Preventie - Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid

Preventie- en handhavingplan alcohol Dordrecht 2014 – 2015
Auteur
Sector
Onderwerp
Status
In opdracht van
Datum
R. Snijders, A. Risselada (VjjT)
Stads Bestuurs Centrum
Preventie- en handhavingplan alcohol Dordrecht
Concept
SBC/OOVK, MO
21 april 2014
Voorwoord
Geachte lezer,
Graag bied ik u het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol van de gemeente Dordrecht aan. Met dit
plan geeft de gemeenteraad van Dordrecht invulling aan zijn wettelijke taak om een plan vast te
stellen ter bescherming van de bevolking en met name van jongeren tegen de schadelijke gevolgen
van alcoholgebruik. In het plan staat welke doelstellingen de gemeenteraad wil realiseren, welke
acties hij daartoe neemt en welke resultaten hij nastreeft.
Wettenschappelijk onderzoek laat zien dat integrale benadering van de alcoholproblematiek van
cruciaal belang is voor een effectieve aanpak ervan. Evenals het landelijk beleid is ons gemeentelijk
beleid gestoeld op de pijlers regelgeving (grenzen stellen), handhaving (grenzen bewaken) en publiek
draagvlak (grenzen overdragen). Dat wil zeggen dat in onze gemeente preventie en handhaving hand
in hand gaan. Zo werd in november vorig jaar een kroegentocht langs de populaire
uitgangsgelegenheden in de binnenstad gehouden voor honderd ouders van 14 tot 20-jarige
Dordtenaren. De ouders kregen te zien met welke veiligheidsmaatregelen hun kinderen te maken
hebben bij het uitgaan. Ook werden zij bijgepraat over de risico’s van alcoholgebruik op jonge
leeftijd. De avond was een groot succes. Afgelopen najaar gingen ook de toezichthouders op pad. Zo
zijn zij langs de verschillende horecagelegenheden in de stad geweest om informatie te verstrekken
over de nieuwe regels rond alcoholverstrekking. Zij deelden stickers “Wij verkopen geen alcohol <18”
uit en gingen in gesprek met horecaondernemers over de veranderingen in de regelgeving en de
naleving ervan. De reacties waren overwegend heel positief.
Wij hebben gekozen voor een integrale benadering van alcoholproblematiek vanuit beide
beleidsvelden volksgezondheid en openbare orde en veiligheid. Want alcoholgebruik is niet alleen
schadelijk voor de gezondheid maar kan ook zorgen voor een toename in criminaliteit en verstoring
van openbare orde. Ook hebben wij gekozen voor de nauwe samenwerking met andere gemeenten
in onze regio. Jongeren leven immers niet alleen binnen de gemeentegrenzen maar gaan in
omliggende gemeenten naar school, naar sportvereniging of op stap met vrienden.
Er is intensieve en langdurige inzet nodig om een gedragsverandering bij jongeren (minder drinken)
en alcoholverstrekkers (regels beter naleven) op gang te brengen. Met dit plan leggen wij een solide
basis voor het terugdringen van het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren, maar we zijn er nog
lang niet. Daarom doe ik nogmaals beroep op alle alcoholverkopers, horecaondernemers,
evenementhouders, sportverenigingen, scholen en ouders in de stad hun verantwoordelijkheid hierin
op te pakken.
De burgemeester van Dordrecht,
Drs. A.A.M. Brok
2
Inhoudsopgave
Inleiding ……………………….……………………………………………………………………………………………... 4
1. Probleemanalyse ……………………………………………………………………………………………………… 5
2. Preventie en handhaving……………………………………………………………………………….………….. 6
2.1 De link tussen preventie en handhaving …………………………………………………….. 6
2.2 Verzuip jij je Toekomst?! ……………………………………………………………………………. 8
2.3 Handhavingsbeleid horeca en alcohol Dordrecht ……………………………………….. 8
3. Doelstellingen ………………………………………………………………………………………………………….. 11
3.1 Alcoholpreventie …………………………………………………………………………..…………... 11
3.2 Handhaving ……………………………………………………………………………………….………. 11
4. Acties ……………………………………………………………………………………………………………………….. 12
4.1 Alcoholpreventie ……………………………………………………………………………………….. 12
4.2 Handhaving ….……………………………………………………………………………………………. 14
5. Uitvoering ………………………………………………………………………………………………………………… 18
5.1 Alcoholpreventie ……………………………………………………………………………………….. 18
5.2 Handhaving ……………………………………………………………………………………………….. 18
6. Resultaten ………………………………………………………………………………………………………………… 19
6.1 Alcoholpreventie ……………………………………………………………………………………….. 19
6.2 Handhaving ……………………………………………………………………………………………….. 20
Gebruikte literatuur………………………………………………………………………………………………………. 21
3
Preventie- en handhavingplan Alcohol Dordrecht
Inleiding
Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden. Het belangrijkste element
van de wetswijziging betreft een uitbreiding van de bevoegdheden van gemeenten, met het oog op
de bescherming van de volksgezondheid (met name van jongeren) en het voorkomen van
alcoholgerelateerde ordeverstoring. De gemeenten zijn per 1 januari 2013 zelf verantwoordelijk voor
het toezicht op de naleving van de regels van de Drank- en Horecawet (tot 1 januari 2013 was dit
toezicht in handen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit). Ook nieuw is een landelijk
verbod voor jongeren tot 16 jaar (per 1 januari 2014 verhoogd naar 18 jaar) om alcohol aanwezig of
voor consumptie gereed te hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen, zoals de openbare
weg en cafés, met uitzondering van winkels. Gemeentelijke toezichthouders en de politie gaan dit
verbod handhaven.
