BW14-0522 Veilig thuis bij de GGD

Bestuursdienst / advies aan Burgemeester en Wethouders
Reg.nr: BW14-0522
Casenr.: Cbb140498
Sector/afd.: Stadsbeheer/WOC
Steller/tel/e-mail: G. Visser / 5527 /
[email protected]
Portefeuillehouder: C.A.J. van
Diemen
Agenda: Openbaar
B&W d.d. 21-10-2014
Embargo tot: Nee
Advies van commissie:
Ter inzage voor cie: MO
Raadsbehandeling d.d.
Begrotingswijziging: Nee
Onderwerp:
Veilig thuis bij de GGD
Probleemstelling:
Veilig Thuis is een samenvoeging van de huidige Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG’s) en het Advies en
Meldpunt Kindermishandeling (AMK) tot een Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK,
nieuwe naam is Veilig Thuis) op het niveau van Noord Holland Noord. Begin 2014 hebben de colleges ingestemd
met een opdracht aan de GGD om een business case op te stellen. Op 1 januari 2015 bestaat de wettelijke
verplichting om een gemeenschappelijke frontoffice in te richten, die 24/7 bereikbaar is. In 2016 is Veilig Thuis
volledig operationeel conform de business case; 2015 is een overgangsjaar waarin de backoffice geleidelijk wordt
vervlochten. De bovenregionale stuurgroep Jeugd en Veiligheid vraagt alle gemeenten in Noord Holland Noord
besluiten te nemen over de organisatorische borging van Veilig Thuis.
Het college besluit:
1. Akkoord te gaan met het plan van aanpak voor de realisering van Veilig Thuis;
2. Akkoord te gaan met het financieringsvoorstel voor de eenmalige projectkosten a € 0,39 per inwoner, deze
te dekken vanuit de bestemmingsreserve invoering sociaal domein;
3. In te stemmen met de Business Case Veilig Thuis als schets van de te bereiken situatie per 1 januari 2016
en als uitgangspunt voor de ontwikkeling van Veilig Thuis;
4. De GGD aan te wijzen als opdrachtnemer voor Veilig Thuis en:
a. Per 1 januari 2015 te belasten met het uitvoeren van de frontoffice/het meldpunt en het uitvoeren
van een gezamenlijke werkwijze, conform de minimale wettelijke verplichting m.b.t. Veilig Thuis;
b. Voor 2015 de opdracht te geven om langs de lijnen in de business case Veilig Thuis nader vorm te
geven, zodat op 1 januari 2016 de situatie beschreven in de business case wordt bereikt is.
Daarbij wordt het werk (advisering, onderzoek, toeleiding) uitgevoerd door medewerkers van de
Steunpunten Huiselijk Geweld en het AMHK, die in 2015 nog formeel in dienst zijn van de latende
organisaties (BJZ, Blijfgroep, DnoDoen, Blijf Den Helder). De medewerkers worden echter
ondergebracht bij de GGD en functioneel aangestuurd door de leidinggevende van Veilig Thuis;
c. Per 1 januari 2016 te belasten met het uitvoeren van Veilig Thuis conform de business case. Op
dat moment zijn alle medewerkers in dienst van de GGD;
5. In te stemmen met het voorstel voor de bestuurlijke aansturing van Veilig Thuis bij het DB van de GGD;
6. Kennis te nemen van het gegeven dat de kostenverdeling over de gemeenten is gebaseerd op de (deels
geprognotiseerde) productie van het aantal onderzoeken per gemeente in 2014. Alle gemeenten en
brengen volgens deze verdeling de middelen in die middels de decentralisatie Jeugd voor de huidige AMKtaken worden overgedragen. Daarnaast brengt de centrumgemeente de middelen in die voor het huidige
Steunpunt Huiselijk Geweld zijn gereserveerd;
7. De bovenregionale stuurgroep Jeugd en Veiligheid de opdracht te geven het proces van de implementatie
van Veilig Thuis te volgen (procesbegeleiding en monitoring);
8. De gemeenteraad te informeren en bij het proces te betrekken en daarbij met name aandacht te besteden
aan de financiering van Veilig Thuis en de relatie met de door de raad vast gestelde Regiovisie Huiselijk
Geweld en Kindermishandeling.
