REPORTAGE AGE

REPORTAGE
AGE
15 november 2014 , pag. 8
<<
me. Zij bladert door een vrouwenblad, hij
door een mannenblad. Ondertussen voeren
ze een gesprekje over wat ze vanavond
willen eten. Het wordt die lekkere pasta van
laatst.
Een man van een jaar of zestig komt een
klein kantoor uit. ,,Volgende.’’
Even later zit ik tegenover hem, aan een
klein bureau. Alsof ik bij de huisarts ben. Ik
leg een pilletje op tafel. Een rechthoekig
ding met het woordje GOLD erop. Hij leunt
achterover als hij hem ziet. ,,Ah, de Goldbar.
Die kennen we.’’
Ik frons mijn wenkbrauwen. ,,Dit was het?
Dit is de test?’’
Hij lacht. ,,Nee, maar deze zien we heel
vaak.’’ Hij schraapt een hoekje van de pil en
legt het slijpsel op een porseleinen schaaltje. Met een pipetje voegt hij er een vloeistof aan toe. ,,Als het nu paars-zwart kleurt,
zit het goed. Dan zit er MDMA in.’’ Meteen
verandert de kleur.
,,Al eens eerder gedaan?’’ vraagt de onderzoeker. ,,Nee. Daarom ben ik hier ook.’’
Hij vraag naar mijn leeftijd. ,,27.’’ De man
kijkt omhoog. ,,De meeste gebruikers zijn
jonger. Waarom toch proberen? Nieuwsgierig?’’ Ik knik: ,,Ik hoor er zoveel over. Wil nu
wel eens weten wat het is.’’ Hij registreert
dat ik een man ben en of ik ervaring heb
met xtc. Meer niet: de test is anoniem en
gratis.
Het vloeistofje kleurt paars-zwart. Dat
stelt me gerust. Met een schuifmaat meet
de onderzoeker de pil op. De gegevens voert
hij in de computer in. Uit een database
komt even later een bestandje rollen. Foto
erbij van precies zo’n zelfde Goldbar. Het
document geeft nog wat aandachtspunten.
De kleur in orde? Check. De randjes afgerond? Check. Een lichte spikkel erin? Check.
HARTKLOPPINGEN
De onderzoeker lijkt er niet echt van onder
de indruk dat de pil alleen MDMA bevat. Ik
vraag waarom. De testservice komt zelden
vervuilde pillen tegen, met andere stoffen
dan MDMA.
PMMA, dat is een stofje dat je niet wilt
zien. Het effect ervan treedt pas heel laat
op, waardoor gebruikers geneigd zijn bij te
slikken en overdosis op de loer ligt. Ook
kunnen extreme hartkloppingen optreden
en wordt het lichaam snel veel te warm. Het
stofje wordt niet vaak gevonden: vorig jaar
werden via VNN ruim 1800 pillen geanalyseerd. In 85 procent daarvan zat alleen
MDMA.
Maar toch, zit er andere troep in een pil,
dan kan dat dodelijk zijn. Even testen is wel
zo veilig: al zeggen de onderzoekers er
duidelijk bij dat de veiligste optie is om niet
te gebruiken. In het Noorden kan het in
Assen, Groningen en Leeuwarden. VNN wil
met de service voorkomen dat gebruikers
gevaarlijke middelen slikken.
,,Hoeveel moet ik innemen, wil ik het
verantwoord doen?’’
,,Hoeveel weeg je?’’
,,75 kilo.’’
,,Als je 1 milligram MDMA per kilo aanhoudt zit je goed. Begin met een kwartje.
Voel je je lekker, dan zou je later nog een
kwart bij kunnen nemen.’’
,,Is dit nou een zware pil?’’
,,Ik vind hem redelijk zwaar, ja. Daarom,
bouw het op.’’
,,Bedankt.’’
,,Graag gedaan. Veel plezier.’’
Als ik het kamertje uitloop zie ik in de
wachtkamer nieuwe gezichten. Vooral studenten, vermoed ik. Ik grijns lichtjes. Niemand zegt iets. Maar ik weet wat zij komen
doen. En zij weten wat ik hier doe.
BOXERSHORT
Ding-dong. Stef grijnst als hij me ziet nadat
ik de deur open doe. Het is zover. We hebben mazzel, want het mag al september
zijn, het lijkt een mooie nazomerdag te
worden. Het technofeest aan de rand van de
stad begint ’s middags.
