijn, toetsen aan collega’s en je blijven ontwikkelen zijn belangrijke ingrediënten daarbij. Het gezamenlijke doel is werken aan kwaliteitsverbetering en het voorkómen van (mogelijk) disfunctioneren. Meer lezen? Zoek dan op ‘Visiedocument Optimaal Functioneren’. maart 2014 5 THEMA ZORG 2.0 De Acute Opname Afdeling Een vliegende start voor patiënt De Acute Opname Afdeling (AOA) is een fenomeen dat niet meer weg te denken is uit veel ziekenhuizen in Nederland. Het is het tussenstation tussen de spoedeisende hulp (SEH) en de reguliere verpleegafdeling, waar patiënten niet langer dan 48 uur liggen. Een interview met Herre van Kaam, adviseur en Karlijn van Halem, aios interne geneeskunde over hun ervaring met de AOA. Anna Roukens Ir. Herre van Kaam: ‘Artsen van verschillende specialismen zijn samen verantwoordelijk’ Via het Nederlands Netwerk Acute Opname Afdelingen1 kwam ik terecht bij ir. Herre van Kaam, adviseur bij de Vreelandgroep en betrokken bij de totstandkoming van meerdere AOA’s in Nederland. Het netwerk werd in 2010 opgericht en inmiddels zijn er zo’n 15 ziekenhuizen bij aangesloten. Zijn eerste samenwerking was met het Zaans Medisch Centrum, waar al vanaf 2005 een AOA bestond, maar waar een verbouwing in 2010 werd aangegrepen om het concept van het scheiden van de electieve en niet-electieve zorg verder uit te bouwen. ‘Het opnemen van patiënten vanaf de SEH en de polikliniek gaat veel sneller’ Succes Nu, vier jaar later, blijkt het succes van dit concept bewezen. Het opnemen van patiënten vanaf de SEH en de polikliniek gaat veel gemakkelijker en sneller dan voorheen door een team van gespecialiseerde verpleegkundigen en artsen, waarbij ook de samenwerking met de ondersteunende specialismen essentieel is. De AOA past helemaal in de dynamiek van het huidige zorgbeleid van snelle diagnostiek, korte opnameduur en verplaatsing van de langdurige zorg naar instellingen buiten het ziekenhuis. Herre: “Daarnaast blijkt de AOA ook een goede ontmoetingsplaats voor artsen van verschillende specialismen, omdat zij nu samen verantwoordelijk zijn voor één afdeling”. 6 maart 2014 Volgens Herre zijn de spelregels voor een AOA zijn in de loop van de tijd wat meer uniform geworden. “Bij de opkomst van de AOA’s varieerde de maximale ‘ligtijd’ van 24 tot 72 uur, maar inmiddels is dat overal 48 uur geworden. Dan moet de patiënt overgeplaatst zijn naar een verpleegafdeling of naar huis zijn ontslagen”, vervolgt Herre. Ik dacht eerst dat die 48 uur voortkwam uit de wens van de artsen. Aan de ene kant genoeg tijd om de belangrijkste diagnostiek rond te krijgen en de eerste effecten van een ingestelde behandeling te zien, en aan de andere kant niet te lang om te voorkomen dat het een reguliere verpleegafdeling wordt, met alle bijbehorende aspecten die soms wat afleiden van het medisch inhoudelijke en die voor aios doorgaans minder spannend zijn. Maar mijn aanname blijkt ongegrond, die 48 uur is namelijk gebaseerd op patiënttevredenheid. Herre: “In deze eerste twee dagen vindt de patiënt het prettig dat het druk is en er veel onderzoeken worden gedaan, maar hierna moet er meer rust zijn”. Een klassieke win-win situatie dus. Specialismen Vaak zijn de grootste specialismen zoals de interne geneeskunde en de heelkunde het best vertegenwoordigd op de AOA, maar volgens Herre van Kaam werkt een AOA het beste als er vanaf het begin zoveel moge- THEMA ZORG 2.0 en aios lijk verschillende specialismen meedoen. “Hoe groter en diverser het aanbod van patiënten des te voorpelbaarder en dus efficiënter het verloop wordt”, aldus Herre. De specialismen die je minder of bijna nooit op een AOA tegenkomt zijn de gynaecologie (verloskamers), cardiologie (eerste hart hulp en hartbewaking), neurologie (stroke afdeling), psychiatrie en kindergeneeskunde, omdat voor deze patiënten zeer gespecialiseerde verpleging en vaak andere monitoring nodig is. Achilleshiel Ook de grootte van de AOA’s verschilt nog sterk per ziekenhuis. In het LUMC in Leiden begon deze afdeling met 10 bedden en zijn er inmiddels 21, en in Zwolle (Isala Klinieken) is de grootste AOA met 65 bedden. ‘Een goede doorstroom van patiënten is de achilleshiel van de AOA’ “Deze capaciteit geeft de opkomst van de AOA weer, waarbij het succes ook grotendeels afhankelijk is van een goede doorstroom van patiënten, de achilleshiel van de AOA”, zoals Herre van Kaam verwoordt. Als de maximale ligduur van 48 uur te vaak wordt overschreden, door bijvoorbeeld een tekort aan overnamecapaciteit door andere afdelingen leidt dit tot een opnamestop en verliest de AOA zijn belangrijkste functie: een verzekerde mogelijkheid voor opname. Karlijn van Halem: ‘Op de AOA moet je efficiënt en flexibel zijn’ Karlijn van Halem is tweedejaars aios interne geneeskunde in het Rijnland ziekenhuis in Leiderdorp, en heeft het eerste jaar van haar opleiding in het LUMC in Leiden gedaan. Zij heeft een groot deel van haar eerste opleidingsjaar op de AOA gewerkt, afgewisseld met de SEH en een reguliere verpleegafdeling. De toegevoegde waarde van de AOA is voor haar vooral de verscheidenheid aan casuïstiek die voorbij komt. Karlijn: “Aangezien alle patiënten eerst worden opgenomen op de AOA zag ik, als aios interne, het hele spectrum van de interne geneeskunde voorbij komen: van een simpele pneumonie tot een graft versus host ziekte bij een patiënt na stamceltransplantatie. Door de hoge turnover van patiënten op de AOA moet je efficiënt en flexibel zijn en werk je ook meer in een team dan op veel reguliere verpleegafdelingen.” Ze vervolgt met een ander voordeel van de AOA: ”Je krijgt er voorrang met bepaalde diagnostiek, vergelijkbaar met een Intensive Care, en je hoeft er bijvoorbeeld niet te wachten op vaste prikrondes.” Nadelen Er zijn ook nadelen, zoals een uitgebreidere avondoverdracht omdat de dienstdoende aios veel meer bezig is met de AOA-patiënten door uitslagen die nog in de avond volgen. En natuurlijk de continuïteit van zorg die verstoord wordt als een patiënt na 48 uur naar een andere afdeling of een ander ziekenhuis gaat. Karlijn: “Door de drukte is er soms te weinig tijd voor uitgebreide familiegeprekken, maar dat komt later in de opleiding dan wel aan bod.” Voor de opleiding is het daarnaast natuurlijk belangrijk om het effect van een ingestelde behandeling te zien. De AOA is daarvoor geen ideale plek. ’Je ziet de hele geneeskunde voorbij komen’ Supervisie Eén van de belangrijkste punten om een AOA goed te laten functioneren vanuit het perspectief van een aios is laagdrempelige supervisie, omdat er vaak snel beslissingen genomen moeten worden. Daarnaast zijn flexibele verpleegkundigen en voldoende overplaatsingsmogelijkheden essentieel. Voor het begin van de opleiding is een stage op de AOA volgens Karlijn heel nuttig: “Het vergt efficiëntie, goede communicatie en samenwerking, klinisch inzicht en je ziet de hele geneeskunde voorbij komen. Alle competenties afgevinkt!” Bron 1. www.acuteopnameafdeling.nl maart 2014 7 THEMA ZORG 2.0 Windows en Witte Jassen Het moet voor enige consternatie hebben gezorgd. De dag dat Laennec met zijn nieuwste uitvinding de artsenkamer kwam binnenlopen. De stethoscoop: een toonbeeld van technologische innovatie. Jammer genoeg is menig witte-jassendrager niet zo happig op innovatie en verandering. Toch zullen we eraan moeten geloven. Als we de zorg de komende jaren betaalbaar en kwalitatief hoogstaand willen houden, is technologische innovatie onontbeerlijk. Emma Bruns, gastredacteur Ongemakkelijk staart de man naar de stomp die het uiteinde vormt van zijn voormalige rechterbeen. Niet omdat het lichaamsdeel het resultaat is van zijn jarenlange lichamelijke verwaarlozing. Evenmin omdat ik hem net heb verteld dat de stomp niet geschikt is om een prothese aan te meten. Hij kijkt ongemakkelijk omdat ik hem al meer dan tien minuten niet heb aangekeken, vanwege het nieuwe softwaresysteem dat mij in een dodelijke wurggreep van onvindbare tekstbouwstenen houdt. Het computerscherm krijgt meer aandacht dan de patiënt. Herkenbaar? De nostalgie De zorgsector verkeert in vergelijking tot de rest van Nederland in een staat van technologische prehistorie. ‘s Ochtends haal ik mijn pieper uit het rek. De helft van de dag besteed ik aan het rennen naar een telefoon om het sein op te nemen. Communicatie tussen specialisten vindt plaats per brief. Medicijnen voorschrijven gaat op doordrukvelletjes met carbonpapier, een patiënt aanmelden bij de trombosedienst per fax. Nostalgisch? Zeker. En ook bijzonder inefficiënt, foutgevoelig en duur. Als Shell, Rabobank of Ahold het zo zouden aanpakken, waren ze binnen een jaar failliet. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? We werken in de zorg omdat we graag met mensen werken, of op zijn minst het menselijk lichaam buitengewoon interessant vinden. We vinden het dan ook niet erg om ons op te houden in aftandse gebouwen en dragen zonder morren de witte pakken die al duizenden keren zijn gewassen. We hebben weinig op met computers, apps en andere gadgets. We houden van echte dingen, die stinken, lachen, pijn doen en daarna het liefst genezen. De implementatie van iedere vorm van technologie roept dan ook – meestal – weerstand op. We zullen dan ook niet gauw op de bres springen voor een beter systeem. 8 maart 2014 De makelaar van je patiënt Gelukkig lijkt de patiënt wel op zijn strepen te gaan staan. In andere sectoren zien we de laatste jaren een duidelijke emancipatie van de consument. Reisbureaus zijn verruild voor online vliegwinkels, makelaars voor funda en spotify werd het einde van menig muziekwinkel. In navolging van de consument lijkt nu ook de patiënt openheid en transparantie te gaan eisen. Na ‘mijn dossier’ op de vliegwinkel-website en het samenstellen van een eigen playlist, wil men ook inzage in het medisch dossier, in de pillen die voorgeschreven worden en de kundigheid van de chirurg die gaat snijden. Terecht, technologie kan ondermaatse kwaliteit zichtbaar maken. ’Technologie maakt ondermaatse kwaliteit zichtbaar’ De angst dat de patiënt evenals de consument ons even overbodig zal maken als een makelaar, reisbureau of platenmaatschappij lijkt me echter een illusie. Als je ziek bent is het fijn om moeilijke beslissingen samen met een specialist te kunnen maken. Iedere praktiserende arts weet dat een beslissing ten aanzien van de reanimatiecode sterk gekleurd wordt door de arts die het met de patiënt bespreekt. Toch draagt het verstrekken van informatie (middels technologie) in belangrijke mate bij aan de emancipatie van de patiënt, hoe onwenselijk dat sommige artsen misschien in de oren zal klinken. Wees niet bang voor je computer Technologie is niet meer dan een middel, een uitingsvorm van innovatie. De komende jaren zal binnen de zorg steeds meer gebruik gemaakt kunnen worden van dit middel. Beleidsmakers, zorgverzekeraars en zorgverleners erkennen dat we, om onze zorg tegelijkertijd zowel kwalitatief van hoog niveau als betaalbaar te houden, de komende jaren onze aandacht moeten verschuiven naar preventie. Voorkomen dat mensen ziek worden is in alle opzichten aangenamer en goedkoper, voor patiënt en samenleving. In de huidige financiële inrichting van DBC en DOT wordt een arts betaald voor een interventie, niet voor preventie. Dotteren kan je factureren, maar een patiënt laten stoppen met roken levert financieel niets op. Een landelijk EPD dat het hele ‘vitale pad’ van een burger in beeld kan brengen, en niet alleen het moment dat hij bij een specialist in beeld komt voor een interventie, biedt de mogelijkheid om het hele beloningssysteem van de zorg anders in te richten: meer gericht op kwaliteit van leven, minder op productie. ‘Wanneer laten we de maatschappen los en vormen we een front dat een EPD afdwingt?’ Eén van de bekendste initiatieven op dit gebied is het Parkinsonnet van hoogleraar neurologie Bas Bloem. Door middel van informatietechnologie weet hij de grote hoeveelheid behandelaars rondom een parkinsonpatiënt samen te brengen en daarmee niet alleen een betere kwaliteit van leven te realiseren maar ook, en dat moet raden van besturen, verzekeraars en ministers toch zeker aanspreken, tot een kostenreductie van meer dan 15 miljoen euro te komen. Stad zonder riool Elke verandering roept in het begin weerstand op. Zeker in de geneeskunde wordt de traditie vaak verkozen boven de nieuwigheid. Begrijpelijk, het is ethisch gezien onaanvaardbaar mensenlevens in de waagschaal te stellen in het kader van vooruitgang. Echter, verstarring kan evenveel mensenlevens kosten. Semmelweiss, die ontdekte dat handen wassen het sterftepercentage van vrouwen in het kraambed drastisch omlaag bracht, werd door zijn collega’s voor gek verklaard. De introductie van het riool in grote steden in de 19de eeuw ‘Communicatie in de zorg lijkt op een middeleeuws riool’ leidde tot een enorme afname van sterfgevallen als gevolg van infectieziekten. De huidige stand van zaken op gebied van communicatie in de zorg is te vergelijken met een middeleeuwse stad zonder riool. De informatie van de patiënt passeert zoveel verschillende computersystemen, faxapparaten, uitgeprinte formulieren en onleesbare handschriften dat het een wonder is dat het nog zo vaak foutloos verloopt. Dit blad richt zich op een nieuwe generatie: aios die mogelijk een nieuwe visie hebben op het gebruik van technologie in hun spreekkamers, maar ook een ander beeld hebben van de relatie tussen de drager van de witte jas en de patiënt in bed. Accepteren we dat de innovatieve achterstand van de publieke sector ervoor zorgt dat we ondermaatse zorg leveren? Gaan we ook ieder in onze eigen maatschap opnieuw het wiel uitvinden of zorgen we voor een sterk verbond van specialisten dat samen met patiënten van de politiek en de zorgverzekeraar verbetering eist? Ik hoor het graag van jullie! Emma Bruns is tropenarts in opleiding in het Gelre ziekenhuis te Apeldoorn en tevens schrijfster voor o.a. NRC handelsblad Dit artikel is in een andere vorm eerder gepubliceerd in NRC en Arts in Spé maart 2014 9 THEMA ZORG 2.0 Voor elk probleem een poli De poeppoli, de spuugpoli, de valpoli, de hoofdpijnservice, de menopauzekliniek, de osteoporosepoli, de nierstenenpoli, de hypnosepoli, de poli voor abnormaal bloedverlies, de SOApoli, de zweetpoli en een poli voor lichamelijk onbegrepen klachten. Het aantal themapoliklinieken dat met een multidisciplinair team een specifieke patiëntengroep bedient blijft toenemen. Waarom zijn de reguliere poli’s eigenlijk niet afdoende? Anouck Visscher Het BovenIJ Ziekenhuis vermeldt 21 themapoliklinieken op haar website. Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis heeft er 25. De polikliniek neurologie van de Ziekenhuisgroep Twente is onderverdeeld in 8 verschillende themapoliklinieken. Inmiddels lijk je als ziekenhuis niet meer mee te tellen zonder een breed aanbod van dit soort poli’s, die vaak pakkend gekozen namen hebben. En ze lopen goed. Want wie wil er nou niet binnen een dag van zijn hoofdpijn af zijn door een bezoek aan de hoofdpijnservice? En een bezoek aan de uroloog klinkt bijna als een leuk uitje als de mannelijke patiënten zich daar mogen melden bij ‘de mannenpoli’. ‘Zes paar handen aan één zwangere buik’ Direct groot succes Service aan de patiënt Rond 2005 dienden de eerste themapoli’s zich aan en in de jaren erna groeide hun aantal exponentieel. Patiënten weten de poli’s zelf te vinden: als ze even googelen vinden ze razendsnel in ieder geval 50 unieke poliklinieken gericht op een specifiek lichaamsdeel, symptoom of klacht. Longarts Arent Jan Michels, oprichter van de hoestpoli in het St. Anna Ziekenhuis te Geldrop, vertelde in 2012 aan vakblad Medisch Contact1 dat er in de openingsweek ‘200 mensen belden voor een afspraak.’ Natalie Smit, als internist-endocrinoloog werkzaam bij het Flevoziekenhuis, is betrokken bij de themapolikliniek voor zwangeren met diabetes of diabetes mellitus gravidarum. De patiënten worden doorverwezen door de verloskundige en zien in één ochtend de diëtiste, de diabetesverpleegkundige, de internist, krijgen een echo en een consult bij de gynaecoloog of tweedelijns verloskundige. Tussen de middag volgt een MDO waarbij alle disciplines aanschuiven en waarin het beleid wordt kortgesloten. Smit licht toe waarom ze ervoor kozen de zorg op deze manier te organiseren: “Ten eerste om de kwaliteit van zorg te verhogen, ten tweede om de patiënten te faciliteren. Als zwangere met diabetes mellitus of diabetes gravidarum heb je te maken met zes paar handen aan je buik. We hebben de afspraken geclusterd zodat patiënten in principe maar één ochtend kwijt zijn.” Het feit dat de gynaecologen in een ander dossier werkten dan de internisten was daarnaast een reden de organisatie van de zorg om te gooien. “Voor de diabetesregulatie moet je ook weten hoe het met het kind gaat en die informatie was niet altijd ‘Onnodige medicalisering van alledaagse klachten’ Kritiek Desondanks ontvingen de themapoli’s veel kritiek vanuit het veld. Ze zouden leiden tot onterechte medicalisering van alledaagse klachten die ook door de huisarts kunnen worden behandeld. Het zijn dure behandelingen. En het zou patiënten onnodig aanzetten tot het vragen om meer zorg. Allemaal beweringen die op hevige tegenspraak kunnen rekenen van de oprichters van 10 maart 2014 de themapoli’s. KNO-arts Francis Burgersdijk en kinderarts Ricky Mahdi van de Snotterpolikliniek in het Slotervaartziekenhuis in Amsterdam, maakten eveneens in Medisch Contact duidelijk welke doelgroep er welkom is op hun poli: ‘We hebben het snotterpoli genoemd omdat het zo schattig klinkt. Maar die naam is ook waarom we zo worden aangevallen. We doen het niet voor gewone snotterkindjes, maar voor de kinderen die bijvoorbeeld nauwelijks meer slapen, zodat het hele gezin eronder lijdt. Niet zo schattig dus.’ THEMA ZORG 2.0 bij als een verrijking om op deze wijze in de keuken van haar collega specialisten te kunnen kijken: “Ik leer ervan. Ik weet inmiddels een beetje hoe de gynaecoloog de zaken afweegt en hij hoe de internisten denken.” Geen weggegooid geld Inmiddels loopt de themapoli van Smit zo goed dat zij en haar collega’s een tweede dagdeel zullen vrijmaken om deze doelgroep te bedienen. De internist denkt dat de zorg toenemend in een dergelijk format georganiseerd zal gaan worden. Smit: “Mits het een heldere klacht, één ziektebeeld of lichaamsdeel betreft en er meerdere disciplines betrokken zijn bij de behandeling is de themapoli bij uitstek de formule waarmee je de patiënt tegemoet komt.” Maar wat moet er gebeuren met de patiënten wiens probleem ook na een bezoek aan de themapoli niet opgelost is? Smit denkt dat een bezoek aan de themapoli ook voor deze groep geen weggegooid geld is geweest. “Neem de hoofdpijnpoli. Er zijn bij dergelijke klachten altijd zaken die je in ieder geval uit wilt vragen en onderzoeken die je wilt doen. Op de themapoli kan je dat systematisch verrichten. Mocht je er dan niet uitkomen, dan moet je voor deze patiënt ruimte creëren voor een vervolg op je reguliere spreekuur.” ‘In één ochtend vier disciplines zien’ Voetenpoli Natalie Smit beschikbaar op het moment dat ik de patiënt zag. Het enige waarop je dan af kon gaan was dat wat de patiënt je vertelde. Dat is onhandig.” Neuzen dezelfde kant op “Voordat deze poli daadwerkelijk opende”, zo vertelt Smit, “hebben alle betrokken disciplines intensief met elkaar om de tafel gezeten om een uitgebreid protocol te schrijven.” Smit: “Er bestond de mogelijkheid om opbouwende kritiek te leveren op elkaars beleid. Hierdoor stonden de neuzen dezelfde kant op voor de poli daadwerkelijk van start ging. Dat draagt er waarschijnlijk toe bij dat we gedurende het MDO nu snel tot overeenstemming en beleid komen.” Smit ervaart het daar- Als het aan Smit ligt duurt het niet lang voor er een volgende themapoli ook hoogtij viert in het Flevoziekenhuis. “De voetenpoli, voor voetulcera en diabetes gerelateerde voetproblemen. Door deze poli gaan internist, vaatchirurg, diabetesverpleegkundige, revalidatiearts, gipsverbandmeester en podotherapeut effectiever met elkaar samenwerken. Deze poli is er al, maar de samenwerking wordt nu geïntensiveerd en (procedureel) verbeterd. ”Of, nog grootser: “Een diabetescentrum waarbinnen zowel eerste- als tweedelijnszorg aanwezig is, zodat snelle door- en terugverwijzing plaats kan vinden indien noodzakelijk.” Bron 1. Lieke de Kwant. ‘Wij voorzien in een behoefte, echt’. Medisch Contact, 2012; 35; 1918-1921. maart 2014 11 THEMA ZORG 2.0 De toegevoegde waarde van de De afgelopen jaren zijn er een aantal medisch specialistische vervolgopleidingen bijgekomen, zoals bijvoorbeeld de spoedeisende geneeskunde. Anderhalf jaar geleden kwam er weer een nieuwe opleiding bij, namelijk die tot ziekenhuisarts. Esmée Vural, aios ziekenhuisgeneeskunde van het eerste uur laat zien dat dit geen opleiding is tot ‘zaalslaaf’ of ‘superzaalarts’. Lisette Kunz Esmée Vural (29 jaar) begint meteen enthousiast te vertellen over haar baan: “Toen ik net afgestudeerd was twijfelde ik tussen interne geneeskunde en tropengeneeskunde. Het enige wat ik wist was dat ik in een ziekenhuis wilde blijven werken en niet in een huisartsenpraktijk.” Na haar afstuderen in 2010 heeft zij eerst anderhalf jaar als anios interne geneeskunde gewerkt in Beverwijk. Daarna heeft zij een tijdje onderzoek gedaan bij de afdeling ouderengeneeskunde in het AMC in Amsterdam. “In die periode kwam ik de advertentie in het Medisch Contact tegen voor de nieuwe functie als ziekenhuisarts. Vanaf september 2012 ben ik in opleiding tot ziekenhuisarts in het VUmc in Amsterdam. Wat me zo trekt aan de functie van ziekenhuisarts, is dat het erg op de praktijk gericht is. Dat past bij mij, want ik ben een praktisch ingestelde dokter. Je bent echt een patiëntendokter van A tot Z. Je levert zorg voor de patiënt in zijn geheel, dus van medicatie tot nazorg en het contact met de huisarts. Dit is een groot hiaat in de huidige ziekenhuiszorg, die onvoldoende naar de patiënt, met vaak multimorbiditeit, in zijn geheel kijkt.” ‘Ziekenhuisgeneeskunde is geen aparte specialisatie, maar een profiel’ Hospitalisten Het idee voor de ziekenhuisarts is overgewaaid uit de VS, waar deze ‘hospitalisten’ al 20 jaar lang onderdeel uitmaken van het medische personeel. In Nederland is men in 2010 begonnen met het aanvragen voor subsidies voor de opleiding tot ziekenhuisarts, vanaf september 2012 is de opleiding echt gestart. Esmée: “Ik was één van de eerste acht aios over heel Nederland die startte met de opleiding, nu zijn er 22 artsen in opleiding tot ziekenhuisarts. De opleiding is te volgen in vier SOGZ ziekenhuizen (Stichting Opleiding Ziekenhuisgeneeskunde): het VUmc in Amsterdam, UMCG in Groningen, Catarina Ziekenhuis in Eindhoven en het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch. Vanaf 1 juli 2014 zal het profiel ‘ziekenhuisgeneeskunde’ erkend 12 maart 2014 worden, vergelijkbaar met de functie van SEH-arts.” Overigens heeft Esmée een stem in wie haar toekomstige collega’s worden. “Ik ben namelijk ook ‘student-lid’ bij het concilium, waarvoor ik aanwezig ben bij sollicitaties en kan meedenken over de invulling van deze nieuwe opleiding als spreekbuis voor de andere aios.” ‘Wij zijn een constante factor, die oog hebben voor kwaliteit en patiëntveiligheid’ Kwaliteit en veiligheid staan centraal De opleiding tot ziekenhuisarts duurt drie jaar, waarbij je in het eerste jaar met name interne geneeskunde doet. THEMA ZORG 2.0 ziekenhuisarts ‘De aios chirurgie heeft maar beperkte tijd voor zaalwerk en visite’ Esmée licht toe: “In het VUmc houdt dit een combinatie van zaal, spoedeisende hulp, acute opname afdeling, consulten en dienst in. Je draait dus gewoon mee met de aios interne geneeskunde. Daarna volgen anderhalf jaar kortere stages bij diverse afdelingen zoals heelkunde, neurologie, anesthesie en ouderengeneeskunde. De laatste zes maanden werk je op een afdeling naar keuze als (bijna klare) ziekenhuisarts en rond je een meesterstuk af, waarbij je een kwaliteit-verbeterend project in de zorg implementeert. Dat is zo uniek aan deze opleiding, we krijgen ook echt onderwijs in kwaliteit en veiligheid in de zorg (ook