AGP 3a, AB 20140409 Concept VERSLAG Van de besluitvormende vergadering van het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio d.d. 6 november 2013, Raadszaal Gemeentehuis Schijndel, Markt 20 5482 NG Schijndel Aanwezig: mr. dr. A.G.J.M. Rombouts (voorzitter), mevrouw mr. I.R. Adema, drs. H.A.G. Hellegers, drs. J. Hamming, R.J. van de Mortel, J. Zwijnenburg-Van der Vliet, A. Walraven, ing. P.M. Maas, drs. M.A.H. Moorman, P.M.J.H. Bos, mevr. M.L.P. Sijbers, mr. J.C.M. Pommer, mr. W.A.G. Hillenaar, M. Bakermans, A.M.H. Roolvink, drs. R.H. Augusteijn, mevr. J. Eugstervan Bergeijk, dr. H.A.M. Backx, dr.ir. P. Verlaan MCDm, mr. A.D. Heil, C.Q. Boot MSM. Afwezig (met bericht van verhindering): Mevr. drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans, K.W.Th. Van Soest, M. Buijs, mr. A.D. Heil, mr. B. Nieuwenhuizen, kolonel J. Doense, drs. L.H.J. Verheijen 1. Opening De voorzitter opent de vergadering, heet iedereen van harte welkom, in het bijzonder mevrouw Marieke Moorman, burgemeester van Bernheze en mevrouw Jeanette Zwijnenburg-Van der Vliet, burgemeester van Haaren, die vandaag voor het eerst een vergadering van het Algemeen Bestuur bijwonen. Mevrouw Buijs-Glaudemans en de heren Hamming, Van de Mortel, Van Soest, Heil, Nieuwenhuizen en Verheijen zijn verhinderd. De voorzitter verzoekt aan alle niet-leden van het Algemeen Bestuur met uitzondering van de heer Verlaan in verband met de behandeling van een vertrouwelijk agendapunt om de zaal te verlaten en verklaart de vergadering voor gesloten. De voorzitter verzoekt alle niet-leden van het Algemeen Bestuur om weer terug te keren naar de vergaderzaal en heropent het openbare gedeelte van de vergadering. 2. Mededelingen 2a. Bestuur a. Ingekomen stukken Besluit: Het Algemeen Bestuur neemt de ingekomen stukken voor kennisgeving aan. b. Vergadering Veiligheidsberaad d.d. 27 september 2013 Besluit: Het Algemeen Bestuur neemt het concept-verslag van de vergadering van het Veiligheidsberaad op 27 september 2013 voor kennisgeving aan. c. Werkbezoek Commissaris van de Koning d.d. 11 november 2013 De voorzitter deelt mee dat voor het werkbezoek op 11 november van de Commissaris van de Koning geen ruimte in het programma zit voor een ontmoeting met de leden van het Algemeen Bestuur. De heer Van de Donk zal naast een inhoudelijk programma met verschillende geledingen binnen de veiligheidsregio worden aangeboden. Voorts zal een gesprek met de leden van het Dagelijks Bestuur en de Veiligheidsdirectie plaatsvinden. 1 d. Besluitenlijsten vergaderingen Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio en Agendacommissie Politie Brabant-Noord d.d. 12 juni en 11 september 2013 Besluit: Het Algemeen Bestuur neemt de besluitenlijsten van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur van 12 juni en van 11 september 2013 voor kennisgeving aan. Mevrouw Adema merkt op dat als de brandweerhuisvesting door de gemeenten aan de veiligheidsregio wordt overgedragen dit wel budgettair neutraal dient te geschieden. e. Stand van zaken Nationale Meldkamerorganisatie en voorbereiding vorming Gemeenschappelijke Meldkamer Oost-Brabant De heer Heil licht de stand van zaken toe. De landelijk kwartiermaker LMO wordt momenteel geworven. De heer Verlaan laat weten het Transitieakkoord meldkamer van de toekomst op 16 oktober 2013 door de voorzitters van de veiligheidsregio’s en de bewindspersonen van Veiligheid & Justitie, Defensie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport is ondertekend. De heer Maas vraagt met het oog op de vorming van de locatie Oost-Brabant van de landelijke meldkamerorganisatie aandacht voor afstemming van rampenbestrijding en crisisbeheersing met de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. De heer Verlaan antwoordt dat daartoe en voor de noodzakelijke afstemming van andere processen reeds contacten met de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost zijn gelegd. f. Vergaderplanning 2014 Besluit: Het Algemeen Bestuur neemt de vergaderplanning voor kennisgeving aan. g. Presentatie website Veiligheidsregio Brabant-Noord De heer Verlaan licht