Schoolexamenreglement Coornhert Lyceum Lyceumlaan 1 2012 WT Haarlem Schooljaar 2014-2015 Klas 4 VWO (cohort 2014-2017) Klas 5 VWO (cohort 2014-2016) Klas 6 VWO (cohort 2014-2015) Klas 4 HAVO (cohort 2014-2016) Klas 5 HAVO (cohort 2014-2015) Klas 3 VMBO (cohort 2014-2016) Klas 4 VMBO (cohort 2014-2015) Oktober 2014 G. van Erp Inhoudsopgave I. II. III. IV. V. VI. VII. VIII. IX. X. XI. XII. XIII. XIV. XV XVI Algemeen Programma van toetsing en Afsluiting Beoordeling examenonderdelen Examendossiervorming Rekentoets Inhalen, herkansen en vrijstellen Slaag/zakregeling 2013 Regeling doubleurs en gezakten tweede fase Verhindering en te laat komen Onregelmatigheden Bijzondere omstandigheden Regeling toegestane hulpmiddelen Onvoorziene omstandigheden Gedrag tijdens SE’s Examencommissie Gespreid examen/tweede keer examen doen na de eerste keer slagen. Bijlage 1: Beleidsnotitie uitbesteding VAVO I Algemeen. 1. Dit examenreglement voor VMBO-TL, HAVO, VWO en VMBO-TL, na overleg met de Medezeggenschapsraad vastgesteld door rector en afdelingsleiders van het Coornhert Lyceum, daartoe gemachtigd door het bevoegd gezag, het College van Bestuur van de Samenwerkingsstichting “Dunamare Onderwijsgroep”. Dit examenreglement is gebaseerd op het Eindexamenbesluit VO d.d. 23 april 2012, zoals dat luidt sinds het besluit van 23 april 2012 gepubliceerd in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden jaargang 2012 nummer 217. Het reglement geldt voor het schooljaar 2013-2014. Wijzigingen in het voornoemde Eindexamenbesluit kunnen leiden tot tussentijdse wijzigingen van dit reglement. Indien dit reglement strijdig wordt met een regeling in het Eindexamenbesluit, geldt het Eindexamenbesluit. Onder verantwoordelijkheid van het Bevoegd Gezag nemen de rector en de examinatoren het eind examen af. De rector wijst een medewerker aan als secretaris van het eindexamen. Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van/dan wel deelneemt aan het eindexamen en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, is verplicht tot geheimhouding hiervan. Dit reglement is uitsluitend van toepassing op toetsen die meetellen voor het schoolexamencijfer. (SE-cijfer) 2. Begripsbepaling Bevoegd Gezag Bijzitter Combinatiecijfer Eindexamen Examencommissie Examinator Examendossier Handelingsdeel College van bestuur van de Samenwerkingsstichting “Dunamare Onderwijsgroep”. Degene die, samen met een examinator, de niet schriftelijke prestaties van een kandidaat bij het schoolexamen beoordeelt. Deze kan op verzoek van de kandidaat of de examinator door de rector worden aangewezen. Dit is het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de VWO en HAVO vakken maatschappijleer en profielwerkstuk (HAVO) en van maatschappijleer, profielwerkstuk en ANW (VWO). De cijfers voor de afzonderlijke vakken mogen niet lager zijn dan 4.0 Het eindexamen valt uiteen in een schoolexamen en een centraal examen Commissie die bestaat uit de secretaris eindexamen, rector, enkele docenten en enkele leerlingen. Je kunt deze commissie bereiken via de examensecretaris, de heer G. van Erp. Degene die belast is met het afnemen van het examen. Behoudens bijzondere omstandigheden is dat de leraar in het desbetreffende vak. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen. Zoals vermeld in het PTA van ieder vak. Examenonderdeel dat een leerling moet hebben afgerond met voldoende of goed voor hij kan deelnemen aan het centraal examen Regeling voor zowel inhalen als het cijfer verbeteren. Degene die door het Bevoegd Gezag tot het examen wordt toegelaten. Waar voor kandidaat “hij” staat moet ook “zij” worden gelezen. Ongeoorloofde Hiervan is sprake als een leerling een dag of een deel van de dag (minimaal absentie 1 uur) zonder opgaaf van een geldige reden, zulks ter beoordeling van de afdelingsleider, afwezig is. Praktische opdracht Hieronder wordt verstaan een toets die de toepassing van kennis, inzicht en vaardigheden beoordeelt. De toets bestaat uit een door de leerling verricht onderzoek en/of de mondelinge of schriftelijke verslaglegging daarvan. Per vak moet het schoolexamen bestaan uit een of meer praktische opdrachten. Ook schriftelijke verslagen en leesdossiers zijn praktische opdrachten. Profielwerkstuk Groot werkstuk van ten minste 80 studielasturen dat betrekking heeft op tenminste 1 groot examenvak (voor HAVO minimaal 320 SLU, voor VWO minimaal 400 SLU) en een presentatie daarvan, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het door de leerling gekozen profiel. Instructie voor de uitvoering van het profielwerkstuk worden in een bijlage aan de kandidaten verstrekt. Schoolexamentoets Daaronder wordt verstaan een schriftelijke of mondelinge toets met open en/ of gesloten vragen, af te nemen op een door de school bepaalde tijd en plaats. Sectorwerkstuk Werkstuk dat betrekking heeft op een thema uit de sector waarin een VMBO-TL leerling onderwijs volgt. (art 4, lid 4, eindexamenbesluit VO). Indien het sectorwerkstuk niet is afgerond, kan de kandidaat niet deelnemen aan het centraal examen. Instructies voor de uitvoering van het sectorwerkstuk worden in een bijlage aan de leerlingen verstrekt. Vaksectie De examinatoren in een bepaald vak, zo nodig bijgestaan door andere leraren In dat vak. Herkansingsregel Kandidaat Het eindexamen bestaat uit a. een schoolexamen (SE) b. een Centraal Examen (CE) Een leerling kan pas aan het Centraal Examen deelnemen indien het Schoolexamen in zijn geheel is afgelegd. Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 tot en met 44 van het besluit eindexamens vwo-havo-mavo-lbo. Tijdvakken en examen rooster van het centraal examen zijn opgenomen in de examenkrant. Deze wordt in maart/april uitgereikt aan de examenkandidaten. Het examen VMBO bestaat uit: a. Een gemeenschappelijk deel. b. rekentoets c. Twee vakken uit de gekozen sector, waaronder tevens begrepen een sectorwerkstuk. d. Twee vakken uit het vrije deel. Het betreft hier de vakken Frans, Duits, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Wiskunde, Natuur- en Scheikunde I en II, Biologie, Economie en Tekenen. Het examen HAVO/VWO bestaat uit: a. De vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel. b. rekentoets c. De vakken van het profieldeel van een van de profielen, waaronder tevens begrepen is een profielwerkstuk. d. De vakken en andere programmaonderdelen van het profielkeuze deel en het vrije deel van elk profiel (minimaal 1 vak). De minimale studielast voor een HAVO leerling is 3200 uur en voor een VWO leerling 4800 uur. Door in te loggen in de cijferadministatie van het Coornhert Lyceum kan een ouder/verzorger op ieder gewenst ogenblik inzage krijgen in de vorderingen van de leerling. Daarnaast worden de ouders minimaal 2 keer per jaar schriftelijk op de hoogte gesteld van de vorderingen (zie jaaragenda). 