wel clinical governance genoemd). Het onderwijs gaat over diverse onderwerpen zoals patiëntenparticipatie, omgaan met klachten, evidence based practice, tools om zelf de kwaliteit van de zorg te verbeteren en medicatie-veiligheid.” Lokt het dan niet om toch verder te specialiseren? Esmée: “Het is een brede opleiding die mij voldoende diepgang geeft. Het is ook wat je er zelf van maakt. In Amerika blijkt de meerderheid van de aios werkzaam te blijven als ziekenhuisarts, de rest kiest voor een ander specialisme, zoals interne geneeskunde, anesthesie, intensive care of managementfuncties.” Werkzaamheden Wat is de toevoeging van de ziekenhuisarts op de zaal? Esmée legt uit: “Onze kracht ligt vooral op de klinische afdelingen van de snijdende specialismen. De aios chirurgie moet ook zijn competenties elders behalen (bijvoorbeeld bij operaties) en heeft daardoor maar beperkte tijd voor zaalwerk en visite. Wij kunnen hen dan ondersteunen en hen bepaalde taken op zaal ontnemen om zo te zorgen voor de continuïteit. Wij zijn een constante factor, die veel oog hebben voor kwaliteit en veiligheid voor de opgenomen patiënten. We doen zelf geen poli’s of operaties, al pik je natuurlijk wel de chirurgische aspecten mee. Verder maken we opdrachten over kwaliteit en veiligheid en zijn we aanwezig bij de DIM-commissie (Decentraal Incidenten Melden).” Op dit moment hoeven de aios ziekenhuisgeneeskunde geen diensten te doen, behalve tijdens de stage interne geneeskunde. Maar Esmée denkt dat dit wel gaat veranderen. “Als er meer ziekenhuisartsen klaar zijn is het denkbaar dat er een poule gemaakt wordt voor het doen van de diensten zodat we kunnen rouleren en de continuïteit van de zorg kunnen waarborgen, ook buiten kantooruren.” ‘Ik hoop dat over een paar jaar mensen staan te springen om afgestudeerde ziekenhuisartsen’ Botsing Esmée Vural Is er geen overlap met de taken van bijvoorbeeld een nurse practitioner? Esmée: “Nee, er is geen botsing tussen ons werk en dat van nurse practitioners of verpleegkundig specialisten. Zij nemen een stukje werk van de specialist over, wij zijn generalistischer en onze zorg is specifiek op kwaliteit gericht. Het is dus geen strijd, wij zijn meer een aanvulling op het geheel.” Hoe ziet de toekomst van Esmée eruit? “Ik hoop dat er over een paar jaar mensen staan te springen om afgestudeerde ziekenhuisartsen, net zoals nu de spoedeisende hulp artsen niet meer weg te denken zijn. Ziekenhuisartsen moeten dan ook niet gezien worden als ‘zaalslaaf’ of ‘superzaalarts’. We zijn een echte toevoeging aan de continuïteit van de afdeling en daarmee aan de kwaliteit en veiligheid van de patiënt.” www.ziekenhuisgeneeskunde.nl De Jonge Specialist wordt betrokken bij de besluitvorming om nieuwe specialismen toe te laten en zette wel vraagtekens bij de registratie voor het profiel ziekenhuisarts. Belangrijkste bezwaren waren onduidelijkheid over de positie van deze nieuwe functie en het precieze profiel. maart 2014 13 INDIVIDUELE DIENSTVERLENING Juridische bijstand voor aios: Een In deze rubriek bespreken we een geanonimiseerde casus individuele dienstverlening waarvoor De Jonge Specialist (DJS) juridische bijstand heeft verleend. Deze keer bespreken we de mogelijkheden om aan de slag te komen als jonge medisch specialist (jonge klare). Leden van DJS kunnen gebruikmaken van individuele dienstverlening door contact op te nemen met de helpdesk. Dino Jongsma, jurist arbeidsrecht voor De Jonge Specialist en Chella van der Post, vicevoorzitter De Jonge Specialist 14 maart 2014 CASUS Aios B. is onlangs ingeschreven in het register van de Registratiecommissie Geneeskundige Specialisten (RGS) en is medisch specialist geworden in zijn specialisme, heelkunde. Hij merkt tijdens diverse sollicitatiegesprekken dat de markt behoorlijk op slot zit en dat het niet lukt om in dienstverband te komen of toe te treden tot een maatschap. B. is zich al vanaf de laatste fase van zijn opleiding aan het oriënteren en voorziet dat hij niet direct aansluitend aan zijn opleiding een baan vindt. Hij had voor zichzelf een heldere en duidelijke loopbaan geschetst, maar merkt door de gesprekken dat hij daar steeds verder van af gaat wijken. Zo is hij bereid een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te accepteren en staat hij open voor andere mogelijkheden die hem worden aangeboden. In deze fase vraagt B. advies aan DJS en wordt in contact gebracht met een van de arbeidsjuristen. B. wordt geïnformeerd over de (on)mogelijkheden. Zo wordt B. op de hoogte gebracht van het feit dat een zogenaamde chef de cliniquefunctie bij een maatschap, een functie is die een medisch specialist voor de maximale duur van twee jaar mag uitvoeren. Deze twee jaren worden veelal gebruikt om de maatschap in de gelegenheid te stellen een goed beeld van de medisch specialist te krijgen, alvorens hij tot de maatschap toetreedt. De chef de clinique wordt meestal via het ziekenhuis in dienstverband genomen en de kosten die daarmee samenhangen worden doorbelast aan de maatschap. Tijdens deze periode wordt de medisch specialist conform de Arbeidsvoorwaardenregeling voor Medisch Specialisten (AMS) betaald. Verder wordt B. er op geattendeerd dat de chef de clinique veelal dezelfde medisch specialistische werkzaamheden verricht als zijn collega’s. Leidend hierbij is het Functieprofiel medisch specialist dat als bijlage bij de AMS is opgenomen. Het wordt hem afgeraden direct bij de maatschap in dienst te treden als chef de clinique, aangezien de maatschap niet verplicht is de AMS te volgen. INDIVIDUELE DIENSTVERLENING jonge klare aan het werk Juristen van De Jonge Specialist kunnen je bijstaan en advies verstrekken bij vraagstukken over je toekomst als medisch specialist B. heeft daarnaast ook geruchten gehoord dat een aantal jonge klaren naast hun WW-uitkering werkzaamheden verrichten binnen een UMC. Het verrichten van medisch specialistische werkzaamheden naast een WW-uitkering wordt afgeraden. Op deze manier krijgt het UMC immers een jonge klare tot haar beschikking waar geen beloning als medisch specialist tegenover staat. In de CAO UMC is al een iets goedkopere schaal gecreëerd, de MS-schaal, die gebruikt kan worden voor het volgen van een (vervolg)opleiding, het verrichten van werkzaamheden in het kader van een bepaald project en bij wijze van proef. Deze MS-schaal, die vaak voor fellows en chivo’s (chirurg in vervolgopleiding) geldt, mag voor maximaal 3 jaar worden toegepast, waarna je doorstroomt in de gewone UMS-schaal. Voor de jonge klare die wordt aangenomen zonder fellowship, mag deze maar 1 of (met gegronde redenen) maximaal 2 jaar worden betaald conform de MS-schaal, waarna deze moet doorstromen. De bijzondere bepalingen voor academisch medisch specialisten uit de CAO UMC zijn in beginsel van toepassing op die medisch specialist die onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg voor tenminste gemiddeld 18 uur per week verricht. Verder wordt B. afgeraden een zogenaamde gastverleningsovereenkomst te tekenen. Hierin wordt de jonge klare toestemming gegeven om in het UMC werkzaamheden te verrichten en gebruik te maken van een aantal faciliteiten, echter zonder dat daar een beloning en overige arbeidsvoorwaarden conform de CAO UMC tegenover staat. Na een aantal sollicitaties, heeft B. een tijdelijke baan kunnen krijgen als chef de clinique en is daarbij in dienstverband getreden van het ziekenhuis. Hij hoopt vervolgens door te stromen naar een vaste aanstelling. ACHTERGROND De aios heeft een leer-arbeidsovereenkomst waarin het leren gecombineerd wordt met werken. Zodra de opleider het zogenaamde C-formulier heeft getekend (drie maanden voor het einde van de opleiding) en de RGS de aanvraag tot inschrijving in het register heeft goedgekeurd, is de aios medisch specialist geworden. Veel aios hebben zich in voorbereiding op dit moment goed georiënteerd op de markt en hebben zich over hun mogelijkheden laten informeren, bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse Aiosdag van De Jonge Specialist. Naast het