toe dat de website van de veiligheidsregio onlangs is gelanceerd. Hierop zijn ook de stukken te vinden voor de openbare vergaderingen van het Algemeen Bestuur. h. Onderzoeksrapport commissie Hoekstra Evaluatie Wet Veiligheidsregio’s + Reactie Veiligheidsberaad De voorzitter vat de conclusies van de commissie Hoekstra samen: De ontwikkeling van veiligheidsregio’s heeft een gunstig effect gehad op de kwaliteit en effectiviteit van de rampenbestrijding. Hoewel geen van de veiligheidsregio’s nog aan alle wettelijke eisen voldoet is het uitvoeringsniveau wel gestegen. De Wet veiligheidsregio’s richt zich primair op de klassieke rampenbestrijding. Het effect van de wet is minder zichtbaar op het gebied van brandweerzorg en crisisbeheersing. Taken van politie en gemeenten zijn nog onvoldoende geïntegreerd. Er is meer aandacht nodig voor multidisciplinaire samenwerking, voorbereiding op crises, bovenregionale samenwerking, regelmatig oefenen en de rolinvulling door de rijksoverheid. De voorzitter noemt ook de belangrijkste door de commissie aanbevolen verbeteringen: De taken van de uitvoerende, expertise-, regie-, adviestaken en de platformfunctie van de veiligheidsregio moeten beter worden uitgelijnd. De democratische legitimiteit van de veiligheidsregio kan worden verstrekt door gemeenteraden beter inzicht te geven in het functioneren van de veiligheidsregio zoals het doorvoeren van een prestatiebegroting en dito jaarrekening, de directeur veiligheidsregio helder te positioneren, gemeentelijke portefeuillehouders meer beleidsontwikkeling te betrekken. De sturing door de minister en de toetsing door de Inspectie V&J zou zich meer op de feitelijke resultaten dan op de organisatie moeten richten. Uit oogpunt van verlengd lokaal bestuur is voortzetting van de financiering van de veiligheidsregio’s door de gemeenten te verkiezen boven centrale financiering door het rijk. De schaalvergroting van de politie naar 10 regionale eenheden betekent niet automatisch dat de veiligheidsregio’s ook moeten opschalen naar grotere eenheden. Met het oog op landelijke samenwerking is stroomlijning en uniformering van processen noodzakelijk. De ontwikkeling van de landelijke meldkamerorganisatie maakt een goede taakafbakening en 2 bevoegdheidsverdeling tussen de minister van V&J en de besturen van de veiligheidsregio’s en de regionale ambulancevoorzieningen noodzakelijk. Mevrouw Eugster-van Bergeijk constateert dat sommige zaken zoals schaalgrootte en schurende ketens botsen. Zij zou de adviezen van de commissie Hoekstra ook in het verband van het Rapport van de commissie Kortmann willen bespreken. De heer Pommer is van mening dat het pleidooi van de commissie Hoekstra voor landelijk prioriteiten op gespannen voet staat met het verlengd lokaal bestuur karakter van veiligheidsregio’s. Hij vraagt zich af of het verlengd lokaal bestuur karakter van de veiligheidsregio’s kan worden gehandhaafd als de gemeenten worden gevraagd om ook de brandweerkazernes aan de veiligheidsregio’s over te dragen. Discussie over de hybride financiering van de veiligheidsregio’s is noodzakelijk. De voorzitter stelt dat zolang gemeenten aan de veiligheidsregio’s blijven meebetalen het beleid van de veiligheidsregio’s ook mee kunnen bepalen. Mevrouw Adema pleit ervoor om als bestuur niet uit te stralen dat we naar landelijke sturing en financiering streven. Het voornamelijk vrijwillige karakter van de brandweer maakt lokale inbedding en sturing en betrokkenheid vanuit de gemeenten noodzakelijk. De voorzitter stelt voor op een later moment op de conclusies en aanbevelingen van commissie Hoekstra terug te komen, bij voorbeeld bij het opstellen van het nieuwe Regionaal Beleidsplan veiligheidsregio 2015- 2018. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om het Dagelijks Bestuur op te dragen op een geschikt moment terug te komen op de conclusies en aanbevelingen van de commissie Hoekstra. 