3. Iedere leerling is verplicht aan elk onderdeel van het schoolexamen deel te nemen. Heeft een kandidaat niet aan alle onderdelen deel genomen en/of niet alle onderdelen naar behoren afgelegd, dan kan hij niet aan het Centraal Examen deelnemen. 4. Tijdens het schoolexamen mag een leerling gebruik maken van toegestane hulpmiddelen, tenzij in het desbetreffende PTA anders is vermeld. (zie hiervoor hoofdstuk XII) Deze hulpmiddelen dienen in originele staat en onbeschreven te zijn. 5. Het schoolexamen dient tenminste 5 schooldagen voor het begin van het Centraal Examen te zijn afgesloten. 6. Uiterlijk drie schooldagen voor het begin van het Centraal Examen deelt de rector de cijfers die de kandidaten hebben behaald mee aan de kandidaten en aan de inspectie. 7. In bijzondere gevallen kan de rector toestaan dat de kandidaat het schoolexamen in een of meerdere vakken niet voor het eerste tijdvak van het centraal examen af te ronden. In dat geval kan de kandidaat voor dat vak of die vakken niet deelnemen aan het eerste tijdvak van het Centraal Examen. De kandidaat moet uiterlijk een week voor het begin van het tweede c.q. derde tijdvak het schoolexamen hebben afgerond om aan het tweede c.q. derde tijdvak te kunnen deelnemen. 8. Het centraal examen blijft bewaard door de school tot 6 maanden na het laatste examen in het ‘tweede tijdvak”. Daarna wordt het vernietigd. 9. Het schoolexamenwerk blijft bewaard door de docent tot de laatste schooldag van het desbetreffende schooljaar. Daarna wordt het vernietigd. 10. Uitgebreide regelingen rondom het Centraal Examen kan men vinden op www. Examenblad, onder het kopje eindexamenbesluit. 11 Alle schriftelijke toetsen worden aangeboden in Arial puntgrootte 12 en regel afstand 1,5, waardoor vergroting voor kandidaten met een leesbeperking overbodig wordt. De letters en tabellen en grafieken worden niet tot puntgrootte 12 vergroot. Een (loep)liniaal kan dan uitkomst bieden. 12 Het is de kandidaat toegestaan om in meer vakken examen af te leggen dan nodig is voor een volledig examen. 13 Voorafgaand aan de SE-periodes mogen gedurende een aantal in de jaaragenda vastgestelde lesdagen geen toetsen worden gegeven. Uitgezonderd luister- en leesvaardigheidstoetsen, alsmede Praktische opdrachten. II. Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). 1. Het schoolexamen bevat de volgende onderdelen: a. Schoolexamentoetsen b. Praktische opdrachten c. Profielwerkstuk d. Handelingsdelen 2. Aan het begin van het schooljaar, voor 1 oktober, wordt het PTA gepubliceerd op de website van het Coornhert Lyceum. In het PTA wordt voor ieder vak aangegeven: a. In welke toets-perioden de schoolexamens worden afgenomen. b. Op welke data de praktische opdrachten en het profielwerkstuk uiterlijk ingeleverd moeten worden. c. Op welke data de handelingsdelen per vak uiterlijk moeten zijn afgerond. d. De globale stofomschrijving of aanduiding van het examendomain waarop de toets betrekking heeft. e. De tijdsduur waarbinnen de toets gemaakt moet worden. f. De vorm waarin de toets wordt afgenomen: mondeling, schriftelijk of als praktisch opdracht. g. De wegingsfactoren die aan de toets worden toegekend aangeduid als percentage van het gehele schoolexamen voor het betreffende vak. h. Voor zover het de cohorten 2012 en 2013 betreft: of de betreffende SE-toetsen herkansbaar zijn of niet. 3. Het is docenten niet toegestaan om, zonder overleg met de secretaris eindexamen en de schoolleiding, tijdens het schooljaar wijzigingen in het PTA aan te brengen. Goedgekeurde wijzigingen worden altijd schriftelijk meegedeeld aan de leerlingen en gepubliceerd op de website van het Coornhert Lyceum. De secretaris eindexamen en de schoolleiding ontvangen een afschrift. 4. Voor zover het de cohorten 2012 en 2013 betreft: in het PTA staat vermeld welke vakken uit 3 VMBO-TL en 4 VWO onder het schoolexamen vallen. 5. Indien tijdens het schoolexamen de toetsen etc. niet volgens de regels worden ingeleverd (bijvoorbeeld nadat het buiten de plaats is gebracht waar de toets werd afgenomen), wordt de toets etc. beoordeeld met het cijfer 1,0. 6. Bij elke schriftelijke toets wordt per vraag/opdracht aangegeven hoeveel punten de vraag/opdracht waard is. III. Beoordeling van schoolexamentoetsen, profielwerkstuk en praktische opdrachten. 1. Alle schoolexamentoetsen, praktische opdrachten en profielwerkstukken worden beoordeeld met een cijfer van 1,0 tot en met 10,0 met een nauwkeurigheid van een decimaal. 2. Het profielwerkstuk dient uiterlijk op de vastgestelde datum in de jaaragenda (zie website) te worden ingeleverd. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer, dat deel uit maakt van het combinatiecijfer. Indien een leerling bij het sluiten van het schoolexamendossier het profielwerkstuk niet heeft afgerond of lager dan een 4,0 heeft gehaald, kan hij niet deelnemen aan het centraal examen. 3. De docent stelt de leerling van iedere beoordeling van het schoolexamen op de hoogte binnen 10 schooldagen nadat deze is afgenomen. Hiervan kan alleen van worden afgeweken met toestemming van de rector en/of de examensecretaris. (Een uitzondering op de regel dat een werk binnen 10 schooldagen beoordeeld dient te zijn, zijn de luistervaardigheidstoetsen. Het advies cijfer wordt door het Cito achteraf bepaald. Het kan voorkomen dat het CITO meer dan 10 schooldagen nodig heeft om een adviescijfer te bepalen) 4. Indien een leerling in 1 vak door twee of meer docenten is getoetst, bepalen deze docenten in onderling overleg het cijfer. Komen zij niet tot overeenstemming, dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordeling van ieder van hen afzonderlijk. 