werken in het vrije beroep, zijn er diverse mogelijkheden om in dienst te treden bij een ziekenhuis, een revalidatiecentrum, een UMC, een instelling of een ZBC (zelfstandig behandelcentrum). Bij een indiensttreding bij een algemeen ziekenhuis geldt de Arbeidsvoorwaardenregeling voor Medisch Specialisten (AMS), bij een UMC de CAO UMC en bij een GGZinstelling de CAO GGZ. Verdere informatie hierover is te vinden op de website www.dejongespecialist.nl. Wil je een reactie geven op deze casus, mail dan naar [email protected] maart 2014 15 THEMA ZORG 2.0 Clinical audit Nieuwe tool in de opleiding tot medisch specialist? Door het competentiegericht opleiden worden steeds meer nieuwe leermiddelen geïntroduceerd. Eén van deze tools is de clinical audit. Hoe waardevol is het doen van een audit voor aios? Carina Bethlehem Magazine De Jonge Specialist sprak over de clinical audit met Froukje Woudstra, ten tijde van dit interview zesdejaars aios interne geneeskunde in het UMC Groningen. Froukje heeft een clinical audit verricht over medicatieverificatie op een verpleegafdeling algemene interne geneeskunde. Ze keek hiervoor naar het herstarten of gemotiveerd gestaakt laten van tijdens de opname gestopte thuismedicatie. De aanleiding vormden frequente telefoontjes van huisartsen over de ontslagmedicatie. Daarnaast is medicatieverificatie één van de tien thema’s van het veiligheidsmanagementsysteem. ‘Het ging veel sneller dan ik had verwacht’ een heel duidelijk sjabloon beschikbaar was. Aan het verzamelen van de data en het analyseren was ik in totaal een dag of twee kwijt. Dit ging veel sneller dan ik verwacht had!” Verrassende uitkomst Over de resultaten vertelt Froukje: “We hebben het heel erg goed gedaan! In een steekproef van vijftig patiënten werden in totaal 360 medicijnen gebruikt. Hiervan werden er veertig stuks bij binnenkomst of gedurende de opname gestopt. Deze veertig werden herstart of het stoppen werd vermeld in de ontslagbrief.” ‘Als we niet-noodzakelijke Enthousiast geworden door de resultaten, heeft Froukje medicatie staken moet ook al een plan voor de nabije toekomst. Ze denkt dat dat duidelijk zijn’ Polyfarmacie Froukje: “Ik ben door mijn opleider gevraagd een clinical audit te verrichten. Op dit moment zijn vijf andere collega-aios hier ook mee bezig. Er was al een aantal onderwerpen bedacht door de auditcommissie. Het medicatiebeleid bij ontslag was hier één van. Omdat ik bezig ben met het aandachtsgebied ouderengeneeskunde waar polyfarmacie een belangrijk probleem is, is het wel een onderwerp dat me interesseert. Duidelijkheid over medicatiewijzigingen is juist voor deze kwetsbare populatie van groot belang.” Froukje Woudstra De tijd die het verrichten van de clinical audit kostte, viel Froukje heel erg mee. “De voorbereiding bestond uit het schrijven van een voorstel aan de auditcommissie. Dit was in een paar uurtjes klaar, mede omdat hiervoor 16 maart 2014 de gunstige uitkomsten te maken hebben met de recente invoer van een protocol voor medicatieverificatie, waarin de controle van opname- en ontslagmedicatie door de verpleegkundige en de supervisor staan vastgelegd. Om dit te controleren, wil ze gaan kijken naar de periode voor de invoering van het protocol. “Het zou natuurlijk interessant zijn om ook buiten de verpleegafdeling interne geneeskunde te gaan kijken.” ‘Als aios werk ik graag mee aan het verbeteren van kwaliteit’ Froukje denkt niet dat het doen van de clinical audit veel meerwaarde heeft gehad voor haar opleiding tot internist ouderengeneeskunde. Met het doen van een clinical audit kun je volgens haar vooral laten zien dat je bezig bent met het reflecteren van je eigen handelen en met het verbeteren van kwaliteit. “Het is natuurlijk goed voor de organisatie als geheel, om processen te evalueren en de kwaliteit ervan te verbeteren. Hier werk ik als aios graag aan mee.” THEMA ZORG 2.0 Coach, Cure & Care 2025 De toekomstvisie van de zorg Zorg 2.0, een hippe term waar je je als AIOS in deze tijd wellicht nog niet direct door aangesproken voelt. Echter, in een tijd waarbij controle in de spreekkamer verschuift naar mailcontact en videochat, patiënten via een website inzage hebben in hun dossier en de rol van dokter verschuift van geneesheer naar coach kunnen we als AIOS er niet meer omheen om mee te denken over deze ontwikkelingen. Daarom hebben jonge zorgprofessionals hun toekomstvisie op het zorglandschap in Nederland neergezet en in oktober vorig jaar gepresenteerd. Charlotte de Bruin, bestuurslid De Jonge Specialist In 2013 heeft een werkgroep bestaande uit toekomstig medisch specialisten, huisartsen, sportartsen, sociaal geneeskundigen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen verstandelijk gehandicapten, ziekenhuisapothekers en apothekers in opleiding zich gebogen over de vraag hoe de Nederlandse gezondheidszorg in 2025 er uit zal zien. Door innovaties in de gezondheidszorg zijn er steeds meer mogelijkheden voor onderzoek en behandeling. Enerzijds kan dit de kwaliteit vergroten maar ook dito kosten met zich meebrengen. Daarom moeten er bewuste keuzes gemaakt worden en is het noodzakelijk om na te denken over aanpassing van het zorglandschap om de kwalitatief goede zorg die nu in Nederland wordt geleverd, ook in 2025 nog te kunnen behouden. Een aantal begrippen staan hierbij centraal. maken, denk bijvoorbeeld ook aan (financiële) ondersteuning van mantelzorgers. De menselijke maat Er moet voldoende aandacht zijn voor de patiënt waarbij de arts meer optreedt als coach en gezamenlijke besluitvorming op de voorgrond staat. Dit bevordert de therapietrouw en tevredenheid van de patiënt. Verantwoordelijkheid De maatschappij mag van burgers verwachten dat zij er zelf alles aan doen om zo min mogelijk zorg te hoeven consumeren. Natuurlijk moeten zij indien nodig met de goede zorg op de juiste plaats en op het juiste moment worden ondersteund. Gezondheid en preventie Samenwerken De huidige definitie van de WHO over gezondheid stamt uit 1948 en luidt: ‘een toestand van compleet welbevinden’. Deze definitie is echter mede door de vele chronische ziektes idealistisch en onhaalbaar. Beter is om uit te gaan van the ability to adapt and to self manage. Gezondheid en welzijn staan dan boven ziekte en het stellen van diagnoses. Maximaal inzetten op preventie draagt hieraan bij. Rondom de zorg voor een patiënt zijn veel zorgverleners betrokken. Om de zorg zo goed mogelijk te houden is het belangrijk dat ieder zich verantwoordelijk voelt voor zijn aandeel in deze zorg voor de patiënt. Ook is een cultuur waarin het veilig is om elkaar te corrigeren als de patiëntveiligheid gevaar loopt van groot belang. Digitalisering draagt hieraan bij en in de opleiding is er ook voor dergelijke aspecten meer aandacht. Zelfredzaamheid Al met al een uitdagende visie, die flexibiliteit en samenwerking vraagt en alleen met de inzet van eenieder ook realiteit kan gaan worden. Dit werkt tweeledig: patiënten willen graag zo lang mogelijk voor zichzelf blijven zorgen en door eigen regie te voeren voelen zij zich gezonder. Er moet dan ook ingezet worden op middelen om dit mogelijk te Meer lezen? Zoek op ‘coach, cure, care’. maart 2014 17 THEMA ZORG 2.0 Serious gaming Onlangs zat ik lichtelijk zwetend achter mijn computer om het inwerkprogramma af te ronden voor mijn nieuwe werkplek. Niet omdat ik te laat was begonnen, maar omdat ik 6 scenario’s van abcdeSIM succesvol moest afronden. Het is fascinerend dat zo’n game je echt wat van de stress van acute zorg kan laten voelen. Ik ben inmiddels overtuigd van het nut (en plezier) van serious gaming. Een korte inkijk in wat er speelt in het land van simulatie en serious gaming. Tanca Minderhoud en probeert de hoogste score te halen. Er zijn er ook geen specifieke handgrepen of consoles nodig. Wat erg bijzonder is aan abcdeSIM is dat er speciale modellen ontwikkeld zijn om te berekenen wat het effect is van je handelingen op de bloeddruk en pols van de patiënt. Als de patiënt in het scenario bloed verliest, en je sluit te weinig infuus aan uit zich