Sociaal - Gemeente Hengelo

Politieke Markt Hengelo
Behandelvoorstel
onderwerp
Hulp bij het Huishouden
zaaknummer
1015016.
datum
27 mei 2014
voorzitter
griffiemedewerker
zaal
Domein
tijd / duur
Anke Haarhuis
S210
Sociaal
19.30 uur – 20.30 uur
(60 minuten)
ntb
portefeuillehouder
Bron
doel van de sessie
Beeldvorming: sessie is gericht op vragen stellen, informatie verzamelen, kennis
opdoen.
Presentatie door medewerkers van de gemeente.
Belangrijkste beslis/bespreekpunten
De gemeente Hengelo krijgt v.a. 1 januari 2015 te maken met een bezuiniging
van 40% op de WMO. Deze sessie is bedoeld om een eerste beeld te schetsen
van de keuzes die gemaakt kunnen worden en de mogelijkheden die de
gemeente heeft om dit uit te voeren. Dat kan via de vast te stellen kaders (het
beleidsplan) of via de budgetten (begroting).
Zie ook bijgevoegde notitie “Voorziening hulp bij het huishouden en de keuzes
voor 2015”.
behandeladvies
spreekrecht publiek
De raadsleden worden geïnformeerd over het onderwerp (evt. via presentatie) en
de raadsleden kunnen vragen stellen over het gepresenteerde en van gedachten
te wisselen over de mogelijkheden/keuzes.
Bij Beeldvorming:
Ja
Publiek wordt uitgenodigd om mee te praten aan
tafel. Graag van tevoren aanmelden via
[email protected] of vlak voor aanvang
van de sessie bij de voorzitter/griffier in de zaal.
12TU
U12T
*1034839*
Gemeente Hengelo
Postbus 18
7550 AA Hengelo
Gemeenteraad van Hengelo
T.a.v. het Presidium
Postbus 18
7550 AA Hengelo
Onderwerp
Politieke markt Hulp bij het
Huishouden
Zaaknummer
1014902
Uw kenmerk
Datum
Geachte leden van het presidium,
Hierbij ontvangt u het programma voor een politieke markt inzake Hulp bij het Huishouden.
Wij verzoeken u het programma te laten agenderen.
Met vriendelijke groet,
Burgemeester en wethouders van Hengelo,
de secretaris,
de burgemeester,
Bijlagen: 2
Vermeld altijd het zaaknummer als u contact opneemt met de gemeente.
Bezoekadres stadhuis
E-mailadres
Burgemeester Jansenplein 1
[email protected]
Bezoekadres stadskantoor
Telefoonnummer
Hazenweg 121
14-074
MEMO
Van
Telefoon
Datum
Onderwerp
Kopie aan
Gerrit Overbeek en Astrid Donderwinkel
074-2459792
29 april 2014
Informatie t.b.v. politieke markt 27 mei 2014
Wethouder Jan Bron
Aan
College, Presidium en Raadsleden
Postbus 18
7550 AA Hengelo
Geachte raadsleden,
Met uw griffie is afgesproken dat wij u ook in de nieuwe raadsperiode actief meenemen in de transities
Jeugdzorg, AWBZ/Wmo en Participatiewet. Hiervoor gebruiken wij vanaf nu de politieke markten. De
agenda hiervan wordt in goed overleg tussen de betrokkenen (ambtelijk en bestuurlijk) voorbereid.
Op 27 mei 2014 staat een politieke markt gepland. Graag gaan wij dan met u in gesprek
(beeldvormend) over:
De huishoudelijke hulp vanaf 2015
De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) heeft ook gevolgen voor burgers die
gebruik maken van hulp bij het huishouden en gemeenten. Gemeenten krijgen te maken met forse
bezuinigingen (40%) en staan voor de keuze hoe om te gaan met de ontwikkelingen van hulp bij het
huishouden. En hiervan zullen burgers die huishoudelijke hulp hebben (of in de toekomst ontvangen)
zeker iets merken.
