Verslag - Erfgoedcel CO7

1
C u rsu s i n te rvi ew te ch ni eke n –
G etui ge ni sse n Tw e ed e W erel doo rl og .
S es sie 1: D e Zuid eli jk e W es thoe k , WO II en
m on d elin g e g esc h ie de nis – Ka re l S tro b be
2 4 / 11/ 2014 – CC Iep e r - He t Pe rro n
Wiedergutmachungsschnitzel
https://www.youtube.com/watch?v=DoTuSvfGIG8
Dit toont een heel ander beeld van getuigen van de Tweede Wereldoorlog. De getuigen die
meewerken aan ons project zijn vaak van leeftijd, ze hebben de oorlog enkel in hun
kinderjaren meegemaakt.
Karel Strobbe
Karel Strobbe is master in de Geschiedenis. Van 2007 tot 2010 werkte hij in KADOC
(Leuven) aan een onderzoeks- en publicatieproject over de zusters Kindsheid Jesu, een
apostolische congregatie, waarvoor hij verschillende interviews afnam. Ook nam hij al
interviews af in kader van een project over de Zusters van Liefde en over Gentse bakkers.
Sinds januari 2011 werkt hij in het CEGESOMA (Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en
Hedendaagse Maatschappij als assistent op de afdelingen Publieksgeschiedenis en
Academische activiteiten. In 2011-2012 werkte hij mee aan het mondelinge geschiedenis
project ‘Soldatenlaarzen en kauwgum’ over de Tweede Wereldoorlog in Limburg (10
gemeenten). Momenteel werkt hij aan een boek over de CRAB’s (16j.(°1924)-35j.),
jongemannen die in 1940 naar Frankrijk trokken om daar opgeleid te worden als
wervingsreserve voor het Belgische leger. In hun dagboeken wordt onze regio vermeld
(Ieper, Poperinge, Dikkebus, Reningelst, Proven, enz.).
Wat is mondelinge geschiedenis (oral history)?
Mondelinge geschiedenis heeft altijd al bestaan (al bij de Romeinen), maar had lange tijd
een negatief imago (‘geen volwaardige bron’). Mondelinge getuigenissen werden als
onbetrouwbaar aanzien. Vanaf de jaren 50-60 wordt het een wetenschappelijke discipline.
Vanaf het einde van de jaren 70 werd de methode ook steeds meer in België gebruikt. Sinds
1990 is er een ware ‘explosie’ van mondelinge geschiedenis projecten. Het interviewen van
getuigen uit de Tweede Wereldoorlog is heel populair binnen deze discipline.
Mondelinge geschiedenis bestaat uit een aantal (allen even belangrijke) stappen. Een
project begint met een voorbereiding. Belangrijk is om je in te lezen in het onderwerp. Je
moet geen expert zijn in het onderwerp om een getuigenis te kunnen afnemen, maar enige
achtergrondkennis is aangewezen. Het is ook belangrijk je te informeren over de persoon
die je zal interviewen. Mogelijke getuigen moeten worden gezocht, vragen- en themalijsten
opgesteld, enz. Vervolgens wordt het interview afgenomen en gedocumenteerd. Naast het
eigenlijke geluidsbestand moet ook een overeenkomst, een identificatiefiche en een
interviewfiche opgesteld worden. Het interview wordt vervolgens verwerkt, bijvoorbeeld
door het maken van een transcriptie. Tot slot worden de interviews ontsloten. Door middel
van een publicatie, een dvd, een tentoonstelling, opname in een databank zoals
‘WESTHOEK verbeeldt’, enz. worden ze ter beschikking gesteld van het publiek.
Mondelinge geschiedenis is een manier om iets te leren over het verleden. Het is een zeer
nuttige bron wanneer geschreven bronnen ontbreken. Een mondelinge bron geeft ons ook
24/11/2014 · Cursus interviewtechnieken - Getuigenissen Tweede Wereldoorlog
2
een andere kijk op de zaken dan een geschreven bron. Tijdens een interview vragen we
bijvoorbeeld niet ‘op welke dag werd de overste geboren’, want zoiets vinden we in de
archiefbronnen terug. Wel stellen we vragen als ‘Waarom ben je ingetreden in het
klooster?’, ‘Hoe voelde je je daarbij?’. We mogen de correctheid van getuigenissen niet
overschatten. Verschillende factoren kunnen een herinnering doorheen de jaren ‘wijzigen’.
