CBO Vooruitwerklab Passend Onderwijs voor (hoog)begaafde kinderen dat kan! Het CBO organiseert sinds 2005 het CBO Vooruitwerklab (VWL). In het CBO VWL krijgen kinderen uit groep 4 t/m 8 uitdagende opdrachten voorgelegd en leer- en spelmaterialen aangeboden die passen bij hun onderwijsbehoeften. Het CBO VWL draagt bij aan het ontwikkelen van een positief realistisch zelfbeeld, samenwerkingsvaardigheden, het voorkomen en keren van het proces bij onderpresteren en het voorkomen van schooluitval. Kinderen krijgen de kans te groeien tot zelfsturende en autonome leerlingen (vgls. Betts & Neihart, 2010 1). CBO Vooruitwerklab op locatie In 2013 is de eerste stap gezet voor de uitrol van het CBO VWL naar andere locaties in Nederland. Hieruit is in januari 2014 het eerste CBO VWL op locatie in OBS De Parel in Zutphen gestart (lees het bijbehorende artikel, geplaatst in het tijdschrift Talent). Het is mogelijk om een CBO VWL vorm te geven op school- en stichting niveau, als ook op het niveau van een samenwerkingsverband. Ook een particulier kan een CBO VWL starten (zie CBO Vooruitwerklab particulier). Doel CBO VWL voor leerlingen Het doel is om de leerlingen middels gerichte verrijkingslessen het volgende te bieden: • inzicht in de eigen manier van denken en leren; • bewust werken met leerstrategieën; • objectief benoemen en evalueren van de samenwerking; • zelf ontdekkend leren i.c.m. procesgerichte feedback en feed forward. Het theoretisch kader van lessen, observatieformulieren en verslagen wordt gevormd door het triarchisch model van Robert Sternberg (Grigorenko & Sternberg, 2000 2), waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen analytische, creatieve en praktische [ACP] denkvaardigheden. Voor welke leerlingen is het CBO VWL geschikt? • (Hoog)begaafde leerlingen die in de reguliere (verrijkings-)klassen niet goed uit de verf komen, die niet de prestaties halen die bij hun capaciteiten (lijken te) passen. • Leerlingen die (nog) niet zelfsturend en autonoom in de klas opereren, maar wel de capaciteiten hebben (vgl. Betts & Neihart, 2010). • Leerlingen die ongewenst gedrag laten zien (externaliserend of internaliserend) gecombineerd met vermoedens van grote verveling. 1 Betts, G. & Neihart, M. (2010). Revised profiles of the gifted and talented. Geraadpleegd op 22 september 2011 via http://www.ingeniosus.net/wp-content/uploads/2010/11/PROFILES-BEST-REVISED-MATRIX-2010.pdf 2 Grigorenko, E. & Sternberg, R. (2000). Teaching for Successful Intelligence. 15/4/2014 1 De groepen van het CBO VWL wordt in principe vormgegeven door minimaal 9 en maximaal 12 leerlingen i.v.m. de samenstelling van groepjes en het overzicht voor de begeleiders. Groepsscreening De leerlingen die gesignaleerd zijn worden allemaal gescreend door het CBO om een indruk te krijgen van de capaciteiten, de motivatie om te presteren en inspanningsbereidheid. Deze screening is een middel om meer inzicht te verkrijgen in de verschillende kinderen om te komen tot een groep leerlingen die op elkaar afgestemd zijn. In de aparte bijlage staan de gebruikte vragenlijsten met toelichting. Begeleiders CBO VWL Er zijn vanuit school twee begeleiders per groep; de voorkeur gaat uit naar twee ECHA-Specialists in Gifted Education. Het is in ieder geval van belang dat één van de twee de Verrijkingsmodule van de ECHA opleiding heeft afgerond en dat de ander begonnen is/begint met de opleiding. Hiernaast zijn er enkele specifieke competenties waar een begeleidende leerkracht aan moet voldoen, De begeleider: • is gemotiveerd om met (hoog) begaafde kinderen te werken aan hun leergedrag, • dient achter de ideeën achter het CBO VWL te staan, • dient open te staan voor begeleiding gericht op de eigen ontwikkeling. De begeleiders houden een logboek bij per kind waarin observaties m.b.t. deelname, werkwijze, denkstijl e.d. worden genoteerd. Halverwege de sessiereeks vindt er een gesprek plaats met alle leerlingen (deze kunnen verdeeld worden over beide begeleiders) over o.a. de gang van zaken, denkstijlen