dat dus op een realistische manier in een lagere bloeddruk. Er is onderzoek gaande om ook deze game te valideren en wetenschappelijk bewijs te krijgen voor de effectiviteit. Een van de scenario’s van de abcdeSIM. Gaming en simulatie voor artsen Oorspronkelijk is het concept van simulatie om mensen te trainen overgewaaid uit de luchtvaartindustrie, waar de simulator zijn waarde al lang en breed bewezen heeft. In Nederland hebben de snijdende specialisten (met heelkunde voorop) als eerste de simulatie omarmd. Eén van de eerste innovaties op medisch gebied was de Simendo. Dit is een simulatiespel dat gebruikt wordt om laparascopische technieken te trainen. Deze simulator is ook uitgebreid wetenschappelijk gevalideerd1. Als je virtueel wil oefenen kan je je inmiddels wenden tot een virtuele operatiekamer en zelfs een Wii-trainer voor het oefenen van laparoscopische ingrepen. Een spel dat ik ook weleens zou willen spelen is Air Medic Sky. Dit spel is gebaseerd op de stelling dat stress een katalysator is voor het maken van foute beslissingen. Terwijl stressvolle situaties worden nagebootst wordt je hartslag en de vorming van zweet gemeten. Om het spel goed af te ronden moet je je stressreactie controleren om zo de benodigde handelingen te kunnen verrichten. Inmiddels wordt ook in de wereld van obstetrie en verloskunde ervaring opgedaan met serious gaming Het Maxima Medisch Centrum en de TU Eindhoven ontwikkelden het spel BIRTHplay. Dit is een serious game die bedoeld is Maar niet alleen de heelkunde heeft ontdekt wat de meerwaarde kan zijn van simulatie en gaming. Als Rotterdamse aios maak je al snel kennis met de abcdeSIM. Het doel van deze game is om binnen 15 minuten een acuut zieke patiënt op te vangen via de abcde-methode. AbcdeSIM heeft meer aspecten van een game dan bijvoorbeeld Simendo omdat je ook tegen elkaar strijdt Impressie van BIRTHplay. 18 maart 2014 THEMA ZORG 2.0 om artsen en verloskundigen te trainen in de vaardigheden die nodig zijn om een bevalling (met evt. complicaties) in goede banen te leiden. Om deze vaardigheden te trainen moet je natuurlijk hands-on kunnen oefenen, en er is dan ook een speciale controller ontwikkeld waarmee de juiste handgrepen geoefend kunnen worden. www.izovator-healthgames.nl www.simendo.nl www.limis.org www.abcdeSIM.nl www.re-Mission.net www.vrpain.com www.dssh.nl Innovatieplatorm zorg, overzicht van meerdere games Simendo- from simulation to Innovation Ontwikkeling virtuele operatiekamer en WII trainer Medische simulatie voor ABCDE training op de SEH Serious game om therapietrouw te bevorderen Virtual Reality als pijnbestrijding, over Snowworld Dutch Society for Simulation in Health Care ‘Met BIRTHplay leer je een moeilijke bevallng in goede banen te leiden’ Games voor patiënten Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van games en simulaties de gebruikt worden om artsen te trainen. Het gebruik van games beperkt zich natuurlijk niet alleen tot professionals, maar strekt zich ook uit tot de patiënten. ReMission is een spel dat ontwikkeld is om adolescenten met verschillende vormen van kanker meer te leren over het belang van de behandeling die ze ondergaan, om zo therapietrouw te bevorderen en ze beter te laten omgaan met hun ziekte. In 20 levels kan je met verschillende wapens (o.a. Chemoblaster, Radiation-Gun en PredniSoldier) de ziekte en gerelateerde infecties bestrijden. Over de werkzaamheid is ook onderzoek verricht, waarbij het spelen van een gewone game vergeleken werd met het spelen van ReMission. De patiënten die ReMission speelden waren beter op de hoogte van hun ziekte en meer therapietrouw. Ook vermeldenswaardig, hoewel het in engere zin geen ‘serious’ game is, is het spel Snowworld. Dit spel werd ontwikkeld om brandwondenslachtoffers af te leiden tijdens de zeer pijnlijke wisselingen van hun verbanden, om zo de pijn te verminderen. In het spel glijden de spelers door een ijzige kloof gevuld met mammoeten, sneeuwpoppen en andere karakters. Het doel is om zoveel mogelijk sneeuwballen op hen af te vuren. Er wordt geen gebruikt gemaakt van een joystick maar van een Virtual Reality headset. Door hoofdbewegingen kan er gevuurd worden. Hoewel het niet dubbelblind onderzocht is laat neuroimaging met behulp van fMRI een duidelijke afname in de pijnbeleving zien bij alle patiënten (jong en oud). ‘Virtueel sneeuwballen gooien verlicht pijn bij brandwondenslachtoffers’ Body Posture is een game die gebruikt wordt bij revalidatie, bijvoorbeeld bij patiënten na amputatie. Het doel van het spel is om als stuntman een serie stunts af te leggen. De patiënt kan met behulp van bewegingssensoren de avatar bewegen en moet bepaalde houdingen aannemen om naar het volgende level te komen. Hier- De virtuele revalidatie in het levensgrote videogame CAREN is ontwikkeld om mensen met houdingsproblemen, stabiliteitsproblemen of bewegingsangst op een leuke manier uit te dagen om te gaan bewegen. mee kunnen nieuwe bewegingen aangeleerd worden en kan er getraind worden om de juiste motoriek te hanteren bij het gebruiken van een prothese. Er zijn nog vele andere initiatieven; zoals de Braintrainer (een geheugentrainer voor ouderen), Autitouch (voor diagnostiek van autisme) en Geriatrix (behandeling van ouderen). Validering Een aandachtspunt in de wereld van gaming is de validering. Hoe zorg je dat er geen wildgroei aan (niet-gevalideerde) games ontstaat? En hoe overtuig je collega’s om in een game te investeren als er geen bewijs is voor werkzaamheid en effectiviteit? De vereniging Dutch Society for Simulation in Health care heeft hiervoor een keurmerk Valide Games gelanceerd. De eerste keurmerken zijn op 19 maart jl. uitgereikt. Het is een keurmerk voor en door gezondheidszorgprofessionals. Bron 1. Verdaasdonk, EGG, Stassen, LPS, Monteny, LJ & Dankelman, J (2006). Validation of a new basic virtual reality simulator for training of basic endoscopic skills. Surgical Endoscopy: surgical and interventional techniques, 2006(20), 511-518. maart 2014 19 THEMA ZORG 2.0 Opkomst en ondergang van de De bijna zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog geldt als een tijdperk van een van de meest indrukwekkende menselijke prestaties: de opkomst van de moderne geneeskunde. Anno 1945 overleden veel kinderen aan polio, difterie of kinkhoest. Er waren nog nauwelijks effectieve medicijnen beschikbaar, laat staan openhartoperaties, transplantaties en reageerbuisbaby’s. Nadat de medische ontwikkelingen in een tijdelijke winterslaap zijn geweest, is na de millenniumwisseling een nieuwe lente aangebroken. Daniël Dresden Opkomst De selectie in de tabel toont een aantal overlappende ontwikkelingen: een afname van infectieziekten, onder andere door sulfonamiden, penicilline en kinderimmunisatie, de toenemende chirurgische mogelijkheden, onder andere door de microscoop, transplantatie en heupprothesen, belangrijke ontwikkelingen in de behandeling van kanker, psychische aandoeningen, hart- en vaatziekten en onvruchtbaarheid en verbeteringen in de diagnostische technieken (endoscopie en CT- en MRI-scan). Ondergang Ondanks de wonderbaarlijke en onbetwistbare successen hebben zich binnen de moderne geneeskunde enkele paradoxen afgetekend. Paradox 1: Gedesillusioneerde artsen Het succes van de moderne geneeskunde zou het werk als arts tot een bijzonder bevredigende loopbaan moeten maken. Echter, veel en vooral jongere artsen blijken zich te vervelen en raken gedesillusioneerd. Het aandeel van artsen met spijt over hun gekozen carrière is gestaag toegenomen: 14% in 1966, 26% in 1976, 44% in 1981 en 58% in 1986. In 1996 had een kwart geen plannen om te gaan werken in de gezondheidszorg. Paradox 2: De ongeruste gezonden Door de toegenomen levensverwachting en de afgenomen ziekteprogressie zou verwacht worden dat tegenwoordig minder mensen zich zorgen maken over hun gezondheid dan in het verleden. Het omgekeerde blijkt echter het geval. Het aandeel bezorgde burgers is in de afgelopen dertig jaar juist toegenomen: van één op de tien naar één op 20 maart 2014 Tabel 