LMA magazine maandelijks digitaal magazine Uitgave van de Stichting Leven Met Autisme – Jaargang 2 januari 2015 Leven met autisme - Jaargang 2 - januari 2015 Colofon Inhoud 2 Nieuws van Stichting LMA Hoofdredactie Heidi Meijer 3 Dubbel groen – Anneke de Vries 4 Krachttraining – Bianca Schreuder Redactie Natasja Hoogerheide, Tineke Dijkstra, Ciska Horn, Peter Vermeulen 5 Wist je dat…… 5 Marathonloper Kaya 6 Wat is ABA – Irene ten Broecke 7 Ervaringen met ABA 8 Boekrecensie: Autisme bij je man, wat dan? 9 Boekrecensie: Autipower 9 Leestip: Autisme in het MBO Lay-out Heidi Meijer Striptekeningen Patricia Bouwhuis Foto voorkant 123rf.com 10 Autisme & een verstandelijke beperking Kopij insturen 11 Meer eigen regie, grotere eigenwaarde Kopij voor het volgende nummer moet uiterlijk op de 10de van elke maand bij de redactie binnen zijn. 12 Autisme & lichamelijke problemen 13 Een gezonde haat-liefde verhouding 13 Studiedag Autisme Belevings Circuit 14 In Kaatjes Keuken: Bolognese saus 15 Onderprikkeling – Barbara de Leeuw 16 Een leerling hoort op school, niet thuis. Toch? Email [email protected] Abonnee worden Aanmelden kan via de website www.levenmetautisme.com © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van Stichting Leven Met Autisme 17 Over wat niet in de boeken staat…. 18 Afscheid – Margriet van As 19 Uit onze FB groep: je grootste wens 2015 20 Reflectie – Bea Driessen 20 Strip van Patricia Bouwhuis Leven met autisme magazine - januari 2015 – Pagina 1 Welkom in 2015 Het jaar van erop of eronder voor Passend Onderwijs en de Jeugdwet. Heel veel mensen maken zich zorgen om de toekomst. En terecht. Er is nog te veel onduidelijk, te veel afspraken die niet nagekomen worden en nog te veel wat op het bord van ouders en kinderen terecht komt. De leden van onze facebookgroep delen verderop in het magazine hun wensen voor 2015 met ons. Het zou mooi zijn als veel van deze wensen dit jaar uit zouden kunnen komen. PLAYFOAM Het bestuur van stichting Leven Met Autisme heeft flink na zitten denken over de richting die we dit jaar op willen gaan. Wat is er nodig? Waar is er behoefte aan? Wat willen mensen met een leven met autisme? We merken dat er vooral behoefte is aan informatie. Duidelijke informatie en het liefst allemaal bij elkaar en makkelijk te vinden. Ook is er veel behoefte aan online contact en een plek waar je zorgen en mooie momenten kunt delen. Maar waar je ook steun kunt vinden. Gelukkig vervult onze facebookgroep al behoorlijk in die behoefte. Naast de facebookgroep zijn we druk bezig met de voorbereidingen van onze informatiemarkt op 4 april in Alphen aan de Rijn. De toegang is gratis en er is heel veel informatie over alles rondom autisme. Daarnaast zullen er ook een paar workshops en lezingen worden gegeven. Onze LMA middag van oktober gaat een vervolg krijgen op 21 maart in Hengelo. Meer informatie daarover volgt binnenkort. Verder kan ik verklappen dat er een nieuwe website in de maak is en dat we hard aan het werk zijn op het gebied van informatie verstrekken. Wil je goed op de hoogte blijven van al onze activiteiten? Volg dan onze nieuwspagina op facebook: www.facebook.com/AutismeBerichten Zoals jullie vast is opgevallen, heeft het LMA magazine een nieuw “jasje” gekregen. Graag horen we jullie mening, tips of opbouwende kritiek over de nieuwe lay out. Deze kun je mailen naar: [email protected] Dan wens ik jullie weer heel veel leesplezier! Foto van Sabine van Nobelen – playfoam op canvas Playfoam is Foam om mee te kleien. Het PlayFoam geeft geweldige tastprikkels en kun je steeds weer opnieuw gebruiken. Het is licht van gewicht, kruimelt of plakt niet én droogt niet uit. Je kunt de verschillende kleuren door elkaar mengen zonder knoeien en plakken. Het helpt de fijne motoriek en coördinatie te verbeteren. Er zit een lichte geur aan het PlayFoam, maar deze gaat niet aan de handen zitten. Het materiaal is hypoallergeen, niet giftig en latexvrij. Ervaringen uit onze Facebookgroep: Sien: Mooi spul, makkelijk werkbaar, alleen niet echt goedkoop. José: Zoonlief vond het vreselijk! De textuur vond hij niet fijn... Kleverig en korrelig.... Janneke: Ik vind het geweldig spul! Wel was het even wennen! Hier kan ik ongestoord in knijpen zonder dat het kapot gaat. Dan voelt het "zwaar" maar als je het gewoon vasthoudt is het heel licht spul. Het voelt wel heel vreemd. Het plakt aan elkaar, voelt plakkerig en toch ook niet maar het plakt niet aan je handen. Ik trek het graag uit elkaar tot het een soort matje wordt. Nadeel is de geur die er aanzit als het net gekocht is. Sabine: Hier vonden ze het fijn spul nadat ze er aan gewend waren. Nadeel is dat het snel uitdroogt en dat de kleur snel vervaagt als het in het licht staat. Tineke: Ook hier de ervaring dat het snel uitdroogt en taai wordt. Mijn zoon vond het wel grappig om zo nu en dan mee te spelen, maar ik had niet de indruk dat het bijdroeg aan de prikkelverwerking bij hem. Hier werkt Kinetic Sand beter. Heidi Meijer Voorzitter stichting Leven Met Autisme LMA magazine - januari 2015 – Pagina 2 Dubbel Groen door Anneke de Vries (Onderstaand artikel werd eerder in meer uitgebreide vorm gepubliceerd in Didactief) Dubbel Groen! Over communicatie met leerlingen met autisme “Juf, u bent dubbel groen!” Aan het woord is Jos, een leerling met autisme uit groep 6 van de basisschool. Hij is gediagnosticeerd met klassiek autisme en ik mag hem in het kader van de ‘rugzakregeling’ begeleiden zodat hij op de reguliere basisschool kan blijven. Ik vraag me af of hij in het regulier onderwijs gelukkig is. Om daar achter te komen zin ik op een manier om Jos aan het praten te krijgen. Dat lukt! In het vervolg leest u hoe dat in zijn werk ging. “Een vlotte en wederzijdse communicatie is de hoeksteen van een goede relatie”, stellen Baltussen, Clijsen en Leenders (2003). “Kinderen met autisme hebben moeite met de communicatie met anderen. Ze overzien de samenhang niet en missen in een gesprek met de ander de vaardigheid om uit alle prikkels de belangrijke of relevante te kiezen.” Op grond van dit gegeven is het dus van belang, in de communicatie met kinderen met autisme te kiezen voor duidelijkheid. Ik maakte met Jos de volgende afspraak: ik zeg straks een woord. Jij zegt of dat woord rood is of groen, waarbij rood staat voor vervelend, niet leuk en groen voor fijn, wel leuk. Ik begin eenvoudig en heel concreet: boek. “Groen”. Tafel. “Groen”. Stoel. “Groen”. Fiets. “Rood”. En zo verder. In het begin wordt er ook niet meer gedaan dan dit: een woord koppelen aan een kleur. Zonder verdere uitleg, zonder ‘waarom’vragen. Colette de Bruijn (2004) legt uit, dat kinderen met autisme anders denken dan andere kinderen. Ze nemen de wereld anders waar. Om een kind op de goede manier te benaderen is het van groot belang om zijn of haar manier van denken te begrijpen. Een kind met autisme heeft geen overzicht over het geheel en moet zich dus wel richten op het detail. Ik geef Jos de gelegenheid eerst een oordeel te vellen over een klein stukje van de wereld. Zijn wereld. Hij hoeft alleen maar rood of groen te zeggen over een woord dat ik noem. Niet meer en niet minder. Gaandeweg krijgen de woorden die ik noem wel een steeds grotere lading. Naast voorwerpen benoem ik ook steeds vaker personen. Bij het woord ‘broertje’ kiest Jos voor het eerst zowel rood als groen. Voor mij aanleiding hem te vragen naar het waarom van zijn keus. Vanuit dit punt gaat het in de volgende bijeenkomsten steeds vaker over het waarom van de keus voor groen of rood. Omdat ik Jos heel rustig de tijd geef eerst slechts een mening te hebben over concrete woorden en pas later uit te leggen waarom hij die mening heeft, kan Jos er rustig aan wennen zijn mening te delen en ook uit te leggen. Hij slaagt er wonderwel in dat te doen: broertje is rood en groen, omdat hij er mee kan spelen (groen), maar ook ruzie mee kan maken (rood). Wij zijn ons er vaak niet van bewust hoe ‘normale’ communicatie verloopt. In ieder geval is het zo, dat er bij natuurlijke communicatie sprake is van wederzijdse uitwisseling, het gesprek komt van twee kanten. “Een gesprek is een informatie-uitwisseling tussen mensen waarbij het gesproken woord een rol speelt”(Donders 2007, pagina 16). Bij het voeren van een gesprek is er meestal ook sprake van andere dan gesproken taal: lichaamstaal en gezichtsuitdrukking. Een kind met autisme communiceert anders: er is sprake van eenrichtingsverkeer. In de inkleuring van de wereld in groen en rood, kan een kind met autisme vanuit zijn of haar eigen beleving, op een eenvoudige manier vertellen hoe hij of zij tegen de wereld aankijkt. Leerlingen met autisme hebben moeite hoofd- en bijzaken te scheiden. Wanneer een kind woorden krijgt aangeboden om de dag door te spreken, waarop hij of zij slechts hoeft te reageren met een simpel ‘rood’ of ‘groen’, hoeft het kind niet zelf op zoek te gaan naar wat belangrijk of onbelangrijk is. Jos leerde praten over zijn gevoelens ten aanzien van een groot scala van woorden en later ook gebeurtenissen. Ik was, als juf, voor Jos ‘dubbel groen’: niet met één, maar met twee groene stiften tegelijk opgeschreven. Wilt u weten waarom veel kinderen uw school of uw klas als “rood” zien? Vraag het ze. En zorg dat uzelf “groen” wordt. En nog mooier: “dubbel groen”! Literatuur: Baltussen, Mirjam, Clijsen, Arjan en Leenders, Yvonne (2003). Leerlingen met autisme in de klas. Den Haag: Landelijk netwerk autisme Bruin, Colette de (2004). Geef me de 5. Doetinchem: Graviant educatieve uitgave. Donders, W. (2007), Praktische gespreksvoering. Amsterdam: Boomonderwijs Geschreven door