Zijn wij ons brein lezing 3.pptx

25/02/14 Zijn wij ons brein? UP 2014 Prof. Stephan Claes Zijn wij ons brein? 1. 
2. 
3. 
4. 
5. 
6. 
Inleiding: historiek Verkenning van het menselijk brein Het brein onder stress Het emoHonele brein Het bewuste brein Het religieuze brein 1 25/02/14 Vrije wil in menselijke gedrag: niet zomaar een academische kwesHe… Als het handelen uit vrije wil niet bestaat heeO dit drasHsche gevolgen voor: –  Ethische regels –  Juridisch systeem –  Sociale systeem –  Pedagogie –  Intermenselijke relaHes –  Elke vorm van beloning / bestraffing in werksituaHes –  … “Onderzoekers hebben een gen ontdekt dat bepaalt hoe sterk je de neiging hebt tot vreemdgaan en het aangaan van one-­‐nightstands. Eerder werd al een versie van een gen ontdekt dat in verband staat met alcoholisme, gokverslavingen en een liefde voor horrorfilms.” 2 25/02/14 Vrij handelen in de theologie… •  “If any man doth ascribe of salvaHon, even the very least, to the free will of man, he knoweth nothing of grace, and he hath not learnt Jesus Christ aright.” Mar@n Luther •  "We are all sinners by nature, therefore we are held under the yoke of sin . But if the whole man is subject to the dominion of sin , surely the will , which is it's principal seat , must be bound with the closest of chains. And indeed if divine grace were preceded by any will of ours, Paul could not have said that ,`it is God that worketh in us to will and to do’ “ (Phil. 2:13) John Calvin •  The will is then incapable of doing good and cannot resist the grace of God. It must always obey the strongest impression or, what Jansenius calls, the "delectaHo victrix”. Cornelius Jansenius Bewust handelen: de filosofische discussie (1) Hard determinisme •  Determinisme is waar, is niet verenigbaar met vrije wil, en dus bestaat de vrije wil niet –  Paul-­‐Henri Thiry, Baron d'Holbach, Diderot, Hume –  Pierre Simon Laplace, Essai Philosophique sur les Probabilités (1814) •  In onze Hjd: Stephen Hawking, Galen Strawson De Demon van Laplace “Une intelligence qui, à un instant donné, connaîtrait toutes les forces dont la nature est animée et la situa@on respec@ve des êtres qui la compose embrasserait dans la même formule les mouvements des plus grands corps de l'univers et ceux du plus léger atome ; rien ne serait incertain pour elle, et l'avenir, comme le passé, serait présent à ses yeux.” Pierre Simon Laplace, Essai philosophique sur les probabilités (1814) KriHeken op de Demon van Laplace: -­‐  Logisch onmogelijk -­‐  Houdt geen rekening met quantum mechanica / chaostheorie 3 25/02/14 Bewust handelen: de filosofische discussie (2) Metafysisch libertarianisme •  Meer dan één handeling is mogelijk onder een bepaald geheel van omstandigheden •  Het determinisme is niet waar •  Quantum-­‐mechanica? Chaostheorie? •  InteracHe van een niet-­‐fysische enHteit (geest, ziel) met de fysische causaliteit? CompaHbilisme •  Vrij handelen is binnen een zekere mate mogelijk, ook als het determinisme waar is •  Handelingsvrijheid als afwezigheid van fysieke belemmering (Thomas Hobbes) •  Handelingsvrijheid als een psychologisch gegeven (Harry Frankfurt, Daniel Dennem, Antonio Damasio, Roy Baumeister) •  EmergenHe? Handelingsvrijheid in de psychologie (1) Behaviorisme (Skinner, Watson) –  Absolute ontkenning van vrij, bewust handelen: hersenen fungeren als een “black box”, die eenvoudigweg inkomende prikkels omzemen in gedrag (sHmulus – response theorie) –  Ontkenning van het belang van het bewustzijn –  Onmogelijk te handhaven in zijn radicale vorm “Give me a dozen healthy infants, well-­‐formed, and my own specified world to bring them up in and I'll guarantee to take any one at random and train him to become any type of specialist I might select – doctor, lawyer, arHst, merchant-­‐chief and, yes, even beggar-­‐man and thief, regardless of his talents, penchants, tendencies, abiliHes, vocaHons, and race of his ancestors.” John B Watson Handelingsvrijheid in de psychologie (2) Determinisme in de