Initial training 1. Basic Training (theorie) Om te kunnen beginnen aan het praktijkgedeelte van de simulatoropleiding zal je eerst theoretische kennis op moeten doen. Deze kennis zal je worden aangereikt tijdens de Basic Training. Je krijgt klassikaal les van ervaren docenten die je ook persoonlijke aandacht geven als dat nodig is. Om de theorie snel in de praktijk toe te kunnen passen, begint na enkele weken theorie de ADI simulatormodule. In de ochtenduren volg je dan theorielessen en in de middag ga je praktisch aan de slag op de simulator. Elk theorievak wordt geëxamineerd middels een multiple choice of open vragen examen. Je vaardigheden op het gebied van air traffic management en radiocommunicatie worden tijdens de simulatortraining getoetst. Tijdens de Basic Training volg je de volgende vakken: Air Traffic Management (ATM) Tijdens dit vak leer je de spelregels rondom luchtverkeersleiding. Hierbij kan je denken aan o.a. radiocommunicatie, luchtruimgebruik en voorschriften omtrent de verkeersafhandeling. Air Law Air Law is verweven in het vak ATM en gaat dieper in op wet- en regelgeving welke gesteld is aan de afhandeling van luchtverkeer. Aircraft Je krijgt tijdens dit vak de basiskennis over de werking van vliegtuigen en aerodynamica aangeboden. Daarnaast is er een e-learning programma over het herkennen van de meest voorkomende vliegtuigen en hun prestaties. Navigation Vliegers navigeren de hele wereld rond aan de hand van het buitenzicht of de cockpitinstrumenten. Tijdens de lessen Navigation leer je de basis van navigatie, luchtvaartkaarten en de verschillende navigatiehulpmiddelen die vliegers tot hun beschikking hebben, in relatie tot de werkzaamheden van het werk van een luchtverkeersleider. Equipment De lessen Equipment zijn verweven met het vak Navigation en gaan dieper in op de verschillende elektronische navigatiehulpmiddelen. Meteorology Het weer is van grote invloed op de afhandeling van het vliegverkeer. Daarom leer je tijdens de Meteorology lessen over het ontstaan van het weer en weersverschijnselen en de invloed hiervan op de luchtvaart. Tevens leer je luchtvaartweerberichten te decoderen en te begrijpen. Human Factors Om luchtverkeersleider te kunnen worden moet je je bewust zijn van de rol van de mens in de luchtvaart. Er is o.a. aandacht voor de dingen die van invloed zijn op je prestaties. Je leert over alcohol- en medicijngebruik, verschillende percepties en de invloed van onregelmatige werktijden. 2. Simulatortraining algemeen Het vliegveld en luchtruim waar je mee werkt zijn speciaal ontwikkeld voor de Initial Training. Zo krijg je de kans om in een versimpelde omgeving de basiscompetenties voor het vak onder de knie te krijgen. De procedures waar je mee te maken krijgt zijn realistisch en gebaseerd op internationale afspraken en regelgeving. Er zijn vier simulatormodules tijdens de Initial Training. De modules zijn onderverdeeld in opleidingsstappen en assessments. Tussen de opleidingsstappen door is er regelmatig tijd voor consolidatie, wat inhoudt dat je in de gelegenheid wordt gesteld om zelfstandig te trainen op de simulator. Op een dag draai je gemiddeld twee oefeningen in de rol van luchtverkeersleider en acteer je een aantal oefeningen als pseudo piloot. Je communiceert dus als één van de piloten tijdens de oefeningen van je collega-studenten! Dat is naast leuk ook heel leerzaam, want zo leer je gelijk van de oefeningen die je collega-studenten draaien. Daarnaast wordt er in elke module aandacht besteedt aan de samenwerking tussen meerdere luchtverkeersleiders. Je zal oefeningen draaien waarin je samen met collega-studenten het verkeer afhandelt. Het gaat er dan niet alleen om hoe veilig en efficiënt het verkeer door jullie gezamenlijk wordt afgehandeld, maar ook om de manier waarop jullie met elkaar communiceren en samenwerken. Elkaar vertrouwen en ondersteunen is hierbij essentieel. Tijdens elke module zal je voortgang worden beoordeeld volgens het continuous assessment principe. Na elke opleidingsstap krijg je een progressierapport en na elk assessment een assessmentbeoordeling. Het geheel van progressierapporten en assessmentbeoordelingen telt mee in je eindbeoordeling van een simulatormodule. Het voordeel hiervan is dat we je ontwikkeling en voortgang op de langere termijn beoordelen, en niet alleen naar momentopnames kijken. 3. Aerodrome Control Instrument (ADI) Tijdens de ADI module leer je de basis van het werken als torenluchtverkeersleider op het gesimuleerde vliegveld. Je laat vliegtuigen opstarten en veilig naar de startbaan taxiën. Onderweg kunnen luchthavenvoertuigen en andere vliegtuigen voor uitdagende verkeerssituaties zorgen die jij moet oplossen. Het belangrijkste moment komt als het vliegtuig de startbaan oprijdt, want jij moet ervoor zorgen dat die startbaan altijd helemaal veilig is zodra je het vliegtuig toestemming geeft om te starten. Dat geldt ook voor landende vliegtuigen. Eenmaal in de lucht ben jij er verantwoordelijk voor dat het verkeer vrij blijft van ander luchtverkeer in jouw luchtruim. Tijdens deze uitdagende module leer je een combinatie van taxiënd, landend, startend en overvliegend verkeer af te handelen. 