2b. Politie De heer Heil doet in het kort verslag van een politie-inval in een woonwagencentrum in de gemeente ’s-Hertogenbosch waarbij de medewerking van defensie is ingeroepen. De actie is qua proces en resultaat naar wens verlopen. Voor de succesvolle inzet van defensie bestaat veel waardering. De heer Heil deelt mee dat het overleg met de vakbonden over het landelijk functiehuis van de politie volgende week wordt voortgezet. 2c. Hoofdofficier van Justitie Niet aanwezig, geen mededelingen. 2d. Brandweer De heer Verlaan deelt mee dat onlangs COPI- en ROT-oefeningen zijn gehouden die succesvol zijn verlopen. 2e. GHOR De heer Backx deelt mee dat de applicatie “Crisis online” in het kader van de gemeentelijke taak inzake afgifte door burgemeesters van verklaringen tot spoedeisende opnames in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) zoals bekend door de GHOR wordt gefaciliteerd. De applicatie is echter verouderd en moet worden vervangen. In afstemming met GGD-voorzitter de heer Hillenaar zijn de heren Bakermans en Hamming gevraagd mee te denken over de vervanging van deze applicatie. Met de Inspecteur van belastingen is overeenstemming bereikt over het sluiten van een overeenkomst tussen de Veiligheidsregio en de GGD Hart voor Brabant betreffende de dienstverlening op het gebied van GHOR-taken volgens het principe dienstverlening voor gemene rekening. Bedoeling hiervan is de heffing van 21% BTW te voorkomen. De heer Van de Mortel is verheugd over de aanstaande vervanging van Crisis online. 3 De heer Hellegers wijst erop dat ook het succes van een nieuwe applicatie staat of valt met de bereidheid van de GGZpsychiaters om zich aan de gemaakte procesafspraken te houden. Als dat niet gebeurt stagneert het proces en komt de inbewaringstelling niet tot stand. De heer Hillenaar wijst op de problematiek die ontstaat als de rechter de inbewaringstelling na enkele dagen intrekt. Het levert vaak veel maatschappelijke onrust op als betrokkene weer terugkeert in zijn leefomgeving. De voorzitter reageert door te stellen dat dit de burgemeesters niet van de verplichting ontslaat om in te grijpen als de handhaving van de openbare orde dit noodzakelijk maakt. Hij refereert daarbij naar een recent driehoeksgesprek waarin het beleid terzake is toegelicht. Hij vraagt zich af of er behoefte bestaat aan een gesprek met de president van de rechtbank. Verslagen 3a. Concept-verslag Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord d.d. 26 juni 2013 Besluit: Het Algemeen Bestuur stelt het verslag van de vergadering op 26 juni 2013 overeenkomstig het voorgelegde concept vast. Mevrouw Moorman refereert aan een bijeenkomst van de Raad van de gemeente Bernheze waarbij ook de regionaal commandant brandweer aanwezig was. Het daarbij besprokene heeft zoveel duidelijkheid gebracht dat dit de bestaande onvrede bij verschillende raadsleden over de gevolgen van de regionalisering van de brandweer heeft kunnen wegnemen. TER INFORMATIE 4. Evaluatie systeemoefening 22 mei 2013 Veiligheidsregio Brabant-Noord De heer Hellegers is blij dat de wettelijk voorgeschreven jaarlijkse systeemoefening is gehouden maar blijft van mening dat de waarde voor vergroting van de geoefendheid van de in 2012 in de gemeente Uden gehouden rampbestrijdingsoefening op de vliegbasis Volkel groter was. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit het op 11 september 2013 door het Dagelijks Bestuur vastgestelde en door het COT opgestelde evaluatierapport systeemoefening 2012 voor kennisgeving aan te nemen. 5. Jaarplan Multidisciplinair Opleiden, Trainen en Oefenen 2014 Veiligheidsregio Brabant-Noord De heer Maas merkt op dat de deelname van brandweermedewerkers aan oefeningen wordt geregistreerd. Hij zou graag zien dat ook deelname door gemeentelijke medewerkers aan ook oefeningen in het kader van bevolkingszorg op vergelijkbare wijze wordt geregistreerd. De heer Pommer vraagt mede met het oog op de vorming van nieuwe colleges in 2014 om ook aandacht te geven aan het opleiden, trainen en oefenen van loco-burgemeesters. De heer Van de Mortel merkt op dat de gemeenten Vught, ’s-Hertogenbosch, Haaren en Boxtel in de komende jaren te maken krijgen met meer spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. Hij verzoekt om in de komende jaren bij trainingen en oefeningen het railvervoer van gevaarlijke stoffen mee te nemen. De heer Verlaan antwoordt dat de gedane suggesties zullen worden meegenomen bij het opstellen van het nieuwe Regionale Beleidsplan Veiligheidsregio 2015 – 2018. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om het op 23 oktober 2013 door het Dagelijks Bestuur vastgestelde Jaarplan Multidisciplinair Opleiden, Trainen en Oefenen 2014 voor kennisgeving aan te nemen. 5a. Volmacht in verband met overname brandweerkazernes 4 De heer Maas is van mening dat overname door de veiligheidsregio van gemeentelijke brandweerkazerne budgettair neutraal dient te verlopen. Mevrouw Adema voegt hieraan toe dat ook rekening moet worden gehouden met de omstandigheid dat sommige brandweerkazernes op A1 locaties zijn gebouwd. Indien de veiligheidsregio in de toekomst tot afstoting van zo’n brandweerkazerne zou overgaan moet de betreffende gemeente bepaalde rechten tot terugkoop krijgen. De heer Roolvink heeft behoefte aan spoedige informatie. De heer Verlaan antwoordt dat de overdracht voor 1 januari 2014 van de 8 na 1 januari 2005 in gebruik genomen of drastisch gerenoveerde brandweerkazernes aan de veiligheidsregio bedoeld is om terugvordering bij de betreffende gemeenten van aan hen gecompenseerde BTW te voorkomen. Uitgangspunt daarbij is budgettaire neutraliteit. Zoals op 26 juni 2013 door het Algemeen Bestuur is besloten zal in het in 2014 op te stellen Strategisch Huisvestingsplan worden uitgewerkt of en zo ja onder welke voorwaarden alle overige gemeentelijke brandweerkazernes aan de veiligheidsregio zullen worden overgedragen. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om kennis te nemen van het volgende op 23 oktober 2013 door het Dagelijks Bestuur genomen besluit: 1. De Regionaal commandant brandweer is volmacht gegeven om, ten behoeve van de overname vóór 1 januari 2014 van de door de gemeenten aangemelde brandweerkazernes binnen de Veiligheidsregio Brabant-Noord, te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen en deze te verrichten met betrekking tot de benodigde koopovereenkomsten, de overeenkomsten van geldlening, de akten van levering en andere overeenkomsten die nodig zijn om de overdracht van de genoemde kazernes mogelijk te maken; 2. Bij afwezigheid van de gevolmachtigde functionaris geldt de volgende vervangingsregeling: de regionaal commandant wordt vervangen door de plaatsvervangend commandant brandweer, welke door hem wordt aangewezen. TER BESLUITVORMING 6. Rampbestrijdingsplan Stichting Vergunning Moleneind en de Geer (SVMG) Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om: 1. Het Rampbestrijdingsplan SVMG vast te stellen. 2. Het rampbestrijdingsplan ad 1 op 1 februari 2014 in werking te laten treden. 3. Met ingang van 1 februari 2014 het Rampbestrijdingsplan Organon d.d. 18-07-2006 in te trekken. 7. Voortgang Staat van de rampenbestrijding Veiligheidsregio Brabant-Noord De heer voorzitter bericht dat het Dagelijks Bestuur op 23 oktober 2013 overleg heeft gehad met het hoofd van de Inspectie Veiligheid & Justitie over de staat van de rampenbestrijding. De inspectie heeft bij die gelegenheid haar vertrouwen uitgesproken in de aanpak van de Veiligheidsregio Brabant-Noord om bestaande achterstanden weg te werken. De heer Hillenaar merkt op dat de inspectie worstelt met het uitvoeren van representatieve kwalitatieve beoordelingen van de prestaties van de veiligheidsregio’s in plaats van het afvinkmanagement met betrekking tot het voldoen aan administratieve verplichtingen. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om de Voortgangsrapportage Staat van de Rampenbestrijding, uitvoering op orde in Brabant-Noord 2013 nr. 1.0 d.d. juli 2013 inclusief bij lage 1 diagram Staat van de rampenbestrijding zoals vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 11 september 2013 voor kennisgeving aan te nemen. 