Op 26 november 2013 heeft de gemeenteraad de Drank- en horecaverordening Dordrecht
vastgesteld. In de verordening is onder andere opgenomen dat:
• Paracommerciële rechtspersonen uitsluitend tijdens de openingstijden zoals opgenomen in
de Algemene Plaatselijke Verordening alcoholhoudende drank mogen verstrekken;
• Het paracommerciële rechtspersonen niet toegestaan is om alcoholhoudende drank te
verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op
personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende
rechtspersoon betrokken zijn.
• Extreme prijsacties in de horeca, de zogeheten happy hours, niet toegestaan zijn;
• Supermarkten die vaker de regels m.b.t. de leeftijdsgrenzen overtreden verboden kan
worden om alcohol te verkopen voor een periode van 1 tot maximaal 12 weken (“three
strikes out”).
Leeftijdsgrens naar 18 jaar
Op 1 januari 2014 is de tweede wetswijziging van de Drank- en Horecawet doorgevoerd. Hiermee is
de leeftijdsgrens voor verstrekking én voor het aanwezig hebben van alcohol op voor het publiek
toegankelijke plaatsen verhoogd naar 18 jaar. Dit betekent dat jongeren die nog geen 18 jaar zijn
vanaf 1 januari 2014 geen alcohol mogen kopen en geen alcohol mogen bezitten op voor het publiek
toegankelijke plaatsen.
In het wijzigingsvoorstel is eveneens opgenomen dat gemeenteraden periodiek een preventie- en
handhavingplan alcohol vaststellen (artikel 43a DHW). In dit plan wordt aangegeven welke
doelstellingen de gemeente heeft, welke acties ondernomen worden en welke resultaten gewenst
zijn. Hiermee wil de wetgever stimuleren dat gemeenten actief nadenken over en uitvoering geven
aan het verbinden van de beleidsterreinen Volksgezondheid (voorlichting en bewustwording) en
Openbare Orde en Veiligheid (beleid en handhaving) als het gaat om alcoholpreventie. Onderzoek
heeft meerdere malen laten zien dat beide beleidsterreinen van belang zijn voor effectieve
alcoholpreventie bij jongeren. Met dit plan wordt hieraan invulling gegeven. Het preventie- en
handhavingplan loopt tot en met 2015; vanaf 2016 wordt het gelijktijdig met het gezondheidsbeleid
vastgesteld.
4
1
Probleemanalyse
Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in
de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. In 2003 waren
Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa, als het ging om bingedrinken, oftewel het op een
avond meer dan vijf drankjes drinken (Hibell e.a., 2012).
Afgelopen decennium werd sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16.
Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral onder de jongste groep: in
2003 had 36% van de 12-jarige jongens de afgelopen maand gedronken, in 2011 was dat geslonken
tot 9,4%. Bij 12-jarige meisjes daalde het aandeel actuele drinkers van 25,4 naar 5,8% (Verdurmen
e.a., 2012).
In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af. Onder
jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er echter weinig. Zij verminderden hun alcoholgebruik
niet. Bijna de helft van de jongeren van 16 jaar was de afgelopen maand een keer dronken of
aangeschoten, zo blijkt uit de cijfers van 2011 (Verdurmen e.a., 2012). Als jongeren aan drank willen
komen is dat relatief makkelijk in Nederland. Meer dan de helft van de verkooppunten (53%) leefde
de oude leeftijdgrens van 16 jaar niet na in 2013 (Roodbeen, e.a., 2014).
Als jongeren in hun puberjaren veel drinken, neemt de kans toe dat ze later problemen met hun
drankgebruik krijgen. Eén op de drie mannen in de leeftijdsgroep van 16 tot 24 jaar valt onder de
noemer ‘probleemdrinker’. Iemand wordt zo genoemd als ‘hij of zij problemen heeft door regelmatig
of stevig drinken’. Regelmatig drinken is daarbij minstens 21 dagen per maand vier of meer glazen
drank. Stevig drinken is minstens vier keer per maand zes of meer glazen drank. De problemen lopen
uiteen van black-outs door drankgebruik tot alcoholongevallen, regelmatige dronkenschap/katers en
problemen met vrienden en familie (Van Dijkck e.a. 2005).
Alcoholgebruik kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist als
hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof. Als er in de puberjaren
veel wordt gedronken, ontwikkelt het brein zich minder goed – dat is althans bij ratten het geval. Bij
puberratten die erg veel drinken, zijn bepaalde functies van het brein minder goed ontwikkeld.
Vooral het drinken van veel alcohol in korte tijd is slecht voor het brein. Puberratten die eenmalig
veel alcohol krijgen, blijken daarna minder hersencellen aan te maken (Crew e.a., 2000). Hoewel
rattenhersenen niet hetzelfde zijn als mensenhersenen zijn er sterke aanwijzingen dat alcohol ook bij
mensen voor ernstige schade aan het brein kan zorgen. Wordt er gekeken naar het brein van
personen die erg veel hebben gedronken in hun puberteit, dan blijkt dat bepaalde functies bij hen
minder goed ontwikkeld zijn. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op
taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht.
Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor het brein, maar vergroot ook de kans op
verkeersongevallen, letselschade, geweld (waaronder ook seksueel geweld) en onveilig vrijen. Vooral
jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken.
5
2
Preventie en handhaving
2.1
De link tussen preventie en handhaving
Integrale benadering is een cruciaal kenmerk van effectief alcoholbeleid
Wetenschappelijke studies laten zien dat een integrale benadering van de problematiek rondom
alcohol een cruciaal kenmerk is van effectief alcoholbeleid (Reynolds, 2003). Recent onderzoek van
het RIVM Centrum voor Gezond Leven, het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP en het
Trimbos-instituut bevestigt dat beleid op het gebied van alcoholmatiging het meest effectief is als het
integraal wordt aangepakt1 (Mulder, Bovens, Franken & Sannen, 2013).
