Aanvullende vragen (na lezing Nota naar aanleiding van het verslag) Wet verkorting duur voortgezette uitkering Appa 1. Waar blijft de – door minister Plasterk eerder toegezegde - kabinetsreactie op het advies van de commissie Dijkstal (2006), inclusief resultaten van het Deloitte onderzoek (december 2012) naar de financiering van de politieke pensioenen? Is er al vervolgonderzoek geweest naar onder andere financiële en juridische aspecten bij overgang naar kapitaaldekking, en zo ja, wat zijn de resultaten van dat onderzoek? Minister Plasterk heeft in 2013 aangegeven dat hij verwachtte het kabinetsstandpunt in het najaar aan de Kamer te kunnen toezenden (Tweede Kamer 19 juni 2013 Wet Aanpassing pensioenleeftijd Appa). De herfst van 2014 staat voor de deur: de bladeren beginnen te vallen en dekkingsgraden komen onder druk te staan. De minister van BZK heeft de kabinetsreactie eerder jaren aangehouden ‘vanwege de te lage dekkingsgraad bij het ABP’(jaarverslag ministerie BZK 2010). Waar wacht de minister op? (Uit de Nota naar aanleiding van het verslag: ‘Daarom heeft de regering een integrale visie toegezegd op de rechtspositie van politieke ambtsdragers. De vraag of de adviezen over deelonderwerpen (waaronder die van pensioen uit 2006, MV) nog altijd actueel zijn, zal worden bezien in de integrale visie.’) (mevrouw Berndsen-Jansen D66 - Tweede Kamer 19 juni 2013 Wet Aanpassing pensioenleeftijd Appa: ‘Een definitief kabinetsstandpunt komt na de zomer, belooft hij. Het kan echter niet zo zijn dat het weer zo lang duurt voordat het wetsvoorstel wordt ingediend en ingevoerd. Hoe lang nog zullen bestuurders moeten wachten totdat alle goede intenties realiteit zijn geworden? Wat zijn de risico's? Hoe groot is de rekening die wordt doorgeschoven naar volgende generaties? "Inefficiënt" en "risicovol" noemde de commissie-Dijkstal de decentrale, versnipperde uitvoering door het Rijk, 12provincies, 24 waterschappen en zo'n 400 gemeenten. Mijn fractie heeft in de nota van de minister niet echt antwoord gekregen op een paar vragen. Ik stel ze daarom nog maar een keer. Bestaat er inzicht in de kosten als gevolg van deze versnippering? Kan de minister de mogelijke besparingen van een fondsfinanciering en één centrale uitvoerder noemen als ze berekend zijn, of schatten als ze dat nog niet zijn?) 2. In het wetsvoorstel is de verplichte aftopping van het pensioengevend salaris op € 100.000 opgenomen die op grond van het wetsvoorstel Verlaging maximumopbouw- en premiepercentages en maximering pensioengevend inkomen ook voor politieke ambtsdragers met ingang van 1 januari 2015 van kracht zou moeten worden. Nu er op aandringen van een meerderheid van de Tweede Kamer en een groot aantal belangenorganisaties wetgeving voor een nettopensioen product wordt gerealiseerd door het kabinet, acht zij het wenselijk om ook voor politici in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) een eigen nettopensioen faciliteit in het leven te roepen? Zo nee, waarom niet? Wat is per 1-1-2015 de invloed van de aftopping van het pensioengevend inkomen op €100.000 in relatie tot het brutoloon van bijvoorbeeld ministers? Worden politieke ambtsdragers gecompenseerd en zo ja op welke wijze? Mocht er compensatie plaatsvinden in het bruto salaris, wat zijn de gevolgen daarvan voor de (wijzigingen in de) Wet normering topinkomens, meer specifiek de norm zelf en de fictieve bijdrage daarin voor pensioen? (Omtzigt CDA - Tweede Kamer 19 juni 2013 Wet Aanpassing pensioenleeftijd Appa: ‘De CDA-fractie denkt echter dat de aanpassing van het Witteveenkader wel degelijkzal leiden tot een aanpassing van APPA, niet alleen vanwege de grens van € 100.000, maar ook vanwegehet feit dat er door de nota van wijziging, waartoe het kabinet waarschijnlijk vrijdag zal besluiten en diehet sociaal akkoord implementeert, een zeer ingewikkelde constructie voor een netto-nettopensioenin de wet zou kunnen komen. Die zou danq.q. gaan gelden voor politiekeambtsdragers. Ik vraag daarvooraandacht,want als die geïmplementeerd moet worden, moet het tijdig in deze wet komen te staan’.) 3. Recente wijzigingen in Appa overziend, is de ‘grens van de aanpassingen voor de regering bereikt. Niettemin zal het ook in de verdere toekomst noodzakelijk blijven het bijzondere uitkeringsregime van politieke ambtsdragers periodiek te ijken aan wat maatschappelijk gezien gangbaar is’, zo valt in de Nota naar aanleiding van het verslag te lezen. Mag daaruit worden geconcludeerd dat (doorbetaling van) de voortgezette pensioenopbouw gedurende de wachtgeldperiode op dit moment door de regering als maatschappelijk gezien gangbaar wordt gezien? Die opbouw bedraagt tot drie jaren en twee maanden het percentage dat voor overheidswerknemers bij ABP geldt, daarna de helft (zie art. 13c Wet Appa -> ABP 2014: 1,95%). Gewone werknemers en ambtenaren kenden de zogenoemde FVP-regeling. Vanaf 1 januari 2011 is nieuwe instroom in de FVP-regeling echter beëindigd. Dit betekent concreet dat werknemers van 40 jaar of ouder die op of na 1 januari 2011 WW gerechtigd worden, niet meer in aanmerking komen voor een FVP bijdrage (gedeeltelijke doorbetaling van de pensioenpremie gedurende werkloosheid). Waarom acht het kabinet herijking van de voortgezette pensioenopbouw gedurende de wachtgeldperiode voor politieke ambsdragers niet wenselijk, in lijn met een versobering die al even voor gewone werknemers is ingezet? (Van Raak SP - Tweede Kamer 19 juni 2013 Wet Aanpassing pensioenleeftijd Appa: ‘ik denk dat alle mensen die werkloos zijn geworden en nu kijken, die uitleg niet accepteren. Zij zullen niet accepteren dat voor hen heel strenge regels gelden en een nog strengere WW, als het aan de VVD en de PvdA ligt, maar dat er voor politici bijzondere regelingen zijn.’) Michael Visser, 8 september 2014 Auteur van ‘Prehistorisch pensioen politici nu graag echt hervormen’ (Pensioen Magazine november 2012): http://www.pensioenschijfvanvijf.nl/wp-content/uploads/2012/11/Michael-Visser-PM-nov-2012-Appa.pdf
© Copyright 2024 ExpyDoc