8. Intrekken mandaat Officier van dienst bevolkingszorg 5 De heer Van de Mortel spreekt zijn steun uit voor het voorstel, doch vraagt zich af wanneer de OVD bevolkingszorg wordt opgeroepen. Hij refereert daarbij aan een recent incident in zijn gemeente waar als gevolg van een politie-inzet een hotel moest worden ontruimd en de hoteldirectie reeds bezig was de opvang van haar gaten te organiseren. De heer Hamming wil in de toekomst de gevolgen van het intrekken van het mandaat voor het functioneren van de Officier van dienst bevolkingszorg evalueren. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit het volgende standpunt in te nemen: Als standpunt in te nemen dat het mandaat voor de Officier van Dienst bevolkingszorg bedoeld is om hem of haar in staat te stellen bij een ramp of crisis onuitstelbare uitgaven te doen in het kader van bevolkingszorg, ook als het door feiten en omstandigheden onmogelijk bleek om hiervoor eerst de toestemming van de burgemeester van de betreffende gemeente te vragen. Echter de afwikkeling van de krachtens het mandaat voor de Officier van Dienst gedane uitgaven kan voor de burgemeester van de door de ramp of crisis getroffen gemeente aanleiding geven tot problemen bij de verantwoording aan college en gemeenteraad. Voor de adequate uitoefening van de functie Officier van Dienst bevolkingszorg is het beschikken over bedoeld mandaat niet strikt noodzakelijk. Uit oogpunt van rechtszekerheid voor de Officier van Dienst is het ongewenst als in sommige gemeenten wel en in andere gemeenten geen mandaat tot het doen van dringende uitgaven in geval van een ramp of crisis aan de Officier van Dienst bevolkingszorg is verleend. Het Algemeen Bestuur besluit voorts: a. De colleges van burgemeester en wethouders voor te stellen de volgende beleidslijn met betrekking tot de Officier van Dienst Bevolkingszorg te hanteren: In geval van een ramp of crisis legt de Officier van Dienst Bevolkingszorg zijn of haar verzoek om dringende uitgaven in het kader van bevolkingszorg te doen eerst voor aan de burgemeester van de getroffen gemeente. Bedoelde burgemeester besluit of de voorgestelde uitgaven wel of niet worden gedaan. Alleen onder omstandigheden dat overleg met de burgemeester van de getroffen gemeente feitelijk niet mogelijk is kan de Officier van Dienst onuitstelbare uitgaven ten behoeve van bevolkingszorg doen onder de voorwaarde dat de burgemeester van de getroffen gemeente hiervan zo spoedig mogelijk in kennis wordt gesteld. Bedoelde burgemeester verleent vervolgens achteraf alsnog toestemming voor de gedane uitgaven en fungeert in juridische zin als opdrachtgever van deze uitgaven. b. De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in Brabant-Noord te verzoeken in het vervolg de beleidslijn ad 2a te hanteren en voor zover van toepassing het verleende mandaat aan de Officier van Dienst bevolkingszorg in te trekken. 9. Bestuursrapportage 2013 Veiligheidsregio Brabant-Noord De heer Van de Mortel refereert aan het concept-verslag van de vergadering van de Financiële Commissie op 9 oktober 2013. De Financiële Commissie heeft kanttekeningen geplaatst bij het grote verschil tussen de begrote en de werkelijke uitgaven. De heer Pommer pleit ervoor om bij de vervanging van brandweermaterieel ook de vrijwilligers als gebruikers te blijven betrekken. De heer Verlaan antwoordt dat de grote verschillen tussen begrote en werkelijke uitgaven te maken heeft met een zeer terughoudend uitgavenbeleid als gevolg van de opgedragen bezuinigingen en de daaruit voortvloeiende wijzigingen in organisatie en werkwijzen van de brandweer. Totdat duidelijkheid bestaat over de inrichting van de nieuwe organisatie en werkwijzen worden investeringen in vervanging van materieel en uitrusting waar mogelijk uitgesteld. Voorts speelt mee dat door het grote aantal vacatures als gevolg van de door het bestuur opgedragen formatiereductie per 1 januari 2014 bepaalde werkzaamheden niet kunnen worden uitgevoerd en daarmee bepaalde begrote uitgaven niet kunnen worden gedaan. Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om: 1. 2. De Bestuursrapportage 2013 vast te stellen; Goedkeuring verlenen met betrekking tot de aangepaste/vervallen activiteiten: a. Veiligheidsbureau; de implementatie van het regionaal crisisplan in 2014; b. BBN, Preparatie; de uitvoering van het Regionaal Materieel Plan in 2014; c. GMC; de voorgenomen invoering van LCMS 2.0 (landelijk crisis management systeem) vervalt. 