Klik hier voor het gehele artikel.

Going Dutch – Beter
pensioen voor de Britten
Een verrassing in de Britse Queen’s Speech dit jaar: collectieve pensioenen volgens het Nederlandse CDC (‘collective
defined contribution’) model worden mogelijk in het Verenigd Koninkrijk. Naast andere innovaties in het Britse pensioensysteem, zoals de introductie van de landelijk dekkende National Employment Savings Trust, volgt nu wetgeving
om een houdbare pensioenregeling op basis van risicodeling mogelijk te maken.
DO O R R UB EN LAR OS E N A LWIN OERLEMA N S
Inleiding
De komst van CDC in het VK is een belangrijke
trendbreuk. Sinds de jaren ’80 zijn steeds meer
werknemers pensioen gaan opbouwen via een beschikbare premieregeling, terwijl regelingen met
vaste toezegging alleen nog in de publieke sector en
voor bestaande werknemers in de private sector
beschikbaar waren. Met het mogelijk maken van
CDC wordt het mogelijk om de wens van werkgevers voor een beschikbare premie te combineren
met de wens van werknemers voor een duidelijke
pensioentoezegging. Door collectieve pensioenen
vorm te geven op een wijze waarbij deelnemers
gezamenlijk de risico’s van beleggen, langleven en
inflatie met elkaar delen, kunnen verwachte pensioenuitkomsten worden verbeterd.
Het Britse stelsel door de jaren heen
Ruben Laros
Strateeg, APG
Alwin Oerlemans
Directeur Institutional Business Development, APG
Dit artikel is op persoonlijke
titel geschreven
Het Britse en het Nederlandse pensioenstelsel
waren lange tijd vergelijkbaar, maar zijn in de afgelopen decennia andere wegen ingeslagen.
De eerste pijler in het Verenigd Koninkrijk bestaat
momenteel uit drie onderdelen en wordt gefinancierd via de omslagsystematiek. Allereerst is er het
Basic State Pension dat de basis vormt en een minimuminkomen uitkeert. Daarbovenop komt het
State Second Pension waarvan de hoogte afhangt van
het inkomen (‘means-tested’). Hiernaast is er de
Pension Credit, die een aanvulling vormt voor de
lage inkomens. Deze gelaagdheid van de eerste pijler levert de nodige complicaties op. Er is dan ook
een plan gelanceerd om het geheel om te vormen
naar een eenvoudiger systeem: een uniforme uitkering die voor iedereen hetzelfde is, ongeacht het
inkomen, uit één bron. De planning is om dit in
april 2016 voltooid te hebben. Hiermee wordt de
10 PensioenAdvies - augustus 2014
Britse eerste pijler vergelijkbaar met de Nederlandse, zowel in opzet als in gemiddelde uitkering. Ook
de derde pijler, met individuele verzekeringsproducten, is vergelijkbaar met die in Nederland.
Interessanter is de tweede pijler die bestaat uit pensioen via de werkgever. Dit zijn hoofdzakelijk kapitaalgedekte pensioenregelingen, al zijn er enkele
specifieke regelingen voor overheidspersoneel (bijvoorbeeld leraren, brandweer en politie) die op
omslagbasis zijn gefinancierd. Het Britse stelsel
werd voor de jaren ’80 vooral gekenmerkt door genereuze DB (‘defined benefit’)-regelingen: eindloonregelingen met onvoorwaardelijke indexatie
(tot een bepaald maximum). Onder druk van de
toenemende
terughoudendheid van
werkgevers
om pensioenrisico op hun
balans te nemen (ook als
gevolg van de
nieuwe FRS-17 accountingregels), de veranderende
demografie en de bewegingen op financiële markten, werd het steeds minder aantrekkelijk om nog
een DB-regeling aan te bieden als werkgever.