U
Wij willen u voor de beeldvorming een aantal mogelijke keuzes voorleggen die het college zou kunnen
maken om binnen de door u vast te stellen kaders (via beleidsplan) en budgetten (via begroting)
uitvoering te geven aan de (maatwerk)voorziening huishoudelijke hulp. Wij verwijzen u hiervoor naar
bijgaande notitie.
U
-
U
Hoe kijkt u aan tegen de mogelijke keuzes die wij benoemen om de kosten te sparen?
Ziet u nog andere mogelijkheden die u ons zou willen meegeven?
Vindt u dat wij als gemeente moeten vasthouden aan de (door uw gemeenteraad) vastgestelde
tarieven?
Heeft u suggesties over de communicatie met de mensen die op dit moment een indicatie
hebben voor hulp bij het huishouden?
Bijlage: Notitie Voorziening hulp bij het huishouden en de keuzes voor 2015
1
Voorziening hulp bij het huishouden en de keuzes voor 2015
De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) heeft ook gevolgen voor burgers die
gebruik maken van hulp bij het huishouden en gemeenten. Gemeenten krijgen te maken met forse
bezuinigingen (40%) en staan voor de keuze hoe om te gaan met de ontwikkelingen van hulp bij
het huishouden. En hiervan zullen burgers die huishoudelijke hulp hebben (of in de toekomst
ontvangen) zeker iets merken.
Huishoudelijke hulp nu
Sinds 1 januari 2007 valt de huishoudelijke hulp onder de Wmo. Gemeente zijn verplicht burgers
met beperkingen te compenseren door voorzieningen te treffen die hen in staat stellen een
huishouden te voeren. Hoe gemeenten dit doen, daar zijn ze vrij in. In de gemeente Hengelo doen
we dit via twee vormen van hulp bij het huishouden (HH):
1. Huishoudelijke werkzaamheden (HH1)
2. Organisatie van het huishouden (HH2)
HH1 is hulp bij het huishouden bij niet complexe situaties. Als alleen iemand nodig is die komt
schoonmaken, de boodschappen doen, de was wegwerken etc. De HH1 hulp signaleert eveneens
veranderingen in de zorgsituaties.
HH2 wordt geïndiceerd bij complexere situaties, als men niet meer in staat is het eigen huishouden
te sturen en te overzien. HH2 kan worden gegeven als men hulp nodig heeft bij de dagelijkse
organisatie van het huishouden, bij de verzorging van andere gezinsleden en bij het koken voor het
gezin.
U
U
U
U
Cliënten maken een keuze tussen zorg in natura en een Persoonsgebonden budget (Pgb). Bij zorg
in natura kiest men een gegunde zorgaanbieder. Voor de gemeente Hengelo zijn dat TSN, Tzorg,
Zorggroep Manna, TriviumMeulenbeltzorg, BTK zorg en Solace.
Een Pgb kan men alleen krijgen als er een duidelijke reden voor aangegeven wordt en als men in
staat is een pgb te beheren.
Financiën
Voor 2014 hebben we 8,9 miljoen Euro beschikbaar voor hulp bij het huishouden via zorg in
natura. Via Pgb geven we ongeveer 1,3 miljoen Euro uit voor hulp bij het huishouden.
Daar staat tegenover dat wij jaarlijks 2 miljoen Euro ontvangen via de eigen bijdrage die mensen
betalen.
Het feit dat wij als gevolg van de 40% bezuiniging minder (uren) maatwerkvoorzieningen hulp bij
het huishouden toekennen, maakt ook dat wij minder eigen bijdrage zullen ontvangen. Naar
verwachting zal de eigen bijdrage met minimaal 50% afnemen (bovenop de bezuiniging van 40%).
U
Onze tarieven voor HH in 2014 zijn als volgt:
HH1 (zorg in natura): € 20,85
HH2 (zorg in natura): € 25,02
Pgb HH1: € 16,68
Pgb HH2: € 20,02
Deze tarieven zijn hoger dan de tarieven in de overige Twentse gemeenten. De gemeente Hengelo
heeft gekozen voor kwaliteit en niet aan te besteden op prijs.
