Handboek Parenteralia VUmc

Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 1
Handboek Parenteralia
VU medisch centrum
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 2
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 3
Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 4
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 5
Redactie
Het handboek Parenteralia is tot stand gekomen onder redactie van:
Mw. Y.P. Dijstelbloem (eindredactie)
Mw. E.L. Swart
A.C. van Loenen
Namens de werkgroep codering geneesmiddelen:
F. van den Dungen
Dr. C.J. van Guldener
Mw. K. Hemmink
Mw. J. Teeuwen
Mw. M. Veldman
Mw. C. Visser
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 6
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 7
Handleiding voor het gebruik
Merknaam
In de titel van de monografie staat de generieke naam van het geneesmiddel
vermeld. Achter het kopje "merknaam" staan de merknaam en eventuele
synoniemen van het geneesmiddel.
Afleveringsvorm
Toedieningsvorm van het geneesmiddel, zoals het in de handel is, dan wel
zoals het wordt bereid in de apotheek.
Dit kan zijn in oplossing in een ampul, flacon, zak of (wegwerp)spuit dan wel
in poedervorm in een flacon of ampul. De totale hoeveelheid en/of de
concentratie van het geneesmiddel in de doseervorm worden vermeld.
Indien het geneesmiddel in een bepaalde chemische verbinding aanwezig is,
wordt dit eveneens vermeld.
F.T.G.
Farmacotherapeutische groep, waartoe het geneesmiddel behoort. Hierbij is
zoveel mogelijk de indeling van het Farmacotherapeutisch Kompas
aangehouden.
Oplosmiddel
Indien het geneesmiddel in poedervorm afgeleverd wordt, dient het preparaat
eerst in een bepaald oplosmiddel te worden opgelost. In enkele gevallen
wordt het oplosmiddel met het geneesmiddel bijgeleverd; dit wordt dan in de
monografie aangegeven met de tekst: "(bijgeleverd)".
Bereiden
De wijze waarop en de hoeveelheid waarin het geneesmiddel, indien van
toepassing, opgelost moet worden. Tevens wordt de eindconcentratie
vermeld.
Transfernaalden om poeder voor injectie op te lossen, kunnen alleen worden
gebruikt indien het oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5% of NaCl/glucose is.
Transfernaalden kunnen alleen worden gebruikt indien de gehele inhoud van
de flacon of ampul dient te worden toegediend. Hiertoe dient eerst de
transfernaald op het aanprikpunt van het infuus te worden gezet, vervolgens
wordt met de andere kant van de naald de flacon met geneesmiddel
aangeprikt. Door knijpen en zwenken wordt infuusvloeistof in de flacon
gebracht en wordt het poeder opgelost; het opgeloste poeder wordt tenslotte
via de naald in de infuusvloeistof gebracht.
Toedieningsroute
De wijzen waarop het geneesmiddel kan worden toegediend.
Indien het geneesmiddel in oplossing verder moet worden verdund, staat dit
vermeld bij de betreffende toedieningswijze, waarbij de benodigde
infuusvloeistof is aangegeven. De infuusvloeistoffen die de voorkeur hebben,
zijn NaCl 0,9%, glucose 5% en de gebruikelijke combinatie NaCl met glucose,
aangeduid als NaCl/glucose.
Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke dosis aan het
genoemde volume worden toegevoegd.
Indien van toepassing is de duur van toediening van de
geneesmiddeloplossing vermeld, zo nodig met een maximale
toedieningssnelheid. In het algemeen wordt onder een kortlopend infuus
verstaan in 15-30 minuten en onder een langlopend infuus 8-24 uur, tenzij
een andere tijd is genoemd. Hierbij is uitgegaan van gebruikelijke
doseerhoeveelheden.
Als een geneesmiddel als bolusinjectie en als kortlopend infuus mag worden
toegediend wordt voor het kortlopende infuus een hoeveelheid infuusvloeistof
van 100 ml aanbevolen. Bij vochtbeperking kan het geneesmiddel eventueel
aan 50 ml infuusvloeistof worden toegevoegd, maar de onnauwkeurigheid van
de toegediende dosis is groter omdat er relatief meer lucht in de zakjes van
50 ml zit en meer residu achterblijft.
Voor een aantal geneesmiddelen is een protocol opgenomen voor het bereiden
van een oplossing in een spuitenpomp. Voor spuitenpompen mag uit
veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie worden
afgeweken. Bij de toedieningsroute wordt dan verwezen naar het protocol dat
achteraan de monografie is opgenomen.
Met uitzondering van de spuitenpompprotocollen, waar de gebruikelijke
doseringen zijn vermeld, zijn in de monografieën geen doseringen
opgenomen.
Toedieningscategorie
Aan het geneesmiddel met de daarbij behorende toedieningswijze is een
indicatiestelling voor het gebruik van infuus- en spuitenpompen toegekend. Er
is uitgegaan van het Handboek "Codering van geneesmiddelen voor
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 8
parenterale toediening" van het VU Ziekenhuis, opgesteld door de
toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU
ziekenhuis, vierde uitgave, 1997.
Er is een indeling in vier categorieën gemaakt, respectievelijk A, B, C en D.
Categorie A
Middelen die met behulp van een injectiespuit rechtstreeks worden
toegediend: intraveneus, intramusculair, subcutaan, intra-arterieel,
intracardiaal etc.
Categorie B
Middelen die met een handgestuurd infuussysteem, dus zonder pomp, mogen
worden toegediend.
Indien de situatie dit vereist (bijv. volumebeperking, heveleffecten) kan het
nodig zijn om middelen uit deze groep toe te dienen door middel van een
infuus- of spuitenpomp.
Categorie C
Middelen die met behulp van een volume-gestuurde infuuspomp moeten
worden toegediend.
Categorie D
Middelen die uitsluitend door middel van een spuitenpomp mogen worden
toegediend, omdat een continue toedieningssnelheid vereist is.
Bij de keuze van parenteralia die onder categorie D vallen heeft met name
een korte eliminatiehalfwaardetijd (t 1/2 ) en een smalle therapeutische breedte
(verschil tussen therapeutische en toxische spiegel) een rol gespeeld.
Een geneesmiddel kan in meerdere toedieningscategorieën ingedeeld zijn,
bijvoorbeeld indien aanvankelijk een intraveneuze bolusinjectie als
oplaaddosis gegeven wordt (categorie A) en vervolgens een
onderhoudsdosering met behulp van een spuitenpomp wordt gegeven
(categorie D).
Houdbaarheid
Er wordt in dit Handboek uitgegaan van de microbiologische houdbaarheid,
tenzij deze langer is dan de chemische houdbaarheid. De maximale
houdbaarheid voor het op de afdeling bereide geneesmiddel wordt in
onverdunde en/of verdunde vorm vermeld. Tevens wordt de
bewaartemperatuur vermeld. 20°C komt overeen met kamertemperatuur, 4°C
met koelkast. Indien er onder "Toedieningscategorie" alleen categorie A staat
vermeld, wordt er van uitgegaan dat de injectiespuit direct voor toedienen
wordt bereid. Bij het item "Houdbaarheid" wordt dan verwezen naar de
houdbaarheid van de flacon of ampul door middel van "Zie vermelde datum
en temperatuur op de verpakking".
De hieronder gegeven houdbaarheden zijn de maximale houdbaarheden:
Multidose flacon, injectieflacon na aanprikken
Niet geconserveerd:
- 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Geconserveerd:
- 24 uur bij 20°C
- 1 maand bij 4°C
Wanneer het onduidelijk is of een geneesmiddel al dan niet is geconserveerd,
kan men contact opnemen met de apotheek.
Spuit voor IV-toediening of spuitenpomp
- 24 uur bij 20°C
Infusievloeistof flacon of zak na aanprikken
- 24 uur bij 20°C
Insuline
Niet aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon:
- 4°C, zie verpakking
- 1 maand* bij 20°C
Aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon:
- 1 maand* bij 4°C of 20°C
(Penfill pen niet in de koelkast bewaren!)
*
mits de op de verpakking vermelde houdbaarheid niet wordt overschreden
Aangebroken ampullen
direct toedienen, niet houdbaar
Infuusvloeistoffen
De hier vermelde infuusvloeistoffen kunnen gebruikt worden voor het
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 9
verdunnen en toedienen van het geneesmiddel.
(On)verenigbaar met
Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel
gevallen kan het echter noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Ysite op één lijn, of samengevoegd in één compartiment (infuuszak of spuit)
toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen
fysisch en chemisch verenigbaar zijn.
Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in
het geval dat er onderzoek gedaan is, heeft men te maken met specifieke
omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties, infuusvloeistoffen,
toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden
kan een combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen.
Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te
combineren geneesmiddelen, waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke
concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen
(on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via
één compartiment anderzijds (aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil
gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus.
Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de
(on)verenigbaarheid voor toedieningen zowel via Y-site als via één
compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat verenigbaarheden via
een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden
bij toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet
zo is.
Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één
lijn of in één compartiment wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor
verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder "Bijzonderheden"
(bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening).
Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en
TPV wordt sterk afgeraden.
Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt is
hierover geen of te weinig informatie beschikbaar. In dit geval wordt de
combinatie ontraden. Indien bij een specifieke patient een niet beschreven
combinatie van geneesmiddelen onvermijdelijk is kan contact opgenomen
worden met de consulentapotheker om in samenspraak naar een oplossing te
zoeken.
Indien twee geneesmiddelen onverenigbaar zijn dient tussen beide
toedieningen het infuussysteem te worden gespoeld met een basis
infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor een standaard Y-systeem met
druppelkamer dient met tenminste 35 ml (=volume van het
toedieningssysteem) gespoeld te worden.
Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te
controleren of geneesmiddelen of mengsels van geneesmiddelen in één
toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist wordt
(heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een
eventuele ontleding van één of beide geneesmiddelen.
Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten
beschouwing gelaten.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje “verenigbaar met”
of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd
gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de
middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus).
Bijzonderheden
Algemene opmerkingen die van belang kunnen zijn bij het bereiden of
toedienen van het geneesmiddel. Bijvoorbeeld aanwezigheid van hulpstoffen,
hoeveelheid natrium of kalium, pH van de oplossing.
Acute reacties
De hier vermelde reacties kunnen tijdens of direct na de toediening van het
geneesmiddel optreden, en zijn dus voor de verpleegkundige die het
geneesmiddel toedient van groot belang.
Bijwerkingen
Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen tijdens gebruik en ook op langere
termijn optreden en zijn relatief onafhankelijk van de toedieningswijze. De
belangrijkste bijwerkingen zijn hier vermeld.
Toedienen via spuitenpomp Voor het nauwkeurig toedienen van geneesmiddelen worden infusie- of
spuitenpompen gebruikt. Voor de toediening van kleine volumina (200 ml/dag
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 10
of minder, bij volwassenen) wordt vooral gebruik gemaakt van een
spuitenpomp (perfusor). Er bestaan verschillende typen pompen voor
specifieke toepassingen, zoals bijvoorbeeld voor continu epiduraal of spinaal
toedienen van geneesmiddelen. In de pediatrie worden veel spuitenpompen
ingezet; bij grotere kinderen komen ook infusiepompen in aanmerking.
In het algemeen worden kortwerkende middelen via een perfusor toegediend
(dopamine, heparine, insuline). Deze toediening wordt ook gebruikt bij
stuurbare middelen zoals propofol, spierrelaxantia, opiaten en middelen die in
een bepaalde tijd moeten inlopen, zoals cytostatica en totale parenterale
voeding.
In het Handboek zijn diverse schema’s opgenomen voor geneesmiddelen die
altijd of vaak via een spuitenpomp worden toegediend. Bij neonaten en jonge
kinderen worden in het algemeen spuitenpompen toegepast die gebruik
maken van spuiten van 10-20 ml.
In de spuitenpompprotocollen staat onder het kopje Toegangsweg “centraal”
genoemd als het toe te dienen middel alléén via een centrale lijn gegeven
mag worden. Als dit niet het geval is staat er een -.
Van de in het handboek vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag
om veiligheidsredenen NIET worden afgeweken.
Kruisjeslijsten
Op verschillende afdelingen in het ziekenhuis hangen zogenaamde
kruisjeslijsten. Deze lijsten worden niet door de ziekenhuisapotheek
onderhouden. Reden hiervoor is dat deze lijsten niet te valideren en te
controleren zijn. Voor de juiste en actuele informatie over verenigbaarheden
verwijzen wij naar de monografieën in het Handboek Parenteralia.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen 'Handleiding voor het gebruik'
Datum
Wijziging
01-02-2007
Toevoeging bij Toedieningsroute over toediening van geneesmiddel als
bolusinjectie en als kortlopend infuus.
01-10-2008
Bij (On)verenigbaar met: Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen
niet vermeld wordt is hierover geen of te weinig informatie beschikbaar. In dit
geval wordt de combinatie ontraden. Indien bij een specifieke patient een niet
beschreven combinatie van geneesmiddelen onvermijdelijk is kan contact
opgenomen worden met de consulentapotheker om in samenspraak naar een
oplossing te zoeken.
01-05-2009
Toedieningsroute: Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke
dosis aan het genoemde volume worden toegevoegd.
01-07-2010
Bij (On)verenigbaar met: In de monografieën is op verzoek van de MIP de
volgende opmerking toegevoegd. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd
is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend
of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het
tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via
de Y-site als via het infuus).
01-03-2011
Toegevoegd bij (On)verenigbaar met: Indien twee geneesmiddelen
onverenigbaar zijn dient tussen beide toedieningen het infuussysteem te
worden gespoeld met een basis infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor
een standaard Y-systeem met druppelkamer dient met tenminste 35 ml
(=volume van het toedieningssysteem) gespoeld te worden. Toegevoegd bij
Toedienen via spuitenpomp: In de spuitenpompprotocollen staat onder het
kopje Toegangsweg “centraal” genoemd als het toe te dienen middel alleen
via een centrale lijn gegeven mag worden. Als dit niet het geval is staat er een
-.
01-04-2012
Volgende tekst toegevoegd: Kruisjeslijsten. Op verschillende afdelingen in het
ziekenhuis hangen zogenaamde kruisjeslijsten. Deze lijsten worden niet door
de ziekenhuisapotheek onderhouden. Reden hiervoor is dat deze lijsten niet te
valideren en te controleren zijn. Voor de juiste en actuele informatie over
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 11
verenigbaarheden verwijzen wij naar de monografieën in het Handboek
Parenteralia.
01-07-2013
Toedieningsroute, toegevoegd: Voor spuitenpompen mag uit
veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie worden
afgeweken. Toedienen via spuitenpomp, toegevoegd: Van de in het handboek
vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag om
veiligheidsoverwegingen NIET worden afgeweken.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 12
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 13
Algemene richtlijnen voor het bereiden van
parenteralia
Controle vooraf
Controleer altijd vooraf:
- juiste patiënt
- juiste geneesmiddel
- juiste tijdstip
- juiste berekening, hoeveelheid, oplossing
Laat de berekening altijd controleren door een collega.
Etiketteren
Na het bereiden van het geneesmiddel in spuit, zak of flacon of na aanprikken
van een flacon of zak, moet deze voorzien worden van een etiket, waarop
vermeld staat: de naam van de patiënt, de naam en hoeveelheid van het
geneesmiddel, het gebruikte oplosmiddel, datum en tijdstip van
bereiden/aanprikken, houdbaarheid, paraaf van de verpleegkundige die het
geneesmiddel heeft bereid/aangeprikt.
Uiterlijk van het product
Oplossingen voor intraveneus gebruik moeten helder zijn en vrij van deeltjes
en/of luchtbellen. Dit moet voor en tijdens toedienen visueel gecontroleerd
worden.
Uitzonderingen zijn de vetemulsies, zoals o.a. Intralipid®, Vitalipid®, propofol
en TPV. Deze emulsies zijn niet helder maar worden wel intraveneus
toegediend. Suspensies worden nooit intraveneus toegediend.
Eenheden
Gewichten
1 kg = 1000 g; 1 g = 0,001 kg
1 g = 1000 mg; 1 mg = 0,001 g
1 mg = 1000 microg; 1 microg = 0,001 mg
1 microg = 1000 nanog; 1 nanog = 0,001 microg
Volumina
1 l = 1000 ml; 1 ml= 0,001 l
Concentraties
g/l = mg/ml
1 mol/l = 1 mmol/ml = 1000 micromol/ml
Molair (M) = mol/l
% = g/v = gram per 100 ml vloeistof
Eenheden
E = Eenheid
IE = Internationale Eenheid
mIE = milli-eenheid
MIE = miljoen-eenheden
1 IE = 1000 mIE = 1.000.000 microIE; 1.000.000 IE = 1 MIE
Druppels
1 druppel = 0,05 g; 1 ml = 20 druppels (water)
N.B. dit geldt niet voor alcoholische oplossingen, of oplossingen waarin
bepaalde (oppervlakteactieve) stoffen en oliën en emulsies zijn opgelost.
Overig
cal = calorie; 1000 cal = 1 kcal;
J = Joule; 1 cal = 4,18 kJ
Cytostatica, TPV, e.d.
Het bereiden en toedienen van cytostatica, Totale Parenterale Voeding en
röntgencontrastmiddelen zijn niet in dit Handboek opgenomen.
Het bereiden van cytostatica en Totale Parenterale Voeding gebeurt in de
apotheek. Toedienen van deze parenteralia dient volgens protocol te
geschieden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 14
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 15
Bekwaamheid van verpleegkundigen voor het
parenteraal toedienen van geneesmiddelen
Bekwaamheid
Op 1 december 1997 is de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen
en tuchtrecht uit de wet BIG van kracht geworden. Onder de voorbehouden
handelingen valt ook het parenteraal toedienen van geneesmiddelen.
Personen die zelfstandig bevoegd zijn (artsen) mogen, mits bekwaam,
voorbehouden handelingen uitvoeren. Wie niet zelfstandig bevoegd is
(verpleegkundige) mag, mits bekwaam, in opdracht van een zelfstandig
bevoegde en onder bepaalde voorwaarden een voorbehouden handeling
uitvoeren. Dit betekent dat een verpleegkundige die in opdracht van een arts
een geneesmiddel parenteraal gaat toedienen hiervoor bevoegd en bekwaam
dient te zijn. Bevoegdheid wordt verkregen met de initiële opleiding tot
verpleegkundige en de vervolgopleiding; bekwaamheid wordt verkregen door
oefening en ervaring. De verpleegkundige dient zichzelf bekwaam te achten,
ook al wordt er formeel overeenkomstig de “aanwijzingen” van de
opdrachtgever gehandeld. Dit handboek levert een bijdrage aan deze
“aanwijzingen”. Zoals opleiding en daarmee deskundigheid kan verouderen,
kan ook de bekwaamheid verminderen door onvoldoende oefening of gebrek
aan (specialistische) ervaring. Voor beiden geldt dat het onderhouden van de
bekwaamheid door oefening en studie een noodzaak is om bekwaam te
blijven.
Bekwaamheidsniveau
De commissie grensafbakening heeft een nieuwe methodiek ontwikkeld voor
de codering van de geneesmiddelen voor parenterale toediening door
verpleegkundigen (voorheen code 3 geneesmiddelen). Bij het toedienen van
geneesmiddelen kan onderscheid worden gemaakt in de ernst en de grootte
van het risico op complicaties en daarmee in de bekwaamheid die de
toediener moet hebben om deze complicaties te onderkennen en te verhelpen.
Hiervoor heeft de commissie grensafbakening onderscheid gemaakt tussen
geneesmiddelen die door alle verpleegkundigen mogen worden toegediend en
geneesmiddelen waarvan de toediening is beperkt tot gespecialiseerde
verpleegkundigen of tot gespecialiseerde verpleegkundige intensieve zorg.
Hieraan zijn de onderstaande codes toegekend. Cursisten en/of leerlingen zijn
niet bevoegd om zelfstandig geneesmiddelen parenteraal toe te dienen.
Codes
VPK
Betekent dat het geneesmiddel door alle verpleegkundigen mag worden
toegediend, zonder toezicht en tussenkomst van de arts.
VPK-arts
Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door
verpleegkundigen, onder toezicht (fysieke aanwezigheid) van de arts. Dit
geldt ook voor gespecialiseerde verpleegkundigen en gespecialiseerde
verpleegkundigen intensieve zorg.
IC
Betekent dat het geneesmiddel alleen door gespecialiseerde verpleegkundigen
intensieve zorg mag worden toegediend, zonder toezicht en tussenkomst van
de arts.
IC-arts
Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door
gespecialiseerde verpleegkundigen intensieve zorg, onder toezicht (fysieke
aanwezigheid) van de arts.
G-VPK
Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door
gespecialiseerde verpleegkundigen, zonder toezicht en tussenkomst van de
arts. Op afdelingsniveau wordt vastgelegd welke van deze medicatie van
toepassing is voor de op die afdeling gespecialiseerde verpleegkundigen. Het
medisch en verpleegkundig hoofd autoriseren welke verpleegkundigen
bekwaam en bevoegd zijn om onder deze code vallende geneesmiddelen toe
te dienen
G-VPK-arts
Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door
gespecialiseerde verpleegkundigen, onder toezicht (fysieke aanwezigheid) van
de arts.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 16
Arts
Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door de arts.
Risicovolle handelingen
Een geneesmiddel voor parenterale toediening moet vaak nog een bewerking
ondergaan voordat het aan de patiënt kan worden toegediend. Eenvoudige
bewerkingen vinden veelal plaats op een verpleegafdeling. Deze bewerking
wordt “voor toediening gereedmaken (VTGM)” genoemd. Het proces VTGM is
een risicovol proces. Ten eerste is het risico op microbiologische contaminatie
groot als onvoldoende hygiënische voorzorgen worden genomen. Ten tweede
is het VTGM een foutgevoelig proces, met kans op het gereedmaken van een
verkeerde dosis, een verkeerd geneesmiddel, oplosfouten of onvoldoende
mengen. Hiervoor is voor het VU medisch centrum het protocol “Veiligheid op
recept” opgesteld. Dit protocol is te vinden op Kwaliteitsnet.
Bekrachtiging adviezen
De raad van bestuur heeft de adviezen met betrekking tot de codering van de
voorbehouden handelingen bekrachtigd
d.d.
Getekend door Prof. Dr. T.J.F. Savelkoul,
lid raad van bestuur
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 17
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 18
Literatuur
In de monografieën wordt bij opgenomen literatuurgegevens uit de
standaardhandboeken en standaard-literatuur-zoeksystemen niet naar de
referentie verwezen. Dit betreft de referenties 1 tot en met 11. Indien in de
monografieën gegevens uit artikelen zijn verwerkt, wordt er aan het eind van
de zin naar verwezen door middel van (ref. 00).
1.
Dijkstra HH, Dessing-de Lang MLJ (red.). Repertorium Nederlandse associatie
van de farmaceutische industrie Utrecht; 1998-1999
2.
Trissel LA. Handbook on Injectable Drugs 10th Ed. American Society of
Hospital Pharmacists; 1998
3.
King JC. Guide to Parenteral Admixtures Pacemarq Inc. St. Louis; 1999
4.
Informatorium Medicamentorum. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter
bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1999
5.
Mc Envoy GK (red.) Drug Information:American Hospital Formulary Service.
American Society of Hospital Pharmacists Bethesda; 1997
6.
Kuy A vd (red.) Farmacotherapeutisch Kompas. Centrale Medische
Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad Amstelveen, Ed. XIV;
1999
7.
Codering van geneesmiddelen voor parenterale toediening.
Toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU
Ziekenhuis, vierde uitgave; 1997
8.
Formularium der Nederlandse Apothekers. LNA Koninklijke Nederlandse
Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1994
9.
Reynolds EF (red.) Martindale The Extra Pharmacopoeia 30e Ed. The
Pharmaceutical Press London; 1993
10.
Gelman CR, Rumack BH (red.) DRUGDEX Information System Vol 81
Micromedex Inc. Denver; 1999
11.
Iowa Drug Information Service System CD Rom 1985-1999
12.
Cohen MR. Intraveneus use of haloperidol. Hosp Pharm 1987; 22:306-7
13.
- Butler HE, Moody HR. Hyoscine-N-butylbromide by intraveneus infusion.
Med J Aust 1987; 147: 315-6
- Salomone T. Effects of sympathomimetics isometheptene and
anticholinergic hyoscine-n-butylbromide on glucose and insulin respons to oral
glucose load. Curr ther research 1985; 37,4: 695-700
14.
Lerhiatbundit S. Stability of quinine dihydrochloride in commonly used
intraveneus solutions. J Clin Pharm Ther 1993; 18: 343-5
15.
Drug information rounds. Octreotide or vasopressin for bleeding of esophageal
varices. Ann Pharmacotherapy 1997; 31: 237-8
16.
Chiu MF, Schwartz ML. Visual compatibility of injectable drugs used in the
intensive care unit. Am J Health-Syst Pharm 1997; 54: 64-5
17.
Gura KM. Parenteral drug administration guidelines for the pediatric patient:
one hospital's recommendations. Hosp Pharm 1993; 28: 221-3, 227-8, 23942
18.
Elmore RL e.a. Stability and compatibility of admixtures of intraveneus
ciprofloxacin and selected drugs. Clinical Therapeutics 1996 (18); 2: 246-255
19.
Klaus JR, Knodel LC, Kavanagh RE. Administration Guidelines for Parenteral
Drug Therapy. Part II: Adult Patients (Review). Journal of Pharmacy
Technology 5, July/August 1989; 153 179
20.
Handboek Parenteralia VUmc
Patel PR. Compatibility of meropenem with commonly used injectable drugs.
geprint op 28 januari 2014
pagina 19
Am J Health-Syst Pharm 1996; 53: 2853-5
21.
Bos JM, van Loenen AC, Dekker GA. Farmacotherapie bij dreigende
vroeggeboorte: hoe effectief zijn weeënremmers? Pharm Weekbl 1996 (131);
4: 1272-8
22.
Berlin G, Brodin B, Hilden J, Mårtensson J. Acute dapsone intoxication: a case
treated with continuous infusion of methylene blue, forced diuresis and plasma
exchange. Clin Toxicol 1985; 22(6), 537-48
23.
Cilissen J, van der Kuy P-HM, Hooymans PM. Fysische en chemische stabiliteit
van een mengsel van prethcamide, aminofylline en prednisolon.
Ziekenhuisfarmacie 1996 (12); 234-5
24.
Mann HJ et al. Physical and chemical compatibility of drotrecogin alfa
(activated) with 34 drugs during simulated Y-site administration. Am J Health
Syst Pharm 2004;61:2664-71.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 20
—> Gewijzigde
monografieën
De volgende monografieën zijn in het handboek gewijzigd.
In elke monografie kan je een overzicht oproepen van de
wijzigingen die daarin zijn doorgevoerd sinds de eerste versie.
Per 1 februari 2014:
Amikacine
Amoxicilline
Ascorbinezuur
Atracurium
Benzylpenicilline-natrium
Bethamethason
Bumetanide
Calciumchloride
Calciumgluconaat
Cefazoline
Ceftazidim
Ceftriaxon
Ciclosporine
Co-trimoxazol
Dexamethason
Digoxine
Dobutamine
Dopamine
Doxapram
Droperidol
Erythromycine
Esketamine
Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen
Esmolol
Fentanyl
Filgrastim
Folinezuur
Furosemide
Gentamicine
Heparine
Hydrocortison
Ibuprofen
Insuline aspart intraveneus
Kaliumchloride
Lidocaine
Methylprednisolon, intraveneus
Metronidazol
Metroclopramide
Midazolam
Morfine
Nitroglycerine
Nitroprusside
Noradrenaline
Pancuronium
Pethidine
Procainamide
Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen
Procainamide, spuitenpomp voor kinderen
Promethazine
Propofol
Protamine
Ranitidine
Suxamethonium
Theofylline
Vancomycine
Zidovudine
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 21
Per 1 december 2013:
Argatroban
Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen
Kaliumchloride
IJzer(III)carboxymaltose
IJzerhydroxidedextraan complex
IJzerhydroxidesaccharose complex
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 22
—> Nieuwe
monografieën
De volgende monografieën zijn aan het handboek toegevoegd:
Per 1 februari 2014:
Belatacept
Per 1 november 2013:
Protrombinecomplex, geactiveerd
Per 1 augustus 2013:
Epoprostenol (Veletri)
Per 1 juli 2013:
Ertapenem
Methohexitalnatrium
Plerixafor
Per 1 februari 2013:
Soja-olie, gezuiverd
Per 1 juli 2012:
Ibutilide
Remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 mei 2012:
Denosumab
Ferricarboxymaltose
Zwavelhexafluoride
Per 1 april 2012:
Dexmedetomidinehydrochloride
Totale parenterale voeding SmofKabiven
Per 1 maart 2012:
Glycerofosforzuur
Glycerofosforzuur, spuitenpomp voor volwassenen
Glycerofosforzuur, spuitenpomp voor kinderen
Per 1 februari 2012:
Factor VII
Per 1 januari 2012:
Zidovudine
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 23
Per 1 december 2011:
Botuline A toxine
Cidofovir
Indocyaninegroen
Per 1 november 2011:
Bivalirudine
Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen
Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor volwassenen
Glucarpidase
Per 1 augustus 2011:
Calciumgluconaat
Calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 juli 2011:
Abciximab, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Argatroban
Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen
Argatroban, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Furosemide, spuitenpomp voor kinderen
Octreotide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Sildenafil
Per 1 mei 2011:
Totale parenterale voeding Olimel N9
Per 1 januari 2011:
Palivizumab
Per 1 november 2010:
Pneumokokkenvaccin-13 valent
Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen
Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 september 2010:
Tocilizumab
Per 1 juli 2010:
IJzer(III)carboxymaltose
Esketamine forte, spuitenpomp voor volwassenen Intensive Care
Per 1 mei 2010:
Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 december 2009:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 24
Eptacog alfa
Per 1 oktober 2009:
Levofloxacine
Sugammadex
Per 1 augustus 2009:
Alemtuzumab
Amfotericine B in liposomen
Anidulafungine
Gadobutrol
Per 1 mei 2009:
Bevacizumab
Totale parenterale voeding Nutriflex Plus 48/150
Per 1 april 2009:
Hydroxyprogesteron
Temsirolimus
Per 1 februari 2009:
Digoxine specifieke Fab-fragmenten
Linezolid
Omegaven-3-olie
Panitumumab
Per 1 december 2008:
Daptomycine
Indometacine
Methylnaltrexon
Tigecycline
Per 1 oktober 2008:
Refludan
Per 1 augustus 2008:
Pegvisomant
Per 1 juni 2008:
Artesunaat
Vaminolact
Per 1 april 2008:
Abatacept
Zoledroninezuur
Per 1 februari 2008:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 25
Nutriflex Lipid plus (naam veranderd in: Totale parenterale voeding Nutriflex
Lipid plus)
Olanzapine
Vamin 14 (vervallen 01-05-2011)
Per 1 december 2007:
Levetiracetam
Milrinon
Milrinon, spuitenpomp voor kinderen
Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
Per 1 oktober 2007:
Ropivacaine
Per 1 augustus 2007:
Cetuximab
Basiliximab
Perflutren (inmiddels uit de handel)
Per 1 april 2007:
Natalizumab
Per 1 februari 2007:
Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen
Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Tacrolimus
Per 1 december 2006:
Fibrinogeen
MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, spuitenpomp voor volwassenen
MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, doseringsschema spuitenpomp
volwassenen
Paricalcitol
Per 1 oktober 2006:
Palifermin
Paracetamol
Per 1 augustus 2006:
Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen
Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 juni 2006:
Furosemide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 april 2006:
Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 26
Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Selenium
Per 1 december 2005:
Immunoglobuline vloeibaar, intraveneus (gewijzigd)
Lanreotide
Risperidon depot
Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 augustus 2005:
Ibuprofen
Totale parenterale voeding (naam veranderd)
Per 1 juni 2005:
Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen
Mycofenolaatmofetil
Per 1 april 2005:
Calciumglubionaat, spuitenpomp voor volwassenen
Dalteparine
Per 1 februari 2005:
Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 december 2004:
Metoprolol
Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen
Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 augustus 2004:
Theofylline
Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen
Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Theofylline, spuitenpomp voor kinderen
Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
Per 1 juni 2004:
Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
IJzerhydroxidedextraan complex
Per 1 april 2004:
Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen
Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen
Esomeprazol
Flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen
Glutamine
Granisetron
Handboek Parenteralia VUmc
Lymphocyten immunoglobuline
geprint op 28 januari 2014
pagina 27
Thymocytenglobuline
Per 1 december 2003:
Atosiban
Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen
Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen
Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Zoutzuur
Per 1 oktober 2003:
Drotrecogin alfa, geactiveerd
Drotrecogin alfa, spuitenpomp voor volwassenen
Drotrecogin alfa, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 augustus 2003:
Cytomegalovirus-Immunoglobuline
Dimercaptopropaansulfonzuur
Trastuzumab
Per 1 juni 2003:
Factor VII (gewijzigd in Factor VII, eptacog alfa)
Per 1 april 2003:
Caspofungine
Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen
Natriumbenzoaat
Voriconazol
Per 1 februari 2003:
Darbopoetine
Per 1 december 2002:
Neomycine/Prednisolon blaasspoeling 1%/0,02%
Terlipressine
Per 1 oktober 2002:
Natriumchloride 30%
Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij mediastinitis
Rasburicase
Ringerlactaat
Per 1 juli 2002:
Colistine
Per 1 april 2002:
Kaliumbicarbonaat
Per 1 maart 2002:
Disopyramide, spuitenpomp voor volwassenen (reeds uit de handel)
Disopyramide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen (reeds uit de
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 28
handel)
Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen
Quinupristine/dalfopristine (reeds uit de handel)
Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen
Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel
Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel
Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus
Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus
Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 29
—> Vervallen
monografieën
De volgende monografieën zijn uit het handboek verwijderd:
Per 1 augustus 2013:
Esketamine forte, spuitenpomp voor volwassenen Intensive Care
(vervalt op verzoek van ICV)
Per 1 mei 2013:
Amfotericine B (lipidencomplex)
Pentobarbital
Pentobarbital, spuitenpomp voor volwassenen
Pentobarbital, spuitenpomp voor kinderen
Pentobarbital, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter
dan 5 kg
Pentobarbital, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder
dan 5 kg
Tolonium
Per 1 september 2012:
Propafenon (uit assortiment)
Per 1 juli 2012:
Fosfaat (uit assortiment)
Fosfaat, spuitenpomp voor volwassenen (uit assortiment)
Fosfaat, spuitenpomp voor kinderen (uit assortiment)
Fosfaat, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen (uit
assortiment)
Per 1 april 2012:
Totale parenterale voeding StructoKabiven (uit assortiment)
Per 1 februari 2012:
Kaliumbicarbonaat (uit assortiment)
Per 1 december 2011:
Drotrecogin alfa, geactiveerd (uit de handel)
Drotrecogin alfa, geactiveerd, spuitenpomp voor volwassenen (uit de
handel)
Drotrecogin alfa, geactiveerd, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen (uit de handel)
Per 1 september 2011:
Gammahydroxyboterzuur (uit assortiment)
Gammahydroxyboterzuur, spuitenpomp voor volwassenen (uit
assortiment)
Per 1 augustus 2011:
Calciumglubionaat (tijdelijk uit de handel)
Calciumglubionaat, spuitenpomp voor volwassenen (tijdelijk uit de
handel)
Per 1 juli 2011:
Foliumzuur (uit assortiment)
Tolazoline (uit assortiment)
Tolazoline, spuitenpomp voor kinderen (uit assortiment)
Tolazoline, doseringsschema spuitenpomp kinderen (uit assortiment)
Per 1 mei 2011:
Vamin 14 (uit assortiment)
Per 1 januari 2011:
Dihydralazine (uit de handel)
Dihydralazine, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel)
Per 1 oktober 2009:
Nalorfine (grondstof uit de handel)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 30
Per 1 mei 2009:
Perflutren (uit de handel)
Per 1 december 2008:
Atenolol (uit de handel)
Progesteron (uit de handel)
Terbutaline (uit de handel)
Per 1 oktober 2008:
Azathioprine (wordt niet op verpleegafdeling bereid)
Per 1 augustus 2008:
Chlooramfenicol (uit de handel)
Per 1 juni 2008:
Quinupristine/dalfopristine (uit de handel)
Per 1 april 2008:
Fusidinezuur (uit de handel)
Per 1 december 2007:
Aprotinine (uit de handel)
Aprotinine, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel)
Canrenoinezuur (uit de handel)
Disopyramide (uit de handel)
Disopyramide spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel)
Disopyramide doseringsschema spuitenpomp volw. (uit de handel)
Natriumkaliumfosfaat (zie Fosfaat)
Natriumkaliumfosfaat, spuitenpomp voor volw. (zie Fosfaat etc.)