Momenteel hebben
de meeste Britten
slechtere pensioenvooruitzichten dan
Nederlanders
Daarnaast boden de toenmalige overheden de mogelijkheid om op een fiscaal aantrekkelijke manier
over te stappen (‘contracting out’) op DC-regelingen, wat dan ook op grote schaal gebeurde. Tijdens
deze overstap zijn veel mensen verkeerd geïnformeerd door tussenpersonen die niet de belangen
van de klanten behartigden, maar juist inspeelden
op onkunde en onwetendheid. Dit is later de boe-
ken ingegaan als het mis-selling scandal, aangezien veel producten tegen een te hoge prijs zijn verkocht.
De omzetting naar DC en het mis-selling scandal werken nog
steeds door. Momenteel hebben de meeste Britten slechtere pensioenvooruitzichten dan Nederlanders. Dit heeft verschillende
redenen. Allereerst is er sprake van een lage deelname aan pensioenregelingen. Voor de introductie van automatische inschrijving (‘automatic enrolment’) participeerde slechts de helft van de
werknemers aan de pensioenregeling van zijn werkgever, vele van
hen in een DC-regeling. Deze regelingen hadden naast lage deelname ook nog andere problemen. Zo worden de regelingen gekenmerkt door hoge kosten, lage premies en verkeerde beleggingskeuzes voor deelnemers. Dit alles zorgt ervoor dat de
ervaring met DC in het Verenigd Koninkrijk niet gunstig is. Tegen
deze achtergrond zijn de (aangekondigde) veranderingen dan ook
goed te begrijpen.
Pensioenveranderingen in het VK
De afgelopen vijf jaar is het besef gegroeid dat de rigoureuze aanpassingen in het pensioenstelsel in de afgelopen decennia leiden
tot slechtere pensioenuitkomsten. De eerste belangrijke verbetering in het stelsel is de invoering van automatische inschrijving.
Hierbij worden alle werkgevers verplicht een pensioenregeling
aan te bieden aan hun werknemers. Werknemers doen vervolgens
automatisch mee aan deze pensioenregeling, maar hebben wel de
keuze hieruit te stappen (‘opt-out’) als zij dat willen.
Werkgevers kunnen hun pensioenregeling onderbrengen bij een
van de pensioenuitvoerders in de Britse markt of bij de National
Employment Savings Trust (www.nestpensions.org.uk), het alternatief dat de Britse overheid heeft opgericht. Sinds 2012
wordt dit systeem van automatische inschrijving geleidelijk ingevoerd. De premie neemt geleidelijk toe en zal in 2018 8% per
jaar bedragen (3% werkgever, 4% werknemer en 1% belastingvoordeel). De pensioenregeling kent lage kosten voor administratie en beheer (1,8% van de inleg en jaarlijks 30 basispunten
(0,3%) over het opgebouwde vermogen). De komst van NEST
leidt tot een basispensioenvoorziening op basis van beschikbare
premie in het VK.
Transparantie en verlaging van de kosten van uitvoering en vermogensbeheer vormen een tweede belangrijk thema. Daarbij
wordt specifiek gekeken naar de kosten van DC regelingen, waarbij de kosten van het beheer worden beperkt tot naar verwachting 75 basispunten (0,75%) per jaar van het opgebouwde vermogen. Ook is een groeiende trend zichtbaar tot consolidatie in
de pensioensector waarbij
pensioenfondsen in toenemende mate samenwerken
om zo de kosten te verlagen.
Britse pensioenlandschap bestaat
vooral uit kleine
pensioenregelingen
en relatief veel
kleine pensioenfondsen
Een andere opvallende stap
is de verruiming van de mogelijkheden tot de opname
bij pensionering van het opgebouwd vermogen in beschikbare premieregelingen.
