Protocol TAVI - Regionale Intensive Care Opleiding Nijmegen

Titel
Percutane aortaklep vervanging (ofwel: Transcatheter Aortic Valve Implantatie
(TAVI)
!
Datum vaststelling:
09-2014
Datum revisie:
09-2016
Verantwoording:
Medische protocollencommissie Intensive Care
Brondocument:
Literatuurstudie
!
Doel
Intensive care zorg voor patiënt na percutane aortaklepvervanging via de a.
femoralis (volledig percutaan dan wel chirurgisch toegang) of chirurgisch via de
linker a.subclavia
!
Toepassingsgebied
Klepvervanging is de beste therapie voor patiënten met een ernstige
aortaklepstenose. Echter voor sommige patiënten is het risico hoog ten gevolge van
comorbiditeit.
Transcatheter aortaklep implantatie (TAKI) kan een alternatieve behandeling zijn
voor patiënten niet geschikt voor chirurgische aortaklep vervanging. In het
Radboud UMC wordt gebruik gemaakt van het CoreValve ReValving system
(Medtronic® Irvine CA, USA) , bestaande uit een selfexpandeble stent met een
porcine bioprothese die via de arteria femoralis of arteria subclavia links
ingebracht wordt onder algehele anesthesie, maar zonder extracorporele
circulatie.
Arteriële toegang kan percutaan of chirurgisch plaatsvinden. Bij een percutane
benadering via de femorales worden sheats met een diameter van < 9 Fr gebruikt
en wordt gesloten met een Angio-Seal® (SJM St Paul MN, USA) of door manueel
afdrukken; De femoralis waar de 18 Fr intoducer-sheat is geplaatst wordt gesloten
met een (enkel of dubbel) Prostar® device (Abbott Vascular, Redwood City CA,
USA).
Procedure gerelateerd succes tot 90%. Mediane opnameduur 5 dagen.
!
!
!
Werkwijze
• Patiënten worden opgenomen op de afdeling cardiologie .
• De procedure vindt plaats op de hartcatheterisatie kamer. Daarna wordt de
patient opgenomen op de IC, en gaat de dag erna naar de MC of CCU.
• Patiënten worden verpleegd volgens het klinisch pad. Met in acht neming
van de specifieke aandachtspunten op de vasculaire toegangswegen
• Zolang de sheats en/of pacemaker draad in de lies zitten mag de patiënt
niet gemobiliseerd worden. Ook niet bengelen.
• De arteriële sheet mag in principe dezelfde dag verwijderd worden. Hiervoor
kan de cardioloog benaderd worden.
• Door de veneuze sheat zitten de pacemakerdraden (in principe via de
rechter v. jugularis). De veneuze sheat blijft 2 dagen in situ. De pacedraad
zit vast door middel van een ballonnetje in het rechter ventrikel.
• De pacemaker moet aangesloten worden op IC.
• De verpleegassistent zorgt ervoor dat deze aanwezig is op C3a/b. Deze
pacemaker gaat mee naar de MC/CCU en vandaar terug naar de ID van de IC. !
• Bij opname wordt gewerkt volgens klinisch pad hartchirurgie en protocol
postoperatieve zorg (24 uur) behandeling van de volwassen cardiochirurgische
patiënt. Toevoegingen op de bovenstaande werkinstructies: !
• Hb bepaling
Drie en zes uur na opname IC wordt het hemoglobine gehalte nogmaals
gecontroleerd (risico retroperitoneaal hematoom).
!
• Antistolling
Start met carbasalaatcalcium 1x daags 100mg en clopidogrel 1x daags 75 mg
de ochtend postoperatief, indien geen aanwijzingen voor actieve bloeding.
Indien er een andere reden bestaat voor acenocoumarol wordt dit de
volgende dag gestart in combinatie met carbasalaatcalcium 1 dd 100 mg.
Deze patiënten krijgen geen clopidrogel.
!
•
!
Vochtbeleid
Vochtverlies tijdens de ingreep is uiteraard minder dan tijdens de
chirurgische ingreep. Wel moet patiënt goed gevuld zijn gezien
contrastbelasting tijdens ingreep. Basis infuus 100ml glucose 2.5%/ NaCl 0.45
gedurende 6 uur, vervolgens continueren 75 ml / uur tot adequate eigen
intake.
!
!
•
Controles vascularisatie
Controle van vascularisatie been door middel van continue temperatuur
meting rechter en linker been. Controle pulsaties voet à 1 uur gedurende
eerste 6 uur. Gedurende eerst 6 uur moet patiënt in bed blijven , maximaal
30° mobiliseren. Bij een subclavia benadering controle van de radialis pols
links en de linker infraclaviculaire regio.
•
Overplaatsing dag 1 na ingreep
Dag 1 na de ingreep gaat patiënt naar de MC of CCU.
•
•
Transthoracale echocardiografie
Op dag 1 of 2 wordt door de cardioloog een transthoracaal echocardiogram
gemaakt ter beoordeling klepfunctie.
!
!
Opmerkingen
!
!
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Mortaliteit 30 dagen: 5-18%
Conversie openhart chirurgie 1%
Milde-matige AoI (paravalvulair) ~ 50%, ernstige AoI ~ 5%
Myocardinfarct, coronairobstructie t.g.v. klepimplantatie,
Tamponade,
Prothese embolisatie,
Vasculaire complicaties,
Retroperitoneale bloeding (a. iliaca letsel),
CVA,
AV-block,
Infectie bij inbrengplaats.
Literatuur/bronnen
1. Vahanian A, Alfieri OR, Al-Attar N et al. Transcathetervalve implantation for
patients with aortic stenosis: a position statement from the European
Association of Cardio Thoracic Surgery (EATCS) and the European Society of
Cardiology (ESC), in collaboration with the European Association of
Percutaneous Cardiovascular
2. Webb JG. Pasupati S, Humphries K et al. Percutaneous transarterial aortic
valve replacement in selected high-risk patient with aortic stenosis.
CIRCULATON 2007; 116(7):755-763.
3. Rodes-Cabau J, Dumont E, De LaRochelliere R et al. Feasibility and initial
results of percutaneous aortic valve implantation including selection of the
transfemoral or transapical approach in patients with severe aortic stenosis.
!