Natriumkaliumfosfaat, spuitenpomp voor kinderen (zie Fosfaat etc.)
Natriumkaliumfosfaat, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
(zie Fosfaat etc.)
Per 1 augustus 2007:
Dextran 40 (uit de handel)
Per 1 april 2007:
Dimercaptopropaansulfonzuur (uit de handel)
Per 1 december 2006:
Fenol in glycerol (uit de handel)
Papaverine (uit de handel)
Per 1 oktober 2006:
Bupivacaine-epinefrine (uit de handel)
Per 1 juni 2006:
Gonadoreline (uit de handel)
Per 1 augustus 2005:
Indometacine (zie Ibuprofen)
Per 1 juni 2005:
Enalaprilaat (uit de handel)
Enalaprilaat, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel)
Per 1 februari 2005:
Guanethidine (uit het assortiment)
Per 1 december 2004:
Molgramostim (uit de handel)
Per 1 oktober 2004:
Protireline (uit de handel)
Per 1 augustus 2004:
Aminofylline (zie Theofylline)
Aminofylline, spuitenpomp voor volwassenen (zie Theofylline)
Aminofylline, doseringsschema spuitenpomp volw. (zie Theofylline)
Aminofylline, spuitenpomp voor kinderen (zie Theofylline)
Aminofylline, doseringsschema spuitenpomp kind. (zie Theofylline)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 31
Per 1 april 2004:
Omeprazol (is vervangen door Esomeprazol)
Per 1 december 2003:
Allopurinol (uit de handel)
Ritodrine (uit de handel)
Ritodrine, spuitenpomp voor volwassenen
Ritodrine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen
Per 1 oktober 2003:
Propranolol (uit de handel)
Per 1 augustus 2003:
Dimercaprol (uit de handel)
Per 1 juni 2003:
Carbacholine (uit de handel)
Per 1 december 2002:
Cimetidine (uit de handel)
Per 1 oktober 2002:
IJzersorbitolcitroenzuurcomplex (uit de handel)
Per 1 juli 2002:
Diazoxide
Diazoxide, spuitenpomp voor kinderen
Nicomorfine
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 32
Parenteralia A
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 33
Abatacept
Merknaam
Orencia®
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 250 mg abatacept poeder voor infusievloeistof
F.T.G.
Immunomodulantia
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 250 mg abatacept door omzwenken op in 10 ml water voor injecties. De
concentratie is 25 mg/ml.
Maak gebruik van de bijgesloten siliconenvrije spuit.
Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud om
schuimvorming te voorkomen
Toedieningsroute
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in
30 minuten via een steriel laag-eiwitbindend 1,2 µm filter.
Doseringen tot 1000 mg mogen aan 100 ml worden toegevoegd.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Koorts, rillingen, jeuk, urticaria, cardiopulmonaie reacties.
Bijwerkingen
Allergische reacties, hypertensie, hoofdpijn, duizeligheid, hoest, buikpijn,
misselijkheid, dyspepsie, urticaria, infecties, vermoeidheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2008
geen
Abatacept mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abatacept'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 34
Abciximab
Merknaam
Reopro®
Afleveringsvorm
Flacon met 10 mg = 5 ml (2 mg/ml) abciximab
F.T.G.
Trombocytenaggregatieremmers
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in 1 minuut
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%,
de toedieningssnelheid is 10 microg/minuut gedurende 12 uur
Abciximab mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met
andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen.
Abciximab dient onder zorgvuldige monitoring van de stollingstijd te
worden toegediend. Het verdient aanbeveling telling van trombocyten te
verrichten.
Bereidingen van abciximab dienen visueel gecontroleerd te worden op
deeltjes. Trek de benodigde hoeveelheid abciximab op in een spuit en
filtreer deze door het bijgeleverde 0,22 µm steriele filter (Millex GV) voor
toediening of toevoeging aan de infuusvloeistof.
Als gevolg van het productieproces kunnen sporen papaïne aanwezig zijn.
Bevat 0,15 mmol natrium per ml.
Acute reacties
Bloeding (in de eerste 36 uur), allergische reacties. Indien symptomen van
een allergische reactie zich openbaren, dient de toediening onmiddellijk te
worden gestaakt.
Bijwerkingen
Hypotensie, misselijkheid, braken, trombocytopenie, hematomen,
bradycardie, koorts, vasculaire afwijkingen, rugpijn.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2007
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abciximab'
Datum
Wijziging
01-02-2007
Toedieningsroute: onverdund in 1 minuut. Bijzonderheden: visuele controle op
deeltjes.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 35
Abciximab, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA bolus 60-140 kg*:
concentratie injectievloeistof 2 mg/ml
gewicht in kg
dosering in mg
aantal ml bolusinjectie
60
15
7,5 ml
65
16,25
8,1 ml
70
17,5
8,8 ml
75
18,75
9,4 ml
80
20
10,0 ml
85
21,25
10,6 ml
90
22,5
11,3 ml
95
23,75
11,9 ml
100
25
12,5 ml
105
26,25
13,1 ml
110
27,5
13,8 ml
115
28,75
14,4 ml
120
30
15,0 ml
125
31,25
15,6 ml
130
32,5
16,3 ml
135
33,75
16,9 ml
140
35
17,5 ml
* mondelinge informatie Lilly: studies gedaan tot 90 kg, casuistiek beschreven
tot 164 kg “experts”: bolus maximaliseren op 140 kg
DOSERINGSSCHEMA pomp:
neem 3,8 ml abciximab (2 mg/ml) en vul aan met 46,2 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 150 microg/ml
dosering in
pompstand in ml per
microgram/uur
uur*
60
450
3,0 ml/uur
65
488
3,3 ml/uur
70
525
3,5 ml/uur
75
563
3,8 ml/uur
> 80
600
4,0 ml/uur
* pompstand is afgerond op 1 decimaal achter de komma
gewicht in kg
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abciximab, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 36
Acetazolamide
Merknaam
Diamox®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg acetazolamide (als natriumzout) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Middelen bij glaucoom
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 500 mg acetazolamide op in 5 ml water voor injecties. De concentratie is
100 mg/ml.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 200 mg/min
Intraveneus als kortlopend infuus: 500 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl
0,9% of glucose 5%, in 15-30 minuten
Kinderen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 100 mg/min (ref. 17)
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een maximale concentratie van 50 mg/ml, in 30 minuten (maximale
concentratie bij vochtbeperking is 100 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Cimetidine, kaliumchloride, ranitidine
Bijzonderheden
-
Intramusculaire toediening is pijnlijk. Intraveneuze toediening heeft de
voorkeur.
De pH van de oplossing is ongeveer 9,2.
Bevat 4,2 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties
Rash, urticaria, koorts.
Bijwerkingen
Moeheid, verwardheid, tintelingen in tenen en vingers, verminderde eetlust,
gehoorstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetazolamide'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 37
Acetylcysteine
Merknaam
Acetylcysteine
Afleveringsvorm
Flacon met 5 gram = 25 ml (200 mg/ml) acetylcysteine
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
-
Intraveneus als kortlopend infuus verdund tot een oplossing van 50
mg/ml; in 15 minuten
Intraveneus als langlopend infuus toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of
NaCl 0,9%
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
benzylpenicilline, kanamycine, vancomycine
Infuus
-
dexamethason, epinefrine, gentamicine, isoprenaline, kaliumchloride,
lidocaine, natriumbicarbonaat, prednisolon, verapamil
Onverenigbaar met
Amfotericine B, ampicilline, erytromycine, tetracyclinen
Bijzonderheden
-
Doseringen bij paracetamolintoxicatie:
Oplaaddosis verdund tot een oplossing van 50 mg/ml: 150 mg/kg in 15
minuten.
Onderhoudsdosering: 50 mg/kg in 500 ml glucose 5% in 4-6 uur, zo nodig
herhalen.
Bij paracetamolintoxicatie geldt, dat acetylcysteine i.v. wordt toegediend
op geleide van de paracetamol-spiegel, tijd van inname en ingenomen
dosering in overleg met de ziekenhuisapotheker.
Acute reacties
Bronchoconstrictie, rash, jeuk, overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, koorts.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetylcysteine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Tijdelijke wijziging van afleveringsvorm in flacon met 2 gram = 10 ml (200
mg/ml) acetylcysteine. Bij bijzonderheden oplaaddosis gewijzigd in: 150
mg/kg in 200 ml glucose 5% in 15 minuten.
01-10-2009
Wijziging afleveringsvorm in flacon met 5 gram = 100 ml (50 mg/ml)
acetylcysteine.
01-03-2011
Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus in 15 minuten en
Intraveneus als langlopend infuus toegevoegd aan 500 ml glucose 5%. Bij
Bijzonderheden: Oplaaddosis: 150 mg/kg in 15 minuten.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 38
01-01-2012
Afleveringsvorm: Flacon met 5 gram = 25 ml (200 mg/ml) acetylcysteine.
Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus verdund tot een
oplossing van 50 mg/ml; in 15 minuten. Intraveneus als langlopend infuus
toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%. Bijzonderheden:
Oplaaddosis verdund tot een oplossing van 50 mg/ml: 150 mg/kg in 15
minuten. Verwijderd “(Cito-bepaling)” en “Bevat 3,1 mmol natrium per ml”.
Bij paracetamolintoxicatie overleg met de ziekenhuisapotheker.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 39
Acetylsalicylzuur
Merknaam
Aspegic®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg acetylsalicylzuur (als lysine) poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Analgetica
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 500 mg acetylsalicylzuur op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 100
mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na oplossen 24 uur bij 200C.
Bijzonderheden
-
Intramusculair: onverdund, diep spuiten
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneuze toediening verdient de voorkeur boven intramusculaire
toediening.
Kan eventueel met NaCl 0,9% opgelost of verdund worden.
Acute reacties
Zelden urticaria, angio-oedeem, rhinitis; bij astma-patiënten vaker.
Bijwerkingen
Duizeligheid, tinnitus, doofheid, verwardheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2003
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetylsalicylzuur'
Datum
Wijziging
01-10-2003
Oplossen of verdunnen met NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 40
Aciclovir
Merknaam
Aciclovir
Afleveringsvorm
Flacon met 250 mg aciclovir (als natriumzout) poeder voor infusievloeistof
F.T.G.
Antivirale middelen
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden
Los 250 mg aciclovir op in 10 ml water voor injecties of NaCl 0,9%. De
concentratie is 25 mg/ml.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, tot een concentratie van maximaal 5 mg/ml, in 1 uur
Kinderen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 5 mg/ml, in 1 uur (maximale concentratie bij
vochtbeperking is 7 mg/ml) (ref. 17)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof (tot 5 mg/ml): 24 uur bij 20°C
Bij bewaren bij 4°C kan aciclovir uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, amikacine, amoxicilline, ampicilline, benzylpenicilline,
cefalosporinen, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, corticosteroïden,
co-trimoxazol, doxycycline, erytromycine, filgrastim, gentamicine,
heparine, imipenem, kaliumchloride, lorazepam, magnesiumsulfaat,
metoclopramide, metronidazol, natriumbicarbonaat, penicillinen, ranitidine,
theofylline, tobramycine, vancomycine, zidovudine
Infuus
-
famotidine, fluconazol
Onverenigbaar met
Ciclosporine, dobutamine, dopamine, foscarnet, morfine, ondansetron,
pethidine
Bijzonderheden
-
-
Aciclovir kan, bij snelle toediening, stijging van ureum- en
creatininespiegels in het bloed veroorzaken door uitkristallisatie in de nier.
Om dit effect te voorkomen dient aciclovir niet te worden gegeven als
intraveneuze bolusinjectie, maar als kortlopend infuus.
Bij concentraties hoger dan 5 mg/ml is de kans op tromboflebitis groter.
Bevat 8,5 mmol natrium per 1000 mg.
De pH van de oplossing is ongeveer 11.
Acute reacties
Koorts, rash.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, dorstgevoel.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 41
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Aciclovir'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Afleveringsvorm veranderd in 250 mg poeder voor infusievloeistof en
informatie onder de kopjes Oplosmiddel en Bereiden toegevoegd.
01-06-2009
Ciclosporine toegevoegd aan Onverenigbaar met.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 42
Adenosine
Merknaam
Adenosine
Afleveringsvorm
Ampul met 15 mg = 5 ml (3 mg/ml) adenosine
F.T.G.
Anti-aritmica
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 seconden, direct in de vene
of in een catheter/infusielijn gevolgd door een snelle flush met NaCl 0,9%
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bij bewaren bij 4°C kan adenosine uitkristalliseren.
Bijzonderheden
-
I.v.m. de korte plasma-halfwaardetijd (<10 seconden) is snelle toediening
van adenosine noodzakelijk.
Bij langzame toediening kan reflextachycardie optreden als gevolg van
systemische vasodilatatie.
Bij gelijktijdig gebruik van dipyridamol dient de dosering van adenosine
sterk te worden verlaagd.
Acute reacties
Flushing, duizeligheid: vanwege korte halfwaardetijd van voorbijgaande aard
(ongeveer 1 minuut).
Bijwerkingen
Hoofdpijn, dyspnoe, aritmieën: vanwege korte halfwaardetijd van
voorbijgaande aard (ongeveer 1 minuut).
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adenosine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-01-2011
Ampul met 40 microg = 10 ml is uit het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 43
Adrenaline
Merknaam
Adrenaline, epinefrine
Afleveringsvorm
Ampul met 3 mg = 10 ml (0,3 mg/ml), 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) en 1 mg = 10
ml (0,1 mg/ml) adrenaline (als waterstoftartraat)
F.T.G.
Sympathicomimetica
Toedieningsroute
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 20 microg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp adrenaline
Intracardiaal: onverdund (0,1 mg/ml)
Intratracheaal (0,3 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
I.V./Infusie: G-VPK
I.V. Kinderen: IC-arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof (tot 200 microg/ml): 6 uur bij 20°C, buiten
invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5% en 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
atracurium, calciumzouten, famotidine, fytomenadion, heparine,
hydrocortison, kaliumchloride, lorazepam, midazolam, morfine,
nicardipine, nitroglycerine, norepinefrine, pancuronium, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, cimetidine, dobutamine, doxapram, furosemide, milrinon,
ranitidine, verapamil
Y-site
-
ampicilline, diazepam, thiopental
Infuus
-
benzylpenicilline, natriumbicarbonaat, pentobarbital, suxamethonium,
tetracycline, theofylline
Bijzonderheden
-
Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken.
Niet toedienen als de oplossing verkleurd is.
Acute reacties
Ritmestoornissen, hypertensie.
Bijwerkingen
Angst, rusteloosheid, hoofdpijn, tremoren, duizeligheid, bleekheid,
hyperglycemie, subcutis en necrose van de huid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline'
Datum
Wijziging
01-03-2002
De ampul van 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) is uit het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 44
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-08-2013
Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 45
Adrenaline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 10 ampullen (10 ml=10 mg) met 40 ml glucose 5%.
De eindconcentratie is 0,2 mg/ml (=200 microg/ml)
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-4 ml/uur
Zie doseringsschema adrenaline
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk, vergroot de
prikkelbaarheid van het hart, verwijdt de luchtwegen
Indicatie: hartstilstand, shock, bronchospasmen
Bijwerking: ritmestoornissen, hyperglycemie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Voor de bereiding zijn nu 10 ampullen nodig van 1 mg/ml.
01-08-2013
Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 46
Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,2 mg/ml
ml/uur
microg/kg/minuut
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
0,1
0,007
0,006
0,005
0,004
0,004
0,5
0,033
0,027
0,024
0,021
0,019
1
0,07
0,06
0,05
0,04
0,04
2
0,13
0,11
0,10
0,08
0,07
3
0,20
0,17
0,14
0,13
0,11
4
0,27
0,22
0,19
0,17
0,15
5
0,33
0,28
0,24
0,21
0,19
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
01-08-2013
Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 47
Adrenaline, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 20 kg: Voeg 3 mg = 30 ml toe aan 20 ml glucose; de eindconcentratie is
0,06 mg/ml, 50 ml
> 20 kg: Voeg 10 mg = 10 ml toe aan 40 ml NaCl 0,9% of glucose; de
eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 6 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Zie doseringsschema adrenaline
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk, vergroot de
prikkelbaarheid van het hart, verwijdt de luchtwegen
Indicatie: hartstilstand, distributieve shock, bronchospasmen
Bijwerking: ritmestoornissen, hyperglycemie, subcutis en necrose op
injectieplaats
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-08-2013
Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 48
Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 20 KG (60 microg/ml)
Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
ml/uur
microg/kg/min
1 kg
2 kg
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
0,05
0,1
0,1
0,3
0,5
0,8
1,0
0,10
0,1
0,2
0,5
1,0
1,5
2,0
0,15
0,2
0,3
0,8
1,5
2,3
3,0
0,20
0,2
0,4
1,0
2,0
3,0
4,0
0,25
0,3
0,5
1,3
2,5
3,8
5,0
0,30
0,3
0,6
1,5
3,0
4,5
6,0
0,35
0,4
0,7
1,8
3,5
5,3
7,0
0,40
0,4
0,8
2,0
4,0
6,0
8,0
0,45
0,5
0,9
2,3
4,5
6,8
9,0
0,50
0,5
1,0
2,5
5,0
7,5
10,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 20 KG'
Datum
Wijziging
01-08-2013
Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 49
Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml)
Rekendosering: 0,33 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
0,05
0,3
0,4
0,5
0,6
0,8
0,10
0,6
0,8
0,9
1,2
1,5
0,15
0,9
1,1
1,4
1,8
2,3
0,20
1,2
1,5
1,8
2,4
3,0
0,25
1,5
1,9
2,3
3,0
3,8
0,30
1,8
2,3
2,7
3,6
4,5
0,35
2,1
2,6
3,2
4,2
5,3
0,40
2,4
3,0
3,6
4,8
6,0
0,45
2,7
3,4
4,1
5,4
6,8
0,50
3,0
3,8
4,5
6,0
7,5
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 20 KG'
Datum
Wijziging
01-08-2013
Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 50
Albumine
Merknaam
Cealb®
Afleveringsvorm
Flacon met 2 gram = 10 ml en 20 gram = 100 ml (200 mg/ml) humaan
plasma-eiwit, waarvan ten minste 95% albumine
F.T.G.
Bloedproducten en plasmavervangingsmiddelen
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: onverdund of verdund in NaCl 0,9% of glucose 5%. De
dosis, de toedieningssnelheid en de duur van de therapie zijn afhankelijk van
de conditie van de patiënt.
Onverdund: maximaal 120 ml/uur. Verdund tot iso-oncotische oplossing: max.
200-250 ml/uur.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 3 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5% en 10%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijzonderheden
-
Albumine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Direct voor toediening vaststellen dat de oplossing niet troebel is.
Bij voorkeur het product op kamertemperatuur laten komen voor
toedienen.
Nauwgezette controle van centraal veneuze druk is noodzakelijk om het
risico op circulatoire overvulling te voorkomen.
Een concentratie van 4-5% is iso-oncotisch.
Bevat 14,5 mmol natrium per 100 ml.
Acute reacties
Ten gevolge van te snelle toediening: hypertensie, hypervolemie, flushing.
Bijwerkingen
Zelden koorts en rillingen, braken, gevolgd door transpiratie, urticaria.
Ernstige overgevoeligheidsreacties met shock zijn zeer zeldzaam.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Albumine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 51
Alemtuzumab
Merknaam
MabCampath®
Afleveringsvorm
Flacon met 30 mg = 1 ml alemtuzumab concentraat voor oplossing voor
intraveneuze infusie.
F.T.G.
Immunomodulantia
Bereiden
Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Toedieningsroute
-
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
in 2 uur
Subcutaan: onverdund, langzaam, in 1 tot 2 minuten
Toedieningscategorie
Subcutaan categorie A
Intraveneus categorie B
Bekwaamheidsniveau
VPK-arts
Houdbaarheid
Koel bewaren. Na openen ampul direct gebruiken.
Na verdunnen gedurende maximaal 8 uur houdbaar in de koelkast.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Acute reacties
Hypotensie, koude rillingen, koorts, kortademigheid, huiduitslag en
bronchospasmen. Allergische of overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Hypotensie, misselijkheid, urticaria, huiduitslag, koorts, koude rillingen,
braken, vermoeidheid, dyspnoe, hoofdpijn, pruritis, diarree, trombocytopenie,
granulocytopenie, anemie, sepsis, herpes simplexinfectie, CMV-infectie,
pneumonie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2009
01-02-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alemtuzumab'
Datum
Wijziging
01-02-2012
Nieuw kopje Bereiden: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 52
Alfacalcidol
Merknaam
Etalpha®
Afleveringsvorm
Ampul met 1 microg = 0,5 ml (2 microg/ml) alfacalcidol
F.T.G.
Vitamines
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: de toedieningsnelheid is 2 microg/minuut
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
De injectievloeistof bevat propyleenglycol. Voor gebruik tenminste 5 seconden
goed schudden.
Bijwerkingen
Ten gevolge van hoge doses: hypercalciëmie met spierzwakte, hoofdpijn en
braken.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2007
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alfacalcidol'
Datum
Wijziging
01-04-2007
Bij bijzonderheden toegevoegd: Voor gebruik tenminste 5 seconden goed
schudden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 53
Alfentanil
Merknaam
Rapifen®
Afleveringsvorm
Ampul met 1 mg = 2 ml en 5 mg = 10 ml (0,5 mg/ml) alfentanil (als
hydrochloride)
F.T.G.
Analgetica, Opioiden
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1
mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: toegevoegd aan NaCl 0,9% of
glucose 5%
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: IC
I.V. kinderen: IC-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
etomidaat
Infuus
-
Onverenigbaar met
atracurium
Y-site
-
thiopental
Bijzonderheden
Alfentanil valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Bijwerkingen
Ademhalingsdepressie, bradycardie, spierrigiditeit. Spierrigiditeit bij lagere
doses kan worden voorkomen door langzaam intraveneus te injecteren.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alfentanil'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 54
Alprostadil
Merknaam
Prostin® VR
Afleveringsvorm
Ampul met 0,5 mg = 1 ml (0,5 mg/ml) alprostadil in ethanol,
infusieconcentraat
F.T.G.
Prostaglandinen
Toedieningsroute
Intraveneus of intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie
geneesmiddelprotocol spuitenpomp alprostadil
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
Alprostadil mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Alprostadil moet onder bewaking van de arteriële bloeddruk en de
ademhaling worden toegediend.
Prostin® VR is officieel sedert 1997 uit de handel, de fabrikant stelt het
echter op verzoek rechtstreeks aan ziekenhuizen beschikbaar.
Acute reacties
Apnoe.
Bijwerkingen
Bradycardie, pyrexie, hypotensie, stuipen, roodheid van het gelaat.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 55
Alprostadil, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 1 ampul (1 ml=0,5 mg) alprostadil met 49 ml NaCl 0,9% of glucose 5%.
De eindconcentratie is 10 microg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-3 ml/uur (0,01-0,4 microg/kg/minuut)
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt sterk vaatverwijdend, remt de trombocytenaggregatie
Indicatie: openhouden van ductus arteriosus bij pasgeborenen met
congenitale hartafwijkingen; hemodynamisch ernstige pulmonale
hypertensie
Contraindicatie: overgevoeligheid, ademhalingsmoeilijkheden
Bijwerking: koorts, apnoe, bradycardie of tachycardie, convulsies,
hypotensie, hypokaliemie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 56
Alprostadil, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 0,15 mg = 0,3 ml alprostadil toe aan 50 ml glucose.
De eindconcentratie is 3 microg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Gebruikelijke doseringen: 0,05-0,1 microg/kg/minuut
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt sterk vaatverwijdend, remt de trombocyten-aggregatie
Indicatie: openhouden van ductus arteriosus bij pasgeborenen met
congenitale hartafwijkingen; hemodynamisch ernstige pulmonale
hypertensie
Contraindicatie: overgevoeligheid, ademhalingsmoeilijkheden
Bijwerking: koorts, apnoe, bradycardie of tachycardie, convulsies,
hypotensie, hypokaliemie, roodheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2007
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-06-2007
Bij Bereiden zijn de hoeveelheden gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 57
Alprostadil, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (3 microg/ml)
Rekendosering: 0,05 microg/kg/min ~ 1 ml/kg/uur
microg/kg/min
Beheergegevens
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,05
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
0,06
1,2
2,4
3,6
4,8
6,0
0,07
1,4
2,8
4,2
5,6
7,0
0,08
1,6
3,2
4,8
6,4
8,0
0,09
1,8
3,6
5,4
7,2
9,0
0,1
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 58
Alteplase
Merknaam
Actilyse®, rt-PA
Afleveringsvorm
Flacon met 20 mg en 50 mg alteplase poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Trombolytica
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 20 mg en 50 mg alteplase op in respectievelijk 20 ml en 50 ml
oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml. Steek de bijgeleverde mengcanule
eerst in de flacon met oplosmiddel en daarna in de flacon met alteplase
(onderdruk).
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp alteplase
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
Alteplase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Werking wordt gecoupeerd door tranexaminezuur (Cyklokapron®).
Voor toediening THR, CT, PT en fibrinogeen bepalen.
De pH van de oplossing is ongeveer 7,3.
Acute reacties
Bloedingen, meestal op de injectieplaats, kunnen voorkomen.
Bijwerkingen
Zelden misselijkheid, braken, koorts, hypotensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 59
Alteplase, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 50 mg alteplase op in 50 ml water voor injecties (bijgeleverd). De
concentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid
8 uur bij kamertemperatuur
24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijk toedieningsschema (maximaal 100 mg=100 ml) is:
Acuut myocardinfarct
-
Bolusinjectie: 15 mg=15 ml,
gevolgd door infusie van 0,75 mg/kg gedurende 30 minuten (max. 50
mg=50 ml) (Gebruikelijke pompstanden zijn: 90-100 ml/uur),
gevolgd door infusie van 0,50 mg/kg gedurende 60 minuten (max. 35
mg=35 ml) (Gebruikelijke pompstanden zijn: 25-35 ml/uur).
Longembolie
-
Bolusinjectie: 10 mg = 10 ml in 1-2 minuten,
gevolgd door infusie van 90 mg in 2 uur (lichaamsgewicht < 65 kg: totale
dosis 1,5 mg/kg)
Ischemisch CVA
-
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
0,9 mg/kg, maximaal 90 mg, 10% als bolusinjectie 1-2 minuten en 90%
continu infuus in 60 minuten
Werking: werkt thrombolytisch
Indicatie: acuut myocardinfarct, longembolie, ischemisch CVA, bij contraindicatie streptokinase
Contraindicatie: manifeste of recente inwendige bloedingen, recent (< 10
dagen) ernstig trauma of operatie, cerebrale bloeding of intracerebrale of
intraspinale operatie (< 2 maanden), ernstige hypertensie,
leverinsufficiëntie
Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, aritmieën
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-07-2011
Bij Toedienen via spuitenpomp toegevoegd subkopjes: longembolie en
ischemisch CVA. Bij Eigenschappen geneesmiddel Indicatie toegevoegd:
longembolie en ischemisch CVA.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 60
Alteplase, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Los 50 mg alteplase op in 50 ml water voor injecties (bijgeleverd). De
concentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C of 24 uur bij
4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke doseringen (12):
- intraveneus als bolusinjectie: 0,5 mg/kg, langzaam
- gevolgd door infusie van 0,2 mg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt thrombolytisch
Indicatie: acuut myocardinfarct, bij contra-indicatie streptokinase (12)
Contraindicatie: manifeste of recente inwendige bloedingen, recent (< 10
dagen) ernstig trauma of operatie, cerebrale bloeding of intracerebrale of
intraspinale operatie (< 2 maanden), ernstige hypertensie,
leverinsufficiëntie
Bijwerking: bloedingen, allergische reacties, koorts, hypotensie, aritmieën
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 61
Alteplase, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1 mg/ml)
Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur
0,2
Beheergegevens
ml/uur
1 kg
2 kg
5 kg
10
kg
20
kg
25
kg
30
kg
50
kg
0,2
0,4
1,0
2,0
4,0
5,0
6,0
10,0
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 62
Amfotericine B
Merknaam
Fungizone®
Afleveringsvorm
Flacon met 50 mg amfotericine B poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Antimycotica
Oplosmiddel
Water voor injecties, glucose 5%
Bereiden
Los 50 mg amfotericine B op in 10 ml water voor injecties of glucose 5%. De
concentratie is 5 mg/ml. Voorzichtig omzwenken totdat de vloeistof helder is.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als langlopend infuus: 20-50 mg toegevoegd aan 500 ml
glucose 5% tot een concentratie van 0,1 mg/ml, in 2-6 uur
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een
concentratie van 0,1 – 1,4 mg/ml
Kinderen
-
Intraveneus als langlopend infuus: 50 mg toegevoegd aan 500 ml glucose
5% tot een concentratie van 0,1 mg/ml, in 6 uur (maximale concentratie
bij vochtbeperking is ook 0,1 mg/ml, eventueel kan via een centrale lijn
een maximale concentratie van 0,25 mg/ml toegediend worden in 2-6 uur)
(ref. 17)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 25°C
Buiten invloed van licht bewaren. Tijdens toediening hoeft de oplossing niet
tegen invloed van licht beschermd te worden bij een concentratie gelijk of <
0,1 mg/ml.
