Lees hier het hele artikel in SBM januari-februari 2014

Laat de inspectie anders kijken
22
Tekst Wout Neutel
Laat de inspectie
anders kijken
‘Overleef de onderwijsinspectie!’ – onder die
titel schreven Thijs Radersma en Henk van der
Weijden een boek over de manier waarop de
onderwijsinspectie in het basisonderwijs te
werk gaat. Hoewel de titel wellicht anders doet
vermoeden, biedt het boek vooral praktische
informatie waarmee scholen zich goed op het
inspectiebezoek kunnen voorbereiden. Maar
ook pleit het voor een andere manier van
kijken door de inspectie.
De tweede boodschap van Radersma en Van der Weijden is
er een van kritiek op de huidige eenzijdige focus op resultaten.
Beide boodschappen brengen zij op heldere en evenwichtige
wijze naar voren.
Naïviteit
De auteurs nemen in het onderwijs, vooral onder leraren, een
zekere naïviteit en nonchalance waar als het gaat om de inspectie.
Het inspectieonderzoek is voor velen een ver-van-mijn-bedshow,
die zich in eerste instantie afspeelt tussen inspectie en schoolbestuur.
Maar door de andere aanpak van de inspectie sinds het begin
van deze eeuw zijn de consequenties van de oordelen van de
inspectie zichtbaarder geworden en bereiken ze een groter
publiek. Daarom moeten scholen zich goed voorbereiden op
en alert zijn tijdens het inspectiebezoek, aldus de auteurs.
Thijs Radersma en Henk van der Weijden zijn respectievelijk
onderwijsadviseur/oud-schoolbegeleider en onderwijspedagoog/
Naspelen
oud-inspecteur van het onderwijs. Zij brengen in dit boek een
De auteurs beschrijven in drie hoofdstukken hoe het inspectie-
dubbele boodschap. De eerste is dat leraren en scholen moeten
oordeel tot stand komt. In het eerste hoofdstuk geven zij uitleg
weten hoe de onderwijsinspectie functioneert. Zij constateren
over de huidige risicogerichte aanpak van de inspectie, de vier
dat het moppergehalte in het onderwijs de laatste jaren fors is
soorten inspectieonderzoek, de toezichtkaart die de inspectie
toegenomen, wat resulteert in een houding van ‘ze doen maar,
van iedere school maakt, en het lesobservatieformulier. Op dit
ik zie het wel’. Daarmee laten schoolteams kansen liggen, en dat
formulier staan de indicatoren uit het toezichtkader die tijdens
komt de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede.
een klassenbezoek beoordeeld kunnen worden.
23
Laat de inspectie anders kijken
Het lesobservatieformulier is een werkdocument van de
Radersma en Van der Weijden schrijven dat de overheid deze
­inspecteur en wordt dus niet van te voren naar de school
kwaliteitskenmerken introduceert om scholen te dwingen uit te
gestuurd. Volgens Radersma en Van der Weijden verdient het
blinken op vooral meetbare en toetsbare aspecten. Wie met
echter aanbeveling om in collegiaal verband een inspectie­
deze aanpak een aap wil zien dansen, krijgt dat volgens hen te
bezoek na te spelen aan de hand van dit formulier en dit met
zien. Zij hebben fundamentele bezwaren tegen deze benadering.
elkaar te bespreken. Het hoofdstuk sluit af met tien tips ter
Die leent zich voor het maken van producten, maar niet voor
voorbereiding op een inspectiebezoek.
het onderwijs. Werken met kinderen is immers geen productie-
Het tweede hoofdstuk bespreekt het toezichtkader van de
proces. Het effect op de kwaliteit van het onderwijs zal wellicht
inspectie. Centraal in het oordeel van de inspectie staan de
op korte termijn positief zijn, maar op de lange termijn verwachten
opbrengsten. Daarbij zijn vooral de opbrengsten op het vlak
zij eerder kwaliteitsverlies.
van taal en rekenen en sociale competenties van belang.
In het hoofdstuk over ‘de afronding: oordeel en rapportage’
Alternatief
geven de auteurs aan wat er gebeurt na het onderzoek van de
Met de Besturenraad hekelen Radersma en Van der Weijden
inspectie, hoe het inspectieoordeel tot stand komt, welke
dus het economisch denken van de overheid ten aanzien van
­toezichtarrangementen er zijn en hoe de arrangementen tot
het onderwijs. Aan de andere kant pleiten zij niet voor het
stand komen.
Finse model, waarin de onderwijsinspectie helemaal ontbreekt.