1: Enkele grote ontwikkelingen/doorbraken gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw. 1935 1941 1944 1946 1947 1948 1949 1950 1952 1954 1955 1957 1959 1960 1961 1963 1964 1967 1969 1970 1971 1973 1978 1979 1984 1987 1996 1998 Sulfonamides Penicilline Pap-uitstrijkje voor baarmoederhalskanker Nierdialyse Algemene anesthesie met curare Radiotherapie (lineaire versneller) Intra-oculaire lensimplantatie voor cataract Cortison Roken geïdentificeerd als de oorzaak van longkanker Tuberculose genezen met o.a. streptomycine Intensive care Chloorpromazine ter behandeling van schizofrenie Zeiss operationele microscoop Openhartoperatie Poliovaccinatie Factor VIII voor hemofilie Hopkins endoscoop Orale anticonceptiepil Levodopa voor Parkinson Niertransplantatie Preventie van herseninfarct Coronaire arteriële bypass graft Eerste harttransplantatie Prenatale diagnostiek voor Down syndroom Neonatale intensive care Behandeling voor kanker bij kinderen CT-scanner In vitro fertilisatie Coronaire angioplastiek Helicobacter pylori als de oorzaak van maagzweer Trombolyse Tripletherapie voor HIV/AIDS Viagra voor de behandeling van impotentie THEMA ZORG 2.0 moderne geneeskunde ‘Ondanks de successen hebben zich binnen de moderne geneeskunde enkele paradoxen afgetekend’ de twee. Het fenomeen van de worried well lijkt een contradictio in terminis: gezond, maar bezorgd. De gedachte dat het leven continu bedreigd wordt door verborgen gevaren wordt mede ingegeven door de toegenomen medische kennis en mogelijkheden. De eenvoudige vermaning van veertig jaar geleden ‘Niet roken en verstandig eten’ is getransformeerd tot een allesomvattende veroordeling van niet alleen tabak maar elke zinnelijk genot, zoals voedsel, alcohol, zonnebaden en seks. Dit healthism, een medisch geïnspireerde obsessie met triviale of niet-bestaande bedreigingen van de gezondheid, zou in het verleden waarschijnlijk afgedaan zijn als kwakzalverij. Paradox 3: Populariteit van alternatieve geneeskunde Het aantoonbare succes en de effectiviteit van de moderne geneeskunde zou geleid moeten hebben tot het marginaliseren van alternatieve behandelmethoden, zoals homeopathie en natuurgeneeskunde. Dat is echter niet zo. In de VS was eind vorige eeuw het aantal bezoeken aan aanbieders van onconventionele therapieën (425 miljoen) zelfs hoger dan aan huisartsen (388 miljoen). Omdat de effectiviteit van alternatieve therapieën niet routinematig getest is in klinische studies, is een logische vraag waarom zoveel mensen hier vertrouwen in hebben. Paradox 4: Stijgende kosten van de gezondheidszorg Hoe meer de geneeskunde kan doen, hoe hoger de kosten. Deze financiële vrijgevigheid van de afgelopen decennia blijkt te berusten op een algemene overtuiging dat de gezondheidsproblemen hierdoor zouden verdwijnen. Dat blijkt echter een niet geheel correcte aanname. Het aangeven van deze paradoxen moet wel in perspectief worden gezien. In het algemeen hebben artsen voldoening van hun werk en in het algemeen waarderen mensen de voordelen van de moderne geneeskunde. Nieuwe lente Terugblikkend wordt Europa medio vorige eeuw gekenmerkt door een oorlog, kinderen die overleden aan kinkhoest en polio en veel bewoners in psychiatrische inrichtingen. Het genezen van kanker of het transplanteren van organen leken onbereikbare fantasieën. Opvallend is dat in de jaren veertig tot zeventig van de vorige eeuw een enorme concentratie van belangrijke innovaties heeft plaatsgevonden, gevolgd door een duidelijke daling. Deze opkomst en ondergang vormt mogelijk een verklaring voor de paradoxale ontevredenheid van de moderne tijd. Het lezenswaardige boek van James le Fanu1 geeft een beschouwing over de ontwikkelingen tijdens de tweede helft van de twintigste eeuw. Ook al wordt de aanpak van ernstige en complexe aandoeningen belemmerd door lastige barrières, toch lijkt er voor de behandeling van sommige ziekten een gevoel van optimisme terug te keren. Binnen de medische wetenschap wordt hard gewerkt om de hiaten in de kennis en de leemten in de behandelmogelijkheden te vullen. De esculaap lijkt na een winterslaap aan een nieuwe lente te beginnen. Bron 1. James le Fanu. The Rise and Fall of Modern Medicine. maart 2014 21 THEMA ZORG 2.0 Dokter tablet Artsen zijn geen grote fan van vernieuwing. Niet voor niets werken veel ziekenhuizen nog met piepers, en is er stress nu de papieren recepten moeten verdwijnen. Maar de techniek heeft wellicht toch zo zijn voordelen. Neem bijvoorbeeld de tablet. Stéphanie van Straaten Het is druk op de neonatologie in Grey’s. Dokter Christina Yang is onderweg naar een patiënt, haar zwarte krullen wapperen achter haar aan, als ze naar de patiënt toegaat. De patiënt is een baby, en een baby met pech. Hij heeft namelijk een hypoplastisch linker hart, zoals Christina de moeder op haar tablet laat zien. De shunt die ze eerder hebben gebruikt, wordt afgestoten. Maar... klik-klik, daar komt ineens een 3D-printer in beeld. Snel swipend gaan moeder en arts door de informatie op haar tablet. Een nieuwe shunt, van lichaamseigen materiaal is zo geprint. Moeder begrijpt het meteen. Toch handig, zo’n tablet. ‘In Grey’s Anatomy zijn ze al lang om: elke dokter een tablet’ In Grey’s Anatomy zijn ze al lang om. Elke dokter een tablet, een superhippe scanner die in 3 seconden een total bodyscan maakt en een digitaal patiëntenbord dat zo, hup, vanaf de tablet kan worden bijgewerkt, zodat iedereen weet wie waar ligt, en wat er nodig is. In het dagelijks leven begint men ook, mondjesmaat, in de Nederlandse ziekenhuizen toe te werken naar Grey’s Anatomytaferelen. Nee helaas, geen McDreamy’s, McSteamy’s en spannende avonturen op de On Call Room. Maar die tablets, die hebben we wel. Handig zijn ze zeker en de markt springt er gretig op in. Zo is er de app DrawMD, waarmee artsen van verschillende specialismen eenvoudig hun procedures kunnen uittekenen. Net als Christina Yang, kun jij ook, binnen enkele klikken, een prachtige weergave laten zien van de menselijke anatomie en verschillende behandelingen. Nog steeds zonder de wapperende krullen en de 3-D printer, maar toch. Steeds meer artsen maken voor de dagelijkse patiëntenzorg dan ook de overstap naar een mobiel apparaat, van tablet tot smartphone. Met name worden apps gebruikt om medicatiedoseringen op te zoeken 22 maart 2014 en uit te rekenen, maar veel meer is mogelijk. Recent onderzoek1 wees zelfs uit, dat een tablet op het werk per dag een tijdsbesparing oplevert van een uur. Niet gek, gezien de dagen die wij maken. ‘Doktershulpje op het werk, kinderzoethoudertje in de auto’ Tegelijkertijd zijn er stromingen tégen de tablet, waarbij dan vooral het risico op infecties een argument is. Tablets zijn gebruiksvoorwerpen waar je met je vingers aan zit. Bovendien heeft de tablet nog een dubbelrol: doktershulpje op het werk, kinderzoethoudertje in de auto, en misschien heb je wel een van die slimme katten die ‘zoek de muis’ spelletjes speelt op de tablet. Zo’n tablet, vol met vingertjes, kattenhaar en eventueel nog lichaamsexcreties van de vorige patiënt, is inderdaad misschien niet het toppunt van hygiëne. De internetwebsite ‘Which.com’ deed een klein onderzoekje naar de aanwezigheid van Staphylococcus Aureus op tablets. De conclusie was schokkend (zie figuur) en zo ook het aantal bacteriën op een smartphone te zien na afdrukken in een petrischaaltje. Of dat een kleuter van drie ineens met een paar onhandige swipes wat medicatie annuleert. Daarnaast zijn tablets natuurlijk een stuk gewilder dan de nu gebruikte kladblokjes, dus behoorlijk diefstalgevoelig. Tegelijkertijd kunnen tablets beveiligd worden, met vingerafdrukken, wachtwoorden en codes. Een opschrijfboekje is weliswaar ook verkrijgbaar mét slot, maar daarvoor moet je toch eerder bij het dagboek van je tienjarige dochter zijn, dan bij de eigen collega’s. Bovendien, hoe vaak ben je je tablet kwijt? En hoe vaak de overdrachtspapieren? ‘Hoe vaak ben je je tablet kwijt? En hoe vaak je overdrachtspapieren’ Het is druk op de neonatologie. Dokter Henk Jansen is op