De belangrijkste pijlers waarop alcoholbeleid dient te zijn gebaseerd, zijn regelgeving (grenzen
stellen), handhaving (grenzen bewaken) en publiek draagvlak (grenzen overdragen) (Figuur 1).
Het creëren van bewustwording bij alcoholverstrekkers en ouders is een noodzakelijke voorwaarde
voor gedragsverandering, die ingegeven wordt door een helder beleid over alcoholpreventie bij
jongeren. Door het versterken van de handhaving via de mogelijkheden in de Drank- en Horecawet
kunnen er aanvullende effecten bereikt worden op het terugdringen van de beschikbaarheid van
alcohol voor jongeren.
Dit is ook het uitgangspunt van het landelijke alcoholpreventiebeleid. Naast het voorkomen van
schadelijk alcoholgebruik vanuit het perspectief van de volksgezondheid en het jeugdbeleid, is het
landelijke beleid ook gericht op het terugdringen van criminaliteit en verstoringen van de openbare
orde.
Handhaving
Regelgeving
Preventie
Publiek
draagvlak
Figuur 1. Integraal beleidsmodel voor effectief lokaal alcoholbeleid (Reynolds, 2003).
1
Zie de brochure Effectief Alcoholbeleid: hoe pakt u dat aan?, te downloaden via
http://www.loketgezondleven.nl/gemeente-en-wijk/gezonde-gemeente/alcohol/. U kunt op deze pagina ook een korte film
bekijken over effectief alcoholbeleid. In zowel de brochure als de film komt dhr. Van der Borg, burgemeester van de
gemeente Molenwaard en bestuurlijk ambassadeur van Verzuip jij je Toekomst?!, aan bod.
6
Maatregelen gericht op het beperken van de beschikbaarheid van alcohol zijn het meest effectief
Alcoholgebruik is niet alleen een persoonlijke en bewuste keuze. Drinkgedrag wordt voor een groot
deel ook bepaald door de omgeving, zoals de ouders, de prijs van alcohol, het productaanbod,
verkoopregels, normen, tradities en het sociale netwerk. De WHO laat in een overzichtstudie naar
alcoholbeleid zien dat maatregelen die de beschikbaarheid van alcohol beperken het meest effectief
zijn in het terugdringen van alcoholgebruik (Babor e.a., 2010).
De volgende omgevingsfactoren zijn van invloed op het drinkgedrag van jongeren:
- de prijs van alcohol;
- het beschikbare assortiment;
- het aantal verkooppunten;
- de leeftijdsgrenzen en naleving en handhaving daarvan;
- de aanwezige promotie van alcohol;
- de normen in de sociale omgeving van het individu (bijvoorbeeld van ouders);
- het overheidsbeleid.
Tabel 1 geeft een overzicht van beleidsmaatregelen en hun effectiviteit zoals aangetoond in
wetenschappelijk onderzoek (Babor e.a., 2010).
Tabel 1. Beleidsmaatregelen en hun effectiviteit zoals aangetoond in wetenschappelijk onderzoek (Babor e.a., 2010).
Maatregel
Effectiviteit
Hoeveelheid onderzoek
Minimum verkoopleeftijd
+++
+++
Verhogen van prijs (accijnzen,
minimumprijs)
+++
+++
Beperken van verkooptijden
++
++
Meer handhaving
++
++
Beperken van reclame
+/++
+++
Training barpersoneel
-
+++
Een eenzijdige aanpak gericht op slechts één of twee van dergelijke factoren is gedoemd te
mislukken. Preventiestrategieën die gebaseerd zijn op handhaving van wet- en regelgeving, training
van alcoholverstrekkers, instellen van alcoholvrije zones en intensieve media-aandacht zijn
potentieel succesvol (Holder e.a., 1999).
7
2.2
Verzuip jij je Toekomst?!
De gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid hebben, in overeenstemming met de Landelijke Nota
Gezondheidsbeleid, gezamenlijk het voorkomen van het gebruik van alcohol en middelen door
jongeren vastgesteld als prioriteit voor gezondheidsbevordering. Deze ambitie wordt vormgegeven
door het preventieprogramma Verzuip jij je Toekomst?! (VjjT)2.
In VjjT werken zestien gemeenten in Zuid-Holland Zuid, waaronder Dordrecht, samen met de politie,
het Openbaar Ministerie en de Dienst Gezondheid & Jeugd om het alcoholgebruik en
genotmiddelengebruik onder jongeren terug te dringen. Het programma is in 2009 gestart vanuit een
samenwerking tussen het Regionaal College (portefeuillehouders Openbare Orde en Veiligheid) en
de Gemeenschappelijke Regeling Zuid-Holland Zuid (portefeuillehouders Volksgezondheid). In het
programma zijn de pijlers beleid, handhaving en bewustwording verankerd. In de aanpak wordt
zoveel mogelijk een integrale benadering gehanteerd, gericht op de beleidsterreinen
Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid.
Na een looptijd van vier jaar is VjjT in 2012 geëvalueerd. De evaluatie liet zien dat de inspanningen
van het programma de gewenste uitwerking leken te hebben op de beschikbaarheid van alcohol voor
jongeren en het drinkgedrag van jongeren:
- Ouders zijn zich bewuster geworden van hun verantwoordelijkheid. Steeds meer ouders
laten hun kind, dat jonger dan 16 jaar is, thuis niet drinken. Ook is een toenemend aantal
ouders van mening dat thuis ‘leren drinken’ onverstandig is;
- De veranderende attitude van ouders beperkt de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren.