psycho-­‐analyse -­‐  Ontkenning van het belang van het bewustzijn -­‐  Beschrijving van het onbewuste als een mechanische, energeHsche kracht, in analogie met de stoommachine -­‐  Zuiver determinisHsche kijk op menselijk gedrag bleek onhoudbaar: Herwaardering van het Ego als centraal organiatorisch principe -­‐  Heinz Hartmann, Erik Erikson 4 25/02/14 GeneHca en gedrag •  Zijn wij geneHsch gestuurde machines? •  Sommige psychiatrische stoornissen hebben een sterke geneHsche achtergrond (Schizofrenie, bipolaire stoornis, auHsme) •  “Normale” kenmerken (angst, milde depressiviteit, aggressie, persoonlijkheidskenmerken) hebben een veel zwakkere geneHsche achtergrond GeneHca en gedrag •  Gen voor roken, voor agressie, voor alcohol misbruik, ...: geen ondubbelzinnige bevindingen •  V.b. Het MAO-­‐A gen en aggressie –  De bevinding is niet zeer consistent; Als er een effect is van dit gen, gaat het over een interacHe-­‐effect met omgevingsomstandigheden Caspi A et al. Role of genotype in the cycle of violence in maltreated children. Science. 2002 Aug 2;297(5582):851-­‐4. Moet geneHca een rol spelen in rechtszaken? Sterkste geneHsche factor voor aggressie = het Y chromosoom! 5 25/02/14 GeneHca en gedrag •  GeneHsche mutaHes kunnen de vrijheid van handelen significant beperken: vb. Psychose •  Genen kunnen een grens stellen aan wat een individu kan bereiken Vb. lengte •  Genen kunnen een invloed uitoefenen om de spontane reacHe van organismen op externe sHmuli Vb. Serotonine transporter GeneHsche varianten kunnen de handelingsvrijheid significant beperken, maar menselijk gedrag kan niet simpelweg worden teruggebracht tot een geneHsche basis Kunnen mensen hun gedrag zelf bepalen vanuit bewuste overweging? Benjamin Libet’s experiment (1) •  Vraag een individu om een eenvoudige motorische acHe te ondernemen (vb. een knop indrukken), en registreer 3 dingen: –  Het moment van de acHe –  Het moment van de beslissing om de act te stellen (met een “cathode ray oscilloscope”) –  Het moment dat de hersenen de acHe beginnen voor te bereiden Libet's experiment: 0 repose 1 (-­‐500 ms) EEG measures Readiness potenHal 2 (-­‐200 ms) Person notes the posiHon of the dot when decides 3 ( 0 ms) Act 6 25/02/14 Benjamin Libet’s experiment (2) Conclusies •  Het bewuste besef dat men de acHe wil gaan stellen ontstaat nadat de hersenen al aan de voorbereiding begonnen zijn •  Klassiek argument waarmee het belang van het bewustzijn voor het handelen wordt geminimaliseerd (Rita Carter, Dick Swaab) KriHeken •  Methodologische kwesHes over de bepaling van de het juiste moment van de bewuste beslissing om de acHe te stellen •  Het experiment spreekt een “free will” tegen, maar laat wel een “free won’t” toe (Benjamin Libet) •  De “urge to act” mag niet verward worden met de eigenlijke beslissing om de acHe te stellen (Alexander Bamhyany) Benjamin Libet’s experiment (3) Mijn belangrijkste commentaren •  Ook wanneer de acHe geïnduceerd wordt door onbewuste impulsen, dan nog is de beslissing om deze specifieke acHe te stellen bewust genomen door het individu, in overeenstemming met de instrucHes van de onderzoeker. Het brein lijkt geen ongepaste acHes te iniHëren. •  Vanzelfsprekend wordt ons lichaam voortdurend voorbereid door ons brein om bepaalde acHes te ondernemen, meestal buiten ons bewustzijn om, maar kaderend in een grotere bewuste beslissing (vb. bij het stappen) •  Het bewuste beslissen dient zichzelf te limiteren tot deze instanHes waar aandacht belangrijk is •  Het onbewuste en het bewuste werken samen om complex gedrag mogelijk te maken Bewustzijn en gedrag •  Is ons gedrag automaHsch gestuurd, en is het bewustzijn niet meer dan een (irrelevant) epifenomeen? –  Watson, Freud,Wegner, Libet, Swaab, Dawkins •  Of is bewustzijn een cruciaal gegeven om (menselijk) gedrag te sturen in een complexe sociale context? –  Antonio Damasio, Roy Baumeister 7 25/02/14 Het bewustzijn “Moeras” van het neurologisch onderzoek Nauw verbonden aan het begrip “geest” Hoe komen de hersenen tot bewusHjn en “geest”? Is bewustzijn wel relevant voor het menselijk handelen? •  Bewustzijn is een mogelijkheidsvoorwaarde voor de “vrije wil” • 