5. Als een onderdeel van het schoolexamen in een vak op mondelinge wijze wordt afgenomen, gebeurt dit in aanwezigheid van een andere docent of met behulp van opnameapparatuur, zulks uitsluitend indien dit wettelijk vereist is. De beoordelingscriteria van mondelinge examens zijn vooraf inzichtelijk voor de leerling. 6. Wanneer er onenigheid is tussen docent en leerling over de beoordeling en becijfering van een toets kan een leerling binnen 5 schooldagen na de definitieve beoordeling schriftelijk in beroep gaan bij de rector. In dit schriftelijk beroep moet de kandidaat aangeven welke argumenten hij heeft om het oneens te zijn met de docent. De rector weegt, na de examencommissie gehoord te hebben, de argumenten van zowel leerling als leerkracht, roept eventueel hulp in van een andere vakdocent en neemt zo snel mogelijk een beslissing over de desbetreffende kwestie, doch uiterlijk binnen 10 schooldagen. 7. Het eindcijfer van vakken met alleen een schoolexamen wordt uitgedrukt in een geheel getal van 1 tot en met 10. In dit geval wordt het schoolexamencijfer wordt tweemaal afgerond, eerst van twee cijfers achter de komma naar een cijfer achter de komma en vervolgens van een cijfer achter de komma naar een geheel getal. Dus 5,45 wordt 5,5 en 5,5 wordt 6 op de cijferlijst en 5,44 wordt 5,4 en dus een 5. Dit in tegenstelling tot vakken met een centraal examen. Deze worden rekenkundig afgerond tot een cijfer achter de komma. 8. Elke kandidaat heeft recht op inzage van het gemaakte werk. 9. Voor het CE geldt dat de kandidaat het gemaakte werk kan inzien, hij kan zich daarbij laten begeleiden door iemand die voor hem zorgt. De beoordeling en het cijfer staat dan niet meer ter discussie. 10. Indien een leerling een bepaald onderdeel (nog) niet heeft afgelegd, wordt voor dat onderdeel het cijfer 1,0 genoteerd. 11. Indien er SE toetsen worden afgenomen buiten de SE perioden om, dan dient er tussen het moment van opgeven en afnemen minimaal 1 week te zitten. Deze regel geldt ook indien er een nieuwe datum vastgesteld moet worden voor een uitgestelde toets. IV. Examendossiervorming. 1. Leerlingen van klas 3 VMBO-Tl, 4 HAVO en 4 en 5 VWO ontvangen aan het eind van het schooljaar bij de eindrapportage een overzicht van de behaalde schoolexamenresultaten. Indien leerlingen of ouders/verzorgers menen dat er sprake is van een onjuiste weergave van de cijfers op het cijferoverzicht, dienen zij zo spoedig mogelijk na verstrekking van het cijferoverzicht, doch uiterlijk binnen 3 schooldagen dit door te geven aan de secretaris eindexamen. Na deze drie schooldagen worden de cijfers definitief. 2. Nadat het schoolexamendossier in 4 VMBO-TL, 5 HAVO en 6VWO is afgesloten worden de behaalde schoolexamenresultaten door de leerlingen gecontroleerd en voor akkoord getekend. Indien een kandidaat of zijn ouders/verzorgers, zonder te kennen te geven dat er iets niet klopt, nalaat de schoolexamenresultaten te ondertekenen, worden de cijfers na afloop van de aangegeven termijn van ondertekening definitief. 3. Voorafgaand aan de definitieve bepaling van het eindcijfer schoolexamen, wordt via internet aan de kandidaten en ouders/verzorgers van 4 VMBO-TL, 5 HAVO en 6 VWO digitaal verslag gedaan van de behaalde resultaten. Ook wordt er een schriftelijke voorlopige cijferlijst aan de kandidaten uitgereikt. 4. Reageren op onjuiste cijfers kan schriftelijk geschieden bij de afdelingsleider tot 5 schooldagen na publicatie van het cijfer. Na verstrijken van deze termijn worden ouders en leerlingen geacht akkoord te zijn gegaan met de cijfers. 5. Iedere leerling mag, ongeacht zijn resultaten voor het schoolexamen, meedoen aan het centraal examen, uitgezonderd bij lager cijfer dan 4,0 voor het profielwerkstuk (HAVO, VWO) en uitgezonderd bij een onvoldoende beoordeling voor het sectorwerkstuk (VMBO). Daarnaast dient het handelingsdeel LO te zijn afgesloten met voldoende of goed. (zie hiervoor ook de overgangsrapporten voor afgesloten delen van het schoolonderzoek) V. Rekentoets 1. Aan het examen is een rekentoets toegevoegd. Het vormt een zelfstandig onderdeel van het examen naast het CE en SE. 2. De rekentoets wordt afgenomen in het laatste schooljaar en op het voor de kandidaat geldend niveau. 3. Iedere kandidaat heeft de mogelijkheid om de rekentoets behorende bij een hogere schoolsoort af te leggen. Indien de kandidaat voor de hogere schoolsoort kiest, kan hij/zij alleen herkansen voor deze hogere schoolsoort. 4. Er geldt een vrijstelling van de rekentoets voor de kandidaat die al een diploma heeft van een andere schoolsoort en die als onderdeel daarvan de rekentoets heeft afgelegd behorend bij zijn huidige (waarvoor hij nu examen doet) of een hogere schoolsoort. (TL kandidaat legt een HAVO rekentoets af en behaalt zijn diploma VMBO-TL. Als hij daarna naar de HAVO gaat heeft hij een vrijstelling voor de rekentoets als onderdeel van zijn HAVO diploma.) 5. Voor kandidaten die de rekentoets behorend bij een hogere schoolsoort hebben afgelegd, gelden altijd de daarbij behorende beoordelingsnormen. Er is dus geen sprake van een omrekeningstabel van de norm naar een norm voor een lagere schoolsoort. 6. In geval van onregelmatigheden bij de afname van de rekentoets en voor onvoorziene omstandigheden gelden dezelfde regelingen als die voor het centraal examen. 7. Het cijfer voor de rekentoets is tevens het eindcijfer. 8. De kandidaat heeft recht op 1 herkansing binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen d.w.z. het laatste schooljaar. 9. Het cijfer van de rekentoets wordt niet op de officiële cijferlijst vermeld, maar wordt los van de officiële cijferlijst uitgereikt op een apart getuigschrift. In het schooljaar 2015/2016 wordt het cijfer van de rekentoets onderdeel van de slaag/zak regeling. Dan wordt het cijfer wel op de officiële cijferlijst vermeld. 10. Voor gezakten geldt dat het cijfer van de rekentoets kan blijven staan. 