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
diltiazem, famotidine, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
heparine
Y-site
-
allopurinol, enalaprilaat, filgrastim, fluconazol, foscarnet, granisetron,
ondansetron, piperacilline, propofol
Infuus
Bijzonderheden
-
amikacine, calciumchloride, calciumgluconaat, chloorpromazine,
cimetidine, dopamine, gentamicine, kaliumchloride, kanamycine,
magnesiumsulfaat, meropenem, penicillinen, prochloorperazine, ranitidine,
streptomycine, verapamil
-
Eventueel kan een testdosis gegeven worden: 1 mg in 20 ml glucose 5%,
in 15 minuten intraveneus.
Amfotericine B kan tromboflebitis veroorzaken. De kans hierop is minder
groot bij langzame toediening en een concentratie van 0,1 mg/ml.
In bijzondere situaties kan het volume verminderd worden tot 250 ml. Om
de kans op tromboflebitis te verminderen, wordt toediening via een
centrale lijn aanbevolen. Inlooptijden van 2-6 uur zijn beschreven.
Amfotericine B kan, indien noodzakelijk, gefiltreerd worden door een 1,2
μm filter.
LET OP: niet verwisselen met liposomaal amfotericine B (Ambisome)
-
-
Bijwerkingen
Tromboflebitis, hoofdpijn, anorexie, misselijkheid, braken, spier- en
gewrichtspijn, koorts, koude rillingen, nierfunctiestoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
Agnes Veldkamp
pagina 63
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amfotericine B'
Datum
Wijziging
01-10-2007
Toegevoegd bij toedieningsroute volwassenen: Intraveneus als continu infuus
en bij houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 25°C
01-12-2007
Toevoeging houdbaarheid: bij een concentratie gelijk of < 0,1 mg/l
01-09-2010
Houdbaarheid: Tijdens toediening hoeft de oplossing niet tegen invloed van
licht beschermd te worden bij een concentratie gelijk of < 0,1 mg/ml.
01-01-2013
Bij Bijzonderheden verwijderd: Amfotericine B mag niet tegelijk met andere
infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
01-05-2013
Bij Bijzonderheden toegevoegd: LET OP: niet verwisselen met liposomaal
amfotericine B (Ambisome).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 64
Amfotericine B in liposomen
Merknaam
Ambisome®
Afleveringsvorm
Flacon met 50 mg poeder amfotericine B in liposomen, poeder voor infusie
F.T.G.
Antimycotica
Bereiden
-
-
-
LET OP: amfotericine B in liposomen is onverenigbaar met NaCl
Voeg aan de flacon amfotericine B in liposomen 12 ml steriel water voor
injectie toe. De concentratie wordt 4 mg/ml. De flacon dient onmiddellijk
goed geschud te worden gedurende tenminste 30 seconden.
Bereken hoeveel ml opgetrokken moet worden en bepaal aan hoeveel ml
glucose 5% de amfotericine B in liposomen moet worden toegevoegd. De
concentratie dient tussen de 0,2 en 2,0 mg/ml amfotericine B in liposomen
te zijn (meestal 50-100 ml glucose 5%).
De Ambisome oplossing dient via het bijgeleverde 5-micron filter
toegevoegd te worden aan de glucose-oplossing.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur in de koelkast
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Bijzonderheden
-
Intraveneus als infuus in 30-60 minuten: toegevoegd aan 50-100 ml
glucose 5%.
Amfotericine B in liposomen mag niet tegelijk met NaCl en andere
infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend
LET OP: niet verwisselen met amfotericine B (Fungizone)
Acute reacties
Koorts en rillingen, anafylactische reacties
Bijwerkingen
Hypotensie, hoofdpijn, convulsies, misselijkheid, braken, diarree, buikpijn,
vermindering van de nierfunctie, tachycardie, bilirubinemie, afwijkende
leverfunctiewaarden, hypokaliemie, dyspnoe, huiduitslag.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2009
01-05-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amfotericine B in liposomen'
Datum
Wijziging
01-03-2010
Bij Bereiden toegevoegd: De Ambisome oplossing dient via het bijgeleverde 5micron filter toegevoegd te worden aan de glucose-oplossing.
01-03-2011
Bij Bereiden toegevoegd: LET OP: amfotericine B in liposomen is
onverenigbaar met NaCl.
01-05-2013
Bij Bijzonderheden toegevoegd: LET OP: niet verwisselen met amfotericine B
(Fungizone).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 65
Amikacine
Merknaam
Amukin®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) en 500 mg = 2 ml (250 mg/ml)
amikacine (als sulfaat)
F.T.G.
Aminoglycosiden
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 30-60 minuten
Kinderen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 5 mg/ml, in 30-60 minuten
Intrathecaal: 100 mg = 0,4 ml toevoegen aan 9,6 ml NaCl 0,9%, de
concentratie is 10 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof (0,25-5,0 mg/ml): 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, glucose 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, amiodaron, enalaprilaat, esmolol, filgrastim, foscarnet, labetalol,
magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, ondansetron,
piperacilline/tazobactam, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
calciumzouten, chlooramfenicol, ciclosporine, cimetidine, ciprofloxacine,
clindamycine, dexamethason, doxapram, epinefrine, fenobarbital,
fluconazol, furosemide, hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine,
metronidazol, natriumbicarbonaat, norepinefrine, pentobarbital,
promethazine, ranitidine, suxamethonium, vancomycine, verapamil
Y-site
-
allopurinol, propofol
Infuus
-
amfotericine B, cefalosporinen, fenytoine, heparine, penicillinen, thiopental
Bijzonderheden
Bevat natriumbisulfiet.
Acute reacties
Rash, urticaria.
Bijwerkingen
Nefrotoxiciteit, ototoxiciteit en neurotoxiciteit.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amikacine'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Wijziging toedieningsroute bij kinderen intraveneus als kortlopend infuus.
01-08-2007
Piperacilline/tazobactam toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site).
01-02-2014
Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide. Onverenigbaar met Y-site
toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 66
Amiodaron
Merknaam
Cordarone®
Afleveringsvorm
Ampul met 150 mg = 3 ml (50 mg/ml) amiodaron-hydrochloride
F.T.G.
Anti-aritmica
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/kg, in tenminste 3 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: 300 mg = 6 ml toegevoegd aan 100 ml
glucose 5% in 20 minuten
- Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml glucose 5%, in 20 minuten
tot 2 uur
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp amiodaron
Kinderen (zie ook bijzonderheden)
- Intraveneus als kortlopend infuus, toegevoegd aan 5% glucose, tot een
concentratie van 3 mg/ml ter voorkoming van lokale reacties
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
I.V. Kinderen: arts
Infusie: VPK
Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amikacine, benzylpenicilline, clindamycine, dopamine, doxycycline,
erytromycine, esmolol, fentolamine, gentamicine, insuline, labetalol,
midazolam, metronidazol, morfine, nitroglycerine, norepinefrine,
tobramycine, vancomycine
Infuus
-
Onverenigbaar met
dobutamine, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, procainamide,
verapamil
Y-site
-
cefazoline, heparine, natriumbicarbonaat, theofylline
Infuus
Bijzonderheden
-
flucloxacilline, furosemide
-
Het gebruik bij kinderen < 3 jaar wordt door de fabrikant afgeraden
wegens de aanwezigheid van benzylalcohol en het hiermee geassocieerd
“gasping” syndroom.
Bevat benzylalcohol en polysorbaat: het aantal druppels per ml is daardoor
afwijkend van normaal!
Intraveneuze infusie van amiodaron kan tromboflebitis veroorzaken:
toediening dient plaats te vinden via een centrale lijn.
Amiodaron moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend; in verband met hemodynamische complicaties mag de
tweede bolusinjectie niet binnen 15 minuten na de eerste worden
toegediend
-
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties, blozen, transpireren, hypotensie, shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, maagdarmklachten.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2011
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 67
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amiodaron'
Datum
Wijziging
01-12-2002
Toegevoegd aan Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus.
01-06-2007
Toevoeging over kinderen bij Toedieningsroute en Bijzonderheden.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2011
Infuusvloeistoffen: Glucose 5%
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 68
Amiodaron, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Oplaaddosis: meng 2 ampullen (6 ml=300 mg) met 18 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 12,5 mg/ml
Onderhoudsdosis: meng 4 ampullen (12 ml=600 mg) met 36 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 12,5 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
-
Oplaaddosis: Pompstand is 72 ml/uur gedurende 20 minuten (24 ml=300
mg in 20 minuten)
Onderhoudsdosis: Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-6 ml/uur
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: anti-arrhytmische werking met een zeer lange halfwaardetijd
Indicatie: 2e keus bij boezemfibrilleren, supraventriculaire tachycardie,
ventriculaire ritmestoornissen
Bijwerkingen: bradycardie, vertraging AV-geleiding, verlenging QT-tijd,
schildklierafwijkingen, leverfunctiestoornissen, pulmonale fibrose, huid- en
oogafwijkingen
Interakties: versterkt de werking van acenocoumarol en fenprocoumon,
verhoogt de digoxine-spiegel
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amiodaron, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-12-2011
Bij Bereiden gewijzigd: mengen met glucose 5% i.p.v. NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 69
Amoxicilline
Merknaam
Clamoxyl®
Afleveringsvorm
Flacon met 250 mg en 1000 mg amoxicilline (als natriumzout) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Penicillinen
Oplosmiddel
Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook
NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden
Volwassenen
Toedienings
route
grootte
flacon
mg
ml
ml
mg/ml
I.M.
250
1,5
1,7
150
1000
5
5,8
170
I.V./ Infusie
toe te
voegen
water
verkregen eindconcenoplossing
tratie
250
5
5,2
50
1000
20
20,8
50
grootte
flacon
toe te
voegen
water
mg
ml
250
1000
Kinderen
Toedienings
route
I.V./Infusie
verkregen eindconcenoplossing
tratie
ml
mg/ml
2,5
2,7
100
10
10,8
100
De verkregen oplossing, indien nodig, direct doorverdunnen in de
infuusvloeistof.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund, langzaam
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 1000 mg, in 3-4 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: 1000 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl
0,9%, in tenminste 30 minuten (30-60 minuten)
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen
Kinderen
-
Intramusculair: onverdund, langzaam
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: de oplossing verdund met NaCl 0,9%
tot een concentratie van 25 mg/ml (neonatologie tot 50 mg/ml), in 30
minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 25 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund: direct voor gebruik bereiden.
Na verdunnen (10 mg/ml) in NaCl 0,9%: 8 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
Y-site
Handboek Parenteralia VUmc
aciclovir, metronidazol
aminoglycosiden, glucose 5%, heparine, imipenem-cilastine, midazolam,
geprint op 28 januari 2014
pagina 70
natriumbicarbonaat
Infuus
Bijzonderheden
-
ciprofloxacine
-
Bij éénmalige toediening van meer dan 1000 mg (volwassenen) of 25
mg/kg (kinderen) dient de inlooptijd van het infuus minstens 30 minuten
te bedragen.
Aan amoxicilline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie,
lidocaine 1% worden toegevoegd. In enkele gevallen ontstaat een
troebeling. De oplossing dan niet gebruiken.
Na oplossen in water voor injectie kan een voorbijgaande kleurverandering
optreden; de oplossing zal snel daarna helder worden.
Bevat 3,4 mmol natrium per 1000 mg.
-
-
Acute reacties
Urticaria, zelden anafylactische shock.
Bijwerkingen
Diarree, koorts.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp.
01-04-2005
Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%.
01-10-2009
Toegevoegd aan onverenigbaar met (y-site): imipenem-cilastine.
01-01-2011
Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: metronidazol.
01-02-2014
Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: heparine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 71
Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 2 flacons (= 2 gram) amoxicilline op in 2x 10 ml water voor injecties. Vul
aan met 28 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 41,7 mg/ml
Houdbaarheid
8 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld
Gebruikelijke pompstand is: 6 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2004
geen
Werking: bactericide antibioticum
Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen
Contraindicatie: overgevoeligheid
Bijwerking: anafylactische reacties
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 72
Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 2 g (41,7 mg/ml)
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
g/24 uur
4
4
6
6
8
8
10
10
12
12
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2006
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 73
Amoxicilline/clavulaanzuur
Merknaam
Augmentin®
Afleveringsvorm
Flacon met 500/50 mg en 1000/200 mg amoxicilline (als
natriumzout)/clavulaanzuur (als kaliumzout) poeder voor injectievloeistof
Let op: vaak wordt de dosering gecombineerd aangeduid als 550,
resp. 1200 mg
F.T.G.
Penicillinen, combinatiepreparaat
Oplosmiddel
Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook
NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald).
Bereiden
Volwassenen
Toedienings
route
I.V.
Infusie
grootte
flacon
toe te
voegen
oplosmiddel
verkregen
oplossing
eindconcentratie
amox. clav.
mg
ml
ml
mg/ml
500/50
10
10,45
50
5
1000/200
20
20,25
50
10
500/50
25
25
20
2
1000/200
20
20,25
50
10
grootte
flacon
toe te
voegen
oplosmiddel
verkregen
oplossing
eindconcentratie
amox. clav.
mg
ml
ml
mg/ml
Kinderen
Toedienings
route
I.V.
Toedieningsroute
500/50
5
5,2
100
10
1000/200
10
10,2
100
20
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: 500/50 mg toegevoegd aan 50 ml NaCl
0,9%, 1000/200 toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: de oplossing verdund met NaCl 0,9%
tot een concentratie van 25/5 mg/ml (neonatologie flacon 500/50 tot
50/5), in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 25/5
mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund: binnen 15 minuten toedienen.
Na verdunnen in NaCl 0,9%: moet binnen 60 minuten geheel zijn toegediend.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
atosiban, glucose 5%, natriumbicarbonaat
Y-site
-
aminoglycosiden, ciprofloxacine, midazolam
Infuus
Handboek Parenteralia VUmc
glucose 5%, natriumbicarbonaat
geprint op 28 januari 2014
pagina 74
Bijzonderheden
-
-
Bij éénmalige toediening van meer dan 1000/200 mg (volwassenen) of
25/2,5 mg/kg (aan kinderen) dient de inlooptijd van het infuus minstens
30 minuten te bedragen.
Na oplossen in water voor injectie kan een voorbijgaande kleurverandering
optreden; de oplossing wordt daarna weer helder.
Bevat 3,4 mmol natrium per 1000 mg amoxicilline en 5 mmol kalium per
1000 mg clavulaanzuur.
Acute reacties
Rash, urticaria, zelden anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, maagdarmstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline/clavulaanzuur'
Datum
Wijziging
01-12-2003
Vanwege onduidelijkheid over de sterkte van de verkregen oplossingen is een
toelichting toegevoegd.
01-02-2005
Atosiban toegevoegd aan “Verenigbaar met”.
01-04-2005
Aanvullingen in verband met gebruik oplosmiddel NaCl 0,9% bij kortlopende
of continue infuus (m.b.v. transfernaald)
01-03-2009
Flacon 1000/100 is gewijizigd in 1000/200. De bereidingstabel en
toedieningsroute is aangepast.
01-08-2009
Ciprofloxacine onder het kopje “Onverenigbaar met” gewijzigd van infuus in Ysite.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 75
Anidulafungine
Merknaam
Ecalta®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze
infusie
F.T.G.
Antimycotica
Bereiden
Los 100 mg anidulafungine op in 30 ml water voor injectie. De oplossing bevat
3,33 mg/ml anidulafungin.
Deze oplossing dient verder verdund te worden met 100 ml NaCl 0,9% of met
glucose 5%. De concentratie van de infuusoplossing is 0,77 mg/ml. De
aanbevolen infuussnelheid is 1,4 ml/min.
Toedieningsroute
Intraveneus
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
De gereconstitueerde oplossing moet binnen 1 uur verder verdund worden en
binnen 24 uur toegediend worden.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9% en glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Anidulafungine is niet verenigbaar met andere geneesmiddelen of
elektrolytoplossingen.
Bijzonderheden
De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes zijn.
Acute reacties
Flushing, jeuk, huiduitslag, urticaria.
Bijwerkingen
Hypokaliemie, diarree, verhoogde leverenzymwaarden, convulsies, hoofdpijn,
verhoogd creatinine.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2009
01-05-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Anidulafungine'
Datum
Wijziging
01-05-2010
Bereiden: Los 100 mg anidulafungine op in 30 ml water voor injectie.
Deze oplossing dient verder verdund te worden met 100 ml NaCl 0,9%
of met glucose 5%. De concentratie van de infuusoplossing is 0,77
mg/ml. Aanbevolen infuussnelheid 1,4 ml/min.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 76
Argatroban
Merknaam
Arganova
Afleveringsvorm
Multidose flacon met 250 mg = 2,5 ml (100 mg/ml) argatroban concentraat
voor oplossing voor infusie
F.T.G.
Antithrombotica
Toedieningsroute
-
Intraveneus als continu infuus: 250 mg toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%
of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml
Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
argatroban, spuitenpomp voor volwassenen
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
De flacon mag meerdere malen worden aangeprikt. Na aanprikken in de
koelkast bewaren (max. 7 dagen)
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, bloeduitstortingen, purpura
Bijwerkingen
Verhoogd bloedingsrisico, anemie, diep veneuze trombose, misselijkheid,
hematurie, nierinsufficientie, leverfunctieafwijkingen, ritmestoornissen,
doofheid, gezichtsstoornis, duizeligheid
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2011
01-12-2013
Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend
Bevat sorbitol en ethanol
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban'
Datum
Wijziging
01-01-2012
Bijzonderheden toegevoegd: - IC volwassenen: op maandag t/m vrijdag
spuitenpompen aanvragen bij de medewerker in de depotheek (i.v.m.
prijstechnische redenen)
01-12-2013
Afleveringsvorm: Multidose flacon met 250 mg = 2,5 ml etc. Houdbaarheid:
toegevoegd; De flacon mag meerdere malen worden aangeprikt. Na
aanprikken in de koelkast bewaren (max. 7 dagen). Bijzonderheden:
verwijderd; IC volwassenen: op maandag t/m vrijdag spuitenpompen
aanvragen bij de medewerker in de depotheek.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 77
Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Voeg 1 ampul (250 mg = 2,5 ml) argatroban toe aan 250 ml NaCl 0,9%. De
eindconcentratie is 1 mg/ml. Verdeel over 5 spuiten van 50 ml
OF
Voeg 0,5 ml (50 mg = 0,5 ml) argatroban toe aan 49,5 ml NaCl 0,9%. De
eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke startdosering is 0,5 microg/kg/min, gebruikelijke pompstand is
1,5-5 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: argatroban is een direct trombineremmer die zich reversibel aan
trombine bindt
Indicatie: antistollingstherapie bij patiënten met HITT type II
Contraindicatie: ongecontroleerde bloedingen, ernstige leverfunctiestoornis
Bijwerking: bloedingen, allergische reacties
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2011
01-12-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-05-2012
Bereiden: IC volwassenen: zie bijzonderheden monografie Argatroban.
01-12-2013
Bereiden: toegevoegd; OF Voeg 0,5 ml (50 mg = 0,5 ml) argatroban toe aan
49,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mg/ml. Verwijderd; IC
volwassenen: zie bijzonderheden monografie Argatroban.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 78
Argatroban, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 1 mg/ml
microg/kg/min
ml/uur
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
bij 100 kg
bij 110 kg
0,5
1,5
1,8
2,1
2,4
2,7
3,0
3,3
0,6
1,8
2,2
2,5
2,9
3,2
3,6
4,0
0,7
2,1
2,5
2,9
3,4
3,8
4,2
4,6
0,8
2,4
2,9
3,4
3,8
4,3
4,8
5,3
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 79
Arginine
Merknaam
Arginine
Afleveringsvorm
Flacon met 50 gram = 500 ml (100 mg/ml) arginine-hydrochloride
F.T.G.
Diagnosticum
Toedieningsroute
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan glucose 5%
Als diagnosticum: onverdund (max. 30 gram), in 30 minuten
Ter behandeling van metabole alkalose: onverdund (max. 30 gram)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: flushing, hoofdpijn,
misselijkheid, braken. Ten gevolge van extravasatie: necrose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2013
50 gram = 500 ml oplossing = 0,48 mmol/ml arginine-hydrochloride
De concentratie 100 mg/ml arginine is hypertoon (750 mOsmol/l).
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Arginine'
Datum
Wijziging
01-02-2013
Bijzonderheden: gewijzigd 50 gram = 500 ml oplossing = 0,48 mmol/ml
arginine-hydrochloride. De concentratie 100 mg/ml arginine is hypertoon
(750 mOsmol/l)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 80
Artesunaat
Merknaam
Artesunaat®
Afleveringsvorm
Flacon met 60 mg artesunaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Malariamiddelen
Oplosmiddel
1 ml natriumbicarbonaat 5% (bijgeleverd)
Bereiden
Los 60 mg artesunaat op in 1 ml oplosmiddel. Schud enkele minuten tot de
oplossing helder is. Laat door een naald het ontstane CO 2 ontsnappen. Voeg 5
ml glucose 5% of NaCl 0,9% toe. Meng. De eindconcentratie is 10 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen en verdunnen 6 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Koorts, huiduitslag en jeuk.
Bijwerkingen
Reversibele reductie in reticolocyten, duizeligheid, braken, buikpijn, hoofdpijn,
diarree, tinnitis, haarverlies, convulsies
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-06-2008
geen
Intraveneus als bolusinjectie: verdund 60 mg = 6 ml in 2 minuten.
Troebele oplossing niet gebruiken.
Mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden
toegediend.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Artesunaat'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 81
Ascorbinezuur
Merknaam
Acidum Ascorbicum, Vitamine C
Afleveringsvorm
Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) ascorbinezuur
F.T.G.
Vitaminen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Het
is niet nodig het infuussysteem met aluminiumfolie te omwikkelen.
Infuusvloeistoffen
Glucose 5% en 10%, Ringerlactaat, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Onverenigbaar met
Calciumzouten, chloorpromazine, heparine, kaliumchloride, kanamycine,
metoclopramide, prednisolon, promethazine, vitamine B complex, verapamil
Y-site
-
furosemide, thiopental
Infuus
-
benzylpenicilline, cefazoline, chlooramfenicol, doxapram, erytromycine,
hydrocortison, natriumbicarbonaat, theofylline
Bijzonderheden
-
Bevat natriumbisulfiet.
Bij hoge doses kan de bepaling van glucose in de urine gestoord zijn.
Acute reacties
Ten gevolge van te snelle toediening: duizeligheid.
Bijwerkingen
Ten gevolge van hoge doseringen: misselijkheid, braken.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ascorbinezuur'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Toevoeging bij houdbaarheid i.v.m. het infuussysteem.
01-02-2014
Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: furosemide.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 82
Atosiban
Merknaam
Tractocile®
Afleveringsvorm
Flacon met 6,75 mg = 0,9 ml (7,5 mg/ml) atosiban (als acetaat)
injectievloeistof
Flacon met 37,5 mg = 5 ml (7,5 mg/ml) atosiban (als acetaat) concentraat
voor infusie
F.T.G.
Uterusspasmolytica
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: injectievloeistof onverdund
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp atosiban
Intramusculair: injectievloeistof onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V. bolus: arts
Infusie: VPK
I.M.: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Amoxicilline/clavulaanzuur, erytromycine, ketanserine, magnesiumsulfaat
Onverenigbaar met
-
Atosiban mag niet tegelijk met andere dan de bovengenoemde
infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend
Bijzonderheden
-
Atosiban mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of
geneesmiddelen worden toegediend
Intramusculaire toediening is niet geregistreeerd en wordt alleen in acute
situaties toegepast
-
Acute reacties
Misselijkheid, zelden: allergische reacties
Bijwerkingen
Duizeligheid, hoofdpijn, opvliegers, braken, tachycardie, hypotensie, reactie
op de injectieplaats, hyperglycaemie, koorts, slapeloosheid, pruritis, uitslag.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2003
01-11-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atosiban'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Toegevoegd: intramusculaire toediening.
01-05-2005
Toegevoegd de kopjes: “Verenigbaar met” en “Onverenigbaar met”.
01-11-2010
Toegevoegd bij Verenigbaar met (Y-site): erytromycine, ketanserine,
magnesiumsulfaat.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 83
Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 1 ampul (5 ml=37,5 mg) met 45 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 0,75 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke pompstanden zijn: oplaaddosis 9 ml in 1 minuut.
Onderhoudsdosis eerste 3 uur 24 ml/uur, gevolgd door 8 ml/uur tot maximaal
48 uur.
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: vermindering van de frequentie van contracties en spiertonus in
de uterus
Indicatie: uitstellen van een dreigende vroeggeboorte
Bijwerking: duizeligheid, hoofdpijn, opvliegers, misselijkheid, braken,
tachycardie, hypotensie, reactie op de injectieplaats, hyperglycaemie,
koorts, slapeloosheid, pruritis, uitslag
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2003
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 84
Atracurium
Merknaam
Atracurium
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml) atracurium-besilaat
F.T.G.
Spierrelaxantia
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: G-VPK-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in:
NaCl 0,9%: 24 uur bij 20°C
glucose 5%: 8 uur bij 20°C
NaCl/glucose: 8 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp atracurium
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
cefazoline, cefuroxim, co-trimoxazol, epinefrine, heparine, hydrocortison,
lorazepam, nitroglycerine, nitroprusside, ondansetron, ranitidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
alfentanil, bretylium, cimetidine, dobutamine, dopamine, esmolol, fentanyl,
gentamicine, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, midazolam, morfine,
procainamide, sufentanil, vancomycine
Y-site
-
cefazoline Aminofylline, barbituraten, diazepam, fenytoine,
natriumbicarbonaat, thiopental, propofol
-
Indien een kleine vene is gekozen als injectieplaats, dient atracurium na
injectie te worden doorgespoeld in de vene met water voor injecties of
NaCl 0,9%.
Indien andere middelen via dezelfde verblijfsnaald of canule worden
toegediend als atracurium, is het van belang na ieder middel de canule
met water voor injecties of NaCl 0,9% door te spoelen.
-
Acute reacties
Zelden: urticaria, jeuk, vasodilatatie met hypotensie, bronchospasmen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atracurium'
Datum
Wijziging
01-08-2004
Ampullen 5 ml i.p.v. 2,5 ml
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 85
Atracurium, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 5 ampullen (25 ml=250 mg) met 25 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 5 mg/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect; pompstand kan worden aangepast door de
mate van relaxatie te monitoren d.m.v. relaxografie c.q. myotest.
Bolusinjectie: 0,3-0,6 mg/kg
Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-6 ml/uur
Bijzonderheden
-
Atracurium dient alleen te worden toegediend bij geintubeerde en
beademde patiënten.
Eigenschappen geneesmiddel
-
Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na
toediening
Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel i.v.m. intubatie,
chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens
mechanische ventilatie op IC
Bijwerking: overgevoeligheidsreakties
-
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atracurium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-08-2004
Ampullen 5 ml i.p.v. 2,5 ml
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 86
Atropine
Merknaam
Atropine
Afleveringsvorm
Ampul met 0,5 mg = 1 ml en 3 mg = 6 ml (0,5 mg/ml) atropine-sulfaat1-water
F.T.G.
Parasympathicolytica, antidota, premedicatie
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
I.V. Volwassenen: G-VPK
I.V. Kinderen: IC-arts
Intratracheaal: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 0,5 mg, in 1 minuut
Intratracheaal: onverdund, 3 mg = 10 ml
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
famotidine, hydrocortison, kaliumchloride, ondansetron, sufentanil
Infuus
-
buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine, dobutamine, droperidol,
fentanyl, furosemide, heparine, metoclopramide, midazolam, milrinon,
morfine, netilmicine, pentazocine, pethidine, promethazine, ranitidine,
scopolamine, verapamil
Onverenigbaar met
Barbituraten, natriumbicarbonaat, norepinefrine, thiopental
Bijzonderheden
Langzame injectie van atropine kan een paradoxale vertraging van de hartslag
veroorzaken.
Acute reacties
Zelden: huiduitslag.
Bijwerkingen
Droge mond, visusstoornissen, verminderde zweetsecretie, obstipatie,
urineretentie, misselijkheid en braken, verwardheid (met name bij ouderen).
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atropine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 87
Aurothioglucose
Merknaam
Auromyose®
Afleveringsvorm
Flacon met 40 mg = 2 ml (20 mg/ml) en 400 mg = 2 ml (200 mg/ml)
aurothioglucose
F.T.G.
Antirheumatica in engere zin, goudverbinding
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten in het buitenste bovenste kwadrant
van de gluteaalmusculatuur; de flacon voor gebruik krachtig schudden tot zich
geen neerslag meer op de bodem bevindt
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na aanprikken: 1 maand bij 20°C
Bijzonderheden
-
Aurothioglucose is gesuspendeerd in sesamolie en bevat
propylhydroxybenzoaat.
Aurothioglucose ontleedt in contact met vocht: een droge naald gebruiken.
Voor doseringen van meer dan 50 mg per keer kan de 200 mg/ml
injectievloeistof gebruikt worden.
Bijwerkingen
Effecten op huid en slijmvliezen, zoals stomatitis, dermatitis. Lichte proteïnurie
en nefrotisch syndroom, hematologische bijwerkingen, zelden
trombocytopenie, leukopenie, agranulocytose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Aurothioglucose'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 88
Parenteralia B
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 89
Basiliximab
Merknaam
Simulect®
Afleveringsvorm
Flacon met 20 mg basiliximab poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Immunosupressiva
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 20 mg basiliximab door zachtjes schudden op in 5 ml water voor injectie
uit de meegeleverde ampul. De concentratie is 4 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 24 uur bij 4°C of 4 uur bij 20°C.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden
De eerste dosis moet worden gegeven binnen 2 uur voor de transplantatie
ingreep, de tweede dosis 4 dagen na transplantatie. De tweede dosis mag niet
gegeven worden indien een ernstige overgevoeligheidsreactie op basiliximab
optreedt of bij het verlies van het transplantorgaan.
Basiliximab mag niet met andere geneesmiddelen of substanties worden
toegediend.
Acute reacties
Ernstige acute (binnen 24 uur) overgevoeligheidsreacties (< 1/1.000
patiënten), zowel bij initiële als bij hernieuwde blootstelling; deze omvatten
anafylactoïd-achtige reacties zoals urticaria, pruritus, niezen, hypotensie,
tachycardie, dyspnoea, bronchospasmen, pulmonaal oedeem en respiratoir
falen.
Bijwerkingen
Constipatie, urineweginfectie, pijn, misselijkheid, perifeer oedeem,
hypertensie, anemie, hoofdpijn, hyperkaliemie, hypercholesterolemie,
wondcomplicaties na de operatie, gewichtstoename, toename van
bloedcreatinine, hypofosfatemie, diarree en infectie van de bovenste
luchtwegen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2007
geen
Intraveneus als bolusinectie: onverdund
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan ten minste 50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 20-30 minuten.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Basiliximab'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 90
BCG-vaccin
Merknaam
BCG-medac®
Afleveringsvorm
Poeder in een flacon. Na reconstitutie bevat een flacon 2x 10^8 tot 3x 10^9
levende eenheden BCG (Bacillus Calmette-Guérin) bacterie RIVM stam
afgeleid van stam 1173-P2
F.T.G.