• 
• 
• 
–  Auteurs die “determinisHsch” denken en de vrije wil verwerpen, zijn meestal ook van oordeel dat het bewustzijn een irrelevant epifenomeen is Het gelaagde bewustzijn •  Bewustzijn is een “gelaagd fenomeen”. –  Het protozelf –  Het kernzelf –  Het uitgebreide (autobiografische) zelf •  Specifieke hersenstructuren / circuits zijn relevant voor elk van deze drie lagen •  Bewustzijn is een vrucht van de evoluHe, en dus per definiHe zinvol voor het overleven. 8 25/02/14 Bewustzijn als evoluHonair gegeven Bewustzijn als Darwiniaans evoluHeproces •  Complexiteit neemt toe als men hoger op de fylogeneHsche ladder klimt •  Complexiteit neemt toe na de geboorte in funcHe van de ontwikkeling Ontogenese recapituleert de fylogenese (Ernst Haeckel) Bewustzijn als meerwaarde in de “survival of the fimest” •  Voor het bewustzijn zich ontwikkelde, was de regeling van het gedrag volledig automaHsch. •  Nadat het bewustzijn zich ontwikkelde, bleef deze automaHsche regeling bestaan, maar kwam die geleidelijk onder controle van op het zelf georiënteerde beslissingsprocessen. •  Dit maakt het sturen van gedrag in complexe sociale situaHes doelmaHger Het protozelf •  Primordiale gevoelens, die zich spontaan en aanhoudend voordoen wanneer we wakker zijn •  Rechtsstreekse ervaring van ons eigen levende lichaam: de basis van bewustzijn begint bij het eigen lichaam! •  Dimensies van genot naar pijn •  Vooral gekoppeld aan circuits in de hersenstam •  FylogeneHsch: primiHeve diersoorten •  “Protoself is a coherent collecHon of neural pamerns, which map moment-­‐by-­‐moment the state of the physical structure of the organism” Het kernzelf •  Gaat over de relaHe tussen het organisme en objecten in de buitenwereld •  Ontplooit zich in een opeenvolging van voorstellingen die een object beschrijven dat het protozelf bezighoudt en dat dit protozelf wijzigt, inclusief zijn primordiale gevoelens •  Een soort “kaarten” die opgeroepen worden •  Vormt een “materieel mij” •  Laat toe om gericht gedrag naar objecten buiten mezelf te vertonen. •  Bijkomende kernen in de hersenstam, die in sterke verbinding staan met de hersenschors •  FylogeneHsch: alle “hogere diersoorten” •  OntogeneHsch: Babies die buitenwereld beginnen te ontdekken 9 25/02/14 Het autobiografische zelf •  Biografische kennis over het verleden –  Denk aan “Descartes’ Error”: Kaarten van emoHes zoals die waren in het verleden bij specifieke omstandigheden •  De verwachte toekomst –  Kaarten van emoHes zoals die verwacht worden bij het zich voorstellen van de toestand zoals die zal zijn •  Laat toe het gedrag bij te sturen in funcHe van het beleefde verleden en de geanHcipeerde toekomst •  PhylogeneHsch: aantal dierssoorten (kaarten van het verleden); de mens (verleden + toekomst) De mens als toekomstgericht wezen •  Depressie en suïcidaliteit als typisch menselijk fenomeen •  De voorstellingen die het autobiografische zelf genereert over het eigen organisme in de toekomst zijn zodanig pijnlijk (figuurlijk en lemerlijk) dat verder leven onmogelijk wordt •  Psychiatrische problemen zijn niet enkel het gevolg van dingen die zich in het verleden afspeelden, maar ook van de geanHcipeerde toekomst Bewustzijn als sturing van handelen (1) •  “Licht werpen op de neurale mechanismen achter de bewuste geest maakt duidelijk dat ons zelf niet alHjd solide is en dat het geen controle uitoefent over iedere beslissing. Maar de feiten geven ons ook het recht de onjuiste indruk van de hand te wijzen dat ons vermogen om bewust te overwegen een mythe is” •  “Voor het bewustzijn was de levensregulering volledig geautomaHseerd; nadat het bewustzijn een aanvang had genomen, behield de levensregulering haar automaHsche karakter, maar kwam ze geleidelijk onder de invloed van op het zelf georiënteerde overwegingen” 10 25/02/14 Bewustzijn en sturing van handelen (2) • 
