Collegebesluit belastingverordeningen 2015.

*
gemeente Roermond
@
VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND
datum
indiening:
afdeling
datum/agendapunt B&Wvergadering : 041 1 141 414
26 september 2014
Financiën
Belastin
On
rorden
2015
Voorstel:
1.
De raad voor te stellen de volgende belastingverordeningen conform het concept raadsvoorstel en
daarbij behorende raadsbesluiten vast te stellen:
a. Verordening onroerende zaakbelasting;
b. Verordening afualstoffenheffing;
Verordening rioolheffing;
d. Verordening hondenbelasting;
c.
e. Legesverordening;
f. Verordening lijkbezorgingsrechten;
g Verordening marktgelden;
h.
2.
3.
i.
j.
k.
Verordening precariobelasting;
Verordeningtoeristenbelasting;
Verordening watertoeristenbelasting;
Verordening haven- en kadegelden.
De portefeuillehouder Financiën machtigen eventuele tekstuele aanpassingen door te voeren.
begroting wijzigen conform de toelichting op de middelen.
Behandeling in:
raadscommissie:
BM
gemeenteraad van
overlegorgaan:
18 december 2014
Beslissing B&W:
1. akkoord;
2. akkoord;
3. akkoord.
Handtekening gemeentesecretaris:
op:
1 december2014
advisering
onderwerp: Belastingverordeningen20lS pagina:2
Bijlagen:
Concept-raadsvoorstel met bijbehorende concept-raadsbesluiten ter vaststelling van de diverse
belastin gverordenin gen.
Toelichting op voorstel:
Bij de wijzigingen van de diverse belastingverordeningen, rechten en tarieven is rekening gehouden met de
wetswijzigingen en met wat door de raad als beleid is vastgesteld. ln de begroting 2015 wordt een prijsindex
gehanteerd van 1,5o/o. Dit heeft tot gevolg dat een groot aantal tarieven minimaal wordt gewijzigd, tenzij er
reden is om hier van af te wijken.
Bij het redigeren van de verordening rioolheffing is voorts rekening gehouden met motie 13M35 waarin het
college wordt opgeroepen een onderzoek te doen naar de mogelijkheid van tariefdifferentiatie bij het heffen van
rioolrechten bij garageboxen.
De navolgende verordeningen worden gewijzigd:
Verordening onroerende-zaakbelastingen;
Verordening afualstoffenheffing;
Verordening rioolheffing;
Verordening hondenbelasting;
Legesverordening;
Verordening lijkbezorgingrechten;
Verordening marktgelden;
Verordening precariobelasting;
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9. Verordening toeristenbelasting;
1
0. Verordening watertoeristenbelasting;
11. Verordening haven- en kadegelden.
Voor de raad worden de verordeningen ter inzage gelegd met daarin de tarieven 2014 en 2015 met elkaar
vergeleken(de zogenaamde was-wordt versie).
Hieronder worden per verordening de belangrijkste wijzigingen nader toegelicht.
Verordening onroerende zaakbelasting
ln de begroting 2015 zijn aannames gedaan ten aanzien van de waardeontwikkeling van woningen en nietwoningen. Deze aannames waren gebaseerd op cijfers medio dit jaar omtrent de landelijk te verwachten
waardedaling van onroerend goed. Ondertussen is op basis van de marktanalyse van de woningen en nietwoningen gebleken dat de werkelijke waardedaling iets lager uitkomt dan de landelijke trend.
De naar de huidige prognoses berekende waardedaling van onroerend goed is voor woningen gemiddeld 2,8 %
en niet-woningen 3,1 %. ln de begroting 2015 is uitgegaan van een daling van 3,0% en 3,5%.
Dit betekent dat de in de begroting 2015 genoemde tarieven iets hoger zijn dan nodig om de beoogde
opbrengst voor 2015 te realiseren. Daarom wordt voorgesteld de tarieven in de verordening daar op aan te
passen.
onderwerp: Belastingverordeningen20lS pagina:3
ln onderstaand overzicht zijn de tarieven 2014, de voorgestelde tarieven in de begroting 2015 en de
voorgestelde tarieven in de verordening opgenomen.