We fietsen naar Jochem, een student die
in de binnenstad op kamers woont. Hij
weet wat het is, zo’n pilletje nemen. Op zijn
kamer staat een tafel vol. Fruitsalades,
brood met smeersels, watermeloen, roerei.
Alles vers, net gehaald op de Vismarkt.
,,Goed eten is belangrijk.’’ Niet te veel, weet
ik.
Op gammele fietsen rijden we naar het
feest. Het is nu een uurtje of twee bezig,
leeg zal het op de dansvloer vast niet meer
zijn. De pillen verdelen we. Niemand wil
gesnapt worden met te veel xtc bij zich. De
Goldbar die ik straks inneem, zit misschien
nu wel in het boxershort van Stef. In een
zakje, dat dan weer wel.
De beveiligers bekijken ons goed, fouilleren enigszins. Maar we worden verre van
binnenstebuiten gekeerd.
Zithoekjes, een barretje met zoete drankjes, een tentje met hamburgers en een
rechthoekige oude loods die is omgetoverd
tot club. Voorin een groot podium met de
dj. Hij kijkt uit over de zaal waarboven twee
rijen grote industriële lampen hangen. Hier
en daar worden wat muren rood uitgelicht.
We kopen muntjes. Vandaag gaan die niet
op aan bier. Water, dat zullen we drinken.
Het is nodig om oververhitting te voorkomen. Ook weer niet te veel. Onterecht wordt
wel eens gedacht dat je liters moet opslokken, terwijl veel water het bloed verdunt,
waardoor een tekort aan zouten ontstaat. Je
lijf kan daardoor ontregeld raken en vocht
kan zich ophopen in de hersenen.
We besluiten een flesje per uur tot anderhalf uur te drinken. Stefs horloge met stopwatch gaat ons waarschuwen. Ik weet niet
in hoeverre ik straks nog besef van de tijd
heb.
Eet nu, tipt iemand. ,,Als je straks wat
ingenomen hebt, is je honger weg.’’ We
nemen een hamburger. Nederland eet om
zes uur. Wij ook. We zijn in opperbeste
stemming. De spanning van wat gaat komen zal daar wel iets mee te maken hebben. We doen het tegelijk, spreken we af.
Weken verdiepte ik me in de materie. Maar
wat er straks met me gebeurt? Ik kan me er
niet het minste van voorstellen.
We lopen naar de wc’s. In een hoekje,
vlakbij zo’n plastic urinoir met op elke hoek
een pisbak, probeert Stef een kwart af te
breken van een pil. Dat gaat lastig. Even de
voortanden erin helpt. We staren wat glazig
en met een lichte glimlach naar onze handpalmen waarin een kwart Goldbar ligt. Ik
gooi het brokje in mijn mond. Even hoor ik
de stem van mijn moeder in mijn hoofd:
’dit heb je toch niet nodig om het leuk te
EVEN HOOR IK DE
STEM VAN MIJN MOEDER
hebben?’ Klopt, maar ik wil het weten hoe
dit is. Ik zie de gezichten van de anderen
betrekken. De bittere smaak is niet te harden. Het lijkt wel wat op aspirine, maar dan
vele malen sterker. Slik.
,,Laten we de dansvloer op gaan.’’ We
hoorden dat de sfeer op het moment dat de
pil erin knalt, bepalend kan zijn voor de rest
van trip. Liever sta ik dan niet in de hoek
van een urinoir.
Ik kijk om me heen. Of anderen al iets
hebben ingenomen is me niet duidelijk.
Veel zonnebrillen, dat wel, hoewel we binnen staan. De technobeats knallen door de
loods. Ik kijk naar de ogen van mijn vrienden. Voelen zij al iets? Ik wil de vraag niet
stellen. Er is nog niks aan ze te zien.
Ineens kijk ik wat onrustiger de zaal door.
Mijn hoofd draait snel heen en weer en ik
voel mijn handen warm worden. Het is zo’n
twintig minuten na inname. Mijn voeten
maken pasjes. Rechtervoet uitstappen,
sluiten, linkervoet uitstappen. En dat door
en door. Nog geen minuut later komt het.
BAM.
Ik kijk naar de lange zijde van de zaal.
Eerder was de hal nog rechthoekig, nu begint hij ronde vormen aan te nemen. De
rode kleur. Ik weet toch zeker dat die niet
overheersend was, maar nu is hij in overvloed aanwezig.