• 
• 
“SHll, most important decisions are taken long before the Hme of execuHon, within the conscious mind, when they can be simulated and tested and where conscious control can potenHally minimize the effect of nonconscious biases. Eventually the exercise of decisions can be honed into a skill with the help of nonconscious mind processing, the submerged operaHons of our mind in mamers of general knowledge and reasoning oOen referred to as the cogniHve unconscious.” “Conscious deliberaHon, under the guidance of a robust self built on an organized autobiography and a defined idenHty, is a major consequence of consciousness, precisely the kind of achievement that gives the lie to the noHon that consciousness is a useless epiphenomenon, a decoraHon without which brains would run the life-­‐management business just as effecHvely and without the hassle. We cannot run our kind of life, in the physical and social environments that have become the human habitat, without reflecHve, conscious deliberaHon” “Conscious decisions begin with reflecHon, simulaHon, and tesHng in the conscious mind; that process can be completed and rehearsed in the nonconscious mind, from which freshly selected acHons can be executed.” A. Damasio: Self Comes to Mind: Construc@ng the Conscious Brain, Pantheon, 2010 Bewustzijn en gedrag: Roy Baumeister •  Baumeister beschrijO 4 belangrijkste aspecten van vrij handelen, zoals zelfcontrole, raHoneel kiezen, gepland gedrag en autonoom iniHaHef, allen gekoppeld aan bewuste overweging. •  Deze vier psychologische vaardigheden werden ontwikkeld om menselijk gedrag in een culturele context efficiënter te maken. •  Bewust handelen wordt dan een geavanceerde vorm van controle over het handelen, dat mensen in staat stelt tot pro-­‐sociaal gedrag dat hun belang uiteindelijk meer dient dan oudere evoluHonair bepaalde geautomaHseerde impulsen Zowel Baumeister als Damasio situeren de ontwikkeling van bewust beslissen en handelen steving in de evolu@etheorie, daar waar sommige neo-­‐darwinisten (zoals Dawkins) van oordeel zijn dat de evolu@etheorie niet compa@bel is met vrijheid in het menselijk handelen Besluit (1) •  De discussie over het bewust sturen van menselijk gedrag staat centraal in de oude discussie over de “vrije wil” •  Bewustzijn is geen immaterieel ding, maar een hogere-­‐
orde eigenschap van ons brein •  Bewustzijn is geen toevallig epifenomeen, maar een Darwiniaans ontwikkelde eigenschap die helpt bij het overleven in complexe omgevingen •  Menselijke gedrag wordt gestuurd door bewuste overwegingen, in interacHe met talrijke onbewuste impulsen 11 25/02/14 Besluit (2) •  Het vrije brein: over miljoenen jaren evoluHe heeO ons brein de mogelijkheid ontwikkeld om ons gedrag bewust bij te sturen •  Als menselijke vrijheid een gevolg is van het bewuste brein, dan impliceert dit ook dat er veel factoren zijn die nodig zijn om deze vrijheid waar te maken: cogniHeve controle, emoHoneel evenwicht, afwezigheid van majeure lichamelijke en psychiatrische ziektebeelden, fysieke en poliHeke vrijheid •  Handelingsvrijheid is nooit absoluut Besluit (3) PracHsche implicaHes: -­‐  Te gemakkelijke stellingen dat de “vrije wil een illusie is” moeten verworpen worden -­‐  In de plaats daarvan moeten we onze capaciteit om bewust vrij te handelen maximaliseren door: -­‐  Psychopathologie te bestrijden -­‐  EducaHe te versterken -­‐  Persoonlijke en poliHeke vrijheid te versterken Vrijheid is geen illusie, maar de hoogste verwezenlijking van het menselijk brein, en in die zin voortdurend bedreigd Besluit (4) •  Hoe rijmen we “vrij handelen vanuit bewuste overweging” met determinisme, de Demon van Laplace? •  CompaHbilisme? •  EmergenHsme? “Ik weet nog niet of ik morgen bij mijn onbijt choco of confituur op mijn boterham zal smeren, maar eigenlijk ligt dit al vast van bij de Big Bang (of daarvoor?)” Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen. L. Wi^genstein, Tractatus logico-­‐philisophicus 12 25/02/14 Zijn wij ons brein? 1. 