Belastingsoort
Ta¡lef2014*
ln begroting 2015
Tariefvoorstel 2015*
genoemde tarieven*
OZB eigenaren woningen
OZB eiqenaren niet-woninqen
OZB gebruiker niet-woningen
0,1388 %
0,1485 %
0,1482
0/o
0/o
0,1663 %
0,1770 %
0,1763
0,1409 %
0j501%
0,1495 %
"tarief in percentage van de WOZ-waarde
De wijziging van de tarieven is niet van invloed op de (gemiddelde) lastendruk. De daling van de tarieven wordt
gecompenseerd door een hogere waarde van het belastingobject.
Verordening afvalstoffen heffing
De inzameling van huishoudelijk afual is bij wet aan de gemeente opgedragen. Daarnaast verzorgt de
gemeente de inzameling van bedrijfsafual ten behoeve van de bedrijven met wie tezake hiervan een
overeenkomst is aangegaan. De gemeente zamelt bedrijfsafual in bij circa 800 aansluitingen.
Op 19 december 2013 heeft de raad ingestemd met de maatregelen die zijn voorgesteld in het
grondstoffenplan. Eén van de maatregelen is de inzameling van bedrijfsafual per 1 januari2015 beëindigen.
ln het grondstoffenplan hebben wij aangegeven dat de inzameling van bedrijfsatual geen wettelijk taak is en dat
kosten van inzameling en verwerking in verhouding hogere lasten met meebrengen dan de reguliere inzameling
van huishoudelijk afual. Voorts gaven wij aan dat het op grond van financiële en andere voordelen de voorkeur
verdient de inzameling van bedrijfsafual te beëindigen. Bedrijven z¡n zelt verantwoordelijk voor de inzameling
van hun bedrijfsafual. Hiervoor kunnen ze gebruik maken van particuliere afualinzamelaars. De betreffende
bedrijven worden h ierover geïnformeerd.
Het tarief van de afualstoffenheffing daalt ten opzichte van 2014 met € 1,32. Voorgesteld wordt het tarief
afualstoffenheffing 2015 vast te stellen op € 201,- (was in 2014 € 202,32).
Verordening rioolheffing
Sinds 1 januari 2008 kan de gemeente op grond van artikel 22EaGemeentewet een rioolheffing instellen om
haar watertaken te bekostigen. De rioolheffing is de opvolger van het rioolrecht.
Een belangrijk verschil tussen het rioolrecht en de rioolheffing is het begrip aansluiting waarvoor de
belastingplicht geldt. Bt1 het oude rioolrecht was er sprake van een aansluiting als er een fysieke verbinding
bestond tussen het perceel en de riolering. De aan de huidige rioolverordening ten grondslag liggende
Watenret denkt vanuit water, waardoor er ook al sprake is van een aansluiting als deze indirect is. Dit houdt in
dat als een perceel of garagebox hemel-, grond- of afualwater voor verdere verwerking aan een gemeentelijke
voorziening aanbiedt, er sprake is van een aansluiting en daarmee belastingplicht. Daarbij maakt het niet uit of
het gemeentelijk buizenstelselfysiek is verbonden aan het perceel.
De rioolheffing wordt geheven van eigenaren van percelen die bij aanvang van het belastingjaar direct of
indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering. Een perceel is volgens artikel 1 van de verordening een
roerende of onroerende zaak of een gedeelte daarvan. De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per
perceel.
Wat wordt er belast
Onder de heffing vallen dus alle percelen, dit zijn bijvoorbeeld losstaande woningen, individuele rijtjeshuizen,
individuele appartementen (flats), bedrijfspanden, loodsen, garageboxen, bergingen etc. Voorwerp van de
onderwerp: Belastingverordeningen20lS pagina:4
belastingheffing is wat zich op een perceel bevindt.
Losstaande garageboxen en andere kleine objecten lozen vaak geen huishoudelijk afualwater, maar maken
meestal wel op (in)directe manier gebruik van het gemeentelijk riool- en drainagestelsel, dan wel
oppervlaktewater als afuoer voor overtollig hemel- en grondwater. Omdat deze afuoermogelijkheden (mede)
door de gemeente worden onderhouden, dienen de eigenaren hiervoor in de huidige situatie rioolheffing te
betalen.
Tariefdifferentiatie
De gemeenteraad heeft op 19 december 2013 motie 13M35 aangenomen waarin het college is opgedragen
onderzoek te doen naar de mogelijkheden van tariefdifferentiatie bij de rioolheffing voor garageboxen.