Aantallen
Het gaat in Hengelo om ongeveer 3.100 burgers die een indicatiebesluit voor HH1 of HH2 hebben
(cijfers april 2014). Ruim 90% ontvangt HH1. Het gaat om gemiddeld 2,8 uur hulp per persoon per
week. Het merendeel is geïndiceerd voor zwaar huishoudelijke hulp (stofzuigen, badkamer
schoonmaken etc.), maar de geïndiceerde uren zijn ook gebaseerd op:
Verzorgen (brood)maaltijden
Textielverzorging (wassen/strijken)
Extra uren bv. i.v.m. huisdieren
Licht huishoudelijk werk
Organisatie van het huishouden
U
Nieuwe Wmo 2015
In de nieuwe Wmo worden gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen van de
zelfredzaamheid en participatie van burgers door het bieden van algemene voorzieningen en
maatwerkvoorzieningen. Ook hulp bij het huishouden kan in een van deze twee vormen te worden
aangeboden. Om de huishoudelijke hulp echter ook na 2014 mogelijk te maken zal het op een
vernieuwde wijze georganiseerd moeten worden.
Keuzemogelijkheden
Er zijn verschillende keuzes te maken om te sturen op (de kosten van) hulp bij het huishouden.
Het gaat om de volgende mogelijkheden, die hieronder kort worden uitgewerkt.
1. HH als algemene en/of maatwerkvoorziening
2. Indicatiestelling
3. Eigen bijdrage
4. Inkoop en aanbesteding
5. Eigen kracht en voorlichting
6. Sociaal netwerk en vrijwilligers
U
Ad. 1) HH als algemene en/of maatwerkvoorziening
De nieuwe Wmo 2015 kent dus twee soorten voorzieningen voor hulp bij het huishouden, een
(individuele) maatwerkvoorzieningen en algemene (schoonmaak)voorzieningen.
Een maatwerkvoorziening is een geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en
andere maatregelen afgestemd op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een
persoon. Voor de maatwerkvoorziening kunnen toelatingscriteria gesteld worden, op basis van
bijvoorbeeld aanwezige mantelzorg en wat iemand zelf kan.
We kunnen ons voorstellen dat de maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden wordt ‘uitgekleed’
en dat alleen een basispakket overblijft (schone en leefbare woonkamer, keuken, badkamer en één
slaapkamer). Ook is er nog een groep burgers met ‘oude’ indicaties voor onbepaalde tijd waarbij je
nu opnieuw gaat kijken naar de daadwerkelijke behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden.
Een algemene voorziening is laagdrempelig en toegankelijk zonder uitgebreid voorafgaand
onderzoek, naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers. Een
algemene voorziening is in de regel goedkoper en minder bureaucratisch dan een
maatwerkvoorziening. Maar er kunnen dan ook mensen gebruik van maken die het op de grond
van de Wmo wellicht niet echt nodig hebben.
Op het moment dat er een ‘uitgeklede’ maatwerkvoorziening overblijft, is het mogelijk om de taken
die dan niet meer onder maatwerk vallen, via een algemene voorziening aan te (laten) bieden. Te
denken valt dan aan maaltijdvoorziening, was- en strijkservice, hondenuitlaatdienst, etc. Ervaring
uit andere gemeenten leert dat burgers hiervan niet automatisch gebruik maken wanneer het niet
meer onder maatwerk valt. Vaak weten ze het met familie, vrienden of buren toch op te vangen.
Van HH als algemene voorziening kan dus iedereen gebruik maken en draagt men de kosten in
principe ook zelf. Tenzij zij een laag inkomen hebben. Dan kunnen we als gemeente overgaan tot
het geheel of gedeeltelijk vergoeden van de kosten, via bijvoorbeeld de bijzondere bijstand of in de
vorm van dienstencheques 1 .
Hierbij mogen wij alleen checken of zij omwille van de financiële situatie daarvoor in aanmerking
komen, niet of zij vanuit de Wmo de algemene voorziening ook echt nodig hebben. De HH als
algemene voorziening, zeker in de vorm van dienstencheques, blijkt zeer fraudegevoelig
(ervaring België).