Pfffff.
Mijn pupillen worden groter, ik voel het.
De anderen kijken me aan. Ze knikken
goedkeurend en lachen naar me. Ik ben
weer de eerste. Zo gaat dat wel vaker, ook
als we wat biertjes drinken. Ik wrijf in mijn
handen, die zweterig worden. Mijn hoofd
wordt licht. De harde muziek ontgaat me
even.
Wil ik dit? Gaat dit nog vijf uur zo door?
Dat lijkt me niks. Nee, dat wil ik niet. Ik
grijp Stef bij zijn schouder. ,,Poeh, dit is wel
heftig man.’’ Pfffff. ,,Dit gaat wel ver.’’ Pfffff.
,,Ik vind dit niet relaxed.’’
,,Kom mee.’’ Stef grijpt me bij mijn arm.
,,Luchtje scheppen.’’ Dat lijkt me goed. We
lopen naar buiten.
Stef haalt Jochem erbij. De ervaren gebruiker loopt op me af terwijl ik wat onrustig sta uit te blazen. Hij pakt me bij m’n
schouders en kijkt me vriendelijk in de
ogen. ,,Dit is normaal’’, verzekert hij me.
,,Bijna iedereen die het voor het eerst doet
heeft hetzelfde als jij nu.’’
Het zal. De bijsluiter ontbrak ook bij de
pillen, bedenk ik me nog. ,,Je moet even
over een drempel heen. Straks wordt het
milder, veel stabieler.’’
Die opmerking maakt me rustig. Ik kalmeer, blaas niet meer zo. Niemand die me
van tevoren had verteld dat ik een drempel
over moest. Bij de anderen gebeurt inmiddels ook iets. Al gaat het bij hen veel meer
lineair. Het knalt er niet zo in als bij mij.
,,Gaat-ie weer?’’, vraagt Stef. Ik glimlach en
knik. Stef weet dat ik de controle kwijt was.
En ook dat zoiets mij niet vaak gebeurt.
,,Kom’’, zegt hij. ,,Dan gaan we.’’
We lopen weer naar de loods, zeer soepeltjes, lichtvoetig. Een beetje alsof ik op een
luchtkussen loop. Ik moet ervan lachen. Het
paniekerige gevoel is totaal verdwenen.
Gelukkig.
EUFORIE
Ik zie een vriend dansen. Een grote glimlach
op zijn gezicht. Onze ogen kruisen elkaar.
We lachen hard als we naar elkaar kijken.
Hij legt een hand op mijn schouder. Licht
bezweet, voel ik. ,,Wat een bijzondere ervaring’’, zegt hij. Ik knik. ,,Voel je je goed?’’ wil
ik weten. Hij lacht. Heel goed. We highfiven.
Ik denk aan de testservice van VNN. ,,Voel
je je goed, dan kun je eventueel een kwart
bij nemen’’, hoor ik de onderzoeker nog
zeggen. Dat doen we. Op dezelfde plek als
zo’n anderhalf uur geleden. Hier laat ik het
bij, de hele pil zou voor mij veel te zwaar
zijn. Inmiddels ben ik ervan overtuigd dat
het merendeel op de dansvloer onder in-
vloed is. En niet van de alcohol.
Mijn gemoedstoestand is nog het beste te
vergelijken met die op momenten dat ik
zeer goed nieuws kreeg. Het euforische
gevoel toen ik mijn eerste echte baan te
pakken had. Ik wilde het van de daken
schreeuwen dat ik iets moois te horen had
gekregen. Zo voelt het. Maar dan nog wat
extremer en de hele tijd door.
Serotonine. Dat stofje geeft je een geluksgevoel. Stel je voor dat je lijf er een emmertje vol van heeft. Sport je? Dan zuigt het er
iets uit. Krijg je positief nieuws? Dan gebeurt hetzelfde. MDMA zorgt ervoor dat het
hele emmertje in een paar uur leeggezogen
wordt. Iets dat op geen andere wijze voor
elkaar te krijgen. Mijn emmertje is omgekieperd, dat weet ik zeker.
,,Wow.’’
Ik ben spraakzaam, praat met onbekenden. Zo soepel gaat dat anders nooit. Studies, werk, muziek. Alles is interessant. Ik
ben enorm complimenteus. Zit iemands
haar goed? Ik zeg het. Ziet iemand er tof
uit? Ik laat het weten. Danst iemand goed?