Dit is terug te zien in het drinkgedrag van jongeren, zoals de startleeftijd waarop jongeren in
de regio ZHZ beginnen met het drinken van alcohol. Deze is tussen 2006 en 2011 niet verder
gedaald, waarmee een negatieve trend doorbroken is;
- Daarnaast is er voor het eerst sinds jaren een dalende trend te zien in het aantal
alcoholvergiftigingen onder jongeren. In 2011 werd een afname in het aantal ‘comazuipers’
gemeten van 16% ten opzichte van het jaar daarvoor.
Slechts op het gebied van het intensiveren van handhaving, waarbij VjjT sterk afhankelijk was van de
nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit, bleken de ambities niet waargemaakt te kunnen worden. De
handhaving ontwikkelde zich hierdoor tot de achilleshiel van het programma. De Drank- en
Horecawet en daarbinnen het preventie- en handhavingplan alcohol bieden kansen om de
handhaving van de leeftijdsgrenzen te verbeteren. De gemeenten hebben vanaf 1 januari 2013 zelf
de bevoegdheid om toezicht te houden op de naleving van de Drank- en Horecawet.
2.3
Handhavingsbeleid horeca en alcohol Dordrecht
Dordrecht heeft het handhavingsbeleid vastgelegd in het Handhavingsbeleid horeca en alcohol
Dordrecht. In dit beleid wordt beschreven op welke wijze de wet- en regelgeving die van toepassing
is op horecaondernemers en andere alcoholverstrekkers, zoals supermarkten en sportverenigingen,
in Dordrecht wordt gehandhaafd.
2
www.verzuipjijjetoekomstzhz.nl
8
In het handhavingsbeleid wordt grote waarde gehecht aan:
• het minimaliseren van het risico dat door de exploitatie de openbare orde en veiligheid en het
woon- en leefklimaat wordt aangetast;
• het minimaliseren van het risico dat jongeren (overmatig) alcohol consumeren;
• het terugdringen of tegengaan van alcoholgerelateerde overlast.
Toezicht wordt gericht ingezet om hieraan bij te dragen, met name daar waar de verstrekkers de
eigen verantwoordelijkheid niet of onvoldoende invullen.
Risicogerichte inzet
Vertrouwensbenadering en lastenreductie staan binnen de uitvoering van het toezicht centraal. Dit is
bepalend voor de wijze waarop toezicht wordt vormgegeven. Ook is sprake van beperkte
toezichtcapaciteit. Dit betekent dat de beschikbare capaciteit op een juiste wijze moet worden
ingezet. De ondernemer, vereniging of stichting geniet in beginsel het vertrouwen dat voldaan wordt
aan de regels en voorwaarden die vooraf zijn gesteld. Degene die de regels goed naleeft, wordt
minder gecontroleerd. Daar staat tegenover dat diegenen die het niet nauw nemen met de regels
meer toezicht verdienen.
Het toezicht is ingericht naar drie verschillende niveaus: laag-, midden- en hoogaandachtsniveau.
Bij een laag aandachtsniveau wordt vertrouwd op de verantwoordelijkheid van de exploitant. Er
vindt eenmaal per 2-3 jaar een controle plaats.
Bij het middenniveau vindt 1-3 keer per jaar controle plaats, steekproefsgewijs en naar aanleiding
van klachten. Indien - naar aanleiding van meerdere incidenten, klachten en overlast - sprake is van
een hoog aandachtsniveau, dan wordt de exploitant 4-12 keer per jaar gecontroleerd.
Binnen welk niveau een onderneming valt, wordt bepaald aan de hand van een risico-inschatting.
Risico-inschatting
De intensiteit van het toezicht wordt aan de hand van de volgende criteria bepaald:
1. Aard van de inrichting/verstrekker
Bepaalde horecazaken/lokaliteiten/verstrekkers vormen een hoger risico. Dit kan onder meer te
maken hebben met de openbare orde en veiligheid, volksgezondheid, het woon- en leefklimaat of
mededinging. Zo is er bij een lunchroom een minder groot risico op een ordeverstoring dan bij een
discotheek. Of zal er in een concertgebouw minder snel alcohol aan minderjarigen worden
geschonken dan in een café waar veel jongeren komen. Op het moment dat de aard van de
inrichting/verstrekker een hoger risico vormt, zal frequenter gecontroleerd worden.
2. Gebied
De omgeving waarin de horecazaak/lokaliteit/verstrekker is gelegen is mede bepalend voor de
intensiteit van het toezicht. Het ene gebied heeft steviger toezicht nodig dan het andere. Onder
ander speelt mee of sprake is van een horecaconcentratiegebied, een woongebied, een
industrieterrein of een buitengebied. Ook klachten, meldingen en ervaringen uit het verleden zijn
hierin relevant. Daarnaast kan het controlegebied bijvoorbeeld afgestemd worden op hotspots waar
jongeren zich veelal ophouden. Zo kan nadrukkelijk toezicht worden gehouden op het aanwezig (of in
het bezit) hebben van alcoholhoudende drank door jongeren op een voor het publiek toegankelijke
plaats.
3. Gedrag
Horecazaken /verstrekkers die regelmatig de regels overtreden of waar zich regelmatig incidenten
voordoen worden vaker gecontroleerd. Goede nalevers worden minder vaak gecontroleerd.
9
Systematiek handhaving
In het handhavingsbeleid is vastgelegd welke maatregel wanneer volgt bij welke overtreding. Het
stappenplan handhaving is opgebouwd aan de hand van de volgende principes:
• de maatregel past bij de overtreding;
• hoe ernstiger de overtreding, des te korter is het handhavingstraject (des te
sneller wordt besloten tot de zwaarste sanctie);
• bij herhaling van een overtreding volgt een zwaardere sanctie;
• de handhavingstrajecten sluiten op elkaar aan en maatregelen zijn op elkaar
afgestemd.
