“Dansende mensen voor onze neus”

Interview
Amsterdam Klezmer Band
“Dansende mensen voor onze neus”
Het twaalfde album van de
Amsterdam Klezmer Band moest
iets speciaal worden. De AKB in een
nieuwe jas. In producer/componist
Jori Collignon van de electronische
popband SKIP&DIE vonden ze de
aangewezen persoon voor wat
Blitzmash is geworden. “Jori trekt
de Amsterdam Klezmer Band naar
2014.”
Tekst: Jasper van Vught
Foto’s: Fred van Diem en Joke Schot
“Ik heb jodenkoeken gehaald, om in de sfeer te blijven!”, grapt Gijs
Levelt, terwijl hij de boodschappentas leeghaalt. De trompet­tist heeft
zojuist boodschappen gedaan en negen hongerige mannen nestelen
zich rond de eettafel in het keukentje van Kytopia voor de lunch.
Boterhammen worden gesmeerd, de wc bezocht en mobieltjes
gecheckt. De zeven leden van Amsterdam Klezmer Band en twee
geluidstechnici zijn de hele ochtend bezig geweest met de opnamen
van wat hun twaalfde album zal worden. Het is de vierde en laatste
opnamedag, maar desondanks zit de stemming er nog goed in.
De werkwijze is bijzonder: de band schrijft de nummers en speelt de
partijen in, waarna producer/componist Jori Collignon van de
electronische popgroep SKIP&DIE met de nummers in de weer gaat
en met percussie, electronica en drums zijn bijdrage aan het geheel
geeft. “Wij geven hem kapstokken van de nummers die straks met
zijn inbreng tot leven komen”, legt Job Chajes uit. “De meeste
nummers zijn vorige week geschreven en uitgewerkt tot schetsen. De
nummers zijn voor ons dus ook nog vers.” De partij­en worden
vervolgens doorgestuurd aan de diverse gastmuzikan­ten. Onder
andere Benjamin Herman, Kivilcim, Yuriy Ghurzy, Cata.Pirata van
SKIP&DIE en Orhan Osman zullen een gastbijdrage leve­ren. Het
resultaat komt vervolgens naar Amsterdam, waar Collignon met de
opnamen aan de slag gaat in zijn thuisstudio.
58 JA N UA R I / F E B RUA R I 2 014
www.jazzism.nl
www.jaz z is m .nl
J A N UA R I/F E B RUA R I 2 0 1 4 59
“Ik heb er
een hekel
aan om
steeds mijn
trompet
schoon te
moeten
maken na
het spelen,
dus poets ik
liever mijn
tanden”
F ris s e ja s
De opvallende samenwerking tussen de AKB en
Collignon komt tot stand dankzij trombonist Joop
van der Linden. Toen hij met zijn andere band De
Jongens Driest de blazers inspeelde voor het
debuut­­­album van SKIP&DIE, was hij onder de indruk
van het werk van Collignon, die voor een belangrijk
deel verantwoordelijk is voor het geluid van de
groep. Van der Linden liet de rest van de AKB horen
wat SKIP&DIE deed. Die waren snel overtuigd. Janfie
van Strien: “De manier waarop Jori met beats en
percus­sie omgaat, is heel creatief. Het komt dan wel
uit een computer, maar het klinkt toch heel natuur­
lijk.” Het idee om het geluid van AKB een flinke
make-over te geven door met een externe producer
te werken, leeft al langer”, legt Van Strien uit. “Het
is een langgekoesterde wens om eens met percussie
en drums te werken. Dit jaar moest het er maar
eens van komen.”
Het is niet de eerste keer dat de groep met
producers uit de electronische hoek werkt. Op
Remixed uit 2007 gingen producers en groepen als
Shantel, C-Mon & Kyspki, La Boutique Fantastique
en Stefan Schmid (Zuco 103, red.) met hun liedjes
aan de haal. Om te zorgen dat het niet opnieuw een
allegaartje wordt, werkt de band nu met één
producer: Collignon. “We hopen dat hij ons een
frisse jas aantrekt”, aldus Gijs Levelt. Chajes voegt
toe: “Wij hebben een tijdloos geluid, onze muziek
had ook veertig jaar geleden gemaakt kunnen
worden. Dat geldt niet voor wat Job maakt, dat is
de sound van nu. Wij hopen dat hij de Amsterdam
Klezmer Band naar 2014 trekt.”