Immunomodulantia
Oplosmiddel
Natriumchloride 0,9% bijgeleverd in 50 ml zak met verbindingsstuk en
katheter adapter met/zonder katheter
Bereiden
-
Verwijder de kapjes van de flacon en het zakje
Druk de flacon rechtop en stevig op het zakje en draai de flacon 3 keer in
beide richtingen zodat hij goed vastzit
Pak de verbindingstube vast en buig deze een paar keer. Het mechanisme
in de tube breekt open
Suspendeer het poeder
Bevestig de katheter aan de zak en verbreek ook hier het mechanisme in
de verbindingstube door een paar keer heen en weer te buigen
Toedieningsroute
Intravesicaal als suspensie onder de voorwaarden vereist voor intravesicale
endoscopie
- Laat de patient niet drinken gedurende 4 uur voor de instillatie tot 2 uur
na de instillatie
- Ledig de blaas voor de BCG-instillatie
- Breng de BCG-medac in de blaas via een katheter en onder lage druk
- De geinstilleerde BCG-medac suspensie moet indien mogelijk gedurende
een periode van 2 uur in de blaas blijven. Tijdens deze periode moet de
suspensie voldoende contact hebben met de volledige oppervlakte van de
blaasmucosa. Daarom moet de patient zoveel mogelijk gemobiliseerd
worden
- Na 2 uur mag de patient de geinstilleerde suspensie lozen, bij voorkeur in
een zittende houding
Toedieningscategorie
N.v.t.
Bekwaamheidsniveau
Intravesicaal: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking (niet laten bevreizen),
mits bewaard in de originele verpakking en beschermd tegen licht.
Na reconstitutie: product onmiddellijk gebruiken
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
-
Hypotone en hypertone oplossingen
Bijzonderheden
-
De suspensie dient opnieuw gemengd te worden voor gebruik door de
suspensie zachtjes te draaien
BCG is een risicovolle stof. Op de afdeling mag alleen met het gesloten
systeem worden gewerkt. De flacon mag niet van het zakje worden
verwijderd. Bij incidenten (bijv. morsen) dient de BCG monografie in het
handboek calamiteiten cytostatica te worden gevolgd.
Bij 1/3 of ¼ doseringen kan niet met het gesloten systeem worden
gewerkt. Bereidingsverzoeken hiervoor kunnen bij de apotheek worden
ingeleverd.
Bij ½ doseringen kan de helft van de 50 ml suspensie in de flacon worden
achtergehouden middels een klemmetje. De flacon heeft namelijk een
inhoud van 25 ml
Bij het bereiden is het gebruik van handschoenen aanbevolen
Zichtbare macroscopische partikels hebben geen invloed op de
werkzaamheid en veiligheid van het product
BCG-medac mag niet gebruikt worden voor subcutane, intradermale,
intramusculaire of intraveneuze toediening of vaccinatie
-
-
-
-
Acute reacties
Frequent urineren met ongemak en pijn
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 91
Lichte koorts, griepachtige symptomen en algemeen ongemak
Overgevoeligheidsreacties, zoals artritis, artralgieen en huiduitslag
Bijwerkingen
Cystitis, systemische BCG-reactie, BCG-sepsis, misselijkheid,
asymptomatische granulomateuze prostatitis, miliaire pneumonie, hepatitis en
syndroom van Reiter
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'BCG-vaccin'
Datum
Wijziging
01-07-2012
Merknaam: is BCG-medac geworden. De volledige monografie is gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 92
Belatacept
Merknaam
Nulojix®
Afleveringsvorm
Flacon met 250 mg belatacept poeder voor infusieconcentraat
F.T.G.
Immunosuppressiva
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9% of glucose 5%
Bereiden
Los 250 mg belatacept op in 10,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 25
mg/ml.
Maak gebruik van bijgesloten siliconenvrije wegwerpspuit om
aggregaatvorming te voorkomen.
Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud om
schuimvorming te voorkomen
Toedieningsroute
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml infuusvloeistof,
in 30 minuten via een steriel laag-eiwitbindend 1,2 µm filter.
Doseringen tot 1000 mg mogen aan 100 ml infuusvloeistof worden
toegevoegd.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
Water voor injecties, NaCl 0,9% of glucose 5%
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Hypotensie, hypertensie, overmatig blozen en hoofdpijn
Bijwerkingen
Infecties, diarree, obstipatie, anemie, leukopenie, dehydratie, perfieer
oedeem, hypertensie, misselijkheid, hoesten, braken, hypofosfatemie en
hoofdpijn
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2014
geen
Belatacept mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Belatacept'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 93
Benzylpenicilline-benzathine
Merknaam
Penidural®
Afleveringsvorm
Flacon met 1.200.000 IE benzylpenicilline-benzathine-4-water poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Smal spectrum penicillinen
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Suspendeer 1,2 miljoen IE benzylpenicilline-benzathine in 3,6 ml oplosmiddel.
Klop het poeder los van de wand en voeg het oplosmiddel toe. 30 seconden
schudden. De ontstane suspensie enkele minuten laten staan en direct voor
toediening nog even opschudden.
De eindconcentratie is ongeveer 280.000 IE per ml.
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen in oplosmiddel: 24 uur bij 4°C of 12 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
Aan benzylpenicilline-benzathine kan, ter vermindering van de pijn bij
injectie, lidocaine 2% worden toegevoegd.
Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 3 tot 4 weken.
Geadviseerd wordt een naald 21G te gebruiken
Acute reacties
Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische
shock, serumziekte, vasculitis.
Bijwerkingen
Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge
doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2007
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-benzathine'
Datum
Wijziging
01-08-2007
Nieuwe werkwijze bereiding van de suspensie. Bijzonderheden: advies een
naald 21G te gebruiken.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 94
Benzylpenicilline-natrium
Merknaam
Penicilline G natrium®
Afleveringsvorm
Flacon met 1 en 10 miljoen IE benzylpenicilline-natrium poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Smal-spectrum penicillinen
Oplosmiddel
Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook
NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald).
Bereiden
Toedieningsroute
Toedienings
route
grootte
flacon
toe te
voegen
water
verkregen
oplossing
I.M./
I.V./
Infusie
10.000.000
eindconcentratie
IE
ml
ml
IE/ml
1.000.000
4,7
5
200.000
11,0
15
666.666
Volwassenen
-
Intramusculair: 100.000-200.000 IE/ml
Intraveneus als bolusinjectie: de toedieningssnelheid is maximaal 1
miljoen IE/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%,
in 30-60 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 500-1000 ml NaCl 0,9%
Intrathecaal: onverdund, 10.000-20.000 IE per 24 uur
Intrapleuraal: onverdund
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen
Kinderen
-
Intramusculair: 100.000-200.000 IE/ml
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% tot een
concentratie van 100.000 IE/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij
vochtbeperking is 500.000 IE/ml) (ref. 17)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid
Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
Calciumzouten, chlooramfenicol, clindamycine, erytromycine, furosemide,
gentamicine, hydrocortison, lidocaine, ranitidine, verapamil
Infuus
-
amfotericine B, aminoglycosiden, heparine, methylprednisolon,
natriumbicarbonaat, vancomycine
-
Bevat 1,8 mmol natrium per 1 miljoen IE.
Penicillinen kunnen aminoglycosiden, wanneer samengevoegd in één
infuussysteem, inactiveren.
Infusies dienen in NaCl 0,9% te worden gegeven; de zuurgraad van
glucose oplossingen doet de activiteit snel achteruitgaan.
Intrathecale toediening wordt niet aangeraden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 95
Acute reacties
Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische
shock, serumziekte, vasculitis.
Bijwerkingen
Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge
doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp.
01-04-2005
Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%.
01-02-2014
Verenigbaar met toegevoegd: furosemide, gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 96
Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Los 6 flacons (= 6 ME) benzylpenicilline op in 6x 5 ml water voor injecties. Vul
aan met 18 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 125.000 IE/ml.
Indien meerdere spuiten klaargemaakt moeten worden kan ook gebruik
gemaakt worden van de flacons met 10 ME.
Los 1 flacon met 10 ME op in 11 ml water voor injecties (resulteert in 15 ml
oplossing). Neem 9 ml van de verkregen oplossing en vul aan tot 48 ml. De
concentratie is 125.000 IE/ml
Bereiden van 2 spuiten
Oplossing A
Los 1 flacon van 10 ME op in 11 ml water voor injecties (resulteert in 15 ml
oplossing)
Oplossing B
Los 2 flacons van 1 ME op in 5 ml water voor injecties.
Trek in iedere spuit 7,5 ml op van oplossing A en 5 ml van oplossing B op en
vul aan tot 48 ml. De concentratie is 125.000 IE/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld
Gebruikelijke pompstand is: 2-4 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2004
01-11-2010
Werking: bactericide antibioticum
Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen
Contraindicatie: overgevoeligheid
Bijwerking: thromboflebitis, anafylactische reacties
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-12-2007
Toegevoegd bij Bereiden: het gebruik van flacons met 10 ME bij het
klaarmaken van meerdere spuiten.
01-11-2010
Toegevoegd instructie “Bereiden van 2 spuiten”.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 97
Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema
spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 6 MIE (125.000 IE/ml)
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
MIE/24 uur
2
6
4
12
6
18
8
24
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2006
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 98
Benzylpenicilline-natrium/benzylpenicillineprocaine
Merknaam
Bicilline®
Afleveringsvorm
Flacon met 1.200.000 IE benzylpenicilline (900.000 IE benzylpenicillineprocaine en 300.000 IE benzylpenicilline-natrium) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Smal spectrum penicillinen
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Suspendeer 1.200.000 IE benzylpenicilline in 2,3 ml water voor injecties. De
concentratie is ongeveer 400.000 IE per ml.
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 24 uur bij 4°C of 12 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische
shock, serumziekte, vasculitis.
Bijwerkingen
Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge
doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Bevat ongeveer 360 mg procaine per flacon.
Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 24 uur.
Vanwege risico op neurotoxische reacties moet intraveneuze toediening
worden voorkomen.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium/benzylpenicilline-procaine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 99
Betamethason
Merknaam
Celestone Chronodose®
Afleveringsvorm
Ampul met 5,7 mg = 1 ml (5,7 mg/ml) betamethason (3 mg als
dinatriumfosfaat en 2,7 mg als acetaat)
F.T.G.
Glucocorticoiden
Toedieningsroute
- Intramusculair: onverdund
- Intra-articulair: onverdund
- Intrabursaal: onverdund
- Intradermaal: onverdund
- Intralesionaal: onverdund
Ampul krachtig schudden voor gebruik.
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Bijzonderheden
Y-site
-
kaliumchloride
-
Betamethason kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, een gelijk
volume lidocaine 1% worden toegevoegd.
Het preparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 1 week.
-
Acute reacties
Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Betamethason'
Datum
Wijziging
01-02-2014
Nieuw kopje, Verenigbaar met Y-site: kalkumchloride.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 100
Bevacizumab
Merknaam
Avastin®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg = 4 ml en 400 mg=16 ml (25 mg/ml) bevacizumab
F.T.G.
Immunomodulantia
Bereiden
Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9%
in 30-90 minuten; de concentratie dient tussen 1,4-16,5 mg/ml
bevacizumab te zijn.
Het eerste infuus toedienen in 90 minuten, wanneer goed verdragen kan
tweede infusie in 60 minuten worden toegediend. Wanneer dit goed
verdragen wordt kunnen alle daarop volgende infusies in 30 minuten
worden toegediend.
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Glucose 5%
Bijzonderheden
-
Bevacizumab mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden
toegediend.
Avastin is geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie
Heldere tot licht opalescente, kleurloze tot lichtbruine vloeistof
Bevat trehalose dihydraat, polysorbaat 20
Acute reacties
Allergische reacties, hoofdpijn, infusiereacties, dyspneu, opvliegers,
hypotensie, pijn op de borst, rillingen, misselijkheid, braken
Bijwerkingen
Hypertensie, vermoeidheid of asthenie, diarree en buikpijn, infecties,
bloedbeeldafwijkingen, neuropathie, maagdarmperforaties, bloedingen,
arteriële trombo-embolie
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-05-2009
01-02-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bevacizumab'
Datum
Wijziging
01-07-2010
Toegevoegd aan Acute reacties: infusiereacties, dyspneu, opvliegers,
hypotensie, pijn op de borst, rillingen, misselijkheid, braken.
01-02-2012
Nieuw kopje Bereiden: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 101
Biperideen
Merknaam
Akineton®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) biperideenlactaat
F.T.G.
Parkinsonmiddelen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M. Volwassenen: VPK
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijwerkingen
Droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, verminderde
zweetsecretie, moeheid, duizeligheid, slaperigheid, verwardheid. Ten gevolge
van snelle toediening: hypotensie, coördinatiestoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan glucose 5% of
NaCl 0,9%, in 2-3 minuten
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Biperideen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 102
Bivalirudine
Merknaam
Angiox®
Afleveringsvorm
Flacon met 250 mg bivalirudine poeder voor injectie- of infusievloeistof
F.T.G.
Overige anticoagulantia
Oplosmiddel
Water voor injecties, glucose 5%, NaCl 0,9% (NB: oplossnelheid is het grootst
bij water voor injectie)
Bereiden
Voeg 5 ml oplosmiddel toe aan 250 mg bivalirudine en schud zachtjes tot het
poeder volledig is opgelost en de oplossing helder is. Neem 5 ml van de
injectieflacon en verdun tot 50 ml met NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5
mg/ml
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
-
Houdbaarheid
-
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Intraveneus als bolusinjectie: verdunde oplossing 5 mg/ml
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp bivalirudine
Na oplossen: 24 uur bij 4°C
Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Infuus
-
alteplase, amiodaron HCl, amfotericine B, chloorpromazine HCl, diazepam,
streptokinase en vancomycine
- de volgende zes geneesmiddelen vertonen concentratie afhankelijke
onverenigbaarheid met bivalirudine. Onderstaande tabel geeft een
overzicht van de bekende compatibele en incompatibele concentraties van
deze bestanddelen
Verenigbare
Onverenigbare
Geneesmiddelen
concentraties
concentraties
Dobutamine HCl
4 mg/ml
12,5 mg/ml
Haloperidol lactaat
0,2 mg/ml
5 mg/ml
Labetalol HCl
2 mg/ml
5 mg/ml
Lorazepam
0,5 mg/ml
2 mg/ml
Promethazine HCl
2 mg/ml
25 mg/ml
Bijzonderheden
Bevat mannitol
Acute reacties
Bloedingen, trombose, allergische reacties
Bijwerkingen
Bloedingen, stenttrombose, ecchymose, trombocytopenie, anemie, stijging
van de INR, hoofdpijn, ventriculaire tachycardie, angina pectoris, bradycardie,
hypotensie, dyspneu, misselijkheid, braken
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2011
01-11-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 103
01-11-2013
Oplosmiddel: Water voor injecties, glucose 5%, Nacl 0,9% (NB: oplossnelheid
is het grootst bij water voor injectie). Bereiden: Voeg 5 ml oplosmiddel toe
aan 250 bivalirudine en schud zachtjes tot het poeder volledig is opgelost etc..
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 104
Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Voeg 5 ml water voor injecties toe aan 250 mg bivalirudine en schud zachtjes
tot het poeder volledig is opgelost en de oplossing helder is. Neem 5 ml van
de injectieflacon en verdun tot 50 ml met NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke dosering: 0,25-1,75 mg/kg lichaamsgewicht per uur gedurende
max. 72 uur. Zie doseringsschema bivalirudine
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: specifieke, directe inhibitor van trombine. Verlengt de INR
Indicatie: volwassenen die een PCI ondergaan. Volwassenen met instabiele
angina-myocardinfarct zonder ST-segmentstijging (UA/NSTEMI) gepland
voor dringende of vervroegde interventie
Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 105
Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA bolus, 5 mg/ml (aantal ml in tabel)
Dosis
mg/kg
bij 50
kg
bij 55
kg
bij 60
kg
bij 65
kg
bij 70
kg
bij 75
kg
bij 80
kg
bij 85
kg
bij 90
kg
bij 95
kg
0,1
1
1,1
1,2
1,3
1,4
1,5
1,6
1,7
1,8
1,9
0,3
3
3,3
3,6
3,9
4,2
4,5
4,8
5,1
5,4
5,7
0,5
5
5,5
6
6,5
7
7,5
8
8,5
9
9,5
0,75
7,5
8,3
9
9,8
10,5
11,3
12
12,8
13,5
14,3
bij 90
kg
bij 95
kg
DOSERINGSSCHEMA pomp, 5 mg/ml (aantal ml in tabel)
Dosis
mg/kg/uur
bij 50
kg
bij 55
kg
0,25
2,5
2,8
3
1,4
14
15,4
16,8
1,75
17,5
19,3
21
22,8
Beheergegevens
bij 60
kg
bij 65
kg
bij 70
kg
bij 75
kg
3,3
3,5
3,8
4
4,3
4,5
4,8
18,2
19,6
21
22,4
23,8
25,2
26,6
24,5
26,3
28
29,8
31,5
33,3
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2011
01-11-2012
bij 80
kg
bij 85
kg
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
01-11-2012
In doseringsschema tussenliggende kg toegevoegd: 55 kg, 65 kg, 75 kg, 85
kg en 95 kg.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 106
BMR-vaccin
Merknaam
Bof Mazelen Rubella-vaccin
Afleveringsvorm
Flacon met BMR-vaccin poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Vaccins
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los BMR-vaccin op in 0,6 ml oplosmiddel.
Toedieningsroute
Subcutaan: 0,5 ml, langzaam toedienen, bij voorkeur in de bovenarm
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen in oplosmiddel: 4 uur bij 4°C, buiten invloed van licht.
Bijzonderheden
-
-
0,5 ml BMR-vaccin bevat tenminste 5000 CCID50 levend verzwakt
bofvirus (Jeryl-Lynn-stam), 1000 CCID50 levend verzwakt mazelenvirus
(Moraten-stam), 1000 CCID50 levend verzwakt rubellavirus (Wistar RA
27/3-stam).
CCID50 = Cell Culture Infective Dose 50%, de dosis die 50% van de
celcultures kan infecteren.
Bevat sorbitol en gehydrolyseerde gelatine.
De oplossing is helder en oranjegeel van kleur.
Acute reacties
Branderig, stekend gevoel op injectieplaats. Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen
Koorts, erytheem, gewrichtspijn en -ontsteking, koortsconvulsies. Zelden:
zwelling lymfeklieren.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'BMR-vaccin'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 107
Bofvirus vaccin
Merknaam
Mumpsvax®
Afleveringsvorm
Flacon met 20.000 CCID50 bofvirus vaccin poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Vaccins
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd in wegwerpspuit)
Bereiden
Los 20.000 CCID50 bofvirus vaccin op in 0,5 ml oplosmiddel. De concentratie
is 40.000 CCID50/ml.
Toedieningsroute
Subcutaan: bij voorkeur lateraal in de bovenarm
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Direct na bereiden toedienen. Na oplossen in oplosmiddel: 8 uur bij 4°C,
buiten invloed van licht.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Branderig, stekend gevoel op injectieplaats. Zelden: urticaria, anafylactische
reacties.
Bijwerkingen
Koorts, erytheem, koortsconvulsies. Zelden: diarree, neuritis optica, zwelling
lymfeklieren.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Bevat verzwakt, levend bofvirus (Jeryl-Lynn-stam) en 25 mg neomycine.
Bevat sorbitol en gehydrolyseerde gelatine.
CCID50 = Cell Cultures Infective Dose 50%, de dosis die 50% van de
celcultures kan infecteren.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bofvirus vaccin'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 108
Botuline A toxine
Merknaam
Botox®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 E poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Overige perifeer werkende spierrelaxantia
Oplosmiddel
NaCl 0,9%
Bereiden
Fysiologische zoutoplossing langzaam aan flacon toevoegen omdat bij bruisen,
borrelen of andere vergelijkbare krachtige bewegingen van de vloeistof
denaturatie optreedt
Hoeveelheid NaCl 0,9%
0,5 ml
1 ml
2 ml
4 ml
8 ml
Eenheden (E) botulinum per 0,1 ml
20 E
10 E
5E
2,5 E
1,25 E
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na reconstitutie: 24
uur bij 2-8°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
-
Intramusculair als injectie
Intradermaal als injectie
De gebruikte eenheden zijn geen internationaal erkende. De aanduiding
van de eenheid (E) is voor Botox en deze dient niet verward te worden
met de eenheid van andere botulinum toxine bevattende producten
Bij behandeling van blepharospasmen dient de patient gecontroleerd te
worden op het optreden van droge ogen
Acute reacties
Lokale pijn en blauwe plekvorming.
Zelden overgevoeligheidsreacties: anafylaxie, serumziekte, urticaria, weke
delen oedeem en dyspnoe. In geval van optreden dergelijke
overgevoeligheidsreacties dienen verdere injectie te worden gestaakt
Bijwerkingen
-
-
Beheergegevens
Bij meer dan 10% van de patiënten: spierzwakte, pijn, virale infecties,
oorontsteking; tevens bij blefarospasme, hemifacialisspasmen en torticollis
spastica: ooglidptose en tevens bij torticollis spastica: dysfagie.
Bij 1-10%: rinitis, infectie van de bovenste luchtwegen, duizeligheid,
slaperigheid, paresthesie, hypertonie, hoofdpijn, opvliegers, droge mond,
misselijkheid, huiduitslag
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Botuline A toxine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 109
Broomperidol
Merknaam
Impromen®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) broomperidol (als decanoaat) "Depot"
(alleen voor intramusculaire toediening)
F.T.G.
Antipsychotica
Toedieningsroute
Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Exantheem, pruritus.
Bijwerkingen
Extrapiramidale bijwerkingen, verergering van depressie, wazig zien, initiatiefverlies, vermoeidheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn, slapeloosheid, angst.
Zelden: convulsies, ventriculaire aritmieën, orthostatische hypotensie (met
name ten gevolge van hoge doseringen), gewichtstoename.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Het depotpreparaat bevat sesamolie als solvens.
Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ca. 4 weken.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Broomperidol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 110
Bumetanide
Merknaam
Burinex®
Afleveringsvorm
Ampul met 2 mg = 4 ml (0,5 mg/ml) bumetanide
F.T.G.
Lisdiuretica
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus (bij nierinsufficiëntie): 2-5 mg
toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp bumetanide
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Buiten invloed van licht bewaren.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, filgrastim, lorazepam, morfine, pethidine, piperacilline, propofol
Infuus
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
furosemide, kaliumchloride, natriumbicarbonaat
Infuus
-
dobutamine, midazolam, milrinon
-
Bij patiënten, die gedurende lange tijd of met hoge doses worden
behandeld, is het aan te bevelen regelmatig het electrolytengehalte te
bepalen.
In verband met de oplosbaarheid mag de concentratie bumetanide in
infuusvloeistof niet hoger zijn dan 0,1 mg/ml.
-
Bijwerkingen
Hypovolemie (met hoofdpijn, droge mond, uitdroging, visusstoornissen,
duizeligheid, hypotensie, syncope), deficiëntie van natrium, kalium, calcium en
magnesium, spierkrampen, stijging van het serumamylase, huiduitslag,
bloedbeeldveranderingen (met name trombocytopenie), gehoorverlies.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bumetanide'
Datum
Wijziging
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 111
Bumetanide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
10 ampullen (40 ml=20 mg), onverdund, afhankelijk van de pompstand,
optrekken
De eindconcentratie is 0,5 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-3 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening
Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis,
levercirrose, nefrotisch syndroom
Contraindicatie: anurie, levercirrose met ascites, electrolytenstoornissen
Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, spierkrampen,
hyperurikemie, doofheid, verslechtering van nierfunctie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bumetanide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 112
Bupivacaine
Merknaam
Bupivacaine
Afleveringsvorm
Flacon met 20 ml 2,5 mg/ml bupivacaine-hydrochloride (50 mg bupivacainehydrochloride)
Flacon met 50 ml 2,5 mg/ml bupivacaine-hydrochloride (125 mg bupivacainehydrochloride)
F.T.G.
Lokale anaesthetica
Toedieningsroute
-
-
Lokaal: voor infiltratie- en geleidingsanaesthesie: 1,25-5 mg/ml
Epiduraal als bolusinjectie: voor epidurale anaesthesie 2,5-5 mg/ml
Epiduraal als infuus: voor epidurale anaesthesie 1,25-2,5 mg/ml, de
toedieningssnelheid is afhankelijk van de plaats van injectie, maar
maximaal 400 mg/24 uur
Intrathecaal: voor intrathecale anaesthesie 5 mg/ml, al dan niet in glucose
8%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Voor epiduraalcassettes: 7 dagen bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Onverenigbaar met
Epinefrine, fentanyl, morfine, sufentanil
Infuus
-
barbituraten, diazepam, fenytoine, furosemide, theofylline
Acute reacties
Zelden: overgevoeligheidsreacties, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Ten gevolge van overdosering, te snelle resorptie, ongewilde intravasculaire
injectie: spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, wazig zien,
tremoren, gevolgd door sufheid, convulsies, bewusteloosheid, apnoe.
Hypotensie, depressie myocard, bradycardie, hartstilstand.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bupivacaine'
Datum
Wijziging
01-01-2013
Afleveringsvorm gewijzigd in flacons met 20 ml en 50 ml 2,5 mg/ml
bupivacaine-hydrochloride.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 113
Buprenorfine
Merknaam
Temgesic®
Afleveringsvorm
Ampul met 300 microg = 1 ml (300 microg/ml) buprenorfine (als
hydrochloride)
F.T.G.
Opioiden
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 2 minuten
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% tot een
concentratie van 15 microg/ml
Epiduraal: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
I.V.: IC-arts
Epiduraal: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, filgrastim, piperacilline
Infuus
-
Onverenigbaar met
atropine, droperidol, haloperidol, midazolam, promethazine, scopolamine
Y-site
-
diazepam, heparine, lorazepam
Infuus
-
furosemide
Bijzonderheden
Buprenorfine valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Bijwerkingen
Slaperigheid, apathie, duizeligheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn,
transpireren, droge mond, hypotensie, bradycardie, ademhalingsdepressie.
Zelden: euforie, verwardheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Buprenorfine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 114
Busereline
Merknaam
Suprefact®
Afleveringsvorm
Flacon met 5,5 mg = 5,5 ml (1 mg/ml) busereline (als acetaat)
F.T.G.
Hypothalamushormonen
Toedieningsroute
Subcutaan: onverdund, in een huidplooi, bijv. in de dij, met de naald onder
een hoek van 45°C
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken van de flacon: 14 dagen bij 4°C
Bijzonderheden
Bevat benzylalcohol.
Acute reacties
Urticaria, exantheem, oedeem, tachycardie, bronchospasmen. Zelden:
anafylactische shock.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, hoofdpijn, vermoeidheid. Bij de vrouw:
onttrekkingsbloedingen, gevoelige borsten, menopauze-achtige symptomen,
gewichtsverandering. Bij de man: opvliegingen, vermindering libido en
potentie. Zelden: trombose met longembolie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Busereline'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 115
Butylscopolamine
Merknaam
Buscopan®
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) butylscopolaminebromide
F.T.G.
Spasmolytica
Toedieningsroute
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%,
in 15-30 minuten (ref. 13)
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%, de
toedieningssnelheid is 5 mg/uur
Intraveneus als continu infuus: aanvullen met NaCl 0,9% tot 50 ml
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Lichte toename hartfrequentie, kortdurende accomodatiestoornissen, droge
mond, urineretentie, verminderde maagdarmmotiliteit.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-11-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Butylscopolamine'
Datum
Wijziging
01-11-2013
Toedieningsroute. Toegevoegd: Intraveneus als continu infuus: aanvullen met
NaCl 0,9% tot 50 ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 116
Parenteralia C
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 117
Calciumchloride
Merknaam
Calciumchloride
Afleveringsvorm
Ampul met 1,47 gram = 10 ml (147 mg/ml) calciumchloride-2-water
F.T.G.
Mineralen, calciumzouten
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 100200 mg/minuut
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Intracardiaal: onverdund, in noodgevallen
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Infusie: VPK
Intracardiaal: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amrinon, dobutamine, epinefrine, esmolol, morfine
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, dopamine, fenobarbital,
hydrocortison, isoprenaline, lidocaine, norepinefrine, pentobarbital,
verapamil
Y-site
-
ampicilline, ceftriaxon, fluconazol, indometacine, natriumbicarbonaat,
propofol
Infuus
Bijzonderheden
-
amfotericine B, ceftriaxon, citraten, digoxine, dobutamine, epinefrine,
fosfaten, metoclopramide, methylprednisolon, natriumbicarbonaat,
sulfaten, tartraten, tetracyclinen
-
Calciumchloride mag intraveneus niet tegelijk of binnen een periode van
48 uur, met ceftriaxon worden toegediend.
100 mg calciumchloride-2-water = 27,3 mg calcium = 0,68 mmol calcium;
147 mg calciumchloride-2-water = 40 mg calcium = 1,0 mmol calcium.
Calciumchloride is een bestanddeel van totaal parenterale voeding.
Vooral bij hoge doseringen moet de dosis worden aangepast aan
calciumbloedspiegels.
Bij hoge doseringen moet intraveneuze toediening onder bewaking van het
hartritme plaatsvinden.
-
Bijwerkingen
Irritatie vaatwand, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening:
misselijkheid, braken, vasodilatatie, hypotensie, hartaritmieën. Ten gevolge
van extravasatie: necrose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumchloride'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 118
01-02-2003
Natriumbicarbonaat onder het kopje Infuus is gewijzigd van Verenigbaar met
in Onverenigbaar met.
01-11-2007
Bij bijzonderheden: “Calciumchloride mag intraveneus niet tegelijk of binnen
een periode van 48 uur, met ceftriaxon worden toegediend”, vanwege kans op
bijwerkingen. Zie ook “Onverenigbaar met”.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Overenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 119
Calciumgluconaat
Merknaam
Calciumgluconaat B.Braun®
Afleveringsvorm
Ampul met 1000 mg = 10 ml (100 mg/ml) calciumgluconaat-1-water
F.T.G.
Mineralen, calciumzouten
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund, diep in de M. glutaeus
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 3 minuten
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml glucose
5% of NaCl 0,9%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen
Kinderen
-
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml glucose
5% of NaCl 0,9% tot een concentratie van 10 mg/ml (maximale
concentratie bij vochtbeperking is 50 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
I.V.: ICV
I.V. spuitenpomp: ICV
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, Glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, cefazoline, ciprofloxacine, dobutamine, enalaprilaat,
famotidine, fentanyl, filgrastim, labetalol, midazolam, netilmicine,
piperacilline, tolazoline
Infuus
-
amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, erytromycine, fenobarbital,
furosemide, fytomenadion, heparine, hydrocortison, kaliumchloride,
lidocaine, magnesiumsulfaat, norepinefrine, theofylline, tobramycine,
vancomycine, verapamil
Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen
-
-
Onverenigbaar met
neuroblastoom HR NB-1 ESIOP
60 mmol Kaliumchloride
2,5 mmol Calciumgluconaat
10 mmol Magnesiumsulfaat
in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose
siopel-4
10 mml Kaliumchloride
2 mmol Magnesiumsulfaat
1,5 mmol Calciumgluconaat
in 500 ml NaCl/glucose
Y-site
-
ampicilline, ceftriaxon, fluconazol, indometacine, natriumbicarbonaat
Infuus
Bijzonderheden
-
amfotericine B, ceftriaxon, citraten, clindamycine, digoxine, dobutamine,
epinefrine, fosfaten, metoclopramide, methylprednisolon,
natriumbicarbonaat, sulfaten, tartraten, tetracyclinen
-
Calciumgluconaat mag intraveneus niet tegelijk of binnen een periode van
48 uur, met ceftriaxon worden toegediend.
1000 mg calciumgluconaat = 1375 mg calciumglubionaat = 90 mg calcium
= 2,25 mmol calcium.
Intramusculaire toediening wordt afgeraden.
Bij herhaalde parenterale toediening (dus ook iv druppelinfuus) dient de
bloedspiegel en de hoeveelheid calcium in de urine gecontroleerd te
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 120
-
worden.
Bij iv injecties dient het hartritme te worden gecontroleerd.
Herhaald parenteraal gebruik moet vermeden worden bij neonaten,
kinderen en patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis om stapeling
van aluminium (aanwezig in het preparaat) te voorkomen.
Bijwerkingen
Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, transpireren, hypotensie,
collaps.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2011
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumgluconaat'
Datum
Wijziging
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 121
Calciumgluconaat, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Trek 5 ampullen op, onverdund. De eindconcentratie is 100 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Alleen bij citraat-CVVH
Doseren op geleide van dialyse protocol
Gebruikelijke pompstanden zijn: 10-18 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2011
geen
Werking: calciumsuppletie
Indicatie: ter voorkoming van hypocalciemie bij citraat-CVVH
Bijwerking: bij snelle stijging plasma calciumconcentratie: misselijkheid,
braken, vasodilatatie, hypotensie, hypertensie, hartartimieën
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 122
Calciumnatriumedetaat
Merknaam
Calciumedetaat, natriumcalciumedetaat
Afleveringsvorm
Ampul met 2000 mg = 10 ml (200 mg/ml) calciumnatriumedetaat
F.T.G.