Anneke de Vries, sinds februari 2013 werkzaam als specialist gedrag en leren binnen haar eigen bedrijf Twin-Go. Haar motto: álle mensen zijn uniek, niet alleen degenen met een speciale onderwijsbehoefte. Zij zoekt naar wegen om leerkracht én leerling samen te laten stralen. Website: www.twingo.nl LMA magazine – januari 2015 – Pagina 3 De kracht van krachttraining door Bianca Schreuder Krachttraining en Sensorische integratie Kinderen met autisme hebben voor 95% last van sensorische integratie. Nu vragen de meeste mensen zich af wat sensorische integratie eigenlijk is. Sensorisch integratie is hoe wij prikkels ontvangen en verwerken. Wij zijn allemaal bekend met 5 zintuigen. Proeven, aanraking, zien, ruiken en geluid. Maar er is nog veel meer. We noemen ze "the hidden sences" oftewel vestibulaire en proprioceptieve zintuigen. Als we praten over de vestibulaire zintuigen, dan verwijzen wij naar de balans, zintuigen die zich in het middenoor bevinden. Door deze zintuigen word je je bewust van de ruimte om je heen, zwaartekracht en beweging. Maar ook word je je bewust van je hoofd en je lichaamsverhouding ten opzichte van de aarde. Het vestibulaire systeem beïnvloedt ons zenuwstelsel en heeft direct invloed op ons gevoel van opwinding. Veel kinderen vinden het hierom heerlijk om op een trampoline te springen. Als wij over de proprioceptieve zintuigen praten, dan verwijzen we naar het bewust zijn van onze lichaamsdelen en waar ze zijn ten opzichte van de wereld om ons heen. Onze spieren, gewrichten en bindweefsels geven ons lichaam deze informatie. Hierdoor vinden sommige kinderen het heerlijk om aan gewichten te trekken en te duwen. “Sensory Seekers” zijn kinderen die een behoefte hebben aan een sensorische prikkel. Vaak hebben kinderen met sensorische integratie problemen een combinatie van vestibulaire en proprioceptieve prikkeling nodig. “Sensory avoiders” zijn kinderen die een angst voor zekere prikkels hebben, zij doen er alles aan om het uit de weg te gaan. In de klas zit een kind dat gewoon niet stil kan zitten. Druk, concentratieproblemen, motorische problemen, snel boos, enzovoort. Dit kind is overprikkeld en zijn/haar lichaam weet niet hoe op een natuurlijke manier met deze prikkels om te gaan. Op de stoel zitten is al een hele opgave. Ze voelen hoe hard de stoel is, horen de vogelgeluiden van buiten, horen de kinderen die achter in de klas zitten te fluisteren en dan is de juf ook nog iets aan het uitleggen. Vervolgens hebben wij een kind met gedragsproblemen. Maar is het een gedragsprobleem of is het sensorische integratie en hoe kunnen wij dat dan oplossen? Sommige kinderen hebben meer dan gemiddeld behoefte om te stoeien. Ook dan vraagt het lichaam om een prikkel. Vaak hoor ik ouders met kinderen met autisme of ADHD zeggen “Mijn kind is zo druk na het boodschappen doen” of “Mijn kind heeft moeite met in slaap vallen”. Kinderen weten van nature wat goed voor hen is en zoeken dus een activiteit op om de prikkel te krijgen. Ik kan uw kind leren om zichzelf weer rustig in zijn eigen lichaam te krijgen. Het lichaam vraagt om een neurologische prikkel. Deze prikkel kunnen wij krijgen door zwaar werk. Bijvoorbeeld door tegen gewichten te gaan duwen of er aan te trekken. Krachttraining is perfect voor kinderen met sensorische integratie problemen. Nu denken heel veel mensen dat krachttraining slecht is voor kinderen, wetenschappelijk onderzoek heeft bewezen dat een herhaalde verhoogde belastingdruk op het skelet tijdens de groei de botdichtheid vergroot. Kinderen kunnen al vanaf 6 jaar beginnen met krachttraining. Er wordt dan gewerkt met een aluminium stang en turnringen. Kinderen kunnen veel lol hebben in een training met halters en weerstand technieken. Er wordt spelenderwijs gewerkt met de gewichten en vanaf 12 jaar wordt er met meer gewicht getraind. Er word gewerkt zonder gewichten, ik leer ze oefeningen aan die ze thuis ook kunnen doen. Er zijn natuurlijk nog veel meer voordelen aan krachttraining. Een goede lichaamshouding wordt aangeleerd. Concentratie wordt bevorderd. De kinderen worden bewust van hun eigen lichaam en komen in contact met zichzelf. Voor kinderen met autisme is dit al een grote uitdaging en krachttraining helpt hierbij. Hun zelfvertrouwen gaat omhoog. Verbeterde eetgewoontes en gewichtscontrole zijn ook resultaten. Het is belangrijk om de juiste trainer te vinden die bij uw kind past. Op dit moment geef ik les in midden Nederland. Maar lesgeven ergens anders in Nederland vind ik geen probleem. Ik ben gespecialiseerd in sensorische integratie, autisme, contact gericht spelen en krachttraining. Een krachttrainingsprogramma voor kinderen/jongeren en zeker kinderen/jongeren met SPD is zinvol en goed voor de groei, ontwikkeling en gezondheid. Kracht voor het leven! Bianca is een personal trainer voor kinderen en jongeren. Ze is gespecialiseerd in krachttraining in combinatie met autisme, ADHD en sensorische integratie. Door middel van de krachttraining komen de kinderen weer in contact met hun lichaam, keert de rust terug en gaat het zelfvertrouwen ophoog. Voor meer informatie of een kunt u contact met haar opnemen. gratis www.biancaschreuder.nl LMA magazine – januari 2015 – Pagina 4 proefles Wist je al dat … Je kans maakt op een gratis sensorisch profiel ter waarde van € 200,- als je voor 30 januari donateur wordt van stichting Leven Met Autisme? http://www.stichtinglma.nl/donaties/ Volwassenen met autisme meer moeite blijken te hebben met gezichtsherkenning als ze sociale taken uitvoeren? http://psychcentral.com/news/2014/11/17/adults-with-autism-find-it-hard-torecognize-facial-clues/77404.html Een 12-jarige jongen uit de Verenigde Staten 100-en kaarten heeft gekregen voor de kerst? http://www.wtf.nl/bizar/25297/100en-kaarten-voor-knul-met-autisme.html Een moeder ervoor heeft gezorgd dat er speelgoedwinkels in England op de zondagochtend voor kerst open gaan voor kinderen met autisme? http://www.bbc.com/news/magazine-30314310 De NVA zich zorgen maakt over de toekomst van kinderen met autisme? http://www.nu.nl/binnenland/3592706/toekomst-kinderen-met-autisme-onzeker.html Het in de toekomst wellicht mogelijk is om via een hersenscan de diagnose autisme te stellen? http://www.welingelichtekringen.nl/wetenschap/393114/hersenscan-om-diagnose-autisme-testellen.html Google speurt naar oorzaak (en genezing?) van autisme? http://www.ggztotaal.nl/ggztotaal/Nieuwsoverzicht/Artikelen/2014/12/18_Google_speurt_naar_oo rzaak_(en_genezing)_van_autisme.html Kaya loopt de marathon voor het autismefonds Supercompensatie Op het moment dat ik deze column schrijf is het nog december, de tijd van het terugkijken op het afgelopen jaar. Normaal gun ik mezelf deze tijd helemaal niet, ren ik aan één stuk door. Maar een kleine blessure geeft mij de mogelijkheid dit keer wel. Overbelasting. Ik heb teveel kilometers gerend. Precies een jaar geleden heb ik mezelf ingeschreven voor de 10km tijdens de City-Pier-Cityrun en zo mezelf gedwongen het hardlopen na zes jaar weer op te pakken. Drie tot vier keer in de week ben ik gaan trainen. In maart heb ik deze wedstrijd gelopen; meer dan een uur lang heb ik met een glimlach op mijn gezicht door Den Haag gerend en die glimlach is de rest van de dag niet meer verdwenen. Dit kwam niet alleen door het zonnetje dat zo lekker scheen zo vroeg in maart, al die fantastische mensen langs de kant, zingend, klappend, aanmoedigend. Het besef dat iedere hardloper zijn eigen wedstrijd loopt; topsporters, mensen die hersteld zijn van een ziekte, lopers die willen afvallen, lopers voor het goede doel en iedereen met het grootste plezier maakte dat die dag niet meer stuk kon. Ik was direct verslaafd. Ik liep nog een aantal keer een 10 km wedstrijd, de Dam-tot-Damloop (10 Engelse miles) en ook de halve marathon moest er aan geloven. Afgelopen december liep ik tijdens de bruggenloop 15 km binnen de tijd die ik mezelf als doel had gesteld. En de dag erna zei mijn lichaam: stop. Ik denk dat iedereen het gevoel wel kent van overbelasting, dit hoeft niet sport-gerelateerd te zijn. Teveel hooi op de vork voor een te lange periode. Vooral de drukke decembermaand is volgens sommigen net een maand teveel in het jaar. Ik geef mezelf vrij af, even een aantal weken niet hardlopen. Wat rust en tijd om te herstellen en opladen voor de volgende periode. Je gunt iedereen die overbelast is eigenlijk zo'n kleine blessure en de mogelijkheid om het wat rustiger aan te doen, te herstellen. In de sport kennen we de term supercompensatie; na de inspanning en voldoende rust/herstel is het lichaam krachtiger dan ervoor. Eigenlijk gun ik niet iedereen een kleine blessure, ik gun iedereen een supercompensatie. Dat je er nóg sterker mag uitkomen, klaar voor de uitdagingen die gaan komen. Ik wens iedereen alle sterkte en succes bij het maken, uitvoeren, volhouden en behalen van zijn/haar plannen voor 2015! www.facebook.com/sportssponsoring LMA magazine – januari 2015 – Pagina 5 ABA Therapie door Irene ten Broecke ABA Door een topic binnen de facebook groep ‘Leven met autisme’ over een vraag naar en over ABA leek het me eens zinvol om eens uit te zoeken wat ABA nu precies inhoudt! Wat is ABA? ABA staat voor Applied Behavior Analysis en dat kan vertaald worden als ‘toegepaste gedragsanalyse’. De stroming komt uit het ‘behaviorisme’ en een uitgangspunt is dat gedrag beïnvloed kan worden. Een van de aspecten waarmee je gedrag kunt beïnvloeden is straffen en belonen. De ABA- therapie komt er vooral op neer om gewenst gedrag te belonen en ongewenst gedrag te negeren met als doel het aanleren van vaardigheden op het gebied van taal, spel en gedrag. Zodat een kind beter zelfstandig kan functioneren. Wie mag deze therapie geven? Degenen die in Nederland een ABA-instituut hebben opgericht zijn naar de VS gegaan om daar de opleiding te volgen. Nu geven zij hun deskundigheid en kennis door aan zowel ouders als professionals in de vorm van workshops. Wie biedt waar en wat aan? Er zit een instituut in: 1. Waalwijk, ABA instituut Nederland, opgericht door Caroline Peters. 