Zo houd je een boekbespreking

Zo houd je een boekbespreking.
Zo houd je een boekbespreking.
Een boekbespreking is een spreekbeurt over een boek.
Het lijkt veel op een boekverslag, alleen vertel je nu over een
boek dat je gelezen hebt. Op de achterkant van een boek staat
vaak handige informatie, maar gebruik je eigen woorden.
Maak een lijstje waarop kort staat wat je gaat vertellen.
Een boekbespreking is een spreekbeurt over een boek.
Het lijkt veel op een boekverslag, alleen vertel je nu over een
boek dat je gelezen hebt. Op de achterkant van een boek staat
vaak handige informatie, maar gebruik je eigen woorden.
Maak een lijstje waarop kort staat wat je gaat vertellen.
Stap-voor-stap-plan.
Stap-voor-stap-plan.
Inleiding
Inleiding



Hoe heet het boek?
Wie heeft het geschreven?
Welke andere boeken zijn er van deze schrijver?



Hoe heet het boek?
Wie heeft het geschreven?
Welke andere boeken zijn er van deze schrijver?
Inhoud
Inhoud






Waar gaat het boek over?
Wie zijn de
hoofdpersonen?
Hoe loopt het verhaal af?
Slot





Vond je het boek spannend, leuk, moeilijk, niets aan?
Wat heb je ervan geleerd?
Raad je anderen aan het boek te lezen?
Lees een leuk of spannend stuk voor.
Beantwoord de vragen van de groep.
Waar gaat het boek over?
Wie zijn de hoofdpersonen?
Hoe loopt het verhaal af?
Slot





Vond je het boek spannend, leuk, moeilijk, niets aan?
Wat heb je ervan geleerd?
Raad je anderen aan het boek te lezen?
Lees een leuk of spannend stuk voor.
Beantwoord de vragen van de groep.
Hoe maak je een boekverslag?
Je boekverslag moet aan de volgende 8 punten voldoen:
1. Wie heeft het boek geschreven?
Vermeld enkele feiten over de auteur (zijn/haar geboortedatum en –plaats,
andere werkzaamheden van de auteur en andere boeken die hij/zij
geschreven heeft). Op het Internet kun je gemakkelijk informatie over de
schrijver vinden.
2. Wat is de titel van het boek?
Vermeld ook de eventuele ondertitel.
3. Wat voor soort verhaal/genre is het?
Is het fictie, non-fictie, een avonturenverhaal, een reisverhaal, een
detective, een griezelverhaal, een sprookje, etc.
5. Verklaar de titel en de ondertitel.
Waarom is deze titel naar jouw idee gekozen?
Vind je dit een goede titel? Waarom?
6. Geef je eigen mening over het boek.
Zijn de verwachtingen over het boek uitgekomen?
Heeft het boek je ergens over aan het denken gezet?
Welke medeleerling zou je dit boek aanraden en waarom?
7. De eisen van de school:
* Zorg ervoor dat jouw boekverslag er mooi en verzorgd uitziet.
* Zorg dat er geen taal- en/of spellingfouten in staan.
4. Maak een samenvatting van het boek:
Schrijf in het kort wat er gebeurt in het boek, waar het over gaat.
Denk aan het begin, het middenstuk, de alinea’s en een goed einde.
* Het boekverslag bestaat uit voorkant en twee pagina’s met informatie.
* Lever je werk in in een snelhechter.
Schrijf in ieder geval over de volgende zaken:
* Maak gebruik van ‘simpele’ zinnen.
Wie is de hoofdpersoon?
Of: wie zijn de hoofdpersonen? Vertel zo uitgebreid mogelijk over de
hoofdpersoon: wie is hij/zij, wat doet hij, wat voor karakter heeft hij, wat is
zijn uiterlijk, etc..
Zijn er meer belangrijke personen?
Zo ja, welke? Wat is hun relatie tot de hoofdpersoon?
Op welke plaatsen spelen de gebeurtenissen zich af?
Vermeld op welke plaats(en) en/of in welke ruimte het verhaal zich
afspeelt.
Wanneer spelen de gebeurtenissen zich af?
Vertel iets over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.
*Denk aan je naam (met hoofdletters), je klas en de datum.
Zet deze gegevens op de voorkant van je boekverslag.
8.Tips:
* Maak op de omslag een tekening over het boek of zoek (op Internet) een
afbeelding die met de titel te maken heeft.
* Maak een boekverslag direct nadat je het boek hebt gelezen.
Het verhaal zit dan nog vers in je hoofd.
* Noteer eerst per hoofdstuk, in het kort, de belangrijkste gebeurtenissen
en de personen.
* Gebruik geen woorden die je niet kent.
Zoek de betekenis op of vraag wat de woorden betekenen.
* Schrijf geen zinnen over uit het boek of van Internet, maar schrijf
alles in je eigen woorden op.