Hoewel garageboxen profijt hebben van de (in)directe aansluiting op de riolering, is het verdedigbaar te stellen
dat garageboxen minder profijt hebben dan bijvoorbeeld woningen of bedrijfspanden. Een lager tarief hiervoor
zou dan ook uitkomst kunnen bieden.
Voor de belastingheffing is een losstaande garagebox niet anders dan een opslagloods of een berging of een
bedrijfspand. De formulering van de in de verordening op te nemen tariefdifferentiatie verdient daarmee
bijzondere aandacht. Er dient zoveel mogelijk een objectief criterium te worden geformuleerd waarbij moet
worden voorkomen dat willekeur ontstaat. lndien wordt besloten dat garageboxen voor een gedifferentieerd
(lager) tarief worden aangeslagen rijst de vraag of kan worden volstaan met tariefdifferentiatie van enkel
garageboxen. Denkbaar is dat naast losstaande garageboxen ook met losstaande garageboxen vergelijkbare
objecten zoals losstaande loodsen, bergingen, fietsenstallingen en dergelijke voor tariefdifferentiatie in
aanmerking moeten komen (omdat deze in vergelijkbare mate weinig kosten oproepen voor de gemeente, waar
het gaat om inzameling en afuoer van hemel- en afualwater). Als dat niet gebeurt, bestaat het risico dat de
gemeente in rechte zal worden betrokken door de eigenaren van met garageboxen vergelijkbare objecten
waarbij zij, met beroep op het gelijkheidsbeginsel, zullen betogen ook voor tariefdifferentiatie in aanmerking te
komen.
Geadviseerd wordt om tot een objectieve afbakening te komen die recht doet aan het verzoek van de raad om
tot een beperking van de belastingheffing op garageboxen te komen en rekening houdt met het
gelijkheidsbeginsel. Hiervoor wordt geadviseerd om een bepaling op te nemen gekoppeld aan de waarde van
een perceel. Er worden 384 garageboxen betrokken in de rioolheffing. De waarde hiervan varieert tussen de
€ 7.000,- en € 336.000,-. De keuze van het ondergrensbedrag dat hierbij gehanteerd wordt is vrij, alwordt
voorgesteld hiervoor € 40.000,- te hanteren. Met dit ondergrensbedrag vallen enezijds vrijwel alle garageboxen
onder deze objectieve norm (362 garageboxen). Anderzijds leidt dit criterium, dat gaat gelden voor alle
percelen, overigens tot een uitbreiding van de groep die in aanmerking komt voor een verlaagd tarief.
Tariefstelling en financiële implicaties
Naast de bepaling van wat belast wordt is ook het tarief van heffing van belang. ln de huidige vastgestelde
heffingssystematiek geldt er voor alle percelen een vast belastingtarief. Weliswaar kan worden betoogd dat
garageboxen minder profijt hebben van de aansluiting op een riolering, maar zr¡ hebben nog altijd wel enig
profijt, anders zouden ze überhaupt niet in de heffing betrokken kunnen worden. Voor de hoogte van een
gereduceerd tarief kan geen onderbouwing worden gegeven. Omdat sprake is van enig profijt wordt voor
beperkt afuoerende objecten voorgesteld een tarief te hanteren van 50% van het geldende volle tarief
rioolheffing.
Op basis van de prognose gemeentelijke heffingen 2015 van BsGW worden 29.635 objecten in de heffing
betrokken. Dit zijn iets meer objecten dan waarvan bij het opstellen van de begroting 2015 is uitgegaan (29.450
objecten). Voor een kostendekkende exploitatie bedraagt de geraamde opbrengst rioolheffing € 4.823.795,-.
Uitgaande hiervan komt het tarief rioolheffing neer op een bedrag van € 162,77 per perceel.
onderwerp: Belastingverordeningen20l5
pagina:5
Er z¡n circa 692 percelen met een WOZ waarde beneden € 40.000,- waarvan 362 garageboxen. Door voor
deze percelen een verlaagd tarief te hanteren (50% van het volledige tarief) nemen de inkomsten uit rioolheffing
af met een bedrag van € 55.860,-.
Door het vervallen van een deel van de opbrengst van rioolheffing dient het tarief voor de overige
belastingplichtigen extra verhoogd te worden om de kosten volledig te blijven dekken. Een lager tarief voor
eigenaren van garageboxen levert een tariefstijging voor de overige belastingplichtigen op met € 1,93.