Electrolyten en mineralen
Toedieningsroute
-
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%,
de toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut
Als diagnosticum voor loodintoxicatie: maximaal 1000 mg in 500 ml
glucose 5%, in 1 uur
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Y-site
-
glucose 10%, Ringerlactaat
Infuus
Bijzonderheden
-
amfotericine B
-
Aan calciumnatriumedetaat kan, ter vermindering van de pijn bij i.m.
injectie, lidocaine 1% worden toegevoegd.
Calciumnatriumedetaat 100 mg/ml komt overeen met 750 mOsmol/l.
Bevat 10,6 mmol natrium per 1000 mg.
-
Acute reacties
Met name ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Ten
gevolge van snelle toediening: tetanische krampen.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, diarree, koorts, hypotensie, tromboflebitis, tremor,
hoofdpijn, spierpijn. Ten gevolge van hoge doseringen: necrose van niertubuli.
Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen: reversibele
beenmergdepressie, huidreacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumnatriumedetaat'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 123
Caspofungine
Merknaam
Cancidas®
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 50 mg caspofungine (als acetaat) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Antimycotica
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 50 mg op in 10,5 ml water voor injectie. De concentratie is 5 mg/ml
Toedieningsroute
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9%, in
60 minuten. Maximale concentratie is 0,45 mg/ml.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infusievloeistof 48 uur bij 4°C of 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, Ringerlactaat
Bijzonderheden
-
Gebruik geen oplosmiddelen die glucose bevatten, omdat caspofungine in
oplosmiddelen met glucose niet stabiel is.
Caspofungine mag niet met andere geneesmiddelen worden gemengd of
gelijktijdig worden geinfundeerd.
Controleer de infusieoplossing visueel op deeltjes of verkleuring.
Bijwerkingen
(Trombo)flebitis, erytheem, pijn, jeuk, afscheiding, brandend gevoel,
allergische reacties, koorts, misselijkheid, braken en blozen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2003
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Caspofungine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 124
Cefazoline
Merknaam
Kefzol®
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 mg cefazoline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Cefalosporinen
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden
-
Intraveneus: los 1 g op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is 225 mg/ml
Intramusculair: los 1 g op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 330
mg/ml
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: maximaal 1000 mg, toegevoegd aan
tenminste 10 ml water voor injecties, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, enalaprilaat, esmolol, famotidine, fentanyl, filgrastim,
fluconazol, foscarnet, insuline, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat,
midazolam, morfine, ondansetron, pethidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
clindamycine, fluconazol, heparine, metronidazol, verapamil
Y-site
-
calciumzouten, erythromycine, pentobarbital, promethazine, tetracycline
Infuus
Bijzonderheden
-
aminoglycosiden, cimetidine, lidocaine, pentamidine
-
Cefazoline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook in 2,5
ml lidocaine 0,5% worden opgelost.
Bevat 2,1 mmol natrium per 1000 mg.
Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen
en penicillinen.
-
Acute reacties
Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Exantheem,
jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, pruritus
vaginalis, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden:
convulsies, pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 125
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefazoline'
Datum
Wijziging
01-09-2011
Bereiden gewijzigd in: IV: los 1 g op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is
225 mg/ml. IM: los 1 g op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 330
mg/ml. Infuusvloeistoffen verwijderd: 10% NaCl/glucose.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: fentanyl, midazolam.Verenigbaar met
Infuus toegevoegd: heparine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 126
Cefotaxim
Merknaam
Claforan®
Afleveringsvorm
Flacon met 250 mg en 1000 mg cefotaxim (als natriumzout) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Cefalosporinen
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Toedienings
route
Toedieningsroute
grootte
flacon
toe te
voegen
water
verkregen
oplossing
eindconcentratie
mg
ml
ml
mg/ml
I.M./I.V.
250
2
2,2
114
I.V.
1000
4
4,5
222
Kinderen
-
Intramusculair: onverdund, diep spuiten
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 20 mg/ml in 30 minuten (maximale concentratie
bij vochtbeperking 60 mg/ml) (ref. 17)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, ciclosporine, fentanyl, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine,
ondansetron, pethidine, tolazoline
Infuus
-
Onverenigbaar met
clindamycine, famotidine, heparine, metronidazol, verapamil
Y-site
-
allopurinol, filgrastim, fluconazol, promethazine
Infuus
Bijzonderheden
-
aminoglycosiden, calciumzouten, doxapram, natriumbicarbonaat,
pentamidine, theofylline
-
Cefotaxim kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook
opgelost worden in 2 ml lidocaine 1%.
Aanbevolen wordt maximaal 1 gram per injectieplaats toe te dienen.
Intraveneuze toediening heeft de voorkeur.
Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen
en penicillinen.
Bevat 2,1 mmol natrium per 1000 mg.
-
Acute reacties
Tengevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Exantheem,
jeuk, eosinofilie.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen,
tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
Agnes Veldkamp
pagina 127
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2006
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefotaxim'
Datum
Wijziging
01-07-2006
Toevoeging van cefotaxim 1000 mg
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 128
Ceftazidim
Merknaam
Fortum®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg en 1000 mg ceftazidim (als pentahydraat) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Cefalosporinen
Oplosmiddel
Water voor injecties, alleen voor het kortlopend infuus of continue infuus mag
ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden
Toedienings
route
grootte
flacon
mg
I.M.
500
1000
3
I.V.
Infusie
toe te
voegen
water
verkregen
oplossing
eindconcentratie
ml
ml
mg/ml
1,5
1,95
260
3,9
260
500
5
5,45
90
1000
10
10,9
90
1000
50
50,9
20
Tijdens de bereiding komt CO 2 vrij. Werkwijze:
1. Voeg het water voor injecties toe.
2. Los op door schudden (1-2 minuten). Hierbij komt CO 2 vrij.
3. Houd de flacon ondersteboven. Met de zuiger van de spuit helemaal
ingedrukt, de naald door de stop van de flacon steken en de gehele
oplossing opzuigen in de spuit (gaat makkelijk door CO 2 -vorming).
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: diep in een grote spier spuiten
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: max. 2g toegevoegd aan 50-100 ml
NaCl 0,9% of glucose 5%, in 15-30 minuten
Intraveneus als continu infuus toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Kinderen
-
Intramusculair: diep in een grote spier spuiten
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie
bij vochtbeperking 100 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof:
concentraties > 100 mg/ml: 18 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
concentraties < 100 mg/ml: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, cefuroxim, ciprofloxacine, enalaprilaat, esmolol,
foscarnet, heparine, labetalol, morfine, pethidine, ranitidine, theofylline,
zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
Y-site
Handboek Parenteralia VUmc
cefuroxim, clindamycine, famotidine, hydrocortison, kaliumchloride,
metronidazol, ofloxacine
fluconazol, midazolam, promethazine
geprint op 28 januari 2014
pagina 129
Infuus
Bijzonderheden
-
aminoglycosiden, ciprofloxacine, natriumbicarbonaat, pentamidine,
ranitidine, theofylline, vancomycine
-
Ceftazidim kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie, ook worden
opgelost in 1,5-3 ml lidocaine 0,5-1%.
Bevat 2,3 mmol natrium per 1000 mg in de vorm van natriumbicarbonaat.
Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen
en penicillinen.
Oplossingen van ceftazidim kunnen tijdens bewaren geel kleuren. Dit
beïnvloedt de werking niet.
-
Acute reacties
Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Urticaria,
exantheem, jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen,
tijdelijke verhoging leverenzymen, candida vaginalis, hoofdpijn, duizeligheid,
smaakstoornissen. Zelden: tremor, convulsies, pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ceftazidim'
Datum
Wijziging
01-08-2006
Aanvullingen in verband met gebruik oplosmiddel NaCl 0,9% bij kortlopende
of continue infuus (m.b.v. transfernaald) en maximaal op te lossen
hoeveelheid toegevoegd bij toedieningstroute
01-12-2007
Toegevoegd aan Onverenigbaar met (Infuus): ciprofloxacine.
01-02-2014
Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 130
Ceftriaxon
Merknaam
Rocephin IV®
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 mg en 2000 mg ceftriaxon (als dinatriumzout) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Cefalosporinen
Oplosmiddel
NaCl 0,9% of glucose 5%
Eventueel lidocaine 1% (voor i.m. toediening, niet bijgeleverd)
Bereiden
Volwassenen
Toedienings
route
grootte
flacon
toe te
voegen
oplosmiddel
verkregen eindconcenoplossing
tratie
mg
ml
ml
mg/ml
I.V./Infusie
1000
10
10,8
100
2000
40
40
50
I.M.
1000
3,5
4,3
250
Toedienings
route
grootte
flacon
toe te
voegen
oplosmiddel
mg
ml
ml
mg/ml
Infusie
1000
10
10,8
100
2000
20
21,6
100
Kinderen
Toedieningsroute
verkregen eindconcenoplossing
tratie
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-4 minuten toedienen (als
infuus heeft de voorkeur)
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in tenminste 30 minuten
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Intramusculair: diep intramusculair in een grote spier toedienen
Kinderen
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-4 minuten toedienen (als
infuus heeft de voorkeur)
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie
bij vochtbeperking 40 mg/ml)
Intramusculair: diep intramusculair in een grote spier toedienen
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C
Na oplossen in lidocaine 1%: 24 uur bij 20°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Bereiden direct voor toedienen heeft de voorkeur.
Na verdunnen in infuusvloeistof de oplossing niet in de koelkast bewaren
i.v.m. uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, foscarnet, heparine, morfine, natriumbicarbonaat, pethidine,
theofylline, zidovudine
Infuus
Handboek Parenteralia VUmc
famotidine, mannitol, metronidazol
geprint op 28 januari 2014
pagina 131
Onverenigbaar met
Y-site
-
aminofylline, calciumzouten, fluconazol, labetalol, pentamidine,
promethazine, vancomycine
Infuus
Bijzonderheden
-
aminoglycosiden, calciumzouten, theofylline
-
Bij pasgeborenen jonger dan 1 maand mag ceftriaxon niet tegelijkertijd of
binnen een periode van 48 uur worden toegediend met calcium bevattende
infuusoplossingen.
Bij patiënten ouder dan 1 maand mogen ceftriaxon en calciumhoudende
oplossingen echter wel na elkaar worden toegediend als infuuslijnen zijn
aangebracht op verschillende plaatsen.
Bij patiënten die doorlopend een infuus hebben met calciumbevattende
oplossingen (waaronder TPV en citraatantistolling tijdens CVVH) kan
overwogen worden een ander antibioticum te gebruiken. Een andere
mogelijkheid is om verschillende infuuslijnen op verschillende plaatsen te
gebruiken of om de TPV een kwartier voor, na en tijdens de ceftriaxon
toediening te stoppen. Tussen de verschillende geneesmiddelen dient de
lijn gespoeld te worden.
Toediening per infuus heeft de voorkeur.
Ceftriaxon i.v. kan i.m. worden toegediend. Ter vermindering van de pijn
wordt het opgelost in lidocaine 1%. De flacons speciaal voor i.m.
toediening zijn uit de handel.
Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen
en penicillinen.
Aangeraden wordt niet meer dan 1 gram per injectieplaats te injecteren.
Bevat 2,3 mmol natrium per 1000 mg.
Oplossingen van ceftriaxon zijn lichtgeel gekleurd. Dit beïnvloedt de
werkzaamheid niet.
-
-
-
-
Acute reacties
Exantheem, jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Tromboflebitis,
koorts, misselijkheid, braken, diarree, candida vaginalis,
bloedbeeldafwijkingen, hoofdpijn, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden:
convulsies, pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ceftriaxon'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Rocephin IM is uit het assortiment.
01-02-2003
De flacons speciaal voor i.m. toediening zijn uit de handel. Toediening per
infuus heeft de voorkeur. Indien noodzakelijk kan ceftriaxon i.v. worden
opgelost in lidocaine 1% voor i.m. toediening.
01-11-2007
Bij bijzonderheden: “Ceftriaxon mag niet gelijktijdig of binnen een periode van
48 uur, met calcium-bevattende infuusoplossingen worden toegediend”,
vanwege kans op bijwerkingen. Zie ook “Onverenigbaar met”.
01-05-2012
Bijzonderheden: - Bij pasgeborenen jonger dan 1 maand mag ceftriaxon niet
tegelijkertijd of binnen een periode van 48 uur worden toegediend met
calcium bevattende infuusoplossingen. – Bij patiënten ouder dan 1 maand
mogen ceftriaxon en calciumhoudende oplossingen echter wel na elkaar
worden toegediend als infuuslijnen zijn aangebracht op verschillende plaatsen.
– Bij patiënten die doorlopend een infuus hebben met calciumbevattende
oplossingen (waaronder TPV en citraatantistolling tijdens CVVH) kan
overwogen worden een ander antibioticum te gebruiken. Een andere
mogelijkheid is om verschillende infuuslijnen op verschillende plaatsen te
gebruiken.
01-08-2012
Bijzonderheden: toegevoegd 3e- …of om de TPV een kwartier voor, na en
tijdens de ceftriaxon toediening te stoppen. Tussen de verschillende
geneesmiddelen dient de lijn gespoeld te worden.
geprint op 28 januari 2014
pagina 132
Handboek Parenteralia VUmc
01-02-2014
Oplosmiddel: NaCl 0,9% of glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 133
Cefuroxim
Merknaam
Cefuroxim, Aprokam
Afleveringsvorm
Flacon met 50 mg, 750 mg en 1500 mg cefuroxim (als natriumzout) poeder
voor injectievloeistof
F.T.G.
Cefalosporinen
Oplosmiddel
Voor intraveneus/intramusculair gebruik:
Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook
NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Voor intra-oculair gebruik:
NaCl 0,9%
Bereiden
Toedienings
route
grootte
flacon
toe te
voegen
oplosmiddel
verkregen
oplossing
eindconcentratie
mg/ml
mg
ml
ml
intra-oculair
50
5
5
10
I.M.
750
3
3,4
220
I.V.
Infusie
750
6
6,5
115
1500
15
16
95
1500
50
51
30
Voor intra-oculair gebruik: zacht schudden totdat het is opgelost.
Voor intramusculair gebruik: zacht schudden tot een homogene suspensie is
verkregen.
Voor intraveneus gebruik: schudden totdat het is opgelost. Het aantal toe te
voegen ml water in de tabel is de minimale toe te voegen hoeveelheid.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intra-oculair: onverdund 0,1 ml langzaam injecteren
Intramusculair: onverdund, diep spuiten
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten toedienen
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 15-60 minuten
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Kinderen
-
Intramusculair: onverdund, diep spuiten
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten toedienen
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale
concentratie bij vochtbeperking 100 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Intra-oculair: arts
Houdbaarheid
Onverdund: 24 uur bij 4°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, ciclosporine, diltiazem, famotidine, fentanyl,
foscarnet, granisetron, morfine, ondansetron, pancuronium, pethidine,
vecuronium
Infuus
Handboek Parenteralia VUmc
ceftazidim, clindamycine, furosemide, heparine, hydrocortison,
kaliumchloride, metronidazol
geprint op 28 januari 2014
pagina 134
Onverenigbaar met
Y-site
-
filgrastim, fluconazol, midazolam, promethazine
Infuus
Bijzonderheden
-
aminoglycosiden, doxapram, natriumbicarbonaat, ranitidine
-
Cefuroxim kan, ter vermindering van pijn bij i.m. toediening, opgelost
worden in lidocaine 1% of op twee afzonderlijke plaatsen worden
geïnjecteerd.
Cefuroxim kan direct met een transfernaald worden opgelost in een infuus
met metronidazol (100 ml = 500 mg).
Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen
en penicillinen.
Bevat 2,4 mmol natrium per 1000 mg.
De oplossing kan na reconstitutie licht-geel worden.
-
Acute reacties
Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Huiduitslag,
urticaria, jeuk, eosinofilie. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen,
tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: nierfunctiestoornissen,
pseudomembraneuze colitis, Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale
necrolyse.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefuroxim'
Datum
Wijziging
01-04-2002
Toegevoegd 250 mg flacon.
01-10-2004
Bij bijzonderheden: oplossen direct met transfernaald in een infuus.
01-10-2005
Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%
01-10-2008
Toegevoegd bij Bijzonderheden: De oplossing kan na reconstitutie licht-geel
worden.
01-12-2008
Flacon 250 mg uit de handel.
01-05-2013
Merknaam: Aprokam (50 mg) toegevoegd. Tekst bij Oplosmiddel, Bereiden,
Toedieningsroute en Bekwaamheidsniveau aangepast ivm intra-oculair
gebruik.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 135
Cetuximab
Merknaam
Erbitux®
Afleveringsvorm
Flacon met 20 ml = 100 mg (5 mg/ml) cetuximab
F.T.G.
Immunomodulantia
Bereiden
Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Bereken de benodigde hoeveelheid cetuximab in mililiters (5 mg/ml). De
oplossing kan eventueel verdund worden in NaCl 0,9%.
Advies: gebruik voor de eerste toediening (400 mg/m2) een infuuszak van
500 ml NaCl 0,9% en voor de volgende toedieningen (250 mg/m2) een
infuuszak van 250 ml NaCl 0,9%.
De oplossing hoeft niet gefiltreerd te worden.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na bereiden 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Intraveneus onverdund via spuitenpomp
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml NaCl 0,9% in 1-2 uur
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Glucose 5%
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Anafylactische shock, benauwdheid, huidreacties.
Bijwerkingen
Elektrolytenstoornissen (hypomagnesiemie).
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2007
01-02-2012
De infuusnelheid mag nooit hoger zijn dan 10 mg cetuximab/minuut
Cetuximab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cetuximab'
Datum
Wijziging
01-02-2012
Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 136
Chloorpromazine
Merknaam
Largactil®
Afleveringsvorm
Ampul met 25 mg = 5 ml (5 mg/ml) chloorpromazine (als hydrochloride)
F.T.G.
Antipsychotica
Toedieningsroute
Volwassenen
-
-
Intramusculair: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%,
langzaam
Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot
een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 1
mg/minuut, een kortlopend infuus heeft de voorkeur
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 500-1000 ml NaCl
0,9% of glucose 5%
Kinderen
-
-
Intramusculair: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 0,5
mg/minuut
Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot
een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 1
mg/minuut, een kortlopend infuus heeft de voorkeur
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan met NaCl 0,9% of
glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is
maximaal 0,5 mg/minuut (ref. 17)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
filgrastim, fluconazol, heparine, hydrocortison, kaliumchloride,
ondansetron
Infuus
-
Onverenigbaar met
atropine, buprenorfine, cefazoline, doxapram, droperidol, fentanyl,
metoclopramide, midazolam, morfine, netilmicine, pentazocine,
promethazine, scopolamine
Y-site
-
epinefrine, lidocaine, magnesiumsulfaat, methylprednisolon,
natriumbicarbonaat, tetracycline
Infuus
Bijzonderheden
-
amfotericine B, ampicilline, benzylpenicilline, chlooramfenicol, cimetidine,
fenobarbital, furosemide, heparine, pentobarbital, theofylline, thiopental
-
Chloorpromazine kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook
worden toegevoegd aan lidocaine 1%.
Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan overgevoeligheidsreacties
veroorzaken.
Roze of geel verkleurde oplossingen niet meer gebruiken.
-
Acute reacties
Ten gevolge van i.m. toediening: pijn op de injectieplaats. Bronchospasmen,
anafylactische shock.
Bijwerkingen
Slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen,
obstipatie, urineretentie, misselijkheid, braken, extrapiramidale
verschijnselen, convulsies, hyperprolactinemie, bloedbeeldafwijkingen,
leverfunctiestoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik: gynaecomastie.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 137
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Chloorpromazine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 138
Choriongonadotrofine, humaan
Merknaam
Pregnyl®
Afleveringsvorm
Ampul met 5.000 IE humaan choriongonadotrofine poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Hormonen van de hypofyse en de hypothalamus
Oplosmiddel
NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bereiden
Los 5.000 IE humaan choriongonadotrofine op in 1 ml oplosmiddel. De
concentratie is 5.000 IE/ml.
Toedieningsroute
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Direct na bereiden toedienen.
Bijwerkingen
Huiduitslag op de injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen, bij de
man: water- en zoutretentie. Bij vrouwen kan ongewenste ovariële
hyperstimulatie optreden.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Choriongonadotrofine, humaan'
Datum
Wijziging
01-08-2003
Ampul met 5000 IE humaan choriongonadotrofine poeder voor
injectievloeistof is uit de handel.
01-06-2004
Profasi® 10.000 IE is uit de handel.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 139
Ciclosporine
Merknaam
Sandimmune®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) ciclosporine infuusconcentraat
F.T.G.
Immunosuppressiva
Bereiden
Bereiden in LAF-kast met handschoenen aan
Toedieningsroute
-
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose
5%, in 2-6 uur
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 0,5-2,5 mg/ml
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie Ciclosporine, spuitenpomp
voor volwassenen
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
aminoglycosiden, ampicilline, benzylpenicilline, cefalosporinen,
ciprofloxacine, chlooramfenicol, clindamycine, co-trimoxazol, doxycycline,
erythromycine, gentamicine, piperacilline, vancomycine
Y-site
-
aciclovir
-
Bevat 650 mg gepolyoxyethyleerd ricinusolie (Cremophor EL) per ml. Deze
stof kan anafylactische reacties veroorzaken.
Ciclosporine moet toegediend worden aan infuusvloeistof in glas of PVCvrije zakken, omdat de Cremophor EL ftalaat uit PVC doet vrijkomen.
-
Acute reacties
Rash, dyspnoe, bloeddrukverandering, tachycardie, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Dosisafhankelijke lever- en niertoxiciteit, tremor, hypertrichose,
maagdarmstoornissen, tandvleeshypertrofie, branderig gevoel in handen en
voeten, huiduitslag en oedeem van het gelaat, hypertensie, hyperkaliëmie,
hypomagnesiëmie, convulsies, vochtretentie, pancreatitis, gynaecomastie,
dysmenorroe, amenorroe, bloedbeeldafwijkingen, hypertensie. Zelden:
spierkrampen, spierzwakte.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine'
Datum
Wijziging
01-08-2006
Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus met behulp van spuitenpomp
01-06-2009
Nieuw kopje: Onverenigbaar met Y-site: aciclovir.
01-01-2013
Nieuw kopje omdat ciclosporine een klasse 5 stof is; Bereiden: bereiden in
LAF-kast met handschoenen aan.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 140
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 141
Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 2 ampullen (2 ml = 100 mg) met 48 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 2 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van bloedspiegels
Pompstanden: 1-4 ml/uur
Toediening via PVC-vrij systeem en kraantje (zonder verlengslangetje)
Het lijntje en 3-wegkraantje zonder verlengslangetje vullen met NaCl en zodra
de spuit met ciclosporine aangesloten wordt 3 ml flushen.
Een basisinfuus op hetzelfde lumen aansluiten als dosering < 2 ml/uur
Om de dag lijn verschonen
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2006
geen
Werking: immuunsuppressief
Indicatie: profylaxe afstotingsreacties, ernstige auto-immuunziekten
Bijwerking: nierfunctiestoornissen, leverfunctiestoornissen, hypertensie
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 142
Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 2 mg/ml
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
mg/24 uur
1.0
50
2.0
100
2.5
125
3.0
150
3.1
155
3.2
160
3.3
165
3.4
170
3.5
175
3.6
180
3.7
185
3.8
190
3.9
195
4.0
200
4.1
205
4.2
210
4.3
215
4.4
220
4.5
225
4.6
230
4.7
235
4.8
240
4.9
245
5.0
250
5.5
275
6.0
300
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2006
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 143
Cidofovir
Merknaam
Vistide®
Afleveringsvorm
Flacon 375 mg = 5 ml (75 mg/ml) cidofovir
F.T.G.
Antivirale middelen voor systemisch gebruik
Toedieningsroute
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in 1
uur met constante snelheid
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
VPK
Houdbaarheid
24 uur bij 2-8°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
-
Om nefrotoxiciteit zo veel mogelijk te beperken, moeten met elke cidofovir
gift oraal probenecide en intraveneuze prehydratie met NaCl 0,9% worden
toegediend
Bevat ongeveer 2,5 mmol (of 57 mg) natrium per flacon
Acute reacties
Acuut nierfalen, asthenie, koorts, koude rillingen
Bijwerkingen
-
Beheergegevens
Zeer vaak: hoofdpijn, misselijkheid, braken, proteïnurie, toename
creatinine in het bloed, asthenie, koorts, neutropenie
Vaak: iritis, uveïtis, hypotonie van het oog, dyspneu, diarree, nierfalen,
koude rillingen
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cidofovir'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 144
Ciprofloxacine
Merknaam
Ciproxin®
Afleveringsvorm
Infuuszak met 400 mg = 200 ml ciprofloxacine (als lactaat)
F.T.G.
Chinolonen
Toedieningsroute
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30-60 minuten
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
calciumgluconaat, ceftazidim, ciclosporine, cimetidine (ref. 18), digoxine,
dobutamine, dopamine, fluconazol (ref. 18), gentamicine, kaliumchloride,
lidocaine, metoclopramide, midazolam (ref. 18), norepinefrine (ref. 18),
prednisolon, promethazine, ranitidine, verapamil
Infuus
-
Onverenigbaar met
aminoglycosiden, aztreonam, kaliumchloride
Y-site
-
amfotericine B, ampicilline, augmentin, ceftazidim, cefuroxim,
corticosteroiden, fenytoine, furosemide, heparine, magnesiumsulfaat,
meropenem, metronidazol, natriumbicarbonaat, natrium-kaliumfosfaat,
piperacilline, theofylline
Infuus
-
amoxicilline, ceftazidim, clindamycine, flucloxacilline, piperacilline
Acute reacties
Rash, pruritus, urticaria. Zelden: larynxoedeem, longoedeem, dyspnoe, angiooedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, artralgie, voorbijgaande leverfunctie- en
bloedbeeldafwijkingen, tachycardie, hypotensie. Maagdarmstoornissen als:
maagpijn, buikpijn, anorexie, misselijkheid, braken, diarree,
pseudomembraneuze colitis. Centrale bijwerkingen als: hoofdpijn,
slaapstoornissen, duizeligheid, sufheid, transpireren, paresthesieën, perifere
neuropathie, visusstoornissen, verwardheid, convulsies, onrust,
paniekreacties, hallucinaties, reuk-, kleur- en smaakstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-11-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciprofloxacine'
Datum
Wijziging
01-04-2006
De flacon van 400 mg is een infuuszak van 400 mg geworden. De 100 mg
blijft een flacon.
01-06-2007
Afleveringsvorm: alleen als flacon met 400 mg = 200 ml ciprofloxacine (als
lactaat)
01-12-2007
Toegevoegd aan Verenigbaar met (Y-site) en Onverenigbaar met (Infuus):
ceftazidim.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 145
01-04-2008
Afleveringsvorm: de flacon van 400 mg is gewijzigd in infuuszak van 400 mg
= 200 ml ciprofloxacine. Piperacilline is verenigbaar via Y-site, maar
onverenigbaar in hetzelfde infuus.
01-02-2009
Bij verenigbaar met Infuus toegevoegd: kaliumchloride.
01-08-2009
Toegevoegd aan “Onverenigbaar met” Y-site: augmentin.
01-07-2010
Bij Verenigbaar met (Y-site) verwijderd: piperacilline.
01-12-2011
Toegevoegd bij Onverenigbaar met Y-site: meropenem.
01-11-2013
Onverenigbaar met. Infuus. Toegevoegd: flucloxacilline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 146
Clemastine
Merknaam
Tavegil®
Afleveringsvorm
Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml) clemastine (als waterstoffumaraat)
F.T.G.
Antihistaminica
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, of toegevoegd aan 8-10 ml NaCl
0,9% of glucose 5%, in 2-3 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% in een
verhouding 1 : 5
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
Intra-arteriele toediening moet worden voorkomen.
Acute reacties
Zelden: dyspnoe, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Vermoeidheid, slaperigheid. Zelden: misselijkheid, huiduitslag, droge mond,
accomodatie- en mictiestoornissen, hartkloppingen, diarree, obstipatie,
transpireren, hoofdpijn. Met name bij kinderen: paradoxale reacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clemastine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 147
Clindamycine
Merknaam
Dalacin C®
Afleveringsvorm
Ampul met 600 mg = 4 ml (150 mg/ml) clindamycine (als diwaterstoffosfaat)
F.T.G.
Lincomycinen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intramusculair: diep spuiten
Intraveneus als kortlopend infuus: 600 mg toegevoegd aan 50-100 ml
NaCl 0,9% of glucose 5% (de concentratie is maximaal 12 mg/ml), in 20
minuten, de toedieningssnelheid is maximaal 30 mg/min
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, amiodaron, ciclosporine, enalaprilaat, esmolol, fentanyl,
foscarnet, labetalol, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine,
zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
aminoglycosiden, benzylpenicilline, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim,
cefuroxim, cimetidine, fluconazol, gentamicine, kaliumchloride, heparine,
hydrocortison, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol,
natriumbicarbonaat, ofloxacine, piperacilline, verapamil
Y-site
-
ampicilline, barbituraten, calciumgluconaat, fenytoine, filgrastim,
fluconazol, theofylline
Infuus
Bijzonderheden
-
ceftriaxon, ciprofloxacine, magnesiumsulfaat, ranitidine
-
Bevat benzylalcohol.
Intramusculaire toediening van meer dan 600 mg wordt niet aanbevolen.
Intraveneuze toediening van meer dan 1200 mg in 1 uur wordt niet
aanbevolen.
Toedienen van clindamycine d.m.v. continue infusie is beschreven.
-
Acute reacties
Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Rash, urticaria,
pruritus. Zelden: angio-oedeem, anafylactische reacties, erythema
multiforme.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, diarree, buikpijn, misselijkheid, braken, pseudomembraneuze
colitis, huiduitslag, leverfunctiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen. Ten
gevolge van te snelle toediening: hypotensie, hartstilstand.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clindamycine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 148
Clomethiazol
Merknaam
Distraneurine®
Afleveringsvorm
Flacon met 4000 mg = 500 ml (8 mg/ml) clomethiazol-edisilaat
F.T.G.
Anti-epileptica
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC
I.V.: arts
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Calciumzouten, kaliumchloride, NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Rash, urticaria. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Congestie en irritatie van het neusslijmvlies, irritatie conjunctivae, hoofdpijn,
tachycardie, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening:
voorbijgaande apnoe, hypotensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Bevat 16 mmol natrium per 500 ml.
Clomethiazol adsorbeert aan PVC en siliconen catheters; het gebruik van
teflon catheters wordt aanbevolen.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clomethiazol'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 149
Clomipramine
Merknaam
Anafranil®
Afleveringsvorm
Ampul met 25 mg = 2 ml (12,5 mg/ml) clomipramine-hydrochloride
F.T.G.
Antidepressiva
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml glucose 5% of NaCl
0,9%, de toedieningssnelheid is 15-50 mg/uur
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Infuus
-
diclofenac
Bijzonderheden
Bevat glycine.
Acute reacties
Exantheem, urticaria, pruritus, fotosensibilisatie. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Droge mond, transpireren, obstipatie, visusstoornissen, urineretentie,
gewichtstoename, orthostatische hypotensie, duizeligheid, tremoren. Zelden:
convulsies, tachycardie, aritmieën, verwarring, delirium, slapeloosheid,
hypertensie, verhoging leverenzymen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clomipramine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 150
Clonazepam
Merknaam
Rivotril®
Afleveringsvorm
Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) clonazepam
F.T.G.
Anti-epileptica
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Voeg 1 ampul 1 mg = 1 ml clonazepam toe aan 1 ml oplosmiddel. De
concentratie is 0,5 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden
Intraveneus als infuus: maximaal 3 mg toegevoegd aan tenminste 250 ml
glucose 5% of NaCl 0,9%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp clonazepam
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
I.V.: IC/VPK-arts
Houdbaarheid
Bij voorkeur direct na bereiden toedienen.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
Bevat alcohol en propyleenglycol: de ampul mag beslist alleen verdund
met oplosmiddel toegediend worden.
Clonazepam is slecht oplosbaar in water. Na verdunnen in infuusvloeistof
kan een neerslag ontstaan. Troebele oplossingen niet gebruiken.
Wegens wisselende absorptie verdient intramusculaire toediening niet de
voorkeur.
