Binnenklasdifferentiatie d.m.v. elektronische leerpaden 1 Binnenklasdifferentiatie door zelfstandig leren De visie op en de organisatie van ons huidig onderwijssysteem houdt in dat een leerkracht op bijna elk ogenblik verantwoordelijk is voor het leerproces van een groep leerlingen. Puur individueel onderricht is over het algemeen voorbehouden voor een inhaal- of bijles. Het is dan ook geen evidente, maar wel dagelijkse, oefening om als leerkracht de geschikte werkvormen, lesdoelstellingen en tempi te kiezen waarbij zoveel mogelijk leerlingen in de klas baat hebben. Elke leerkracht ervaart de spanning tussen het niveau en haalbaar tempo van het peloton binnen een klasgroep en de nood die elke leerling heeft. Deze nood moet ons stimuleren om na te denken over didactische werkvormen waarbij binnenklasdifferentiatie mogelijk is. Het klassikaal onderricht ontneemt elke leerling bovendien een belangrijke verantwoordelijkheid nl. het zelf sturen van het eigen leerproces. Op die manier wordt de vaardigheid van het zelfregulerend leren niet gestimuleerd en zelfs afgeleerd. Bij een aantal leerlingen treffen we zelfs een soort verslaving aan de doceerstijl aan, zij vinden het juist comfortabel om sterk begeleid te worden en zelf geen beslissingen te moeten nemen. Er zijn dus redenen genoeg om de nodige aandacht te schenken aan het individueel of zelfstandig leren. Bij dit zelfstandig leren moet de leerling zich veel sterker engageren om medebegeleider van zijn/haar eigen leerproces te worden. De mate waarin dit gebeurt kan vari¨eren. De extreme posities aan beide zijden van het spectrum zijn hierbij: een door de leerkracht sterk gestuurd individueel leerproces en een volledig zelfregulerende vorm van zelfstudie. 1 In het geval van sterk gestuurde zelfstudie, wordt hetzelfde leertraject aan elke leerling aangeboden. Dit leertraject omvat een vastomlijnd studiepad, waarin stukken theorie, oefeningen, aanvullingen, testen in een bepaalde volgorde worden aangeboden. Klemtoon ligt hier op het feit dat de leerling: • de leerstof zelf kan verwerven en verwerken, • het tempo van de verwerking zelf kan bepalen. Bij het zelfgereguleerd leren biedt de leerkracht een variabel studiepad aan. De leerling beslist dan zelf in welke volgorde hij/zij de verscheidene leerstofonderdelen afwerkt, in welke mate hij/zij nood heeft aan extra inoefenmateriaal, wanneer hij/zij een (tussentijdse) evaluatie wil afleggen. Naast het zelfstandig verwerken van de leerstof en het bepalen van het leertempo, ligt de klemtoon ook nog op het feit dat de leerling: • zich kan ori¨enteren op een onderwerp, • zijn/haar eigen leerstijl kan ontdekken, • zichzelf kan evalueren, • zelf kan plannen, • zelf verantwoordelijkheid kan opnemen voor zijn/haar leerproces. Er zijn natuurlijk een heleboel varianten en tussenvormen van deze twee scenario’s. Zo kan de leerkracht bijvoorbeeld een vast leerpad uitstippelen maar de soort en/of het aantal oefeningen per leerling laten vari¨eren. De aard en de hoeveelheid van de oefeningen die een leerling moet maken, kan afhangen van het resultaat die ze behalen op de (niveau-)toetsen die een onderdeel vormen van het leerpad. Sommige leerlingen hebben immers meer oefeningen nodig om leerstof ‘vast te zetten’ dan andere. 2 Leerpaden in een elektronische leeromgeving Elektronische leerpaden kunnen een hulpmiddel zijn bij het realiseren van het ‘zelfstandig leren’. In dat geval wordt het volledige leertraject doorlopen a.h.v. materiaal die elektronisch aangeboden wordt. Indien het leerpad Gommaar Maes en Tania Van Damme Vakdidactiek Wiskunde | Universiteit Gent 2 ge¨ıntegreerd is in een elektronische leeromgeving is het bovendien mogelijk om de vooruitgang van elke leerling te volgen. Een leerpad is als didactische tool geschikt bij: • alternatieve presentatie van de leerstof, • aanbrengen van leerstof waar een grote differentiatie mogelijk of wenselijk is, • inoefenen van de leerstof, • remedi¨eringsoefeningen • uitbreidingsoefeningen, • afstandsleren (bv. topsporters), • ... 