2. Leeuwarden, ABA Expertise Centrum Nederland opgericht door Jennifer Niemeyer. Zij is ervaringsdeskundige, ze heeft twee kinderen met autisme. 3. Breda, ABA-net opgericht door Jettie Klaasen-Blanken. Alle opgericht door vrouwen die naar de VS zijn geweest om deze ABA methode te leren. Ze hebben allemaal min of meer dezelfde werkwijze en werken rondom belonen of mooi gezegd ‘positief bekrachtigen’ Dus gewenst gedrag belonen en ongewenst gedrag negeren. Zij werken vanuit de belevingswereld van het kind om de vaardigheden aan te leren op het gebied van taal, spel en gedrag. Op de site van ABA Leeuwarden staat dat het ook een doel is om probleemgedrag te verminderen. Dit doen ze door een analyse te maken van het gedrag. Om van daaruit te kijken hoe dat negatieve gedrag om te buigen is naar positief gedag door positief bekrachtigen. De site van ABA instituut Nederland biedt veel informatie over de werkwijze. Caroline Peters heeft een variant bedacht en dit de ABA-play methode genoemd. Deze is zeer gedetailleerd uitgewerkt. Er staat precies beschreven wat je moet doen als ouder of begeleider en wordt ondersteund door korte video’s. Daarnaast verzorgt zij opleidingen in Nederland en in Parijs. Het lijkt erop dat je bij dit instituut ook een 2-jarige opleiding kunt volgen waarna je je ABA trainer mag noemen. Deze mensen hebben zich door heel Nederland gevestigd en werken vaak als zelfstandige. Cijfers Er wordt regelmatig vermeld dat deze methode wetenschappelijk onderzocht is en goede resultaten behaalt, ongeveer 50%. Het is de enig methode die onderzocht is dus dat kan een vertekend beeld geven. Conclusie En ja, wat vind ik er zelf van? Te veel om dat in een paar woorden op te schrijven, maar ik zal een poging doen: 1. Er wordt te weinig uitgegaan van het feit dat ieder kind/mens met autisme anders is. 2. Ik ken kinderen bij wie belonen niets uithaalt en dan… 3. Er wordt te weinig naar het ‘waarom’ van het gedrag gekeken. 4. Als je zoveel uren intensief met een kind bezig bent kan ik mij wel voorstellen dat dit resultaat geeft. Maar ligt dat alleen aan de methode of ook aan de aandacht die een kind krijgt? 5. Bij het zien van een aantal video’s dacht ik ‘dat doe ik al vanzelf’ en daar bedoel ik aandacht geven en kijken hoe een kind reageert. Dat is van veel moeders een buikgevoel. Verder heb ik gelezen dat de therapie behoorlijk intensief is en bestaat uit 30 à 40 uur per week gedurende twee jaar. Toch zie ik dat nergens meer terug op de Nederlandse sites. Ik kan mij herinneren dat dit er een paar jaar geleden nog wel bij vermeld werd. En dat ik toen dacht, wie kan zich dat permitteren? Maar het kan goed zijn dat dit door alle bezuinigingen is bijgesteld! En wat is uw ervaring met ABA? Ik ontvang graag uw reacties. (mailen kan naar [email protected]) Irene ten Broecke LMA magazine – januari 2015 - Pagina 6 ABA therapie Ervaringen uit onze facebookgroep De meningen over de ABA therapie zijn verdeeld: Zo is Jennifer Niemeijer erg enthousiasme over ABA en dat komt voort uit haar ervaring met haar eigen kinderen. Zij is ervoor naar Amerika gegaan om daar haar kinderen, toen nog heel jong, de ABA therapie te laten volgen. Inmiddels zijn ze 12 jaar en zitten op de Havo. Ze hebben tot groep 3 vrijwel continu 1 op 1 zorg gehad. Daarna hebben ze vanuit cluster 2 ambulante begeleiding gehad tot aan de middelbare school. Inmiddels kunnen zij zelfstandig naar school en hebben vrienden en een toekomst! Zij heeft op vrijwillige basis een instelling opgericht voor ABA www.expertisecentrum.nl en een masteropleiding in ABA gevolgd. Zij helpen nu meerdere kinderen verspreid door het land. Karin van Asseldonk-Leijssenaar getuigt: Ik had al snel in de gaten toen mijn jongens nog klein waren dat negeren van negatief gedrag niet hielp. Gewoon uitleggen (ondertitelen) was naar mijn idee echt nodig. Dit heb ik later ook geleerd tijdens de cursussen van Colette de Bruin van Geef me de 5. Natuurlijk kunnen sommige dingen beloond of genegeerd worden maar juist voor kinderen met autisme is het belangrijk om te weten waarom iets wel of niet mag of kan. Met de uitleg erbij (ondertiteling) snappen ze het en lijken ze het beter te kunnen toepassen. Wat ik wel logisch vind. Barbara Siebelink de Leeuw heeft geen positieve ervaring met ABA: Volledig geen voorstander van ABA, een korte termijn therapie gericht op het gedrag. Op lange termijn blijkt dat in Amerika, waar dit al langer toegepast wordt, het nare trauma’s oplevert bij mensen met ASS. Juist doordat de therapie alleen gericht is op het gedrag en geen rekening houdt met de oorzaak. Dat geldt voor alle therapieën die geënt zijn op het behaviorisme, zoals ook de Triple P. Het is pure conditionering, leuk voor dieren maar voor mensen is dit not done! Leonie Bouwman heeft persoonlijk ervaring met ABA en schrijft het volgende: Ik ben als jong kind gedrild op een behavioristische manier. Een methode als ABA is puur gericht op gedrag en kijkt niet naar cognitie. Vanuit deze eenzijdige manier van werken ontstaat er wellicht resultaat. Kinderen gaan minder autistisch gedrag vertonen. Ik zie de toepassing van ABA als zout: een beetje is goed en kan gedrag ombuigen, maar teveel maakt alles en iedereen ziek en/of getraumatiseerd. Programma’s als Geef me de 5 gaan vooral uit van de intrinsieke motivatie, de wil van de persoon zelf om het gedrag om te buigen. Het kost wel wat meer energie van alle partijen maar werkt beter dan opgelegd en beloond zogenaamd goed gedrag. Esther de Graaff schreef: Wij hebben ons in een wanhopige bui aangemeld voor ABA therapie. Het bleek totaal niet bij mijn zoon te passen. Negatief gedrag negeren bij hem is totaal onmogelijk en zinloos. Ik heb bij de therapie steeds een naar gevoel gehad. Misschien omdat het nog een jonge therapeute was met waarschijnlijk weinig ervaring. Dat kan zeker een rol hebben gespeeld. Het gedrag belonen bijvoorbeeld door een snoepje te geven als hij buiten netjes meeliep maakte het voor zowel de begeleidster als ons daarna alleen maar moeilijker. Daarbij vond ik het duur, wij betaalden ook voor de reistijd. Dus 4 uur betalen voor 2 uur therapie. En omdat hun zorgplan niet goed geformuleerd was heeft het ons nog heel wat moeite gekost om het via de PGB vergoed te krijgen. Het kan voor sommige kinderen een goede therapievorm zijn maar ik vind dat er wel secuur naar gekeken moet worden. Advertentie LMA magazine – januari 2015 - Pagina 7 Boekrecensie: ASS bij je man, wat dan? door Roxanne de Kruijk volgen. Op deze manier krijg je dezelfde informatie als bij de cursus, maar je hebt niet de mogelijkheid om in een vaste groep je ervaringen met elkaar te delen. Titel: ASS bij je man, wat dan? (Partnercursus Autisme) Auteurs: Els Blijd-Hoogewys & Anja Talboom Uitgeverij: Hogrefe (www.hogrefe.nl) ISBN: 9789079729920 Aantal pagina’s: 223 ‘ASS bij je man, wat dan?’ gaat over de partnercursus voor vrouwen met een man met ASS. Deze partnercursus bestaat voor een deel uit psychoeducatie over ASS bij mannen en daarnaast is er ruimte voor het delen van eigen ervaringen en het aanleren van nieuwe vaardigheden. Het doel is niet alleen om vrouwen begrip te laten krijgen voor hun partner, maar ook voor zichzelf. Daarnaast worden beide partners ‘ontschuldigd’. De man heeft tenslotte niet gekozen voor ASS en de vrouw heeft van nature niet altijd de vaardigheden in huis om met een partner met ASS om te gaan. Wel wordt er vanuit gegaan dat de stellen de intentie hebben om met elkaar verder te gaan. Dit boek is zowel te gebruiken door de cursusleiding als door mensen die de cursus willen volgen. Deze cursus kan in groepsverband gevolgd worden en dan dient het boek vooral als achtergrondinformatie, maar met het boek is het ook goed mogelijk om de cursus thuis te Algemene informatie Het boek is helder geschreven. Het bevat niet alleen informatie, maar ook veel voorbeelden en een aantal afbeeldingen en tabellen. Voor de schrijvers ingaan op de cursus, wordt eerst de basiskennis van ASS uitgelegd aan de lezer. Ook wordt aandacht besteed aan de problemen die hierdoor kunnen ontstaan in een (partner)relatie. Hier kunnen ze later naar terug verwijzen. Daarna volgt informatie over de cursus, hoe je dit boek kunt gebruiken, en de papieren voor zowel het thuisprogramma als het groepsprogramma. Als lezer vond ik het apart dat je pas in deel drie terecht komt bij de instructie voor het programma, want hieruit blijkt onder andere dat je als partner niet per se het tweede deel hoeft te lezen. Wanneer je dus gewend bent om een boek van voor naar achteren helemaal te lezen, kom je dus voor een deel informatie tegen die voor jezelf niet echt van toepassing is. Anderzijds kun je daar wel degelijk informatie uithalen die van pas kan komen in het leren begrijpen van je partner met ASS. Toch vond ik het al met al een goed verhaal. Dit boek en de partnercursus zijn precies datgene waar ik zelf als partner naar op zoek ben geweest. Je leert omgaan met ASS met respect voor jezelf en respect voor je partner. Door het gebruiken van een GGGG-model (gebeurtenis – gedachte – gevoel – gedrag) kijk je niet alleen naar je eigen