Sieneke Yntema - DSpace at Open Universiteit

1 Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN Zelf Gerapporteerde Alledaagse Executieve Functies en Externaliserende
Gedragsproblemen bij Adolescenten in en buiten de Jeugdhulpverlening
Self-reported Everyday Executive Functioning and Externalising Behaviour Problems
from Adolescents in and outside Youth care
Sieneke Yntema
Naam student: G.H.H. Yntema
Studentnummer 850499962
Cursusnaam en –code: Empirisch Afstudeeronderzoek Scriptie klinische psychologie; S59317
Eerste begeleider: Dr. W. Waterink
Tweede begeleider: Prof. Dr. L. Lechner.
Oktober 2014
Faculteit Psychologie en onderwijswetenschappen,
Afstudeerrichting Klinische Psychologie
Open Universiteit
2 Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN Inhoudsopgave
Samenvatting
3
Summary
4
1.Inleiding
1.1 Executieve functies
1.2.Externaliserend gedrag nader gedefinieerd
1.3. Relaties tussen specifieke executieve functies en
externaliserende gedragsproblemen
1.3.1. Inhibitie
1.3.2. Planning en organisatie
1.3.3. Werkgeheugen
1.3.4. Emotieregulatie
1.4. De adolescent als informant over het eigen gedrag
1.5. Huidige onderzoeksopzet
6
7
8
10
11
11
12
13
13
14
2. Methode
2.1.Onderzoeksgroep
2.2.Meetinstrumenten
2.2.1.Executieve functies
2.2.2.Externaliserende problemen
2.3.Procedure
2.4.Analyses
15
15
17
17
18
19
20
3. Resultaten
3.1.Groepsverschillen
3.2.Verband executieve functies en externaliserende
problemen
21
21
23
4. Discussie
24
Bronnen
30
Bijlagen
34
1. Vragenlijst gebruikt in het onderzoek
2. Brief voor ouders van jeugdhulpjongeren
3. Brief voor ouders van scholieren
34
39
40
3 Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN Samenvatting
Achtergrond. Onderzoek door middel van laboratoriumtests laat regelmatig relaties zien tussen
executieve functies (EF) zoals inhibitie of planning/organisatie en externaliserend probleemgedrag of
externaliserende gedragsstoornissen, zoals ADHD of ODD/CD. Onduidelijk is of deze relaties ook
aanwijsbaar zijn in het alledaagse gedrag van adolescenten in de jeugdhulpverlening en daarbuiten.
Doel. Onderzocht werden het verschil tussen de alledaagse (zelfgerapporteerde) executieve functies
van adolescenten uit de residentiële jeugdhulpverlening ten opzichte van een controlegroep middelbare
scholieren, en een eventueel verband tussen problemen met EF en externaliserend probleemgedrag.
Deelnemers, procedure, onderzoeksontwerp. Deelnemers waren 65 adolescenten uit de residentiële
jeugdhulpverlening en 71 middelbare scholieren (Havo/ Vwo) uit de noordelijke provincies (gemiddelde
leeftijd 15 jaar). De respondenten vulden een anonieme vragenlijst in. De groepen werden vergeleken
op de EF inhibitie, emotieregulatie, werkgeheugen, planning/organisatie en op externaliserende
problemen. Daarnaast werden de EF beschouwd als mogelijke voorspellers van externaliserend
probleemgedrag, waarbij gecontroleerd werd op leeftijd, opleidingsniveau en groep (jeugdhulp/
scholieren)
Meetinstrumenten. De zelfrapportagelijst was gebaseerd op de subschalen inhibitie, emotieregulatie,
planning/organisatie en werkgeheugen van de Nederlandse vertaling van de BRIEF- vragenlijst voor
executieve functies van Gioa, Isquith, Guy & Kenworthy (2000) en de schaal voor externaliserende
problemen van het Youth Self Report van Achenbach en Edelbrook (1989).
Resultaten De groep jeugdhulpjongeren vertoonde zowel meer externaliserend gedrag alsook meer
problemen met de EF inhibitie, emotieregulatie en werkgeheugen dan de scholieren. Plannings- en
organisatieproblemen bleken in beide groepen evenveel aanwezig. Leeftijd bleek van invloed op de
mate van externaliserende problemen, met een afname ervan richting volwassenheid. Bij controle op
leeftijd en opleiding bleken problemen met inhibitie, emotieregulatie en planning/organisatie
4 Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN externaliserend gedrag te kunnen voorspellen bij alle onderzochte adolescenten, los van residentieel
verblijf. Werkgeheugen hield geen verband met externaliserend gedrag.
Conclusies Het feit dat het verband tussen inhibitie-, emotieregulatie- en plannings/organisatieproblemen en externaliserend probleemgedrag geldt voor alle onderzochte adolescenten
(ongeacht een problematische achtergrond) waarbij er een sterke relatie is met leeftijd, kan gezien
worden als confirmatie van de invloed van de prefrontale cortex op het executieve functioneren tijdens
de adolescentie.
Keywords: executieve functies; externaliserend probleemgedrag; adolescenten; zelfrapportage.
Summary
Background. Research by means of laboratoy-testing often shows relations between certain executive
functioningproblems in relation to externalising problembehaviour in adolescents. It is unclear if the
same connections can be found in the everyday behaviour of adolescents in and outside youthcare.
Aim. Comparing adolescents in youthcare-facilities to higschool students on their everyday executive
functioning and their externalising problems and study the possible relation between these executive
functions and externalising behaviour problems.
Participants, procedure, design. 65 adolescents in youthcare and 71 highschool students (Havo/Vwo)
took part in this study. The average age was 15. Participants filled in an anonymous questionnaire
regarding the executive functions inhibition, emotional control, working memory and
planning/organisation and their externalising behaviour. The executive functions were regarded as
possible predictors of externalising behaviour problems. Educational level, age and group (youthcare or
highschool) were regarded as possible confounders.
Measures The questionnaire was based on the subscales regarding inhibition, working memory,
emotional control and planning/organisation of the Dutch translation of te BRIEF (Behaviour Rating
5 Running Head EXECUTIEVE FUNCTIES EN EXTERNALISEREND GEDRAG BIJ ADOLESCENTEN Scale for Executive Functioning), designed by Gioa, Isquith, Guy & Kenworthy (2000) and the subscale
regarding externalising behaviourproblems of theYouth Self Report van Achenbach en Edelbrook
(1989).
Results Adolescents in residential youthcare reported significant more everyday-problems with
inhibition, emotional control and working memory and more externalising behavior then highschool
students. Planningproblems were equal accross groups. When controled fore age and educational level,
problems with inhibition, emotional control and/or planning/organisation could significantly predict
externalising behaviour in dayly life for all participants; working memory could not do so.
Conclusion. The fact that the connection between externalising behaviourproblems and problems with
the regulation of behaviour or emotions or with planning/organisation, combined with the influence of
age appears to be valid for all of the participating adolescents (regardless a problematic youhtcare
background), can be regarded as a conformation of former findings that the prefrontal cortex influences
the behaviour of adolescents.
Key words : executive functions; externalising behaviour problems; adolescents; selfreport.