Ik vertel het. De drempel om dingen uit te
IK STAAR NAAR
BOVEN; PLAFONDDIENST
spreken is weg. En, zeer handig daarbij, de
drempel van anderen om complimenten te
ontvangen ook.
,,Stef, mogen we zo weer wat drinken?
,,Nog tien minuten’’, zegt hij. Mijn huidige
flesje is zo goed als leeg. Dat komt mooi uit.
Tijdsbesef is er gewoon. We voelen ons een
beetje nerds dat we zo stipt zijn. Maar toch,
de stopwatch is handig.
In een hoek zie ik plots een zwaar bezwete jongen, in zijn eentje. Hij danst hard met
korte, maar heel krachtige passen. ,,Gaat
ie?’’ Hij schrikt op, alsof ik hem uit een
droom ontwaak. ,,Poeh. Het gaat wel hard.’’
Ik vraag hem of-ie gedronken heeft. Zijn
munten zijn op. ,,Kom mee.’’ Samen drinken we water. Hij wordt rustiger, de zweetdruppeltjes minder.
Mijn kaken voelen wat strak, maar niet zo
erg dat het vervelend is. Ik maak een ‘selfie’
om mijn pupillen eens te bekijken. Groot,
jazeker. Ik lach erom. Niet angstaanjagend.
Ik zie hetzelfde bij de mensen om me heen.
Dansen vind ik leuk, maar ik draaf niet
door. Ik heb mezelf onder controle. Als ik
mijn hand op mijn borst leg, voel ik mijn
hartslag sneller gaan dan normaal. Mijn
lichaam is warm, maar ik schrik niet. Hoort
erbij, heb ik gelezen. Dat soort kennis is fijn.
Het gesprek en de test bij VNN geven me
een zeker gevoel.
Het laatste nummer valt op: Zombie
Nation van Kernkraft 400. Anders dan de
techno die we de hele dag hoorden: maar
bekend voor iedereen. De zaal gaat los.
Handen in de lucht. Maar die van mij niet.
Het lied doet me niet veel. Het werkt uit. Ik
sta er wat versuft bij. Ik voel me nog gelukkig, maar minder energiek. Mijn serotonine
raakt op.
Als ik een kwartier later het festivalterrein afloop heb ik het gevoel op reis geweest te zijn. Bijzondere ervaring. Een goede? Ja, een goede. Het eerste half uur was
heftig. Het leert me iets: ik ben een controlefreak. Vrijwel altijd heb ik de touwtjes in
handen. Nu moest ik ze laten gaan.
Ik voel me leeg. Ik weet dat ik een mooi
feest achter de rug heb, maar ik praat monotoon. Veel emotie laat ik niet zien. De
anderen hebben hetzelfde. Als ik even later
in bed lig, lukt slapen niet. Ik staar naar
boven. ‘Plafonddienst’, heet dat in jargon.
De volgende ochtend word ik energiek
wakker. Ik voel me prima. Geen heftige
nasleep.
LEEG
De dag daarna voel ik me lichamelijk fit,
maar mentaal wat leeg. Het dipje. Ik voel
me beter dan bij een flinke kater van alcohol, dat wel. Flink sporten, veel fruit eten.
Het schijnt te helpen om je serotonine weer
op niveau te krijgen.
De anderen hebben er, in meer of mindere mate, ook last van. Lusteloosheid, een sip
gevoel. Zou ik volgende week weer gebruiken, dan heeft dat waarschijnlijk nauwelijks
effect. Het emmertje is dan nog te leeg. Het
kan enkele maanden duren voor hij weer
gevuld is.
Het is twee weken later als ik naast mijn
moeder fiets, tijdens een weekendje Ameland.
,,Mam’’, zeg ik zo rustig mogelijk. ,,Ik heb
laatst xtc geslikt.’’
Haar ogen worden groot.
,,Weet je wel wat voor troep daar in zit?’’
,,Ja’’, zeg ik.
Even houd ik me stil.
,,Ik zal je precies vertellen hoe het ging.’’
Dit verhaal kwam tot stand
op basis van vele onderzoeken en rapporten over xtc
en gesprekken met gebruikers en met deskundigen
van Verslavingszorg NoordNederland (www.vnn.nl) en
het Trimbos-instituut
(www.trimbos.nl).
Om privacyredenen zijn
namen gefingeerd.
Reageren?
[email protected]