Echter ook niet alle papieren bronnen kunnen we als betrouwbaar zien. Het is mogelijk om
historische kritiek op de getuigenissen toe te passen: de feiten uit het interview vergelijken
met andere bronnen, komt het verhaal uit eerste of tweede hand, enz.? Vooral
gebeurtenissen uit de kinderjaren en emotioneel geladen gebeurtenissen
(ervaringen/beleving) blijven in het geheugen aanwezig. Wanneer een getuige de exacte
datum van een gebeurtenis niet kan herinneren, betekent dit niet dat deze getuige zich
geen andere dingen over deze gebeurtenis kan herinneren. De impact dat deze gebeurtenis
op hem naliet, herinnert hij zich vaak wel nog. Zo zal een getuige in een interview vaak wel
kunnen vertellen welke emoties hij beleefde bij een bombardement, terwijl hij de exacte
datum of het aantal slachtoffers niet meer weet.
Experiment getuigenis uit de kinderjaren:
Opvallend is dat we ons vooral ‘speciale dagen’ herinneren: onze eerste communie, de
eerste keer op een paard, de eerste schooldag. We herinneren ons veelal zintuigelijke
waarnemingen: de geur, hoe iets aanvoelde, kledij, enz. Ook emoties kunnen we ons goed
herinneren: ik was bang, blij, angstig, enz. Het zijn ook dergelijke speciale gebeurtenissen
die aan bod zullen komen tijdens het interview: de eerste dag van de oorlog, geen
feestmaaltijd bij eerste communie tijdens de oorlogsjaren, enz.
Via mondelinge geschiedenis kan je ook iets leren over de herinnering en het geheugen. De
historische werkelijkheid wordt vaak ‘vervormd’. Doorheen de jaren wordt een getuigenis
vervormd, bepaalde zaken worden weggelaten. Ook het collectieve geheugen beïnvloedt
de persoonlijke getuigenis. Het algemene beeld dat over een gebeurtenis bij de bevolking
leeft, zal ook de eigen herinnering ‘vormen’. Zo werd in Zuid-Frankrijk over het algemeen
verteld dat de CRAB’s er goed ontvangen werden, de inwoners herinnerden zich dit, terwijl
uit de archieven bleek dat er veel klachten van de buurtbewoners over de ontvangst waren
(‘Wat doen die Belgen hier?’).
Door een veranderende kijk op bepaalde zaken, kan de herinnering ook wijzigen.
Een herinnering is als een lichtflits die bepaalde zaken belicht en andere in het duister laat.
Herinneringen zijn niet altijd betrouwbaar. Interviews moeten daarom gecombineerd
worden met geschreven bronnen.
Bij mondelinge geschiedenis wordt de bron zelf gecreëerd. Het geluidsfragment, de
bandopname alleen, is niet gelijk aan de mondelinge bron. Naast het geluidsbestand
moeten ook nog enkele randdocumenten gevormd worden.
Het verschil tussen mondelinge geschiedenis en mondelinge overlevering is dat
geschiedenis iets is wat we nu doen, een praktijk. Mondelinge overlevering is bijvoorbeeld
het doorgeven van verhalen van generatie op generatie.
Mondelinge geschiedenis is echter ook een gezellige babbel bij een tas koffie, het plezier
van een sterk verhaal, verwarring bij emoties, frustraties bij technische problemen en soms
ook blijvende contacten. Soms beginnen mensen te huilen, pauzeer dan even (zet het
opnametoestel af) en snijd een ander onderwerp aan. Mensen moeten zich op hun gemak
voelen bij het interview. Soms worden mensen emotioneel omdat nog nooit iemand
24/11/2014 · Cursus interviewtechnieken - Getuigenissen Tweede Wereldoorlog
3
hem/haar daarover geïnterviewd had. Een andere tip is om mensen niet te onderbreken
tijdens het interview.
24/11/2014 · Cursus interviewtechnieken - Getuigenissen Tweede Wereldoorlog
4
Het project
Het doel van dit project is om de laatste getuigen van WO II hun verhaal te registreren. De
getuigenissen worden verzameld in de CO7-regio, ieder die een band had met de regio
tijdens WO II kan getuigen. Zowel mensen die er woonden, als mensen die naar de
Zuidelijke Westhoek gevlucht zijn, kunnen getuigen. We gaan op zoek naar ‘kleine
verhalen’, verhalen over het dagelijkse leven/anekdotes. Dit alles zal verwerkt worden tot
een dvd en een brochure. Ook lokale evenementen: toonmomenten, lezingen,
wandelingen, enz. zullen aan het project gekoppeld worden. De interviews worden
deskundig bewaard, zodat de getuigenissen ook voor de toekomst bewaard blijven.
