Projectleider Engels slaat brug tussen PO en VO

T 2014
R
A
A
M
20
GRES
N
O
C
VO
Magazine voor voortgezet onderwijs / maart 2014 / jaargang 8
MAGAZINE 5
k Geert ten Dam, Onderwijsraad: ‘We staan op een keerpunt’
k De krimp te lijf – over obstakels en oplossingen
k Tweede lichting VO-managementcoach van start
k Van lastpakken kun je leren, vindt Danielle Verschuren
MAAT WERK(T)
Grote niveauverschillen bij eersteklassers
PROJECTLEIDER ENGELS SLAAT
BRUG TUSSEN PO EN VO
Een specifieke onderwijssituatie vraagt soms om een eigen oplossing. Maatwerk kan
een groot verschil maken. In deze aflevering van Maat werk(t): Engelse les. De ene
basisschool doet veel meer aan Engels dan de andere. Daardoor komen kinderen met
grote niveauverschillen het voortgezet onderwijs binnen. Het Zeeuwse Calvijn College
heeft samen met de toeleverende basisscholen een projectleider Engels aangesteld.
Tekst: Marijke Nijboer / Fotografie: Dirk Kreijkamp
Het vak Engels is in opmars op de basisschool. In groep
7 en 8 moet aandacht worden besteed aan Engels, maar
veel scholen beginnen daar al veel eerder mee.
Staatssecretaris Dekker werkt aan een wetsvoorstel dat
alle basisscholen de mogelijkheid geeft om vanaf groep 1
zo’n vier uur per week Engels te gebruiken als instructietaal. En twintig basisscholen gaan meedoen aan een
proef met volledig tweetalig onderwijs.
Lang niet alle scholen gaan echter in deze trend mee.
Basisscholen hebben grote vrijheid bij het bepalen van
de mate waarin zij Engels geven. Daardoor kent de
instroom in het voortgezet onderwijs op dit punt een
grote variatie. Vo-docenten geven doorgaans les op een
gemiddeld niveau. Dat betekent dat de kinderen die
binnenkomen met een voorsprong, zich een poosje
moeten vervelen totdat de rest van de klas hun niveau
heeft bereikt. Dat is jammer voor die kinderen, en ook
zonde van alle energie die hun basisschool in het vak
Engels heeft gestoken.
Kinderen die binnenkomen met een
voorsprong, moeten zich vervelen totdat
de rest van de klas hun niveau heeft
bereikt
Een logische oplossing voor dit probleem zou zijn dat
duidelijker in de kerndoelen wordt vastgelegd wat
basisscholen kinderen op het gebied van Engels
minimaal moeten meegeven. Zolang dat nog niet
16
VO-magazine 5 / maart 2014
gebeurt, zullen vo-scholen het moeten doen met die
niveauverschillen – of zélf afspraken maken met de
toeleverende basisscholen. Zo’n initiatief ontplooide
het Calvijn College in Goes. Daarbij moet worden
aangetekend dat het maken van afspraken hier relatief
gemakkelijk is, omdat deze reformatorische school vrijwel alleen maar reformatorische toeleveranciers heeft:
een duidelijk afgebakende groep basisscholen.
Tussenpersoon
De basisscholen hebben zich gegroepeerd in Colon,
een vereniging van 25 samenwerkende reformatorische
basisscholen in Zeeland. Het Calvijn College Goes en
Colon hebben samen basisschoolleerkracht Marja de
Wolf aangesteld als projectleider Engels. Zij is de tussenpersoon tussen po en vo. Ze besteedt een dag per week
aan adviezen die de kwaliteit van het Engels op de basisschool moeten verbeteren, en de drempel naar het vo bij
dit vak moeten verlagen.
