Laat de inspectie anders kijken 22 Tekst Wout Neutel Laat de inspectie anders kijken ‘Overleef de onderwijsinspectie!’ – onder die titel schreven Thijs Radersma en Henk van der Weijden een boek over de manier waarop de onderwijsinspectie in het basisonderwijs te werk gaat. Hoewel de titel wellicht anders doet vermoeden, biedt het boek vooral praktische informatie waarmee scholen zich goed op het inspectiebezoek kunnen voorbereiden. Maar ook pleit het voor een andere manier van kijken door de inspectie. De tweede boodschap van Radersma en Van der Weijden is er een van kritiek op de huidige eenzijdige focus op resultaten. Beide boodschappen brengen zij op heldere en evenwichtige wijze naar voren. Naïviteit De auteurs nemen in het onderwijs, vooral onder leraren, een zekere naïviteit en nonchalance waar als het gaat om de inspectie. Het inspectieonderzoek is voor velen een ver-van-mijn-bedshow, die zich in eerste instantie afspeelt tussen inspectie en schoolbestuur. Maar door de andere aanpak van de inspectie sinds het begin van deze eeuw zijn de consequenties van de oordelen van de inspectie zichtbaarder geworden en bereiken ze een groter publiek. Daarom moeten scholen zich goed voorbereiden op en alert zijn tijdens het inspectiebezoek, aldus de auteurs. Thijs Radersma en Henk van der Weijden zijn respectievelijk onderwijsadviseur/oud-schoolbegeleider en onderwijspedagoog/ Naspelen oud-inspecteur van het onderwijs. Zij brengen in dit boek een De auteurs beschrijven in drie hoofdstukken hoe het inspectie- dubbele boodschap. De eerste is dat leraren en scholen moeten oordeel tot stand komt. In het eerste hoofdstuk geven zij uitleg weten hoe de onderwijsinspectie functioneert. Zij constateren over de huidige risicogerichte aanpak van de inspectie, de vier dat het moppergehalte in het onderwijs de laatste jaren fors is soorten inspectieonderzoek, de toezichtkaart die de inspectie toegenomen, wat resulteert in een houding van ‘ze doen maar, van iedere school maakt, en het lesobservatieformulier. Op dit ik zie het wel’. Daarmee laten schoolteams kansen liggen, en dat formulier staan de indicatoren uit het toezichtkader die tijdens komt de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede. een klassenbezoek beoordeeld kunnen worden. 23 Laat de inspectie anders kijken Het lesobservatieformulier is een werkdocument van de Radersma en Van der Weijden schrijven dat de overheid deze inspecteur en wordt dus niet van te voren naar de school kwaliteitskenmerken introduceert om scholen te dwingen uit te gestuurd. Volgens Radersma en Van der Weijden verdient het blinken op vooral meetbare en toetsbare aspecten. Wie met echter aanbeveling om in collegiaal verband een inspectie deze aanpak een aap wil zien dansen, krijgt dat volgens hen te bezoek na te spelen aan de hand van dit formulier en dit met zien. Zij hebben fundamentele bezwaren tegen deze benadering. elkaar te bespreken. Het hoofdstuk sluit af met tien tips ter Die leent zich voor het maken van producten, maar niet voor voorbereiding op een inspectiebezoek. het onderwijs. Werken met kinderen is immers geen productie- Het tweede hoofdstuk bespreekt het toezichtkader van de proces. Het effect op de kwaliteit van het onderwijs zal wellicht inspectie. Centraal in het oordeel van de inspectie staan de op korte termijn positief zijn, maar op de lange termijn verwachten opbrengsten. Daarbij zijn vooral de opbrengsten op het vlak zij eerder kwaliteitsverlies. van taal en rekenen en sociale competenties van belang. In het hoofdstuk over ‘de afronding: oordeel en rapportage’ Alternatief geven de auteurs aan wat er gebeurt na het onderzoek van de Met de Besturenraad hekelen Radersma en Van der Weijden inspectie, hoe het inspectieoordeel tot stand komt, welke dus het economisch denken van de overheid ten aanzien van toezichtarrangementen er zijn en hoe de arrangementen tot het onderwijs. Aan de andere kant pleiten zij niet voor het stand komen. Finse model, waarin de onderwijsinspectie helemaal ontbreekt. Wel breken zij een lans voor een alternatieve benadering, die