P0F
P
Ad. 2) Indicatiestelling
Indiceren is maatwerk en iets dat zorgvuldig moet gebeuren. Toch is er in de indicatiestelling voor
hulp in het huishouden op verschillende manieren efficiencywinst te boeken. Een aantal
voorbeelden:
Pre-indicatie door zorginstellingen
Voor een kortdurende indicatie kunnen huisartsen, zorginstellingen en ziekenhuizen
gemachtigd worden om een (pre-)indicatie af te geven, in plaats van een indicatie door de
gemeente. De gemeente is hiermee een deel van de regie kwijt, maar mogelijk zijn
hierover goede afspraken te maken.
Eenvoudiger indiceren en zelfindicatie
De burger kan zelf op een (digitaal) formulier nagaan welke ondersteuning of hulp in het
huishouden zinvol is en of er een toekenning te verwachten valt. In het geval van een
U
U
1
Mensen kunnen dienstencheques kopen. Die kunnen ze verzilveren voor ondersteuning in en om het huis. Zoals hulp bij het
huishouden, tuinonderhoud, andere kleine klussen, dierverzorging en eenvoudige ondersteuning. Dit kan ook een
arbeidsmarktsubsidie zijn, bedoeld om (buurt)diensten en banen te stimuleren via het subsidiëren van diensten waaronder
huishoudelijke hulp.
-
-
verwachtte toekenning is al een deel van de indicatie gesteld. Zelfindicatie voor hulp bij het
huishouden is alleen geschikt voor mensen die zelf nog een voldoende regiefunctie hebben.
Voor mensen met psychische, psychiatrische of psycho-geriatrische klachten of multiprobleem gezinnen is het geen alternatief. Ook voor klanten waar gezinsleden gebruikelijke
zorg kunnen leveren bleek het lastig om dat in de zelfindicatie mee te nemen.
Herindicatie
Te denken valt aan het opnieuw indiceren van alle cliënten als ‘kaasschaafmethode’, dat wil
zeggen bij iedereen een half uurtje minder. Er zijn gemeenten die dit (willen) doen, maar
inmiddels is duidelijk dat dit juridisch niet kan. Er is dan namelijk geen sprake meer van
maatwerk. Wel is het mogelijk om met iedereen die nu een indicatie heeft voor hulp bij het
huishouden een gesprek aan te gaan (maatwerk) en te kijken waar het minder of anders
kan. Dit is echter kostbaar, maar levert ook veel informatie op. Mogelijk ook over de
mensen die nu al AWBZ-begeleiding ontvangen (onze nieuwe doelgroep dus).
Geen standaardindicaties
Sommige gemeenten hebben een standaardindicatie voor hulp bij het huishouden vanaf
een bepaalde leeftijd, bijvoorbeeld vanaf 75 jaar. Maar lang niet iedereen van een bepaalde
leeftijd heeft hulp bij het huishouden nodig en ouder worden is dan ook niet per definitie
een reden voor het krijgen van een indicatie voor HH.
U
U
Ad. 3) Eigen bijdrage
Voor de maatwerkvoorziening geldt een landelijke inkomensafhankelijke eigenbijdrage-regeling op
grond van een landelijk Besluit Maatschappelijke Ondersteuning. Het kan voorkomen dat de eigen
bijdrage voor burgers hoger ligt dan wanneer zij zelf hulp bij het huishouden organiseren. Mensen
hierover goed informeren is daarom van belang, waardoor zij op voorhand wellicht afzien van het
verzoek om een maatwerkvoorziening.
Voor de algemene voorziening geldt dat de landelijke eigenbijdrage-regeling hierop niet van
toepassing is. Gemeenten mogen bij de algemene voorziening zelf een bijdrage vragen tot
maximaal de kostprijs van de voorziening.
Ad. 4) Inkoop en aanbesteding
Met betrekking tot de inkoop en aanbesteding van hulp bij het huishouden valt te denken aan het
maken van resultaatgerichte afspraken met organisaties. Dat betekent dat we niet langer indiceren
op het aantal uren, maar op een schoon en leefbaar huis. Dat vragen we dan van de aanbieders.
