D e Atlas

RENN4 schoolgids
De Atlas
2014 - 2015
Schoolgids De Atlas 2014-2015
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
2/57
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3
Voorwoord
6
1
Inleiding
1.1
Wat is RENN4
1.2
Hoe RENN4 is opgebouwd
1.3
Cluster 4
1.4
Scholen en afdelingen van RENN4
1.5
Medezeggenschapsraden
1.6
Visie op goed onderwijs
1.7
Meer weten?
7
7
7
8
8
8
9
9
2
De Atlas
Ketenpartners
3
Onderwijslocaties en aansturing
10
10
13
4
Missie en uitgangspunten
4.1
Missie
4.2
Uitgangspunten
15
15
15
5
Passend onderwijs
5.1
Samenwerkingsverbanden
5.2
Toelaatbaarheidsverklaring
5.3
Leerlingen die al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten
5.4
Schoolondersteuningsprofiel
16
16
16
16
17
6
De organisatie van de school
6.1
Schoolorganisatie
6.2
De samenstelling van het team
6.3
Commissie voor de Begeleiding
6.4
De opvang van nieuwe leerlingen
18
18
19
20
20
7
Doelen van het onderwijs
7.1
Wat en hoe
7.2
Leerroutes
7.3
Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs en methoden
7.4
Uitstroomprofiel Arbeid inclusief methoden
7.5
Onderwijsaanbod
7.5.1
Nederlandse taal
7.5.2
Rekenen/wiskunde
7.5.3
Kunstzinnige oriëntatie
7.5.4
Bewegingsonderwijs en spel
21
21
21
21
23
24
24
28
28
29
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
3/57
7.5.5
7.5.6
7.5.7
7.5.8
Stage
Methoden
Actief burgerschap en Sociale Integratie
Kampen, excursies en schoolreizen
29
31
32
32
8
Resultaten van het onderwijs
8.1
Resultaten in relatie tot het ontwikkelingsperspectiefplan
8.2
Het volgen van de ontwikkeling van de leerling
8.3
De uitstroom van onze leerlingen
8.3.1
Naar een andere school
8.3.2
Tussentijds schakelen
8.3.3
Afsluiting schoolloopbaan
8.3.4
Doubleren
8.4
Cijfers over de doorstroming van leerlingen
8.5
Schoolontwikkeling
8.5.1
Het afgelopen jaar 2013 - 2014
8.5.2
Het huidige jaar 2014 - 2015
8.6
Onderwijsinspectie
33
33
33
34
34
34
34
34
35
37
37
38
39
9
Ouders
9.1
Samenwerken met ouders
9.2
Het belang van de betrokkenheid
9.3
Informatievoorziening
9.3.1
Schoolgids
9.3.2
Nieuwsbrief
9.3.3
Websites
9.3.4
Oudercontacten en ouderparticipatie
9.4
Medezeggenschapsraad
9.5
Leerlingenraad
9.6 De Communitygroep
40
40
40
41
41
41
41
41
42
42
43
10
Geldzaken
10.1
Verzekering
10.2
Vrijwillige Ouderbijdrage
44
44
44
11
Regelzaken en verplichtingen
11.1
Schorsing
11.2
Verwijdering
11.3
Lesuitval
11.4
Leerplicht en verlofregeling
11.4.1 Leerplicht
11.4.2 Verlof
11.4.3 Afwezigheid
11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim
11.4.5 Slechtweerprotocol
11.4.6 Ontheffingen
11.5
Dossiers
11.6
Klachtenregeling
11.7
Veiligheid
11.7.1 Agressieprotocol/Pestprotocol
11.7.2 Vermoedens van kindermishandeling en seksueel misbruik
11.8
Schoolregels
11.9
Reizen van en naar school
45
45
45
46
46
46
46
47
47
47
47
47
48
50
50
50
50
51
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
4/57
11.10
Onderwijsnummer
11.11 Sponsoring
51
51
12
Schooltijden en vakanties
12.1
Lestijden
12.2
Vakanties
53
53
54
13
55
Contact
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
5/57
Voorwoord
Voor u ligt de schoolgids van De Atlas voor het schooljaar 2014-2015. De schoolgids is bedoeld
voor ouders van leerlingen die al op onze school zitten of hier binnenkort naartoe zullen gaan.1
Deze schoolgids is, in samenwerking met de medezeggenschapsraad en onder
verantwoordelijkheid van het bestuur, samengesteld door medewerkers van de school. In de gids
staat allerlei nuttige informatie; naast praktische informatie zoals schooltijden, vakanties, vrije
dagen, et cetera kunt u ook lezen over de inhoud van het onderwijs, over wat we vorig
schooljaar hebben bereikt en de wijze waarop het team inhoud geeft aan het onderwijs.
De leerlingen die De Atlas bezoeken, krijgen allemaal extra ondersteuning en begeleiding. De
leerlingen verkeren in bijzondere omstandigheden en het is de primaire taak van de school om
daar rekening mee te houden. De mogelijkheden en onmogelijkheden van elke leerling worden
zorgvuldig in kaart gebracht, zodat we verantwoorde keuzes kunnen maken in ons aanbod en
onze aanpak.
Voortgezet speciaal onderwijs is waar mogelijk schakelonderwijs. Dit betekent dat leerlingen
geschakeld kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs. Dit kan terug naar het
reguliere onderwijs zijn of naar een andere vorm van voortgezet speciaal onderwijs. Voor
leerlingen die niet schakelbaar zijn, kan toeleiding naar arbeid aan de orde zijn.
Deze schoolgids geeft u een beeld van wat u van De Atlas mag verwachten.
Namens het team,
Ingrid Cornelissen
Provinciedirecteur RENN4 Drenthe
1
Wanneer gesproken wordt over ouders worden hiermee de ouder(s), verzorger(s) of opvoeder(s) bedoeld.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
6/57
1
Inleiding
De Atlas valt onder het bestuur van RENN4. In deze inleiding leggen we uit wat RENN4 is, wat zij
doet en hoe de organisatie is opgebouwd.
1.1
Wat is RENN4
RENN4 is een schoolbestuur voor scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs in Noord
Nederland. RENN4 biedt onderwijs aan leerlingen met beperkingen in gedrag en/of psychiatrische
problematiek. Daarnaast ondersteunt RENN4 (voorheen RENN4-SENSOR) leerlingen in het
regulier onderwijs door middel van Ambulante Begeleiding (ambulant begeleiders,
leerkrachtondersteuners en onderwijsassistenten) bij scholen die niet onder het bevoegd gezag
van RENN4 vallen.
In het schooljaar 2014-2015 vallen in totaal tien scholen onder het bevoegd gezag van RENN4.
De scholen van RENN4 hebben in totaal meer dan dertig locaties die verspreid liggen over de
provincies Groningen, Friesland en Drenthe.
1.2
Hoe RENN4 is opgebouwd
De opbouw van de organisatie is in de figuur hieronder weergegeven. RENN4 als geheel staat
onder leiding van het College van Bestuur. De dagelijkse leiding van de scholen en de ambulante
medewerkers ligt in handen van de directeuren. Zij worden daarbij ondersteund door hun
teamleiders. RENN4 heeft een College van Bestuur met een Raad van Toezicht. De Raad van
Toezicht houdt toezicht op het bestuur.
Raad van Toezicht
GMR
College van Bestuur
Bedrijfsbureau
Bestuurssecretaris
Ambulante
Begeleiding
RENN4-scholen
Friesland
Controller
RENN4-scholen
Groningen
RENN4-scholen
Drenthe
Tabel 1.1: organogram per 1 augustus 2014
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
7/57
1.3
Cluster 4
De scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs zijn ingedeeld in clusters. Cluster 4 is bedoeld
voor leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. Voorheen waren dit de
scholen voor zeer moeilijke opvoedbare kinderen (ZMOK), de pedologische instituten (PI) en de
scholen voor langdurig zieke kinderen (LZK). Deze benamingen worden soms nog gebruikt,
hoewel we nu eigenlijk moeten spreken van cluster 4. Daarnaast bestaan er nog andere clusters:
 cluster 1: voor kinderen met een visuele handicap;
 cluster 2: voor kinderen met een communicatieve handicap (gehoor-, taal- en/of
spraakproblemen);
 cluster 3: voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap.
Op 1 augustus 2014 is er nieuwe wetgeving ingevoerd onder de naam Passend Onderwijs;
verderop in deze schoolgids vindt u hierover meer informatie. De wetswijzigingen Passend
Onderwijs zullen op termijn tot gevolg hebben dat het verschil tussen cluster 3 en cluster 4
verdwijnt.
1.4
Scholen en afdelingen van RENN4
RENN4 heeft scholen voor speciaal onderwijs (SO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar, scholen voor
voortgezet speciaal onderwijs (VSO) voor leerlingen van 13 tot 20 jaar en een school voor
speciaal basisonderwijs (SBO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar.
In onderstaande tabel worden de tot de RENN4 behorende scholen en hoofdlocaties per
provincie genoemd.
Scholen
De Witakker
De Caleidoscoop
VSO De Monoliet
De Zwaai
Diamant College
Prof. Bladergroenschool
SBO De Delta
De Atlas
De Aventurijn
Locaties
Rijs, Sneek, Bolsward
Leeuwarden, Dokkum
Leeuwarden
Drachten
Groningen
Groningen, Haren, Winschoten,
Appingedam
Appingedam
Assen, Emmen, Hoogeveen
Smilde, Hoogeveen
Afdeling
SO en VSO
SO
VSO
SO en VSO
VSO
Provincie
Friesland
Friesland
Friesland
Friesland
Groningen
SO
Groningen
SBO
VSO
SO en VSO
Groningen
Drenthe
Drenthe
Tabel 1.2: overzicht scholen RENN4 per 1 september 2014
1.5
Medezeggenschapsraden
Elke school of afdeling heeft een medezeggenschapsraad (MR) die de gesprekspartner is voor de
directeur van de school. Voor de ambulante medewerkers is een deelraad ingericht. RENN4 heeft
tevens een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die is samengesteld uit
afgevaardigden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en de deelraad. De GMR is de
gesprekspartner voor het College van Bestuur.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
8/57
1.6
Visie op goed onderwijs
Bij onze visie op goed onderwijs is ons uitgangspunt dat elk kind recht op onderwijs heeft en zich
wil ontwikkelen/wil leren. RENN4 wil haar leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden. We
willen onze leerlingen helpen bij het realiseren van hun toekomstperspectief. We willen zorgen
voor een optimale plaats in de samenleving. Hoe we dit willen bereiken, kunt u lezen in onze
folder ‘goed onderwijs, goede zorg’. Elke RENN4-school werkt vanuit deze visie. De folder kunt u
op school opvragen of downloaden van de website.
1.7
Meer weten?
Mocht u meer willen weten over RENN4 dan kunt u terecht bij uw school of op de website
www.renn4.nl.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
9/57
2
De Atlas
RENN4 De Atlas is een neutraal bijzondere school, waarin de leerlingen centraal staan. De school
geeft onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar met gedragsproblemen en/of psychiatrische
problematiek, die onder andere daardoor moeilijkheden hebben met leren en moeilijk
opvoedbaar zijn. De problemen hebben vaak te maken met gedrag, gebrek aan concentratie en
moeilijkheden bij het volgen van een ‘gewone’ school.
De Atlas bereidt haar leerlingen voor op regulier onderwijs, een beroepsopleiding of
(beschermde) arbeid. We richten ons op het inrichten van een positief orthopedagogisch en
-didactisch leerklimaat voor al onze leerlingen met als doel een positieve beïnvloeding van het
gedrag van de leerlingen, zodat hun maatschappelijke kansen toenemen.
Centraal uitgangspunt voor De Atlas is dat alle cluster4-leerlingen schakelleerlingen zijn en dat er
in het kader van Passend Onderwijs vooral gekeken moet worden naar nauwe samenwerking met
de andere scholen en ketenpartners in deze.
Het doel is de leerlingen na een korte of langere tijd te schakelen naar een reguliere school,
semi-reguliere school of naar (beschermde) arbeid
Momenteel telt de school ongeveer 270 leerlingen, variërend in leeftijd van 12-20 jaar, verdeeld
over zo’n 27 groepen. Op de school werken circa 75 personeelsleden.
De contacten met andere scholen en instanties zijn de afgelopen jaren sterk uitgebreid. De
belangrijkste contacten zijn:
 samenwerking op allerlei niveaus met Ambiq, Jeugdzorg Drenthe en Yorneo;
 participatie in het Regionaal Expertisecentrum Noord-Nederland;
 samenwerking schoolarts en leerplichtambtenaar;
 participatie door de directie in landelijke en regionale samenwerkingsverbanden op het
terrein van de eigen doelgroep, het regulier onderwijs en de jeugdzorg;
 de gebruikelijke contacten met andere scholen, de lokale en provinciale overheid en
instellingen als Sociaal Cultureel Werk, Bibliotheek, MEE Drenthe en (jeugd)politie.
Daarnaast nemen medewerkers van de school regelmatig deel aan consultatieteams. Deze teams
bestaan naast medewerkers van de school uit mensen van Bureau Jeugdzorg,
leerplichtambtenaren, maatschappelijk werk, jeugdagenten en vertegenwoordigers van andere
scholen. Tijdens deze bijeenkomsten worden leerlingen besproken waarmee het niet goed gaat.
Doel van deze teams is om deze probleemleerlingen duidelijk in beeld te brengen en waar
mogelijk zorg te dragen voor een goede oplossing voor de problemen waar deze leerlingen mee
te maken hebben.
Ook participeert het management in diverse netwerken van samenwerkingsverbanden in de regio
en staan er onderwerpen op de agenda in het kader van passend onderwijs voor alle leerlingen.
Ketenpartners
Politie
In het kader van een veilige leer- en werkomgeving werkt de school nauw samen met Politie
Drenthe. De Politie is op afspraak beschikbaar voor de Commissie voor de Begeleiding. Daarnaast
geeft de Politie indien gewenst voorlichting op school.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
10/57
Ambiq
Ambiq te Hoogeveen is een orthopedagogisch behandelcentrum voor kinderen en jongeren met
een licht verstandelijke handicap en gedrags-, opvoedings- en/of ontwikkelingsproblemen. Tot de
doelgroep behoren kinderen en jongeren met een licht verstandelijke handicap (IQ tussen 50 en
85) in de leeftijd van 4 tot ongeveer 21 jaar. De Atlas geeft onderwijs aan leerlingen van 12 tot
20 jaar op de behandellocatie voor zeer intensieve behandeling (ZIB); een drie-milieu-voorziening
aan de Voltastraat te Hoogeveen en aan de Asserstraat in Rolde. Deze zeer intensieve
behandelgroep is gericht op jongeren met zeer ernstige gedragsproblemen, waarbij het gaat om
specifieke behandeling waarin wonen, scholing en vrije tijd op één terrein en vanuit één klimaat
worden aangeboden. Hierbij wordt uitgegaan van een veilige en gestructureerde omgeving.
Yorneo
Yorneo is naast samenwerkingspartner ‘Positief Opgroeien’ ook op afspraak beschikbaar voor de
Commissie voor de Begeleiding.
Praktijkonderwijs
RENN4 De Atlas werkt nauw samen met de praktijkschool in Emmen, Hoogeveen en Assen en
onderzoekt in welke vorm leerlingen van De Atlas in deeltijdprogramma’s kunnen deelnemen aan
het onderwijs op de praktijkschool.
Vervolgonderwijs
RENN4 De Atlas werkt samen met het reguliere voortgezet onderwijs en het middelbaar
beroepsonderwijs.
Specifiek zijn de partners in Hoogeveen in verband met de toekomstige huisvesting van Eduwiek.
Meer informatie over dit project vindt u op de website van RENN4 (www.renn4.nl).
Halt
Een sociaal veilige schoolomgeving is cruciaal om goed onderwijs te kunnen geven. Halt werkt
daarom samen met scholen aan een veiliger en socialer leef- en leerklimaat op en rondom de
school.
Er valt te denken aan activiteiten zoals:
- voorlichtingslessen die leerlingen aan het denken zetten;
- het aanpakken van overlast om de school;
- ouderbijeenkomsten;
- schoolbrede trajecten op maat over bijvoorbeeld het gebruik van social media;
- voorlichting met betrekking tot het gebruik van vuurwerk.
Verslavingszorg Noord Nederland (VNN)
Onze school heeft preventie van gebruik van genotmiddelen structureel in haar beleid
opgenomen. De onderwijsvoorlichting over genotmiddelen vindt plaats in de themaweek
‘Gezondheid’.
Daarnaast is het mogelijk om op basis van indicatie, in overleg met ouders, lessen binnen de
school te verzorgen in het kader van middelengebruik.
Tevens is er op de locatie in Emmen een aantal momenten in het jaar een inloopspreekuur waar
u als ouder, maar ook uw kind, terecht kunt met vragen.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
11/57
GGD/schoolarts
De GGD wil een gezonde groei en ontwikkeling van de leerlingen bevorderen en kan een bijdrage
leveren aan een gezond opgroeiklimaat. RENN4 De Atlas neemt deel aan het
gezondheidsonderzoek. Van alle nieuwe leerlingen wordt er een dossieranalyse gedaan. Zo nodig
wordt er een afspraak gemaakt tussen leerling en schoolarts.
Het onderzoek beperkt zich in eerste instantie tot de groei (lengte en gewicht), het zien en het
horen. Ouders hoeven daarbij niet aanwezig te zijn, maar zijn natuurlijk van harte welkom. U
kunt dit aangeven op de vragenlijst en aankondiging die u van te voren krijgt. Op uw verzoek of
op verzoek van de school kan het onderzoek uitgebreid worden.
Voor alle leerlingen en hun ouders geldt dat er ook naast de vaste onderzoekmomenten een
beroep op de GGD gedaan kan worden. Dit kan rechtstreeks of via de school, per telefoon, e-mail
of persoonlijk contact. De schoolarts van De Atlas is de heer G. Helder.
Centrum voor Jeugd en Gezin Midden-Drenthe
Heeft u ook wel eens een vraag over opgroeien en opvoeden? Bij het Centrum voor Jeugd en
Gezin (CJG) kunnen alle inwoners van Midden-Drenthe terecht met vragen over opgroeien en
opvoeden, voor advies, voorlichting en ondersteuning. Het CJG is er voor aanstaande ouders,
ouders, verzorgers, jongeren van 0-23 jaar, professionals, buren, opa’s en oma’s. Het CJG is er
om makkelijk en snel een antwoord te vinden op vragen over opvoeden en opgroeien. Als het
mogelijk is dan krijgt u direct antwoord, advies of ondersteuning. En als dat niet kan, helpt het
CJG u meteen aan het juiste adres.
Het CJG is niet helemaal nieuw: het is een samenwerkingsverband van bestaande organisaties
die zich bezighouden met jeugd en opvoeden: Icare, GGD Drenthe, Noordermaat, Stichting
Welzijn Midden-Drenthe en Bureau Jeugdzorg Drenthe. De jeugdarts, de jeugdverpleegkundige
en het schoolmaatschappelijk werk zijn dus bijvoorbeeld ook onderdeel van het CJG en zij zijn de
CJG-contactpersonen voor de school.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
12/57
3
Onderwijslocaties en aansturing
De Atlas telt vijf onderwijslocaties en drie satellietvoorzieningen.
VSO-locatie Ullevi Emmen
De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar. De leerlingen bezoeken de school
vanuit de thuissituatie en hebben een cluster4-indicatie of toelatingsbewijs van het
samenwerkingsverband.
De school heeft een nauwe samenwerkingsrelatie met de Praktijkschool, die eveneens aan de
Ullevi is gehuisvest.
Satellietgroepen Flintstraat Emmen
De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 15 tot 20 jaar. De leerlingen van deze locatie
bezoeken praktische lessen binnen het Drenthe College, eveneens gehuisvest aan de Flintstraat,
en hebben een toelatingsbewijs van het samenwerkingsverband.
Satellietgroep Op de Rails Emmen
De Op de Rails-groep is een groep waar leerlingen die zijn ingeschreven in het Reguliere
Voortgezet onderwijs uit het samenwerkingsverband van Emmen gedurende een schooljaar hun
onderwijs kunnen volgen. De toelating is geregeld via de permanente commissie leerlingenzorg.
De Op de Rails-groep is gehuisvest bij de lesplaats van het Orthopedagogisch Didactisch Centrum
(OPDC) te Emmen. Het onderwijsaanbod wordt in nauwe samenwerking met de scholen van
herkomst vormgegeven.
VSO-locatie Eduwiek Lomanlaan Hoogeveen
De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar. De leerlingen bezoeken de school
vanuit de thuissituatie en hebben een cluster4-indicatie of toelatingsbewijs van het
samenwerkingsverband.
VSO-locatie Eduwiek Voltastraat Hoogeveen
De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar. De jongeren wonen aan de
Voltastraat en volgen hun onderwijs voornamelijk op dezelfde locatie, een zogenaamde Zeer
Intensieve Behandellocatie (ZIB-locatie).
Ambiq verzorgt het woon- en behandelgedeelte, RENN4 het onderwijs. Er is sprake van een
nauwe samenwerking tussen Ambiq en school.
De leerlingen hebben niet per definitie een cluster4-indicatie, deze locatie werkt namelijk vanuit
plaatsbekostiging. Dit schooljaar zijn er zeven woongroepen in Hoogeveen.
Een aantal leerlingen krijgt elders onderwijs aangeboden. Dat kan zijn op de Lomanlaan
(RENN4), binnen het regulier onderwijs of het mbo.
VSO-locatie Vivaldilaan Assen
De locatie verzorgt onderwijs aan jongeren van 12 tot 20 jaar. De leerlingen bezoeken de school
vanuit de thuissituatie en hebben een cluster4-indicatie of een toelatingsbewijs van het
samenwerkingsverband.
Satellietgroep Op de Rails Assen
De Op de Rails-groep is een groep waar leerlingen die zijn ingeschreven in het Reguliere
Voortgezet onderwijs uit het samenwerkingsverband van Assen, gedurende een schooljaar hun
onderwijs kunnen volgen. De toelating is geregeld via de permanente commissie leerlingenzorg.
De Op de Rails-groep is gehuisvest bij het Vincent van Gogh College. Het onderwijsaanbod wordt
in nauwe samenwerking met de scholen van herkomst vormgegeven.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
13/57
Het managementteam van de school bestaat uit:
Directeur:
Mevrouw I. Cornelissen.
Teamleider
Teamleider
Teamleider
Vivaldilaan Assen
Ullevi Emmen
Eduwiek Hoogeveen
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
de heer J. de Goede
de heer R. Knegt
mevrouw S. van der Meulen
14/57
4
Missie en uitgangspunten
4.1
Missie
Zoals eerder in deze gids genoemd, streven wij naar goed onderwijs en goede zorg voor ieder
kind. Ieder kind heeft recht op onderwijs en ieder kind kan zich ontwikkelen en wil leren. Daarom
willen de scholen van RENN4 de leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden, gericht op
het realiseren van een toekomstperspectief en daarmee op een optimale plaats in de
samenleving.
4.2
Uitgangspunten
Bij het realiseren van het onderwijsaanbod gebruikt de school onderstaande uitgangspunten:










Het onderwijsaanbod past binnen de beleidskaders van RENN4.
Het onderwijsaanbod is regionaal geformuleerd.
Het onderwijsaanbod is gericht op schakeling naar regulier voortgezet onderwijs,
praktijkonderwijs, beroepsonderwijs of arbeid.
Het onderwijsaanbod geeft een uitwerking van de kerndoelen voor het voortgezet
speciaal onderwijs voor de uitstroomprofielen Vervolgonderwijs, Arbeid en Dagbesteding.
In de onderbouw van het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs geven de kerndoelen van het
voortgezet onderwijs richting aan het aanbod.
In het aanbod Nederlands en rekenen en wiskunde zijn de referentieniveaus Nederlandse
taal en rekenen ijkpunten voor wat betreft de voor de leerlingen te halen eindniveaus.
Voor leerlingen die niet in staat worden geacht referentieniveau 1f (Nederlands) of 2f
(rekenen) te halen, zijn de te behalen niveaus aangegeven in passende perspectieven
rekenen en taal.
Het onderwijsaanbod sluit aan op de programma’s van het regulier voortgezet onderwijs,
praktijkonderwijs en beroepsonderwijs.
Het aanbod van het uitstroomprofiel Arbeid sluit aan op de beroepsvaardigheden die
werkgevers in de regio vragen.
Taal en communicatie hebben een centrale rol in het aanbod, zowel bij de
leergebiedspecifieke als de leergebiedoverstijgende leergebieden.
Iedereen die bij het kind betrokken is, levert een bijdrage aan het opvoedingsproces. Onderwijs
is een specifiek onderdeel van de opvoeding, dat zich in nauwe samenwerking met de
gezinssituatie afspeelt. Samenwerking met de ouders achten we dan ook van groot belang. Hoe
de leerkrachten de contacten met de ouders onderhouden, kan per leerling verschillen.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
15/57
5
Passend onderwijs
Op 1 augustus 2014 worden de wetswijzigingen Passend Onderwijs ingevoerd. Hieronder wordt
kort ingegaan op de belangrijkste wijzigingen. Voor uitgebreide informatie kunt u contact
opnemen met de school. U kunt ook uitgebreide informatie vinden op de website over Passend
Onderwijs: www.passendonderwijs.nl.
5.1
Samenwerkingsverbanden
Alle scholen van RENN4 maken deel uit van een samenwerkingsverband Passend Onderwijs. In
welk samenwerkingsverband de school zit, is vastgesteld door de minister van Onderwijs. De
Atlas maakt deel uit van de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs VO 22.01, VO 22.02 en
VO 22.03. In een samenwerkingsverband moeten de verschillende schoolbesturen een aantal
zaken met elkaar afspreken en regelen. U kunt daarbij denken aan de inzet van deskundigen, de
manier waarop een toelaatbaarheidsverklaring moet worden aangevraagd en hoe de beschikbare
middelen worden verdeeld. Meer informatie over samenwerkingsverbanden vindt u op
http://swv.passendonderwijs.nl/.
Ieder schoolbestuur heeft ook zorgplicht. Dit betekent dat de school waar u uw kind aanmeldt,
moet zorgen voor een passende plaats. Als het schoolbestuur dat passend aanbod niet zelf kan
organiseren, zullen ze u begeleiden naar een school die wel voor een passende plaats kan
zorgen.
5.2
Toelaatbaarheidsverklaring
Zonder toelaatbaarheidsverklaring mogen de scholen voor speciaal (basis) onderwijs en
voortgezet speciaal onderwijs uw kind niet inschrijven. Een toelaatbaarheidsverklaring vraagt de
school waar uw kind nu op zit aan bij de Commissie van Advies2. Deze commissie beoordeelt de
aanvraag en geeft een advies aan het bestuur van het samenwerkingsverband. Als het bestuur
het advies van de commissie overneemt, krijgt u een toelaatbaarheidsverklaring waarmee uw
kind ingeschreven kan worden.
Een toelaatbaarheidsverklaring kent een bepaalde geldigheidsduur; de Commissie van Advies
doet op basis van het dossier een uitspraak over de termijn. Als de termijn afloopt en uw kind
kan nog niet terug naar het regulier onderwijs dan moet opnieuw een toelaatbaarheidsverklaring
worden aangevraagd.
Voor leerlingen die zijn geplaatst in een zogenaamde residentiële setting, bijvoorbeeld in een
kliniek voor jeugdpsychiatrie, is geen toelaatbaarheidsverklaring nodig.
5.3
Leerlingen die al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten
Leerlingen die nu al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten, en in het bezit zijn van een
geldige cluster4-beschikking, mogen nog maximaal twee jaar op de school blijven. Als na die
twee jaar blijkt dat ze langer zijn aangewezen op speciale ondersteuning moet, net als voor
nieuwe leerlingen, een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd.
2
In sommige samenwerkingsverbanden wordt deze commissie de Commissie van Toewijzing
genoemd.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
16/57
5.4
Schoolondersteuningsprofiel
In het regionaal ondersteuningsplan legt elk samenwerkingsverband vast hoe het passend
onderwijs voor elk kind wil realiseren. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste één keer per vier
jaar opgesteld en kan tussentijds worden gewijzigd.
In het ondersteuningsplan zijn de schoolondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen
opgenomen. Ook staat er in het ondersteuningsplan welk niveau van basisondersteuning de
scholen in het samenwerkingsverband ten minste moeten bieden. U kunt het ondersteuningsplan
van het samenwerkingsverband waar uw school onder valt, vinden op de volgende website:
http://swv.passendonderwijs.nl/ Op deze site is ook meer informatie te vinden over de
samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs.
Wat de school kan bieden, staat uitgebreider beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. In
dit profiel vindt u onder andere informatie over de basisondersteuning en de extra vormen van
ondersteuning die onze school kan bieden. Omdat het schoolondersteuningsprofiel een nogal
uitgebreid document is, hebben we het niet volledig opgenomen in deze schoolgids. U kunt het
profiel inkijken op onze website. Op de startpagina (www.renn4.nl) gaat u naar de
keuzemogelijkheid Scholen en vervolgens kunt u het schoolondersteuningsprofiel van de school
van uw keuze aanklikken.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
17/57
6
De organisatie van de school
6.1
Schoolorganisatie
De teamleiders van De Atlas sturen allemaal één of meerdere locaties aan met als uitgangspunt
dat elke jongere recht heeft op onderwijs en zich wil ontwikkelen/wil leren.
De leerlingen stromen bij ons op school in met een bepaald niveau aan CARE: competenties
(capaciteiten/mogelijkheden) , autonomie (mate van zelfstandigheid), relaties (betrokkenheid
bij anderen) en engagement (manier van omgaan met de ander).
Het doel van cluster4-onderwijs is bovenstaande dusdanig te ontwikkelen dat de leerling kan
schakelen naar een reëel toekomstperspectief. Dit betekent dat we de beginsituatie van de
leerling in termen van CARE in beeld moeten brengen om vervolgens doelen te formuleren in een
handelingsplan.
Als de doelen zijn beschreven, kunnen we de aanpak en de juiste middelen (BAGS) bepalen.
BAGS staat voor de onderwijskundige aandacht voor de beschermende factoren (de
intelligentie en de mogelijkheden van een leerling), adaptief onderwijs (onderwijs dat uitdaagt
en aanspreekt), gedragsverandering (het bewerkstelligen van zichtbare en blijvende
gedragsveranderingen in schoolprestaties, in motivatie en sociaal-emotionele handelingsgerichte
factoren) en systematisch en planmatig werken (volgens het handelingsplan dat is opgesteld
door school en ouders samen).
De Atlas schept een basisklimaat waarin gestreefd wordt naar veiligheid voor elke jongere.
Hierbij horen algemene omgangs- en gedragsregels. Zodra jongeren op school komen, worden
deze regels met hen besproken.
Concrete uitingsvormen van de gedragsproblemen worden regelmatig door middel van
werkpunten geoefend. Bedoeling is dat de jongere leert om zijn gedrag beter te hanteren. In
veel gevallen zijn de jongeren bekend met een problematische schoolgang: schoolverzuim,
schorsing in verband met gedragsproblemen, slachtoffer zijn van pesterijen etcetera.
In het kader van de veilige school hebben alle leerkrachten van De Atlas zich de ABC-methodiek
eigen gemaakt. Deze methodiek is in eerste instantie gericht op preventie en reductie van
agressie. Er wordt een verklaring gezocht voor het agressieve gedrag en er worden preventieve
maatregelen ingezet. Hierbij wordt ook expliciete aandacht besteed aan de beroepshouding van
de leerkracht en het onderwijsondersteunend personeel.
De Atlas probeert op school vanaf de eerste dag zicht en grip te krijgen op de problematiek van
de jongere, om van daaruit extra ondersteuning en begeleiding te kunnen bieden aan de jongere
gedurende zijn verblijf op de school.
Daar waar sprake is van opname en behandeling, zal dit gebeuren in nauwe samenwerking en
afstemming met het behandelteam.
Bij ernstig probleemgedrag worden maatregelen en interventies besproken met team, teamleider,
directie en ouders. Indien nodig wordt het protocol ‘Schorsing en verwijdering’ ingezet.
De uitgangspunten van De Atlas zijn:





De leerlingen het plezier in school weer teruggeven;
het geloof van leerlingen in eigen kunnen herstellen;
de leerlingen inzicht geven in de eigen mogelijkheden en onmogelijkheden;
de opgelopen leerachterstand bij de basisvakken lezen, spelling en rekenen/wiskunde
zoveel mogelijk verkleinen;
de leerlingen weerbaarder maken;
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
18/57


de leerlingen en ouders ondersteunen en begeleiden naar een passende vervolgschool;
de leerlingen ondersteunen bij het maken van een verantwoorde beroepskeuze en een
goede start geven in het arbeidsproces.
Wij doen dat door:

te werken volgens de CAREBAGS;

rekening te houden met de problematiek van de leerlingen;

aan te sluiten bij capaciteiten en vaardigheden van de leerlingen en deze op individueel
niveau te benutten;

het bieden van veiligheid en structuur door voorspelbaar te zijn;

het bieden van een positieve leeromgeving;

leerlingen zoveel mogelijk positieve ervaringen te laten opdoen;

aan te sluiten bij de kerndoelen;

maatwerk in afstemming op het onderwijsaanbod en ontwikkelingsperspectiefplannen
voor elke leerling passend binnen het groepsplan van de groep;

samenwerking met regulier onderwijs;

samenwerking met zorginstellingen;

samenwerking met bedrijven in de regio.
De kernwaarden die centraal staan bij het verzorgen van het onderwijs binnen onze school zijn:
 kwaliteit
 duidelijkheid
 respect
 betrouwbaarheid
 openheid
6.2
De samenstelling van het team
Het dagelijkse onderwijs wordt verzorgd door de leerkrachten. Ze werken met elkaar samen en
worden voor een deel van de tijd geassisteerd door vakleerkrachten en leerkrachtondersteuners.
De leerkrachten worden ondersteund door een team van intern begeleiders, gedragsdeskundigen
en andere disciplines; de Commissie voor de Begeleiding. Om de organisatie verder zo soepel
mogelijk te laten verlopen beschikt de school nog over enkele medewerkers op facilitair en
administratief gebied.
De school beschikt over een aantal oproepbare invalleerkrachten en leerkrachtondersteuners
maar soms lukt het vinden van invallers niet. Als er geen vervangende leerkracht is, worden de
leerlingen over de andere groepen verdeeld. In uitzonderlijke gevallen wordt met de ouders
overlegd of het verstandiger is om de leerling thuis te houden.
Iedere groep heeft een klassenmap waarin klassenregels, roosters, medicijngebruik en korte
aanwijzingen per kind staan. Voor de invalleerkracht is dit belangrijke informatie; hij/zij kan op
deze manier zoveel mogelijk dezelfde structuur bieden als de groepsleerkracht.
De school heeft daarnaast regelmatig stagiaires van onder andere de PABO-, SPH-, SPW- en
CIOS-opleidingen.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
19/57
6.3
Commissie voor de Begeleiding
De Commissie voor de Begeleiding (CvB), bestaande uit gedragsdeskundigen, intern begeleiders,
schoolmaatschappelijk werkende, schoolarts en de teamleiders van de school, doet voorstellen
voor het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), adviseert over het schakelen van de leerling en
stelt het Ontwikkelingsperspectiefplan vast.
Gedragsdeskundigen, intern begeleiders, logopedist, schoolmaatschappelijk werk, leerkrachten
en ouders werken samen bij de opstelling en uitvoering van het Ontwikkelingsperspectiefplan. Zo
nodig wordt een multidisciplinair overleg gevormd om specifieke ondersteuningsvragen in kaart
te brengen en de activiteiten voor de realisering richting het doel te bepalen en uit te voeren.
6.4
De opvang van nieuwe leerlingen
Nadat de Commissie van Advies (CvA) positief heeft geadviseerd over de aanvraag van een
toelaatbaarheidsverklaring en het bestuur van het samenwerkingsverband de verklaring heeft
afgegeven, wordt het dossier naar onze school gestuurd. Daarna wordt u gebeld voor een
intakegesprek. De gedragsdeskundige, en waar nodig de intern begeleider, van de Commissie
voor de Begeleiding van de school, stellen het ontwikkelingsperspectief van de leerlingen vast
aan de hand van het intakegesprek. Tijdens de intake wordt informatie verzameld over:
cognitieve mogelijkheden, leervorderingen, sociaal-emotionele vaardigheden, leervaardigheden,
arbeidsvaardigheden, belangstelling en interesse, werkrichtingbevorderende en -belemmerende
factoren en onderwijsbehoefte.
De Commissie voor de Begeleiding van de school stelt bij plaatsing voor iedere leerling binnen
zes weken een ontwikkelingsperspectief vast in afstemming met ouders.
Het ontwikkelingsperspectief wordt vastgelegd in het ontwikkelingsperspectiefplan.
In het ontwikkelingsperspectiefplan staan naast de algemene gegevens van de leerlingen:
- De onderwijsrelevante beginsituatie;
- Het onderwijsaanbod: uitstroomprofiel, uitstroombestemming, de beoogde
uitstroomdatum, de leerroute, het onderwijstraject en het vakkenpakket;
- Het integratief beeld van de leerling waarin de keuze van de uitstroombestemming en
leerroute onderbouwd wordt.
Leerlingen die daarvoor de leeftijd hebben (ouder dan 16 jaar) worden actief betrokken bij de
inhoud van het OPP en mogen daar ook zelf voor tekenen.
Leerlingen krijgen de gelegenheid om van tevoren een kijkje te nemen en kennis te maken met
de school en de leerkrachten.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
20/57
7
Doelen van het onderwijs
7.1
Wat en hoe
De Wet kwaliteit speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs stelt nieuwe eisen aan het
onderwijsaanbod van VSO-scholen. Binnen RENN4 richt het onderwijsaanbod zich op de
schakeling van leerlingen naar het regulier voortgezet onderwijs, praktijkonderwijs,
beroepsonderwijs of arbeid. Binnen die doelstelling wil De Atlas een onderwijsaanbod bieden
waarin de domeinen scholing, arbeid, burgerschap, vrijetijdsbesteding en wonen een plaats
hebben.
De Atlas doet dit door vorm te geven aan de uitstroomprofielen Vervolgonderwijs en Arbeid,
zoals is vastgesteld in de Wet Kwaliteit Voortgezet Speciaal Onderwijs.
7.2
Leerroutes
De Atlas werkt haar onderwijsaanbod uit aan de hand van de leerroutes RENN4 VSO.
De leerlingen worden ingedeeld op basis van leeftijd, niveau en leerroute.
Binnen RENN4 kennen we drie leerroutes. De leerroutes worden geoperationaliseerd in
onderwijstrajecten op uitstroombestemming. Binnen de drie leerroutes kan de leerling uitstromen
op twee uitstroomprofielen: Vervolgonderwijs of Arbeid.
Het onderwijsaanbod binnen de leerroute Vervolgonderwijs voorziet ook in stage
(maatschappelijke stage en beroepsoriënterende stage).
De schoolloopbaan wordt in principe afgesloten met een diploma of meerdere certificaten.
De schoolloopbaan binnen de leerroute Arbeid wordt afgesloten met een VSO-getuigschrift en
een overgangsdocument.
7.3
Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs en methoden
De leerroute vervolgonderwijs richt zich op het behalen van een vmbo-, havo of vwo-diploma.
Leerlingen in de leerroute Vervolgonderwijs stromen in uit het speciaal onderwijs, het (speciaal)
basisonderwijs of het voortgezet onderwijs.
De leerlingen zijn, cognitief gezien, in staat examen te doen en een diploma te halen. Zij zijn
echter vanwege hun specifieke ondersteuningsbehoeften op een school voor voortgezet speciaal
onderwijs aangewezen.
Met name in de onderbouw wordt gewerkt aan de schakeling naar het regulier voortgezet
onderwijs. In de bovenbouw waar het realiseren van het ontwikkelingsperspectief van de leerling
steeds dichterbij komt, wordt bekeken of het onderwijs zich zal richten op het behalen van een
diploma dat toegang biedt tot een middelbare beroepsopleiding of het halen van certificaten en
het volgen van een leertraject dat de kans op een arbeidsplaats vergroot.
Aan leerlingen met goede cognitieve mogelijkheden, maar (ernstige) beperkingen in hun sociaalemotionele vaardigheden en/of executief functioneren, biedt De Atlas binnen het uitstroomprofiel
Arbeid een arrangement gericht op arbeidsparticipatie waarbij algemeen vormende vakken als
Nederlands, wiskunde en Engels wel op hun leerniveau gevolgd en afgesloten kunnen worden.
Bij het aanbieden van de vakken wordt gestreefd naar een zo breed mogelijk aanbod. De keuze
wat betreft de sector of het profiel van de leerling sluit aan bij zijn mogelijkheden en interesse,
maar ook bij het aanbod in het regulier voortgezet onderwijs.
In de onderstaande tabel zijn de leergebieden van de kerndoelen VSO uitgewerkt in het
vakkenaanbod van de school.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
21/57
Leergebieden
Nederlands
Vakken
Nederlands
Wiskunde
Wiskunde
Rekenen
Economie
Economie
Engels
Engels
Duits
Duits
Mens en natuur
Biologie
Mens en maatschappij
Kunst en cultuur
Bewegen en sport
Leren leren
Nask1
Maatschappijleer
Aardrijkskunde
Geschiedenis
Burgerschap
Handvaardigheid, TeHaTex, muziek,
themaweken
Gymnastiek
Persoonlijke ontwikkeling
Leren taken uitvoeren
Sociaal emotionele vorming
Techniek, verzorging
Leren functioneren in
sociale situaties
Ontwikkelen persoonlijk
toekomstperspectief
Sociaal emotionele vorming
Stage
Persoonlijke ontwikkeling
Techniek, verzorging
Stage
Methoden UPV
Taallijnen
Op nieuw Niveau
Deviant
Netwerk
Getal en ruimte
Moderne Wiskunde
Deviant
Economisch bekeken
Praktische economie
Pincode
Worldwide
Stepping Stones
Real English
Go for It
Of Course
Unicom
Deviant
Neue Kontakte
Na Klar
Biologie voor jou
Reflex
Nectar
Blikopener
WereldWijs, Terra, Buitenland
Feniks, sprekend verleden, Indigo
Inclusief inzet Special Heroes
Breingeheimen
Leren op maat
Positief opgroeien
Werkportfolio
Verzorging voor jou
Positief opgroeien
Positief opgroeien
Werkportfolio
Tutorial in Opleiding:
veiligheidscertificaat [VCA]
Tabel: leergebieden van de kerndoelen VSO
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
22/57
In de bovenbouw kiezen leerlingen een sector die valt binnen het leergebied mens en natuur
(sectoren techniek en landbouw) of mens en maatschappij (sectoren economie en zorg en
welzijn). In onderstaande tabel zijn de verplichte sectorvakken opgenomen.
Sector
Techniek
Landbouw
Economie
Zorg en welzijn
Verplicht 1e sectorvak
wiskunde
wiskunde
economie
biologie
Tabel: verplichte sectorvakken
7.4
Verplicht 2e sectorvak
nask 1
biologie of nask1
wiskunde
wiskunde of aardrijkskunde of
geschiedenis
Uitstroomprofiel Arbeid inclusief methoden
De leerroute Arbeid is er voor leerlingen in de leeftijd van circa 13 tot maximaal 20 jaar bij wie
tijdens de overgang naar het VSO wordt ingeschat dat zij (eenvoudige) werkzaamheden zullen
kunnen verrichten in loonvormende arbeid op de arbeidsmarkt, maar niet een volledig
kwalificerend diploma kunnen behalen.
Leerlingen in deze leerroute stromen vooral in vanuit speciaal onderwijs en het (speciaal)
basisonderwijs, maar ook uit het regulier voortgezet onderwijs.
Aan leerlingen met goede cognitieve mogelijkheden, maar (ernstige) beperkingen in hun sociaalemotionele vaardigheden en/of executief functioneren, biedt De Atlas binnen het profiel Arbeid
een arrangement gericht op arbeidsparticipatie waarbij algemeen vormende vakken als
Nederlands, wiskunde en Engels wel op hun leerniveau gevolgd en afgesloten kunnen worden.
Het onderwijs in de leerroute arbeid is gericht op een brede persoonlijke vorming, participatie in
de samenleving en op duurzame toeleiding van leerlingen naar een passende plaats op de
arbeidsmarkt. Het behalen van passende beroepskwalificaties maakt daar deel van uit. Daarnaast
richt het onderwijs zich op het leren omgaan met de beperking of stoornis en bevordering van de
zelfredzaamheid van leerlingen.
In de onderstaande tabel zijn de leergebieden van de kerndoelen VSO uitgewerkt in het
vakkenaanbod van de school.
Leergebied
Nederlands
Vak
Nederlands
Wiskunde
Engels
Wiskunde
Rekenen
Engels
Mens en natuur
Biologie
Mens en maatschappij
Kunst en cultuur
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
Nask1
Maatschappijleer
Aardrijkskunde
Geschiedenis
Burgerschap
ICT
Handvaardigheid, TeHaTex, muziek,
cultuurweken
Methoden UPA
Promotie
Deviant
Promotie
Deviant
Promotie
Stepping Stones
Deviant
Promotie
Binnenste Buiten
Nu Voor Straks 1 en 2
Grenzeloos, Promotie
Eigentijds
Kies
Babbage 7.1
Promotie
23/57
Bewegen en sport
Leren leren
Gymnastiek
Persoonlijke ontwikkeling
Leren taken uitvoeren
Sociaal emotionele vorming
Techniek, verzorging
Leren functioneren in
sociale situaties
Sociaal emotionele vorming
Stage
Ontwikkelen persoonlijk
toekomstperspectief
Persoonlijke ontwikkeling
Techniek, verzorging
Stage
Voorbereiding op arbeid
Stage
7.5
Inclusief inzet Special Heroes
Breingeheimen
Leren op maat
Positief opgroeien
Werkportfolio
Promotie
Positief opgroeien
Promotie [Ik en de Ander]
Verkeer
Positief opgroeien
Werkportfolio
Tutorial in Opleiding:
veiligheidscertificaat [VCA]
Promotie
Interne stages
Externe stages
Leren op locatie
Onderwijsaanbod
De Atlas biedt een breed programma in de onderbouw op vmbo basis-/kader- en KGT-niveau.
Aan het einde van fase 1 zijn er vier doorstroommogelijkheden:
1. Leerlingen worden toegeleid naar schakeling naar een reguliere VO-school.
2. Wanneer de leerling specifieke begeleiding nodig heeft welke niet in het regulier onderwijs
geboden kan worden, kan deze leerling regulier onderwijs volgen in een speciale setting op
De Aventurijn O&P VSO.
3. Als leerlingen niet in staat zijn een volledig regulier programma te volgen kunnen ze
toewerken naar het behalen van een vmbo-TL-diploma middels staatsexamens.
4. Leerlingen die meer gebaat blijken bij meer arbeidsgericht onderwijs, kunnen overstappen
naar fase 2 in uitstroomprofiel Arbeid waarbij ze een theoretisch onderwijsaanbod op niveau
ontvangen.
7.5.1 Nederlandse taal
Visie op taal
Taal(gebruik) is onder invloed van tijdgeest, (sociale) media en technische ontwikkelingen
continu aan verandering onderhevig. Binnen RENN4 Drenthe wordt dit dynamische proces
gevolgd; medewerkers anticiperen op de veranderende talige en communicatieve leefwereld en
vaardigheden van leerlingen en spelen hier adequaat op in.
Binnen RENN4 Drenthe staan taal en communicatie in dienst van ‘begrip en begrepen worden’. Er
wordt onderscheid gemaakt tussen taal als “vertaling” (cognitief) en taal als “beleving” (sociaalemotioneel). Medewerkers hebben hoge verwachtingen van de mogelijkheden van leerlingen
binnen het perspectief van iedere individuele leerling.
Alle medewerkers dragen zorg voor een rijke taalomgeving. Dit betekent concreet dat complexer
taalgebruik (verbaal of schriftelijk) niet gemeden wordt, maar wel dat woorden niet
vanzelfsprekend als bekend geacht worden. Er is aandacht voor feitelijk en contextueel begrip
van taal bij leerlingen.
Daarnaast hebben leerkrachten kennis van voorkomende taal- en communicatieproblematiek van
hun leerlingen (al dan niet stoornisgerelateerd) en houden hier rekening mee in hun
communicatie en onderwijsaanbod.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
24/57
Taal wordt gezien als cultuurdrager binnen de school. Medewerkers zijn zich hiervan bewust en
in implementatieprocessen van welke aard dan ook wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de
inzet van taal.
Medewerkers kiezen voor een bepaald aanspreekniveau, afgestemd op (een groep) leerlingen
met als uitgangspunt ‘de zone van de naaste ontwikkeling’ (Vygotsky). De medewerkers
(h)erkennen verschillen tussen leerlingen in taal en communicatie en handelen hiernaar.
Medewerkers zijn zich bewust van hun eigen taalgebruik en het effect dat hun woordkeus heeft
op de leerlingen. De eigen manier van communiceren wordt bewust ingezet als onderdeel van de
rijke taalomgeving. Daarbij is in alle onderwijsleersituaties steeds aandacht voor begripsvorming
van leerlingen.
Binnen de praktijkvakken wordt specifiek aandacht besteed aan contextueel taalgebruik: vaktaal.
RENN4 Drenthe hanteert de wettelijk bepaalde Referentieniveaus Taal (Referentiekader taal en
rekenen, oktober 2009) en kerndoelen SO en VSO (Voorstel kerndoelen VSO, december 2011 –
SLO en Kerndoelen SO).
Uitwerking Visie op Taal
Onderstaande uitwerking geeft de betekenis weer van de visie op het taalonderwijsaanbod
binnen het VSO per uitstroomprofiel.
VSO: Uitstroomprofiel Vervolgonderwijs (UPV) en Uitstroomprofiel Arbeid (UPA)
UPV; Uitstroomperspectief: vmbo kgt, mbo niveau 3/4, havo (vwo)
Binnen het taalonderwijsaanbod worden de vakken Nederlands en Moderne Vreemde Talen
gegeven. Hierbij zijn de Kerndoelen VSO en het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs leidend:
1. De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken.
2. De leerling leert zich houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen,
woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien.
3. De leerling leert strategieën gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat.
4. De leerling leert strategieën gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en
geschreven teksten.
5. De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te
beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen.
6. De leerling leert deel nemen aan overleg, planning, discussie in een groep.
7. De leerling leert een mondelinge presentatie te geven.
8. De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn
belangstelling tegemoet komen en zijn belevingswereld uitbreiden.
9. De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te
bereiden en uit te voeren.
10. De leerling leert reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op
grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van
nieuwe taalactiviteiten.
Het taalonderwijsaanbod leidt leerlingen naar de referentieniveaus 2S/3F en waar passend 3S/4F.
Leerroute vmbo gt/havo
Referentieniveau 3F (=2S)
De leerling:
 kan actief en effectief deelnemen aan discussies, debatten en overleg, reageert adequaat
op gesprekspartners, beschikt over een goede woordenschat;
 kan relatief complexe teksten lezen en de hoofdgedachte in eigen bewoordingen
weergeven;
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
25/57