11. Deelname aan de rekentoets is verplicht. Indien er geen rekentoets is afgelegd, wordt er geen diploma verstrekt. VI. Inhalen, herkansen en vrijstellen. Iedere leerling heeft het recht op een herexamen voorde schoolexamenvakken (informatica, maatschappijleer, wiskunde D en ANW) indien hij voor dit vak, behorende tot het gemeenschappelijk deel van de leerwegen, lager heeft dan een 6.0. De herkansing omvat een aantal, door de docent aangegeven, onderdelen van het examenprogramma. (zie artikel 35 lid b van het examenbesluit) Iedere kandidaat heeft recht op 1 herkansing voor de rekentoets binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen, d.w.z. het laatste leerjaar of voor zover van toepassing het voorlaatste jaar. 1. VMBO-TL Voor het VMBO-TL geldt dat er verder geen herkansingsmogelijkheden zijn. 2. HAVO-VWO Voor HAVO en VWO geldt voor de cohorten 2012 en 2013 dat alleen de als herkansbaar in het PTA aangegeven schoolexamentoetsen herkanst mogen worden. Voor cohort 2014 geldt dat alle in het PTA vermelde schriftelijke SE- toetsen herkanst mogen worden, met uitzondering van de praktische opdrachten, de handelingsdelen en de kleinere toetsen die behoren tot in het PTA aangegeven Verzamelcijfer. Bovendien mag een profielwerkstuk dat lager beoordeeld is dan een 4,0 bijgewerkt worden tot een 6,0. Het bijwerken van het profiel gaat ten koste van een herkansing in een van de reguliere vakken. 3. Voor 4V (cohort 2014) geldt dat er in 1 schoole3xamen, vrij te kiezen uit alle in het betreffende schooljaar gemaakte schoolexamens herkanst kan worden na SE- week 4. Voor 4 HAVO geldt dat 1 schoolexamen uit de perioden 1 en 2 herkanst kan worden na SE-week 2, en 1 schoolexamen uit periode 3 en 4 na SE- week 4. Voor 5 VWO geldt voor dit cursusjaar een overgangsregeling. Zij mogen na iedere SE periode een SE herkansen. Voor 5 HAVO en 6 VWO geldt dat na iedere SE-week 1 schoolexamen herkanst kan worden uit de daaraan voorafgaande periode. Het hoogste cijfer dat voor een schoolexamentoets is behaald, telt mee voor het schoolexamen. Het lagere cijfer komt te vervallen. Een inhaaltoets kan niet worden herkanst. Inhaaltoetsen dienen ingehaald te worden tijdens de herkansingen tenzij de afdelingsleider anders beslist. 4. Een leerling met een HAVO diploma is in het VWO vrijgesteld van het afleggen van schoolexamens in de vakken ANW, CKV en maatschappijleer. 5. Indien een leerling in de examen-jaren van school verandert, dan kunnen de cijfers van de al afgeronde SE ’s worden meegenomen. De vakdocent bekijkt dan of deze resultaten in het PTA passen en of er aanvullende stof moet worden aangeboden en getoetst. Afgeronde vakken die reeds zijn beoordeeld kunnen door de ontvangende school worden overgenomen. 6. Op grond van de wettelijke regelingen hieromtrent, kan de rector een leerling op het VWO een ontheffing verlenen van de verplichting examen te doen en een tweede moderne vreemde taal. In dit geval moet de tweede moderne vreemde taal vervangen worden door een ander groot examenvak. 7. Het recht op herkansing kan worden verspeeld door twee ongeoorloofde absenties. De ouders/verzorgers worden hiervan binnen een week na de tweede ongeoorloofde absentie op de hoogte gebracht. Hierna begint de telling voor het verspelen van een herkansing opnieuw. 8. Indien een kandidaat zonder geldige reden niet komt opdagen bij een aangevraagde herkansing, dan kan hij/zij in een volgende ronde geen herkansing meer aanvragen, tenzij de afdelingsleider anders beslist. 9. Indien een kandidaat bij een herkansing niet aanwezig is (om wat voor reden dan ook), dan krijgt hij/zij geen nieuwe kans en blijft derhalve het eerst behaalde cijfer staan. 10. Indien een kandidaat bij een inhaalwerk niet aanwezig is, wordt het cijfer 1,0 genoteerd. VII Slaag/zak regeling voor 2013-2014. 1. VMBO (artikel 49 eindexamenbesluit) Een leerling is geslaagd indien: A. het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal examen (CE) behaalde cijfers tenminste 5,5 is (de CE regel); B. voor het vak Nederlandse taal tenminste het eindcijfer 5 is behaald. (kernvakkenregel) ; C. voor vakken waarvoor het eindcijfer is vastgesteld en waarbij twee keer het cijfer 5 of een keer het cijfer 4 gecompenseerd is door het cijfer 7. In geval van meer en/of lagere onvoldoendes als eindcijfer is er geen compensatie mogelijk (compensatieregel). Eenmaal het eindcijfer 5 hoeft niet te worden gecompenseerd. D. voor het sectorwerkstuk de kwalificatie “voldoende” of “goed” is behaald. E. voor de vakken Lichamelijke Opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijke deel, voor de maatschappelijke stage de kwalificatie “goed” of “voldoende” is behaald. N.B. De rekentoets doet niet mee in de compensatieregel en de CE-regel. Hij is immers geen onderdeel van het CE, maar zelfstandig onderdeel van het examen naast CE en SE. 2. HAVO VWO (artikel 49 eindexamenbesluit) Een leerling is geslaagd indien: A. het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal examen behaalde cijfers tenminste 5,5 is (CE regel); B. voor maximaal een van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, B of C ten minste het eindcijfer 5 heeft behaald (kernvakkenregel); C. de kandidaat geen examen doet in het vak wiskunde, dan mag een basisvak een 5 zijn, en dient het andere basisvak 6 of hoger te zijn. (Profiel Cultuur en Maatschappij). Indien in het Profiel Cultuur en Maatschappij wiskunde zit dan geldt de volledige kernvakkenregeling. D de kandidaat naast wiskunde B het vak wiskunde D heeft, dan geldt het vak wiskunde B voor de kernvakkenregeling. E. voor vakken waarvoor het eindcijfer is vastgesteld en waarbij twee keer het cijfer 5 of een keer het cijfer 4 of een keer het cijfer 4 en een keer het cijfer 5 moeten zodanig worden gecompenseerd dat het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6.0 is. In geval van meer en/of lagere onvoldoendes als eindcijfer is er geen compensatie mogelijk (compensatieregel). Eenmaal het eindcijfer 5 hoeft niet te worden gecompenseerd. F. de vakken Lichamelijke Opvoeding, Culturele en Kunstzinnige Vorming van het gemeenschappelijk deel van het profiel als mede de maatschappelijke stage zijn beoordeeld als voldoende of goed. G. geen van de eindcijfers van de onderdelen maatschappijleer en het profielwerkstuk en voor VWO ook algemene natuurwetenschappen lager is dan een 4,0. N.B. De rekentoets doet niet mee in de compensatieregel en de CE regel. Hij is immers geen onderdeel van het CE, maar een zelfstandig onderdeel van het examen naast CE en SE. Op de cijferlijst van de leerlingen worden alle vakken vermeld waarin de leerling examen heeft gedaan, d.w.z. dat ook de extra vak(ken) en de uitslag van de rekentoets op de cijferlijst komen te staan. Deze extra vakken en de uitslag van de rekentoets vallen buiten de slaag/zakregeling. VIII Regeling doubleurs en gezakten. 