Definitief besluit B&W
1. Akkoord te gaan met het plan van aanpak voor de realisering van Veilig Thuis;
2. Akkoord te gaan met het financieringsvoorstel voor de eenmalige projectkosten a € 0,39 per inwoner, deze te
dekken vanuit de bestemmingsreserve invoering sociaal domein;
3. In te stemmen met de Business Case Veilig Thuis als schets van de te bereiken situatie per 1 januari 2016 en
als uitgangspunt voor de ontwikkeling van Veilig Thuis;
4. De GGD aan te wijzen als opdrachtnemer voor Veilig Thuis en:
a. Per 1 januari 2015 te belasten met het uitvoeren van de frontoffice/het meldpunt en het uitvoeren van een
gezamenlijke werkwijze, conform de minimale wettelijke verplichting m.b.t. Veilig Thuis;
b. Voor 2015 de opdracht te geven om langs de lijnen in de business case Veilig Thuis nader vorm te geven,
zodat op 1 januari 2016 de situatie beschreven in de business case wordt bereikt is. Daarbij wordt het werk
(advisering, onderzoek, toeleiding) uitgevoerd door medewerkers van de Steunpunten Huiselijk Geweld en het
AMHK, die in 2015 nog formeel in dienst zijn van de latende organisaties (BJZ, Blijfgroep, DnoDoen, Blijf Den
Helder). De medewerkers worden echter ondergebracht bij de GGD en functioneel aangestuurd door de
leidinggevende van Veilig Thuis;
c. Per 1 januari 2016 te belasten met het uitvoeren van Veilig Thuis conform de business case. Op dat moment
zijn alle medewerkers in dienst van de GGD;
5. In te stemmen met het voorstel voor de bestuurlijke aansturing van Veilig Thuis bij het DB van de GGD;
6. Kennis te nemen van het gegeven dat de kostenverdeling over de gemeenten is gebaseerd op de (deels
geprognotiseerde) productie van het aantal onderzoeken per gemeente in 2014. Alle gemeenten en brengen
volgens deze verdeling de middelen in die middels de decentralisatie Jeugd voor de huidige AMK- taken worden
overgedragen. Daarnaast brengt de centrumgemeente de middelen in die voor het huidige Steunpunt Huiselijk
Geweld zijn gereserveerd;
7. De bovenregionale stuurgroep Jeugd en Veiligheid de opdracht te geven het proces van de implementatie van
Veilig Thuis te volgen (procesbegeleiding en monitoring);
8. De gemeenteraad te informeren en bij het proces te betrekken en daarbij met name aandacht te besteden aan
de financiering van Veilig Thuis en de relatie met de door de raad vast gestelde Regiovisie Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling.
9. Het College heeft als zienswijze dat ten aanzien van 40% overhead een diepgaande analyse gemaakt moet
worden, aangezien het College hier vraagtekens bij zet.
10. Een gewijzigd Raadsvoorstel maken in overleg met de portefeuillehouder en de griffie waarin de ontrekking
vanuit de bestemmingsreserve is geformuleerd
Bijlagenr.
(Corsanr.)
Brief stuurgroep Jeugd en Veiligheid (Bij14-656)
PvA Veilig Thuis (Bij14-657)
business case Veilig Thuis (Bij14-658)
BW14-0522 Veilig thuis bij de GGD
Naar B&W,
Commissie, Raad?
(invullen welke)
Publiceren op
website:
ja/nee/besloten
BESTUURSDIENST / ADVIES AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
Onderwerp: Veilig thuis bij de GGD
Bevat het advies alle elementen? (Raadpleeg hiervoor de checklist voor B&W-adviezen op Hugo, bestuurlijke besluitvorming
Toelichting:
De business case en het plan van aanpak Veilig Thuis zijn afgestemd met de betrokken organisaties. Belangrijk
aandachtspunt daarbij is dat de bestaande kwaliteit (kennis en deskundigheid) moet worden behouden en dat de
frictiekosten zo veel mogelijk worden beperkt. In de praktijk krijgt dat vorm door het de huidige medewerkers van
de SHG’s en het AMK zo veel mogelijk te plaatsen bij Veilig Thuis.
Bestuurlijke aansturing
Voorgesteld wordt om het dagelijks bestuur van de GGD verantwoordelijk te maken voor de uitvoering van Veilig
Thuis. Veilig Thuis wordt een aparte organisatie-eenheid binnen de GGD. Het algemeen bestuur van de GGD stelt
elke 4 jaar een meerjarig beleidsplan vast en jaarlijks het programma, de begroting en de rekening. De commissie
jeugd en Sociale Veiligheid van de Veiligheidsregio heeft een adviserende rol m.b.t het programma, de begroting
en de rekening. Daarmee wordt de samenhang tussen de jeugdketen en de veiligheidsketen op bestuurlijk niveau
geborgd.