gedachten en gevoelens en of die ook kloppen, maar je neemt ook de tijd om te kijken waarom je partner zo reageert als hij doet en of je zelf iets kunt veranderen waardoor het een volgende keer anders loopt. Ik heb hier zeker iets van opgestoken en het zet mij aan tot datgene wat in elke relatie belangrijk is: communicatie met mijn partner. Hoe kijkt hij tegen dingen aan en hoe kunnen we er samen voor zorgen dat we het goed hebben, dat we elkaar leren begrijpen en dat we dichter naar elkaar toe groeien. Ik denk dat dit boek daarin voor veel stellen een rol in kan spelen. Advertentie LMA magazine – januari 2015 - Pagina 8 LEESTIPS Titel: Autipower! Succesvol leven en werken met een vorm van autisme Auteurs: Herman Jansen en Betty Rombout Uitgeverij: Pepijn ISBN: 978 90787090 91 ‘Autipower! bevat geen stappenplan van hoe je met een autismespectrumstoornis (ASS) succesvol wordt. Een dergelijk stappenplan bestaat volgens ons niet. We hebben uitgebreid met mensen met een vorm van autisme gesproken en allemaal zijn ze op hun eigen manier gelukkig. Over succes zijn de meningen verdeeld. Sommigen voelen zich heel erg succesvol omdat ze met hun beperkingen en mogelijkheden het maximale uit hun leven halen. Voor anderen kan het nog wel iets beter’, zo luiden de eerste regels uit het voorwoord van het boek Autipower. Dit boek is een reeks van interviews. Behalve personen met ASS komen ook andere deskundigen, werkgevers, managers van re-integratiebureaus en vertegenwoordigers van belangenorganisaties aan het woord. In het boek zijn o.a. interviews opgenomen met Jaap Brand, Barbara de Leeuw, Annelies Spek, Theo Peeters, Fred Stekelenburg en Carlo Post. ‘Maar uiteindelijk gaat het ons om de ‘power.’ Die zit in hoe de mensen omgaan met hun beperkingen en hoe ze uiteindelijk de kwaliteiten die het autisme hun brengt, weten te benutten. Barbara de Leeuw noemt haar ASS (en ADHD) zelfs haar talent. Ze zegt haar werk nooit zo goed te kunnen doen als ze geen autisme zou hebben. De ‘power’ zit hem ook in de ongelooflijke veerkracht die we zien bij mensen waarbij het een periode heel erg mis gaat, zo luiden enkele veelzeggende zinnen uit het voorwoord van de auteurs. Autipower! is een bijzonder en leerzaam boek met realistische verhalen, die het leven met ASS niet fraaier voorstellen dan de werkelijkheid. Autipower! beschrijft geen ‘opgeklopte’ succesverhalen, maar wel bijzondere verhalen over bijzondere mensen met een positieve en bovenal eerlijke boodschap. Dit vlot geschreven boek is een absolute aanrader voor liefhebbers van menselijke en realistische ervaringsverhalen. Dit onder het motto: Autipower!: You got the power! Boekrecensie geschreven door Miny. Titel: Autisme in het middelbaar beroepsonderwijs Praktische gids voor begeleiders, docenten en zorgcoördinatoren Auteur: Esther van de Ven Uitgeverij: Pica (www.uitgeverijpica.nl) ISBN: 9789491806346 Waarom heeft Peter zijn opdrachten wel gemaakt, maar niet ingeleverd? Is het wel nodig dat Lisanne alleen pauzeert? Waarom verbetert Erwin de docent steeds? Waarom doet Kyra het werk van de hele projectgroep? Waarom heeft René de groep niet verteld dat hij het werk niet op tijd af kreeg? Waarom houdt Imran zijn jas aan bij een sollicitatiegesprek? Waarom heeft Mats op stage iedere dag een nieuwe takenlijst nodig? Waarom moet de stageplaats van André op fietsafstand liggen? Deze situaties zijn heel divers en hebben toch allemaal te maken met autisme. Studenten met autisme verwerken informatie anders en hebben daardoor meer behoefte aan duidelijkheid, voorspelbaarheid en concrete aansturing dan andere studenten. Dit botst met de nadruk die het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) legt op het vermogen tot zelfreflectie, zelfstandigheid en flexibiliteit van studenten. Steeds meer studenten met autisme volgen een mboopleiding. Het mbo staat voor de uitdaging om deze groep studenten onderwijs te bieden dat passend is. Onderwijs dat inzet op mogelijkheden en talenten en tegelijkertijd inhoud geeft aan de begeleiding van de individuele ondersteuningsbehoefte. Dat vraagt niet alleen om kennis van autisme, maar ook van de consequenties van autisme voor het volgen van beroepsonderwijs. Dit boek is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk. Het beschrijft herkenbare knelpunten en biedt praktische handvatten om daarmee om te gaan; eenvoudige ingrepen, die vaak een verrassend positief effect hebben. Dit boek is bedoeld voor begeleiders, docenten en zorgcoördinatoren in het mbo, die te maken hebben met studenten met autisme. In het voortgezet onderwijs kan het boek ingezet worden ter voorbereiding op de overstap naar het mbo. Bron: www.uitgeverijpica.nl LMA magazine – januari 2015 - Pagina 9 Autisme & een verstandelijke beperking door Ciska Horn Een aantal kinderen met autisme heeft ook een verstandelijke beperking. De problematiek waar ouders van deze kinderen mee te kampen hebben is heel specifiek. Ik ben geen arts, ik ben geen psychiater. Ik ben de moeder van de grote man, met “alleen maar” autisme, en van de kleine man, met autisme en een verstandelijke beperking. Ik kan vanuit mijn ervaringen wel aangeven waar, wat ons gezin betreft, de verschillen zitten. En dan nog, worden die verschillen allemaal veroorzaakt door de verstandelijke beperking van de jongste? Communicatie De grote man was als kindje al een kletskous. Veel echolalie, maar ook heus in staat onder woorden te brengen wat er was gebeurd, zelfs hoe hij zich voelde. Zijn verbale IQ lag al snel hoger dan zijn performale IQ. Met de oudste kun je gesprekken voeren, hij kan zijn wensen kenbaar maken en wij kunnen de onze aan hem uitleggen. Met deze jongen kun je praten. Hij spreekt wat monotoon, zijn non-verbale communicatie blijft achter (hij heeft nog steeds moeite met aankijken en zijn handgebaren zijn wat onhandig), maar de boodschap komt luid en duidelijk over. Bij de jongste is nog steeds geen echte communicatie mogelijk. Ja, ik lees hem. Ik voel hem. Maar ook ik heb tijden gehad dat ik dit kind echt niet begreep. We hebben gewerkt met picto´s en met PECS (Picture Exchange Communication System). Intussen kunnen we eenvoudige gesprekken voeren. Hij kan zelf kiezen wat hij wil eten of drinken. Hij roept opdrachten zoals “Mag ik beker rood limonade” of “Eerst Gouwplaats, dan boodschappen doen, eerst Jumbo, dan Bart Smit”. Sinds de komst van taal heeft hij wel meer regie gekregen over zijn leven en dat is merkbaar aan zijn welzijn. Hij is, sinds hij kleine dingen kan benoemen, blijer en minder agressief. Hij begrijpt eenvoudige opdrachten en is ook bereid die uit te voeren. Of niet, dan hebben we even een ander soort “gesprek”. School De grote man heeft cluster 4 basisonderwijs genoten (echt, intens genoten!) en regulier voortgezet onderwijs. Met veel hulp, vooral bij het structureren, plannen en organiseren, heeft hij zijn HAVO diploma gehaald. Intussen zit hij op het HBO in Amsterdam. Hij is zeer leerbaar gebleken. Ook heeft hij twee zwemdiploma’s gehaald. Autorijlessen zijn erg moeilijk, die staan weer even in de koelkast. De kleine man heeft nooit onderwijs gehad, hij heeft vanaf zijn nog-net-geen-derde tot zijn 17e op een orthopedagogisch kinderdagcentrum gezeten. Daar heeft hij leren fietsen, zichzelf aankleden, picto’s lezen (en manipuleren) en met PECS werken. Hij is daar zindelijk geworden en heeft geleerd kleine dagelijkse klusjes te doen zoals de tafel dekken en afwassen. Kleine rekenoefeningen kan hij doen en hij kan letters en sommige woorden herkennen. Lezen en schrijven staan niet op ons verlanglijstje. Misschien kan hij het stiekem al. We hebben het wel eens gehad over onderwijs, maar hij zou in een schools systeem in een groep niet kunnen functioneren. Heeft hij 1op-1 begeleiding, dan doet hij mee; heeft hij geen begeleiding, dan doet hij niets. Er zit weinig tussen. Sociaal Voor de oudste gaat het best goed, die sociale contacten. Hij heeft een paar vrienden (niet veel) en hij heeft een hele digitale wereld met contacten (heel veel). Vroeger kon hij geen mensen herkennen buiten de eigen context (klasgenoten liep hij in het winkelcentrum zomaar voorbij) maar dat gaat nu beter. Hij houdt rekening met mensen en hij is reuze hulpvaardig. Hij bezoekt zijn grootvader, puur voor de gezelligheid. Hij is sociaal vaardig. Of is dat relatief? Het kleine mannetje herkent echt bijna niemand. Hij weet wie zijn ouders zijn en zijn broer, en de dichtst bijwonende grootouders kent en herkent hij ook. Daar blijft het bij. Een vaste begeleider op het activiteitencentrum kan hij buiten die context compleet negeren. Uit het oog is bij hem compleet uit het hart. Toekomstangst Van de grote man wordt verwacht dat hij volledig zelfstandig zal kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Ik verwacht zelfs een partner en kleinkinderen. Hij verwacht het zelf ook. De kleine man zal binnenkort ergens intern gaan wonen en de rest van zijn leven beschermd en geïnstitutionaliseerd doorbrengen. Die kleine heeft echt geen idee hoe zijn leven eruit zou zien zonder zijn handicap. Met die grote heb ik het meer te doen. Hij is zich bewust van zijn beperking, is daar als kind ook echt heel verdrietig over geweest, hij weet dat hij afwijkt van de rest. Heel eerlijk gezegd, bij onze kindjes, geloof ik dat de jongste het makkelijker heeft. Ciska Horn is docent, vriendin, student, collega, vrijwilliger, echtgenote van "de lange", dochter, buurvrouw, maar vooral vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week, moeder van "de grote man" (1996), student en afwasser met PDD-NOS, en "de kleine