kan de tekstsoorten benoemen en trekt conclusies over intenties, opvattingen en
gevoelens van de auteur;
kan adolescentenliteratuur en eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch lezen;
kan met leeftijdgenoten discussiëren over de interpretatie en kwaliteit van de literaire
teksten;
kan gedetailleerde teksten schrijven waarin informatie en argumenten uit verschillende
bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden;
kan aantekeningen maken van een helder gestructureerd verhaal.
Opbrengsten meten
Om de opbrengsten van het taalonderwijsaanbod te kunnen meten worden de volgende
middelen ingezet:
 Methodegebonden toetsen;
 CITO Volg- en Advies Systeem (tot en met het derde leerjaar);
 Mogelijk: AVO-examen (onderbouw) en examentraining (bovenbouw), afhankelijk van het
gevolgde onderwijsprogramma in individuele trajecten.
 Portfolio.
UPA; Uitstroomperspectief: vmbo bk, mbo niveau 1/2, Praktijkonderwijs,
(beschermde) arbeid.
Binnen het taalonderwijsaanbod wordt het vak Nederlands gegeven. Hierbij zijn de Kerndoelen
VSO uitstroomprofiel Arbeid leidend:
1. De leerling leert actief te luisteren naar gesproken taal over alledaagse en werkgerelateerde
onderwerpen.
2. De leerling leert zich mondeling verstaanbaar en begrijpelijk uit te drukken in gesprekken,
overlegsituaties en presentaties over alledaagse en werkgerelateerde onderwerpen.
3. De leerling leert zakelijke teksten te lezen over onderwerpen die aansluiten bij de eigen
interesses, de leefwereld en de wereld van arbeid.
4. De leerling leert verhalende en fictionele teksten belevend te lezen en de eigen interesses en
voorkeuren op het gebied van fictie te verkennen.
5. De leerling leert zich schriftelijk begrijpelijk uit te drukken in korte, eenvoudige teksten over
alledaagse en werkgerelateerde onderwerpen.
6. De leerling leert in schriftelijke producten verzorgde taal te gebruiken.
7. De leerling leert zijn woordenschat uit te breiden met behulp van strategieën.
8. De leerling leert om taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) voor te bereiden,
te plannen en na te kijken.
9. De leerling leert van feedback van anderen en van eigen reflectie op taalactiviteiten.
Het taalonderwijsaanbod leidt leerlingen naar de referentieniveaus 1F en 1S/2F.
Leerroute vmbo bk
Referentieniveau 2F (= 1S)
De leerling:
 beschikt over voldoende woorden om zich te kunnen uiten, kan redelijk en vloeiend een
probleem verhelderen en kan informatie vragen, verzamelen, verwerken en geven;
 kan instructieve teksten en betogende teksten lezen en eenvoudige
adolescentenliteratuur;
 kan de hoofdgedachte van een tekst weergeven en legt relaties tussen tekstdelen en kan
die evalueren en beoordelen;
 kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over
uiteenlopende en vertrouwde onderwerpen. De tekst bevat een volgorde met inleiding,
kern en slot;
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
26/57

beheerst nog niet alle spellingsproblemen, heeft kennis van de lijdende, bedrijvende en
vragende vorm en beheerst moeilijke gevallen van de persoonsvorm.
Leerroute Praktijkonderwijs
Referentieniveau 1F
De leerling:
 kan eenvoudige gesprekken voeren, informatie en meningen en opvattingen
interpreteren voor zover deze dicht bij de leerling staan;
 kan eenvoudige teksten over herkenbare onderwerpen zodanig vloeiend lezen dat
woordherkenning en tekstbegrip de leerling niet in de weg staan;
 kan jeugdliteratuur, waarvan de structuur eenvoudig is, belevend lezen;
 kan korte, eenvoudige teksten schrijven over alledaagse onderwerpen in de vorm van
een briefje, kaar of e-mail;
 kan de meest voorkomende leestekens gebruiken;
 kent woordsoorten en beheerst werkwoordspelling en regels voor spelling.
Opbrengsten meten
Om de opbrengsten van het taalonderwijsaanbod te kunnen meten worden de volgende
middelen ingezet:
 methodegebonden toetsen
 portfolio
 transitiedocument
Taalgericht Vakonderwijs
Alle teams binnen het VSO zijn getraind in Taalgericht Vakonderwijs (TVO). De kern van TVO is
het volgende: "Docenten in alle vakken hebben te maken met leerlingen die verschillen in
taalvaardigheid. Daarom werken we in TVO niet alleen gericht aan de ontwikkeling van schoolse
taalvaardigheden, maar doen we binnen de vakdidactiek ook recht aan die variatie in
taalvaardigheid door contextrijk vakonderwijs te bieden met taalsteun en vol interactie. Context
is alles waarbinnen nieuwe lesstof past: alledaagse en vakkennis alsook voorkennis van
leerlingen. Taalsteun aanbrengen houdt in: deelnemers zo lang als nodig is steun bieden bij het
uitvoeren van de taaltaken.
Interactie wordt bewerkstelligd door 'natuurlijke' gesprekken te voeren, taalgebruik uitlokken,
variëren in verwerkings- en toepassingsopdrachten, samenwerken met de leerling en aandacht
besteden aan strategieën. Kortom: docenten die taalgericht lesgeven zorgen voor
contextuitbreiding, stellen taalsteun ter beschikking, geven feedback op taaluitingen, geven het
goede voorbeeld en versimpelen niet, maar controleren begrip en hebben hoge verwachtingen”.
Interactie
1. De docent geeft gelegenheid tot natuurlijk gesprek tussen hem/haar en de leerlingen en
tussen leerlingen onderling;
2. De docent biedt een variatie aan verwerkings- en toepassingsopdrachten;
3. De docent stimuleert het werken in duo's en groepjes;
4. De docent speelt in op de verschillende manieren van leren van de leerlingen. De leerlingen
krijgen aanwijzingen voor een flexibel en alternatief gebruik van leerstrategieën.
Leren met taalsteun
5. De docent geeft duidelijke voorbeelden van de gewenste producten (bijv. schrijfopdrachten,
presentaties, verslagen);
6. De leerlingen krijgen (talige) steun bij opdrachten (bijv. hulp in de kantlijn, specifieke
katernen, reeksen van ondersteunende opdrachten);
7. De docent stimuleert de reflectie op product en proces door de leerlingen na terugkijken
verbeterpunten te laten formuleren. Zowel vak- als taaldoelen worden besproken.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
27/57
Leren in context
8. De docent geeft ruimte om de alledaagse en vakspecifieke voorkennis op te halen. De
voorkennis sluit aan bij de leerstof;
9. De docent varieert in tekstsoort en media;
10. De docent verbindt alledaagse kennis en taal aan de schooltaal door de relatie te leggen met
wat leerlingen al weten.
7.5.2 Rekenen/wiskunde
Referentieniveau 1F; het streven is om in eind fase 2 dit niveau te behalen.
De leerling:
- kan eenvoudige getallen, bewerkingen en symbolen correct noteren en gebruiken;
- kan getallen lezen en uitleggen hoe getallen uit cijfers opgebouwd zijn;
- kan hoofdrekenen met en zonder notatie van tussenresultaten;
- kan hoofdbewerkingen (+, -, x, :) met gehele en eenvoudige decimale getallen op papier
uitvoeren, evenals bewerkingen met eenvoudige breuken;
- kan berekeningen uitvoeren om problemen op te lossen en de rekenmachine op
verstandige wijze inzetten;
- kan in de context van verhoudingen eenvoudige berekeningen uitvoeren, ook met
procenten en verhoudingen;
- kan veel voorkomende en eenvoudige meetinstrumenten gebruiken en aflezen, met
maateenheden rekenen en in eenvoudige gevallen maateenheden in elkaar omzetten;
- heeft een gevoel ontwikkeld voor standaardmaten in veel voorkomende situaties;
- kent namen van enkele meetkundige figuren en begrippen en kan deze gebruiken om
situaties in de ruimte te beschrijven;
- kan eenvoudige tabellen, diagrammen en grafieken gebruiken bij het oplossen van
problemen, ook om eenvoudige berekeningen uit te voeren.
Opbrengst meten:
Om de opbrengsten van het rekenonderwijsaanbod te kunnen meten worden de volgende
middelen ingezet:
-
Reken Niveau Toets (Deviant)
AMN
7.5.3 Kunstzinnige oriëntatie
RENN4 Drenthe stelt zichzelf tot doel kwalitatief goed cultuuronderwijs te bieden aan haar
leerlingen, dat aansluit bij de kerndoelen van het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ze vindt
cultuuronderwijs vooral van belang voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van haar leerlingen:
cultuuronderwijs leert hen op een nieuwe manier te communiceren over de eigen gevoelens en
ervaringen. Juist leerlingen met psychiatrische en gedragsproblemen, zoals bij RENN4 Drenthe,
kunnen veel baat hebben bij de aangereikte alternatieven voor het uiten van gevoelens en
ervaringen (Projectgroep Passende Kwalificaties – kerndoelen VSO, 2011). Wel is de organisatie
zich ervan bewust dat er grenzen zijn aan de mogelijkheden van haar leerlingen. Ze houdt in het
cultuuronderwijs daarom rekening met de mogelijke beperkte verbeeldingskracht van veel
cluster4-leerlingen.
Daarnaast gaat RENN4 Drenthe mee in de huidige ontwikkelingen ten aanzien van
cultuuronderwijs. De Rijksoverheid wil dat cultuuronderwijs een vast onderdeel wordt van het
lesprogramma. Hiervoor is een speciaal programma ontwikkeld, Cultuureducatie met Kwaliteit
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
28/57
(Onderwijsraad, 2012), dat scholen, die aangeven hun cultuuronderwijs verder te willen
ontwikkelen, subsidieert. Ook hebben OCW, de PO-Raad en de gemeenten en provincies een
bestuurlijk kader ondertekend waarin ze zich gezamenlijk verantwoordelijk noemen voor de
financiële ondersteuning van de ontwikkeling van het cultuuronderwijs (Ministerie van OCW,
2013). RENN4 Drenthe maakt gebruik van deze mogelijkheden en heeft aangegeven medio 2015
de volgende doelstellingen te willen bereiken:






RENN4 Drenthe heeft een eigen visie ontwikkeld op cultuuronderwijs en dit vastgelegd in
een beleidsplan;
De school voert zelf de regie op het cultuuraanbod: ze geeft desgewenst instellingen
opdracht om op basis van de vraag aanbod te ontwikkelen en te organiseren;
Er wordt gewerkt aan een goede relatie met de directe (lokale) culturele omgeving;
Er werkt een opgeleide ICC-er of cultuuronderwijsdeskundige binnen elk team;
De school is verbonden aan het cultuureducatieve netwerk van de gemeente;
De school heeft jaarlijks een cultureel programma met structurele activiteiten. Er is nog
geen doorgaande leerlijn, maar de school werkt aan de ontwikkeling van horizontale en
verticale leerlijnen (medio 2017).
Voor komend schooljaar staan er twee projectweken op het programma op iedere locatie van de
school met als thema’s onder andere: Kunst & Cultuur, theater, museum, muziek, dans. Deze
weken worden in de week voor de herfstvakantie en in de week voor de meivakantie
georganiseerd.
7.5.4 Bewegingsonderwijs en spel
Bewegingsonderwijs wordt minimaal twee keer per week aangeboden in de sporthal/gymzaal. De
lessen worden gegeven door vakleerkrachten.
Naast de reguliere bewegingsonderwijslessen wordt er ook regelmatig naar een alternatief
gezocht in de vorm van fietsen, schaatsen, zwemmen etcetera.
Tijdens de sportlessen mogen, in verband met de veiligheid, geen sieraden worden gedragen.
Wanneer sieraden niet af kunnen of leerlingen weigeren ze af te doen worden ouders gevraagd
schriftelijk toestemming te geven voor het dragen van de sieraden tijdens de les. Ouders zijn dan
zelf aansprakelijk voor letsel dat tijdens de gymles ontstaat.
Wanneer andere leerlingen letsel oplopen door leerlingen die hun sieraden niet af kunnen of
willen doen, zijn de ouders eveneens zelf wettelijk aansprakelijk.
7.5.5 Stage
Het uitstroomprofiel Arbeid bereidt leerlingen voor op de schakeling naar praktijkonderwijs of
(beschermde) arbeid. Het onderwijs is naast kennis van de basisvakken gericht op
zelfredzaamheid en participatie van de leerlingen op gebied van werk, wonen, vrije tijd en
burgerschap.
VSO Drenthe biedt leerlingen met voldoende cognitieve mogelijkheden, maar (ernstige)
beperkingen in hun sociaal-emotionele vaardigheden en/of executief functioneren
binnen het profiel Arbeid een arrangement gericht op arbeidsparticipatie, waarbij de
(kern)vakken (Nederlands, Wiskunde en Engels) op niveau gevolgd worden.
Uitwerking
Het onderwijsaanbod in uitstroomprofiel Arbeid kent drie fasen. Fase 1 en 2 beslaan elk een
onderwijsprogramma voor maximaal twee reguliere leerjaren. Wanneer een leerling de
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
29/57
vastgestelde eindcompetenties van de fase heeft behaald, stroomt deze (tussentijds) door naar
de volgende fase. Fase 3 beslaat een individueel transitieprogramma.
Fase 1: Oriëntatiefase
In de oriëntatiefase wordt gewerkt aan algemeen vormende vakken. Doelstelling is de leerlingen
toe te leiden naar referentieniveau 1F voor de kernvakken Nederlands en Rekenen. Voor het
kernvak Engels is A1 het streefniveau. Wanneer vastgesteld wordt dat de streefniveaus niet
haalbaar zijn, worden te behalen doelen vanuit “Passende perspectieven” (februari 2012)
gekozen om te komen tot een passend onderwijsaanbod.
Een tweede doelstelling in de oriëntatiefase is, dat de leerling ontdekt: Wie ben ik en wat kan ik?
“Ik” (de leerling) staat centraal. Aan het einde van de fase wordt een uitspraak gedaan over het
verder te vervolgen traject in de richting van het behalen van het ontwikkelingsperspectief.
Naast de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde krijgen de leerlingen les binnen de
profielen Dienstverlening en Ambacht. Binnen het profiel Dienstverlening worden de sectoren
Horeca/verzorging en Detail en logistiek vormgegeven. Binnen het profiel Ambacht krijgen de
sectoren Groen en Techniek een plaats. Het onderwijsaanbod binnen de verschillende sectoren is
gericht op het ontwikkelen van algemene competenties, oriënteren op werk in deze sectoren en
het werken aan doelen gekoppeld aan de leerlijnen van de leergebieden. De leerlingen hebben
de mogelijkheid tot het volgen van een interne stage. Naast oriëntatie en het werken aan
competenties is het programma binnen de sectoren in fase 1 sterk gericht op de zelfredzaamheid
van de leerling.
Fase 2: Arbeidsvoorbereidende fase
In de arbeidsvoorbereidende fase neemt de aandacht voor het toeleiden naar arbeid toe. In deze
fase krijgt de leerling meer zicht op IK en DE ANDER. De praktijksectoren worden meer
beroepsgericht in plaats van gericht op redzaamheid. Via externe arbeidstraining (LOL) en
individuele stages komen leerlingen in aanraking met de sector waar zijn/haar voorkeur naar
uitgaat. De leerlingen hebben hierbij keuze uit de profielen Dienstverlening en Ambacht. Binnen
het profiel wordt de leerling in toenemende mate beroepsmatig voorbereid, zodat de overgang
naar externe stage soepel verloopt.
De kernvakken staan in dienst van de ontwikkeling richting de arbeidsmarkt en worden zoveel
mogelijk geïntegreerd aangeboden. Doel van de praktijkvakken in deze fase is dat leerlingen een
keuze kunnen maken voor een sector of een beroep en zicht hebben op de arbeidsvaardigheden
die daarbij horen. De leerkrachten specificeren de ondersteuningsbehoefte van de leerling in
relatie tot de gekozen uitstroombestemming.
Ten aanzien van de vakken Nederlands, Rekenen en Engels is aan het einde van fase 2 de
doelstelling zoals omschreven bij fase 1, bereikt.
Fase 3: Arbeidstoeleidende fase
In de arbeidstoeleidende fase organiseert school op basis van mogelijkheden en
ondersteuningsbehoefte van de leerling een passende plek om werkervaring op te doen en de
transitie naar de arbeidsmarkt te faciliteren.
In deze fase gaan leerlingen 3 of 4 dagen per week op stage. Ze worden daarbij begeleid door
de praktijkopleider. Begeleiding op school gebeurt door de leerkracht. De stagebegeleider zorgt
voor de koppeling tussen school en stage. De schooldagen staan in het teken van het bijhouden
en/of vergroten van vaardigheden en zelfstandigheid. Ervaringen op de stageplaats worden
daarbij als uitgangspunt gebruikt. Het onderwijsaanbod staat in het teken van
werknemersvaardigheden.
Doelen voor zowel school als stage, staan ten dienste van het behalen van de in het
ontwikkelingsperspectief vastgestelde uitstroombestemming.
De Atlas biedt de leerlingen interne stages en externe stages. Leerlingen krijgen op deze manier
de kans om werkvaardigheden te oefenen en zich op een vakgebied te oriënteren.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
30/57
De werkzaamheden en leerdoelen van een stage worden altijd contractueel vastgelegd en
periodiek geëvalueerd.
Stage-activiteiten Emmen
Voor de groepen in Emmen geldt dat er interne en externe stages zijn. Het doel van de stages is
het opdoen van ervaring en het werken aan competenties. Tijdens de interne stage lopen de
leerlingen mee met de conciërge of administratief medewerker, hebben ze keukendienst en
verzorgen ze de koffie en thee. Naast de interne stages lopen de leerlingen externe stages. Dat
begint met een snuffelstage en kan eindigen bij een plaatsingsstage, om vervolgens te kunnen
schakelen naar arbeid of opleiding. De stagecoördinator, de heer G. Rass, werkt nauw samen
met het stagebureau van de praktijkschool Emmen. Ook is er een aantal vaste stageplekken
beschikbaar bij onder andere Broekman personeelsdiensten en Drenthea.
Stage-activiteiten Assen
Leerlingen van de locatie Assen kunnen gebruik maken van een intern en extern stage-aanbod.
Het is de bedoeling dat leerlingen (werknemers) vaardigheden opdoen die hen kunnen helpen
met een realistisch toekomstperspectief. Tijdens deze stage gaan leerlingen onder andere naar
een camping in de buurt waar ze diverse werkzaamheden uitvoeren of werken leerlingen in
groenactiviteiten om de school, waarbij het verzorgen van de omgeving centraal staat. Daarnaast
lopen leerlingen externe stages bij een variatie aan bedrijven en instellingen in de regio. In
samenwerking met UWV worden op school beroepskeuzetesten afgenomen bij leerlingen om zo
de juiste richting te kunnen bepalen voor stage en vervolgonderwijs.
Stage-activiteiten Ambiq
Hoewel de locatie Voltastraat onderdeel is van een drie-milieuvoorziening, waarbij wonen,
dagbesteding en vrije tijd op één terrein plaatsvinden, gaan er leerlingen aan het einde van hun
behandeltraject extern op stage.
Op school volgen de leerlingen als vast roosteronderdeel interne stages en leren op locatie als
onderdeel van het arbeidstoeleidingstraject.
De externe stages zijn nooit bedoeld als onderdeel van een vakopleiding maar hebben ervaring
opdoen op de arbeidsmarkt als primaire doelstelling, waarbij sociale vaardigheden een belangrijk
onderdeel vormen. In voorkomende gevallen wordt uiteraard gezocht naar een stagebedrijf dat
aansluit bij de interesses van de leerling.
Stage-activiteiten Lomanlaan
Op de locatie Lomanlaan gaat het er vooral om dat leerlingen ‘proeven’ van de praktijk. Binnen
een bedrijf, winkel of andere plek worden toch weer vaak andere dingen van ze verwacht dan op
school. Het ontwikkelen en vooral toetsen van sociale vaardigheden in de praktijk neemt een
centrale plaats in. De drempel voor het doorstromen van onze leerlingen naar een BBL- opleiding
(beroepsbegeleidend leren) wordt op deze manier eveneens verlaagd.
Bij het zoeken naar stage-adressen kijken we in eerste instantie naar het interesseveld van de
leerling. Op dit moment vragen we ook vaak ouders om met suggesties te komen zodat zij zich
ook op deze manier bij hun kind betrokken voelen. Op termijn hopen we dat zo steeds meer
leerlingen (voor wie we dat nodig vinden) een plek te kunnen aanbieden.
In het schooljaar 2013-2014 hebben leerlingen stage gelopen bij bijvoorbeeld een supermarkt,
een tuinbouwbedrijf, een bloemist en diverse metaalbedrijven.
7.5.6 Methoden
Zie hoofdstuk 7.3 en 7.4.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
31/57
7.5.7 Actief burgerschap en Sociale Integratie
Leerlingen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op
zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lange tijd
vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over
verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en over het afbrokkelen van maatschappelijke
samenhang spelen daarbij een rol.
Wij achten het van belang dat onze scholen een positieve bijdrage leveren aan het bevorderen
van actief burgerschap en de sociale integratie van leerlingen.
Vanaf 1 februari 2006 zijn scholen verplicht om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief
burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het
vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren.
Sociale integratie verwijst naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele
achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de
maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de
Nederlandse cultuur.
De opdracht aan scholen om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen, is vastgelegd
in een aantal wetsartikelen en luidt:
Het onderwijs:
a. Gaat er mede vanuit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving;
b. Is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie;
c. Is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende
achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
Binnen onze school worden de volgende activiteiten binnen het thema ‘sociale veiligheid, actief
burgerschap en sociale integratie’ aangeboden:
-
Aandacht voor de schoolregels;
Schooltelevisie en gesprekken naar aanleiding van de krant;
Nieuwsbegrip;
Methode Positive Action;
Deelname aan cultuurweken.
7.5.8 Kampen, excursies en schoolreizen
Onderdeel van het onderwijsaanbod zijn activiteiten die gericht zijn op uitbreiding van de
belevingswereld van de leerlingen. Enerzijds heeft dit de functie van het opdoen van informatie,
anderzijds is het heel belangrijk om met je klasgenoten en je leerkrachten nieuwe, spannende en
uitdagende dingen mee te maken. Deze onderdelen horen bij het schoolprogramma.
Aan deze activiteiten zijn soms kosten verbonden. De bijdrage die aan de ouders wordt
gevraagd, is vrijwillig en deze mag geen belemmering zijn voor deelname. U kunt altijd contact
opnemen met de school als de gevraagde bijdrage een probleem vormt. In het nog te
verschijnen informatiebulletin van de school zal nadere informatie worden verstrekt.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
32/57
8
Resultaten van het onderwijs
8.1
Resultaten in relatie tot het ontwikkelingsperspectiefplan
In het ontwikkelingsperspectiefplan maakt de school een inschatting van de doelen die een
leerling kan behalen. Het ontwikkelingsperspectief bestaat uit een leerrendementsverwachting en
een uitstroombestemming. Een uitstroombestemming stelt de school vast door het combineren
van de leerrendementsverwachting van alle leergebieden samen. Het biedt handvatten waarmee
de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van een leerling. En het laat de
school, de leerling en de ouders duidelijk zien waar de school samen met een leerling naartoe
werkt en aan welke instroomeisen een leerling moet voldoen om succesvol te zijn in het
vervolgonderwijs. Vanaf het schooljaar 2013 – 2014 is het via de kwaliteitswet verplicht om voor
alle leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs een ontwikkelingsperspectiefplan op te
stellen.
8.2
Het volgen van de ontwikkeling van de leerling
De resultaten van het onderwijs worden gevolgd door middel van het leerlingvolgsysteem. Het
leerlingvolgsysteem is een middel om de leerling te volgen in zijn/haar ontwikkeling. Het helpt
ons in kaart te brengen met welke problemen de leerlingen te maken hebben en op welk gebied
extra hulp moet worden ingezet.
Op deze wijze kan per leerling in beeld gebracht worden of hij/zij zich naar verwachting
ontwikkelt. Er wordt gebruik gemaakt van allerlei toets- en testmateriaal. We gebruiken
methode-gebonden en methode-onafhankelijke toetsen.
Methode-gebonden toetsen
Deze toetsen hebben als doel de voortgang van de dagelijkse leerstof op gezette tijden te
toetsen. De toetsen geven details aan en helpen de leerkracht de leerstof in een korte periode
goed aan te passen aan het individuele kind. De toetsing vindt regelmatig plaats.
Methode-onafhankelijke toetsen (CITO)
Deze toetsen gaan niet uit van het dagelijks werk. De toetsen bewaken meer de algemene
voortgang van het kind. De toetsen staan niet in relatie tot de leermethodes die dagelijks worden
gebruikt. De resultaten worden gekoppeld aan een niveau-indicatie. De ouders mogen van de
school verwachten dat zij alles in het werk stelt om tot maximale resultaten te komen.
IVIO-examens
De locaties Lomanlaan en Voltastraat bieden samen met het examenbureau van de Stichting
IVIO examens aan voor verschillende vakken op verschillende niveaus. Deze niveaus lopen
parallel met de onderwijs-zorgprofielen zoals die op de locatie worden gehanteerd.
De examens van de Stichting IVIO hebben een landelijke, zelfs Europese erkenning via de Wet
Educatie Beroepsonderwijs en zijn methode-onafhankelijk. De examens hebben een officieel
karakter en worden landelijk genormeerd. Leerlingen krijgen een echt diploma bij een voldoende,
maar kunnen ook zakken. Deelname aan één of meerdere examens wordt sterk aanbevolen maar
is niet verplicht. Leerlingen die een diploma hebben gehaald voor één of meerdere vakken,
krijgen deze op een officieel moment uitgereikt.
Doelen IVIO-examens
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
33/57
1. Met het behalen van IVIO-diploma’s kan de leerling in het doorstroomtraject van het mbo op
een hoger niveau instromen. De IVIO-diploma’s zijn landelijk erkend en vertegenwoordigen
meer maatschappelijke “waarde” dan schoolcertificaten. Leerlingen tonen aan “toetsvaardig”
te zijn: ze bezitten de kennis, de houding en de vaardigheden om een diploma te behalen.
2. Leerlingen die in voldoende mate aan de leervoorwaarden voldoen en aangeven het
belangrijk te vinden dat er diploma’s gehaald worden. Deze diploma’s geven een leerling een
gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen: ‘ik kan toch iets’ en het geeft een status. Voor
deze leerling vergroot het de motivatie om met leren bezig te zijn. Ze doen het ergens voor.
Verder worden de diverse stage-onderdelen getoetst en worden verworven competenties en
vaardigheden van leerlingen vastgelegd in het portfolio van de leerling.
Stagebeoordeling
De leerlingen van de onderbouw, uitstroomprofiel Vervolgonderwijs, volgen een interne stage.
Deze wordt beoordeeld door de stagebegeleider. De resultaten worden met de leerling
besproken.
De externe stages voor uitstroomprofiel Vervolgonderwijs en Arbeid worden beoordeeld door de
stagebegeleider van het stageadres. De resultaten worden besproken in een gesprek met de
stagebegeleider van school en de leerling.
Er worden verschillende onderdelen beoordeeld, waaronder het uitvoeren van de
werkzaamheden en de sociale omgang met collega’s en de werkgever.
8.3
De uitstroom van onze leerlingen
8.3.1 Naar een andere school
Om goed te kunnen beoordelen of een leerling er aan toe is om naar een andere school te gaan,
houden we de ontwikkelingen van elke leerling bij. Op grond van de resultaten van het
leerlingvolgsysteem en toetsuitslagen wordt een advies voor vervolgonderwijs of arbeid gegeven.
Het advies bespreken we met de ouders. Als ouders er toestemming voor geven, verstrekken wij
het laatste OPP aan de vervolgschool. Wij verzorgen de overdracht naar de vervolgschool.
8.3.2 Tussentijds schakelen
Zoals gezegd zijn wij schakelonderwijs. Dit betekent dat kinderen op alle momenten geschakeld
kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs. Dit kan terug naar het reguliere voortgezet
zijn, naar het middelbaar beroepsonderwijs, praktijkonderwijs of een andere vorm van voortgezet
speciaal onderwijs. De Commissie voor de Begeleiding geeft hierover een advies.
8.3.3 Afsluiting schoolloopbaan
Als de leerling de school verlaat, krijgt de leerling binnen het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs
een onderwijskundig rapport en een overgangsdocument. Dit rapport gaat eveneens naar de
vervolgschool. In het rapport staat informatie over de leerprestaties, de werkhouding en het
gedrag van de leerling. De leerling binnen het uitstroomprofiel Arbeid krijgt een VSO-getuigschrift
en eveneens een overgangsdocument.
8.3.4 Doubleren
Doubleren betekent een schooljaar overdoen. Doubleren wordt op De Atlas over het algemeen
niet als zinvol ervaren. Toch zijn er uitzonderingen mogelijk die de Commissie voor de
Begeleiding kunnen doen besluiten om een leerling te laten doubleren.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
34/57
Dit kan bijvoorbeeld als een leerling een bijzonder heftige periode heeft meegemaakt waardoor
de ontwikkeling is komen stil te staan. De leerling kan ook, om welke reden dan ook, een periode
hebben gehad waarin het minder de school bezocht. De Commissie voor de Begeleiding zal dan
een afweging maken op basis van de volgende factoren: cognitieve-, sociaal-emotionele en
motorische ontwikkeling, werkhouding en thuissituatie.
8.4
Cijfers over de doorstroming van leerlingen
Type onderwijs
Schoolverlaters schooljaar 2013 – 2014
Aantal
In overeenstemming met
leerlingen
uitstroomperspectief
HV
A
E
HV
Assen
Emmen
Praktijkonderwijs
4
2
75%
100%
Vmbo – KB en BB
1
9
1
100%
100%
Vmbo – TL
2
2
100%
100%
Havo/vwo
VSO, cluster 3
1
0%
VSO, cluster 4
18*
3**
4** 100%
100%
100%
LWOO
1
100%
Mbo/aoc
Mbo niveau 1
3
3
100%
33,3%
Mbo niveau 2
1
100%
Mbo niveau 3
Mbo niveau 4
2
100%
Arbeid
12
4
100%
75%
Beschermde arbeid
1
100%
Dagbesteding
Portalis
9
1
0%
Vrijstelling onderwijs
Uitzonderingen/niet bekend Code
12*
1
0%
8799
*
Code 8799 uitzonderingen/niet bekend – onder andere thuiszitters
*
HV heeft een residentiële setting lvg-jongeren (uitstroom naar onder andere
zorgboerderijen)
** en ** Uitstroom VSO betreft verhuisleerlingen.
Tabel: doorstroming leerlingen 2013-2014
Diploma’s/certificaten:
VCA
veiligheidscertificaat
IVIO Certificaten
Hoogeveen:
Vmbo TL 4 deelcertificaten staatsexamens
Assen:
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
4 leerlingen
Nederlands
Engels
Rekenen/wiskunde
Biologie
Aardrijkskunde
Geschiedenis
48 leerlingen
18 leerlingen
25 leerlingen
1 leerling
1 leerling
2 leerlingen
3 Biologie
35/57
Vmbo TL 4 deelcertificaten staatsexamens
Emmen:
Vmbo BB 4 staatsexamens certificaten
Assen:
Vmbo TL 3 certificaten
Assen:
2
5
4
3
3
5
5
1
Aardrijkskunde
Engels
Economie
Maatschappijleer
Nederlandse taal
Sectorwerkstuk
Rekentoets
Geschiedenis en Staatsinrichting
4
5
6
4
6
5
4
7
6
1
Biologie
Aardrijkskunde
Engels
Economie
Maatschappijleer
Nederlandse taal
Wiskunde
Sectorwerkstuk
Rekentoets
Geschiedenis en Staatsinrichting
9
8
9
8
9
9
9
7
Biologie
Aardrijkskunde
Wiskunde
Engels
Economie
Maatschappijleer
Nederlandse taal
Rekentoets
3 rekenen
1 maatschappijleer
Vmbo TL staatsexamen diploma’s
3 leerlingen diploma binnen Op de Rails Assen
1 leerling Emmen
1 leerling Assen
Bestendiging
Van de leerlingen die in het schooljaar 2012 – 2013 zijn uitgestroomd hebben we geïnformeerd
hoeveel van hen nog op de vervolgopleiding zitten waar ze in september 2012 naar toe zijn
gegaan. In onderstaande tabel ziet u het resultaat.
Type
onderwijs
Schoolverlaters schooljaar 2012 – 2013
Aantal
Percentage dat nog op de vervolgopleiding zit
leerlingen
HV A E HV
HV
HV A
A
A E
E
A
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
B
C
A
B
C
A
B
E
C
36/57
Praktijkonderwijs
Vmbo – KB en
BB
Vmbo – TL
Havo/vwo
VSO, cluster 3
VSO, cluster 4
LWOO
Mbo/aoc
Mbo niveau 1
Mbo niveau 2
Mbo niveau 3
Mbo niveau 4
Arbeid
Beschermde
arbeid
Dagbesteding
Portalis
Vrijstelling
onderwijs
Overig*
1
4
2
1
1
2
100%
50%
50%
-
100%
100%
-
-
100%
20%
-
10%
100%
-
100%
100%
100%
-
-
-
-
78%
86%
100%
80%
100%
11%
14%
-
11%
20%
-
1
1
5
1
70%
100%
100%
100%
100%
4
1
1
3
2
6
1
25%
-
25%
-
50%
-
100%
100%
-
-
100%
16%
100%
51%
-
33%
-
10
1
5
-
-
-
-
-
-
20%
60%
20%
10*
1
6
1
1
1
4
1
4
9
7
1
2
100%
100%
100%
100%
* code 8799 uitzonderingen/ niet bekend / thuiszitters/ 18-jarigen die niet naar school gaan
** HV heeft een residentiële setting lvg-jongeren
Uitstroom + vervolg
A= zelfde opleiding
B= logische vervolgopleiding na A
C= niet meer op de opleiding en geen logische vervolgopleiding
8.5
Schoolontwikkeling
8.5.1 Het afgelopen jaar 2013 - 2014
Het afgelopen schooljaar hebben we op verschillende terreinen verbetertrajecten ingezet,
geëvalueerd en/of afgerond. Hieronder een niet volledige opsomming:
Kwaliteit van het onderwijs
• Evaluatie VOORZ fasegericht werken arbeid aan de hand van arbeidscompetenties in
Assen;
• Borging leerlijn metaal en hout (Emmen) in Assen en Hoogeveen ;
• IVIO-examens in Emmen en Assen voor individuele leerlingen;
• Vervolg staatsexamens na 2013 voor vmbo TL en KB;
• Vervolg trajecten Navigator en werkschool op basis van afspraken convenant voor locatie
Assen;
• Vervolg beschrijven in leerlijn VCA door Intern begeleider/in samenwerking met
Praktijkdocenten;
• 100% OPP’s op orde op alle locaties van De Atlas;
• Toets registratiesysteem op orde op alle locaties van De Atlas;
• Oplossingsgerichte en positieve communicatie op alle locaties van De Atlas middels inzet
CLB, positionering CvB’s en Positief Opgroeien en Positive Action-methodiek
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
37/57
Personeel
 Update/scholing omgaan met seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag voor alle
medewerkers;
 Update/scholing omgaan met agressie (ABC) voor een deel van de medewerkers;
 Update bedrijfshulpverlening;
 Intervisie, individuele begeleiding voor medewerkers met opleiders in school;
 Coaching medewerkers;
 Benoemen nieuwe opleiders in school;
 Themalunches in verband met kennisvergaring;
 Studiedag aan de hand van “Kennis op zijn plaats” voor RENN4;
Opleiden GZ-psycholoog;
 Individuele scholingen personeelsleden in verband met loopbaanontwikkeling;
 Inwerken nieuwe teamleider Eduwiek team Hoogeveen.
Facilitair/huisvesting/ICT
 Vervolg inhoudelijke/fysieke voorbereiding Huisvesting Eduwiek Hoogeveen;
 Voorbereidingsoverleg nieuwbouw Assen met de gemeente;
 Realisatie nieuwbouw Emmen;
 Verhuizing onderwijslesgroep van Rolde naar Hoogeveen;
 Uitvoeren meerjarenonderhoud aan de hand van het opgestelde meerjarenonderhoudsbeleidsplan;
 Instandhouding gebouwen in samenwerking met het bedrijfsbureau.
Monitoring en bijstelling
 MT RENN4 Drenthe;
 Overleg intern begeleiders in het kader van implementatietrajecten;
 Gedragsdeskundigenoverleg in het kader van leerlingenzorg;
 Overleg CvB Groot en Klein in het kader van de evaluatie van
ontwikkelperspectiefplannen leerlingen;
 CvB breed afstemmingsoverleg in het kader van evalueren van de Landelijke
Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs (LKSO).
 Oplis-overleg/evaluatie aan de hand van leerkrachtencompetenties;
 Klassenobservaties en consultaties door IB’er/GD’er en teamleider aan de hand van
kijkwijzer (kijkwijzer vakgericht taalonderwijs).
 Evaluatie instroom- en uitstroomgegevens/opbrengsten/vanuit Dotcomschool, MLS en
CITO;
 Verbeterplan leerlingenzorg naar aanleiding van de interne audit volgens borgingsactiviteitenkalender;
 Uitvoer verbeterplan Landelijke Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs (LKSO).
8.5.2 Het huidige jaar 2014 - 2015
Het schoolplan 2011-2015 geeft de richtpunten voor het komende schooljaar.
Kwaliteit van het onderwijs
 Vervolg uitvoering projectplan positief leerklimaat: Positief opgroeien in samenwerking
met Yorneo (zie verder: projectplan);
 Vervolg invoering Fasegericht werken (ontwikkelingsperspectief arbeid/werk in
samenwerking met Edunova);
 Visievorming en schrijven beleid in het kader van de rookvrije school voor minimaal één
locatie;
 Visievorming en schrijven van beleid voor omgang met social multimedia door leerlingen;
 Onderzoek invoering gelijke schooltijdenmodel/aanpassing schooltijden nieuwe wettelijke
kaders.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
38/57
Personeel
 Themalunches in verband met kennisvergaring;
 Studiedag aan de hand van Kennis op zijn plaats voor geheel Drenthe;
 Opleiden orthopedagoog generalist Hoogeveen/vervolg opleiden GZ-psycholoog Emmen;
 Individuele scholingen personeelsleden in verband met loopbaanontwikkeling;
 Scholing personeel aangaande positief opgroei- en leerklimaat;
 Scholing personeel aangaande uitstroomprofiel Arbeid.
Facilitair/huisvesting/ICT
 Vervolg inhoudelijke/fysieke voorbereiding Huisvesting Eduwiek Hoogeveen;
 Vormgeving inhoudelijk en ruimtelijk programma van eisen nieuwbouw Assen;
 Implementatie visie op ICT-onderwijs en uitbreiden computers in de klas.
Monitoring en bijstelling
 Kwaliteitsteambijeenkomsten met betrekking tot opbrengsten en evaluaties;
 Klassenobservaties en consultaties door IB’er/GD’er en teamleider;
 Uitvoer verbeterplan Landelijke Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs (LKSO);
 Cyclisch werken volgens borgingskalender waarbij aandacht is voor implementatie,
evaluatie en borging.
8.6
Onderwijsinspectie
De Onderwijsinspectie heeft tot taak om toezicht te houden op het onderwijs. Per 1 september
2002 is de nieuwe Wet op het onderwijstoezicht (WOT) ingegaan. Binnen het inspectietoezicht
staat de vraag centraal: “Hoe is de kwaliteit van de school?”.
Van de bevindingen wordt een rapport gemaakt. Dit rapport maakt de inspectie openbaar op
haar website www.onderwijsinspectie.nl.
RENN4 maakt de inspectierapporten ook zelf openbaar door publicatie op de website. Als u op de
startpagina (www.renn4.nl) bij de keuzemogelijkheid Scholen de school kiest waarin u
geïnteresseerd bent, kunt u daar het laatste inspectierapport inzien.
De Atlas valt onder de Inspectie van het Onderwijs kantoor Zwolle, Postbus 10048, 8000 GA
Zwolle. Voor vragen over het onderwijs in het algemeen of de Inspectie in het bijzonder kunt u
bellen met telefoonnummer 088-669 60 60 of mailen naar [email protected]. Informatie over de
Onderwijsinspectie vindt u op www.onderwijsinspectie.nl
Vertrouwensinspectie
Binnen de Inspectie van het Onderwijs heeft een klein team van inspecteurs naast hun
toezichthoudende taak een bijzondere taak: zij zijn vertrouwensinspecteur (VI). De
vertrouwensinspectie is telefonisch bereikbaar op 0900-1113111. U kunt contact opnemen met
de vertrouwensinspectie als er sprake is van fysiek geweld, pesten, discriminatie of seksueel
grensoverschrijdend gedrag. Meer informatie vindt u op:
http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Vertrouwensinspecteurs
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
39/57
9
Ouders
9.1
Samenwerken met ouders
Als uw kind bij ons aangemeld wordt, betekent het dat er problemen zijn met betrekking tot het
gedrag van uw kind. Deze problemen kunnen zich op school, thuis en in de vrije tijd voordoen.
Samenwerking met u en andere instanties vinden wij daarom van groot belang.
Als ouder bent u verantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind. Aan het onderwijs voor uw
kind kunt u een belangrijke bijdrage leveren als ervaringsdeskundige. Immers, u bent degene die
uw kind vanuit de thuissituatie het beste en het langste kent. De leerkracht kan van u dan ook
belangrijke informatie krijgen over het functioneren en de behoeften van uw kind. Bovendien
hebt u wellicht al ervaring met verschillende vormen van aanpak en de effecten daarvan. Wij
spreken van educatief partnerschap. Samen wordt de verantwoordelijkheid gedragen voor het
onderwijs. Dit wordt ondersteund door het ondertekenen van het document gezamenlijke
verantwoordelijkheid en het agressiedocument.
Leerkrachten kijken vanuit hun eigen specifieke deskundigheid naar uw kind. U mag van hen
verwachten dat zij u regelmatig en objectief informeren over het functioneren van uw kind op
school, dat zij actief luisteren naar u en dat zij betrokken zijn bij het welzijn van uw kind.
U en de leerkracht zijn gelijkwaardige gesprekspartners bij de samenwerking voor uw kind. Dat
betekent dat u beiden elkaars deskundigheid en mening respecteert. Het opbouwen van een
vertrouwensband is belangrijk voor een goede samenwerking.
De school heeft echter ook een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de ondersteuning
van uw kind. Deze ontstaat wanneer uw kind naar de mening van de school wordt bedreigd in
zijn of haar ontwikkeling en niet de hulp krijgt die het nodig heeft. In overleg met u zullen dan
externe hulpverleningsinstanties ingeschakeld kunnen worden of de school zal zelf contact
opnemen met de aangewezen hulpverlenende instanties.
Samen bereiken we meer.
U als ouder en wij als school hebben immers dezelfde opdracht: uw kind voorbereiden op en
begeleiden naar de volwassenheid.
9.2
Het belang van de betrokkenheid
Om het doel, dat we ons samen met u gesteld hebben, zo goed en snel mogelijk te bereiken,
vinden wij het van groot belang dat school en ouders de verantwoordelijkheid voor de
begeleiding delen. We verwachten van ouders een constructieve opstelling. Dat houdt ook in dat
we ouders voor OPP-besprekingen op school verwachten, dat de leerkrachten welkom zijn op een
eventueel huisbezoek maar ook dat u bij ziekte of ander verzuim tijdig (tussen 8.00 en 8.30 uur
‘s morgens) contact met ons opneemt.
Wij nemen contact met u op als dat nodig is (bijvoorbeeld bij onverwachte gebeurtenissen of
ontwikkelingen). Wij moeten hiervoor kunnen beschikken over de juiste gegevens zoals uw
adres, telefoonnummer en e-mailadres. Het is uw taak de gegevens en eventuele wijzigingen
door te geven aan de leerkracht en de administratie. De ouders van nieuwe leerlingen vragen wij
een formulier in te vullen met vragen over onder andere het sofinummer van de leerling,
adresgegevens van de ouders en adresgegevens van iemand die in geval van nood, als u niet
bereikbaar bent, benaderd kan worden.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
40/57
9.3
Informatievoorziening
9.3.1 Schoolgids
Aan het begin van het schooljaar is voor iedereen de schoolgids beschikbaar via de website van
RENN4: www.renn4.nl Onder de knop Scholen kunt u de schoolgids van de betreffende school
aanklikken. In principe geven we geen “papieren” schoolgids meer uit. U kunt aangeven dat u
toch een papieren schoolgids wilt ontvangen; wij zullen daar dan voor zorgen.
9.3.2 Nieuwsbrief
Gedurende het schooljaar verschijnt enkele malen een nieuwsbrief voor ouders met nieuws en
wetenswaardigheden van de school of een groep.
9.3.3 Websites
Op de website van RENN4 www.renn4.nl, vindt u onder andere de algemene informatie over
RENN4 en haar scholen. U kunt daarbij denken aan contactgegevens, de schoolgids en de
vakantieregeling.
9.3.4 Oudercontacten en ouderparticipatie
De school kent verschillende momenten waarop u als ouder in de gelegenheid wordt gesteld over
uw kind te praten of om meer van de werkwijze van de school te weten te komen.
Als ouders gescheiden zijn, gaat de informatie van school doorgaans naar het woonadres van het
kind, tenzij anders is afgesproken.
Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de ouder bij wie het kind woont, zorgdraagt voor het
verstrekken van de nodige informatie van de school aan de andere, niet verzorgende of
gedeeltelijk verzorgende ouder. Mocht dit problemen geven, dan kan de niet verzorgende of
gedeeltelijk verzorgende ouder zelf contact opnemen met ons voor de desbetreffende informatie.
De Atlas hecht veel waarde aan het contact met u en aan uw betrokkenheid bij het onderwijs.
We organiseren de volgende contactmogelijkheden.
9.3.5.1
Bespreking Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
9.3.5.2
Rapportbespreking
9.3.5.3
Ouderavond
Aan het einde van het schooljaar worden de OPP’s geëvalueerd. U krijgt het OPP van tevoren
opgestuurd. Tijdens de bespreking wordt het plan dan geëvalueerd en tegelijk worden de doelen
voor het nieuwe schooljaar besproken en vastgesteld. Het nieuwe OPP wordt dan ondertekend.
De leerlingen krijgen twee maal per jaar een rapport mee. Het eerste rapport, in januari/februari
wordt met de ouders besproken.
De informatieavonden voor ouders vinden twee keer per jaar plaats. Tijdens deze avonden zullen
de netwerkpartners zich presenteren op een informatiemarkt. Op deze manier is het mogelijk om
laagdrempelig vragen te stellen aan onder andere de jeugdagent, de leerplichtambtenaar en de
schoolarts.
Tevens worden er op deze avonden voortgangsgesprekken gevoerd rondom de leerling;
ontwikkelingsperspectiefplannen worden op deze avonden met de ouders en leerlingen
geëvalueerd en ondertekend.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
41/57
9.3.5.4
Huisbezoek
9.3.5.5
Telefonisch contact
De schoolmaatschappelijk werker of de mentor kan op huisbezoek komen. Een huisbezoek kan
wenselijk zijn in verschillende gevallen: kennismaking, bespreking van problemen, ondersteuning,
et cetera. Van tevoren wordt er contact met u opgenomen om een afspraak te maken.
Veel ouders maar ook leerkrachten stellen telefonisch contact op prijs. Het regelmatig
terugkoppelen hoe de zaken er voor staan is wenselijk, opdat de thuis- en schoolsituatie goed op
elkaar is afgestemd.
Tijdens lesuren is het voor de leerkrachten moeilijk u te woord te staan. U kunt daarom beter
voor of na schooltijd telefonisch contact opnemen met de leerkracht of een afspraak maken.
9.4
Medezeggenschapsraad
Ouders hebben het recht mee te praten op school via de medezeggenschapsraad (MR). De MR
behartigt de belangen van leerlingen, personeel, ouders en school. De MR houdt zich vooral
bezig met het toetsen van beleidsmatige zaken van de school en het schoolbestuur. De leden van
de MR worden steeds voor een periode van drie jaar gekozen. Als er nieuwe leden gekozen
moeten worden, krijgen ouders daarvan bericht.
Ook levert de MR een lid voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van
RENN4.
De Medezeggenschapsraad bestaat uit twee geledingen vanuit RENN4 De Atlas.
Vertegenwoordigers namens het personeel:
Mevrouw N. Fiagora
locatie Emmen
Mevrouw L. Eikenaar
locatie Hoogeveen
De heer J. Hiemstra
locatie Assen
Mevrouw M. Reinink, voorzitter
locatie Assen
Vertegenwoordigers namens de ouders:
De heer L. Kruize
locatie VSO Hoogeveen
De heer M Leeuweris
locatie VSO Emmen
De MR overlegt met de directie over zaken als:
- besteding van gelden
- personeelsaangelegenheden
- ARBO-beleid voor zowel personeel als kinderen, bijvoorbeeld de veiligheid op school
De MR vergadert ongeveer zeven keer per jaar. De directie bespreekt met de MR het
voorgenomen beleid. De MR kent wettelijk twee vormen van inspraak: instemmingsrecht en
adviesrecht. Elke geleding heeft instemmingsrecht over die zaken die voor haar van wezenlijk
belang zijn. Zo moeten ouders en personeel beide instemmen met het schoolplan en het
activiteitenplan.
Als u meer wilt weten over de MR, dan kunt u contact opnemen met de school via
telefoonnummer 0592-340497.
9.5
Leerlingenraad
In het voorjaar van 2013 zijn op de vestigingen Assen, Emmen en Hoogeveen
leerlingadviesraden (LAR) geïnstalleerd. De school wil door deze LAR de band met de leerling
versterken. De LAR komt één keer per maand bijeen en vergadert dan met de teamleider van de
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
42/57
locatie. Thema’s kunnen zijn: gebruik van mobiele telefoons, veiligheid, pedagogisch klimaat
(sfeer op school) maar ook het onderhoud van de gebouwen of inrichting van het schoolplein
9.6 De Communitygroep
De Communitygroep bestaande uit ouders, medewerkers van de school en de voorzitter van de
LAR heeft een voortrekkersrol en een voorbeeldfunctie als het gaat om het laten zien van positief
gedrag. Positief gedrag zet aan tot positieve acties en dit leidt tot een positief gevoel en werk- en
leeromgeving voor alle jongeren, ouders en personeelsleden in en om de school.
Daarnaast zorgt de Communitygroep ervoor dat:
- de ouders en de buurtgemeenschap bij evenementen en activiteiten in het kader van het
positief pedagogisch klimaat worden betrokken;
- er evenementen en activiteiten in het kader van het positief pedagogisch klimaat worden
georganiseerd;
- er complimentjes worden gegeven aan leerlingen, leerkrachten en
onderwijsondersteunend personeel om positief gedrag te bekrachtigen;
- de leerkrachten bij de uitvoering van het lesaanbod worden ondersteund met passend
materiaal;
- toezicht op een positief pedagogisch klimaat in en om de school.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
43/57
10 Geldzaken
10.1 Verzekering
Ieder jaar wordt voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Een
scholenongevallenverzekering dekt een deel van de kosten die niet door de gewone
ziektekostenverzekering wordt gedekt, bijvoorbeeld eigen risico. U moet zelf een
aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
10.2 Vrijwillige Ouderbijdrage
De ouderbijdrage wordt per schooljaar, in overleg met de Medezeggenschapsraad, vastgesteld.
Voor leerlingen die slechts een deel van het jaar de school bezoeken, wordt een bijdrage naar
evenredigheid gevraagd. De bijdrage is vrijwillig, maar wij rekenen op uw bereidwilligheid om bij
te dragen. Pas dan kunnen we een aantal voorzieningen voor de leerlingen in stand houden.
De ouderbijdrage voor niet onderwijsgebonden activiteiten waarvoor de school geen vergoeding
ontvangt (uitstapjes en vieringen) is voor het komend schooljaar vastgesteld op € 50,00.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
44/57
11 Regelzaken en verplichtingen
11.1 Schorsing
In de praktijk kan het in voorkomende gevallen nodig zijn dat een leerling tijdelijk niet op school
aanwezig is. De provinciedirecteur van de school is bevoegd tot het schorsen van leerlingen; hij
kan de teamleider mandateren om namens hem een schorsing uit te spreken. Het schorsen van
leerlingen is gebonden aan regels en procedures die zorgvuldig moeten worden gevolgd. Het
gaat daarbij om het volgende:



de schorsing van de leerling wordt telefonisch aan ouders meegedeeld en daarna
schriftelijk bevestigd.
bij zowel de telefonische mededeling als de schriftelijke bevestiging, is het van belang
aan te geven waarom de leerling wordt geschorst en voor hoelang (maximaal vijf dagen).
de provinciedirecteur kan het noodzakelijk vinden dat, voordat de leerling terug komt op
school, eerst een gesprek met de leerling en zijn ouders plaatsvindt. Dit wordt in het
telefonisch contact en in de brief aangekondigd.
Gedurende de periode van schorsing houdt de school een inspanningsverplichting naar de
leerling. Dit betekent dat gezorgd moet worden voor huiswerk en dat een afspraak gemaakt
wordt over het nakijken ervan. De schorsingsbrief bevat ook informatie over de
bezwaarmogelijkheid. Ouders kunnen bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar aantekenen
tegen de beslissing van de provinciedirecteur van de school. Het indienen van een bezwaar heeft
geen opschortende werking. De schorsingsbrief gaat in afschrift naar het College van Bestuur van
RENN4, de leerplichtambtenaar en de toezichthoudend inspecteur (bij schorsing voor meer dan
één dag).
11.2 Verwijdering
In uitzonderlijke gevallen kan besloten worden tot verwijdering van de leerling. Dit is het geval
als het gedrag van de leerling een veiligheidsrisico vormt voor de andere leerlingen en/of de
medewerkers van de school. Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet
1969 van toepassing is, vindt niet eerder plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft
zorggedragen dat een school voor voortgezet speciaal onderwijs, dan wel een instelling voor
educatie en beroepsonderwijs bereid is de leerling toe te laten.
Van een verwijdering krijgt u schriftelijk bericht. In de brief wordt tevens gewezen op de
bezwaarmogelijkheden die u hebt. Het bevoegd gezag deelt een verwijdering voorafgaand aan
een verwijdering aan ouders mee.
Binnen zes weken na de mededeling van verwijdering kunt u bij het bevoegd gezag schriftelijk
uw bezwaren kenbaar maken. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van de
bezwaren.
De bevoegdheid tot het verwijderen van leerlingen is niet overgedragen aan de
provinciedirecteur van de school. Verwijdering van leerlingen kan alleen plaatsvinden door het
College van Bestuur.
Net als bij schorsing houdt de school gedurende de periode van acht weken een
inspanningsverplichting naar de leerling. In beginsel is de leerling gedurende deze acht weken
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
45/57
gewoon op school. Indien de aanwezigheid van de leerling leidt tot een ernstig onveilige situatie
voor medeleerlingen of teamleden kan de leerling gedurende de periode van acht weken de
toegang tot de school worden ontzegd. Hiertoe moet het bevoegd gezag een apart besluit
nemen. De inspanningsverplichting blijft ook dan bestaan (huiswerk, afspraken over uitleg en
nakijken).
11.3 Lesuitval
Als een leerkracht ziek is, of om een andere reden niet aanwezig is, wordt er zo goed mogelijk
voor gezorgd dat de lessen (in aangepaste) vorm doorgaan. Het streven is ervoor te zorgen dat
de groep een vervanger heeft. Lukt dit niet, dan kan besloten worden om de leerlingen te
verdelen over andere groepen. Voor een aantal leerlingen, bijvoorbeeld die vanuit hun
problematiek sterk gehecht zijn aan een vaste leerkracht, maar ook voor de vervangende
leerkracht, is het soms een moeilijke situatie. Begrip voor beiden is dan ook op zijn plaats.
Als er geen vervanging of alternatief voorhanden is, kan als uiterste maatregel besloten worden
om leerlingen thuis te laten blijven. In verband met vervoer maken wij dit waar mogelijk een dag
van te voren bij u bekend.
Wanneer een ouder niet wordt bereikt, wordt de boodschap ingesproken. Wanneer dit niet
mogelijk is, wordt de leerling de volgende ochtend opgevangen en wordt er opnieuw geprobeerd
contact te krijgen met u.
11.4
Leerplicht en verlofregeling
11.4.1 Leerplicht
In Nederland kan elk kind naar school. Het belang van onderwijs voor het kind zelf en de
samenleving is zo groot dat hiervoor de leerplicht is ingesteld. Iedereen is vanaf de leeftijd van
vijf jaar tot en met het schooljaar waarin hij of zij zestien jaar wordt geheel leerplichtig (zie ook
de website: www.rijksoverheid.nl/leerplicht).
11.4.2 Verlof
Verlof buiten de officiële schoolvakanties kan, eventueel, verleend worden in verband met de
specifieke aard van het beroep van één van de ouders van het kind. Dit verlof mag één keer per
jaar voor maximaal tien schooldagen worden gegeven. Dit moet schriftelijk worden aangevraagd
bij de provinciedirecteur. Dit verlof mag niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar
vallen.
Soms kan er verlof noodzakelijk zijn op grond van, zoals de leerplichtwet het noemt, “gewichtige
omstandigheden”. Bij minder dan tien schooldagen kan de provinciedirecteur dit verlof verlenen.
Indien er voor meer dan tien dagen verlof wordt aangevraagd, is er toestemming van de
leerplichtambtenaar nodig.
Voorbeelden van gewichtige omstandigheden:
- Het voldoen aan wettelijke verplichtingen wanneer dit niet buiten lesuren kan
geschieden;
- Verhuizing;
- Huwelijk, ziekte, overlijden en jubileum van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde
graad.
- Bevalling van moeder of verzorgster;
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
46/57
-
Indien de werkgever de werknemer verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te
nemen. Er dient dan een werkgeversverklaring te worden overlegd.
Per situatie zal door de provinciedirecteur van de school (tot en met de eerste tien dagen verlof)
of door de leerplichtambtenaar (wanneer het gaat om meer dan tien dagen verlof) bekeken
worden of het verlof wordt toegewezen.
11.4.3 Afwezigheid
Afwezigheid van een leerling moet voor de start van de lessen worden gemeld. De afwezigheid
wordt vervolgens geregistreerd.
Bezoeken aan arts, tandarts of specialist dienen zo veel mogelijk buiten de lesuren plaats te
vinden. Indien dit niet mogelijk is, worden deze bezoeken op school gemeld.
Vergeet u niet, in geval van taxivervoer, de afwezigheid ook tijdig te melden bij het taxibedrijf.
11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim
Ongeoorloofd schoolverzuim kan leiden tot een geldboete. De provinciedirecteur heeft de
wettelijke verplichting dit verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente
van de leerling.
Indien kinderen, door omstandigheden, buiten de schoolvakanties afwezig moeten zijn, dan dient
u dit, in verband met wettelijke bepaling, vooraf schriftelijk bij de school aan te vragen. Slechts in
zeer uitzonderlijke gevallen kan hiervoor toestemming gegeven worden. De aanwijzingen van de
leerplichtwet worden gevolgd.
Indien u vergeet het schoolverzuim te melden, of als wij vermoeden dat het schoolverzuim niet
geoorloofd is, zullen wij contact met u opnemen om een en ander te bespreken.
11.4.5 Slechtweerprotocol
In de wintermaanden kan het voorkomen dat het erg slecht weer is. Voor leerlingen die met de
taxi naar school komen, kan dit betekenen dat ze niet naar school kunnen komen omdat de
taxibedrijven niet rijden. Leerlingen die dicht genoeg bij school wonen om veilig naar school te
komen, worden op deze dagen gewoon op school verwacht.
Als vanwege naderend slecht weer het openbaar vervoer besluit om vanaf een bepaald tijdstip
niet langer te rijden, kan de school besluiten de leerlingen eerder naar huis te sturen. Er wordt
dan wel eerst nagevraagd of er thuis iemand aanwezig is.
11.4.6 Ontheffingen
Voor de leerlingen die ten gevolge van de problematiek of in verband met het behandelaanbod
niet de vereiste onderwijstijd halen, wordt in overleg met de ouders bij de Inspectie ontheffing
voor een deel van de onderwijstijd aangevraagd.
11.5 Dossiers
Afspraken over het omgaan met dossiers zijn wettelijk vastgelegd. Van alle leerlingen bestaat
een dossier. Tot het dossier rekenen we alles wat over een leerling schriftelijk wordt vastgelegd.
Gemaakt werk, zoals schriften, rekenen we niet tot het dossier. Aan dossiers stellen we de
volgende eisen:
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
47/57