Waar het VK al een ruime
regeling kende door toe te staan dat 25% van het opgebouwde
vermogen belastingvrij na pensionering kon worden opgenomen
en de verplichting tot het kopen van een uitkering pas op het 75e
levensjaar inging, is dit nu verder verruimd. Het is binnenkort
mogelijk om het gehele pensioenvermogen van beschikbare premieregelingen na pensionering op te nemen (waarvan 25% belastingvrij). Dit wordt gezien als een opmerkelijke stap. Enerzijds
vormt dit een stimulans voor pensioensparen, maar anderzijds
gaat het tegen de trend in om juist te borgen dat met het opgebouwde kapitaal een uitkering wordt zeker gesteld.
CDC-regelingen in Nederland
Sinds het afgelopen decennium zijn CDC-regelingen sterk in
opkomst. Net als bij DB-regelingen wordt de pensioentoezegging
gebaseerd op basis van het gemiddelde salaris en het aantal deelnemersjaren, maar anders dan in een traditionele DB-regeling
wordt de premie voor een aantal jaren (tenminste vijf jaar) vastgelegd. De sponsor (werkgever) is daarmee niet meer verantwoordelijk voor optredende tekorten in het fonds als gevolg van tegenvallende beleggingsresultaten, hogere levensverwachting of hogere
indexatie (doordat de kosten van levensonderhoud of de lonen
stijgen). Deze risico’s worden door de werknemers gezamenlijk
gedragen. Voor werkgevers heeft de CDC-regeling als voordeel
dat een goede collectieve pensioenregeling in stand kan blijven,
zonder dat de open einde risico’s bij hen terechtkomen. Anderzijds betekent dit ook dat de onderneming niet meer kan profiteren van hoge beleggingsrendementen in het fonds in de vorm van
een lagere premie in dergelijke situaties. Voor de werknemers telt
vooral dat de kwaliteit van de pensioenregeling wordt geborgd.
Bij het overstappen van DB naar CDC zijn werkgevers doorgaans bereid eenmalig de financiële positie van het fonds te versterken als compensatie voor de overdracht van het risico. Adviseurs ondersteunen het fonds bij het vaststellen van een
redelijke vergoeding.
Aanvankelijk waren het vooral internationaal opererende ondernemingen die te maken hadden met internationale accounting
augustus 2014 - PensioenAdvies 11
regels die de voordelen van CDC voor de sponsor zagen. Daarbij
waren diverse ondernemingen met een langere historie, waar de
balans van het pensioenfonds groot was geworden vergeleken
met de achterliggende sponsor. In dergelijke gevallen was het
voor werkgevers lastiger om eventuele tekorten bij het pensioenfonds op te vangen zonder de eigen continuïteit aan te tasten.
Het premiestuur van het pensioenfonds had bij deze fondsen
weinig kracht meer. Het aantal pensioenfondsen waarvoor dit het
geval is, zal alleen maar toenemen gezien de volwassen staat en
toenemende vergrijzing van de fondsen.
In de periode 2004-2005 hebben diverse ondernemingspensioenfondsen van beursgenoteerde Nederlandse ondernemingen de
overgang gemaakt naar CDC. Voorbeelden hiervan zijn de pensioenfondsen van Akzo Nobel, Arcadis, SNS Reaal, Telegraaf
Media Groep en Volker Wessel Stevin. Na de financiële crisis van
2008 zijn veel ondernemingspensioenfondsen omgevormd naar
CDC. Naast kleinere fondsen is in de afgelopen jaren ook een
aantal grote pensioenfondsen, zoals de pensioenfondsen van ABN
AMRO, ING, Philips en Rabobank overgegaan naar CDC.
Een andere belangrijke keuze betreft welke risico’s gedeeld
worden in een CDC. Het delen van risico’s in een grotere groep
en over verschillende generaties biedt mogelijkheden om de
verwachte pensioenuitkomsten te verbeteren, maar kan ook vragen oproepen over transparantie en stelt eisen aan de communicatie en governance van het pensioenfonds. In Nederland zijn
de afgelopen jaren de eisen ten aanzien van communicatie en
bestuur flink opgehoogd, terwijl hier in het VK nog een uitdaging ligt.
