Open Studiehuis n.a.v. Jacobus 3 : 1 t/m 12. De tong kan veel verkeerds doen. Jacobus waarschuwt daartegen. Misbruik van de tong kan grote negatieve consequenties hebben. Voor jezelf en voor anderen. Zoals een klein roer een groot schip alle kanten op kan sturen. Zoals een bit het paard kan sturen. Zoals een vlammetje een enorme ravage kan aanrichten. Met onze tong kunnen we het ene moment de Heer prijzen en loven, het andere moment de naaste vervloeken. Het ene moment de waarheid spreken en het andere moment op zijn minst de waarheid verdraaien. We kunnen met elkaar de volgende aspecten de revue laten passeren. 1. Wat is leugen? Mogelijk: niet de waarheid vertellen, de waarheid verdraaien, de waarheid achterhouden ( geen nodige informatie verstrekken bijv. aan de belastingdienst, anderen daarmee in diskrediet brengen, boom kappen zonder vergunning) 2. Wat vind je van: Verkeerd woordgebruik: Vloek, God als stopwoord, afkortingen/verminkingen van vloeken als gotver of getver, val dood, oh my God, adieu, aju, verrek etc. 3. Wat vind je van: Dubbelzinnige taal, schunnige taal/moppen. Uitdrukkingen als: nog één nachtvorstje (voorspelling van iemands dood?), het kostte mij bloed, zweet en tranen (naar je toeHalen wat Christus werkelijk overkomen is). 4. “Legaal” misbruik van de Naam van de Heer in het gebed door het woord “HEER, VADER” als stopwoord veelvuldig en onnodig te gebruiken. 5. Wat is roddel? En wanneer mag je wat van en over een ander zeggen?