Dit leidt tot de volgende tarieven
2015
Voor percelen
Voor percelen met een WOZ-waarde die minder is
dan € 40.000,-
€ 164,70
€ 82,35
ln de begroting 2015 is nog gerekend met een uniform tarief van alle objecten van € 163,80
Met de invoering van de wet gemeentelijke watertaken zijn de zorgplichten van de gemeente verruimd naar het
hemel- en grondwater. ln de verordening is de definitie van het belastbaar feit aangepast aan deze verruiming
van de zorgplicht en bestrijkt alle mogelijk met de rioolheffing te belasten gevallen met betrekking tot de
afu alwaterzorg, hemelwaterzorg en g rondwaterzorg.
Verordening hondenbelasting
De hondenbelasting wordt verhoogd met de inflatiecorrectle. Voorgesteld wordt om de tarieven daarbij af te
ronden op hele euro's. Dit leidt tot de volgende tarieven:
De belasting bedraagt per belastingjaar:
a.
b.
voor een eerste hond
voor een tweede hond
c.
voor iedere hond boven het aantal van
twee is het tarief bovenop het tarief
van de voorafqaande hond:
ln afwijking van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor
honden gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van
beheer op Kynologisch gebied in Nederland, per kennel, ongeacht
het aantal honden, per belastinqiaar:
2014
€.75,-
2014
€ 102,-
€76,€ 103,-
€26,-
€26i
€216,-
€219,-
Voor het overige zijn in de verordening enkele redactionele wijzigingen doorgevoerd.
Legesverordening
De tarieven voor de leges zijn daar waar wettelijk mogelijk met 1,5 % geïndexeerd. Tarieven waarbij een
wettelijk maximum wordt gehanteerd en dit maximum voor 2015 nog niet bekend is, worden vooralsnog niet
verhoogd. De overige (wettelijke) tarieven zijn veniverkt in de tarieventabel. lndien een wijziging in het wettelijke
tarief op een later tijdstip bekend wordt, dan zullen wij u alsnog een wijziging van de verordening voorleggen.
Verder is de legesverordening getoetst op actualiteit, waarbij niet meer van toepassing zijnde legescategorieën
zijn vervallen. Voorts z¡n er naast enkele kleinere redactionele wijzigingen en vernummeringen, de volgende
wijzigingen in legesverordening verwerkt:
O mgevi n
gsve rg u n n i nge n - bouwleges
Ten behoeve van het stimuleren van kleine bouwprojecten is bij het vaststellen van de legesverordening 2014
onderwerp: Belastingverordeningen20lS pagina:6
besloten de legeskosten voor deze categorie te verlagen. Verlaging van de laagste drempelbedragen bij
bouwactiviteiten leidt tot minderopbrengst van bouwleges. Om de overige bouwleges daarvoor niet meteen te
hoeven verhogen is een ingroeimodelvoorgesteld waarbij in de periode201412015 de drempelbedragen voor
bouwkosten boven de € 50.000,- stapsgewijs worden verhoogd.
Door de verhoging gefaseerd door te voeren bedraagt de minderopbrengst in 2015 € 50.000,-. Dit bedrag wordt
opgevangen binnen de reserve economisch stimulerend. Met ingang van2016 worden de effecten volledig
verwerkt binnen de tarifering. Voornoemde maatregelen maken onderdeel ult van het pakket maatregelen ter
invulling van het programma economisch stimulerend.
Verorden ing lij kbezorgingsrechten
De lijkbezorgingrechten worden verhoogd met de inflatiecorrectie. Daarbij wordt voorgesteld om de tarieven op
hele euro's af te ronden.
Verordening marktgelden
De marktgelden worden verhoogd met de inflatiecorrectie
Verordening precariobelasting
De precariorechten worden verhoogd met de inflatiecorrectie, met een afronding op 5 eurocent. Daarnaast zijn
nog enkele redactionele wijzigingen in de tarieventabel doorgevoerd.
De vrijstellingsbepalingen van de verordening precariobelasting waren niet op adequate wijze in regelgeving
vertaald. Om te bewerkstelligen dat deze vrijstellingsartikelen op eenduidige wijze uitgevoerd kunnen worden is
in de verordening opgenomen dat ANBI instellingen (Algemeen Nut Beogende lnstellingen) zijn vrijgesteld van
het betalen van precariobelasting voor het plaatsen van voorwerpen ten behoeve van activiteiten op cultureel en
maatschappelijk terrein.