Onderzoeken en testen ouder dan twee jaar worden niet meer gebruikt voor de beeldvorming
van de leerling;
Als een leerling van school gaat, wordt het dossier nog vijf jaar bewaard;
Na vijf jaar wordt het dossier vernietigd;
Ouders hebben inzagerecht in het dossier van hun kind;
Jongeren tot 16 jaar mogen, met toestemming van hun ouders, zelf hun dossier inzien;
Jongeren vanaf 16 jaar mogen zelfstandig hun dossier inzien;
Inzage gaat altijd in overleg met diegene die verantwoordelijk is voor de dossiers;
Dossiers worden bewaard op school en mogen niet worden meegenomen;
Verstrekking van informatie aan derden kan alleen met schriftelijke toestemming van de
ouders.
11.6 Klachtenregeling
Alle scholen van RENN4 hanteren dezelfde klachtenregeling. Op school kunt u de
klachtenregeling inzien of een exemplaar opvragen. U kunt de regeling ook downloaden van de
pagina Over RENN4 - klachtenregeling op www.renn4.nl.
Voor wie is de regeling bedoeld
De klachtenregeling is bedoeld voor (ex-)leerlingen, ouders/voogden/verzorgers van minderjarige
(ex-)leerlingen, (leden van) het personeel, stagiairs, (leden van) de directie, (leden van) het
bevoegd gezag, vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school/afdeling en personen
die anderszins deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Deze personen kunnen zowel klager
als aangeklaagde zijn.
Gaat het om een voorval dat met een gesprek is op te lossen?
Als er iets is voorgevallen, kunt u eerst proberen of dit met een gesprek is op te lossen:
 bespreek een voorval dat één of meerdere medeleerlingen betreft met de leerkracht;
 bespreek een voorval dat een leerkracht of andere medewerkers van de school betreft met de
provinciedirecteur;
 bespreek een voorval dat de directeur of een andere medewerker van RENN4 betreft, met het
College van Bestuur van RENN4.
Binnen tien werkdagen wordt een oplossing geboden. Bent u tevreden dan is daarmee het
voorval afgehandeld. Bent u niet tevreden, dan kunt u alsnog een officiële klacht indienen.
Een klacht indienen
U kunt een klacht indienen als het gaat om ongewenst gedrag in de breedste zin van het woord.
Het kan gaan om bijvoorbeeld seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie of geweld.
Meer informatie van de GGD over ongewenste omgangsvormen vindt u op de pagina Over
RENN4 onder klachtenregeling op www.renn4.nl.
Wilt u een klacht indienen, neem dan contact op met de contactpersoon van de school/afdeling.
De contactpersoon verwijst u door naar de vertrouwenspersoon. Mogelijk kan de
vertrouwenspersoon uw klacht via bemiddeling oplossen. Lukt dit niet, dien dan binnen tien
werkdagen een schriftelijke klacht in bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie. De
benodigde contactgegevens vindt u onderaan dit hoofdstuk en op de laatste pagina van de
klachtenregeling.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
48/57
Afhandeling van uw klacht door het bevoegd gezag
Hebt u een klacht ingediend bij het bevoegd gezag dan is de procedure als volgt:
1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt het bevoegd gezag de klager en
de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt.
2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt hoor en wederhoor.
3. Binnen vier weken na hoor en wederhoor neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt
dit mee aan de klager en aangeklaagde.
Afhandeling van uw klacht door de klachtencommissie
Hebt u een klacht ingediend bij de klachtencommissie dan is de procedure als volgt:
1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het
bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht
onderzoekt.
2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt een hoorzitting.
3. Binnen vier weken na de hoorzitting brengt de klachtencommissie een advies uit aan het
bevoegd gezag.
4. Binnen vier weken na ontvangst van het advies neemt het bevoegd gezag een besluit en
deelt dit mee aan de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie en de directie van
de school.
Contactgegevens
Contactpersoon van de school:
Mevrouw T. Frie
Postbus 17 9422 ZG Smilde
t. 0592-414508
[email protected]
De heer P. Reinders
Postbus 17 9422 ZG Smilde
t. 0592-414508
[email protected]
Vertrouwenspersoon voor leerlingen en ouders
GGD Drenthe
De heer G. Helder
Postbus 144 9400 AC Assen
t. 06-15874952/0592-306300
[email protected]
Landelijke klachtencommissie
Onderwijsgeschillen
Postbus 85191 3508 AD UTRECHT
t. 030-2809590
[email protected]
Bevoegd gezag/College van Bestuur RENN4
Drs. L. de Boom of J. Jonker MSc
Postbus 8091 9702 KB Groningen
t. 050-3098893
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
49/57
11.7 Veiligheid
Een veilig schoolklimaat vinden wij erg belangrijk. Wij geven met elkaar inhoud aan de “Veilige
School” door o.a.