3 Voorbeeld van een elektronisch leerpad: statistiek in de tweede graad 3.1 Keuze leerstof We hebben er voor gekozen om het onderdeel statistiek in de tweede graad te verwerken in een elektronisch leerpad. Hiervoor zijn er een aantal redenen. • Aangezien statistiek een ondersteunende wetenschap is, is het aangewezen om binnen realistische contexten te werken. De leerplannen focussen niet op de abstracte theorie, maar op de toepassingsgerichtheid van dit onderdeel. Via een leerpad is het mogelijk een groot aantal verwijzingen naar diverse online bronnen op te nemen. • Hieraan gelinkt moet de leerlingen ook kritische zin t.o.v. gebruik van de statistiek in de media ontwikkelen. Dit is ge¨expliciteerd in eindterm 47. Ook hier is het raadplegen van een veelheid aan bronnen een troef. • Het ligt voor de hand om gebruik van ICT te integreren in de lessen statistiek. De leerlingen gebruiken hierbij informatie- en communicatietechnologie om zowel wiskundige informatie te verwerken, als berekeningen uit te voeren of wiskundige problemen te onderzoeken (eindterm 5). Gommaar Maes en Tania Van Damme Vakdidactiek Wiskunde | Universiteit Gent 3 3.2 Keuze tools 1. We hebben ervoor gekozen om met een leerplatformonafhankelijk authoring tool te werken nl. Xerte. Xerte is een tool die al vrij veel gebruikt wordt en bovendien nog steeds wordt bijgestuurd. Bovendien is het mogelijk om het leerpad als SCORM-pakket binnen te halen in een elektronisch leerplatform. 2. Voor de verwerking van de gegevens, het ordenen, grafisch voorstellen en samenvatten van de data hebben we geopteerd voor Geogebra, die een uitgebreide statistiekmodule heeft. Van leerlingen wordt dan ook verwacht dat zij vlot met dit pakket leren omgaan en die handelingen onder de knie krijgen die in het leerpad uitgewerkt zijn. 3. In het Xerte leerpad komen diverse soorten bestanden aan bod, zoals daar zijn: • tekstbestanden, • screencasts m.b.v. Camtasia Studio, • afbeeldingen, • filmpjes, • zelfgemaakte filmpje m.b.v. Moovly • geogebra-applets, • links naar websites, • interactieve oefeningen/werkbladen, • ... 4. Voor het elektronisch indienen van met open vragen stelt er zich een probleem. Deze kunnen niet automatisch door het leerpad ge¨evalueerd worden. Indien dit door de leerkracht gewenst wordt, kan dit opgevangen worden door vaste modules in het elektronisch leerplatform (bv. enquˆetes in Smartschool) of andere tools bv. invulformulieren via Google Docs. Deze systemen zijn echter gekoppeld aan ofwel het leerplatform of persoonlijke accounts en kunnen om die reden niet opgenomen worden in het (algemene) leerpad. Gommaar Maes en Tania Van Damme Vakdidactiek Wiskunde | Universiteit Gent 4 5. Voor een aantal oefeningen opteren we ook nog altijd voor het werken op een blad papier. Zo beperkt de oppervlakte van een scherm soms de optimale zichtbaarheid, zeker als er verscheidene vensters terzelfertijd open staan. Ook kunnen een aantal vaardigheden, zoals het zelf tekenen van grafieken, niet ingeoefend worden op een computer of tablet. 3.3 De rol van de leerkracht Dit pakket is in de eerste plaats bedoeld voor zelfstudie onder begeleiding. In deze didactische setting is de leerkracht de aanwezige, actieve begeleider van het leerproces van de leerlingen. Hij/zij geeft uitleg over de werking van het leerpad, ziet er op toe dat leerlingen het leerpad ernstig en op een aanvaardbaar tempo doorlopen en geeft extra uitleg daar waar nodig is. Het is ook perfect mogelijk dat de leerkracht een extra instructie geeft aan een aantal leerlingen die worstelen met een onderdeeltje van de leerstof. Het leerpad is zo opgezet dat er een logische lijn in de opeenvolging van de verschillende hoofdstukken en subhoofdstukken zit. Het biedt dus reeds gestructureerde inhouden aan en die zin kunnen we over een sterk gestuurd leerpad spreken. Niets houdt een leerkracht echter tegen om zijn/haar