2. 
3. 
4. 
5. 
6. 
Inleiding: historiek Verkenning van het menselijk brein Het brein onder stress Het emoHonele brein Het bewuste brein Het religieuze brein Het brein en religie •  Een wetenschappelijk moeras met talloze methodologische valstrikken en onduidelijkheden •  Een ideologisch domein, waar elke bevinding onmiddellijk in het eigen levensbeschouwelijke kader geplaatst wordt. •  Veel spraakverwarring: wat is religie? –  Religieuze ervaring? –  Religieus geloof? –  Religieuze prakHjk? Wat is een religieuze ervaring? 1.  a sense of special pamerning of events in a person’s life by a divine being 2.  an awareness of the presence of a divine being 3.  a sense of union with a divine being or the divine universe; 4.  awareness of receiving help in answer to a prayer 5.  an awareness of being looked aOer or guided by a presence of God 6.  an awareness of a divine presence in nature 7.  experiencing in an extraordinary way that all things are ‘One’’ with a divine being 8.  the sense of having touched the ulHmate ground of divine reality 9.  the experience of Hmelessness and spacelessness 10.  feelings of posiHve affect, peace, joy and uncondiHonal love 11.  blissful absorpHon into the present moment. Hardy, 1979 13 25/02/14 Sinds wanneer bestaan religieuze ervaringen? •  Religieuze ervaring heeO een heel lange geschiedenis (meer dan 40.000 jaar). Het is dus geen voorbijgaand of Hjdelijk fenomeen in de menselijke geschiedenis. •  Religieuze ervaring ontstond wellicht lang na het ontstaan van de moderne mens in anatomisch opzicht (200.000 jaar geleden, McDougall et al. 2005 ). Welke factoren hebben dit mogelijk gemaakt? •  Wellicht is religiositeit ontstaan bijna gelijkHjdig met pre-­‐culturele fenomenen zoals taal, tekeningen en rituelen (Logan 2006 ). Pas veel later is de cultuur een sterke invloed gaan uitoefenen op de ervaringswereld van de mens. Daarom kunnen we de religieuze ervaring niet begrijpen als een nevenproduct van de cultuur, eerder als een consHtuerende factor ervan. Religie en cultuur •  Mensen van verschillende religies en culturen beschrijven gemeenschappelijke elementen in de religieuze ervaring, zoals het gevoel van Hjdloosheid, (goddelijke) liefde en een gevoel van eenheid met het universum of met het goddelijke wezen (Runions 1979 ; Hay 1990 ; Runehov 2004 ). •  De religieuze ervaring bestaat in alle godsdiensten en culturen, maar ook in verschillende stadia van de ontwikkeling van het individu: van kind doorheen de adolescenHe tot in de volwassenheid (Fowler 1981 ; Oser 1991) Het religieuze brein… •  De religieuze ervaring is een fundamentele en karakterisHeke eigenschap van de mens •  Zoals alle menselijke ervaringen beantwoordt een bepaalde religieuze ervaring aan een bepaalde breinacHviteit •  Blijkbaar bevat het menselijk brein fundamentele mechanismen die het in staat stellen tot religieuze ervaring 14 25/02/14 Waar zit religie in het brein? “Spiritual Neuroscience” •  “main objecHve of this novel domain of research is to explore the neural underpinnings of religious/spiritual/mysHcal experiences (RSMEs). “ •  One of the basic assumpHons of spiritual neuroscience is that RSMEs are brain-­‐mediated, as are all other aspects of human experience. •  With respect to this issue, it is of paramount importance to fully appreciate that elucidaHng the neural substrates of these experiences does not diminish or depreciate their meaning and value, and that the external reality of “God” can neither be confirmed nor disconfirmed by delineaHng the neural correlates of RSMEs 15 25/02/14 Stanford doctoral researchers Mamhew Sacchet (leO) and Alex Genevsky (right) prepare a Tibetan monk for a brain scan, as part of a study of the biology of compassion. A volunteer Tibetan nun emerges aOer hours meditaHng inside the funcHonal M.R.I. scanner at Stanford for a study of the brain and compassion. Psychology professor and neuroscienHst Brian Knutson (leO) is leading the study, with help from doctoral student Mamhew Sacchet (right) Tibetan monks from India look at brain scans at Stanford, shown to them by neuroscience doctoral student Mamhew Sacchet and researcher Kiefer Katovich. 