1. Vakken met alleen een schoolexamen (ANW, maatschappijleer, CKV, KCV, informatica en Wiskunde D) en die in de leerjaren zijn afgerond en waarvan het eindcijfer onvoldoende was (lager dan 5,45) worden in geval van doublure of zakken geheel overgedaan. De oude resultaten van de desbetreffende vakken in het desbetreffende leerjaar komen te vervallen. De leerling volgt het gehele programma in het desbetreffende leerjaar opnieuw. 2. Vakken met alleen een schoolexamen die in de voorafgaande leerjaren zijn afgerond en waarvan het eindcijfer 5,45 en hoger was, hoeven niet te worden overgedaan. De keuze is aan de leerling: a. De leerling volgt het volledige programma opnieuw. Hij volgt alle lessen in dat vak en doet aan ieder schoolexamenonderdeel mee. De eerder behaalde resultaten komen te vervallen. b. De leerling kiest voor een alternatieve invulling voor de vrijgekomen lesuren. De leerling moet voldoen aan de gestelde eisen ten aanzien van het aantal lesuren. De afdelingsleider controleert aan het eind van het jaar of de leerling zijn verplichting is nagekomen. Indien dit laatste niet het geval is kan de leerling niet worden bevorderd, dan wel slagen. 3. Voor alle andere vakken geldt: de leerling volgt alle lessen, maar hij mag het cijfer voor de praktische opdrachten, waarvan de stofomschrijving niet is veranderd en waarvoor hij minimaal een 6,0 heeft behaald, laten staan. Voor 1 oktober meldt de leerling schriftelijk aan de afdelingsleider aan welke praktische opdrachten hij niet deelneemt. Doet hij dat niet dan neemt hij deel aan alle praktische opdrachten en geldt in alle gevallen het laatst behaalde resultaat. 4. Indien een leerling voor zijn profiel/sectorwerkstuk minimaal een 6 heeft gehaald mag hij dat cijfer laten staan. Hij meldt dit schriftelijk voor 1 oktober aan de afdelingsleider of hij het cijfer voor het profiel/sectorwerkstuk laat staan. Doet hij dat niet dan maakt hij opnieuw een profiel/sectorwerkstuk en geldt het laatst behaalde resultaat. 5. Een leerling die gezakt is heeft de mogelijkheid om voor 1 oktober bij de afdelingsleider een schriftelijk verzoek in te dienen, vergezeld van een plan van aanpak om een of meerdere schoolexamentoetsen te herkansen uit het voorafgaande jaar(3 VMBO, 4 HAVO en 5VWO). IX. Verhindering, te laat komen en te laat inleveren. 1. Als een leerling een praktische opdracht om een gegronde reden, dit ter beoordeling van de afdelingsleider, niet op de in het PTA/jaaragenda vermelde datum inlevert, kan er uitstel worden verleend. De leerling neemt binnen een week na de vastgestelde inleverdatum contact op met de docent om een nieuwe datum af te spreken. Bij niet gegronde reden, zulks ter beoordeling van de afdelingsleider, kan door de docent de volgende maatregelen worden genomen: a. De praktische opdracht lager waarderen (met een maximum van drie hele punten, 7,3 wordt 4,3) b. De leerling niet toelaten tot deelname aan een schoolexamentoets, indien hiervoor het op tijd inleveren of verrichten van een praktische opdracht vereist is. Indien een leerling alsnog aan zijn verplichtingen heeft voldaan, kan hij alsnog de toets afleggen ten koste van een herkansing. Heeft de leerling geen herkansingsmogelijkheid meer over dan wordt het niet tijdig inleveren gezien als een onregelmatigheid. c. De afdelingsleider kan besluiten om de leerling de toegang tot de lessen te ontzeggen en hem verplichten de praktische opdracht op school te maken. Proefwerken, praktische opdrachten etc. gaan gewoon door en dienen gemaakt dan wel ingeleverd te worden. 2. Als een leerling het profiel/sectorwerkstuk om een gegronde reden, zulks ter beoordeling van de rector, niet op tijd kan inleveren kan er uitstel worden verleend. Indien het profielwerkstuk op genoemde datum zonder geldige reden, zulks ter beoordeling van de afdelingsleider, niet is ingeleverd gelden de regels rond onregelmatigheid. Indien een leerling het sectorwerkstuk op genoemde datum zonder geldige reden, zulks ter beoordeling van de afdelingsleider, niet is ingeleverd dan dien hij het werkstuk zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een week op school af te ronden. De toegang tot de lessen wordt hem dan ontzegd. Toetsen, praktische opdrachten etc. die tijdens die week worden gehouden dan wel ingeleverd moeten worden, dienen uiteraard wel gemaakt/op tijd ingeleverd te worden. 3. Een schoolexamentoets verzuimen is slechts geoorloofd in geval van ziekte of bijzondere persoonlijke omstandigheden.. De afdelingsleider bepaalt na schriftelijke mededeling van verhindering of het verzuim terecht is. Het bericht van verhindering dient voor het begin van de schoolexamentoets aan de afdelingsleider, telefonisch ( 06-46227668) of schriftelijk, bekend te zijn gemaakt.. Indien binnen 5 schooldagen geen schriftelijke bevestiging van verhindering is ontvangen kan de leerling niet deelnemen aan de inhaaltoets. De PTA toets kan dan alleen worden ingehaald ten koste van een herkansing. 4. Indien het verzuim meerdere dagen betreft dient het bericht van verhindering elke dag opnieuw aan de afdelingsleider bekend te worden gemaakt. 5. Na de laatste herkansingsperiode is er geen inhaal/herkansingsmogelijkheid meer. 6. In geval van ongeoorloofd verzuim wordt de desbetreffende schoolexamentoets beoordeeld met het cijfer 1,0. Deze toets kan niet worden herkanst. 7. Bij een mondelinge toets, luistervaardigheidstoetsen en practicumopdrachten mag een leerling nooit te laat komen. Als een luistervaardigheidstoets en een practicum opdracht eenmaal is begonnen, kan geen enkele leerling meer worden toegelaten. Is het te laat komen ongegrond, zulks ter beoordeling van de afdelingsleider, dan wordt deze toets beoordeeld met het cijfer 1,0. 