Primair handhavingsproces
De toezichthouder die een overtreding of incident constateert, stelt de burgemeester hiervan in
kennis door middel van een rapportage. In beginsel volgt op iedere geconstateerde overtreding een
bestuurlijke reactie. In het algemeen zal bij een eerste overtreding een bestuurlijke waarschuwing
worden verzonden aan de exploitant. Het doel van deze waarschuwing is om de overtreder de
gelegenheid te bieden zijn gedrag aan te passen of om maatregelen te treffen om herhaling van de
overtreding te voorkomen. Indien na een waarschuwing blijkt dat de overtreding voortduurt of zich
nogmaals voordoet dan zal een bestuurlijke maatregel volgen. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld bij
ernstig geweld, wordt er geen waarschuwing verzonden, maar wordt direct een bestuurlijke
maatregel opgelegd. De bestuurlijke maatregel kan onder meer het volgende inhouden:
• sluiting van de inrichting voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd;
• tijdelijke schorsing van de vergunning;
• intrekking van de vergunning;
• opleggen van een bestuurlijke boete;
• tijdelijk staken verkoop alcohol;
• toepassing van bestuursdwang, anders dan sluiting van een inrichting, om een overtreding te
beëindigen (bijvoorbeeld het wegnemen van terrasmeubilair of alcoholische consumpties);
• het opleggen van een last onder dwangsom.
10
3
Doelstellingen
3.1
Alcoholpreventie
VjjT geeft invulling aan alcoholpreventie in de regio Zuid-Holland Zuid. Het programma kent de
volgende doelstellingen3 voor de periode 2013 t/m 2015:
1. Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar);
2. Het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar.
De uiteindelijke doelgroep van VjjT bestaat uit jongeren in de leeftijd van 10 t/m 23 jaar.
Omdat onderzoek heeft laten zien dat vooral de sociale omgeving van jongeren bepalend is voor hun
alcoholgebruik, richten de activiteiten van het programma zich primair op de omgeving van jongeren.
Hieronder verstaan we ouders/verzorgers en intermediairs vanuit scholen, horeca, paracommercie,
zorgkaders, politie, enz.
3.2
Handhaving
De afdeling Toezicht voert het toezicht op de Drank- en horecawet uit namens de gemeente. Hiertoe
heeft een drietal Boa’s een opleiding gevolgd. Voor de doelstellingen wordt verwezen naar het
Handhavingsbeleid horeca en alcohol Dordrecht. Ten aanzien van de handhaving door de boa’s van
Toezicht zijn de centrale doelstellingen om het risico dat jongeren (overmatig) alcohol consumeren te
minimaliseren en het terugdringen of tegengaan van alcoholgerelateerde overlast.
3 Het verminderen van alcoholgebruik onder jongeren kost tijd. Daarnaast wordt het drinkgedrag van jongeren door
verschillende zaken beïnvloed. Ook algemene aandacht in de media, wijzigingen in landelijke wetgeving en andere
omstandigheden kunnen bijdragen aan een verandering in het alcoholgebruik van jongeren.
11
4
Acties
4.1
Alcoholpreventie
De doelstellingen van VjjT zijn uitgewerkt in speerpunten en bijbehorende activiteiten voor de
periode 2013-2015. Dit is een totaaloverzicht van de activiteiten van het programma. Niet iedere
activiteit is toepasbaar in iedere gemeente. In overleg met de gemeente worden de activiteiten en
planning aan de lokale situatie aangepast.
Beleid (alcohol)
Speerpunt 1. Naar een eenduidig alcoholbeleid op middelbare scholen
• Uitrol landelijk keurmerk Alcoholvrije School bij scholen voor voortgezet onderwijs
• Beleidsadvies De Gezonde School en Genotmiddelen bij scholen voor voortgezet onderwijs
Overige actiepunten binnen de pijler Beleid
• Gemeenten adviseren over afstemming VjjT-activiteiten en lokale activiteiten
Handhaving (alcohol)
Speerpunt 2. Advisering met betrekking tot preventie bij gewijzigde Drank- en Horecawet
• Gemeenten adviseren over rol van preventie bij alcoholgebruik door jongeren en handhaving
• Regionale handhavingscommunicatie verzorgen
• Uitvoeren van mystery shopping onderzoek
Speerpunt 3. Advisering aanpak openbare dronkenschap
• Samenwerking met Halt rondom afdoening Alcohol
• Organisatoren van evenementen stimuleren tot actief genotmiddelenbeleid
• Uitvoeren van onderzoek naar doortappen in de horeca
Bewustwording (alcohol en andere middelen)
Speerpunt 4. Ouders
• Ouderavonden De Gezonde School en Genotmiddelen in het voortgezet onderwijs
• Ouderbijeenkomsten voor ouders van (uitgaande) jongeren (onder andere Kroegentocht)
• Bewustwordingsacties rondom e-health via lokale media en social media
Speerpunt 5a. Alcoholverstrekkers: horeca en evenementen
• Adviseren van evenementenorganisaties over beleid met betrekking tot middelengebruik
Speerpunt 5c. Alcoholverstrekkers: sportverenigingen
• Stimuleren van structurele aandacht voor alcohol en andere middelen in beleid gericht op
(jeugd)leden, ouders, barpersoneel en bestuur
Speerpunt 6. Jongeren
• Digitale lesmodules De Gezonde School en Genotmiddelen in het voortgezet onderwijs
• Lagerhuisdebat in het voortgezet onderwijs
• Bewustwordingsacties rondom e-health via lokale media en social media
12
Speerpunt 7. Vroegsignalering en deskundigheidsbevordering
• Uitrol landelijk protocol Vroegsignalering Riskant Alcoholgebruik bij Jongeren bij
intermediairs
• Borgen van multidisciplinair nazorgtraject voor jongeren met een alcoholintoxicatie in het
ziekenhuis
• Stimuleren van deskundigheidsbevordering over alcohol en andere middelen in de eerste lijn
Nalevingcommunicatie
Naleving van de wet kan naast voorlichting en handhaving worden beïnvloed door
nalevingcommunicatie. Doel van nalevingcommunicatie is om een gedragsverandering te
veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom wordt een aantal
keer per jaar (op regionaal niveau door VjjT) gecommuniceerd over de controles die uitgevoerd zijn
en de resultaten hiervan. Hiermee wordt kenbaar gemaakt dat de controles uitgevoerd worden en
dat alle alcoholverstrekkers hierop voorbereid dienen te zijn. Bovendien wordt gecommuniceerd
over de geconstateerde overtredingen en tekortkomingen van de gecontroleerde
alcoholverstrekkers, zodat eenieder hierop zelf maatregelen kan treffen.