Thema’s typisch voor de Zuidelijke Westhoek (gelinkt aan WO II)
- Grens
- Platteland: landbouw (teelt ging door), voeding
- Mei 1940: passage van vluchtelingen
- Aanwezigheid van vliegvelden: Vlamertinge, Poperinge (strategische doelwitten)
- Aanwezigheid van kazerne in Ieper
- Spoorlijn Komen-Ieper: grote schade
- Aanwezigheid van de IJzer
- Ondergedoken werkweigeraars
- Weggevoerden
- Link met de Eerste Wereldoorlog: bezoek van Hitler, aanwezigheid van de Ijzer
In de Zuidelijke Westhoek lopen we het risico dat de Eerste en Tweede Wereldoorlog door
elkaar gehaald worden.
- Stadsmussen: stadskinderen die omwille van veiligheid en gezondheid naar de hoeves
kwamen tijdens de vakanties (vereniging ‘Boerenhulp aan stadskinderen’ – getuigen die die
kinderen hebben ontvangen).
Door thema’s af te bakenen en richtinggevende vragen te formuleren komen we tot een
staalkaart van de regio met andere klemtonen per interview. Dit zorgt voor volledigheid en
verscheidenheid.
Thema’s Tweede Wereldoorlog
Oorlogsbegin
Vluchten,
mobiliseren
(afwezigheid
vader),
bombardementen,
krijgsgevangenen,
18-daagse
veldtocht, repatriëring doden in september 1940
Kind tijdens de
School (plots geen school meer), cultureel leven, sport,
oorlog/
jeugdbeweging (verandering in activiteiten? bijvoorbeeld
ontspanning en
geen optochten in uniform, KAJ verstuurde pakketjes naar
vrije tijd
krijgsgevangenen, enz.)
Materiële
Voeding schaarste, verwarming, Winterhulp (was een
omstandigheden
Belgisch initiatief (privé), geld werd ingezameld voor de
verdeling van soep, steenkool, enz. aan armen en
schoolkinderen), smokkel, clandestiene handel
Maatregelen
Opeisingen, verduistering (ramen afplakken), weghalen
van de bezetter
klokken (feest bij de terugkeer), nieuwe regels, verplichte
tewerkstelling (persoonlijke dossiers bij dienst voor
oorlogsslachtoffers) (afwezigheid vader, herkende je je
vader nog toen hij terugkwam?), werkweigeraars (boden
weerstand
aan
de
verplichte
tewerkstelling),
Jodenvervolging (vaak pas na de oorlog te weten
gekomen, melkfabriek Nieuwkerke en Hollebeke had
24/11/2014 · Cursus interviewtechnieken - Getuigenissen Tweede Wereldoorlog
5
Collaboratie/
verzet
De Bevrijding
Joodse eigenaars die werden vervangen door VNV’ers
waarop aanslagen door het verzet volgden) – hoe
beoordelen de getuigen het verzet
Gevoelige materie!, indien nodig kan hier anoniem
getuigd worden (weglaten van de namen, niet direct
toegankelijk maken van de interviews, pas beschikbaar
binnen 10 à 15 jaar) – onderwerp niet vermijden, want
getuigen zijn er binnenkort niet meer; het is interessant
om te weten hoe ze collaboratie ervaarden; verschil
tussen ‘broodcollaborateurs’ (armoede) en intellectuele
collaborateurs
Sterke emoties, bevrijdingsstoet, indruk bevrijders,
aftocht, contact met de bevrijders, inkwartiering, nieuwe
producten (die na 4 à 5 jaar terug beschikbaar waren),
operatie GUT (ontwaarding geld – georganiseerde
devaluatie (afromen van oorlogswinsten)), terugkeer
ontheemden en gevangenen, straatrepressie (een eerste
keer na de bevrijding in september ‘44, een tweede keer
na de terugkeer van de gevangenen in mei ‘45,
kaalscheren vrouwen, enz.)
Gevoelig: oorlogsburgemeesters, nadien vervangen door andere.
De groep getuigen die wij zullen interviewen zal niet representatief zijn. Er restten niet veel
getuigen meer, de meeste waren nog kind toen de oorlog plaatsvond. Belangrijk is om
diversiteit na te streven (50% mannen, 50% vrouwen). Zo is het ook interessant om de
verhalen van landbouwers, waarvan vaak gezegd wordt dat ze ‘beter’ uit de oorlog
gekomen zijn, te kunnen vergelijken met het verhaal van leerkrachten, enz. De situatie in de
stad kan ook vergeleken worden met die op het platteland.
Getuigen moeten geboren zijn voor 1938 (= 6 jaar oud bij het begin van de oorlog), liever
nog zijn ze geboren voor 1930. Bij voorkeur zijn de getuigen nog niet eerder geïnterviewd.
Het interview mag maximum 1,5u duren. Stiltes tijdens het interview helpen om het
geheugen te stimuleren.
24/11/2014 · Cursus interviewtechnieken - Getuigenissen Tweede Wereldoorlog