man" (1997), zonnestraal met klassiek autisme en een verstandelijke beperking. LMA magazine – januari 2015 - Pagina 10 Meer eigen regie, grotere eigenwaarde door Jasper Wagteveld Een visie op het vergroten van eigen regie voor & met autisten Mensen met autisme staan elke dag voor grote en kleine keuzes. Het grootste deel van de tijd maken zij die keuzes zonder dat zorgverleners hierin direct meekijken of adviseren. Dat vraagt een andere manier van kijken naar zorgverlening. Ondersteuning waarbij de eigen regie groter wordt. Ik noem dat samenwerken 2.0. Aan de hand van een aantal onderwerpen zal ik dat verder toelichten. Co-creatie Co-creatie betekent dat de zorgverlener niet alleen maar luistert, maar dat je in een gelijkwaardige samenwerking aan een oplossing gaat werken. In praktijk blijkt de stap van raadplegen naar 'echt' cocreëren weerbarstig. Vaak genoeg zijn participatie initiatieven ingestoken met als belangrijkste doel om kosten te besparen. Of wordt er vooral de suggestie gewekt dat er inspraak is, maar blijkt er verder niets mee te worden gedaan. Co-creëren vraagt dus om verandering. Hierbij kunnen ook social media gebruikt worden. Niet als doel op zich, maar als middel voor een nieuwe manier van communicatie. Communicatie die over de grenzen van de organisatiemuren gaat, waar individuen en groepen, van bestuurder tot werkvloer, met elkaar in contact staan. Zelfmanagement Zelfmanagement is het individuele vermogen van een cliënt om goed om te gaan met symptomen, behandeling, lichamelijke, psychische en sociale consequenties en leefstijlaanpassingen bij een chronische aandoening. Iemand met een chronische ziekte maakt bewust keuzes over hoe zijn of haar leven en behandeling eruit ziet, ondersteund door zorgverleners. Zowel overheid, zorgverleners als patiëntenorganisaties onderstrepen het belang van zelfmanagement. Nieuwe rolverdeling De zorgverlener geeft de cliënt binnen het concept van zelfmanagement meer verantwoordelijkheid en zeggenschap over zijn of haar leven, gedrag en gezondheid. Het betekent dat de rol van de zorgverlener verschuift naar een meer coachende rol, die om nieuwe vaardigheden vraagt. Belangrijke eigenschappen bij zo’n coachende rol zijn ‘ondersteunend’, ‘begripvol’ en ‘communicatief vaardig’. Vraag-vertel-vraag-principe Zelfmanagement vraagt om een gezamenlijke aanpak. Samen met de patiënt bepaalt de zorgverlener hoe de zelfmanagementondersteuning eruit komt te zien. Niet de medische details staan centraal, maar de wensen en verwachtingen van de patiënt. Tijdens het consult kan de zorgverlener gebruik maken van het vraagvertel-vraag-principe. Met deze techniek stelt de zorgverlener meer vragen dan voorheen. Hij vraagt eerst wat de behoefte van de patiënt is, vertelt vervolgens op begrijpelijke wijze wat de patiënt wil weten en vraagt tot slot of de patiënt heeft begrepen wat hij heeft verteld. Motiverende gespreksvoering Een praktische en beproefde techniek voor gedragsverandering is motiverende gespreksvoering. De reflexmatige reactie van een zorgverlener is om aan de patiënt uit te leggen waarom het bijvoorbeeld beter is te stoppen met roken. Die aanpak motiveert echter niet om gedrag te veranderen. Bij motiverende gespreksvoering stelt de zorgverlener zich niet langer op als degene die weet wat goed is voor de patiënt. Hij gaat samen op zoek gaan naar de voor- en nadelen, achtergronden van het gedrag en manieren om dit te veranderen. Kennis delen Bij een coachende manier van zorgverlening hoort ook het delen van kennis. De zorgverlener weet alles over de ziekte, de patiënt over zijn leven. Beiden delen de verantwoordelijkheid voor de oplossing van problemen en uitkomsten. De samenwerking stimuleert de patiënt zelf zijn te doelen bepalen. De zorgverlener helpt de patiënt vervolgens om geïnformeerde keuzes te maken. Indien de doelen niet worden gehaald, zoeken zorgverlener en patiënt naar andere strategieën. Daarbij ziet de zorgverlener de patiënt niet als iemand die zich niet houdt aan de instructies, maar als iemand die met de huidige adviezen niet verder komt. Verandering in zorgverlening vraagt lef en het loslaten van een vertrouwde, traditionele manier van werken. Een nieuwe weg inslaan voor patiënt en zorgverlener betekent een weg naar meer regie en groter gevoel van eigenwaarde voor mensen met autisme. Door Jasper Wagteveld, Jasper is 32 jaar en reeds 20 jaar in het bezit van een ASS diagnose. LMA magazine – januari 2015 - Pagina 11 Autisme en lichamelijke problemen door Anne van de Beek (@A-typist) Je hoort het zo vaak vanuit ervaringen, maar veel is er niet over bekend; autisme in combinatie met lichamelijke problemen. Ook ik kan alleen maar uit ervaring praten, maar mogelijk draagt deze ervaring bij aan het vergroten van de kennis. Sinds mijn zestiende heb ik ernstige hoofdpijnaanvallen. Pas op mijn 19 e, na ettelijke doktersbezoeken, werd er een behandeling gestart. Toevallig ook in hetzelfde jaar dat ik mijn autismediagnose kreeg. Er werd gezegd dat ik migraine had, maar al snel bleek mijn hoofdpijn niet behandelbaar als migraine. Ongeveer een jaar geleden kreeg ik te horen dat ik op alle gebieden (medicamenteus, lichamelijk en psychologisch) ben uitbehandeld en dat de behandeling zich vanaf nu zal richten op verhogen van mijn functioneren en niet meer op het verminderen van de pijn. Dat was even wat voorkennis. Nu over naar waar ik naartoe wil met mijn verhaal. Bijna iedereen die ik ken met autisme heeft één of ander lichamelijk probleem; chronische pijn, chronische vermoeidheid, allergieën, of iets waarvan de medische wereld niet kan achterhalen wat het precies is. Daarbij stel ik me de vraag wat de oorzaak is van al die lichamelijke problemen bij autisme? Het antwoord helpt me om er mee verder te gaan, om het af te sluiten. In mijn geval heb ik dit helaas nog niet gevonden. Ik heb tot in detail hoofdpijndagboeken ingevuld. Hele analyses heb ik erop losgelaten met de huisarts, drie verschillende neurologen, twee psychologen en mijn woonbegeleiding. De conclusie van iedereen is dat er geen enkel causaal verband lijkt te zijn. Ok, dus een direct verband is er niet, maar ik heb wel een theorie. Bij autisme ben je bijvoorbeeld vaak overmatig gevoelig voor prikkels, je hebt niet of nauwelijks een filter. Een pijnaanval kan ontstaan door een trigger, wat je mijns inziens ook kan vertalen als een prikkel. Aangezien het autistische brein al gevoelig is voor prikkels, hoeft er maar een hele kleine trigger te zijn om pijn of een ander symptoom uit te lokken. Dan is er nog de sterke wisselwerking tussen autisme en lichamelijke problemen. Lichamelijke problemen zijn namelijk zeer onvoorspelbaar. Stel je voor dat je gepland hebt om boodschappen te gaan doen, maar je krijgt een pijnaanval. Ga je wel? Ga je niet? En hoe vul je de tijd dan in als je niet gaat? Door het autisme zijn de lichamelijke problemen weer slecht te herkennen. Ik kan bijvoorbeeld zowel overgevoelig als ondergevoelig zijn voor pijn. Ik kan weken rondlopen met een zwaar gekneusde arm (die waarschijnlijk uit de kom is geweest) zonder pijn te hebben. Maar ik kan ook bijna een maand rondlopen met ernstige pijn na het verwijderen van mijn verstandskiezen. Zie dan maar eens uit te leggen wat er aan de hand is, als dit allemaal niet standaard is! In beide gevallen moet ik vechten om geloofd te worden. Dat vechten kost me ongelofelijk veel energie. Om uit te vinden wat de ander moet horen om me te geloven. Met een grote kans op overprikkeling of een pijnaanval als gevolg. Als laatste wil ik nog iets zeggen over medicatie. Een arts die bekend is met autisme zal van elk medicijn, dat hij of zij voorschrijft aan iemand met autisme, starten met een hele lage dosering. Misschien niet eens een werkzame dosering, maar meer om te testen hoe gevoelig de persoon met autisme erop reageert. Ik kan wel uitleggen aan een arts dat ik erg gevoelig kan reageren op medicijnen, maar zal hij me ook geloven als ik een bijwerking krijg die niet in de bijsluiters staat? Nee dus. Misschien niet zo gek, want toen het echt een bijwerking bleek te zijn, was ik de eerste in heel Europa die deze bijwerking meldde bij het betreffende medicijn. De arts zei: ‘Dat kan niet, want dit heb ik nog nooit gezien!’ Waarop mijn arts bij het autismeteam zei: ‘Tja, en bij iemand met autisme moet je er dan toch onderzoek naar doen, want de kans is groot dat het wél kan.’ LMA magazine – januari 2015 - Pagina 12 Een gezonde haat-liefde verhouding door Peter Vermeulen “Medicijnen zetten kinderen niet in hun kracht”, twitterde een ‘stress-burnout-expert’ mij nog even achterna in een kort gesprekje over kinderen en medicijnen. Ik had al weer spijt dat ik gereageerd had op een eerdere tweet. Ik mijd meestal deze socialmedia discussies over medicatie. Discussies tussen twee kampen. Met ‘voorstanders’ die hun pillen bijna heilig verklaren en de farmaceutische industrie als filantropische instelling zien. En met ‘tegenstanders’ die denken in één groot complot tussen Big Farma en artsen, met als doel om onze kinderen verslaafd te maken aan verschrikkelijke drugs. Ik overdrijf hier, maar zie wel dat een gesprek over medicatie vaak ontaardt in emotioneel geladen discussies. Eén van onze kinderen heeft een periode ‘stimulantia’ gebruikt (ritalin, later dexamfetamine). Het was in een fase waarin hij zo overprikkeld was dat hij de dagen niet meer doorkwam. Dat begon ’s ochtends al. Voor iets als tandenpoetsen had hij geen 5 maar 20 minuten nodig. En op school was hij om 10 uur al gefrustreerd omdat met zijn ‘volle hoofd’ niets meer lukte. Die stimulantia hebben hem door deze periode heen geholpen. Gaandeweg lukte het op school net wat beter en was er ’s middags nog wat energie over om leuke dingen te doen. Maar met de voordelen kwamen ook de slechte eetlust, van een toch al slechte eter en slaapproblemen. Inmiddels heeft hij geen medicijnen meer. De overgang naar speciaal onderwijs en het samen beter leren omgaan met overprikkeling hebben geholpen. De eerste periode was spannend, maar de verbetering lijkt duurzaam te zijn. En eerlijk is eerlijk, het voelt als een enorme opluchting, als je je kind geen medicijnen hoeft te geven. Een andere zoon gebruikt nog wel medicatie. Ook hier de keuze tussen terugvallen in een negatieve spiraal of de dag acceptabel kunnen doorbrengen. Ik ken alle bijwerkingen, vervloek ze ook, maar steek mijn kop niet in het zand. Of het nu gaat om school, opvoeding of medicijnen, steeds weer zoeken we zorgvuldig naar de beste (of minst slechte) optie voor korte en lange termijn. Keuzes gemaakt met hoofd en hart en geholpen door mensen die het goed voorhebben met ons en onze kinderen. Heeft medicatie mijn kinderen ‘in hun kracht gezet’? Was het maar zo simpel. In de ingewikkelde autismepuzzel, waar zoveel ouders mee te maken hebben, is medicatie soms een klein stukje. Een stukje waar ik bewust een gezonde haat-liefde verhouding mee houd. Peter Vermeulen is getrouwd met Bertine en trotse vader van 4 zoons (4, 12, 15 & 16). Twee van de kinderen hebben een vorm van autisme. Naast zijn werk (ICT in het UMC Utrecht) is hij actief in een ouderplatform, familieadviesgroep psychiatrie en ondersteuningsplanraad passend onderwijs. Geniet intens van muziek en zingt in een koor. Studiedag Autisme Belevings Circuit van Verwendag voor ouders Tijdens de Verwendag ontstond het idee om ook studiedagen voor ouders te gaan organiseren. Zoals er studiedagen voor hulpverleners zijn om hun kennis op te frissen of vaardigheden bij te spijkeren. Maar dan voor ouders. Op zaterdag 24 januari organiseren we zo’n dag rondom het Autisme Belevings Circuit. Het ABC gebruiken we als uitgangspunt om als ouders autisme te ervaren en te leren kennen, met als doel gevoel te ontwikkelen voor een autismevriendelijke benadering. De tien verschillende opdrachten triggeren ‘autistische ervaringen’, waardoor je van binnenuit gaat snappen waar men over praat en schrijft als het over autisme gaat. Ontdek hoe je zintuigen je misleiden, hoe dingen gebeuren die je niet voor mogelijk hield en wordt geconfronteerd met je eigen opvattingen. Wanneer : zaterdag 24 januari 2015 Aantal deelnemers: minimaal 12, maximaal 18 Kosten : €85 pp inclusief consumpties en lunch Waar : Utrecht Tijd : van 10u tot 16u Meer informatie en inschrijven via www.verwendagouders.nl Verwendag voor ouders van een kind met autisme zaterdag 29 augustus 2015, Driebergen Durf jij je bij de hand te laten nemen op deze unieke ervaringstocht? Je gaat gegarandeerd met meer kennis naar huis en we helpen je het geleerde om te zetten in handvatten voor thuis. LMA magazine – januari 2015 - Pagina 13 In Kaatjes Keuken: Bolognese saus In huize “In Kaatjes Keuken” eten we redelijk gevarieerd en onvoorspelbaar. Bolognese saus kook ik wel heel vaak. Ik kook het zo vaak omdat de kinderen het lekker vinden of de kinderen vinden het zo lekker omdat ik het steeds op dezelfde manier klaarmaak. Wat was er eerst: de kip of het ei? Het is ook een heel handige saus om in bakjes in je diepvries te hebben voor de dagen dat je geen tijd of geen puf hebt om te koken. Je kookt met dit recept extra veel saus. Ingrediënten: 1 wortel 1 ui bleekselderij 1 liter tomatensaus ui, wortel en bleekselderij 1 kilo gehakt zout, peper, oregano (kruiden naar smaak) scheutje olie (niet op de foto) extra: diepvriesbakjes, een watervaste stift, etiketten of schilderstape 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Snijd de wortel, de ui en de bleekselderij in kleine stukjes. Je hebt ongeveer evenveel stukjes wortel, ui en bleekselderij nodig. Dat kun je op het oog schatten, want het hoeft niet heel precies. Kies een braadpan of een hapjespan. Bak hierin de groenten gaar in een scheutje olie. Voeg de gehakt, in porties, toe. Af en toe roeren. Laten sudderen. Voeg wat zout, peper en oregano toe. Voeg de tomatensaus toe. Laat de bolognesesaus sudderen: minimaal 15 minuten en maximaal 2 uur. Verdeel de saus in drie porties: eentje voor vandaag of morgen en twee porties voor in de diepvries. Label de diepvriesbakjes. Schrijf met een watervaste stift op een etiket of op een stuk schilderstape. Schrijf op: gehaktsaus, de datum, eventueel het aantal porties. Op ieder bakje plak je het etiket of de tape. Vries de bakjes in. tomatensaus en gehakt bolognese saus Tip: ontdooien doe je een halve dag voordat je het wil gaan eten. Doe een bakje ingevroren saus in een bak met koud water (aanbevolen methode). Of ontdooi het bakje langzaam in koelkast. Zet het diepvriesbakje dan in een kom in de koelkast. Tips voor een gezonde maaltijd: 1. doe veel groenten in de saus; 2. kies voor mager gehakt; 3. geraspte kaas is er lekker bij maar je kunt het beter weglaten; 4. serveer er extra groenten bij (gekookt of in een salade); 5. schep niet vaker dan 1 keer op; 6. serveren met (een kleine portie) volkoren pasta. voor de diepvries Karen den Dekker is kookpedagoog en is gespecialiseerd in autisme. Haar zoon van 11 heeft klassiek autisme. Ze heeft kookgroepjes voor kinderen en jongeren in haar praktijk in Geldrop. En ze geeft kookbegeleiding bij volwassenen aan huis. Ze geeft individuele begeleiding aan (extreem) kieskeurige eters. Ze maakte een visueel kookboek | Autisme & koken. Stap voor stap kookboek voor kinderen en jongeren| en won daarmee een Nederlandse kookboekenprijs. Website: www.inkaatjeskeuken.nl LMA magazine – januari 2015 - Pagina 14 Onderprikkeling bij autisme door Barbara de Leeuw In het artikel over overprikkeling op de website www.levenmetautisme.com staat het al duidelijk aangegeven: Mensen met autisme hebben moeite met het verwerken van alle informatie die op hen afkomt. Doordat er teveel informatie binnen komt en dat niet gefilterd kan worden, kunnen ze overprikkeld raken. Maar wist je dat diezelfde informatie ook NIET binnen kan komen? En dat je dan spreekt over ONDERprikkeling? Onderprikkeling kan immense gevolgen hebben en tot ondervraging leiden. Iets wat minstens net zulke problemen kan opleveren als overprikkeling. In dit artikel probeer ik in het kort uit te leggen wat onderprikkeling is, waar dat toe kan leiden en wat je er aan kunt doen. Bij onderprikkeling komen te weinig prikkels binnen, waardoor de hersenen zich “leeg” voelen en stoppen met gegevensverwerking. Resultaat: geen actie, niets zien en niets horen. Geen pijn voelen. Geen honger- of dorstimpuls. Niet voelen dat je ziek bent of koorts hebt. Niet op tijd naar het toilet gaan omdat je geen aandrang voelt. En niet tot actie komen. Allemaal zaken die ernstige gevolgen kunnen hebben, zowel praktisch als psychisch. Voorbeeld: Het is mij persoonlijk meerdere malen overkomen dat ik een abces in mijn mond had. Simpelweg omdat ik geen pijnprikkel ervoer toen er een gaatje in mijn gebit ontstond. Het gaatje werd groter en groter, begon te ontsteken en eindigde uiteindelijk in een abces. En pas toén voelde ik de pijn. Van het ene moment op het andere. Onnodig te zeggen dat mijn gebit er dusdanig ernstig onder geleden heeft dat ik inmiddels een prothese heb. Tot zover een lichamelijk gevolg. Maar we kennen ook allemaal die kinderen waarvan we wéten dat ze meer kunnen dan eruit komt. De kinderen waarvan de docent zegt “Jantje kan wel, maar Jantje wil niet.” De kinderen die uiteindelijk een lagere vervolgopleiding gaan volgen dan waar ze eigenlijk toe in staat zijn, met alle gevolgen voor werk en uiteindelijk zelfs het pensioen van dien. Of die volwassene die wel weet hoe hij/zij een huishouden moet runnen, maar toch de boel laat vervuilen. Simpelweg omdat hij/zij niet tot actie komt, wat een immens gevoel van onmacht oplevert voor de persoon in kwestie. Ernstige voorbeelden, die zeker alle aandacht verdienen. Maar wat kun je ertegen doen? Van belang is primair dat er voldoende passende prikkels worden toegediend. Soms worden prikkels opgezocht om de informatiestroom weer op gang te brengen. Dat kan zich uiten in bijvoorbeeld wiegen, geluiden maken, met het hoofd ergens tegenaan bonken of op het hoofd slaan of ijsberen of rondjes draaien. Het is zaak dat de omgeving passende prikkels gedoseerd toedient. Denk bijvoorbeeld aan beweging, sport of muziek. Het kan ook meteen een probaat middel zijn om te leren een andere manier van prikkels zoeken in te zetten, die zonder gevaar voor de gezondheid zijn. Want met je hoofd tegen een muur aan bonken, kan natuurlijk nooit goed zijn. Daarnaast is een strak schema vaak een oplossing, vergezeld van iemand die ervoor zorgt dat er dan ook daadwerkelijk actie genomen wordt. Hiervoor kan het sensorisch profiel een uitkomst zijn. Niet alleen omdat je daarmee exact in kaart kunt brengen voor welk soort prikkels iemand onder- of overgevoelig is, maar ook omdat je daarmee adviezen krijgt over hoe nu verder te handelen. Een ander heel belangrijk aspect van het sensorisch profiel is, dat je inzicht krijgt in wat er speelt. De symptomen van over- en onderprikkeling kunnen elkaar helaas overlappen, waardoor een misverstand snel geboren is. En je moet er toch niet aan denken wat je iemand met autisme aandoet als dat gebeurt. Barbara de Leeuw, Praktisch Autisme Autismecoach/pedagoog en ervaringsdeskundige (www.praktischautisme.nl) Ook kans maken op een gratis Sensorisch Profiel van jou of je kind? Klik op de link of kopieer hem en lees de voorwaarden. http://www.levenmetautisme.com/verloting-sensorisch-profiel-voor-donateurs-van-stichting-leven-met-autisme/ LMA magazine – januari 2015 - Pagina 15 Een leerling hoort op school, niet thuis. Toch? door Anton Horeweg Over de grenzen van passend onderwijs ‘Bart, je krijgt een nieuwe leerling in de klas. Maak je borst maar nat.’ Met die woorden werd me een nieuwe leerling aangekondigd. Wat bleek? Het jongetje dat bij mij in de klas zou komen was een “thuiszitter.” U weet wel, zo’n leerling die op school hoort maar door zijn ouders thuis wordt gehouden. Belachelijk gedoe. Een kind hoort op school. Nou goed, benieuwd was ik wel. Ik had nog nooit een thuiszitter van dichtbij gezien, want ik was elke dag op school. Inmiddels is het vijf weken geleden dat Jelte bij mij in de klas kwam. Nou ja, dat is niet helemaal waar, want Jelte zit thuis. Nou ja, dat is ook niet helemaal waar, Jelte zit ook op school. Ik zal het uitleggen. Vijf weken geleden kwam Jelte dus. Hij leek een gewone jongen, waar op het eerste gezicht niets mee aan de hand was. Hij was niet dom, wist eigenlijk best veel en kon gewoon mee met de klas. Alleen was er een probleem. Jelte raakte nogal snel van de kook. Gelukkig wist ik hoe dat kwam, dat had zijn moeder uitgelegd. ‘Jelte is snel overprikkeld,’ had ze gezegd. Dat was ook de reden waarom hij thuiszat. Geen school kon of wilde daarmee omgaan. ‘Maar ik begrijp dat jullie daar geen problemen mee hebben.’ ‘Nou’, bracht ik daar fijntjes tegenin, ‘Dat is misschien omdat we geen idee hebben wat er dan mis kan gaan. Hoewel dat officieel het gevolg heet te zijn van de Wet passend onderwijs. Maar vertelt u eens? Want ik weet alleen dat overprikkeling kan komen van zintuigelijke indrukken. Als die teveel worden, kan het kind boos worden.’ ‘Het gaat wel iets verder dan dat.’, zei zijn moeder. ‘Jelte heeft last van heel veel dingen: geluid (auditieve overprikkeling), licht (visuele overprikkeling), drukte (sensorische overprikkeling), te moeilijke opdrachten, te onduidelijke opdrachten (cognitieve overprikkeling), teveel opdrachten (overbelasting), een ruzie of een onaardige opmerking (emotionele overprikkeling). Kortom, van alles kan zorgen voor overprikkeling.’ ‘Eh’, bracht ik daar tegenin, ‘Dat is ongeveer zo alles wat er op een schooldag voorbij komt. Ik kan hem moeilijk in een kast stoppen.’ ‘U hebt in ieder geval een open geest voor ons probleem’, zei zijn moeder droog. ‘Ik zal het u uitleggen. Overprikkeling kun je soms voorkomen, maar ook heel vaak niet.’ Zo vertelde zijn moeder nog heel veel meer. Het leek mij een schier onmogelijke opgave voor mij en vooral ook voor Jelte. ‘Ik heb de grens van passend onderwijs zojuist ontdekt.’ dacht ik. Toch moest Jelte een kans hebben. Wat kon hij er tenslotte aan doen dat hij zo was. We heetten hem van harte welkom op zijn eerste dag. De kinderen waren met instemming van moeder en Jelte op de hoogte gebracht. Ik deed erg mijn best om goed op te letten “autivriendelijk’ les te geven. Ik zorgde voor structuur, veel concrete en duidelijke, korte opdrachten. Er was een plekje waar Jelte zich terug kon trekken, in de pauze mocht hij op een rustige door hem uitgekozen plek verblijven, kortom we deden allemaal ons best. Dat kon helaas niet voorkomen dat Jelte aan het eind van de ochtend kwam klagen over hoofdpijn en misselijkheid. Ik vroeg hem het nog even aan te kijken, maar het werd alleen erger. Ik belde zijn moeder en Jelte ging naar huis. Triest einde van een eerste dag.. De volgende dag begon iedereen vol goede moed, maar ook deze dag verliep niet zonder problemen. Op een gegeven moment merkte ik dat Jelte steeds stiller werd. Hij mocht naar de time out ruimte, maar wilde daar niet meer vandaan. Deze gebeurtenissen waren het begin van een endless story. Jelte wilde graag, wij ook, de kinderen vormden geen enkele belemmering en hielden rekening met hem waar ze maar konden, maar Jelte redde het telkens net niet. Een schooldag was te lang. In een schoolsituatie zijn er nu eenmaal veel snel veranderende situaties, veel indrukken en is er continu een sociale druk. De grote hoeveelheid prikkels die daarmee samenhangen, zijn een hele kluif en Jelte raakte veelvuldig overprikkeld/overweldigd op school. Op dit moment kon hij een hele dag niet aan. In samenspraak met zijn ouders besloten we om hem op maandag en dinsdag een halve dag te laten komen, op woensdag zou hij thuisblijven en daar wat werk maken als dat ging. Donderdag en vrijdag kwam hij dan weer een halve dag. Dat ging wonderwel meestal goed. Blijkbaar was een half dagje voor Jelte net vol te houden. Ik moest mijn vooroordeel over thuiszitters terzijde schuiven, sommige kinderen kunnen nauwelijks anders. En over die grens van passend onderwijs: was die hier nu bereikt of is dit nu juist een voorbeeld van hoe passend onderwijs zou moeten werken? Anton Horeweg is bijna 30 jaar leerkracht in het onderwijs en was jarenlang bestuurslid van de landelijke beroepsgroep voor Gedrags-specialisten (LBGS) leerkracht. Daarnaast is hij Master SEN en auteur van het boek “Gedragsproblemen in de klas”, een praktisch handboek. Website: gedragsproblemenindeklas.nl LMA magazine – januari 2015 - Pagina 16 Over wat niet in de boeken staat … door Natasja Hoogerheide Lieve juf of meester, Dit artikel schrijf ik speciaal voor jou. Ik vraag vijf minuten van je tijd om het te lezen. Misschien ben je wel geabonneerd op ons magazine, omdat je graag meer wilt weten van autisme. Of je krijgt dit artikel aangereikt van een ouder van een kind met autisme in je klas. Zie die ouder dan niet als een betweter, of als iemand die denkt dat je het niet kan. Zie die ouder als iemand die héél graag met jou op één lijn wil zitten en samen wil nadenken en praten over jouw leerling, hun kind met autisme. Als je leerling met autisme je niet aankijkt, is dat geen mankement dat hersteld moet worden. Je kunt niet eisen van een kind met autisme dat het je aankijkt. Het aankijken kan te eng zijn of te overprikkelend. Het is ook niet zo dat als een leerling met autisme je wel aankijkt, hij of zij dan geen autisme heeft. Sommige kinderen met autisme kijken naar je wenkbrauwen, omdat ze proberen zich sociaal wenselijk te gedragen en een goede indruk te maken. Er zijn ook kinderen met autisme die je te lang aanstaren en dus juist teveel oogcontact maken. Het niet aankijken is dus geen bewijs voor wel of geen autisme. Lieve juf of meester, ik vraag je om niet meer zo’n punt te maken van het aankijken. Ga eens naast het kind zitten. Doe samen iets en ga in gesprek tijdens die activiteit. Voel het contact. Er zijn zoveel verschillende manieren om contact te maken. Reis eens naar de wereld van het kind met autisme. Toon interesse in die wereld. Je zult versteld staan van het moois dat dan ontstaat. Als je leerling met autisme na een lange dag naar huis gaat en het doet op het schoolplein lelijk of misschien zelfs onbeschoft tegen de ouder, dan is het niet zo dat de ouder niet kan opvoeden. Verplaats je eens in de schoenen van die ouder. Die ontvangt zijn of haar kind na een lange schooldag. Het kind heeft de hele dag geprobeerd om zich sociaal wenselijk te gedragen. Alle prikkels heeft het weerstaan. Misschien was het kind wel angstig. Misschien knipperde die TL buis wel vreselijk naar in de ogen. Misschien is het zelfs wel gepest toen je even niet keek. Op het moment dat het kind de ouder ziet, valt de spanning weg. Het kind ontlaadt. En bij wie doet het dat? Bij de meest veilige persoon: de ouder. En die ouder weet dat. Die staat al schrap op het schoolplein. Die voelt alle blikken van de andere ouders alweer op zich gericht. En toch staat hij of zij daar rustig. Omdat het het beste voor het kind is als je zo voorspelbaar mogelijk over komt. Elke keer weer moet deze ouder dit doorstaan; de blikken van de andere ouders, de blikken van de meesters en juffen, het ontladende gedrag van het kind. “Waarom zegt die ouder er niks van tegen zijn of haar kind?” Iedereen vraagt het zich af. “Pikt die dat gewoon? Ik zou dat echt niet pikken hoor!” Nee. Deze ouder pikt helemaal niets gewoon. Deze ouder redt de situatie en zorgt dat verdere escalatie voorkomen wordt. Dat het kind zo rustig mogelijk mee gaat, het schoolplein af. Deze ouder is een held, elke dag weer. Lieve juf of meester, ik vraag je hier aan te denken, elke keer weer als je in het vervolg zo’n ouder ziet op het schoolplein. Lieve juf of meester, ik vraag je het volgende: ga eens in gesprek met je leerling met autisme. Praat mét het kind in plaats van over het kind. Laat het eens meedenken. Denk in termen van wat wél kan. Durf af te wijken van de veilige routines. Wat kun je doen als hetzelfde steeds fout gaat en je belandt weer met iedereen aan tafel in een groot overleg over de leerling met autisme? En als je al in een groot overleg zit, heb je dan de ouders gevraagd? Die weten zoveel over hun kind! Gebruik die kennis. Stel je kwetsbaar op. Word creatief. Een kind met autisme dat niet de hele week naar school kan vanwege angst en overprikkeling is niet lastig. Verkramp niet als dit zich voordoet. Kijk bijvoorbeeld eens hoe vaak dit gemiddeld gebeurt. Is het twee keer per maand? Een keer per week? Erken dit naar de ouders en het kind. Maak een plan. Wat dacht je van een strippenkaart, inwisselbaar precies het aantal keer dat het kind gemiddeld overprikkeld thuis zit. Zeg dat het kind dan een stripje kan afstempelen. Ervaar wat er dan gebeurt. Wij hebben dat zo gedaan op mijn school. Ik kan je vertellen