LICHTE ONGEVALLEN Nota over de wetgeving

VL/NB
Brussel, woensdag 23 april 2014
LICHTE ONGEVALLEN
Nota over de wetgeving
Twee nieuwe KB's bepalen de toepassingsmodaliteiten van het concept 'licht ongeval' in
de reglementering betreffende arbeidsongevallen, eerste hulp en het jaarlijkse verslag
van de interne diensten voor preventie en bescherming.
Het betreft:
 Koninklijk besluit van 9 maart 2014 tot wijziging van een aantal bepalingen

inzake interne diensten en eerste hulp met betrekking tot lichte ongevallen en
bijscholing van hulpverleners (B.S. 10.04.2014)
Koninklijk besluit van 19 maart 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van
12 maart 2003 tot vaststelling van de wijze en van de termijn van aangifte van
een arbeidsongeval (B.S. 10.04.2014)
Beide KB's zijn in voege getreden op 22 april 2014.
Wijzigingen in de reglementering (Bron tabel: http://www.prevent.be):
Reglementering
Eerste
hulp
Nieuwe KB's
KB 09.03.14 –
Lichte ongevallen
en bijscholing
van hulpverleners
Gewijzigde
KB's
KB 15.12.10 –
Eerste hulp
KB 27.03.98 –
IDPB
Aangifte van
arbeidsongevallen
KB 19.03.2014 –
Aangifte
arbeidsongevallen
KB 12.03.03Aangifte
arbeidsongevallen
Gewijzigde
punten
Register dat
bijgehouden
moet worden
in het kader
van de eerste
hulp
Jaarlijks
verslag
Definitie van
licht ongeval
Aangifte van
een licht
ongeval
Samenvatting:
KB van 09 maart 2014 tot wijziging van een aantal bepalingen
inzake interne diensten en eerste hulp met betrekking tot
lichte ongevallen en bijscholing van hulpverleners
TE ONTHOUDEN UIT DIT DEEL:
De inhoud van het register wordt precies bepaald.
Jaarlijkse bijscholing MAAR het is mogelijk om die tweejaarlijks te
maken na analyse van de risico's en op advies van de PA -AG en het
Comité.
Een opleidingssessie die gemist werd omwille van afwezigheid of ziekte
moet verplicht opnieuw gevolgd worden binnen 12 maanden na de
gemiste datum, zoniet kan de werknemer niet meer als hulpverlen er
tussenkomen.
De lichte ongevallen moeten voortaan opgesomd worden in het
jaarlijks verslag van de IDPB.
Artikel 1
Paragraaf 3 van artikel 7 van het KB van 15.12.2010, namelijk:
§ 3. De werkgever houdt een register bij, waarin de werknemer die een interventie
doet in het kader van d e eerste hulp, zij n naam , de naam van het slachtoffer en de
aard en de datum van de interventie vermeldt.
Wordt veranderd als volgt:
De werkgever houdt een register bij, waarin de werknemer die een interventie doet in
het kader van de eerste hulp, de volgende elementen vermeldt:
1° zijn naam;
2° de naam van het slachtoffer;
3° de plaats, de datum, het uur, de beschrijving en de omstandigheden van het
ongeval of het onwel worden;
4° de aard, de datum en het uur van de interventie;
5° de identiteit van eventuele getuigen.
Opmerking vanwege CEDIOB :
Het register bestond al, maar de lijst van wat erin opgenomen moet worden
wordt aangevuld in dit KB.
Artikel 2
Het lid van artikel 10 van het KB van 15/12/2010, namelijk:
De werknemers die met vrucht een vorming en een j aarlijkse bijsc holing inz ake de
basiskennis en -vaardigheden en de specifieke ke nnis en vaardig heden, nodig voor het
verstrekken van de eerste h ulp , hebben gevolgd bij een inste lling die voorkomt op de
lijs t van inste llinge n of werkgevers die vorming en bijscholing aan hulpverleners
verstrekken, gepubliceer d door de Algemene Directie HUA, worden vermoed te
beschikken over de kennis en vaardigheden , bedoeld in artikel 9.
De werkgever kan afwijken van de jaar lijkse bijs choling bedoeld in he t e erste lid op
voorwaarde dat hij aantoont, op bas is van een voorafgaandelijke risicoanalyse e n na
voorafgaand advies van de preventieadviseur -arbeidsgeneesheer en van het comité,
dat een bijsc holing georganiseerd om de twee j aar geen afbreuk doet aan d e kennis en
vaardigheden waarover de werknemers die hij als hulpverlener heeft aangeduid in
toepassing van dit besluit, moeten beschikken.
Wordt veranderd als volgt:
In afwijking van het eerste lid, kan de bijscholing om de twee jaar
plaatsvinden, op voorwaarde dat de werkgever aantoont, op basis van een
voorafgaandelijke risicoanalyse die ter beschikking wordt gehouden van de
sociaal inspecteur van de algemene directie TWW, en na voorafgaand advies
van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en van het comité, dat een
bijscholing georganiseerd om de twee jaar geen afbreuk doet aan de kennis
en vaardigheden waarover de werknemers die hij als hulpverlener heeft
aangeduid in toepassing van dit besluit, moeten beschikken.
En aangevuld door het volgende lid:
Wanneer een werknemer aangeduid als hulpverlener niet heeft kunnen
deelnemen aan een voorziene bijscholingssessie, moet hij een andere
bijscholingssessie volgen binnen de 12 maanden die volgen op de
oorspronkelijk voorziene bijscholing. Indien hij tijdens deze periode niet heeft
kunnen deelnemen aan een andere sessie, wordt deze werknemer niet langer
geacht te beschikken over de kennis en va ardigheden bedoeld in artikel 9.