Gefaseerde invoering
Om de continuïteit te kunnen waarborgen en de frictiekosten zo veel mogelijk te beperken is gekozen voor een
gefaseerde uitvoering. Op 1 januari is een gezamenlijke frontoffice operationeel, die 24/7 bereikbaar is. 2015 is
een overgangsjaar waarbij veel diensten nog worden uitgevoerd door de huidige aanbieders: het Oranjehuis (SHG)
en Bureau Jeugdzorg (AMK). Gedurende 2015 vindt een gefaseerde overdracht van taken plaats en per 1 januari
2016 is Veilig Thuis volledig operationeel, zoals beschreven in de business case. Om dit proces te volgen wordt
voorgesteld de bovenregionale stuurgroep Jeugd en Veiligheid de opdracht te geven voor de procesbegeleiding
op hoofdlijnen en voor de monitoring van de resultaten.
Financiering
Voor de financiering van Veilig Thuis worden twee financieringsstromen inzet:
De decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang, die Alkmaar als centrumgemeente ontvangt. Voor 2015
betekent dat, dat de subsidie voor het Oranjehuis voor wat betreft de SHG-taken in stand gehouden wordt,
waarbij wel de opgelegde bezuiniging in acht genomen wordt.
De middelen die alle gemeenten ontvangen via de decentralisatie-uitkering Jeugd ten behoeve van de
huidige AMK-taken, die zullen worden ondergebracht bij Veilig Thuis.
Het bedrag dat hiervoor nodig is, is meegenomen in de contractbesprekingen met Bureau Jeugdzorg en is
in lijn met de beschikbare middelen als aangegeven in het regionale Transitiearrangement.
De gemeenten in de regio moeten gezamenlijk de overgedragen middelen AMK inzetten ten behoeve van Veilig
Thuis. De kostenverdeling over de gemeenten is voor ongeveer 90% gebaseerd op de (deels geprognotiseerde)
productie van het aantal onderzoeken per gemeente in 2014. Aangezien de herkomst bij adviezen en consulten
niet wordt geregistreerd, zijn de kosten hiervoor berekend naar rato van het aantal inwoners per gemeenten.
In de loop van 2015 wordt door de GGD een begroting opgesteld voor 2016. Op dit moment wordt daarom alleen
de financiering van Veilig Thuis voor 2015 geregeld.
Projectkosten:
Daarnaast zal de GGD een subsidieaanvraag doen voor de kosten, die moeten worden gemaakt om de vorming en
gefaseerde inrichting van Veilig Thuis in een projectorganisatie mogelijk te maken. Deze kosten (€ 0.39 per
inwoner, incidenteel) worden verdeeld over alle betrokken gemeenten in Noord Holland Noord. Voorgesteld wordt
om deze kosten te dekken vanuit de bestemmingsreserve invoering sociaal domein.
Bijzondere positie Uitgeest
De gemeente Uitgeest heeft te kennen gegeven om aan te willen sluiten bij Veilig Thuis in Noord Holland Noord. Zij
brengt daartoe de benodigde financiële middelen in. Aangezien Uitgeest behoort tot een andere GGD-regio en
Veiligheidsregio is het voor Uitgeest praktisch niet mogelijk om rechtstreeks te participeren. Daarom vraagt
Uitgeest aan Alkmaar om als zaakwaarnemer op te treden. Uitgeest behoort ook tot een andere Vrouwenopvangregio. De komende maanden zal Uitgeest de huidige VO-centrumgemeente (Haarlem) en het ministerie benaderen
om de benodigde VO middelen aan Alkmaar te laten overdragen.
2
Informeren van de gemeenteraad
De stuurgroep vraag de colleges om op geëigende wijze de gemeenraad te informeren en bij het proces te
betrekken. De bevoegdheden van de raad hebben betrekking op kaderstelling en budgetten. De regiovisie Huiselijk
Geweld is op19 augustus vastgesteld door het college en op 4 september akkoord bevonden door de commissie
MO. Daarmee stelt de raad de beleidsmatige kaders vast. De inzet van de overgedragen AMK-middelen behoort
ook tot de bevoegdheid van de raad. Voorgesteld wordt dit mee te nemen bij het opstellen van de begroting 2015.
De vorming van Veilig Thuis betreft uitvoering binnen de kaders van de regiovisie. Daarom wordt voorgesteld om
de business case en het plan van aanpak te laten vaststellen door het college.