4. Approach Control Surveillance (APS) Zodra je de beginselen van torenverkeersleiding onder de knie hebt, ga je het vliegverkeer in een groter gebied rondom de luchthaven afhandelen. Het is de bedoeling dat je de startende vliegtuigen veilig en efficiënt laat doorklimmen naar hoogtes tot circa 3000 meter en de landende vliegtuigen in een veilige en efficiënte verkeersstroom richting de landingsbaan zet. De simulator wordt veranderd in een radaromgeving, waarbij je nu niet meer vanaf de toren naar buiten kijkt, maar de vliegtuigen volgt op een radarscherm. Op dit scherm zie je de positie en informatie van alle vliegtuigen die onder jouw controle zijn. Je maakt een plan om zo snel mogelijk te kunnen bepalen in welke volgorde je de vliegtuigen gaat zetten. We dagen je in deze module graag uit om creatieve oplossingen te bedenken en uit te voeren! 5. Area Control Surveillance (ACS) Vliegtuigen die vertrokken zijn vanaf het gesimuleerde vliegveld willen meestal doorklimmen naar de luchtroutes die hen naar de eindbestemming zullen leiden. En aankomende vliegtuigen zullen deze luchtroutes moeten verlaten om uiteindelijk netjes voor de landingsbaan gestuurd te kunnen worden. Tijdens de ACS module leer je om met behulp van radarsimulatie vliegtuigen van en naar deze luchtroutes te begeleiden en werk je tot een hoogte van circa 7000 meter. Het gebied waarin je werkt is veel groter en de vliegtuigen vliegen soms wel 800 kilometer per uur. Hoogtewinden kunnen veel verschil uitmaken voor de snelheden en te vliegen koersen van de vliegtuigen. Een kleine koerswijziging is vaak al voldoende om over een grote afstand het gewenste effect te sorteren. Tijdige planning en actie zijn nodig om het verkeer in goede banen te leiden. 6. Approach Control Procedural (APP) Als je geplaatst zal gaan worden op een verkeersleidingsunit waar de approach radar op bepaalde tijden niet bemand is, dien je ook de APP module te doorlopen. In deze module leer je hoe je zonder gebruik van radarinformatie toch vliegverkeer veilig en efficiënt kan laten vertrekken en aankomen. 7. Non-technical Skill Program Om luchtverkeersleider te kunnen worden heb je naast de technische skills, ook de zgn. nontechnical skills nodig. Denk hierbij aan zaken als houding op gebied van opleiding, maar ook houding m.b.t. veiligheidsdenken. Gedurende het gehele opleidingsjaar doorloop je hiervoor een programma; het Non-technical Skill program. Zo ga je een week op pad met je klasgenoten tijdens de SACT (Safety Attitude and Communication Training), doorloop je verschillende trainingsdagen op gebied van Team Resource Management (TRM) en hebben we diverse malen gesprekken over houding, op zowel groeps- als individueel niveau. Unit training Aan het einde van de Initial Training na het eerste jaar wordt bepaald welke luchtverkeersleidingsunit het beste bij je past. Dat hangt natuurlijk af van de hoeveelheid plaatsen die er zijn, maar ook je capaciteiten en persoonlijke voorkeur spelen daarin een rol. Je kunt bij de volgende units worden geplaatst: - Schiphol Tower/Approach, Schiphol Amsterdam Radar (area control), Schiphol Rotterdam Tower/Approach, Rotterdam Beek Tower/Approach, Maastricht Eelde Tower/Approach, Groningen Transitietraining Voordat je aan de unit Training begint krijg je een transitietraining als overgang tussen de algemene Initial Training en specifieke unit Training. De structuur en indeling van het specifieke gedeelte van het Nederlandse luchtruim komen aan de orde, dat jij straks gaat controleren. Unit Training Als student-controller ga je daarna aan de slag in de Unit Training. De Unit Training bestaat uit verschillende modules afhankelijk van bij welke unit je in opleiding gaat. Een eerste module kan bijvoorbeeld een assistentenopleiding zijn, een FIC stage, alle verkeersleidingsfuncties zal je gaan doorlopen. De laatste module is altijd de verkeersleidersmodule. Alle modules bestaan uit twee gedeeltes. In het eerste gedeelte krijg je specifieke theorie en vaardigheidstrainingen op de simulator om je op het juiste niveau te brengen, voordat je gaat werken met echt vliegverkeer. Je wordt hierbij opgeleid en ondersteund door coaches uit de praktijk, dus bijvoorbeeld assistenten of verkeersleiders. Als je de simulatoroefeningen onder de knie hebt, dan stroom je door naar de On the Job Training. Nu ga je, onder begeleiding van een coach, werken met écht vliegverkeer en je toekomstige collega’s. In de laatste module van de Unit Training word je opgeleid tot luchtverkeersleider en zal geen dag meer hetzelfde zijn. Na ongeveer drie jaar zal jij volledig ‘los’ zijn op je unit, en je volledig gekwalificeerd luchtverkeersleider kunnen noemen!
© Copyright 2024 ExpyDoc