Opmerking vanwege CEDIOB :
Indien een hulpverlener omwille van ziekte niet heeft kunnen deelnemen aan
de bijscholingssessie die voorzien was voor 15 mei 2013, moet hij/zij
verplicht een bijscholingssessie volgen vóór 15 mei 2014! Zoniet kan hij/zij
niet meer optreden als hulpverlener.
Artikel 3
In het KB van 27/03/1998 – IDPB, bijlage III, II, punt 2,
namelijk:
II. Inlichtingen betreffende de overkomen ongevallen op de plaats van het werk
1. Aantal uren blootstelling van het risico tijdens het dienstjaar, dit wil zeggen het totaal arbeidsuren
gedurende het jaar gepresteerd, overuren inbegrepen.
Onderverdeling volgens categorie werknemers (arbeider-bediende).
2. Aantal ongevallen.
Onderverdeling volgens categorie van ernst (dood, blijvende ongeschiktheid, tijdelijke ongeschiktheid),
leeftijdsgroep (minder dan 21 jaar en meer dan 21 jaar), categorie werknemers en geslacht.
Wordt vervangen door:
Onderverdeling volgens categorie van ernst (dood, blijvende ongeschiktheid,
tijdelijke ongeschiktheid, ander ongeval dat uitsluitend medische of andere
kosten in het kader van de wetgeving inzake arbeidsongevallen heeft
meegebracht, lichte ongevallen zoals bedoeld in artikel 1, 4° van het KB van
12/03/2003 tot vaststelling van de wijze en van de termijn van aangifte van
een arbeidsongeval).
Opmerking vanwege CEDIOB :
Om te voorkomen dat lichte ongevallen helemaal uit de statistieken
verdwijnen, moeten ze voortaan vermeld worden in het jaarlijks verslag.
KB tot wijziging van het KB van 12 maart 2003 tot vaststelling
van de wijze en van de termijn van aangifte van een
arbeidsongeval
TE ONTHOUDEN UIT DIT DEEL:
Definitie van licht ongeval: - een ongeval dat alleen zorgen vereist
heeft, - onmiddellijk na het ongeval toegediend, - op de plaats van
uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
Het lichte ongeval wordt vermeld in het register van de eerste hulp.
Indien het lichte ongeval achteraf echter ernstige gevolgen heeft
gehad, moet het onderwerp uitmaken van een aangifte van een
arbeidsongeval.
Artikel 1
Het eerste artikel van het KB 12/03/2003 -Aangifte
arbeidsongevallen, namelijk:
Voor de toepassing van dit KB gelden de volgende definities:
1° de wet: de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;
2° Het Fonds: het Fonds voor Arbeidsongevallen;
3° De verzekeringsonderneming: de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de
wet.
Wordt vervolledigd als volgt:
4° Het lichte ongeval: het ongeval dat noch tot een loonverlies, noch tot
een arbeidsongeschiktheid heeft geleid voor het slachtoffer, maar enkel
zorgen heeft vereist waarvoor de tussenkomst van een geneesheer niet nodig
was en die na het ongeval werden toegediend enkel op de plaats van
uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
Lid 3 van artikel 2 van het KB van 12 maart 2003 -Aangifte
arbeidsongevallen, namelijk:
De werkgever, zijn aange stelde of lasthebber doet de aang ifte, bedoeld in artikel 62 van
de wet, bij de verzekeringsonderneming binne n [ac ht werkdagen], te rekenen vanaf de
dag die volgt op die van het ongeval.
[Het be heerscomité van het Fonds ste lt de inhoud van de aang ifte vas t.] Het kan een
vereenvoudigd model van aangifte vaststellen voor ongevallen die tot minder dan vier dagen
arbeidsongeschiktheid geleid hebben.]
In afwijking op het eerste lid kan, na voorafgaande kennisgeving aan de inspectiedienst van het Fonds,
de werkgever die de verplichting heeft om over te gaan tot de verkiezing van een ondernemingsraad
overeenkomstig artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 25 mei 1999 betreffende de
ondernemingsraden en de comités voor preventie en veiligheid op het werk, de gevallen bedoeld in het
vorige lid, waarvoor de getroffene uitsluitend verzorgd werd binnen de eigen medische dienst,
aangeven door middel van een collectieve aangifte. Deze aangifte wordt binnen tien dagen na het
einde van elk kwartaal overgemaakt aan de verzekeringsonderneming en bevat per getroffene de
gegevens van de vereenvoudigde aangifte, bedoeld in het vorige lid.
Wordt veranderd als volgt:
In afwijking van het eerste lid moet het licht ongeval, dat wordt geregistreerd
in het register, niet worden aangegeven aan de verzekeringsonderneming. Als
het licht ongeval nadien verergert, doet de werkgever, zijn aangestelde of
lasthebber aangifte van het ongeval binnen de acht dagen te rekenen vanaf
de dag die volgt op die waarop hij werd geïnformeerd over de verergering van
het licht ongeval.
Het beheerscomité van het Fonds zal de toepassing van de bepalingen die de
aangifte van de lichte ongevallen regelen jaarlijks evalueren. De eerste
evaluatie zal plaatsvinden twee jaar na de inwerkingtreding van dit lid.
Opmerking vanwege CEDIOB :
Lichte ongevallen moeten niet verplicht aangegeven worden indien ze
geregistreerd werden in het register van de interventies (eerste hulp).
Bij latere verergering moet het slachtoffer dit lichte ongeval echter toch
aangeven als arbeidsongeval om vergoed te kunnen worden voor alle kosten
die eruit voortvloeien.