8. Indien een leerling, zonder gegronde reden, zulks ter beoordeling van de afdelingsleider, bij een mondelinge toets niet op de afgesproken tijd en plaats aanwezig is, wordt deze toets beoordeeld met het cijfer 1,0. Indien een van de hierboven genoemde toetsen een herkansbare toets is, mag deze toets wel worden ingehaald ten koste van een herkansing. 9. Indien een leerling tijdens een zitting van een schoolexamen onwel wordt of om andere reden genoodzaakt is de toets voortijdig af te breken geldt de toets als gemaakt en wordt deze volgens de voor deze toets geldende normering beoordeeld. X. Onregelmatigheden. 1. Indien tijdens of vooraf aan de toets bij een leerling wordt geconstateerd dat hij een hulpmiddel gebruikt dat niet aan de eisen voldoet, is er sprake van onregelmatigheid. 2. In geval van onregelmatigheden wordt dit schriftelijk door surveillant/docent vastgelegd en aan de afdelingsleider en examensecretaris medegedeeld. 3. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt kan de rector maatregelen nemen, te weten: A Het toekennen van het cijfer 1.0 voor een schoolexamentoets/praktische opdracht zonder recht van herkansing B Het toekennen van het cijfer 1,0 voor een schoolexamentoets/praktische opdracht met recht van herkansing C Het toekennen van het cijfer 1,0 voor een schoolexamentoets/praktische opdracht met recht van herkansing ten koste van een andere herkansingsmogelijkheid D Het toekennen van het cijfer 1,0 aan een profiel/sectorwerkstuk. In dat geval wordt de leerling verplicht het profiel/sectorwerkstuk geheel over te maken over een totaal ander onderwerp. E Het ontzeggen van deelname of verdere deelname aan een of meer schoolexamentoetsen/praktische opdrachten, herkansingen incluis. F Het ongeldig verklaren van een of meer schoolexamentoetsen of andere onderdelen van het schoolexamen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen. G Het schorsen voor de tijdsduur van een schooldag H Het schorsen voor een tijdsduur van twee schooldagen. I Het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de rector aan te wijzen onderdelen. Indien een hernieuwd examen betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat af in het volgend tijdvak van het ce. J Uitsluiting van het examen. K Het geven van een schriftelijke waarschuwing. 4. Alvorens een beslissing wordt genomen hoort de rector en/of de examensecretaris a. de kandidaat in kwestie, b. en de examencommissie. De rector/examensecretaris deelt de beslissing zo mogelijk binnen 15 schooldagen aan de kandidaat mede. Zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt gewezen op de mogelijkheid in beroep te gaan tegen deze beslissing bij: Commissie van Beroep voor de eindexamens v.o. Dunamare Onderwijsgroep Postbus 4470 2003 EC Haarlem Het beroep moet binnen drie dagen nadat de beslissing van de rector schriftelijk is medegedeeld bij de commissie worden ingesteld. 5. Indien een kandidaat zich gedurende het schooljaar zonder geldige reden aan (een deel) van het schoolexamenprogramma onttrekt, zullen –nog afgezien van verdere maatregelen- de ouders/verzorgers schriftelijk worden gewaarschuwd. Meerderjarige leerlingen zullen persoonlijk schriftelijk worden gewaarschuwd. Bij herhaling kan de schoolleiding de kandidaat bij het bevoegd gezag voordragen voor verwijdering van school en uitsluiting van het examen. XI. Bijzondere omstandigheden. 1. Er dient zodanige wijze te worden geëxamineerd dat er recht wordt gedaan aan de kandidaat. Derhalve kan de rector gehandicapte leerlingen toestaan op een aangepaste wijze examen te doen. Dit na eventueel overleg met de CVE (College van examens) Kandidaten kunnen daartoe een schriftelijk verzoek doen aan de rector, daarbij is een medische verklaring nodig. Dit geldt ook voor kandidaten die niet in staat zijn in het examenlokaal te verschijnen, maar wel in staat zijn aan het examen deel te nemen. 2. De rector kan kandidaten met een officiële dyslexie verklaring verlenging van examentijd toestaan. Ook aan ernstig negatief faalangstige leerlingen kan verlenging van tijd worden toegestaan. Voorwaarde is dat de kandidaat voor de dyslexie of faalangst onder behandeling is (geweest). Ook is een verklaring van een deskundige noodzakelijk. Verzoeken om verlenging kunnen worden ingediend bij de secretaris van het eindexamen. Een dergelijk verzoek dient voor 10 oktober te worden gedaan. Het recht op verlenging wordt medegedeeld in een brief (zie verder het gepubliceerde dyslexie protocol). Met ingang van het examenjaar 2013 worden bij het Centraal Examen geen vergrotingen meer toegestaan. Alle examens worden aangeleverd in Arial puntgrootte 12. De letters in tabellen en grafieken worden niet tot puntgrootte 12 vergroot. Een (loep)liniaal kan voor de gewenste vergroting zorgen. In incidentele gevallen zal puntgrootte 12 niet voldoende zijn. Dit zou met name kunnen optreden bij kandidaten met een combinatie van dyslexie en visuele beperking. Het examen wordt dan aangeboden als pdf op de computer van de kandidaat. De kandidaat kan dan zelf op het beeldscherm op maat vergroten Het bevoegd gezag kan een buitenlandse kandidaat, die niet langer dan 4 jaar onderwijs in Nederland heeft gevolgd, toestaan bij bepaalde vakken langer aan het examen/toetsen te werken en/of een Nederlands verklarend woordenboek te gebruiken. Een verzoek hiertoe kan via de afdelingsleider worden gedaan. Het recht op verlenging wordt medegedeeld in een brief aan de kandidaat. Leerlingen met een ernstig hoorprobleem kunnen bij de luistervaardigheidstesten de tekst op papier krijgen. Deze leerlingen volgen de luistervaardigheidstoets bij de toets voor dyslecten XII. Regeling toegestane hulpmiddelen. VMBO: Alle vakken: Alle schriftelijke examens Moderne vreemde Talen Wiskunde Nask 1 en 2 HAVO /VWO Alle vakken: Schrijfmateriaal, tekenpotlood, blauw en rood kleurpotlood Liniaal met milimeterverdeling, passer, geo-driehoek, vlakgum Elektronisch rekenapparaat. Woordenboek Nederlands Woordenboek naar en vanuit de vreemde taal. Bij Engels mag ook een woordenboek Engels-Engels gebruikt worden, i.p.v. Engels-Nederlands Windroos, roosterpapier in vierkante centimeters Binas 2e editie Schrijfmateriaal, tekenpotlood, blauw en rood kleurpotlood Liniaal met milimeterverdeling, passer, geo-driehoek, vlakgum Woordenboek Nederlands Alle schriftelijke examens Moderne vreemde Woordenboek naar en vanuit de vreemde taal. Bij Engels mag ook een Talen woordenboek Engels-Engels gebruikt worden, i.p.v. Engels-Nederlands Latijn/Grieks woordenboek latijn resp. Grieks Wiskunde A B C en D Grafische rekenmachine, roosterpapier in vierkante cm. Niet toegestaan is de applicatie ZoomMath op de grafische rekenmachine. Natuurkunde Door de docenten nader te bepalen. Scheikunde Biologie Aardrijkskunde Bosatlas 54e druk Geen enkele toets mag met potlood worden gemaakt. Indien iemand in strijd hiermee heeft gehandeld wordt na het beëindigen van de zitting het werk gekopieerd. Het origineel wordt in de kluis bewaard, de corrector ontvangt een kopie ter correctie. XIII. Onvoorziene omstandigheden. 