Bijwerkingen
Sufheid, slaperigheid, spierzwakte, coördinatiestoornissen, anorexie,
hoofdpijn, slapeloosheid. Met name bij zuigelingen en kleuters: hypersalivatie
en bronchiale hypersecretie. Ten gevolge van te snelle i.v. toediening:
ademhalingsdepressie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Spuitenpomp voor volwassenen toegevoegd.
01-04-2002
Bekwaamheidsniveau aangepast vanwege risico op ademhalingsdepressie.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 151
Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 5 ampullen (5 ml = 5 mg) met 20 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De
eindconcentratie is 0,2 mg/ml. De bijgeleverde ampullen met solvens hoeven
niet gebruikt te worden.
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke pompstand is vanaf 2 ml/uur.
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2002
geen
Werking: werkt hypnotisch, anxiolytisch, spierrelaxerend en anticonvulsief
met een lange halfwaardetijd.
- Indicatie: epilepsie, status epilepticus en koortsconvulsies.
- Bijwerking: hypersalivatie, tromboflebitis, spierzwakte, huidreacties,
hypotensie en ademhalingsdepressie.
Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 152
Clonazepam, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 1 mg = 1 mg toe aan 1 ml water voor injecties (bijgeleverd). Voeg deze
oplossing 1 mg = 2 ml clonazepam toe aan 23 ml glucose. De
eindconcentratie is 0,04 mg/ml, 25 ml.
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Gebruikelijke dosering: 4 microg/kg/uur
Infuusvloeistoffen
Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt hypnotisch, anxiolytisch, spierrelaxerend en anticonvulsief
met een lange halfwaardetijd
Indicatie: epilepsie, status epilepticus, koortsconvulsies
Bijwerking: hypersalivatie, bronchiale hypersecretie, spierzwakte,
hypotensie, ademhalingsdepressie, huidreacties
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 153
Clonazepam, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (0,04 mg/ml)
Rekendosering: 4 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur
ml/uur
1 kg
2 kg
5 kg
10 kg
20 kg
25 kg
30 kg
50 kg
4
0,1
0,2
0,5
1,0
2,0
2,5
3,0
5,0
6
0,2
0,3
0,8
1,5
3,0
3,8
4,5
7,5
8
0,2
0,4
1,0
2,0
4,0
5,0
6,0
10,0
10
0,3
0,5
1,3
2,5
5,0
6,3
7,5
12,5
12
0,3
0,6
1,5
3,0
6,0
7,5
9,0
15,0
14
0,4
0,7
1,8
3,5
7,0
8,8
10,5
17,5
16
0,4
0,8
2,0
4,0
8,0
10,0
12,0
20,0
18
0,5
0,9
2,3
4,5
9,0
11,3
13,5
22,5
20
0,5
1,0
2,5
5,0
10,0
12,5
15,0
25,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 154
Clonidine
Merknaam
Catapresan®
Afleveringsvorm
Ampul met 150 microg = 1 ml (150 microg/ml) clonidine-hydrochloride
F.T.G.
Centraal aangrijpende antihypertensiva
Toedieningsroute
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan tenminste 10 ml NaCl 0,9%,
in 10 minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp clonidine
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
I.V./Infusie: G-VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
lorazepam
Infuus
-
Onverenigbaar met
morfine
Y-site
-
midazolam
Bijzonderheden
Alleen bij liggende patiënten injecteren.
Acute reacties
Exantheem.
Bijwerkingen
Slaperigheid, droge mond, vermoeidheid, anorexie, duizeligheid, misselijkheid,
obstipatie, visusstoornissen, parotispijn, bradycardie. Ten gevolge van
intraveneuze injectie: orthostatische hypotensie. Ten gevolge van hoge
doseringen bij toepassing bij migraine, flushing en onthoudingsverschijnselen:
hypotensie. Zelden: hallucinaties. Na staken van de medicatie: reboundhypertensie, met opwinding, slapeloosheid, tremor en hartkloppingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonidine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 155
Clonidine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 3 ampullen (3 ml=0,45 mg) met 42 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie
is 0,01 mg/ml (=10 microg/ml)
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
-
Oplaaddosis: bolusinjecties van 3 ml per 3 minuten, op geleide van de HF
en/of MAP (HF gedaald tot ongeveer 80 sl/min en/of MAP tot ongeveer 70
mm Hg)
- Onderhoudsdosis: starten met 4 ml/uur op geleide van de HF (bij een HF
lager dan 70 sl/min de dosering halveren)
Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-9 ml/uur (1-2 mg/24 uur)
Toegangsweg
Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: onderdrukt sympatische hyperactiviteit, werkt
bloeddrukverlagend, vermindert tachycardie, versterkt werking sedativa
en analgetica
Indicatie: centrale sympatische hyperactiviteit bij gesedeerde patiënten
Bijwerking: hypotensie, bradycardie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonidine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 156
Clorazepinezuur
Merknaam
Clorazepaat, Tranxene®
Afleveringsvorm
Flacon met 50 mg dikaliumclorazepaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Anxiolytica, benzodiazepinen
Oplosmiddel
Fosfaatbuffer (bijgeleverd)
Bereiden
Los 50 mg clorazepinezuur op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 20
mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Direct na bereiden toedienen.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%
Clorazepinezuur mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Bevat mannitol en kaliumcarbonaat.
Clorazepinezuur wordt vooral toegepast bij alcoholabusus.
Bijwerkingen
Sufheid, slaperigheid, spierzwakte, coördinatiestoornissen, anorexie,
hoofdpijn, duizeligheid, dubbelzien, anterograde amnesie. Met name bij
kinderen en ouderen: paradoxale reacties als acute opwinding, psychische
veranderingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clorazepinezuur'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 157
Coffeine
Merknaam
Coffeine
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) coffeine
F.T.G.
Centrale stimulantia
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie Kinderen: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose
Intraveneus als bolusinjectie: langzaam, in 3-5 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp coffeine
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Kaliumchloride
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Slaperigheid, rusteloosheid, tachycardie, misselijkheid, braken. Centrale
bijwerkingen zijn bij kinderen meestal ernstiger dan bij volwassenen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Bevat 5% glucose als oplosmiddel.
Wordt gebruikt bij neonaten.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Coffeine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 158
Colistine
Merknaam
Colistin®
Afleveringsvorm
Flacon met 80 mg colistine-pentanatriummesilaat
F.T.G.
Overige antibiotica
Oplosmiddel
NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bereiden
Los 80 mg colistine-pentanatriummesilaat op in 3 ml oplosmiddel. De
concentratie is 26,67 mg/ml.
Toedieningsroute
Inhalatie: onverdund
Intrapleuraal na inhalatie: toegevoegd aan 20-50 ml NaCl 0,9%
Intramusculair: onverdund
Intraveneus: als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
VPK
Houdbaarheid
Na oplossen direct gebruiken.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
amikacine, ascorbinezuur, benzylpenicilline, chlooramfenicol, heparine
Y-site
-
cefazoline, erytromycine, hydrocortison
Bijzonderheden
-
80 mg colistine-pentanatriummesilaat komt overeen met 1 MIE
1 mg colistine komt overeen met 2,4 mg colistine-pentanatriummesilaat
(= colistinemethaatnatrium)
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2002
01-08-2005
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Colistine'
Datum
Wijziging
01-08-2005
Ook als infuusvloeistof te gebruiken
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 159
Co-trimoxazol
Merknaam
Bactrimel®
Afleveringsvorm
Ampul met 80/400 mg = 5 ml (16/80 mg/ml) trimethoprim/sulfamethoxazol
F.T.G.
Antimicrobiële middelen, sulfonamiden/trimethoprim
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 30-90 minuten; in geval van vochtbeperking: maximaal
80/400 mg = 5 ml co-trimoxazol toegevoegd aan 75 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, de concentratie is maximaal 6 mg/ml
Kinderen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 4,8 mg/ml, in 30 minuten (maximale
concentratie bij vochtbeperking is 9,6 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 480 mg in 100 ml 6 uur bij 20°C en 480 mg
in 75 ml 2 uur bij 20°C
Niet bij 4°C bewaren.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, atracurium, ciclosporine, enalaprilaat, esmolol,
filgrastim, labetalol, magnesiumsulfaat, morfine, pancuronium, pethidine,
piperacilline, vecuronium, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
heparine
Y-site
-
midazolam
Infuus
Bijzonderheden
-
fluconazol, gentamicine, verapamil
-
De oplossing heeft een pH van 9,6 en bevat propyleenglycol, benzylalcohol
en alcohol; co-trimoxazol mag daarom intraveneus uitsluitend verdund in
een infuusoplossing worden toegediend.
Wanneer de verdunde oplossing een zichtbare troebeling of uitkristallisatie
vertoont, mag deze niet worden toegediend.
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem, urticaria, jeuk.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree, glossitis, rash, duizeligheid,
hoofdpijn, koorts. Zelden: convulsies, bloedbeeldafwijkingen, epidermale
necrolyse, pseudomembraneuze colitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Co-trimoxazol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 160
01-10-2009
Toegevoegd bij F.T.G.: Antimicrobiële middelen en bij houdbaarheid: 480 mg
in 100 ml 6 uur bij 20°C en 480 mg in 75 ml 2 uur bij 20°C
01-02-2014
Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 161
Cytomegalovirus-Immunoglobuline
Merknaam
Megalotect®
Afleveringsvorm
Flacon met 2500 IE = 50 ml (50 IE/ml) cytomegalovirus-immunoglobuline
F.T.G.
Immunoglobulinen
Bereiden
Voor gebruik opwarmen tot kamertemperatuur, de flacon niet schudden.
Toedieningsroute
Intraveneus als infusie: onverdund met een snelheid van maximaal 1
ml/minuut.
Cytomegalovirus-immunoglobuline mag worden verdund met NaCl 0,9%.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Direct na openen gebruiken.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
Cytomegalovirus-immunoglobuline mag niet tegelijk met andere
infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend.
Wanneer er bijwerkingen optreden tijdens de infusie, moet de
toedieningssnelheid worden verlaagd.
De patiënt moet gedurende tenminste 20 minuten na toediening onder
observatie worden gehouden.
Bevat 0,15 mmol natrium per ml.
Acute reacties
Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Rillingen, hoofdpijn, koorts, braken, misselijkheid, arthralgie en lichte rugpijn.
Zelden: hypotensie, reversibele aseptische meningitis of niertoxiciteit.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2003
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cytomegalovirus-Immunoglobuline'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 162
Parenteralia D
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 163
Dalteparine
Merknaam
Fragmin®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 2500 IE AXa = 0,2 ml (12500 IE/ml), 5000 IE AXa = 0,2
ml, 7500 IE AXa = 0,3 ml (25000 IE/ml) dalteparine (natrium-zout)
F.T.G.
Laag moleculaire heparinen
Toedieningsroute
Subcutaan: bij voorkeur in antero- en postlaterale buikgordel, buiten de
periumbilicale streek, of van het anterolaterale deel van het bovenbeen, de
aanwezige luchtbel in de spuit niet verwijderen; de injectieplaats niet
masseren
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
1 AXa IC-E komt overeen met 0,38 AXa IE (AXa = anti-Xa-activiteit, IE =
internationale eenheden, IC-E = Institute Choay-Eenheden)
1 mg protamine-hydrochloride neutraliseert ongeveer 100 IE AXa (0,1 ml)
dalteparine
Acute reacties
Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen
Hematomen rond de injectieplaats. Zelden: huidnecrose, trombocytopenie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2005
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dalteparine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 164
Danaparoide
Merknaam
Orgaran®
Afleveringsvorm
Ampul met 750 anti-factor Xa eenheden = 0,6 ml (1250 anti-factor Xa
eenheden/ml) danaparoide
F.T.G.
Anticoagulantia
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking, buiten invloed van
licht.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijwerkingen
Bloeduitstortingen en/of pijn rond de injectieplaats, huiduitslag, verhoogd
bloedingsrisico, hematomen. Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Subcutaan: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Danaparoide'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 165
Danaparoide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 4 ampullen (3000 IE = 2,4 ml) met 22,6 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
De eindconcentratie is 120 IE/ml
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke dosering:
aanvankelijk: 1500 IE intraveneus als bolusinjectie
onderhoud: 240 IE/uur (pompstand: 2 ml/uur)
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: antistollingsmiddel
Indicatie: verdenking op of bewezen heparine-geinduceerde trombopenie
(H.I.T.) als antistolling bij CVVH, bewezen H.I.T.T. (H.I.T. en trombose)
Bijwerking: bloeduitstortingen en/of pijn rond de injectieplaats,
huiduitslag, verhoogd bloedingsrisico, hematomen
Contraindicatie: bewezen H.I.T. met bloedingscomplicatie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Danaparoide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2004
Bereiden van spuitenpomp aangepast in verband met toediening in 12 uur.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 166
Dantroleen
Merknaam
Dantrium®
Afleveringsvorm
Flacon met 20 mg dantroleennatrium poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Middelen tegen maligne hyperthermie
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 20 mg dantroleen op in 60 ml water voor injecties. De concentratie is
0,333 mg/ml. Bescherm de oplossing tegen de invloed van direct licht.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: IC
Houdbaarheid
Na oplossen: 6 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden
-
Er dient rekening mee te worden gehouden dat bij behandeling van één
volwassenen patiënt van 70 kg in totaal 700 mg nodig kan zijn.
Bevat 3 gram mannitol per flacon.
Voor dosering: zie ook protocol "maligne hyperthermie".
Acute reacties
Rash, urticaria.
Bijwerkingen
Spierzwakte, duizeligheid, misselijkheid, tromboflebitis, pulmonair oedeem.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dantroleen'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 167
Daptomycine
Merknaam
Cubicin®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze
infusie
F.T.G.
Overige antimicrobiële middelen
Bereiden
Los 500 mg daptomycine op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 50 mg/ml
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij
4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50 ml NaCl 0,9%, in 30
minuten
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Aztreonam, ceftazidim, ceftriaxon, dopamine, fluconazol, gentamicine,
heparine, levofloxacine, lidocaine
Onverenigbaar met
Glucose 5%
Bijzonderheden
Het oplosmiddel moet langzaam worden toegevoegd, terwijl de naald naar de
wand van de flacon wijst. De flacon dient langzaam te worden gedraaid om te
zorgen dat het poeder volledig wordt bevochtigd. Daarna moet de flacon 10
minuten neergezet worden. Daarna moet de flacon gedurende enkele minuten
worden gezwenkt. Niet schudden. De oplossing kan nu toegevoegd worden
aan de infusievloeistof.
Daptomycine in opgeloste vorm is fletsgeel tot lichtbruin
Acute reacties
Geen
Bijwerkingen
Spierpijn, spierzwakte, verhoogd CPK, myositis en rhabdomyolyse. Het CPK
dient eenmaal per week gemeten te worden.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2008
01-12-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Daptomycine'
Datum
Wijziging
01-12-2011
Afleveringsvorm is gewijzigd: Flacon met 500 mg. Bereiden: Los 500 mg
daptomycine op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 50 mg/ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 168
Darbopoetine
Merknaam
Aranesp®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 10 microg = 0,4 ml (25 microg/ml); 15 microg = 0,375 ml
(40 microg/ml); 20 microg = 0,5 ml (40 microg/ml); 30 microg = 0,3 ml (100
microg/ml); 40 microg = 0,4 ml (100 microg/ml); 50 microg = 0,5 ml (100
microg/ml); 60 microg = 0,3 ml (200 microg/ml); 80 microg = 0,4 ml (200
microg/ml); 100 microg = 0,5 ml (200 microg/ml); 150 microg = 0,3 ml (500
microg/ml)
F.T.G.
Hematopoetische groeifactoren
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./Injectie: VPK
Houdbaarheid
In de koelkast bewaren, zie vermelde datum op de verpakking. Darbopoëtine
mag voor een periode van maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (25°C)
worden bewaard.
Bijzonderheden
-
Subcutaan: onverdund, maximaal 1 ml per injectieplaats
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (via de shunt tijdens dialyse) in
tenminste 1-2 minuten
De subcutane toedieningsweg heeft de voorkeur boven de intraveneuze
toediening.
De voorgevulde injectiespuit niet schudden.
Darbopoëtine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Acute reacties
Pijn op injectieplaats.
Bijwerkingen
Hypertensie, trombose van de arterio-veneuse shunt, hoofdpijn, artralgie,
perifeer oedeem.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2003
01-03-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Darbopoetine'
Datum
Wijziging
01-03-2010
Houdbaarheid: In de koelkast bewaren, zie vermelde datum op de verpakking.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 169
Deferoxamine
Merknaam
Desferal®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg deferoxamine-mesilaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Antidota
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Toedienings
route
grootte
flacon
toe te
voegen
water
eindconcentratie
mg
ml
mg/ml
I.M./S.C.
500
2
250
Infusie
500
5
100
Voor het bereiden van de basisoplossing geen NaCl 0,9% gebruiken.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
-
Subcutaan: onverdund
Subcutaan als langlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan 50 ml
NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is 20-40 mg/kg per 8-24
uur
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als langlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan 50-100
ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 15
mg/kg/uur
Kinderen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5% in 12-24 uur. De maximale toedieningssnelheid is 15
mg/kg/uur
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C. Volwassenen: VPK
I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Heparine
Bijzonderheden
-
-
-
Continue subcutane infusie heeft de voorkeur. Indien dit niet wordt
getolereerd, kan toediening via een centrale veneuze lijn worden
geprobeerd.
Snelle intraveneuze injectie kan een collaps veroorzaken, daarom alleen
als langzaam intraveneus druppelinfuus toedienen.
Intramusculaire toediening wordt toegepast bij diagnostische testen en bij
acute ijzervergiftiging indien geen sprake is van een cardiovasculaire
collaps.
In sommige gevallen is het mogelijk om een grotere ijzeruitscheiding te
krijgen, door de dagelijkse dosis per infuus in 24 uur in plaats van in 12
uur toe te dienen.
Acute reacties
Irritatie op injectieplaats. Intramusculaire toediening is pijnlijk. Allergische en
anafylactische reacties. Ten gevolge van te snelle intraveneuze injectie:
hypotensie, collaps.
Bijwerkingen
Maagdarmstoornissen, aritmieën, duizeligheid, convulsies. Bij langdurige
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 170
behandeling: gezichts- en gehoorstoornissen, met name door te hoge
doseringen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Deferoxamine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 171
Denosumab
Merknaam
Xgeva®
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 120 mg = 1,7 ml (70 mg/ml) denosumab
F.T.G.
Calciumregulerende middelen
Toedieningsroute
Subcutaan: onverdund, langzaam toedienen
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Buiten invloed van licht bewaren
Buiten de koelkast 30 dagen te gebruiken
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Dyspneu, zelden overgevoeligheidsreacties
Bijwerkingen
Diarree, hypocalciemie, hypofosfatemie, tandextractie, hyperhidrosis,
osteonecrose van de kaak, cellulitis
LET OP: ernstige hypocalciemie kan optreden (met name bij patiënten met
een ernstige nierfunctiestoornis) tijdens gebruik van denosumab. Het
monitoren van de calciumspiegels wordt aanbevolen. Als hypocalciemie
optreedt tijdens de behandeling, dient calcium gesuppleerd te worden
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-05-2012
01-10-2012
Dit geneesmiddel mag niet met andere geneesmiddelen worden gemengd
Niet injecteren bij troebele of verkleurde oplossing
Niet overmatig schudden
Gebruik een 27 gauge naald
Voor toediening injectieflacon op kamertermperatuur laten komen
Bevat sorbitol
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Denosumab'
Datum
Wijziging
01-10-2012
Bijwerkingen toegevoegd: LET OP: ernstige hypocalciemie kan optreden (met
name bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis) tijdens gebruik van
denosumab. Het monitoren van de calciumspiegels wordt aanbevolen. Als
hypocalciemie optreedt tijdens de behandeling, dient calcium gesuppleerd te
worden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 172
Desmopressine
Merknaam
Minrin®, Octostim®
Afleveringsvorm
Ampul met 4 microg = 1 ml (4 microg/ml) desmopressine-acetaat-3-water
(Minrin®)
Ampul met 30 microg = 2 ml (15 microg/ml) desmopressine-acetaat-3-water
(Octostim®)
F.T.G.
Hypofyseachterkwabhormonen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
I.V.: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijwerkingen
Ten gevolge van hoge doseringen i.v.: hoofdpijn, flushing, hypotensie,
hyponatriëmie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met NaCl 0,9%
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
(bij kinderen < 10 kg aan 10 ml NaCl 0,9%), in 20-30 minuten
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Desmopressine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 173
Desmopressine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 2 microg = 0,50 ml desmopressine toe aan 49,5 ml NaCl 0,9%. De
eindconcentratie is 0,04 microg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Gebruikelijke dosering bij neurotrauma: 22 picog/kg/min
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt antidiuretisch, werkt hemostatisch door verhoging van de
spiegels factor VIII, Von Willebrand factor en alteplase
Indicatie: centrale diabetes insipidus, diagnose centrale diabetes insipidus
na neurotrauma
Contraindicatie: overgevoeligheid, ziekte van Von Willebrand
Bijwerking: hoofdpijn, flushing, hypotensie, hyponatriëmie, reflextachycardie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2003
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Desmopressine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-04-2003
Tekstuele correctie
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 174
Dexamethason
Merknaam
Dexamethason
Afleveringsvorm
Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat) en
20 mg = 1 ml (20 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat)
5 mg dexamethasondinatriumfosfaat = 4 mg dexamethason.
F.T.G.
Glucocorticoiden
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%, tot 200 mg in 1 uur
Intra-articulair: onverdund
Intrabursaal: onverdund
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-5 minuten
Intraveneus als infuus: aangevuld met NaCl 0,9% of glucose 5% tot 10
ml, in 15 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, cisplatin, cyclofosfamide, cytarabine, doxorubicine,
filgrastim, fluconazol, fludarabine, foscarnet, heparine, kaliumchloride,
methotrexaat, morfine, pethidine, piperacilline, propofol, sufentanil,
zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, cefazoline, cimetidine, famotidine, fentanyl, furosemide,
lidocaine, metoclopramide, netilmicine, ondansetron, ranitidine, theofylline,
verapamil
Y-site
-
ciprofloxacine, midazolam,
Infuus
Bijzonderheden
-
diazepam, doxapram, fenobarbital, promethazine, vancomycine
-
Bevat natriumpyrosulfiet. Deze stof kan overgevoeligheidsreacties
veroorzaken.
4 mg dexamethason komt overeen met 5 mg
dexamethasondinatriumfosfaat.
-
Acute reacties
Urticaria.
Bijwerkingen
Vochtretentie, duizeligheid, misselijkheid, stemmingsveranderingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 175
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dexamethason'
Datum
Wijziging
01-10-2005
Toedieningsroute Volwassenen: toevoeging bij intraveneus als infuus
01-12-2007
Afleveringsvorm: 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) dexamethasondinatriumfosfaat. Ook
bij Bijzonderheden aangepast.
01-06-2009
Toegevoegd bij afleveringsvorm: 5 mg dexamethasondinatriumfosfaat = 4 mg
dexamethason.
01-08-2009
Bij afleveringsvorm 100 mg = 5 ml gewijzigd in 20 mg = 1 ml.
01-12-2011
Afleveringsvorm is gewijzigd: Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml)
dexamethason (als dinatriumfosfaat) en 20 mg = 1 ml (20 mg/ml)
dexamethason (als dinatriumfosfaat).
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 176
Dexmedetomidinehydrochloride
Merknaam
Dexdor
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 200 microg = 2 ml (100 microg/ml)
dexmedetomidinehydrochloride
F.T.G.
Sedativa
Toedieningsroute
-
Intraveneus als infuus: zie onderstaande tabel om de vereiste concentratie
van 4 microg/ml te verkrijgen
Volume oplosmiddel
Totaal volume infusie
Volume Dexdor
100 microg/ml
2 ml
48 ml
50 ml
4 ml
96 ml
100 ml
10 ml
240 ml
250 ml
20 ml
480 ml
500 ml
-
Reeds geïntubeerde en gesedeerde patiënten kunnen op
dexmedetomidinehydrochloride overstappen met een initiële
infusiesnelheid van 0,7 microg/kg/uur
Dosering stapsgewijs aan te passen binnen het dosisbereik van 0,2 tot
maximaal 1,4 microg/kg/uur
-
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
G-VPK-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat oplossing, mannitol
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
atracurium, atropine, dobutamine, dopamine, etomidaat, fentanyl, fenylefrine,
midazolam, mivacurium, morfine, noradrenaline, rocuronium, thiopental,
vecuronium
Bijzonderheden
-
Maximale dosis van 1,4 microg/kg/uur niet overschrijden
Toediening van een laaddosis/bolusinjectie wordt niet aanbevolen daar het
gepaard gaat met een toename van de bijwerkingen
Toediening van dexmedetomidinehydrochloride moet onder continue
hartbewaking plaatsvinden
Bijwerkingen
Bradycardie, hypotensie, hypertensie, hyperglykemie, hypoglykemie, agitatie,
myocardinfarct, tachycardie, misselijkheid, braken, droge mond,
onthoudingssyndroom, hyperthermie
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2012
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dexmedetomidinehydrochloride'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 177
Diazepam
Merknaam
Diazepam
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) diazepam
F.T.G.
Anxiolytica, benzodiazepinen
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 5 mg/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: maximaal 10 mg per 100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5% om neerslag te voorkomen
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp diazepam
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M. Volwassenen: VPK
I.V./Infusie: VPK
I.V. Kinderen: VPK-arts
Houdbaarheid
Onverdund in spuit: 24 uur bij 20°C
Na toevoeging aan infuusvloeistoffen: direct toedienen.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
-
-
Diazepam mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Oplosbaarheid van diazepam in infuusvloeistof is maximaal 100 mg/l.
Diazepam vlokt uit na toevoeging aan infuusvloeistoffen bij een
concentratie hoger dan 100 mg/l.
Bevat benzylalcohol.
Diazepam adsorbeert in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten
(glas en plastics), infuusslangen en filters.
De kans op tromboflebitis wordt verminderd door diazepam toe te dienen
in een grote vene, met een toedieningssnelheid niet groter dan 5 mg per
minuut.
Intramusculaire toediening slechts indien intraveneuze injectie niet
mogelijk is; diazepam i.m. is pijnlijk en bewerkstelligt een onbetrouwbare
en wisselende absorptie.
Acute reacties
Apnoe.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, hypotensie, bradycardie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diazepam'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 178
Diazepam, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
10 tot 20 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund optrekken
De eindconcentratie is 5 mg/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-1,5 ml/uur
Toegangsweg
Centraal (eventueel perifeer bij een pompstand lager dan 1 ml/uur, gedurende
24 uur)
Eigenschappen geneesmiddel
-
Werking: werkt anxiolytisch, hypnotisch en spierrelaxerend met een lange
halfwaardetijd
- Indicatie: pathologische angsten en spanning, slaapstoornissen, status
epilepticus, acute onthoudingsverschijnselen na staken alcoholgebruik,
tetanus, pre-eclampsie en eclampsie, als pre-medicatie bij anesthesie
- Bijwerking: pijn en tromboflebitis op de plaats van infusie, hypotensie,
ademhalingsdepressie, spierzwakte, misselijkheid, huidreakties
Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diazepam, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 179
Diclofenac
Merknaam
Voltaren®
Afleveringsvorm
Ampul met 75 mg = 3 ml (25 mg/ml) diclofenacnatrium
F.T.G.
Analgetica, prostaglandinesynthetaseremmers
Toedieningsroute
Intramusculair: onverdund, diep intragluteaal
Intraveneus als infusie: volwassenen 75 mg, toedienen in 0,5-2 uur
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Infusie Volwassenen: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
-
Bevat natriumbisulfiet, benzylalcohol, propyleenglycol en mannitol.
Natriumbisulfiet kan allergische reakties veroorzaken.
Diclofenac kan eventueel als intraveneuze bolusinjectie gegeven worden
door aan NaCl 0,9% toe te voegen tot een concentratie van 5 mg/ml en in
tenminste 10 minuten toe te dienen.
Aan een bolusinjectie hoeft geen natriumbicarbonaat te worden
toegevoegd.
Diclofenac kan eventueel intraveneus als infuus worden gegeven door aan
100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% 1 ml natriumbicarbonaat 4,2% toe
te voegen. Aan deze oplossing wordt 1 ampul (75 mg = 3 ml) diclofenac
toegevoegd. Alleen heldere oplossingen mogen worden toegediend.
Natriumbicarbonaat is nodig omdat anders een neerslag kan ontstaan
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties zoals urticaria ten gevolge van natriumbisulfiet,
anafylactische reacties.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, diarree, hoofdpijn, duizeligheid, remming
trombocytenaggregatie. Zelden: oedeem, pijnlijkheid en jeuk op
injectieplaats, lokale necrose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diclofenac'
Datum
Wijziging
01-06-2009
Toegevoegd aan Toedieningsroute: Intraveneus als infusie: volwassenen 75
mg, toedienen in 0,5-2 uur.
01-07-2010
Toegevoegd aan Bijzonderheden: Aan een bolusinjectie hoeft geen
natriumbicarbonaat te worden toegevoegd.
01-03-2011
Toegevoegd aan Bijzonderheden: Natriumbicarbonaat is nodig omdat anders
een neerslag kan ontstaan.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 180
Digoxine
Merknaam
Lanoxin®
Afleveringsvorm
Ampul met 0,5 mg = 2 ml (0,25 mg/ml) digoxine
F.T.G.
Hartglycosiden
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met tenminste een
viervoudig volume tot maximaal 50 microg/ml in water voor injecties,
glucose 5% of NaCl 0,9%, in minimaal 5 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml glucose 5% of NaCl
0,9%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
ciprofloxacine, fentanyl, kaliumchloride, midazolam, morfine, pethidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
cimetidine, esmolol, furosemide, heparine, lidocaine, milrinon, ranitidine,
theofylline, verapamil
Y-site
-
fluconazol, foscarnet, insuline
Infuus
Bijzonderheden
-
dobutamine, doxapram
-
Subcutane of intramusculaire toediening is pijnlijk en geeft onbetrouwbare
en wisselende absorptie. Intramusculaire toediening is in verband gebracht
met het optreden van spiernecrose.
De maximale oplosbaarheid van digoxine in infuusvloeistoffen is 50
microg/ml; bij hogere concentraties kan digoxine neerslaan.
-
Acute reacties
Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: hypertensie, angineuze
klachten, atrioventriculair block.
Bijwerkingen
Aritmieën, misselijkheid, braken, duizeligheid, verwardheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Digoxine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-08-2009
Merknaam is gewijzigd in Lanoxin.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 181
Digoxine specifieke Fab-fragmenten
Merknaam
DigiFab®
Afleveringsvorm
Flacon met 40 mg digoxine antilichamen poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Antidota
Oplosmiddel
Water voor injecties (niet bijgeleverd)
Bereiden
Los 40 mg digoxine antilichamen op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is 10
mg/ml.
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als infuus: de opgeloste digoxine antilchamen kunnen verder
doorverdund worden met NaCl 0,9%. Toedienen met een inloopsnelheid
van minimaal 30 minuten. Als de inloopsnelheid bijwerkingen veroorzaakt,
moet het infuus gestopt worden en opnieuw op een lagere snelheid hervat
worden
Intraveneus als bolusinjectie: alleen in geval van hartstilstand
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
VPK-arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 2-8°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
40 mg gezuiverde digoxine-specifiek Fab zal ongeveer 0,5 mg digoxine of
digoxine binden
Het totale aantal flesjes dat nodig is, kan berekend worden door de totale
hoveelheid in het lichaam aanwezige digoxine in milligrammen (mg) te
delen door 0,5 mg per flesje
Acute reacties
Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: febriele reactie
Bijwerkingen
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2009
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Digoxine specifieke Fab-fragmenten'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 182
Dimethylaminofenol
Merknaam
4-DMAP®
Afleveringsvorm
Ampul met 250 mg = 5 ml (50 mg/ml) 4-dimethylaminofenol-hydrochloride
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 3-4 mg/kg lichaamsgewicht
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Bevat natriumbisulfiet.
Dimethylaminofenol wordt, in combinatie met natriumthiosulfaat,
toegepast bij cyanidevergiftiging.
Bij overdosering van dimethylaminofenol wordt voorzichtig 2 mg/kg
toluïdineblauw of methyleenblauw intraveneus toegediend.
Acute reacties
Pijn en irritatie op injectieplaats. Allergische reacties door aanwezigheid van
natriumbisulfiet.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dimethylaminofenol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 183
Dipyridamol
Merknaam
Persantin®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) dipyridamol
F.T.G.
