stuk ingediend op 127 (2014-2015) – Nr. 3 4 december 2014 (2014-2015) Motie van de heer Francesco Vanderjeugd, de dames Miranda Van Eetvelde en Tinne Rombouts, de heer Herman Wynants en de dames Katrien Schryvers en Ann Soete tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota Jeugd 2014-2019 Stukken in het dossier: 127 (2014-2015)–Nr. 1:Beleidsnota –Nr. 2: Motie verzendcode: CUL 2Stuk 127 (2014-2015) – Nr. 3 Het Vlaams Parlement, – gehoord de bespreking van de beleidsnota Jeugd 2014-2019; – gehoord het antwoord van Vlaams minister Sven Gatz; – gelet op: 1° het Vlaamse regeerakkoord 2014-2019; 2° de strategische en operationele doelstellingen in de beleidsnota; – vraagt de Vlaamse Regering: 1° alle kinderen en jongeren maximale kansen te bieden om deel te nemen aan het jeugdwerk, onder andere door drempels weg te werken en door impulsen te geven aan de ontwikkeling van projecten die een aantrekkelijk aanbod uitwerken voor iedereen, en waar iedereen zich goed bij voelt; 2° fysieke ruimte voor kinderen en jongeren te zoeken en te creëren die toegankelijk en aantrekkelijk is voor iedereen; 3° in te zetten op kindvriendelijke steden en gemeenten en in die zin werk te maken van de uitrol van het label ‘kindvriendelijke steden en gemeenten’; 4° in een realistisch tempo verder te investeren in het uitvoeren van de masterplannen voor de Vlaamse jeugdverblijfscentra Destelheide en De Hoge Rielen; 5° een masterplan voor bivakplaatsen op te stellen dat voorziet in voldoende, duurzame jeugdverblijfsinfrastructuur en dat een optimale regionale spreiding nastreeft; 6° op een realistische manier te investeren in de Uitleendienst Kampeermateriaal voor de Jeugd (ULDK) met de bedoeling in voldoende eigentijds kampeermateriaal ten behoeve van de jeugdverenigingen te voorzien; 7° gelet op de specifieke context, bijzondere aandacht te schenken aan stedelijk jeugdbeleid in Vlaanderen, zonder daarbij de jeugdwerkinitiatieven in de landelijke gemeenten achter te stellen; 8° vrijwilligers in het jeugdwerk maximaal te ondersteunen door samen met de collega-ministers de overregulering in de sector weg te werken, en de competenties die vrijwilligers hebben opgebouwd, via hun organisaties, te attesteren, met aandacht voor het inperken van mogelijke planlast; 9° de gevolgen van de aanpassingen aan het decreet Lokaal en Provinciaal Jeugdbeleid te monitoren, te evalueren en desgewenst het beleid bij te sturen; 10°kinderen en jongeren actief te betrekken bij het beleid, onder andere via de ter zake bevoegde jeugdraden, hen daarover te informeren en garanties in te bouwen opdat kinderen en jongeren hun rechten gewaarborgd weten en opdat hun stem gehoord wordt; 11° via het Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan een inclusief en integraal jeugdbeleid voor kinderen en jongeren uit te werken, in nauwe samenspraak met de andere vakministers en de jeugd(werk)- en kinderrechtensector; 12° de dialoog met andere binnenlandse en buitenlandse overheden te maximaliseren, zodat onder meer het jeugdwerk en jongeren nog meer internationaal georiënteerd worden; Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be Stuk 127 (2014-2015) – Nr. 3 3 13°jongeren optimaal te informeren, en te onderzoeken in welke mate het jeugdinformatiebeleid doeltreffender gemaakt kan worden, en daarbij de versnippering tegen te gaan; 14°te blijven inzetten op kennisopbouw over de jeugd en over kinderrechten. Francesco VANDERJEUGD Miranda VAN EETVELDE Tinne ROMBOUTS Herman WYNANTS Katrien SCHRYVERS Ann SOETE V l a a m s Par l e m e nt
© Copyright 2024 ExpyDoc