1. Dit reglement wordt voor 1 oktober gepubliceerd op de website van het Coornhert Lyceum en is een volledig schooljaar geldig, tenzij onvoorziene omstandigheden wijzigingen noodzakelijk maken. 2. Bij kennelijke onbillijkheid en/of onevenwichtigheid ten aanzien van de onderdelen, dit ter beoordeling van de schoolleiding, kan de schoolleiding tot aanpassing van het PTA besluiten. 3. In de gevallen waarin het schoolexamenreglement niet voorziet of bij kennelijke onbillijkheid en/of onevenwichtigheid in de uitvoering ervan, beslist de rector. XIV. Regels tijdens SE’s. 1. Iedere leerling dient 5 minuten voor tijd aanwezig te zijn. Tot 30 minuten na aanvang wordt de leerling toegelaten, daarna niet meer. Als de leerling te laat is, krijg hij geen extra tijd. Bij KLV toetsen geldt dat een leerling die te laat is niet meer wordt toegelaten tot de toets. 2. Jassen en tassen mogen niet mee worden genomen naar het lokaal waar de toets plaatsvindt. Dit geldt ook voor mobiele telefoons, muziekapparatuur, etc. Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het op een veilige manier opbergen van de jassen en apparatuur. De lijst van hulpmiddelen die wel zijn toegestaan, is te vinden in het examenreglement (zie hoofdstuk XI) 3. Bij een toets van 1 lesuur mag de leerling het lokaal niet verlaten voor het einde van de beschikbare tijd. Indien de leerling klaar is, dient hij zich zodanig te gedragen dat hij anderen niet stoort. Zodra zijn werk is ingenomen mag de leerling een studieboek van een ander vak gebruiken. 4. Bij een toets van 2 of meer lesuren mag de leerling na 50 minuten, tot 15 minuten voor het einde van de beschikbare tijd het lokaal verlaten. De leerling dient zich dan zodanig te gedragen, dat hij een ander niet stoort. Zodra zijn werk is ingenomen mag de leerling een studieboek van een ander vak gebruiken. 5. Dyslectische leerlingen en andere leerlingen die extra tijd mogen gebruiken moeten het werk maken in een speciaal daartoe aangewezen lokaal. Dit kan vermeld zijn in je persoonlijk rooster, of op het mededelingenbord. Indien de leerling het werk maakt in een andere ruimte verspeelt hij daarmee het recht op extra tijd. Dyslecten en andere leerlingen die werken met de computer, gebruiken uitsluitend de door de school toegewezen account. Inloggen op ieder ander account wordt gezien als fraude. 6. Tijdens een toets is het niet toegestaan op welke wijze dan ook met anderen te communiceren, dan wel informatie ophalen van informatiedragers. 7. De leerling mag geen gebruik maken van correctielak, -pen, -lint. 8. De leerling mag alleen gebruik maken van door de school verstrekt papier. 9. Het gebruik van eigen klad/aantekenpapier is niet toegestaan. 10. De leerling noteert op ieder blad op de daartoe bestemde plaats zijn naam 11. De leerling noteert op het eerste blad hoeveel blaadjes er totaal worden ingeleverd 12. De leerling noteert op ieder blad het nummer van het desbetreffende blad. 13. Na het inleveren van de uitwerkingen van het schoolexamen mag de leerling onder geen beding wijzigingen en of aanvullingen in het ingeleverde werk aanbrengen. 14. De leerling mag het lokaal alleen verlaten als opgaven, antwoorden en kladpapier zijn ingeleverd bij de docent/surveillant. 15. Het werk dient gemaakt te worden met een blauw of zwart schrijvende pen. De leerling mag niet met potlood schrijven, tenzij anders vermeld in de opgaven. (Bijvoorbeeld bij grafieken e.d.) 16. Bij overtreding van bovenstaande regels kunnen sancties worden opgelegd zoals deze zijn vermeld in dit examenreglement. XV. Examencommissie 1. Iedere examenkandidaat is gerechtigd om bezwaar te maken tegen enig maatregel of handeling die hij strijdig acht met het examenreglement. 2. Binnen 5 schooldagen na het plaatsvinden van de maatregel of handeling, dient de leerling zijn bezwaar schriftelijk en gemotiveerd kenbaar te maken aan de secretaris eindexamen (examensecretaris) Zo nodig zal hij aan de bezwaarmaker vragen zijn bezwaar mondeling of schriftelijk toe te lichten. 3. De examensecretaris roept zo nodig de examencommissie bijeen binnen 15 schooldagen en behandelt het bezwaar in de examencommissie. De conclusie wordt aan de bezwaarmaker/ouders/verzorgers schriftelijk medegedeeld. Tegen deze conclusie is beroep bij de rector mogelijk. 4. Toekomstige wijzigingen: 1. 2014-2015. Bij de normering van de CE’s Nederlands wordt uitgegaan van de prestatie-eisen die voortvloeien uit 2F voor het VMBO, 3F voor de HAVO en 4F voor het VWO. De moeilijkheidsgraad van het CE Nederlands kan daardoor hoger zijn dan in de voortgaande examenjaren. 2. 2015-2016. Rekenen wordt onderdeel van de uitslagregeling. VMBO mogen een 5 vijf hebben voor Nederlands of de rekentoets, waarbij het andere cijfer tenminste een 6 moet zijn. Voor HAVO en VWO leerlingen geldt dat rekenen aan de kernvakkenregeling wordt toegevoegd. Dit houdt in dat dat zij dan minimaal een 5 mogen hebben voor Nederlands, Engels, wiskunde (voor zover in het pakket) en de rekentoets waarbij de andere cijfers tenminste een 6 moeten zijn. 3. Per 1 augustus 2015 vervalt de verplichting om ANW aan alle VWO leerlingen aan te bieden. ANW wordt geschrapt uit het gemeenschappelijk deel van het VWO. Het Coornhert kan het als vak aanbieden in de vrije ruimte. Daarnaast kan het Coornhert het vak ook nog verplichten. Als leerlingen het als zodanig meenemen in hun examendossier, wordt het als cijfer meegewogen in het combinatiecijfer en gemiddeld met, in elk geval, het cijfer van het profielwerkstuk en maatschappijleer. De beslissing tot verplichting van het volgen van deze lessen en/of het aanbieden van dit vak in de vrij ruimte zal in de loop van dit schooljaar worden genomen. 