zij Angelsaksische blik typeren als ‘pedagogisering’. In die benadering is het onderwijs- Naast deze praktische informatie over de werkwijze van de proces het vertrekpunt van de beoordeling en kan alleen per inspectie leveren de auteurs forse kritiek op de manier waarop leerling worden bepaald of die naar vermogen heeft gepresteerd. de overheid (politiek, ministerie en in het verlengde daarvan Ook moet volgens hen de huidige afrekencultuur verdwijnen en de inspectie) naar het onderwijs kijkt. de bureaucratie worden verminderd. De overheid moet echt Volgens Radersma en Van der Weijden kijkt de overheid de terugtreden en leerkrachten en teams moeten meer autonomie laatste jaren steeds meer met een ‘Angelsaksische’ blik naar krijgen. het onderwijs. Hierin staan opbrengstgericht en handelings Het huidige toezichtkader van de inspectie biedt prima hand gericht werken centraal en ligt de nadruk op e fficiency en het vatten om de onderwijskwaliteit te borgen, maar dan zonder behalen van maximale leerresultaten op de basisvakken. de dominante rol van de ‘opbrengsten’. De auteurs beschrijven Het onderwijs werkt echter veelal vanuit het ‘Rijnlandse model’, drie alternatieve mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs waarin vertrouwen wordt gegeven aan de mensen die het werk te beoordelen: het werken met ontwikkelings- en uitstroom moeten doen. De focus op taal en rekenen doet volgens de perspectieven, het werken met leerpotentieeltesten en het auteurs niet alleen geen recht aan de opdracht van het onder- gebruikmaken van alle leerresultaten van de school. wijs, maar staat ook nog eens haaks op de bepaling dat het Ontwikkelings- en uitstroomperspectieven zijn een bruikbaar onderwijs zich in elk geval richt op de emotionele en de instrument voor scholen die toetsen en testen alleen inzetten verstandelijke ontwikkeling en op het ontwikkelen van creativiteit, voor diagnostisch gebruik en niet voor het berekenen van het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele gemiddelde leerresultaten op schoolniveau. Ze bieden mogelijk- en lichamelijke vaardigheden. heden om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen en de Van al deze opdrachten wordt slechts een beperkt deel getoetst leeropbrengsten te verantwoorden, maar zijn volgens de auteurs (taal en rekenen) en van dit deel alleen die zaken die gemakkelijk door de inspectie op een lager plan gezet. toetsbaar zijn (zie ook het artikel op pagina 18). De auteurs zijn Bij leerpotentieeltesten wordt gekeken naar de kennis- en aanleg- het dan ook met de Besturenraad eens dat de huidige focus op factoren van een leerling. Ze brengen in beeld wat, gegeven toetsing een heilloze weg is die zal leiden tot ‘teaching to the de aanleg en kennis, uiteindelijk bereikt zou kunnen worden. test’. Waar in andere landen, waaronder de VS en Schotland, Met deze vorm van testen krijgt de school een beeld van de de koers wordt verlegd, zet de overheid in Nederland deze lijn mate waarin zij uit leerlingen haalt wat mogelijk is. in versterkte mate door met de invoering van de verplichte Bij het ‘totaalbeoordelen’ brengen scholen de leerresultaten centrale eindtoets. van de leerlingen op alle terreinen in kaart en verantwoorden ze zich daarover. Dit alternatief is volgens de auteurs vooral in Dansende aap trek bij vernieuwingsscholen. Het ‘labelen’ van scholen is volgens de auteurs een duidelijk Al met al een lezenswaardig boek, al was het alleen maar voorbeeld van systeemdenken en het opvoeren van de druk door de systematische behandeling van het toezichtkader en op het onderwijs. Het is een ontwikkeling die ook uit het de handige tips. Angelsaksische denkmodel voortkomt, stellen zij. De kwaliteit van scholen wordt nu getypeerd als voldoende (basistoezicht), Thijs Radersma en Henk van der Weijden, Overleef de zwak of zeer zwak. Dat betekent bijna automatisch dat er ook onderwijsinspectie! Handreiking en tips voor basisscholen, scholen zijn die boven hoger dan voldoende scoren en goed of Amsterdam: Boom, 2013. zelfs excellent zijn.
© Copyright 2024 ExpyDoc