Daarnaast moet rekening gehouden worden met de verschillen in
wetgeving. Waar het Nederlandse pensioencontract door de jaren
heen veranderd is om werkgevers te ontlasten (van eindloon naar
middelloon en het implementeren van conditionele indexatie) is
het Britse stelsel minder bekend met zulke flexibele contracten.
Al moet wel worden opgemerkt dat veel nog bestaande DB-regelingen inmiddels zijn overgegaan op de middelloon methodiek en
ook de indexatieverplichting in hoogte is teruggeschroefd. Doordat de toekomst altijd een belangrijke mate van onzekerheid in
zich heeft, is een bepaalde mate van flexibiliteit in het pensioencontract gewenst.
Best of both worlds
Steve Webb, de Britse Minister of State for Pensions, heeft het tot
zijn missie gemaakt om de pensioenvoorziening in het VK te verbeteren. Eén van zijn speerpunten is om ‘Dutch-style pension’ mogelijk te maken in wetgeving. Door zijn inspanningen lijkt het nu
mogelijk te worden om inderdaad kapitaalgedekte CDC-regelingen aan te bieden. In het ontwerpen van CDC heeft het Verenigd
Koninkrijk de kans om een product neer te zetten dat de goede
kanten van zowel het Nederlandse als het Britse stelsel combineert. Toch is er ook de nodige kritiek op de plannen. Zo wordt
gevreesd dat CDC leidt tot kruissubsidies tussen groepen in het
collectief, bijvoorbeeld in de vorm van jong naar oud. De beoogde welvaartswinst van 10 tot 30 procent wordt door tegenstanders in twijfel getrokken.
Daarnaast wordt gewezen op de culturele verschillen tussen het
VK en Nederland. Zo is de Angelsaksische cultuur er een waar
eigendomsrechten helder geformuleerd worden. Het risico van
verlaging van rechten (korten) in CDC-regelingen is weinig geaccepteerd in een cultuur waar collectieve pensioenen vooral draaien om het waarmaken van verwachtingen, zelfs als dat ten koste
gaat van de financiële gezondheid van het pensioenfonds. Dit risico uitsluiten in een CDC-regeling zal echter de mogelijkheden
tot beleggen beperken. Anderzijds geldt dat in bestaande DCregelingen opgebouwd kapitaal als gevolg van schommelingen in
beleggingen ook fors kan dalen (evenals de omvang van de eventueel later aan te kopen annuïteit).
12 PensioenAdvies - augustus 2014
Ook is van belang om werkgevers ervan te overtuigen dat de keuze voor CDC er een voor de lange termijn is en de overheid
borgt dat de pensioenrisico’s niet door wetgeving terug kunnen
komen op de balans van de ondernemingen.
De laatste les die de Britten kunnen trekken uit het Nederlandse stelsel is er een van schaalgrootte. Het Britse pensioenlandschap bestaat vooral uit kleine pensioenregelingen en relatief
veel kleine pensioenfondsen. Er zijn nog veel schaalvoordelen te
halen door consolidatie. Ook risicodeling is gebaat bij schaalgrootte. CDC zou de opstap kunnen zijn in het consolideren
van meerdere pensioenregelingen en in het creëren van nieuwe,
grotere collectieven. Vooral de National Association of Pension
Funds (het Britse equivalent voor de Pensioenfederatie) maakt
zich hard voor de verbetering van zogenaamde master trusts
waarin meerdere werkgevers hun pensioenregelingen in kunnen
onderbrengen.
Slot
De pensioenlanden Nederland en het VK komen door de veranderingen in het VK weer dichter bij elkaar. Het opnieuw stimuleren van kapitaalgedekt pensioen in het VK via NEST en het borgen van collectieve regelingen via CDC wetgeving vormen
belangrijke stappen op weg naar betere pensioenresultaten voor
de Brit. Een voorbeeld voor andere Europese landen die nog eenzijdig leunen op pay-as-you-go pensioenen!