Trombocytenaggregatieremmers
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan tenminste 10-20 ml glucose 5%
of NaCl 0,9%, langzaam spuiten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
Dipyridamol moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Om irritatie van de vaten te voorkomen, moet dipyridamol tenminste in
een verhouding 1:2 worden verdund met NaCl 0,9% tot een totaal volume
van 20-50 ml.
Acute reacties
Flushing.
Bijwerkingen
Hypotensie, hoofdpijn, duizelig, bittere smaak in de mond.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dipyridamol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 184
DTPa-Hib-HepB vaccin
Merknaam
Infanrix-Hexa
Afleveringsvorm
Poeder en suspensie voor injectie in een voorgevulde spuit. DTPa-Hib-HepB
vaccin. Na reconstitutie bevat de injectie 0,5 ml suspensie
F.T.G.
Vaccins
Bereiden
Het vaccin wordt gereconstitueerd door de gehele inhoud van de voorgevulde
spuit toe te voegen aan de flacon met poeder. Na toevoeging dient goed
geschud te worden totdat het poeder geheel is opgelost
Toedieningsroute
Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Na reconstitutie onmiddellijk gebruiken.
Bijzonderheden
-
-
1 Dosis bevat:
Difterietoxoid niet minder dan 30 IE
Tetanustoxoid niet minder dan 40 IE
Bordetella pertussis antigenen
Pertussistoxoid 25 mcg
Filamenteus Hemagglutinine 25 mcg
Pertactine 8 mcg
Hepatitis-B-oppervlakte-antigeen 10 mcg
Poliovirus (geïnactiveerd)
type 1 (Mahoney stam) 40 D-antigeen-eenheden
type 2 (MEF-1 stam) 8 D-antigeen-eenheden
type 3 (Saukett stam) 32 D-antigeen-eenheden
Haemophilus influenzae type b polysaccharide 10 mcg
(polyribosylribitol fosfaat)
geconjugeerd aan tetanustoxoid als dragereiwit ongeveer 25 mcg
Het gereconstitueerde vaccin is troebel
De difterie-, tetanus-, acellulair pertussis-, hepatitis B-, geïnactiveerd
poliomyelitis-component is een troebele, witte suspensie
De gevriesdroogde Hib-component is een wit poeder
Acute reacties
Lokale reakties als roodheid en pijn op de injectieplaats.
Bijwerkingen
Algehele malaise, koorts. Zelden collaps, convulsies ten gevolge van kinkhoest
component.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'DTPa-Hib-HepB vaccin'
Datum
Wijziging
01-06-2005
Het DKTP-vaccin RIVM is uit de handel genomen en vervangen door InfanrixIPV.
01-05-2012
De naam van de monografie is gewijzigd in DTPa-Hib-HepB vaccin. Tevens is
bijna de gehele tekst aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 185
Dobutamine
Merknaam
Dobutamine®
Afleveringsvorm
Flacon met 250 mg = 50 ml (5 mg/ml) dobutamine (als hydrochloride)
F.T.G.
Antihypotensiva
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp dobutamine
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie Volwassenen: G-VPK
Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
calciumzouten, ciprofloxacine, fentanyl, fluconazol, haloperidol, insuline,
kaliumchloride, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, milrinon,
nitroprusside, pancuronium, propofol, streptokinase, tolazoline,
vecuronium, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
amiodaron, atracurium, atropine, dopamine, enalaprilaat, epinefrine,
esmolol, famotidine, fentolamine, flumazenil, isoprenaline, lidocaine,
morfine, nitroglycerine, norepinefrine, pethidine, procainamide,
propranolol, ranitidine, verapamil
Y-site
-
aciclovir, alteplase, foscarnet, furosemide, fytomenadion, indometacine,
midazolam, piperacilline, theofylline, thiopental
Infuus
Bijzonderheden
-
bumetanide, calciumzouten, diazepam, digoxine, doxapram, fenytoine,
heparine, insuline, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, natriumbicarbonaat
-
Dobutamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
De oplossing kan roze kleuren. Dit heeft geen invloed op de
werkzaamheid.
Bevat natriumbisulfiet.
-
Acute reacties
Rash, koorts, bronchospasmen door overgevoeligheid.
Bijwerkingen
Hypertensie, tachycardie, hoofdpijn, misselijkheid, kortademigheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine'
Datum
Wijziging
01-12-2003
Wijziging ampul 250 mg = 20 ml.
01-04-2008
Afleveringsvorm: Ampul met 250 mg = 20 ml (12,5 mg/ml) is gewijzigd in
flacon met 250 mg = 50 ml (5 mg/ml) dobutamine (als hydrochloride).
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 186
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 187
Dobutamine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 50 ml op, onverdund
De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur
Zie doseringsschema dobutamine
Toegangsweg
Centraal (perifeer bij een pompstand lager dan 4 ml/uur)
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: verhoogt de contractiekracht van de hartspier, de hartfrequentie
en het hartminuutvolume binnen enkele minuten na toediening, geeft
enige vasodilatatie
Indicatie: o.a. bij decompensatio cordis, cardiogene of septische shock
Bijwerking: tachycardie, ectopische prikkelvorming, tromboflebitis
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-12-2003
In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml.
01-04-2008
In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml naar flacon 250 mg = 50 ml
is bereiding aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 188
Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 5 mg/ml
ml/uur
microg/kg/minuut
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
1
1.7
1.4
1.2
1.0
0,9
2
3.3
2.8
2.4
2.1
1.9
3
5.0
4.2
3.6
3.1
2.8
4
6.7
5.6
4.8
4.2
3.7
5
8.3
6.9
6.0
5.2
4.6
6
10.0
8.3
7.1
6.3
5.6
7
11.7
9.7
8.3
7.3
6.5
8
13.3
11.1
9.5
8.3
7.4
9
15.0
12.5
10.7
9.4
8.3
10
16.7
13.8
11.9
10.4
9.3
11
18.3
15.3
13.1
11.5
10.2
12
20.0
16.7
14.3
12.5
11.1
13
21.7
18.1
15.5
13.5
12.0
14
23.3
19.4
16.7
14.6
13.0
15
25.0
20.8
17.9
15.6
13.9
16
26.7
22.2
19.0
16.7
14.8
17
28.3
23.6
20.2
17.7
15.7
18
30.0
25.0
21.4
18.8
16.7
19
31.7
26.4
22.6
19.8
17.6
20
33.3
27.8
23.8
20.8
18.5
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 189
Dobutamine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 60 mg = 12 ml toe aan 38 ml glucose; de eindconcentratie is
1,2 mg/ml, 50 ml
5-20 kg: Voeg 125 mg = 25 ml toe aan 25 ml glucose; de eindconcentratie is
2,5 mg/ml, 50 ml
> 20 kg: Trek 50 ml op, onverdund, de eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen: 2-20 microg/kg/min
Zie doseringsschema dobutamine
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: verhoogt de contractiekracht van de hartspier, de hartfrequentie
en het hartminuutvolume binnen enkele minuten na toediening, geeft
enige vasodilatatie
Indicatie: o.a. bij decompensatio cordis, cardiogene of septische shock
Bijwerking: hypertensie, tachycardie, ectopische prikkelvorming,
tromboflebitis
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-12-2003
In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml.
01-04-2008
Bereiden: wijzigingen in verband met het overgaan van ampul naar flacon.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 190
Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1200 microg/ml)
Rekendosering: 2 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
2
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
4
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
6
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
8
0,4
0,8
1,2
1,6
2,0
10
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
12
0,6
1,2
1,8
2,4
3,0
14
0,7
1,4
2,1
2,8
3,5
16
0,8
1,6
2,4
3,2
4,0
18
0,9
1,8
2,7
3,6
4,5
20
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 191
Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen van 5 tot 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (2500 microg/ml)
Rekendosering: 4 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
10 kg
12,5 kg
15 kg
20 kg
2
0,2
0,5
0,6
0,7
1,0
4
0,5
1,0
1,2
1,4
1,9
6
0,7
1,4
1,8
2,2
2,9
8
1,0
1,9
2,4
2,9
3,8
10
1,2
2,4
3,0
3,6
4,8
12
1,4
2,9
3,6
4,3
5,8
14
1,7
3,4
4,2
5,0
6,7
16
1,9
3,8
4,8
5,8
7,7
18
2,2
4,3
5,4
6,5
8,6
20
2,4
4,8
6,0
7,2
9,6
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
van 5 tot 20 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 192
Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (5000 microg/ml)
Rekendosering: 8 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
20 kg
25kg
30 kg
40 kg
50 kg
2
0,5
0,6
0,7
1,0
1,2
4
1,0
1,2
1,4
1,9
2,4
6
1,4
1,8
2,2
2,9
3,6
8
1,9
2,4
2,9
3,8
4,8
10
2,4
3,0
3,6
4,8
6,0
12
2,9
3,6
4,3
5,8
7,2
14
3,4
4,2
5,0
6,7
8,4
16
3,8
4,8
5,8
7,7
9,6
18
4,3
5,4
6,5
8,6
10,8
20
4,8
6,0
7,2
9,6
12,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 20 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 193
Dopamine
Merknaam
Dopamine, Dynatra Dopamine®
Afleveringsvorm
Ampul met 200 mg = 5 ml (40 mg/ml) dopamine-hydrochloride
infuusconcentraat
F.T.G.
Antihypotensiva
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp dopamine
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie Volwassenen: G-VPK
Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amiodaron, ciprofloxacine, esmolol, fentanyl, fluconazol, foscarnet,
haloperidol, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine,
nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, pethidine, propofol,
streptokinase, theofylline, tolazoline, vecuronium, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
atracurium, calciumchloride, chlooramfenicol, dobutamine, doxapram,
enalaprilaat, famotidine, flumazenil, heparine, hydrocortison,
kaliumchloride, kanamycine, lidocaine, mannitol, methylprednisolon,
nitroglycerine, ranitidine, verapamil
Y-site
-
aciclovir, alteplase, doxycycline, furosemide, indometacine, insuline,
natriumbicarbonaat, thiopental
Infuus
Bijzonderheden
-
amfotericine B, ampicilline, benzylpenicilline, gentamicine
-
I.v.m. het risico op weefselnecrose na extravasatie wordt aanbevolen
dopamine centraal toe te dienen.
Bij extravasatie: het ischemische gebied zo spoedig mogelijk met 5-10 mg
fentolamine (Regitine®) in 10-15 ml NaCl 0,9% met behulp van een fijne
naald onderhuids infiltreren.
Dopamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden
toegediend.
-
-
Acute reacties
Perifere weefselnecrose ten gevolge van vasoconstrictie.
Bijwerkingen
Ritmestoornissen, angineuze pijn, misselijkheid, braken, hypertensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 194
01-05-2011
Afleveringsvorm: ampul met 400 mg=100 ml (4 mg/ml) is uit het
assortiment. Infuusvloeistoffen: voorkeur voor glucose 5%.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 195
Dopamine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 1 ampul (5 ml = 200 mg) met 45 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 4 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur
Zie doseringsschema dopamine
Toegangsweg
Centraal (perifeer bij een pompstand lager dan 4 ml/uur)
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt positief inotroop, verhoogt hartminuutvolume, verhoogt
renale doorbloeding, bij hogere dosering stijging van de bloeddruk
Indicatie: shock
Contraindicatie: tachycardie, ventrikelfibrilleren, feochromocytoom
Bijwerking: ritmestoornissen, hypertensie, tromboflebitis, dyspnoe,
hoofdpijn, misselijkheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-10-2008
Tijdelijk ampullen 200 mg = 5 ml in verband met verbouwing.
01-05-2011
Bereiden: Meng 1 ampul (5 ml = 200 mg) met 45 ml glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 196
Dopamine, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 4 mg/ml
microg/kg/minuut
ml/uur
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
1
1,4
1,2
1,0
0,9
0,8
2
2,6
2,2
1,9
1,6
1,4
3
4,0
3,3
2,9
2,5
2,2
4
5,2
4,3
3,7
3,3
2,9
5
6,6
5,5
4,7
4,1
3,7
6
8,0
6,7
5,7
5,0
4,4
7
9,2
7,7
6,6
5,8
5,1
8
10,6
8,8
7,6
6,6
5,9
9
12,0
10,0
8,6
7,5
6,7
10
13,2
11,0
9,4
8,3
7,3
11
14,6
12,2
10,4
9,1
8,1
12
16,0
13,3
11,4
10,0
8,9
13
17,2
14,3
12,3
10,8
9,6
14
18,6
15,5
13,3
11,6
10,3
15
20,0
16,7
14,3
12,5
11,1
16
21,2
17,7
15,1
13,3
11,8
17
22,6
18,8
16,1
14,1
12,6
18
24,0
20,0
17,1
15,0
13,3
19
25,2
21,0
18,0
15,8
14,0
20
26,6
22,2
19,0
16,6
14,8
21
28,0
23,3
20,0
17,5
15,6
22
29,2
24,3
20,9
18,3
16,2
23
30,6
25,5
21,9
19,1
17,0
24
32,0
26,7
22,9
20,0
17,8
25
33,2
27,7
23,7
20,8
18,4
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 197
Dopamine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 60 mg = 1,5 ml toe aan 48,5 ml glucose 5%.
De eindconcentratie is 1,2 mg/ml, 50 ml
5-20 kg: Voeg 100 mg = 2,5 ml toe aan 47,5 ml glucose 5%.
De eindconcentratie is 2 mg/ml, 50 ml
> 20 kg: Meng 1 ampul 200 mg = 5 ml met 45 ml glucose 5%.
De eindconcentratie is 4 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van effect
Gebruikelijke doseringen: 2-20 microg/kg/min
Zie doseringsschema dopamine
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt positief inotroop, verhoogt hartminuutvolume, verhoogt bij
lage dosering de renale doorbloeding, bij hogere dosering een stijging van
de bloeddruk
Indicatie: shock
Contraindicatie: feochromocytoom, tachycardie, ventrikelfibrilleren en
hyperthyreoidie
Bijwerking: ectopische prikkelvorming, hypertensie, tachycardie,
bradycardie, tromboflebitis, dyspnoe, misselijkheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-10-2008
Tijdelijk ampullen 200 mg = 5 ml in verband met verbouwing.
01-05-2011
Bereiden: met glucose 5%. Infuusvloeistoffen: Glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 198
Dopamine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1200 microg/ml)
Rekendosering: 2 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
2
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
4
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
6
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
8
0,4
0,8
1,2
1,6
2,0
10
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
12
0,6
1,2
1,8
2,4
3,0
14
0,7
1,4
2,1
2,8
3,5
16
0,8
1,6
2,4
3,2
4,0
18
0,9
1,8
2,7
3,6
4,5
20
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 199
Dopamine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen van 5 tot 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (2000 microg/ml)
Rekendosering: 10 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
10 kg
12,5 kg
15 kg
20 kg
2
0,3
0,6
0,8
0,9
1,2
4
0,6
1,2
1,5
1,8
2,4
6
0,9
1,8
2,3
2,7
3,6
8
1,2
2,4
3,0
3,6
4,8
10
1,5
3,0
3,8
4,5
6,0
12
1,8
3,6
4,5
5,4
7,2
14
2,1
4,2
5,3
6,3
8,4
16
2,4
4,8
6,0
7,2
9,6
18
2,7
5,4
6,8
8,1
10,8
20
3,0
6,0
7,5
9,0
12,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van
5 tot 20 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 200
Dopamine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (4000 microg/ml)
Rekendosering: 6,7 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
2
0,6
0,8
0,9
1,2
1,5
4
1,2
1,5
1,8
2,4
3,0
6
1,8
2,3
2,7
3,6
4,5
8
2,4
3,0
3,6
4,8
6,0
10
3,0
3,8
4,5
6,0
7,5
12
3,6
4,5
5,4
7,2
9,0
14
4,2
5,3
6,3
8,4
10,5
16
4,8
6,0
7,2
9,6
12,0
18
5,4
6,8
8,1
10,8
13,5
20
6,0
7,5
9,0
12,0
15,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 20 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 201
Doxapram
Merknaam
Doxapram
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 mg = 500 ml (2 mg/ml) doxapram-hydrochloride
F.T.G.
Middelen bij luchtwegaandoeningen
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus met behulp van volumetrische infuuspomp: onverdund, de
concentratie is 2 mg/ml
Doseren op geleide van de arteriële bloedgaswaarden:
Gebruikelijke doseringen:
aanvankelijk:
1,5 mg/minuut
onderhoud:
1-3 mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp doxapram
Toedieningscategorie
Categorie C en D
Bekwaamheidsniveau
Infusie Volwassenen: VPK
Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Infuus
-
Onverenigbaar met
Amikacine, bumetanide, chloorpromazine, cimetidine, dopamine,
doxycyline, epinefrine, fytomenadion, isoniazide, kaliumchloride,
netilmicine, tobramycine
Infuus
-
ascorbinezuur, cefalosporinen, corticosteroiden, diazepam, digoxine,
dobutamine, furosemide, esketamine, natriumbicarbonaat, theofylline,
thiopental, ticarcilline
Bijzonderheden
De pH van de oplossing is 3,5-5.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Koorts, transpireren, verwardheid, duizeligheid, hoofdpijn, spiertrekkingen,
dyspnoe, hoesten, bronchospasmen, misselijkheid, braken, diarree,
tromboflebitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxapram'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Verenigbaar met Infuus toegevoegd: kaliumchloride.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 202
Doxapram, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Onverdund
De eindconcentratie is 2 mg/ml
Houdbaarheid
Na aanprikken zak: 24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van de arteriële bloedgaswaarden
Toedienen met behulp van een volumetrische infuuspomp
Gebruikelijke standen zijn:
Startdosering: 45 ml/uur (verhogen met 15 ml per 30 minuten)
Onderhoudsdosering: 60-90 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Werking: stimuleert de ademhaling
Bijwerking: tromboflebitis, koorts, hypertensie, tachycardie, rusteloosheid,
misselijkheid, insulten
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxapram, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 203
Doxycycline
Merknaam
Vibramycine®
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) doxycycline (als hyclaat)
F.T.G.
Tetracyclinen
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 2 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-1000 ml NaCl 0,9% of
glucose 5% in 1-2 uur, de concentratie is 0,1-1 mg/ml
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 2 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 0,5 mg/ml in 90 minuten (maximale concentratie bij
vochtbeperking is 1 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van
licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, amiodaron, cyclosporine, filgrastim, morfine, ondansetron,
pethidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
doxapram, isoprenaline, ranitidine,
Y-site
-
allopurinol, dopamine, piperacilline,
Infuus
-
ampicilline, benzylpenicilline, calciumzouten, erythromycine, fytomenadion,
heparine, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumzouten,
natriumbicarbonaat, procainamide, Ringerlactaat, theofylline
Bijzonderheden
-
De oplossing bevat polyvinylpyrrolidon (povidon, PVP).
Intraveneuze toediening van doxycycline als infuus verdient de voorkeur
boven een bolusinjectie, ter voorkoming van lokale pijn.
Acute reacties
Urticaria, pijnlijkheid op injectieplaats, angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxycycline'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 204
Droperidol
Merknaam
Dehydrobenzperidol®
Afleveringsvorm
Ampul met 2,5 mg = 1 ml (2,5 mg/ml) droperidol
F.T.G.
Antipsychotica
Toedieningsroute
-
(Intramusculair: onverdund)
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 20 microg/ml (ref. 19)
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% (ref. 19)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
I.V.: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
filgrastim, fluconazol, hydrocortison, kaliumchloride, ondansetron,
pethidine, propofol
Infuus
-
Onverenigbaar met
atropine, buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine, fentanyl,
metoclopramide, midazolam, morfine, promethazine, scopolamine
Y-site
-
allopurinol, barbituraten, folinezuur, foscarnet, furosemide, heparine,
piperacilline
Infuus
-
pentobarbital
Bijzonderheden
Toediening intraveneus als langlopend infuus is uitzondering: alleen bij hoogrisico patiënten.
Acute reacties
Zelden rash, exantheem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Extrapiramidale bijwerkingen: dyskinesie, acathisie. Orthostatische
hypotensie, sufheid, misselijkheid, braken, obstipatie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Droperidol'
Datum
Wijziging
01-12-2004
Afleveringsvorm is gewijzigd: ampul met 2,5 mg = 1 ml.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 205
DTP-vaccin
Merknaam
DTP-vaccin RIVM
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 1 ml DTP-vaccin
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
Intramusculair: onverdund
Wegwerpspuit goed schudden voor gebruik.
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Bevat per ml tenminste 5 IE difterietoxoide, 20 IE tetanustoxoide en
geïnactiveerd poliovirus: 20 DE type 1, 2 DE type 2 en 3,5 DE type 3.
De kleur van de oplossing is oranjegeel tot oranjerood. Indien de kleur
geel of violet is, mag het vaccin niet worden gebruikt.
Na opschudden is het vaccin troebel.
Acute reacties
Lokale reacties als roodheid en pijn op de injectieplaats.
Bijwerkingen
Algehele malaise, koorts.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2005
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'DTP-vaccin'
Datum
Wijziging
01-06-2005
Flacon is vervangen door wegwerpspuit
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 206
Parenteralia E
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 207
Efedrine
Merknaam
Efedrine
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) efedrine-hydrochloride
F.T.G.
Sympathicomimetica
Toedieningsroute
-
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: 1 ml efedrine verdund met 9 ml NaCl 0,9%.
De concentratie is 5 mg/ml. De maximale dosis is 150 mg, de
toedieningssnelheid is maximaal 5 mg per minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
I.V.: G-VPK-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Y-site
-
thiopental
Infuus
-
fenobarbital
Bijzonderheden
De maximale dagdosering bij volwassenen is 150 mg. Bij herhaalde toediening
neemt het effect als regel af.
Acute reacties
Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: verhoogde bloeddruk,
hartritmestoornissen.
Bijwerkingen
Tremor, slapeloosheid, angst, tachycardie, hypertensie, hoofdpijn,
misselijkheid, transpireren.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Efedrine'
Datum
Wijziging
01-10-2006
Op verzoek van de OK is de toedieningsroute intraveneus als bolusinjectie
aangepast.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 208
Enoximon
Merknaam
Perfan®
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) enoximon
F.T.G.
Overige middelen bij decompensatio cordis
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: IC
I.V.: IC-arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Bij 4°C kan de verdunde oplossing uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, (eventueel) water voor injecties
Bijzonderheden
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de concentratie is 5 mg/ml
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp enoximon
Enoximon kan zo nodig in gelijke verhoudingen met NaCl 0,9% of water
voor injecties gemengd worden tot een concentratie van 2,5 mg/ml.
Enoximon mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen over
één lijn worden toegediend.
Enoximon moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden
toegediend.
Enoximon mag niet in glazen flacons of spuiten gemengd worden. De
oplossing kan dan binnen een uur uitkristalliseren.
Bijwerkingen
Ritmestoornissen, hypotensie, hoofdpijn, slapeloosheid, misselijkheid, braken,
diarree.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 209
Enoximon, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
1 tot 2 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund optrekken
De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
In de koelkast kan enoximon uitkristalliseren
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-6 ml/uur (onderhoudsdosis)
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt positief inotroop en vaatverwijdend, verbetert diastolische
relaxatie van het hart
Indicatie: 2e keus bij ernstige decompensatio cordis, cardiogene shock
Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis
Bijwerking: hypotensie, extrasystolen, (supra)-ventriculaire artimie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 210
Enoximon, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 75 mg = 15 ml toe aan 35 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 1,5 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Bij 4°C kan de verdunde oplossing uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen: 5-10 microg/kg/min
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt positief inotroop en vaatverwijdend, verbetert diastolische
relaxatie van het hart
Indicatie: bij ernstige decompensatio cordis, cardiogene shock
Contraindicatie: ernstige hypotensie, ernstige lever- en nierfunctiestoornis
Bijwerking: hypotensie, extrasystolen, (supra)-ventriculaire aritmie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 211
Enoximon, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1,5 mg/ml)
Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
2 kg
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
4
0,3
0,8
1,6
2,4
3,2
4,0
4,8
8,0
5
0,4
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
10,0
6
0,5
1,2
2,4
3,6
4,8
6,0
7,2
12,0
7
0,6
1,4
2,8
4,2
5,6
7,0
8,4
14,0
8
0,6
1,6
3,2
4,8
6,4
8,0
9,6
16,0
9
0,7
1,8
3,6
5,4
7,2
9,0
10,8
18,0
10
0,8
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
12,0
20,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
50 kg
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 212
Epoprostenol (Flolan)
Merknaam
Flolan®
Afleveringsvorm
Ampul met 500 microg epoprostenol (als natriumzout) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Prostaglandine-analoog
Oplosmiddel
50 ml glycinebuffer (bijgeleverd)
Bereiden
Los 500 microg epoprostenol op in 10 ml oplosmiddel. Zuig deze oplossing
volledig terug in de injectiespuit. Voeg de gehele inhoud van de injectiespuit
bij het restant van de flacon met oplosmiddel en meng goed. De
eindconcentratie is 10 microg/ml (= 10.000 nanog/ml).
Toedieningsroute
Nierdialyse
Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: toegevoegd (gefiltreerd door
bijgevoegde filter) aan NaCl 0,9% in een verhouding van maximaal 1:6;
intravasculair of in de bloedstroom naar het dialysetoestel toedienen.
De infuussnelheid wordt als volgt berekend:
infuusnelheid (ml/min) =
dosering (nanog/kg/min) x lichaamsgew. (kg)
conc. epoprostenol opl. (nanog/ml)
Primaire pulmonaire hypertensie
Bij dit gebruik dient epoprostenol uitsluitend met glycinebuffer te worden
verdund. De onverdunde oplossing filtreren door het bijgevoegde filter.
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie Volwassenen: VPK
Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Direct voor toedienen bereiden.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Na optrekken in medicatiecassette: 72 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, NaCl 0,45% (uitsluitend bij nierdialyse)
Bijzonderheden
-
Epoprostenol mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of
infuusvloeistoffen worden toegediend.
Epoprostenol moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
De pH van de oplossing is ongeveer 10.
Acute reacties
Roodheid op injectieplaats, flushing.
Bijwerkingen
Ten gevolge van extravasatie: weefselbeschadiging. Tromboflebitis, blozen,
hoofdpijn, hypotensie, tachycardie, bradycardie, duizeligheid, transpireren,
misselijkheid, braken, hyperglycemie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol (Flolan)'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 213
Epoprostenol (Veletri)
Merknaam
Veletri®
Afleveringsvorm
Ampul met 500 of 1500 microg epoprostenol (als natriumzout) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Prostaglandine-analoog
Oplosmiddel
NaCl 0,9%
Bereiden
Los 500 microg epoprostenol op in 5 ml oplosmiddel, voorzichtig schudden.
De concentratie is 100 microg/ml
Los 1500 microg epoprostenol op in 5 ml oplosmiddel.
De concentratie is 300 microg/ml
Verdun door met NaCl 0,9% tot de beoogde eindconcentratie (2.000-30.000
nanog/ml).
Toedieningsroute
Nierdialyse
Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: toegevoegd (gefiltreerd door
bijgevoegde filter) aan NaCl 0,9% in een verhouding van maximaal 1:6;
intravasculair of in de bloedstroom naar het dialysetoestel toedienen.
De infuussnelheid wordt als volgt berekend:
infuusnelheid (ml/min) =
dosering (nanog/kg/min) x lichaamsgew. (kg)
conc. epoprostenol opl. (nanog/ml)
Primaire pulmonaire hypertensie
Bij dit gebruik dient epoprostenol te worden verdund met NaCl 0,9%.
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie Volwassenen: VPK
Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Direct voor toedienen bereiden.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 8 dagen bij 2-8°C
Maximale duur van toediening bij kamertemperatuur van verdunde oplossing
bewaard in spuit of medicatiecassette
Eindconcentratie bereik
Onmiddellijke
Indien bewaard tot
toediening
max. 8 dagen bij 2-8°C
= of > 30.000 ng/ml en < 15.000 ng/ml 48 uur
24 uur
= of > 15.000 ng/ml
48 uur
48 uur
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, NaCl 0,45% (uitsluitend bij nierdialyse)
Bijzonderheden
-
Epoprostenol mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of
infuusvloeistoffen worden toegediend.
Epoprostenol moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
De pH van de oplossing is ongeveer 11-12.
Acute reacties
Roodheid op injectieplaats, flushing.
Bijwerkingen
Ten gevolge van extravasatie: weefselbeschadiging. Tromboflebitis, blozen,
hoofdpijn, hypotensie, tachycardie, bradycardie, duizeligheid, transpireren,
misselijkheid, braken, hyperglycemie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2013
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 214
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol (Veletri)'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 215
Epoprostenol, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Los 500 microg epoprostenol op in 10 ml glycine-buffer (bijgeleverd). Zuig
deze oplossing volledig terug in de injectiespuit. Voeg deze 10 ml oplossing bij
het restant van de flacon met oplosmiddel en meng goed. De concentratie is
10 microg/ml (= 10.000 nanog/ml).
Neem vervolgens van deze oplossing 14,5 ml en voeg deze via het
bijgeleverde filter toe aan 45,5 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 2,4 microg/ml (= 2400 nanog/ml), 60 ml.
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke doseringen: 4-20 nanog/kg/min
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt vaatverwijdend en remt de trombocyten-aggregatie
Indicatie: profylaxe van trombotische complicaties tijdens dialyse als
alternatief voor heparine.
Niet geregisteerd: primaire pulmonale hypertensie
Contraindicatie: hypotensie, angina pectoris, manifeste bloedingen
Bijwerking: hypotensie, tachycardie of bradycardie, dyspnoe,
hyperglycemie, tromboflebitis
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 216
Epoprostenol, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (2400 nanog/ml)
Rekendosering: 4 nanog/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
nanog/kg/uur
ml/uur
1 kg
2 kg
5 kg
10 kg
20 kg
25 kg
30 kg
4
0,1
0,2
0,5
1,0
2,0
2,5
3,0
5,0
8
0,2
0,4
1,0
2,0
4,0
5,0
6,0
10,0
12
0,3
0,6
1,5
3,0
6,0
7,5
9,0
15,0
16
0,4
0,8
2,0
4,0
8,0
10,0
12,0
20,0
20
0,5
1,0
2,5
5,0
10,0
12,5
15,0
25,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
50 kg
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 217
Eptacog alfa
Voor de tekst zie Factor VII
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2009
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Eptacog alfa'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 218
Ertapenem
Merknaam
Invanz
Afleveringsvorm
Infusiepoeder flacon met 1000 mg ertapenem
F.T.G.
Overige beta-lactam antibiotica
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden
Ertapenem moet voor verdunning eerst worden gereconstitueerd. Los 1000
mg op in 10 ml oplosmiddel. Controleer of alles is opgelost.
Toedieningsroute
-
Intraveneus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% in 30 minuten. Voor
toediening mengen door zwenken
Maximale concentratie voor kinderen: 20 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Infuus
-
natriumheparine, kaliumchloride
Onverenigbaar met
Glucose
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Diarree, misselijkheid, braken, hoofdpijn, (trombo)flebitis, huiduitslag, jeuk,
leverfunctiestoornissen
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2013
geen
1000 mg ertapenem bevat ongeveer 6,0 mEq (137 mg) natrium
Kleurloze tot vaal gele oplossing
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ertapenem'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 219
Erythromycine
Merknaam
Erythrocine®
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 mg erythromycine (als lactobionaat) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Macroliden
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 1000 mg erythromycine op in 20 ml water voor injecties. De concentratie
is 50 mg/ml. Voor het bereiden van de basisoplossing geen NaCl 0,9%
gebruiken!
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als infuus: 500 mg (= 10 ml) toegevoegd aan 100-500 ml
NaCl 0,9% of glucose 5% (de concentratie is maximaal 5 mg/ml), in 20-60
minuten
Kinderen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 5 mg/ml, in 60 minuten (ref. 17) (maximale
concentratie bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 8 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
atosiban, ciclosporine, foscarnet, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat,
midazolam, morfine, nicardipine, pethidine, vancomycine
Infuus
-
Onverenigbaar met
hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, natriumbicarbonaat, ranitidine,
ringerlactaat, verapamil
Y-site
-
cefazoline, tacrolimus
Infuus
-
doxycycline, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine,
hydroxocobalamine, metoclopramide, rocuronium, streptomycine, thiamine
Bijzonderheden
-
De basisoplossing mag nooit onverdund worden ingespoten.