Anton Heger, teamleider onderbouw vmbo en docent
wiskunde op Calvijn College Goes: “Deze samenwerking
tussen Calvijn en de toeleverende basisscholen is door
het lectoraat Engels van Driestar Educatief beoordeeld
als een van de succesvolste interventies voor de aanpak
van de problemen rond het vak Engels. Ik zie basisscholen echt een stap vooruit maken. Leerlingen gaan
beter presteren en de basisscholen zijn daar terecht blij
mee. Van de instroom in havo en vwo zat dit jaar bijna
de helft van de 150 kinderen op A2-niveau, en ruim de
helft op A1.” De A verwijst naar het niveau
Anton Heger, teamleider onderbouw vmbo, samen met
leerlingen Geralyn Hoogerland (links) en Chantal Moens
‘basisgebruiker’ uit het Europees referentiekader voor
de moderne vreemde talen. A1 is het startniveau, A2 het
niveau daarboven. Heger vervolgt: “Slechts vier kinderen
zaten hieronder. Een aantal jaren geleden was het niveau
echt lager.” Bij de instromende vmbo-leerlingen ligt nog
wel een uitdaging: “Die moeten ook beter gaan presteren.
Daar zit een grote groep nog op pre-A1; een enkeling
scoort op A2.”
‘Van de instroom in havo en vwo zat
dit jaar bijna de helft op A2-niveau,
en ruim de helft op A1’
Een directeur van Calvijn en de voorzitter van de
sectie Engels houden regelmatig vergaderingen met
Marja de Wolf en een vertegenwoordiger van Colon.
Zij bespreken ook de vorderingen van het project
Met Engels Hogerop, dat vier jaar geleden van start
ging vanuit hun samenwerkingsverband. “Hiermee
willen we alle basisscholen ideeën aanreiken voor het
vak Engels, en leerkrachten scholen zodat zij vanaf
groep 1 Engels kunnen geven”, vertelt De Wolf.
Iedere leerkracht wordt gestimuleerd deel te nemen
aan de gezamenlijke nascholingscursus van Colon. Er
kan worden ingeschreven op een uitgebreid scholingspakket; vanaf volgend schooljaar zit daar ook een cursus
Cambridge Engels in.
De scholen (waarvan er geen enkele tweetalig is) hebben
onderling een aantal afspraken gemaakt. Zo beginnen ze
CHANTAL MOENS, 13, EERSTE KLAS VMBO:
‘MIJN ENGELS GAAT VEEL
BETER DAN FRANS’
“Op de basisschool heb ik vanaf groep 4
Engelse les gekregen. Vanaf groep 6
deden we Holmwoods. Dan krijg je een
filmpje te zien en daar komen allerlei
vragen over. Daarvan heb ik geleerd
dat je je goed moet concentreren; je
kunt onder tussen niet met andere dingen
bezig zijn. Je leert ook hoe je woorden
moet uitspreken.
Op Calvijn werken we ook met
Holmwoods. We moesten wel weer
opnieuw beginnen, met dezelfde
filmpjes. Gelukkig ging ik daar snel
doorheen. Ik zit nu op A1. Ik probeer
zo hoog mogelijk te komen. Soms doe
ik Holmwoods ook thuis.
Ik denk dat alles wat we op de basisschool hebben gedaan, wel heeft
geholpen, want Engels gaat bij mij
heel gemakkelijk, veel beter dan Frans
bijvoorbeeld. Ik vind Engels ook heel
leuk. We moeten op deze school meer
doen en het is misschien ook wel
moeilijker, maar het gaat goed.”
VO-magazine 5 / maart 2014
17
MAAT WERK(T)
SIGNIFICANT BETERE RESULTATEN
Voor zijn masterstudie Professioneel Meesterschap bij
het Centrum voor Nascholing in Amsterdam onderzocht
teamleider Anton Heger van Calvijn College Goes hoe
vmbo-leerlingen reageren als zij activiteiten verrichten
op hun eigen niveau terwijl daarvoor een cijfer wordt
gegeven dat meetelt voor het rapport. De betrokken
leerlingen werkten met Holmwoods: digitale lees-en
luisteroefeningen die zich aanpassen aan het
individuele niveau. De ene groep werd verteld dat ze
werkten voor een cijfer, de andere kreeg geen concreet
doel. Naderhand werd de meting herhaald, waarbij
beide groepen van rol wisselden. Bij alle leerlingen
werden vooraf en achteraf de succesverwachting en
het leesvaardigheidsniveau gemeten. Hegers conclusie:
het aansluiten op de voorkennis en het stimuleren van
de succesverwachting leiden tot significant betere
resultaten.