4. Per 1 augustus 2014 vervalt de verplichting tot het volgen van een maatschappelijke stage. 5. Met ingang van 1 augustus 2014 is er een vernieuwd examenprogramma voor de Klassieke Talen. Het vak KVC wordt vanaf dat moment opgenomen in de vakken Grieks en Latijn. Hierdoor ontstaan twee nieuwe vakken: Griekse Taal en Cultuur (GTC) en Latijnse Taal en Cultuur (LTC) Studielast beide vakken bedraagt 760 uur. De vak vernieuwing blijft beperkt tot het Schoolexamenprogramma. Vorm en inhoud van het centraal examen blijven ongewijzigd . XVI Gespreid examen /tweede keer examen doen na de eerste keer slagen In uitzonderlijke gevallen bestaat de mogelijkheid om in het laatste examenjaar gespreid examen te doen, d.w.z. het gehele examen te verdelen over twee cursusjaren. Het eerste jaar wordt examen afgelegd in een aantal vakken, in het tweede jaar in het resterende aantal. Gespreid examen moet schriftelijk en met redenen omkleed aangevraagd worden bij de afdelingscoördinator voor 1 april van het laatste examenjaar. Een gespreid examen kan alleen afgelegd worden indien de kandidaat de twee laatste examenjaren op het Coornhert Lyceum blijft. Tussentijdse overstap ( bijvoorbeeld op basis van een Uitbestedings Overeenkomst met het VAVO) is niet mogelijk. Een kandidaat kan slechts eenmaal slagen voor de afdeling waarin hij zijn examen heeft afgelegd. Bijlage 1 BELEIDSNOTITIE COORNHERT LYCEUM in zake UITBESTEDING AAN HET VAVO Sinds 1 augustus 2010 is het mogelijk om zowel gediplomeerde als ongediplomeerde leerlingen uit het voortgezet onderwijs (vo) uit te besteden aan het voortgezet algemeen volwassen onderwijs (het vavo). Voor het Coornhert Lyceum gelden hierbij onderstaande regels. ALGEMENE VOORWAARDEN 1. Wij besteden alleen leerlingen uit aan het vavo die: a. onafgebroken ingeschreven staan als leerling op het Coornhert Lyceum. Voor leerlingen die aan een MBO-opleiding zijn begonnen na het behalen van een MAVO diploma, stellen wij geen uitbestedingsovereenkomsten (meer) op. b. een mavo-diploma hebben gehaald aan het Montessori College Aerdenhout of het Wim Gertenbach College en die uitbesteed willen worden naar de havo op het vavo. Voorwaarde hiervoor is wel dat deze leerlingen voldoen aan de toelatingsvoorwaarden voor de havo op het Coornhert Lyceum én voldoen aan de verdere regelgeving zoals hieronder opgenomen. 2. Een aanvraag voor uitbesteding aan het vavo moet, bij minderjarigheid van de leerling, door ouders schriftelijk worden ingediend bij de examensecretarisvan het Coornhert Lyceum, dhr G. van Erp. ([email protected]). Dit kan vanaf het moment dat de uitslag van het eindexamen bekend is tot aanvang van de zomervakantie. De inschrijving voor een hogere opleiding wordt pas in behandeling genomen als alle benodigde documenten (naam, adres, postcode, woonplaats, sofinummer, geboortedatum en cijferlijst, motivatiebrief, schriftelijk positief advies van de vakdocenten en voor het VWO schriftelijk advies van de vakdocenten wat betreft capaciteiten, gedrag , inzet en motivatie in het afgelopen schooljaar alsmede een motivatiebrief) compleet zijn. Uiterlijk in de laatste week van de zomervakantie wordt een beslissing genomen over mogelijke uitbesteding. 3. De toelatingsvoorwaarden voor 4 HAVO en 5 VWO staan op de site van het Coornhert Lyceum. Voor 4 HAVO is deze vastgesteld door het RBO (Regionaal Besturen Overleg). VOOR WIE IS DE ROUTE BESTEMD EN WAT IS HET DOEL? 1. Een leerling van het Coornhert Lyceum (mavo, havo of vwo) die het onderwijs om uiteenlopende redenen dreigt te verlaten zonder diploma, kan uitbesteed worden aan het vavo, de zogenaamde ‘tweede weg’, en wordt daardoor in staat gesteld om alsnog een diploma te halen. 2. Een leerling van het Coornhert Lyceum (mavo, havo, vwo) die is gezakt voor het eindexamen kan aan het vavo examen doen voor de vakken waar hij voor zakte. 3. Een leerling van het Coornhert Lyceum die zijn mavo- of havo-opleiding succesvol heeft afgerond, mag door het Coornhert Lyceum worden uitbesteed aan het vavo om daar een vo-opleiding van een hogere schoolsoort (havo, vwo) te volgen. Voorwaarde hiervoor is wel dat deze leerling voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor de havo / het vwo op het Coornhert Lyceum (zie hiervoor de notitie toelatingsbeleid op onze site) én voldoet aan onderstaande voorwaarden. WAT ZIJN DE VOORWAARDEN? ingeschreven heeft gestaan. hebben een diploma te behalen als hij voortaan het vavo-traject volgt. nog maximaal in het regulier onderwijs te gaan zou hebben, vermeerderd met één leerjaar (in geval van vertraging). WELKE LEERLINGEN KUNNEN NIET UITBESTEED WORDEN? -, havo- of vwo-diploma hebben gehaald en vervolgens extra vakken volgen in dezelfde schoolsoort waar reeds met goed gevolg examen in is afgelegd. -, havo- of vwo-diploma hebben gehaald en vervolgens één of meer vakken waarin ze al met een goed gevolg een examen hebben afgelegd, opnieuw volgen om er een hoger cijfer voor te behalen. -jarigen en ouder van wie de inschrijving in het voortgezet onderwijs voor kortere of langere periode is onderbroken. -opleiding zijn begonnen na het behalen van een MAVO/HAVO diploma op het Coornhert Lyceum. EEN OF TWEE JAAR UITBESTEDEN heeft gedaan op het Coornhert Lyceum en daarvoor gezakt is. kan voor twee jaar worden uitbesteed aan het vavo als de leerling nog geen vo-diploma gehaald heeft of als de leerling op het vavo een opleiding op een hoger niveau gaat volgen. Aan het einde van het eerste jaar wordt bekeken of de studieresultaten zodanig zijn dat een tweede (eenjarige) uitbesteding gerechtvaardigd is. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan een leerling voor meer dan 2 jaar worden uitbesteed, maar alleen voor één schoolsoort. WIE REIKT HET DIPLOMA UIT? Het Coornhert Lyceum blijft verantwoordelijk voor de leerlingen die worden uitbesteed maar het vavo reikt het diploma uit. Het vavo maakt deel uit van een BVE. (BVE = beroepsonderwijs en volwasseneneducatie)
© Copyright 2025 ExpyDoc