leerlingen vrij te laten om een andere, eigen volgorde te kiezen. Ook zijn er extra oefeningen die niet alle leerlingen moeten maken. Enerzijds gaat het om extra inoefenmateriaal, voor degenen die de leerstof iets moeilijker onder de knie krijgen, anderzijds zijn er ook uitbreidingen die buiten het leerplan vallen en die voor sommige leerlingen een extra uitdaging kunnen zijn. De differentiatie binnen de klasgroep gebeurt dus zowel door het leertempo, als ook voor een stukje door de differentiatie in aangeboden leerstof en eventueel zelfs door eigen keuze van volgorde. Daarnaast zal de leerkracht uiteindelijk ook de vooruitgang in het leerproces van elke leerling evalueren en gebeurt deze evaluatie niet of niet helemaal automatisch. 3.4 Evalueren In het leerpad zitten diverse soorten oefeningen, waarmee de leerlingen kan controleren of hij/zij de concepten, de berekeningen en de toepassingen beheerst. Omdat het hier een authoring tool betreft, zal de leerkracht niet automatisch op de hoogte gehouden worden van het beheersingsniveau van Gommaar Maes en Tania Van Damme Vakdidactiek Wiskunde | Universiteit Gent 5 elke leerling. Wij pleiten er dan ook voor om na elke van de vier eenheden een toets af te nemen. Er zijn diverse manieren waarop deze toetsen kunnen worden afgenomen: • op klassieke wijze op papier en m.b.v. de computer (Geogebra) • via online invulformulieren, geschikt voor open vragen (cfr. supra) • via Usolvit, waarbij een leerkacht wel kan monitoren, maar waar geen open vragen mogelijk zijn. In de drie gevallen betreft het hier tools buiten het elektronisch leerpad, al kunnen links wel opgenomen worden. 3.5 Neerslag van de leerinhoud: papier versus scherm Voor de evaluatiemomenten na elk onderdeel of na het ganse pakket, moet de leerling thuis de leerstof kunnen doorlopen, verder verwerken en instuderen. Als de leerling enkel beschikt over het digitale leerpad en geen schriftelijke neerslag heeft, loeren er een aantal gevaren om de hoek. Veel leerlingen kunnen immers, als ze thuis aan de computer zitten, niet weerstaan aan een aantal verleidingen die verbonden zijn met een internetconnectie zoals online-gamen (voor een aantal onder onze leerlingen een ware tijdsverslinder) en het ‘bezig-zijn’ met sociale media. Andere leerlingen zijn in die mate plichtsbewust dat ze het leerpad opnieuw volledig en minitieus willen doorlopen, inclusief filmpjes en screencasts, waardoor ze veel te veel tijd verliezen. Om die redenen denken we dat het aangewezen is dat leerlingen voor het studeren kunnen terugvallen op een papieren cursus. Een leerling ontvangt een hoofdstuk van de cursus van zodra hij/zij het stuk leerpad dat handelt over de leerstof van dat hoofdstuk heeft afgewerkt. Zo verzamelt elke leerling de volledige cursus, dat als basis kan dienen bij het instuderen van de leerstof. Als de leerling tijdens het studeren worstelt met een onderdeel kan hij/zij nog altijd terugvallen op het leerpad. 3.6 Mogelijke praktische hindernissen 1. Infrastructuur: elke leerling moet over een computer (of tablet) met internetverbinding kunnen beschikken. Gommaar Maes en Tania Van Damme Vakdidactiek Wiskunde | Universiteit Gent 6 2. Beperktheid van het Xerte-pakket: de gebruikte authoring tool is, ondanks de vele mogelijkheden, toch beperkt. Dit kan frustrerend werken voor een leerkracht die op zoek is naar een specifieke vorm van interactie. Zo is het bijvoorbeeld niet mogelijk om in ´e´en venster een grafiek te laten zien en er interactieve vragen bij te stellen. Ook zijn er limieten op de grootte van te laden filmpjes of andere bestanden. 3. Voorbereiding: het zelf maken van een nieuw leerpad is een zeer tijdrovende bezigheid. 4. Begeleiden van het leerproces: het begeleiden en opvolgen van alle leerlingen in een grote klasgroep of een klasgroep met minder sterke leerlingen is niet zo evident. Gommaar Maes en Tania Van Damme Vakdidactiek Wiskunde | Universiteit Gent 7
© Copyright 2024 ExpyDoc