Wel breken zij een lans voor een alternatieve benadering, die zij
Angelsaksische blik
typeren als ‘pedagogisering’. In die benadering is het onderwijs-
Naast deze praktische informatie over de werkwijze van de
proces het vertrekpunt van de beoordeling en kan alleen per
inspectie leveren de auteurs forse kritiek op de manier waarop
leerling worden bepaald of die naar vermogen heeft gepresteerd.
de overheid (politiek, ministerie en in het verlengde daarvan
Ook moet volgens hen de huidige afrekencultuur verdwijnen en
de inspectie) naar het onderwijs kijkt.
de bureaucratie worden verminderd. De overheid moet echt
Volgens Radersma en Van der Weijden kijkt de overheid de
terugtreden en leerkrachten en teams moeten meer autonomie
laatste jaren steeds meer met een ‘Angelsaksische’ blik naar
krijgen.
het onderwijs. Hierin staan opbrengstgericht en handelings­
Het huidige toezichtkader van de inspectie biedt prima hand­
gericht werken centraal en ligt de nadruk op e­ fficiency en het
vatten om de onderwijskwaliteit te borgen, maar dan zonder
behalen van maximale leerresultaten op de basisvakken.
de dominante rol van de ‘opbrengsten’. De auteurs beschrijven
Het onderwijs werkt echter veelal vanuit het ‘Rijnlandse model’,
drie alternatieve mogelijkheden om de kwaliteit van het onderwijs
waarin vertrouwen wordt gegeven aan de mensen die het werk
te beoordelen: het werken met ontwikkelings- en uitstroom­
moeten doen. De focus op taal en rekenen doet volgens de
perspectieven, het werken met leerpotentieeltesten en het
auteurs niet alleen geen recht aan de opdracht van het onder-
gebruikmaken van alle leerresultaten van de school.
wijs, maar staat ook nog eens haaks op de bepaling dat het
Ontwikkelings- en uitstroomperspectieven zijn een bruikbaar
onderwijs zich in elk geval richt op de emotionele en de
instrument voor scholen die toetsen en testen alleen inzetten
­verstandelijke ontwikkeling en op het ontwikkelen van creativiteit,
voor diagnostisch gebruik en niet voor het berekenen van
het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele
gemiddelde leerresultaten op schoolniveau. Ze bieden mogelijk-
en lichamelijke vaardigheden.
heden om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen en de
Van al deze opdrachten wordt slechts een beperkt deel getoetst
leeropbrengsten te verantwoorden, maar zijn volgens de auteurs
(taal en rekenen) en van dit deel alleen die zaken die gemakkelijk
door de inspectie op een lager plan gezet.
toetsbaar zijn (zie ook het artikel op pagina 18). De auteurs zijn
Bij leerpotentieeltesten wordt gekeken naar de kennis- en aanleg-
het dan ook met de Besturenraad eens dat de huidige focus op
factoren van een leerling. Ze brengen in beeld wat, ­gegeven
toetsing een heilloze weg is die zal leiden tot ‘teaching to the
de aanleg en kennis, uiteindelijk bereikt zou kunnen worden.
test’. Waar in andere landen, waaronder de VS en Schotland,
Met deze vorm van testen krijgt de school een beeld van de
de koers wordt verlegd, zet de overheid in Nederland deze lijn
mate waarin zij uit leerlingen haalt wat mogelijk is.
in versterkte mate door met de invoering van de verplichte
Bij het ‘totaalbeoordelen’ brengen scholen de leerresultaten
­centrale eindtoets.
van de leerlingen op alle terreinen in kaart en verantwoorden
ze zich daarover. Dit alternatief is volgens de auteurs vooral in
Dansende aap
trek bij vernieuwingsscholen.
Het ‘labelen’ van scholen is volgens de auteurs een duidelijk
Al met al een lezenswaardig boek, al was het alleen maar
voorbeeld van systeemdenken en het opvoeren van de druk
door de systematische behandeling van het toezichtkader en
op het onderwijs. Het is een ontwikkeling die ook uit het
de handige tips.
Angelsaksische denkmodel voortkomt, stellen zij. De kwaliteit
van scholen wordt nu getypeerd als voldoende (basistoezicht),
Thijs Radersma en Henk van der Weijden, Overleef de
zwak of zeer zwak. Dat betekent bijna automatisch dat er ook
onderwijsinspectie! Handreiking en tips voor basisscholen,
scholen zijn die boven hoger dan voldoende scoren en goed of
Amsterdam: Boom, 2013.
zelfs excellent zijn.