G ek o o k te s p a ghet t i
Na de lunch is het tijd voor Bhangra Balkan Style.
Theo van Tol mag als eerste aan de slag om zijn
accordeonpartij op te nemen. In een klein kwartier­
tje staat het er op en is de volgende aan de beurt.
Dat is Levelt, die nog even zijn tanden poetst
60 JA N UA R I / F E B RUA R I 2 014
www.jazzism.nl
alvorens te spelen: “Ik heb er een hekel aan om
steeds mijn trompet schoon te moeten maken na
het spelen, dus poets ik liever mijn tanden”, legt hij
uit. Het is te zien dat de band vaker met dit bijltje
heeft gehakt. De sfeer is ontspannen, maar gecon­
cen­treerd. Geschoolde muzikanten die vanaf blad
spelen en discussiëren in termen als ‘laten we dat
b-tje nog eens spelen’ of ‘twee maten’. Die ervaring
maakt voor de beleving weinig uit; Van Strien
schudt wild met zijn heupen, terwijl hij de klarinet­
partij inspeelt voor Stompin’ Mokum, een snelle,
gejaagde track met korte, hikkende accordeonpartij.
In de controlekamer springt Roy van Rosendaal heen
en weer tussen soundboard en computer om de
partij­en op te nemen en het resultaat direct te
beluis­teren.
Voor de opnamen is het gezelschap neergestreken
in de grootste studio van Kytopia, de muzikale
speel­tuin van Kyteman in Utrecht. In de opname­
ruimte zweten vaste geluidstechnicus/mixer Michiel
Cornelisse en engineer Van Rosendaal achter het
mengpaneel. De airco is nog niet geïnstalleerd en de
combinatie van de eerste zomerdagen en de electro­
nische apparatuur zorgt voor tropische tempera­
turen. De studio oogt rommelig; ergens in de hoek
slingert het loodzware beeld van Kytemans Popprijs,
overal staat apparatuur en liggen bossen kabels als
gekookte spaghetti door elkaar.
‘De bam ’
Even na vier uur stapt Colin Benders zelf binnen. Hij
heeft net in Duitsland opgetreden met zijn orkest en
komt even kijken hoe zijn gasten het er vanaf
brengen. Enthousiast worden er handen geschud,
hier en daar gevolgd door een hug. Kort wordt hij
bijgepraat over de stand van zaken. Het idee van de
band is dat ‘Kyte’ ook een trompetsolo zal inspelen.
Tijd om hem dat te vragen, is er niet; net zo plotse­
ling als hij er was, is hij enkele minuten later weer
vertrokken.
De man die de Amsterdam Klezmer Band in een
nieuwe jas moet steken, is elders op het Kytopia­
complex nog bezig met een speciale liveshow van
SKIP&DIE. Na de lunch komt hij de opnamen van
vanochtend te beluisteren. Acht man verzamelt
zich op de paar vierkante meter rond de immense
geluidstafel met zijn honderden knopjes, tientallen
schuiven en talloze lichtjes. Cornelisse staat er als
de bestuurder van een vliegdekschip achter en laat
de opgenomen partijen horen. Er wordt stilletjes
geluisterd. Het enige hoofd dat meeknikt op de
maat, is dat van Collignon. Met zijn baggy
trousers, oversized t-shirt en tien jaar jongere
leeftijd valt hij onmiddellijk op in het gezelschap.
Hij is zichtbaar tevreden over wat hij hoort. Bij
sommige gedeelten maakt hij handgebaren, alsof
hij in zijn hoofd al met de track aan het werk is.
Wanneer hij zich in de discussie mengt en de band
in noten en toonhoogtes praat, is zijn vocabulaire
doorspekt met woorden als ‘chopstuk’, ‘vet’ en ‘de
bam’. Het werkt aanstekelijk en al snel vallen aan
beide kanten woorden als ‘fixen’ en ‘choppen’.
Collignon, even later: “Het is heel knap wat zij
doen, het zijn echt goede muzikanten. De meeste
opnamen staan er in drie takes op, dat ben ik niet
gewend. In dit basismateriaal zit een goede energie
en het heeft karakter. Nu ga ik kijken wat voor
beats ik erbij ga gebruiken, dat is mijn aandeel in
het verhaal.”