en samenwerking. Aan het einde van het traject vindt een gesprek plaats met leerling en ouders (en, zo mogelijk, leerkracht) over het CBO VWL. Wat heeft de leerling geleerd, wat is er gezien of bemerkt door begeleiders en/of ouders. Opzet CBO VWL Het CBO VWL beslaat tien bijeenkomsten van minstens twee uur per bijeenkomst. De eerste lessenserie staat vastgelegd in Het Grote Vooruitwerklabboek (Schrover, 2010 3). De begeleiders zijn vrij om 1-2 van de lessen te vervangen door eigen lesmateriaal, mits het format van de les gehandhaafd blijft. Op deze manier kan worden ingespeeld op de behoeften uit de groep. Het grootste gedeelte van de bijeenkomst wordt gewerkt aan de Grote Opdracht. Deze wordt voorafgegaan door een introductie van de opdracht en afgesloten door een mondelinge en/of schriftelijke evaluatie. De evaluatie is van groot belang i.v.m. de transfer van het geleerde naar schoolse vaardigheden of vakken. Projectplan behorende bij CBO VWL Het CBO VWL is een sterk middel om het onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen vorm te geven. Het is daarbij van belang dat het project goed ingebouwd wordt in de schoolstructuur, een heldere plaats krijgt binnen een stichting of samenwerkingsverband. Het is daarom van belang dat een deelnemende school een gedegen projectplan schrijft, waarbinnen het CBO-VWL wordt vormgegeven. 3 Schrover, E. (2010). Het Grote Vooruitwerklabboek. Nijmegen: Stichting Ontwikkeling Leermethoden 15/4/2014 2 CBO Vooruitwerklab particulier Houdt er rekening mee dat de begeleiders naast ECHA Specialist in Gifted Education ook leerkracht/docent zijn (in ieder geval één van de twee). Hiernaast is het goed om met de onderwijsinspectie te overleggen over de toegankelijkheid tijdens schooltijden en/of rekening te houden met de verzekering van de kinderen. Het heeft de voorkeur van het CBO dat het CBO VWL op locatie in een schoolse omgeving plaatsvindt, aansluiten bij een school is misschien een optie. Begeleiding CBO Het CBO staat garant voor de kwaliteit van het CBO Vooruitwerklab. Tijdens het traject (van tien bijeenkomsten) wordt er één supervisie bezoek afgelegd op locatie en is er twee keer intervisie bij het CBO in Nijmegen. Supervisie is per locatie apart, waarbij één bijeenkomst wordt geobserveerd en nabesproken. Dit gesprek is gericht op leerpunten en doelen van de begeleiders. Een aantal competenties (leerdoelen) van begeleiders van een CBO VWL zijn hieronder opgesteld. De begeleidende leerkracht is in staat om: • zich volgend op te stellen t.o.v. de leerlingen • leerlingen te observeren gericht op leergedrag • ontwijkend gedrag bij leerlingen te herkennen en om te buigen • procesgerichte feedback en feed forward te geven • leerlingen te motiveren tot verder denken en het leggen van verbanden • objectief te observeren en dit bespreekbaar te maken met de leerling • de leerlingen aan te sporen om hun vragen zelf te beantwoorden • wringmomenten met de leerling op te zoeken, bespreekbaar te maken en verder te helpen De intervisiebijeenkomsten zijn samen met de andere begeleiders van de lopende CBO Vooruitwerklabs. Hierbij wordt kritisch gekeken naar filmmateriaal dat door de begeleiders wordt ingebracht waarmee leermomenten voor de begeleiders worden toegelicht en met elkaar worden besproken. Contact Heeft u naar aanleiding van deze folder inhoudelijke vragen over het VWL? Dan kunt u contact opnemen met het CBO in Nijmegen. Dit kan: Per mail [email protected] Per telefoon 024-3616146 Vragen rondom het projectplan passend kunnen gemaild worden naar Patty van Scherpenzeel coördinator CBO Vooruitwerklab op locatie- [email protected]. NB De scholen, stichtingen, samenwerkingsverbanden die een CBO Vooruitwerklab willen opstarten stellen zich meewerkend op in het kader van wetenschappelijk onderzoek m.b.t. het CBO VWL. Het CBO streeft naar voortdurende verbetering van de kwaliteit van de lessen en de begeleiding d.m.v. onderzoek naar de effectiviteit van de aangeboden lessen. 15/4/2014 3
© Copyright 2024 ExpyDoc