Hij licht toe: “Van belang is dat je aansluit op het niveau
van het kind. De leerling moet weten dat hij of zij het
succes kan bereiken, en dat de activiteit die de docent
aanbiedt voor het kind relevant is. Als daar ook nog eens
een positieve emotie bijkomt, gaat de leerling aan het
werk. Mijn ervaring is dat bij deze aanpak binnen twee
maanden de helft van de klas een niveau hoger scoort.”
allemaal met Engelse les in groep 1. In groep 8 sluiten ze
allemaal af met een Cito-toets. Zo kan worden bepaald
in hoeverre een van hun einddoelen wordt gehaald:
scoren op het landelijk gemiddelde voor het vak Engels.
Als ze eenmaal A2 hebben bereikt, komen ze me dat
trots vertellen. Het is een concreet doel. Sommige
kinderen vragen zelfs: mag B1 ook? Nou, dat mag,
hoor! Je ziet positieve energie loskomen.”
Doorgaande leerlijn
Nog beter
De Wolf inventariseert welke methodes worden
gebruikt. “Wanneer scholen toe zijn aan een nieuwe
methode, vertel ik welke methodes effectief lijken.
Daarbij telt de ervaring van het Calvijn College mee.
Veel van onze scholen zijn overgegaan op de aanschaf
van ‘Hello World’.” De coördinator bekijkt ook hoever
scholen zijn met hun curriculum voor Engels, en wat
mogelijke volgende stappen kunnen zijn.
Heger tekent wel aan dat de doorlopende leerlijn nog
veel beter zou kunnen werken. “Als alle basisscholen bij
Holmwoods het burgerservicenummer van elke leerling
invoeren, kunnen de kinderen bij ons verder werken op
hun eigen niveau. Op dit moment gebeurt dat nog niet.”
Op de bijeenkomsten met de basisscholen komen eveneens de uitslagen ter sprake van het Cito Volgsysteem
vo. Sinds zes jaar neemt het Calvijn College Goes deze
toetsen af voor de vakken Engels, Nederlands en
rekenen. Dat gebeurt binnen de eerste zes weken dat
kinderen op het vo zitten, aan het eind van klas 1 en
halverwege klas 2. Heger: “We zien met welke bagage
het kind van de basisschool komt, én wat wij toevoegen.
Ook de basisscholen zijn zeer geïnteresseerd in die
uitslagen. Zij hebben de afgelopen jaren veel
geïnvesteerd in hun onderwijs en willen weten of dat
resultaten afwerpt. We delen dit soort zaken met elkaar
en zoeken samen naar oplossingen voor knelpunten.”
‘Sommige kinderen vragen zelfs:
mag B1 ook?’
De digitale leeromgeving Holmwoods zorgt voor een
zekere doorgaande leerlijn. Holmwoods bestaat uit een
serie luister- en leesoefeningen. Leerlingen werken ieder
op hun eigen niveau aan verbetering. Ze beginnen
hiermee op de basisschool, meestal in groep 7, en gaan
er op het Calvijn College mee verder. Hier wordt elke
drie weken één lesuur gewijd aan deze methode. Heger:
“Holmwoods telt mee voor het rapport, dus dat
motiveert. Ik heb gezegd: ik wil dat jullie aan het eind
van de tweede klas allemaal op A2 staan. Om dat te
bereiken, kunnen ze zelf thuis en op school oefenen.
VO-magazine 5 / maart 2014
19