De volgende elementen maken onderdeel uit van de nalevingcommunicatie:
• Educatieve communicatie: uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over
mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het
belang van) de regels naleving in de weg staat.
• Dreigende communicatie: communicatie over controles, sancties, uitbreiding van
toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve
pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden.
• Normatieve communicatie: bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels
goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats
van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van gewenste norm, ervan
uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen.
13
4.2
Handhaving
Om toezicht te houden op de prioriteiten, zoals genoemd in paragraaf 3.2 krijgen de Boa’s van de
afdeling Toezicht in beginsel met twee toezichtvormen te maken, te weten de basis- en de
leeftijdscontrole. Daarnaast vinden controles plaats op basis van klachten.
Toezichtmogelijkheden na
DHW-wijziging
Basiscontrole: deze controle
richt zich met name op de
vergunningbepalingen of het
alcoholverkoopverbod.
Lokaliteit
Bijzonderheden
Opmerking
Bij drankverstrekkende
bedrijven, evenementen en
verkooppunten die geen
alcohol mogen verstrekken
Kan worden gecombineerd
met andere toezichttaken
Leeftijdscontrole: deze
controle richt zich op de
naleving van geldende
leeftijdsgrenzen door zowel de
drankverstrekker als de
jongeren.
Controle naar aanleiding van
klacht
Hotspots, dus locaties waar
veel jongeren komen en
alcohol proberen te kopen
Meest geschikt om overdag
uit te voeren, omdat
ondernemer minder druk is
waardoor bezoek
gecombineerd kan worden
met voorlichtings- en
bewustwordingsinstrumenten.
Toezicht kan worden
onderverdeeld in
verkenning, observaties en
surveillance. Vindt veelal
plaats in de avond of
weekenden
Toezicht naar aanleiding
van een klacht door
bijvoorbeeld de wijklijn.
Alcoholgebruik door
jongeren,
wederverstrekking,
bekendheid dat aan
jongeren wordt
geschonken, niet naleven
van het
alcoholverkoopverbod in
bepaalde winkels enz.
- Kan worden gecombineerd
met andere toezichttaken
Via de website wordt een
beslisboom gerealiseerd om
ervoor te zorgen dat de
klachten worden gefilterd
Er wordt gewerkt met een combinatie van basis- en leeftijdscontroles. Bij de basiscontroles worden
alle aspecten van de Drank- en horecaverordening Dordrecht (bijvoorbeeld de regels voor de
paracommercie) gecontroleerd.
Toezichtgebied
In Dordrecht zijn ongeveer 300 inrichtingen aanwezig met een drank- en horecavergunning. Dit zijn
alle horeca-inrichtingen, sportkantines, horecavoorzieningen in maatschappelijke instellingen en
slijterijen. Er zijn ongeveer 50 andere alcoholverstrekkers en 20-30 evenementen waar een controle
plaats zou kunnen vinden op het schenken van alcohol aan 18-minners. Het totaal aan
‘controlelocaties’ komt daarmee op ongeveer 400. Er zijn afgerond 200 inrichtingen in het centrum,
100 in oost en 100 in west. Alle inrichtingen worden in 2014 bezocht. De frequentie van de controles
is vervolgens afhankelijk van de geconstateerde overtredingen.
Hotspots
Bij de handhaving is sprake van periodieke controles en controles van de zogenoemde hotspots. Voor
het bepalen van de hotspots is gebruik gemaakt van het onderzoek naar mystery shopping van VjjT
uit 2011. Zij hebben indertijd onderzoek gedaan naar meerdere supermarkten, paracommerciële
instellingen en horeca-inrichtingen. Voor de overige te controleren locaties zal in de loop van de tijd
14
blijken waar de hotspots zich bevinden. Op basis van de ervaring van de Boa’s wordt periodiek
bepaald wat de hotspots zijn waarop extra ingezet moet worden.
Daarnaast zullen er meerdere specifieke leeftijdscontroles uitgevoerd worden. Bij de basiscontroles
wordt uiteraard ook gecontroleerd op de leeftijdgrenzen. De doelstelling is om daarnaast minimaal
vier keer per jaar specifieke leeftijdscontroles te houden door middel van nachtelijk toezicht in
uitgaansgelegenheden waar jongeren zich ophouden.