16 25/02/14 A brain scan of a monk acHvely extending compassion shows acHvity in the striatum, an area of the brain associated with reward processing. A brain scan of a monk acHvely extending compassion shows acHvity in the orbitofrontal and medial prefrontal cortex Figure 4 Effects of short-­‐term compassion and memory training on neural responses to videos depicHng others in distress. Compassion training was associated with acHvaHons in (a) the right mOFC, (b) the right VTA/SN, (c) the right pallidum, and (d... Haakon G Engen , Tania Singer Empathy circuits Current Opinion in Neurobiology, Volume 23, Issue 2, 2013, 275 -­‐ 282 hmp://dx.doi.org/10.1016/j.conb.2012.11.003 17 25/02/14 Kang DH, Jo HJ, Jung WH, Kim SH, Jung YH, Choi CH, Lee US, An SC, Jang JH, Kwon JS. The effect of meditaHon on brain structure: corHcal thickness mapping and diffusion tensor imaging. Soc Cogn Affect Neurosci. 2013 Jan;8(1):27-­‐33. “Neural Correlates of a Mys@cal Experience in Carmelite Nuns” Beauregard M, Paqueme V. Neural correlates of a mysHcal experience in Carmelite nuns. Neurosci Lem. 2006 Sep 25;405(3):186-­‐90. 18 25/02/14 Het onderzoek… •  In de “MysHcal condiHon”, werd aan de zusters gevraagd om hun ogen te sluiten en terug te denken aan en zich in te leven in de meest intense mysHeke ervaring. “This strategy was adopted given that the nuns told us before the onset of the study that “God can’t be summoned at will.” •  In de “Control condiHon”, werd aan de zusters gevraagd om hun ogen te sluiten en terug te denken aan en zich in te leven in de meest intense ontmoeHng met een ander mens . •  “Baseline condiHon”: rustcondiHe •  Onder de MRI scan… Fig. 1 StaHsHcal acHvaHon maps during the MysHcal condiHon. Images are sagimal secHons for the data averaged across subjects. L: leO; R: right. Mario Beauregard , Vincent Paqueme Neural correlates of a mys3cal experience in Carmelite nuns Neuroscience Lemers, Volume 405, Issue 3, 2006, 186 -­‐ 190 hmp://dx.doi.org/10.1016/j.neulet.2006.06.060 Resultaten •  De resultaten suggereren dat verschillende hersenregio’s en –circuits de verschillende aspecten van de religieuze ervaring mediëren •  Dit is logisch aangezien het gaat over complexe en mulHdimensionele ervaringen die gepaard gaan met veranderingen in percepHe, cogniHe en emoHe •  Geen “God Spot” 19 25/02/14 Resultaten •  De “mysHeke condiHe” en de controlecondiHe verschilden van de baseline condiHe, maar elk op hun eigen specifieke manier. •  De ervaring van de “nabijheid van God” en de “nabijheid van een andere persoon” lijkt dus minstens gedeeltelijk andere hersengebieden te acHveren. Welke hersenregio’s lijken specfiek voor de religieuze ervaring? •  AcHvering van de rechter ventromediale temporale cortex –  Betrokken in episodisch geheugen –  Betrokken in gezichtsherkenning? –  MysHeke ervaringen bij rechter temporale epilepsie? •  AcHvaHe van de Nucleus Caudatus –  In andere hersenonderzoeken geassocieerd met posiHeve emoHes zoals geluk, romanHsche liefde en moederlijke liefde Het lichaam speelt mee… •  AcHvering van gebieden in de hersenstam: input over de interne staat van het lichaam Hjdens emoHonele belevingen; correlaat van de “somatoviscerale” veranderingen geassocieerd met gevoelens van vreugde en liefde •  AcHvering van de linker insula: Dit is beschreven in een aantal studies over de bewuste verwerking van lichamelijke en viscerale veranderingen •  De acHvaHe van de linker mediale prefrontale cortex (BA 10) is wellicht geassocieerd met de bewuste verwerking van deze gevoelens. 