weg naar een patiënt, de coassistent fladdert achter hem aan, als hij, het laatste slokje koffie opdrinkend, naar de patiënt toegaat. De patiënt is een baby, een baby met pech. Ze heeft namelijk net een beetje gespuugd. Langzaam swipend, dokter Jansen is immers al wat ouder en nog niet zo handig met zijn nieuwe tablet, komt de vochtbalans van de baby in beeld. Zelfs de coassistent begrijpt dat dit beetje spugen niet zo’n probleem is. Maar de vraag is: wat is het alternatief? Is het papieren kladblokje dat veel artsen bij zich hebben om gegevens op te schrijven, in combinatie met die afgekloven pen dan wel hygiënisch? Datzelfde kladblokje dat dag in dag uit verstopt zit in ons zo geliefde bacteriebroeinest: de witte jas? Bovendien: ooit iemand zijn notitieblok zien ontsmetten na een bezoek aan een patiënt? Juist. Het experiment waarbij de bacteriële load van een tablet, een pen, een notitieblok en een witte-jaszak worden vergeleken, moet helaas nog komen, maar de markt springt er alvast op in met tabletpoetsdoekjes en andere hygiëneproducten. Een ander punt is de privacygevoeligheid. Het moet toch niet zo zijn dat de kat tijdens zijn muisspelletjes per ongeluk inlogt in ‘ezis’, met alle gevolgen van dien. Toch handig, zo’n tablet... Ook voor dokter Jansen. Bron 1. Patel, B., Chapman, C., Luo, N., Woodruff, J., Arora, V. Impact of Mobile Computers on Internal Medicine Resident Efficiency. (2012). Archives of Internal Medicine. Accessed March 12, 2012. maart 2014 23 COLUMN Van buiten naar binnen kijken Tanca Minderhoud, 4e jaars aios interne geneeskunde en kritische enthousiasteling, reflecteert in deze column op de dagelijkse praktijk. Verbouwing Invullen met fantasie Elke ochtend loop ik langs een noodgebouw. Het ziekenhuis waar ik werk is bezig aan een monsterlijk grote verbouwing, en om de toezichthoudende bobo’s te voorzien van gepaste kantoorruimte, zijn in allerijl noodgebouwtjes opgetrokken. Ze staan er alweer een jaar of twee. Iedere ochtend kijk ik naar binnen en vraag me af wat zich daar afspeelt. Op één van de bureaus staat een miniatuurhijskraan. Zou de bouwkundig ingenieur weleens een half uurtje met de minihijskraan spelen? Zouden de kosten die inmiddels de pan uit rijzen echt komen door alle tegenslagen? Het aanvullen van informatie op basis van allerlei circumstantial evidence is volgens mij een sterke aangeboren respons. Een experiment uit de sociale psychologie liet mensen kijken naar een foto van een onbekende vrouw in een mantelpak. Ze moesten kiezen welke beschrijving het meest juist was. De ene beschrijving luidde; ‘Deze vrouw heet Jeannet’, de andere ‘Deze vrouw heet Jeannet en is directiesecretaresse’. Verreweg het grootste deel van de kandidaten koos voor de laatste optie. Theoretisch geeft dit echter meer kans op een foute gok; er staan twee variabelen in die je niet kan weten, in plaats van één. Maar blijkbaar is door het mantelpakje ons brein al bezig om in te vullen wat voor werk ze doet. Mini-hijskraan Het bevreemdt me dat ik steeds dezelfde gedachte krijg als ik langs dat gebouw loop. Elke dag weer verdenk ik die man ervan om kostbare tijd te verspillen met het hijskraantje. Natuurlijk weet ik dat hiervoor helemaal geen aanwijzingen zijn en dat de grote onbekende er ook helemaal geen tijd voor heeft. Maar er is iets mysterieus aan personen waar je maar een klein stukje van te zien krijgt. Op basis van beperkte informatie vorm je je een veel groter beeld, waarin je dus allerlei aannames doet. Dat maakt het risico dan weer groot op foute beeldvorming. Wat je niet weet kan je invullen met je fantasie. 24 maart 2014 Irrationele gedachten Bij patiënten zie je het ook vaak terug. Vooral wachtende patiënten. Als je als patiënt op de SEH vijf uur zit te wachten bekruipt je het gevoel dat ze je vergeten zijn. Dat ze uitgebreid chinees aan het eten zijn terwijl jij hongerig op een koude kamer zit. De meeste patiënten kunnen echt rationeel wel bedenken dat het personeel op de SEH er ook geen baat bij heeft als de ligduur zo lang is. En dat het druk is en dat anderen zich in een levensbedreigendere situatie bevinden. Maar kunnen ze hun irrationele gedachten onderdrukken? Het grappige is dat ik het gedrag van patiënten soms beter snap sinds ik dagelijks nadenk over dat hijskraantje. Dan is dat ding toch nog ergens goed voor. Drie pijlers van De Jonge Specialist opleiding OPLEIDING Hoeveel aios mogen er worden opgeleid? Zit jouw opleiding goed in elkaar? Hoe bereid je je voor op een visitatie? Hoe kun je je algemene competenties verbeteren? KWALITEIT Hoe dragen we bij aan de beste zorg in de toekomst? Hoe ziet de toekomst van de aios er uit? Welk effect heeft taakherschikking op jouw opleiding? Hoe zorgen wij er voor dat zorgvernieuwing ook zorgverbetering betekent? kwaliteit belangen behartiging klaar voor de toekomst! Mercatorlaan 1200 Postbus 20057 3502 LB Utrecht BELANGENBEHARTIGING Hoe ga je om met een conflict met je opleider? Klopt jouw rooster en ben je klaar om diensten te draaien? Hoe onderhandelen we over jouw cao? Hoe verbeteren we de arbeidsmarkt voor jonge klaren? [email protected] www.dejongespecialist.nl 1-2 De Jonge Specialist, klaar voor de toekomst! WIE ZIJN WE? WAT DOEN WE? De Jonge Specialist is de zelfstandige beroepsvereniging voor aios, ontstaan uit de fusie tussen De Jonge Orde en de LVAG. De Jonge Specialist is het aanspreekpunt voor partijen zoals het Ministerie van VWS, de landelijke ziekenhuisorganisaties (NFU en NVZ), de KNMG en de Arbeidsinspectie. Ons bestuur bestaat uit aios van diverse medische specialismen die zich met veel visie en enthousiasme inzetten voor de belangen van alle aios in Nederland. De Jonge Specialist behartigt jouw belangen als aios! Zoals het voorkomen van de eigen bijdrage en de verkorting van de opleiding. Maar ook het aan de kaak stellen van de Jonge Klaren problematiek en vele andere relevante aios-zaken. De Jonge Specialist voert ook onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden voor aios. Dus hoe groter onze achterban als aios-vereniging, hoe sterker onze onderhandelingspositie! De Jonge Specialist staat voor: één gezamenlijke aios-stem op landelijk niveau een sterke onderhandelingspositie voor alle aios het initiëren, coördineren en stimuleren van initiatieven ter bewaking en verbetering van de opleiding tot medisch specialist WAT BIEDEN WE? juridisch advies roosteradvies en roostercheck lidmaatschap van de OMS, LAD en de KNMG het weekblad Medisch Contact brochures over belangrijke thema’s voor aios ons tijdschrift De Jonge Specialist emailnieuwsbrief gratis toegang tot de AIOS-dag LID WORDEN! Wil je meer informatie of lid worden, kijk dan op www.dejongespecialist.nl. Het aios-lidmaatschap kost 120 euro per jaar. Je bent dus al lid voor 10 euro per maand. Je kunt als aios het lidmaatschap ook nog deels vergoed krijgen via je werkgever, door gebruik te maken van de regeling binnen je cao. Ben je aios, anios, arts-onderzoeker en haal jij het onderste uit de opleidingskan? Word dan nu lid! Only one company has StageOne Select - the only modular hip spacer mo mold ld Personalized The only customizable hip spacer molds ds t create a spacer with antibiotic of choice ce Optimized The only spacer with textured surface omotes higher her antibiotic elution1 t increased surface area promotes Exceptional The only reinforced modular hips cement ent molds, with 150 combinations ension t bone sparing, maintains soft tissue tension and increases mobility for the patientt + 31 78 629 29 2 29 [email protected] met.com - www.biomet.com www .biomet.com biomet.com ©2012 Biomet.® All pictures, products, names and trademarks herein are the property of Biomet, Inc. or its subsidiaries. 1. Bassam A. Masri, Clive P. Duncan, Christopher P. Beauchamp, Nancy y J. Paris, Jennifer Arntorp. Effect of Varying Surface Patterns on Antibiotic biotic oplasty Elution from antibiotic-loaded Bone Cement. The Journal of Arthroplasty Vol. 10, No. 4, 1995, 453-459. ® One Surgeon. Surgeon. One Patient. Patient.
© Copyright 2024 ExpyDoc