Toezichtfrequentie
Onderzoek toont aan dat vier controles per kalenderjaar effectief zijn. De inzet is om hotspots vier
tot twaalf maal per jaar te controleren. De periodieke controles vinden één keer in de twee jaar
plaats. Bij de periodieke controles wordt bepaald of het wenselijk is om de inrichting vaker te
bezoeken of deze zelfs aan te merken als hotspot. De intensiteit van het toezicht wordt aan de hand
van de volgende criteria bepaald:
1. De aard van de inrichting/verstrekker en het mogelijke risico op overtredingen;
2. Het gebied en de omgeving waarin de lokaliteit gevestigd is;
3. Gedrag en hoeveelheid van incidenten – goede nalevers worden minder vaak gecontroleerd.
Afstemming preventie en handhaving
Voorafgaand aan specifieke acties van VjjT of Toezicht vindt hierover afstemming plaats, zodat men
op de hoogte is van acties op het gebied van preventie en handhaving. Zonodig vindt naar aanleiding
van controles door Toezicht eveneens afstemming plaats.
Stappenplan handhaving
In het Handhavingsbeleid horeca en alcohol Dordrecht is het stappenplan handhaving opgenomen
waarin vastgelegd is welke maatregel wanneer volgt op welke overtreding. Enkele voorbeelden
hiervan zijn het exploiteren van een horeca- of slijtersbedrijf zonder vergunning, het verstrekken van
alcohol aan 18-minners en het aantasten van de openbare orde.
Horeca- of slijtersbedrijf zonder vergunning
Het verstrekken van alcohol in een horeca- of slijtersbedrijf mag alleen met een geldige vergunning.
Zolang er geen vergunning is verleend, mag er geen alcohol worden verstrekt. De burgemeester
maakt gebruik van zijn bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen en het horecabedrijf te
sluiten (in beginsel nadat een waarschuwing is gegeven) tenzij de horecaondernemer zelf het bedrijf
gesloten houdt.
Leeftijdsgrenzen niet naleven
Jongeren en hun omgeving moeten beschermd worden tegen de volksgezondheid- en openbare
orderisico’s van (overmatig) alcoholgebruik. Hierin hebben de jongeren zelf en hun ouders, scholen,
15
verstrekkers van alcohol en de overheid een gedeelde verantwoordelijkheid. Toezicht op de naleving
van de leeftijdsgrenzen uit de Drank- en Horecawet en het optreden bij overtreding ervan, draagt bij
aan het gewenste effect, namelijk dat jongeren minder gemakkelijk alcohol kunnen krijgen en minder
(vroeg) alcohol consumeren. Jongeren onder de 18 jaar die op voor het publiek toegankelijke
plaatsen alcohol voorhanden hebben worden daarop aangesproken en kunnen worden beboet, zeker
als dit gepaard gaat met overlastgevend gedrag.
16
Voor de onder a t/m d genoemde overtredingen geldt dat de volgende stap uit het stappenplan
wordt gezet indien binnen twee jaar nogmaals een overtreding wordt geconstateerd van één van de
onder a t/m d genoemde punten, ongeacht of dit dezelfde overtreding is die eerder is geconstateerd.
Aantasting openbare orde
In bepaalde gevallen kan (overmatige) alcoholconsumptie, naast het feit dat het voor individuele
personen ongezond is, leiden tot aantasting van de openbare orde, of is het gevaar aanwezig dat de
openbare orde wordt aangetast. Het is daarom niet toegestaan om personen die in kennelijke staat
van dronkenschap of kennelijk onder invloed van andere psychotrope stoffen verkeren toe te laten in
het horecabedrijf of de slijterij. Ook het dienstdoende personeel mag niet in ‘kennelijke staat’
verkeren. In die gevallen dat de verstrekking van alcohol (vermoedelijk) leidt tot ordeverstoring moet
de verstrekking worden gestaakt. Doet de verstrekker dit niet zelf, dan wordt daartegen opgetreden.
Als zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat er gevaar is voor de openbare orde,
veiligheid of zedelijkheid dan wordt streng opgetreden door intrekking van de vergunning. In deze
gevallen wordt ook de exploitatievergunning ingetrokken.
Voor de onder a t/m c genoemde overtredingen geldt dat de volgende stap uit het
stappenplan wordt gezet indien binnen twee jaar nogmaals een overtreding wordt
geconstateerd van één van de onder a t/m c genoemde punten, ongeacht of dit
dezelfde overtreding is die eerder is geconstateerd.
17
5
Uitvoering
5.1
Alcoholpreventie
Voor de uitvoering van de acties gericht op alcoholpreventie en benodigde capaciteit hiervoor wordt
verwezen naar de strategie en de jaarplannen van Verzuip jij je Toekomst?! voor de periode 2013 t/m
2015.
5.2
Handhaving
Voor het toezicht op de naleving van de DHW zijn drie Boa’s opgeleid, zij worden voor 1,2 fte ingezet
op deze taak. Het totaal aantal productieve uren van de Boa’s komt neer op 1600 uur per jaar. Dit
betekent dat per jaar 210 dagen beschikbaar zijn voor het DHW-toezicht, ongeveer 17 dagen per
maand. Deze dagen worden over de drie Boa’s verdeeld. Naast de taken van de Boa’s zijn ook andere
afdelingen betrokken die Drank- en Horecawet gerelateerde werkzaamheden uitvoeren.
Onderstaand is in grote lijnen weergegeven hoe de taakverdeling er uit ziet.
Wie is verantwoordelijk voor wat?
Activiteit
Verantwoordelijke
DHW-vergunningverlening
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Toezicht op de naleving van de DHW
Boa’s van Toezicht Dordrecht
Voorbereiding DHW-Toezicht
Juridisch medewerker en procescoördinator DHW Toezicht
Dordrecht
Bestuurlijke handhaving DHW volgens het
handhavingsbeleid horeca gemeente Dordrecht
Toezicht Dordrecht: handhaving middels bestuurlijke
boete en proces-verbaal
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid: overige bestuurlijke
maatregelen
JKC: Bezwaar beroep
Controleren op de exploitatievergunning (met name de
horeca in het centrum)
Politie
Inrichtingseisen (verbonden aan DHW vergunning)
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
18
6
Resultaten
6.1
Alcoholpreventie
De twee hoofddoelstellingen van VjjT zijn vertaald in een aantal operationele doelstellingen, die
laten zien welke resultaten er begin 2016 worden verwacht. Onderstaande doelstellingen worden
geëvalueerd in de reguliere evaluaties van VjjT.
1. Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar (10 t/m 17 jaar):
De gemiddelde startleeftijd van jongeren voor het drinken van alcohol is verder toegenomen
(12,9 jaar in 2011);
Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand4 alcohol heeft
gedronken, is verder afgenomen (26% in 2011);
Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat de afgelopen maand10 aan binge drinken
heeft gedaan (5 of meer glazen bij één gelegenheid) is verder afgelopen (20% in 2011);
Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat dronken of aangeschoten is geweest in de
afgelopen maand10 is verder afgenomen (12% in 2011);
Het percentage ouders dat aangeeft dat zijn of haar kind thuis géén alcohol mag drinken
voor het 18e levensjaar is ten minste 70% (92% in 2011 voor de 16 jaar-grens);
Het percentage ouders dat denkt dat het verstandig is om jongeren thuis te leren drinken is
verder afgenomen (30% in 2011);
Het percentage ouders dat aangeeft dat zijn of haar kind geen middelen (soft- of harddrugs)
mag gebruiken voor het 18e levensjaar is ten minste 70%;
Er is sprake van een verbetering in de naleving van de wettelijke leeftijdsgrenzen voor
alcoholverkoop in supermarkten, sportverenigingen, slijterijen en horeca (22% in 2011)5.
2. Het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar:
Het percentage jongeren van 18 t/m 23 jaar dat de afgelopen maand10 aan binge drinken
heeft gedaan (4 of meer glazen bij één gelegenheid voor vrouwen, 6 of meer glazen bij één
gelegenheid voor mannen), is verder afgenomen (12% in 2009);
Het aantal jongeren van 16 t/m 23 jaar dat als gevolg van een alcoholvergiftiging wordt
behandeld door ambulancepersoneel is verder afgenomen (58 jongeren in 2011);
Het aantal alcoholgerelateerde incidenten waarbij jongeren van 16 t/m 23 jaar betrokken zijn
en dat door de politie wordt geregistreerd, is verder afgenomen (1.030 incidenten in 2010);
Er is sprake van een verbetering in de naleving van het wettelijk verbod op doorschenken bij
dronkenschap in de horeca (17% in 2010)11.
Vallend onder beide hoofddoelstellingen:
Minimaal 50% van alle scholen voor voortgezet onderwijs is alcoholvrij voor leerlingen en
voldoet hiermee aan de criteria van het landelijke keurmerk Alcoholvrije School (tot nu toe
twee scholen in 2012);
4
De specificatie ‘afgelopen maand’ heeft te maken met de vraagstelling in het onderzoek.
5
De verantwoordelijkheid voor het organiseren en uitvoeren van handhaving om de naleving van alcoholverstrekkers te
controleren, ligt bij de gemeente. Verzuip jij je Toekomst?! zal gemeenten adviseren en ondersteunen om dit goed vorm te
geven, maar kan hier geen directe invloed op uitoefenen.
19
Er is een werkende keten van vroegsignalering en verwijzing van jongeren met risicovol
alcoholgebruik, waarbij jongeren worden verwezen naar een preventief contactmoment met
een professional (pilotproject in 2011-20126).
6.2
Handhaving
De doelstelling is om alle alcoholverstrekkers voor 1 januari 2015 te bezoeken, te controleren en te
informeren over de regels. De verantwoordelijkheid voor het verstrekken van alcohol aan
meerderjarigen ligt bij de alcoholverstrekkers. Er wordt een beroep op hen gedaan om hun
verantwoordelijkheid te nemen. De sportraad heeft hiertoe aangegeven dat alle sportverenigingen
hun verantwoordelijkheid nemen en gebruik gaan maken van het bestuursreglement alcohol van het
NOC*NSF.
Ons streven is daarbij dat, middels voorlichting en handhaving, de alcoholverstrekkers het dusdanig
goed doen dat zij de regels nauwgezet opvolgen. De nalevingpercentages worden aan het einde van
het jaar, aan de hand van de geconstateerde overtredingen bij basis- en leeftijdscontroles,
vastgesteld.
Naleving door
alcoholverstrekkers
Algemene controle
Schenkleeftijd
2014
80%
90%
2015
90%
100%
6
De pilot is in de gemeenten Binnenmaas, De Waard (nu: Molenwaard) en Dordrecht uitgevoerd. De resultaten zijn op te
vragen bij de projectleider van Verzuip jij je Toekomst?!.
20
Gebruikte literatuur
Babor, T., e.a. (2010). Alcohol: no ordinary commodity. Research and public policy. Second Edition.
Oxford: Oxford University Press.
Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol
consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult
rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723.
Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een
algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht.
Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., & Kraus, L.
(2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries.
Stockholm: The Swedish Council for Information and Alcohol and Other Drugs (CAN).
Holder, H.D. (1999). Alcohol and the community. A systems approach to prevention. Cambridge:
Cambridge University Press.
Mulder, J., Bovens, R., Franken, F., & Sannen, A. (2013). Proces in uitvoering. Een zoektocht naar de
operationalisatie van cruciale procesfactoren in de uitvoering van regionale alcoholprojecten.
Utrecht: Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP).
Reynolds, R.I. (2003). Building confidence in our communities. London: London Drug Policy Forum.
Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013.
Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen.
Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., &
Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het
peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut.
21