Het Theaterhotel de Oranjerie heeft geen ANBI status. Dat betekent dat zij precarioplichtig zijn voor het
plaatsen van driehoeksborden met daarop reclame voor culturele voorstellingen. Teneinde De Oranjerie niet
anders te behandelen als het ECI (dat wel over een ANBI status beschikt, en daarmee vrijgesteld is van
precariobelasting) wordt voorgesteld de vrijstellingsgronden, genoemd in artikel 4, uit te breiden met reclame
driehoeksborden voor culturele en maatschappelijke activiteiten.
Voor terrasvergunningen worden verschillende tarieven gehanteerd tussen terrassen in de voormalige
gemeente Swalmen en de overige stadsdelen in Roermond. ln het kader van de harmonisatie van tarieven,
wordt voorgesteld het tarief voor het stadsdeel Swalmen geleidelijk de verhogen tot het niveau zoals dat voor de
overige locaties geldt. Dit betekent dat verspreid over vijf jaren jaarlijks het tarief met ongeveer €2,20 per m'
per jaar wordt verhoogd.
Verorden ing (water)toeristenbelasting
Voor 2015 stellen wij voor de tarieven trendmatig te verhogen. Dit leidt tot de volgende tarieven
Belastinqtarief
Hotels enz.
Verbliif op een kampeerterrein, per overnachtino
Watertoeristen belasti nq
2014
2015
€ 1,48
€ 0,54
€ 0,85
€ 1,50
€ 0,55
€ 0,85
Verordening haven- en kadegelden
De tarieven haven- en kadegelden worden aangepast aan de prijsontwikkeling. Voor 2015 betekent dit een
verhoging van de tarieven met 1,5%.
onderwerp: Belastingverordeningen20lS pagina:7
Momenteel wordt de planvorming voor de aanleg van riviercruisevoorzieningen uitgewerkt. Onderdeel hiervan
vormt het onderzoek naar de mogelijkheid om een deel van de kosten te verhalen via haven- en kadegelden.
Zodra duidelijk is wat hierin de mogelijkheden zijn zal een voorstel aan u worden voorgelegd.
Betaaltermijnen
Met ingang van 2014 zijn de waterschapsbelastingen en de gemeentelijke belastingen voor alle deelnemers
BsGW gecombineerd op één biljet. Om de invoering hiervan mogelijk te maken zijn de betaaltermijnen voor
betaling met acceptgiro geharmoniseerd met de uitvoeringsregels van BsGW. Daarbij zijn de betaaltermijnen
teruggebracht tot 2 betaaltermijnen: respectievelijk 1 maand en 2 maanden na dagtekening.
in
Door de fractie LVR is het terugbrengen van de betaaltermijn van vier naar twee termijnen meermaals ter
discussie gesteld.
Het betalen van de belastingen kan op meerdere manieren. Het gemakkelijkste is automatische incasso. De
inning via automatische incasso gebeurt gespreid in 10 termijnen. Belastingplichtigen die niet kiezen voor de
mogelijkheid van gespreide betaling via automatische afschrijving, dienen zelf zorg te dragen voor tijdige
betaling van de aanslagen in twee termijnen.
Belastingplíchtigen die het aanslagbedrag niet in twee keer kunnen betalen, kunnen contact opnemen met
BsGW om een betalingsregeling aan te vragen voor het betalen in meerdere termijnen (binnen vervaldata
aanslagbiljet max 5, na aanmaning max 3).
ln de commissievergadering van I september 2014 heeft de LVR-fractie aangedrongen om BsGW, dit vanwege
de rechtszekerheid, ook schriftelijk aan belastingplichtigen te laten weten. Door BsGW is toegezegd, dat
belastingplichtigen worden geïnformeerd over deze mogelijkheid via een tekst in het informatieblad dat bij het
aanslag biljet wordt meegezonden.
Voor het overige wordt verwezen naar het bijgevoegde raadsvoorstel
Toelichting op de middelen:
,n
Minderopbrenqst bouwleqes
Ten laste van reserve economisch stimulerend
Kerntakendiscussie
N.v.t.
2015
€ 50.000,€ 50.000,-
2016
2017
2018
2019