J ui st e sp oor
Wat de precieze uitkomst gaat worden, weten beide
partijen nog niet. Dat is ook juist de bedoeling, lacht
Van Strien: “Het is een experiment, een sprong in
het diepe. Onze bandsound blijft heel belangrijk.
Verder zijn er nauwelijks restricties over wat er kan
en wat er mogelijk is.” Collignon is blij met het
vertrouwen dat hij krijgt en zijn handen jeuken om
met het materiaal aan de slag te gaan: “Riots in the
Jungle (het debuutalbum van SKIP&DIE, red.) was de
eerste plaat die ik zelf produceerde. Dat wil ik ook
voor andere bands doen. Dus toen ze mij vroegen
dit te doen, heb ik direct ‘ja’ gezegd. Het is heel
leerzaam, mijn ideeën veranderen constant.”
Die avond zullen ze tot ver na 22 uur aan het werk
zijn. Eind november legt Collignon de laatste hand
aan de opnamen van wat Blitzmash zal gaan
worden. “Het was heel erg leuk, ik zou het zo weer
doen”, kijkt hij terug op de bijzondere samen­wer­
king. “Ik wilde de nummers een eigenzinnige
wending geven. Uiteindelijk is het geworden wat ik
vooraf hoopte: een diverse combinatie van analoge
en digitale muziek die goed in balans is.” De inge­
speel­de partijen van de AKB zette hij naar zijn lap­
top over en is daarmee gaan experimenteren met de
percussietracks die hij met percussionist Gino
Bombrini opnam. Collignon: “Het was soms een
aardige puzzel, omdat ik vooraf geen duidelijk beeld
had van wat er uit zou komen. De mogelijkheden
waren groot. Daardoor was het soms zoeken naar
een richting. Als ik ergens niet uitkwam, koppelde ik
het terug naar de band, die mij met een idee weer
op het juiste spoor zette. Tegelijkertijd moest ik er
rekening mee houden dat iedereen in de band
inbreng heeft en ideeën aandraagt. Soms moest ik
het nummer volgen, soms moest ik de teugels
strakker trekken en mijn eigen ideeën
doordrukken.”
Di ep kl a nkb e e l d
Van der Linden heeft de eerste complete tracks
net gehoord en is zeer tevreden met het resultaat.
Het plan om de Amsterdam Klezmer Band een
nieuwe sound te geven, is meer dan gelukt, aldus
de trombonist: “Collignon heeft onze muziek als
uitgangspunt genomen en die toch in waarde
gelaten. Hij heeft een extra laag toegevoegd met
electronica en akoestische drums, waardoor het
organisch voelt. Het geeft de muziek een heel
nieuwe dimensie.” De tien jaar leeftijdsverschil
tussen Collignon en de leden van de ABK ziet Van
der Linden als belangrijke reden: “Hij is opge­
groeid met andere muziek, is een kind van de
electronica en dance. Collignon deed dingen met
de nummers die wij van zijn levensdagen niet
hadden kunnen bedenken. Zoals Rokjesdag: dat
was een reggaetrack met een dikke groove. Nadat
hij er mee aan de slag was gegaan, zaten er plots
allemaal breaks en gekke geluidjes in. Hij heeft
een diep klankbeeld waarin naast muziek ook
niet-muzikale elementen een rol spelen. Zoals
vogelgeluiden, gesprekken of geluiden van de
straat. Wij zijn allemaal erg onder de indruk van
hoe het heeft uitgepakt.”
Met Blitzmash staat de band komende zomer op
veel verschillende festivals. Hoewel de band in
2012 op het grote Hongaarse Sziget festival de
boel op stelten zetten, durfden veel andere festi­
vals het eerder niet aan de band te boeken”,
vertelt Van der Linden. “Omdat we folky zijn en
geen drummer hebben, denken veel festivals dat
we te weinig kracht hebben op zo’n groot
podium”, vertelt hij. “We hebben net de eerste
repetities met de nieuwe liedjes achter de rug en
merken dat het plaatje met drums wat duidelijker
te begrijpen is. Dat maakt het makkelijker om op
grote festivals te spelen. Daar kijken we naar uit;
we zien graag dansende mensen voor ons neus.
Deze zomer willen we veel feestjes bouwen.”
www.jaz z is m .nl
“In dit basismateriaal zit
een goede
energie en
het heeft
karakter”
J A N UA R I/F E B RUA R I 2 0 1 4 61