6 3. 4. 5. 6. 7. 8. Kennisnemen van de aandachtspunten uit de risicoparagraaf; Voorgestelde wijzigingen in het investeringsplan BBN goed te keuren en het gewijzigde investeringsplan vast te stellen; Te besluiten tot een 2e budgettair neutrale begrotingswijziging (zie afzonderlijk voorstel) en de gewijzigde begroting 2013 vast te stellen; Begrotingswijzigingen dienen, na finale besluitvorming ondertekend, ter kennisname aan de Provincie Noord-Brabant worden gezonden, deze wijziging is daarom in afzonderlijk voorstel verwerkt. De aangepaste formatie van BBN goed te keuren; Kennisnemen van de ontwikkeling van het Bureau Grootschalige Publieke Gezondheid (BGPG). Kennisnemen van de noodzaak van herfinanciering van de bestaande geldleningen voor het GMC. 10. 2e begrotingswijziging Programmabegroting 2013 Veiligheidsregio Brabant-Noord Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om de voorliggende tweede begrotingswijziging voor 2013 goed te keuren en de gewijzigde programmabegroting voor 2013 vast te stellen. 11. Regionaal Crisisplan 2013 Veiligheidsregio Brabant-Noord Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om: 1. Het Regionaal Crisisplan 2013 Veiligheidsregio Brabant-Noord vast te stellen. 2. Het Regionaal Crisisplan 2012 Veiligheidsregio Brabant-Noord in te trekken. 12. Controleprotocol 2013 Veiligheidsregio Brabant-Noord Besluit: Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord besluit om het controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 van de Veiligheidsregio Brabant-Noord overeenkomstig de bijlage vast te stellen. 13. Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen de Veiligheidsregio Brabant-Noord, Politie Oost-Brabant en netbeheerders gas en elektriciteit Besluit: Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord besluit om het “Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen de Veiligheidsregio Brabant-Noord en de netbeheerders van gas en elektriciteit” vast te stellen. 14. Aanwijzen leden Dagelijks Bestuur en Financiële Commissie Veiligheidsregio Brabant-Noord Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om de volgende leden en plaatsvervangend leden van het Dagelijks Bestuur en van de Financiële Commissie van de Veiligheidsregio Brabant-Noord aan te wijzen: Namens gemeenten in het Basisteamgebied Lid DB Plv lid DB Lid Fin Cie Plv lid Fin Cie Meierij Jan Hamming Heusden 1) Mark Buijs Boxtel Roderick van de Mortel Vught Jetty Eugster-Van Bergeijk Schijndel Leijgraaf Henk Hellegers Uden 2) Ina Adema Veghel Marleen Sijbers Marnix Bakermans Maasland Wobine BuijsGlaudemans Marieke Moorman Marieke Moorman Roel Augusteijn Voorzitter GGD Wim Hillenaar nvt nvt nvt 7 Hart voor Brabant Cuijk Voorzitter Ton Rombouts ‘s-Hertogenbosch 1) 2) Wobine BuijsGlaudemans plv vz nvt nvt Tevens plaatsvervangend voorzitter Financiële Commissie en plaatsvervangend voorzitter Commissie voor Georganiseerd Overleg Tevens voorzitter Financiële Commissie en voorzitter Commissie voor Georganiseerd Overleg 15. Delegatiebesluit Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord Besluit: Het Algemeen Bestuur besluit om: 1. Het Delegatiebesluit Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord vast te stellen. 2. Het Delegatiebesluit ad 1 terugwerkende kracht te geven tot 1 juli 2013. 16. Rondvraag en sluiting De heer Hamming deelt mee dat de gemeenteraad van Heusden heeft besloten om een jeugdbrandweer in te stellen. Niets meer aan de orde zijnde, onder dankzegging aan de aanwezigen voor hun komst en inbreng sluit de voorzitter de vergadering en geeft het woord aan de heer Roy Johannink van het Genootschap voor burgemeesters. De heer Johannink verzorgt een inleiding over crisisbeheersing, bestuurlijke dilemma’s en communicatie. Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Brabant-Noord, d.d. 9 april 2014. de voorzitter Veiligheidsregio Brabant-Noord de secretaris Veiligheidsregio Brabant-Noord mr. dr. A.G.J.M. Rombouts 8
© Copyright 2025 ExpyDoc