Daguitstap Luik de vurige stede zaterdag 26 april 2014 tekst en foto's: Raf Fiems Station Guillemins Architect Santiago CALATRAVA Een meesterwerk (2009) van glas en beton van de hand van een van de grootste vertegenwoordigers van de moderne architectuur (o.m. in Valencia, Spanje). Musée Grand Curtius Genoemd naar de beroemde Luikse munitieleverancier Jean de Corte, bijgenaamd Curtius (1551-1627). Is een van de merkwaardigste gebouwen in Maaslandse renaissancestijl (1600-'10). Dit museumcomplex verenigt collecties van religieuze kunst en Maaslandse kunst, wapens, sierkunsten, glaswerk en archeologie. Het bestaat uit verschillende gebouwen uit verschillende periodes en in andere stijlen. (open tot 18 uur) De tuinen zijn vrij toegankelijk. Kapittelkerk Saint-Barthélemy Deze kapittelkerk is een gebouw in kolenzandsteen uit de 11de en herbouwd in de 12de eeuw in de Maaslandse Romaanse stijl, behalve dan het neoklassieke portaal. De beide torens werden in 1875 praktisch geheel herbouwd. Aan de gevel: een gepolychomeerd, 16de-eeuws Christusbeeld. Het interieur werd in de 18de eeuw in barokstijl heringericht. De buitenkant werd recent in de originele stijl gerestaureerd. Binnen: doopvont, een meesterwerk van de Romaanse edelsmeedkunst van begin 12de eeuw (van Renier van Hoei). De koperen kuip, die rust op vier stenen steunen, wordt a.h.w. geschraagd door tien (origineel twaalf) ossen. De kuip zelf vertoont vier doopseltaferelen, het voornaamste: het doopsel van Jezus. Door de grote kwaliteit van hun reliëfs en hun uitvoering worden ze beschouwd als een van de "Zeven Wonderen van België". (open 10-12 en 14-17 uur) Op het plein: 'Les Principautaires' , beeld van Mady Adrien (1992). Symboliseert de staalindustrie en de strijd van het volk tegen de prinsbisschoppen. Montagne de Bueren De trappenstraat (374 treden). U kunt er klimmen naar de Citadel. Dit is een kunstwerk kenmerkend voor de 19de eeuw toen doorgangen een directe toegang van de kazerne naar het stadscentrum mogelijk maakten. Deze trappen herinneren door hun naam aan de mislukte aanval van de zeshonderd inwoners van het naburige dorp Franchimont tijdens de avond van 29 oktober 1468 tegen de legers van Karel de Stoute en van Lodewijk XI. Een van hun leiders, Vincent de Bueren, gaf zijn naam aan deze plaats. De 600 Franchimontezen werden herkend aan hun Luiks accent. Ze sneuvelden tot de allerlaatste en op 30 oktober 1468 werd Luik op een schrikwekkende manier verwoest. Place du Marché Deze Place du Marché was de grote markt van de stad van bij haar ontstaan (8ste eeuw) tot in de 19de eeuw. Het plein was echt het Luikse "forum", het centrum van het politieke en economische leven van de stad. Als centrale plaats voor handel en burgerlijke vrijheden vormde het de scène voor grote lokale evenementen. De meeste huizen dateren van eind 17de en 18de eeuw. Veel van deze huizen werden in WO II grotendeels verwoest door 'vliegende bommen'. De oude kerk Saint-André is herkenbaar aan haar koepel (1765-1772). Dit is de vroegere kerk van de Teutoonse Ridders die na de Revolutie dienst deed als graanmarkt. De kerk heeft een elegant voorportaal. Ook op het plein: de Fontaine de la Tradition met drie bronzen bas-reliëfs, die thans verdwenen oude markttypes voorstellen, en ook vroegere gebruiken. En: Le Pilori, een typisch Luiks café. Perron in het centrum van het marktplein Monument dat de vrijheden van het Luikse volk symboliseert. Dit is de grootste fontein van de stad: het Perron. Bovenaan de groep van de Drie Gratiën (Jean del Cour, Les trois Grâces, 1697) die een dennenappel met een kruis vasthouden. Na de verwoesting van Luik in 1468 door Karel de Stoute werd het monument naar Brugge meegenomen - ten teken dat het uit was met de Luikse onafhankelijkheid! - en in 1478 door zijn dochter Maria van Bourgondië teruggegeven en in triomf onthaald ! Tegenover het Perron staat het stadhuis, in 1714-'18 opgericht in de overgangsstijl Lodewijk XIII-Lodewijk XIV. Tamelijk sober gebouw, met een fronton en een pui. Het interieur omvat fraaie zalen, versierd met schilder- en beeldhouwwerken. Archéoforum: wat onder het plein schuilt Overblijfselen van meer dan 9000 jaar geschiedenis voeren de bezoeker terug naar de beginperiode van de stad via een ondergronds parcours. De ondergrond van het plein bevat overblijfselen die dateren van de vroegste nederzettingen in de stad: sporen uit de prehistorie, muren van een Gallo-Romeinse villa, resten van middeleeuwse gebouwen, met ondermeer overblijfselen van de romaanse en gotische kathedralen. Palais des Princes- Evêques (Place Saint-Lambert) Het Paleis van de prinsbisschoppen: een uitzonderlijk complex (koer, zuilengalerij, 1525 / hoofdgevel, 1734 / westelijke vleugel, 1849) nu ingenomen door het Justitiepaleis en de provinciale administratie. In het jaar 1000 vestigde prinsbisschop Notger op deze plaats de eerste verblijfplaats van de prinsbisschoppen. Het paleis werd meerdere malen in brand gestoken (1185, 1468 en 1505) én heropgebouwd. Het was prinsbisschop Everhard van der Marck die het in 1526 zijn huidige vorm gaf. In de 19de eeuw bouwt men de neogotische gevel op het Notgerplein. In het fronton boven de toegang zien we het wapenschild van prinsbisschop Georges-Louis de Berghes (1724-'43). Het paleis omvat twee binnenpleinen (1526) waarvan het eerste voor het publiek toegankelijk is. De hardstenen gevels rondom het binnenplein dragen het wapenschild van Van der Marck. Dit binnenplein is omringd met vier gaanderijen met gotische gewelven die steunen op 60 kolommen met bovenop kapitelen die rijkelijk zijn versierd met gefantaseerde, menselijke figuren en groteske maskers. Zij zijn allemaal verschillend en illustreren de stromingen van de humanistische gedachte in de renaissance en de ontdekking van de Nieuwe Wereld. De bronnen spreken elkaar tegen, maar misschien is het tweede, meer intieme en gezelliger binnenplein ook toegankelijk. Het was vroeger aan de prelaat voorbehouden. In het midden bevindt zich een fontein, omringd door een hek in Lodewijk XV-stijl Station Guillemins
© Copyright 2024 ExpyDoc