De verwachting is dat we voor een gemiddelde van 1,5 tot 2 uren hulp per persoon per week
inkopen (nu gemiddeld 2,8 uur p.p.p.w.)
Organisaties willen graag resultaatgericht werken omdat werken voor de medewerkers leuker
wordt, de betrokkenheid van de medewerkers bij de organisatie toeneemt en de prestaties
toenemen. Doordat de toegevoegde waarde van de organisatie en van functies helder wordt,
worden mensen weer trots op hun organisatie en op hun functie. Doordat leidinggevenden sturen
op resultaten en minder voorschrijven hoe die resultaten moeten worden bereikt, ontstaat meer
ruimte voor eigen ideeën en oplossingen. Talent wordt meer benut omdat eigenheid meer wordt
toegelaten. Medewerkers kunnen vanuit zelfstandigheid toewerken naar waardevolle resultaten.
Prestaties zullen toenemen omdat gerichter wordt toewerkt naar wat van belang is voor de
organisatie en omdat de motivatie en betrokkenheid toeneemt.
Bij de resultaatgerichte aanpak kan de zorgprofessional regel-arm werken. De hulpverlener kan
zelf, in samenspraak met de klant, bepalen hoe en wanneer de gewenste zorg het beste geleverd
kan worden. Geen keurslijf van het weekregime.
Ad. 5) Eigen kracht en voorlichting
Door het geven van voorlichting kan iemand die hulp nodig heeft meer zelf doen. Denk
bijvoorbeeld aan een iets andere en meer overzichtelijke inrichting van het huis waardoor er
minder 'stofvangers' zijn.
Sommige gemeenten hebben op hun website ook uitgebreide tips staan hoe je langer zelfstandig
het huishouden kunt doen.
Dit staat nog los van de voorlichting en communicatie over alle veranderingen. Dat is ook van
groot belang.
Ad. 6) Sociale netwerk en vrijwilligers
Voor de maatwerkvoorziening kunnen 'strengere' toelatingscriteria gesteld worden, op basis van
bijvoorbeeld aanwezige mantelzorg en wat iemand zelf kan.
Door het inschakelen van het bestaande sociale netwerk kan een deel van de hulpvraag opgelost
worden, bijvoorbeeld door na te gaan of er familie of vrienden zijn die iets kunnen doen en daar in
de indicatiestelling rekening mee te houden. Ook hulp in de buurt kan ingeschakeld worden.
Wanneer mensen nog iets zelf kunnen zijn er ook verschillende initiatieven die werken op basis van
een wederzijdse 'tegenprestatie'.
Daarnaast zijn vrijwilligersinitiatieven van groot belang, voor bijvoorbeeld een boodschappendienst.
Combinatie van mogelijkheden
Op dit moment denken wij aan een combinatie van mogelijke keuzes om de kosten voor hulp bij
het huishouden te verminderen. Dit zijn:
Functies uit de HH halen en als algemene voorziening wegzetten, zoals bijvoorbeeld het
wassen/strijken, verzorging dieren en maaltijdvoorziening.
Een pilot aangaan met onze huidige leveranciers om over te gaan op resultaatafspraken
voor een schoon en leefbaar huis. Daarbij wordt gefinancierd voor een vast aantal uren en
bijbehorend tarief voor de zware huishoudelijke taken (het uitgeklede pakket).
Met alle mensen die nu geïndiceerd zijn voor hulp bij het huishouden een gesprek aan gaan
om te kijken:
o waar het minder of anders kan (wat kan men toch zelf doen/organiseren, wat moet
via maatwerk blijven en van welke algemene voorzieningen kan men gebruik
maken)
o welke voorzieningen vanuit AWBZ-begeleiding (of zelfs jeugdzorg) men nu
ontvangt (meer zicht op onze nieuwe doelgroep proberen te krijgen)
Een pilot aangaan met onze huidige aanbieders om te kijken waar eventueel combinaties
mogelijk zijn tussen HH2 en de lichte vormen van begeleiding.