20 25/02/14 De mediale orbitofrontale cortex… •  MOFC (Mediale orbitofrontale cortex): Er is groeiende evidenHe dat deze prefrontale corHcale regio bijdraagt tot “subjecHve pleasantness” •  De MOFC wordt ook geacHveerd bij aangename smaken, geuren of muziek. •  De rechter MOFC acHvaHe (BA 11) wijst er wellicht op de dat de ervaringen Hjden de mysHeke ervaring door de subjecten als emoHoneel aangenaam werden ervaren. Meta-­‐analyse van een aantal studies Religieuze ervaring gaat vooral gepaard met: •  AcHvaHe van de ventromediale temporale cortex •  AcHvaHe van de prefrontale cortex (vooral polair en orbitofrontaal) •  AcHvaHe van de insula •  DesacHvaHe van de parietale cortex (vooral posterior – superior) •  Maar veel andere gebieden zijn eveneens betrokken Waarom is ons brein in staat tot religieuze ervaring? 21 25/02/14 Waarom is het brein in staat to religieuze ervaring? Antwoord sterk a~ankelijk van levensbeschouwelijke overtuiging… 1.  Het brein is heeO zich ontwikkeld tot religieuze ervaring omdat er een realiteit is dit zich laat voelen (net zoals het brein een visuele cortex ontwikkeld heeO om dingen te kunnen zien) 2.  Het brein is in staat tot religieuze ervaring omdat dit adapHef is. –  Religieuze gemeenschappen vertonen een hogere overleving dan niet-­‐religieuze –  Religieuze ingesteldheid beschermt (een beetje) tegen mentale en fysieke problemen 3.  Religieuze ervaring is een nevenproduct van andere ontwikkelingen van het menselijk brein Deze stellingen worden vaak geassocieerd met zelf al dan niet gelovig zijn, maar zijn eigenlijk niet mutueel exclusief! Is our brain hardwired to believe in and produce God, or is our brain hardwired to perceive God? Drogargument 1 •  Onze hersenen vertonen een bepaalde acHviteit als we religieuze gevoelens hebben, dus religieuze gevoelens zijn een (bij-­‐)product van de werking van ons brein. •  Elke menselijk gevoel, gedachte, handeling heeO een correlaat in de hersenen, dat zegt niets over de werkelijkheid van het object waarop deze gevoelens, gedachten, handeling betrekking hebben •  De twijfel aan de realiteit van het object is overigens niet gelimiteerd tot het religieuze (cf. de systemaHsche twijfel van Descartes). 22 25/02/14 Drogargument 2 •  “Bepaalde aandoeningen, zoals temporale kwab epilepsie en schizofrenie, leiden tot religieuze gevoelens, dus religieuze gevoelens zijn een soort pathologie van het brein” •  Bij mensen die gelovig zijn kunnen dergelijke ziektebeelden leiden tot ervaringen die religieus geïnterpreteerd worden; bij mensen die niet gelovig zijn is dit niet het geval. •  Er is geen enkele evidenHe dat gelovigen meer aan zo’n aandoeningen zouden lijden. Drogargument 3 •  “Religieuze ervaring is alleen maar de interpretaHe die het brein geeO aan residuele of random acHviteiten van andere funcHes” •  Andere random acHviteiten worden niet religieus geïnterpreteerd, bijvoorbeeld dromen –  Religieuze inhouden zijn zeldzaam in dromen (2 %?) –  Dromen leiden niet tot dezelfde consistente ervaring, maar zijn vluchHg –  Dromen hebben geen blijvend construcHef effect in het leven van de mens als individu en de maatschappij als geheel Besluit 23 25/02/14 24