dat de leerling in de maand november elke dag op school was. Gewoon omdat het zich begrepen voelde, erkend. Ik zeg niet dat dit inhoudt dat dit altijd zo zal werken. Elk kind met autisme is namelijk anders. Ik zeg wel dat het de moeite waard is om in oplossingen te denken. Samen. Lieve juf of meester, ik hoop dat het de vijf minuten tijdsinvestering waard was. Het is een kleine oproep. Een oproep om in dialoog te gaan. Met de ouders en met het kind. Een oproep om creatief te zijn en te denken in oplossingen. Dank voor de aandacht! Natasja Hoogerheide is intern begeleider op een reguliere basisschool, bestuurslid van de Stichting Leven Met Autisme en ervaringsdeskundige ouder van een kind met autisme/MCDD en een angststoornis. Haar doel is om vanuit deze achtergrond een bijdrage te leveren aan de wereld om deze autismevriendelijker te maken. LMA magazine – januari 2015 - Pagina 17 Afscheid door Margriet van As We zaten met een kleine groep om hem heen. Zijn ogen vielen af en toe dicht. Soms toverde hij een stralende glimlach op zijn gezicht, vooral als hij zijn vrouw hoorde zeggen: "Niet waar, schat?" Ze deed er alles aan om het hem naar de zin te maken; bracht lievelingskostjes, schudde zijn kussens op, deelde mooie herinneringen, ondersteund door hun zoon en dochter. Hij had niet lang meer en had daar vrede mee. Ik genoot van de warme sfeer van liefde en rust. Op momenten dat onze blikken elkaar kruisten, glimlachten we naar elkaar. Die avond zag ik hem voor het laatst. Twee weken later vertelde mijn man dat zijn oom was overleden. Verdriet en ook onrust. Er was zoveel te regelen, hoe ging het met de familie, wat kon hij doen? Geen antwoord op zijn berichten. Kon hij ze beter met rust laten? Hij vroeg me om raad en de onrust sloeg op mij over. Ik wist het echt niet en dat zei ik in eerste instantie ook eerlijk, maar had hij niets aan. Zoals gewoonlijk ging ik oplossingsgericht denken. Het was me opgevallen dat tante ontzettend zorgzaam is, actief, een doener. Die zou zonder haar man, na de uitvaart, in een zwart gat kunnen vallen. Ze zou vast iets om handen willen hebben als het eerste verdriet verwerkt zou zijn. Ik had een idee, en op het moment dat ik dat impulsief opperde, reageerde mijn lief met: "Wat?!" Oei! Op dat moment, terwijl hij nog in diepe rouw was, kwam het totaal verkeerd aan. Vorig jaar kreeg ik de diagnose PDD-NOS. De behandeling en de groep ‘Leven Met Autisme’ hebben mij geholpen inzicht te krijgen in waar ik vastloop en hoe daarmee om te gaan. Toch is het soms vreselijk moeilijk. Bijvoorbeeld met afscheid nemen. Ik ga er anders mee om dan anderen. Emoties voel ik heftig en ik duw ze weg als ze me te veel overspoelen, door te analyseren en praktisch te denken. Het is moeilijk voor mij om ze passend, gedoseerd te delen. Ik kon er daardoor even niet zijn voor mijn man. "Ik leg het later wel uit," was alles wat ik kon uitbrengen. Bedrukt door een gevoel van machteloosheid wendde ik me af en trok me terug in mijn eigen wereld om er later, op een geschikter moment, weer op terug te komen. LMA magazine – januari 2015 - Pagina 18 Wat is je grootste wens voor 2015? Uit onze Facebookgroep ……… Magreet: Dat mijn autisme eens wég zou zijn, al is het maar voor een dag. Een dag zonder angst, frustratie, perfectionisme en gek gedrag... Een dag... Alleen om te ervaren hoe normale mensen in het leven staan. Haico: Mijn wens is simpel. Lieve mensen om me heen hebben die aardig zijn. That's all folks. Britt: Mijn grootste wens voor 2015 is dat ik mijn eetstoornis ga overwinnen en dat de depressie meer naar de achtergrond gaat. Ook mijn allergrootste wens voor 2015 is dat ik niet meer zoveel overprikkeld raak. Maar verder is mijn aller allergrootste wens om nog een diploma te halen voor een thuisstudie. En mijn normaal leventje weer op te gaan pakken en vooral weer genieten van het leven en mezelf. Miranda: Rust in het hoofd voor dochter, dat haar zelfbeeld wat positiever wordt, dat ze gelukkig wordt. Stabiliteit voor ons als gezin en voor haar broertje de ruimte om zichzelf te zijn. Voor mijzelf en manlief wens ik draagkracht om dit alles samen in goede banen te leiden. Lesley: Mijn grote wens voor 2015 is om als ervaringsdeskundige bij een betaalde baan in het begeleiden van autisme aan de slag te kunnen gaan. Egbert: Iedereen gelijke kansen. Opdat een ieder zijn of haar talenten op een gelijkwaardige manier mag ontdekken en kan gebruiken. Ter ondersteuning van deze wens plaats ik deze foto, gemaakt door mijn zoon Justin! Kirsten: Mijn allergrootste wens is dat er acceptatie komt voor ons gezin! Mieke: Mijn wens voor 2015: Dat mijn zoon eindelijk aan de beurt is en getest gaat worden bij Herlaarhof. Liesbeth: Mijn wens is om eindelijk in 2015 beschermd te mogen wonen. En dat ik eindelijk goeie passende hulp heb.. Chantal: Mijn grootste wens voor 2015 is rust in het gezin. Dat mijn dochter beter inslaapt, dat mijn zoon minder faalangstig en minder perfectionist is, en dat ik minder angstig ben over de toekomst. Yessica: Mijn wens voor 2015 is dat mijn mooie prachtige zoon zich happy zal voelen op het VO, hij zijn eetprobleem de baas kan worden, en zich gelukkig voelt met wie hij is! Gewoon omdat hij geweldig is. Jette: Dat mijn zoon van 16 met Asperger en leerproblemen na 3 jaar thuiszitten weer in het echte onderwijs of op een opleiding of leerwerkplek terechtkomt, waar hij zich welkom voelt en waar hij zich in zijn tempo en op zijn manier kan blijven ontwikkelen. Diana: Mijn wens voor 2015: Dat ons gezin wat meer respect, begrip, acceptatie en steun krijgt van buitenaf zodat onze zoon zich ook welkom voelt in deze maatschappij en zo stappen maakt naar een betere toekomst! Eigenlijk wens ik dit alle mensen met een beperking toe!!! Astrid: Meer rust voor en rondom mijn knul .. de gemeente is bezig om wonen te gaan realiseren zou voor alle partijen waarschijnlijk de beste oplossing zijn.. Kan ik terug naar mijn moederrol en niet de hulpverlener die ik nu zo vaak ben.. Judith: Dat we meer met respect behandeld worden en mensen ons niet afwijzen omdat onze kinderen 'anders' zijn. En onze kinderen wat lekkerder in hun vel zitten. Dat mensen begrijpen wat en hoe het is om met autisme te leven. Diede: Dat onze jongste na jaren van gesol door "deskundigen" waardoor hij zijn cluster4 indicatie kwijtraakte, naar ander onderwijs moest, langzaam stuk ging, en nu weer een nieuwe indicatie krijgt op aanraden van weer andere "deskundigen" eindelijk op de plek komt waar hij thuis hoort en hopelijk ook is. Erwin: ik wens dat ik vader mag zijn voor mijn dochter, ik wens hulp en ontwikkeling voor mij, ik wens dat ik er mag zijn en dat het me lukt om te kunnen leven. Karien: Mijn wens is, om werk te kunnen vinden dat past bij mij, bij een werkgever die weet wat ASS inhoudt en hier rekening mee wil houden.... Henriette: Mijn wens is dat iedereen een plekje in deze wereld mag vinden, ASS of niet, waar een beetje voldoening, tevredenheid en geluk te vinden is. Roos: Ik wens een wonder. Ik wil NT zijn. Ik wens mijn Asperger weg...... Pascale: En ik hoop dat ik wat minder pijnen en angsten mag hebben. Eefje: Mijn wens, onze wens. Dat we er voor beide kinderen kunnen zijn. Een zoontje met ASS en een mooie dochter zonder. Zoveel verschil in wat ze nodig hebben. We willen het goed kunnen doen. Samen een plek vinden waar beiden gelukkig van worden. Zonder dat een van beiden iets tekort komt. Dat is onze wens. LMA magazine – januari 2015 - Pagina 19 Reflectie door Bea Driessen Ik heb in een jaar altijd twee momenten van terugblikken en vooruitkijken. Het eerste moment is aan het einde van het schooljaar, Het tweede moment is zo’n beetje nu, eind december. Ik wil het met u hebben over zo’n terugkijkmoment, tegenwoordig noemen wij dat sjiek reflecteren. Mijn collega’s en ik vragen ons, meestal aan het einde van het schooljaar, af wat de leerlingen hebben geleerd, wat er beter kon en wat we volgend schooljaar echt hélemaal anders gaan doen. Van fouten kun je leren en we kijken eerlijk naar ons eigen handelen. Mocht dat niet zo zijn dan heb ik wel wat leerlingen tot mijn beschikking die dat feilloos kunnen en mij een spiegel voorhouden. Zijn ze druk? Dan ben ik het waarschijnlijk ook! Hebben ze er zin in? Dan straal ik uit dat er wat leuks staat te gebeuren! Vinden zijn mijn les stom, saai en kinderachtig? Dan zijn het normale pubers, die geen zin in school hebben. Zo, dat excuus is heel gemakkelijk gevonden. En heerlijk om je achter te verschuilen. Het is de weg van de minste weerstand, ik kan fijn mijn kop op professionele wijze in het zand steken, aan mij ligt het niet! Het ligt aan de groep en aan de hormonen. Wij zijn als team al een tijd bezig om onze koppen uit het zand te trekken en in gesprek te gaan met onze leerlingen. Wat kan er beter, wat moet er anders? Wij kijken samen vooruit naar hun toekomst. Onze leerlingen met een verstandelijke beperking maken, samen met ons, hun eigen leerproces. En dat is een geweldig proces! Het is best eng, want je moet het lef hebben om dingen los te laten en om dingen te veranderen, maar als je durft dan wil je niet meer anders. Ik ga een heel leuke les huishoudkunde geven. Spiegels poetsen, wie doet er mee? Bea Driessen Groepsleerkracht VSO-ZMLK Autismevriendelijke coach, auteur www.beadriessen.nl Voor meer info over deze werkwijze kijk op www.stibco.nl (Stichting ter Bevordering van de Cognitieve Ontwikkeling) Getekend door Patricia Bouwhuis Rond 1 februari 2015 komt de volgende editie van het LMA magazine uit! LMA magazine – januari 2015 – Pagina 20
© Copyright 2024 ExpyDoc