Gedragsregels en afspraken;
Het ontruimingsplan;
Bijhouden van risico’s en ongelukken;
Inspectie van het plein, de lokalen en andere ruimtes.
Een aantal leden van het team is opgeleid tot bedrijfshulpverlener en volgt herhalingscursussen.
11.7.1 Agressieprotocol/Pestprotocol
Het komt voor dat we te maken hebben met agressie van leerlingen. Deze agressie kan gericht
zijn tegen zichzelf, tegen andere leerlingen of tegen leerkrachten.
Helaas komt het voor dat leerlingen met opzet spullen van school en/of anderen vernielen. Deze
schade wordt niet door de verzekering gedekt. Opzettelijk veroorzaakte schade moet door de
veroorzaker zelf worden vergoed. Gelet op de wetgeving ten aanzien van aansprakelijkheid, is
het gewenst dat u een aansprakelijkheidsverzekering afsluit.
Wanneer er sprake is van verbaal en/of fysiek agressief gedrag tegen medeleerlingen en/of
personeel van onze school, kan in het uiterste geval de politie worden ingeschakeld.
De school heeft een agressieprotocol waarin aangegeven is hoe er in bovenstaande situaties
wordt gehandeld. Ouders van nieuwe leerlingen worden bij de toelating gevraagd dit protocol te
ondertekenen.
De Atlas heeft behalve het agressieprotocol ook een pestprotocol. Dit is op aanvraag te
verkrijgen.
11.7.2 Vermoedens van kindermishandeling en seksueel misbruik
Op De Atlas zijn de teamleden geschoold in het signaleren van kindermishandeling en/of
seksueel misbruik. Bij vermoedens hiervan treedt ons protocol in werking. Dit protocol ligt ter
inzage bij de administratie van onze school.
11.8 Schoolregels
Algemene regels
 Meegebrachte spullen bewaar je in je tas of in je kluisje;
 Leerlingen in de onderbouw mogen op school niet roken;
 Jassen hangen aan de kapstok/petten bewaar je in je kluisje of vak;
 Gymspullen neem je mee naar huis om ze te laten wassen;
 Mobiele telefoons zijn gedurende de schooldag uit en zijn niet in zicht;
 Ruilen, weggeven en verkopen van spullen doen we op school niet;
 Je zorgt ervoor dat de omgeving netjes blijft en ruimt je eigen rommel op;
 We gaan zorgvuldig om met onze eigen en andermans spullen;
 We respecteren elkaar en zijn beleefd;
 Leerlingen spreken de docenten aan met meneer of mevrouw en achternaam.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
50/57
Afdelingsregels/klassenregels
Iedere afdeling kent zijn eigen specifieke afdelingsregels en klassenregels. Deze ontvangt u bij de
start van het schooljaar van de groepsleerkracht.
Gebruik pennen, geodriehoek
Alle leerlingen moeten bij de start van het schooljaar een etui met een pen, potlood, geodriehoek
en gum meenemen.
Binnen de school zijn rekenmachines en passers aanwezig.
Foto en video
Geregeld worden bij ons op school video-opnames of foto's gemaakt tijdens schoolactiviteiten.
Formeel horen ouders hier toestemming voor te geven. Hierbij verzoeken wij de ouders die
bezwaar hebben tegen dergelijke foto's en/of video-opnames om dit te melden bij de
schoolleiding. In voorkomende gevallen zullen dan van de desbetreffende leerling(en) geen
opnames worden gemaakt.
Wanneer er sprake is van een individueel begeleidingstraject van een leerling door de videointeractiebegeleider van de school, gaat dit altijd in overleg met ouders. Dit wordt vastgelegd in
het ontwikkelperspectiefplan.
11.9 Reizen van en naar school
U bent zelf verantwoordelijk voor het vervoer van uw kind naar school. In eerste instantie komt
uw kind in aanmerking voor openbaar vervoer, eventueel met uw begeleiding. In
uitzonderingsgevallen wordt hiervan afgeweken en wordt speciaal vervoer (per taxi) vergoed.
U kunt aangepast vervoer aanvragen op het gemeentehuis van uw woongemeente bij de afdeling
Leerlingenzaken.
U kunt in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van het vervoer als de
afstand van huis naar school meer dan 3 kilometer bedraagt. Hiervoor moet u bij uw eigen
woongemeente zijn.
Klachten over het vervoer kunt u doorgeven aan het taxibedrijf of aan de woongemeente.
Het openbaar vervoer en het vervoer in busjes en taxi’s levert regelmatig klachten op.
Wangedrag in busjes of taxi’s komt helaas regelmatig voor. Het valt voor onze leerlingen niet
altijd mee om samen in een busje te moeten reizen. Samenwerking tussen medewerkers van de
school, chauffeurs en ouders kan hen helpen om ‘goed reisgedrag’ te leren. Structuur bieden
door een vaste plaats in de taxi kan al helpen.
11.10 Onderwijsnummer
Door het ministerie worden scholen verplicht om van elke leerling door te geven wat zijn of haar
Burgerservicenummer is. Dit nummer vormt de basis voor het toe te kennen onderwijsnummer.
11.11 Sponsoring
Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met
betrekking tot sponsoring. De besturenorganisaties en VNG hebben een convenant ondertekend
dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
51/57
De belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn:
- Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige
doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke
en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn
met de goede smaak en fatsoen;
- Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de
onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen;
- Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs
beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die
de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn
van sponsormiddelen;
- De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd
gezag over sponsoring.
RENN4 onderschrijft de uitgangspunten van het convenant.
De Atlas maakt incidenteel gebruik van sponsoring.
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
52/57
12 Schooltijden en vakanties
12.1 Lestijden
Lomanlaan Hoogeveen
Maandag
08.30-12.00
Dinsdag
08.30-12.00
Woensdag
08.30-12.00
Donderdag
08.30-12.00
Vrijdag
08.30-12.00
12.20-14.30
12.20-14.30
12.20-14.30
12.20-14.30
Voltastraat Hoogeveen
Maandag
08.45-12.15
Dinsdag
08.45-12.15
Woensdag
08.45-12.15
Donderdag
08.45-12.15
Vrijdag
08.45-12.15
Assen
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
middagpauze
8.30-14.30 uur
8.30-14.30 uur
8.30-12.00 uur
8.30-14.30 uur
8.30-14.30 uur
12.15-12.30 uur
Emmen
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
middagpauze
8.30-14.45 uur
8.30-14.45 uur
8.30-12.30 uur
8.30-14.45 uur
8.30-14.45 uur
12.25-12.55 uur
12.35-14.45
12.35-14.45
12.35-14.45
12.35-14.45
Studiedagen en margedagen schooljaar 2014-2015:
Margedagen locaties:
Over de margedagen ten behoeve van ontwikkeling en scholing van personeel en organisatie van
de diverse locaties wordt u middels een nieuwsbrief tijdig geïnformeerd. Onderstaand is
weergegeven welke margedagen reeds vast gesteld zijn. Houdt u er rekening mee dat er nog
een aantal margedagen ingepland kunnen worden!
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
53/57
Reeds vastgestelde margedagen zijn:
Hoogeveen:
17-09-2014
01-10-2014
26-11-2014
17-12-2014
Alle locaties:
Vrijdag 19 december 2014:
Vrijdag 3 juli 2015:
Vrijdag 19 juni 2015:
Emmen:
27-08-2014
10-12-2014
11-12-2014
17-06-2015
18-06-2015
Assen:
10-12-2014
17-06-2015
leerlingen om 12.00 uur vrij
leerlingen om 12.00 uur vrij
studie-/personeelsdag RENN4 Drenthe
12.2 Vakanties
Soort vakantie
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Voorjaarsvakantie
Meivakantie
Zomervakantie
Pasen
Hemelvaartsdag
Pinksteren
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
Vakantieperiode
11 oktober t/m 19 oktober 2014
20 december 2014 t/m 4 januari 2015
21 februari t/m 1 maart 2015
2 mei t/m 10 mei 2015
4 juli t/m 16 augustus 2015
3 t/m 6 april 2015
14 en 15 mei 2015
25 mei 2015
54/57
13 Contact
RENN4 De Atlas
Postadres:
Postbus 30017 9400 RA Assen
t. 0592-414508
Centraal Secretariaat:
Mevrouw C. Lammers
Postbus 30017 9400 RA Assen
t. 0592-414508
Directeur
Mevrouw I. Cornelissen
Elzenlaan 10 9422 ES Smilde
t. 0592-414508
Teamleider Assen:
De heer J. de Goede
Vivaldilaan 46 9402 VE Assen
Postadres: Postbus 30017, 9400 RA Assen
t. 0592-340497
Teamleider Emmen:
De heer R. Knegt
Ullevi 26 7825 SE Emmen
Postbus 30017 9400 RA Assen
t. 0591-629998, f. 0591-623898
Teamleider Hoogeveen:
Mevrouw S. van der Meulen
Lomanlaan 123 7906 HW Hoogeveen
Postbus 30017, 9400 RA Assen
t. 0528-260370
Voltastraat 4c en 4d 7903 AB Hoogeveen
Postbus 30017 9400 RA Assen
t. 0528-231577
GGD Vestiging Assen (hoofdvestiging)
Postbus 144, 9400 AC Assen
Bezoekadres: Overcingellaan 17 9401 LA Assen
t. 0592-306300 (werkdagen 8.00-12.30 uur en 13.00-17.00 uur)
f. 0592-314248
[email protected]
www.ggddrenthe.nl
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
55/57
CJG Midden-Drenthe
Nassaukade 4 BEILEN
t. 0593-524136
[email protected]
www.cjgmiddendrenthe.nl
CJG Borger-Odoorn
Noorderdiep 125 9521 BC Nieuw-Buinen
t. 0800-8505050
CJG Coevorden
Van Ewijcklaan 6 7741 VX Coevorden
t. 0800-8505050
CJG Emmen
Parallelweg 36 7822 GM Emmen
t. 0800-8505050
Halt
Team Noord Nederland
Postbus 8059 9702 KB Groningen
t. 050 3138165
[email protected]
VNN
Parallelweg 36 7822 GM Emmen
t. 0592-614660
Yorneo
Papenvoort 21 9447 TT Papenvoort
t. 0592-367987
[email protected]
Oudervereniging Balans
De Kwinkelier 40 3722 AR Bilthoven
t. 030-292204
www.balansdigitaal.nl
Informatieplatform voor ouders
www.50tien.nl
t. 0800-5010 (gratis)
Bereikbaar tussen 10.00 – 15.00 uur
Nederlandse Vereniging voor Autisme
www.autisme-nva.nl
Landelijke oudervereniging De Knoop
www.deknoop.org
Onderwijsgeschillen/klachtencommissie
Postbus 85191 3508 AD Utrecht
t. 030-2809590
www.onderwijsgeschillen.nl
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
56/57
[email protected]
Vertrouwensinspecteur
Meldpunt vertrouwensinspecteurs: t. 0900-1113111 (lokaal tarief).
Onderwijsinspectie
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl
Voor vragen over onderwijs: t. 0800-8051 (gratis)
College van Bestuur RENN4
De heer drs. L. de Boom, voorzitter
De heer J. Jonker MSc, lid
Postbus 8091 9702 KB Groningen
t. 050-3098888
Schoolgids De Atlas 2014 - 2015
57/57