Bij infusie kan lokale pijn en tromboflebitis optreden. De concentratie van
de toe te dienen verdunde oplossing mag niet hoger zijn dan 5 mg/ml.
Acute reacties
Anafylaxie.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, milde maagdarmstoornissen. Ten gevolge van hoge doses:
voorbijgaande gehoorstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 220
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Erythromycine'
Datum
Wijziging
01-02-2009
Toegevoegd Verenigbaar met: Infuus: kaliumchloride.
01-03-2011
Toegevoegd Verenigbaar met: Y-site: atosiban
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ciclosporine, foscarnet, labetalol,
lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, nicardipine, pethidine,
vancomycine. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: hydrocortison, lidocaine,
natriumbicarbonaat, ranitidine, ringerlactaat, verapamil. Nieuw kopje
Onverenigbaar met Y-site: cefazoline, tacrolimus. Onverenigbaar met infuus:
doxycycline, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine,
hydroxocobalamine, metoclopramide, rocuronium, streptomycine, thiamine.
Bijzonderheden verwijderd: Erythromycine mag niet tegelijk met andere
geneesmiddelen over één lijn worden toegediend.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 221
Erythropoetine
Merknaam
Epoetine beta, Neorecormon®
Afleveringsvorm
-
Wegwerpspuit met 1000 IE = 0,3 ml (3333 IE/ml), 4000 IE = 0,3 ml
(13,333 IE/ml) en 10.000 IE = 0,6 ml (16,667 IE/ml) erythropoetine
Patroon met 60.000 IE poeder en oplosmiddel voor injectie (voor Recopen)
F.T.G.
Hematopoetische groeifactoren
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
De subcutane toedieningsweg heeft de voorkeur boven de intraveneuze
toediening.
Acute reacties
Zelden anafylactische reacties.
Bijwerkingen
Hypertensie, trombose van de vasculaire toegangsplaats (fistel, shunt),
hoofdpijn, convulsies, huidreacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2004
Subcutaan: onverdund, maximaal 1 ml
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 1-2 minuten (via de
shunt tijdens dialyse)
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Erythropoetine'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Epoetine beta vervangt epoetine alfa.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 222
Esketamine
Merknaam
Ketanest-S®
Afleveringsvorm
-
F.T.G.
Algemene anaesthetica, analgetica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: IC
I.V.: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Flacon met 25 mg = 5 ml (5 mg/ml)
Flacon met 250 mg = 10 ml (25 mg/ml) alleen voor ICV’s
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: in minimaal 60 seconden
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp esketamine (5 mg/ml)
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
propofol
Infuus
-
diazepam, fenobarbital, pentobarbital
-
Esketamine moet onder bewaking van ademhaling en hemodynamische
parameters worden toegediend.
Bij lage doseringen tot 0,1 mg/kg en infusie tot 0,1 mg/kg/uur in het
kader van postoperatieve pijnbestrijding zijn geen cardiale en respiratoire
bijwerkingen te verwachten en kan bewaking van de ademhaling en
hemodynamische monitoring achterwege worden gelaten. Wel is geregelde
observatie noodzakelijk in verband met het risico op het optreden van
hallucinaties. Deze zijn te voorkomen/behandelen met benzodiazepines.
Esketamine is de linksdraaiende isomeer van ketamine en heeft een 2x zo
grote farmacologische activiteit. Hierdoor moet ten opzichte van ketamine
de dosering van esketamine worden gehalveerd.
Om hallucinaties en psychotische reacties tijdens de herstelfase te
voorkomen, is gelijktijdig gebruik van benzodiazepinen aan te bevelen.
-
-
Acute reacties
Voorbijgaande hypertensie en verhoging hartfrequentie.
Bijwerkingen
Aritmieën, tachycardie, bradycardie, lichte prikkeling van de ademhaling,
kortdurende voorbijgaande ademhalingsdepressie, psychische stoornissen in
de herstelfase, convulsies, extrapiramidale stoornissen, hoofdpijn, sterke
speekselsecretie, transpireren, visuele stoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 223
01-04-2009
Bij Bijzonderheden toegevoegd informatie over bijwerkingen bij lage
doseringen
01-07-2010
Bij Toedieningsroute toegevoegd: ……(5 mg/ml) en esketamine forte (25
mg/ml).
01-09-2010
Afleveringsvorm: flacon met 250 mg = 10 ml (25 mg/ml) alleen voor ICVC’s.
01-02-2014
Toedieningsroute verwijderd: .. en esketamine forte (25 mg/ml).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 224
Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen
Protocol voor per-/postoperatieve pijnbehandeling.
Bereiden
Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Toedienen op geleide van het effect
Inductiebolus intraveneus: 0,125 - 0,35 mg/kg
Onderhoudsdosis: 0,05 – 0,4 mg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt anesthetisch en sterk analgetisch, ademhaling en reflexen
blijven behouden, tevens sympathicomimetisch
Indicatie: pijnbestrijding
Contraindicatie: hypertensie, ernstige vaatafwijkingen, eclampsie,
epilepsie, psychotische afwijkingen, angina pectoris
Bijwerking: hypertensie, prikkeling van de ademhaling, tonisch-clonische
bewegingen, verhoging intracraniale en intraoculaire druk, tachycardieën,
psychische stoornissen in de herstelfase
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-10-2004
Gewijzigd van 5 mg/ml naar 25 mg/ml (= onverdund) vanwege de soms hoge
doseringen.
01-07-2010
Bereiden: Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9%. De
eindconcentratie is 5 mg/ml. LET OP: er is ook een spuitenpompprotocol
esketamine forte (25 mg/ml). Toedienen via perfusor: Inductiebolus
intraveneus 0,125 0,35 mg/kg. Onderhoudsdosis: 0,05-0,4 mg/kg/uur.
Eigenschappen geneesmiddel: Indicatie: pijnbestrijding.
01-09-2010
Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen is een protocol voor per/postoperatieve pijnbehandeling. Er is ook een spuitenpompprotocol
esketamine forte (25 mg/ml), deze is bestemd voor de ICV’s.
01-02-2014
Verwijderd (Bereiden): Let op: er is ook een spuitenpompprotocol eketamine
forte (25 mg/ml), deze is bestemd voor de ICV’s.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 225
Esketamine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid
Na optrekken: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Toedienen op geleide van het effect
Oplaaddosis: 0,25-1 mg/kg, intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosis: 2,5-15 microg/kg/min
Zie doseringsschema esketamine
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt anesthetisch en sterk analgetisch, ademhaling en reflexen
blijven behouden, tevens sympathicomimetisch
Indicatie: inleiding en onderhoud van anesthesie; status asthmaticus, niet
reagerend op de gebruikelijke therapie
Contraindicatie: hypertensie, ernstige vaatafwijkingen, angina pectoris,
infecties bovenste luchtwegen, psychiatrische ziektebeelden met neiging
tot hyperventilatie, epilepsie
Bijwerking: hypertensie, prikkeling van de ademhaling, tonisch-clonische
bewegingen, verhoging intracraniale en intraoculaire druk, tachycardieën,
opwinding en desorientatie in de herstelfase
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 226
Esketamine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (5 mg/ml)
Rekendosering: 8,4 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
2 kg
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
50 kg
2,5
0,1
0,2
0,3
0,5
0,6
0,8
0,9
1,5
5
0,1
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
1,8
3,0
7,5
0,2
0,5
0,9
1,4
1,8
2,3
2,7
4,5
10
0,2
0,6
1,2
1,8
2,4
3,0
3,6
6,0
12,5
0,3
0,8
1,5
2,3
3,0
3,8
4,5
7,5
15
0,4
0,9
1,8
2,7
3,6
4,5
5,4
9,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 227
Esmolol
Merknaam
Brevibloc®
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) esmolol-hydrochloride
F.T.G.
ß-blokkers
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (10 mg/ml), in 15-30 seconden.
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp esmolol
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amikacine, amiodaron, ampicilline, benzylpenicilline, calciumchloride,
cefazoline, ceftazidim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, cotrimoxazol, digoxine, dopamine, enalaprilaat, erythromycine, famotidine,
fentanyl, fenytoine, fosfaat, gentamicine, hydrocortison, insuline,
kaliumchloride, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, metronidazol,
midazolam, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside,
norepinefrine, pancuronium, piperacilline, propofol, ranitidine,
streptomycine, tobramycine, vancomycine, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
atracurium, dobutamine, heparine, theofylline
Y-site
-
furosemide
Infuus
Bijzonderheden
-
diazepam, procainamide, thiopental
-
Esmolol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden
toegediend.
Esmolol kan pijn en tromboflebitis veroorzaken op de plaats van injectie.
-
Acute reacties
Roodheid op injectieplaats. Zelden, ten gevolge van extravasatie:
huidnecrose.
Bijwerkingen
Hypotensie, transpireren, misselijkheid, braken, hoofdpijn, ontstekingen,
bradycardie, post-operatieve bronchospasmen. Zelden: angst, verminderde
eetlust, obstipatie, urineretentie, oedemen, benauwdheid, spraakstoornissen,
visusstoornissen, koortsperioden.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esmolol'
Datum
Wijziging
01-02-2005
Extra waarschuwing van de fabrikant dat onverdund toedienen van het
concentraat (2500 mg=10 ml) kan leiden tot ernstig en soms dodelijk
hartfalen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 228
01-02-2008
Ampullen 2500 mg = 10 ml concentraat uit de handel.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 229
Esmolol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 5 ampullen (50 ml = 500 mg) op, onverdund.
De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
- Oplaaddosis: 500 microg/kg in 1 minuut
- Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 20-50 ml/uur (50-200
microg/kg/min volgens onderstaand schema:
A: 50 microg/kg/min gedurende 4 minuten, indien voldoende effect
pompstand handhaven.
B: Indien onvoldoende effect, oplaaddosis herhalen en verdergaan bij A,
waarbij de onderhoudsdosis steeds met 50 microg/kg/min verhoogd wordt
(maximaal 200 microg/kg/min))
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart,
vermindert het hartminuutvolume en het cardiale zuurstofverbruik met een
halfwaardetijd van ongeveer 9 minuten
Indicatie: supraventriculaire tachycardie, sinustachycardie
Contraindicatie: 'Sick-sinus'-syndroom, 2e- en 3e graads AV-blok
Bijwerking: hypotensie, bradycardie, transpireren, misselijkheid, hoofdpijn,
tromboflebitis
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esmolol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2008
Ampullen 2500 mg = 10 ml uit de handel.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 230
Esomeprazol
Merknaam
Nexium®
Afleveringsvorm
Ampul met 40 mg esomeprazol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Secretieremmende middelen, protonpompremmers
Oplosmiddel
NaCl 0,9%
Bereiden
Los 40 mg esomeprazol op in 5 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 8 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 12 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in minimaal 3 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan maximaal 100 ml NaCl
0,9% in 10-30 minuten
Esomeprazol mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
De pH van de oplossing is ongeveer 10-11.
De stabiliteit van de esomeprazol is afhankelijk van de pH. Daarom mogen
geen andere oplossingen anders dan NaCl 0.9% gebruikt worden voor de
bereiding en mag het volume waarin 1 ampul wordt opgelost niet groter
zijn dan 100 ml en niet kleiner dan 5 ml.
Acute reacties
Zelden: urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen, koorts, erythema
multiforme, interstitiële nefritis.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, duizeligheid, slaperigheid,
slapeloosheid, hoofdpijn. Ten gevolge van hoge doseringen: visus- en
gehoorstoornissen, koortsaanvallen, vasculitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2004
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esomeprazol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 231
Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 40 mg esomeprazol op in 50 ml NaCl 0,9%
De concentratie is 0,8 mg/ml
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
De toedieningssnelheid is 8 mg/uur (pompstand: 10 ml/uur)
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-05-2010
geen
Werking: remming van de maagzuursecretie
Indicatie: ulcus duodeni, ulcus ventriculi, reflux-oesophagitis
Bijwerking: hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik,
flatulentie, huidreacties, duizeligheid, koorts, wazig zien
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 232
Ethanol 96%
Merknaam
Alcohol 96%
Afleveringsvorm
Ampul met 3,8 gram = 5 ml. Bevat per ml: 0,96 ml ethanol, overeenkomend
met 775 mg
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een concentratie van
100 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Bijzonderheden
Ethanol wordt toegepast in de behandeling van methanol- en
ethyleenglycolintoxicaties. Gestreefd wordt naar een plasmaconcentratie van
1000 mg/l (= 1 promille). Meestal is eerst een oplaaddosis nodig.
Bijwerkingen
Tromboflebitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ethanol 96%'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-05-2011
Ethanol 96% (was 97%). Merknaam en afleveringsvorm aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 233
Etomidaat
Merknaam
Etomidaat Lipuro®
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mg = 10 ml (2 mg/ml) etomidaat, emulsie voor injectie
F.T.G.
Algemene anaesthetica
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 30 seconden
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: G-VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden
-
-
Om spiertrekkingen te voorkomen dient vóór de toediening van etomidaat,
diazepam (im/iv) te worden toegediend. Diazepam dient im 1 uur en iv 10
minuten voor etomidaat gegeven te worden
Schudden voor gebruik
Etomidaat mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen toegediend
worden
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: bronchospasmen, anafylactische
reacties. Met name bij hoge dosis: apnoe
Bijwerkingen
Spiertrekkingen, ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Etomidaat'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2013
Bijzonderheden, tekst aangepast: - Om spiertrekkingen te voorkomen dient
vóór de toediening van etomidaat, diazepam (im/iv) te worden toegediend.
Diazepam dient im 1 uur en iv 10 minuten voor etomidaat gegeven te worden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 234
Parenteralia F
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 235
Factor VII
Merknaam
Proconvertine
Afleveringsvorm
Flacon met 600 IE factor VII
F.T.G.
Haemostatica
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
-
Los 600 IE factor VII op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 60 IE/ml
Zet de flacon met oplosmiddel bovenop de flacon met factor VII met
behulp van de transfernaald
Het oplosmiddel wordt door het vacuum naar de flacon met factor VII
toegetrokken
Verwijder de naald uit de flacon met factor VII en zwenk voorzichtig totdat
al het poeder is opgelost
Steek de bijgeleverde ontluchtingsnaald in de flacon om eventueel
ontstaan schuim te laten verdwijnen. Verwijder deze naald
Trek voor toedienen de benodigde vloeistof op met behulp van de
bijgeleverde filternaald
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
VPK
Houdbaarheid
Direct na reconstitutie toedienen
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, dyspnoe, trombo-embolische complicaties
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2012
geen
Intraveneus als bolusinjectie: in 2-5 minuten
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 236
Factor VII, eptacog alfa
Merknaam
NovoSeven®, Eptacog alfa
Afleveringsvorm
Flacon met 50 KIE (1 mg) en flacon met 250 KIE (5 mg) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Haemostatica
Oplosmiddel
Het bijgeleverde oplosmiddel bevat histidine, zoutzuur, natriumhydroxide en
water voor injecties
Bereiden
Los 50 KIE (1 mg) factor VII op in 1,1 ml oplosmiddel. De concentratie is 50
KIE/ml (1 mg/ml).
Los 250 KIE (5 mg) factor VII op in 5,2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1
mg/ml.
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-5 minuten toedienen. Factor
VII moet met behulp van bijgeleverde wegwerpspuit worden toegediend
Als continu infuus: zie spuitenpompprotocol voor volwassenen
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 24 uur bij 4°C in bijgeleverde wegwerpspuit
Bijzonderheden
-
Eptacog alfa mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
1 KIE factor VII is gelijk aan 1000 IE (Internationale Eenheden).
NovoSeven® is geproduceerd door middel van recombinant DNAtechnologie.
Het bijgevoegde oplosmiddel dient voorzichtig aan het poeder te worden
toegevoegd
Na toevoegen mengen door middel van zwenken in plaats van schudden
Acute reacties
Allergische reacties.
Bijwerkingen
Arteriële of veneuze trombotische complicaties, bloedingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-06-2003
01-02-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII, eptacog alfa'
Datum
Wijziging
01-12-2006
Overgegaan op 1,2 mg omdat hiermee voor alle gewichtscategorieën de
dosering zonder spillage kan plaatsvinden.
01-12-2008
De afleveringsvorm is gewijzigd in 50 KIE (1 mg), zie ook wijziging bij
bereiden.
01-10-2009
Toegevoegd aan afleveringsvorm: flacon met 250 KIE (5 mg) poeder voor
injectievloeistof, zie ook toevoeging bij Bereiden.
01-07-2011
Bereiden: Los 50 KIE (1 mg) factor VII op in 1,1 ml oplosmiddel. Los 250 KIE
(5 mg) factor VII op in 5,2 ml oplosmiddel. Toedieningsroute: Factor VII moet
met behulp van bijgeleverde wegwerpspuit worden toegediend.
Bijzonderheden: Eptacog alfa mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen
en geneesmiddelen worden toegediend.
01-11-2011
Oplosmiddel gewijzigd: Het bijgeleverde oplosmiddel bevat histidine, zoutzuur,
natriumhydroxide en water voor injecties. Bij Toedieningsroute toegevoegd:
Als continu infuus. Zie spuitenpompprotocol voor volwassenen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 237
01-02-2012
Bijzonderheden: - Het bijgevoegde oplosmiddel dient voorzichtig aan het
poeder te worden toegevoegd. – Na toevoegen mengen door middel van
zwenken in plaats van schudden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 238
Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Los 4 ampullen van 5 mg op in het bijgeleverde oplosmiddel. Trek op in een
spuit
De oplossing bevat 20 ml = 20 mg eptacog (1 mg/ml)
Bereken de gewenste pompstand aan de hand van de dosering per 24 uur
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen zijn 15-40 microgram/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 239
Factor VIII
Merknaam
Octocog, Advate®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 IE en 1000 IE factor VIII poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Haemostatica
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 500 IE en 1000 IE factor VIII op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is
100 IE/ml respectievelijk 200 IE/ml.
Om schuimvorming te voorkomen dient de flacon tijdens het oplossen niet te
worden geschud.
Toedieningsroute
Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 1000
IE/minuut
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 3 uur bij 20°C
Bewaren van de oplossing bij 4°C kan tot neerslagvorming leiden.
Bijzonderheden
-
-
Factor VIII mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Advate® is geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie
en is plasma- en albuminevrij.
Het kan tot 10 minuten duren, tot het poeder volledig is opgelost.
Voor en tijdens toediening moet de polsslag bewaakt worden. Verlaag bij
een significante stijging van de polsslag de toedieningssnelheid tot de
symptomen verdwijnen of onderbreek tijdelijk de toediening.
Advate mag gedurende een periode van maximaal 6 maanden bij
kamertermperatuur (max 25°C) bewaard worden. Na bewaren bij
kamertemperatuur niet opnieuw in de koelkast bewaren.
Acute reacties
Allergische reacties als urticaria, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Ontsteking op injectieplaats, koorts, misselijkheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VIII'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Recombinate® is vervangen door Advate® , dat eveneens is geproduceerd
door middel van recombinant DNA-technologie, maar dat tevens plasma- en
albuminevrij is.
01-12-2004
Toedieningsroute gewijzigd: intraveneus als injectie en onverdund.
01-08-2007
Aafact is verwijderd. Verder een wijziging bij de concentratie (kopje Bereiden)
en een toevoeging bij het kopje Bijzonderheden over bewaking van de
polsslag.
01-05-2010
Bijzonderheden toegevoegd: Advate mag gedurende een periode van
maximaal 6 maanden bij kamertermpertuur (max 25°C) bewaard worden. Na
bewaren bij kamertermperatuur niet opnieuw in de koelkast bewaren.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 240
Factor VIII/von Willebrandfactor
Merknaam
Haemate P®
Afleveringsvorm
Ampul met 250, 500 en 1000 IE factor VIII + 600, 1200 en 2400 IE von
Willebrandfactor, ristocetine-cofactor, poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Haemostatica
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Breng de flacon met poeder voor injectievloeistof en het oplosmiddel op
kamertemperatuur voor oplossen.
Los 250, 500 of 1000 IE Factor VIII/von Willebrandfactor op in 5, 10 of 15 ml
oplosmiddel. De concentratie per ml is respectievelijk 50/120 IE, 50/120 IE en
67/160 IE Factor VIII/von Willebrandfactor.
Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden, om
schuimvorming te voorkomen.
Toedieningsroute
-
Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4
ml/minuut
Intraveneus als infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4
ml/minuut
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Direct na bereiden toedienen.
Bijzonderheden
-
-
Factor VIII/von Willebrandfactor mag niet tegelijk met andere
infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend
Naflushen kan eventueel met water voor injectie
Het kan tot 10 minuten duren, totdat het eiwit volledig is opgelost tot een
heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing
In verband met de eventuele aanwezigheid van enige niet geheel
opgeloste vlokjes is het noodzakelijk de oplossing ofwel door een
filternaald te filtreren, waarna deze direct intraveneus kan worden
toegediend, ofwel toe te dienen met behulp van een toedieningssysteem
dat voorzien is van een filter
Haemate P: filter wordt bijgeleverd bij verpakking
Acute reacties
Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Ten gevolge van hoge doseringen of frequente toediening: hemolyse. Ten
gevolge van langdurig gebruik: antistoffen tegen antihemofiliefactor.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VIII/von Willebrandfactor'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Afleveringsvorm is uitgebreid met 1000 IE. Bereiden: oplossen in 5, 10 of 15
ml oplosmiddel. De concentratie per ml is resp. 50/120, 50/120 en 67/160 IE.
01-07-2012
Bijzonderheden toegevoegd: Naflushen kan eventueel met water voor injectie.
Haemate P: filter wordt bijgeleverd bij verpakking.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 241
Factor IX
Merknaam
Benefix®, Nonacog alfa
Afleveringsvorm
Flacon met 500, 1000 en 2000 IE factor IX, recombinante stollingsfactor IX,
poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Haemostatica
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Breng de flacon met poeder voor injectievloeistof en het oplosmiddel op
kamertemperatuur voor oplossen.
Los 500, 1000 en 2000 IE factor IX op in resp. 5, 10 en 20 ml oplosmiddel.
De concentratie is 100 IE/ml.
Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden, om
schuimvorming te voorkomen.
Toedieningsroute
Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4
ml/minuut
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 3 uur bij 20°C
Bijzonderheden
Factor IX mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen
worden toegediend.
Acute reacties
Allergische reacties.
Bijwerkingen
Brandend gevoel in kaak en schedel, ijlhoofdigheid, veranderde smaakzin,
hoofdpijn, duizeligheid, droge hoest/niezen, koorts.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor IX'
Datum
Wijziging
01-03-2013
Afleveringsvorm en Bereiden: toegevoegd 2000 IE factor IX.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 242
Fenobarbital
Merknaam
Fenobarbital
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) fenobarbital (als natriumzout)
F.T.G.
Anti-epileptica, barbituraten
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 50 mg/minuut
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van maximaal 1 mg/ml
Kinderen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 30 mg/minuut
Intraveneus als infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 0,5 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij
vochtbeperking is 1 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
I.V.: VPK-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijzonderheden
-
-
Fenobarbital mag niet tegelijk worden toegediend met andere
infuusvloeistoffen en geneesmiddelen.
Fenobarbital is opgelost in een mengsel van propyleenglycol, alcohol en
water. Verdunnen in een te klein volume kan resulteren in het neerslaan
van fenobarbital.
Intramusculaire toediening heeft niet de voorkeur: de injectie is pijnlijk.
De pH van de oplossing is ongeveer 8.
Bijwerkingen
Ten gevolge van snelle intraveneuze injectie: ademhalingsdepressie,
laryngospasme, hypotensie, apnoe, shock.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenobarbital'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 243
Fenol in water
Merknaam
Fenol in water
Afleveringsvorm
Ampul met 300 mg = 5 ml (60 mg/ml, 6%) fenol in water injectievloeistof
F.T.G.
Neurolytica
Toedieningsroute
Perineuraal, epiduraal: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijwerkingen
Ten gevolge van absorptie: tremoren, convulsies, albuminerie, shock.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenol in water'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 244
Fentanyl
Merknaam
Fentanyl
Afleveringsvorm
Ampul met 100 microg = 2 ml en 500 microg = 10 ml (50 microg/ml)
fentanyl (als diwaterstofcitraat)
F.T.G.
Analgetica, opioiden
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Infusie: G-VPK
Houdbaarheid
Onverdund: 24 uur bij 20°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp fentanyl
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
ampicilline, calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim, cefuroxim,
clindamycine, dexamethason, dexmedetomidinehydrochloride, digoxine,
dobutamne, dopamine, enalaprilaat, esmolol, furosemide, gentamicine,
hydrocortison, labetalol, levofloxacine, lorazepam, milrinon,
natriumbicarbonaat, nicardipine, nitroglycerine, norepinefrine,
pancuronium, propofol, ranitidine, remifentanyl, rocuronium, theofylline,
thiopental, tobramycine, vancomycine, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
atracurium, atropine, bupivacaine, chloorpromazine, cimetidine,
droperidol, epinefrine, heparine, kaliumchloride, metoclopramide,
midazolam, morfine, pethidine, promethazine, ropivacaine, scopolamine
Infuus
-
fluorouracil, pentobarbital
-
Fentanyl dient onder bewaking van de ademhaling en circulatie te worden
toegediend.
Fentanyl valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Intramusculaire toediening met 1-2 ml fentanyl is mogelijk.
-
Acute reacties
Urticaria, pruritus, anafylactische reacties, bronchospasmen.
Bijwerkingen
Spierrigiditeit, ademhalingsdepressie, apnoe, hypotensie, bradycardie,
misselijkheid, braken, duizeligheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl'
Datum
Wijziging
01-04-2006
Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: propofol.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 245
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: dexmedetomidinehydrochloride,
levofloxacine, lorazepam, nicardipine, remifentanyl, rocuronium. Verenigbaar
met Infuus toegevoegd: ropivacaine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 246
Fentanyl, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
1 tot 5 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken, onverdund
De eindconcentratie is 50 microg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosering: 2-10 ml, intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosering: 1-6 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening
Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding
Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis
Bijwerking: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, spierrigiditeit,
misselijkheid
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 247
Fentanyl, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 100 microg = 2 ml fentanyl toe aan 8 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 10 microg/ml, 10 ml
> 5 kg: Onverdund toedienen, trek 1-5 ampullen op (afhankelijk van de
pompstand). De eindconcentratie is 50 microg/ml.
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
< 5 kg: Oplaaddosering: 2-3 microg/kg, intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosering: 1-5 microg/kg/uur
> 5 kg: Oplaaddosering: 2-3 microg/kg, intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosering: 1-5 microg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening
Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding
Contraindicatie: slechte longfuctie, voorzichtigheid bij myasthenia gravis
Bijwerking: ademhalingsdepressie, apnoe, bradycardie, hypotensie,
spierrigiditeit, misselijkheid
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 248
Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 microg/ml)
Rekendosering: 1 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
1
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
2
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
3
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
4
0,4
0,8
1,2
1,6
2,0
5
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 249
Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (50 microg/ml)
Rekendosering: 5 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur
ml/uur
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
1
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,8
1,0
2
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
1,2
1,2
2,0
3
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
1,8
1,8
3,0
4
0,4
0,8
1,2
1,6
2,0
2,4
2,4
4,0
5
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,0
5,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 250
Fentanyl/droperidol
Merknaam
Thalamonal®
Afleveringsvorm
Ampul met 0,1/5 mg = 2 ml (0,05/2,5 mg/ml) fentanyl (als
diwaterstofcitraat)/droperidol
F.T.G.
Algemene anaesthetica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V.: IC-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1
ml/minuut (= 0,05/2,5 mg)
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
heparine, hydrocortison, kaliumchloride
Infuus
-
Onverenigbaar met
natriumbicarbonaat, scopolamine
Infuus
-
heparine, pentobarbital
Bijzonderheden
-
Valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Bevat mannitol en wijnsteenzuur.
Fentanyl heeft een werkingsduur van 30 minuten en droperidol van 4-8
uur.
Acute reacties
Zelden: urticaria, pruritus, bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Ademdepressie, bradycardie, orthostatische hypotensie, bronchospasmen,
spierrigiditeit, extrapiramidale verschijnselen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl/droperidol'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 251
Fentolamine
Merknaam
Regitine®
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) fentolamine-mesilaat
F.T.G.
Sympathicolytica
Toedieningsroute
-
-
Subcutaan: bij extravasatie van sympathicomimetica, 5-10 mg in 10 ml
NaCl 0,9%
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5%, de
toedieningssnelheid is 0,1-2 mg/minuut, toedienen op geleide van de
bloeddruk
Intracaverneus: in combinatie met papaverine
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
S.C.: arts
I.M./I.V.: IC-arts
Intracaverneus: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amiodaron
Infuus
-
dobutamine, norepinefrine, papaverine, verapamil
Onverenigbaar met
IJzerzouten, alkalische oplossingen
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Hypotensie.
Bijwerkingen
Tachycardie, aritmieën. Zelden: myocardinfarct, cerebrovasculaire spasme en
afsluiting (vooral door hypertensieve periodes), angineuze pijnen.
Na intracaverneuze toediening: priapisme, paresthesieën, oppervlakkige
hematoma, orgasme- en ejaculatiestoornissen, fibrose.
Duizeligheid, zwakte, misselijkheid, braken, diarree, congestie van
neusslijmvlies, plotselinge roodheid van het gezicht. Zelden: pijn op de borst.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2011
Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reakties veroorzaken.
Fentolamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentolamine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-03-2011
Toedieningsroute: Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose
5%, de toedieningssnelheid is 0,1-2 mg/minuut, toedienen op geleide van de
bloeddruk.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 252
Fenylefrine
Merknaam
Fenylefrine
Afleveringsvorm
Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) fenylefrine-hydrochloride
F.T.G.
Sympathicomimetica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
I.V.: G-VPK-arts
Infusie: G-VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Subcutaan: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 0,02-1 mg/ml
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
famotidine, haloperidol, zidovudine
Infuus
-
amiodaron, benzylpenicilline, calciumgluconaat, chlooramfenicol,
dobutamine, doxapram, fenobarbital, heparine, kaliumchloride,
kanamycine, lidocaine, natriumbicarbonaat
Onverenigbaar met
Fenytoine, thiopental
Bijwerkingen
Hypertensie, braken, hoofdpijn, reflexbradycardie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenylefrine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 253
Fenytoine
Merknaam
Epanutin®
Afleveringsvorm
Ampul met 250 mg = 5 ml (50 mg/ml) fenytoine-natrium
F.T.G.
Anti-epileptica, anti-aritmica
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: langzaam toedienen, toedieningssnelheid
niet hoger dan 50 mg/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50-100 ml NaCl 0,9%
(maximale concentratie is 10 mg/ml) toedienen. Toedienen onmiddellijk na
klaarmaken en binnen 1 uur voltooid. De infuusoplossing dient niet
gekoeld te worden
Kinderen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% tot een
concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij
vochtbeperking is ook 10 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 1 uur toedienen. Bij 4°C kan
fenytoine in infuusvloeistof uitkristalliseren.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
-
Fenytoine dient niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen te worden toegediend.
De pH is ±12. Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. Iedere
intraveneuze toediening dient gevolgd te worden door toediening van
fysiologisch zout.
Bevat 0,2 mmol natrium per ml.
Bevat tetraglycol en natriumedetaat.
Wanneer de injectievloeistof wordt toegevoegd aan infusievloeistoffen, kan
fenytoine neerslaan. Indien niet helder, niet toedienen.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, allergische reacties.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, cardiovasculaire collaps, koorts, duizeligheid, ataxie,
nystagmus, spraakstoornissen, tremor van de handen. Ten gevolge van te
snelle toediening: hypotensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenytoine'
Datum
Wijziging
01-12-2008
Wijziging merknaam in Diphantoine®
01-01-2011
Merknaam: Epanutin. Toedieningsroute Volwassenen: Intraveneus als
bolusinjectie: langzaam toedienen, toedieningssnelheid niet hoger dan 50 mg
per minuut. Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50-100 ml NaCl
0,9% (maximale concentratie is 10 mg/ml) toedienen. Toedienen onmiddellijk
na klaarmaken en binnen 1 uur voltooid. De infuusoplossing dient niet gekoeld
te worden. Kinderen: (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 10
mg/ml). Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 1 uur
toedienen. Bijzonderheden: De pH is ±12. Bij voorkeur via een centrale lijn
toedienen. Iedere intraveneuze toediening dient gevolgd te worden door
toediening van fysiologisch zout. Bevat tetraglycol en natriumedetaat.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 254
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 255
Ferricarboxymaltose
Zie IJzer(III)carboxymaltose
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-05-2012
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ferricarboxymaltose'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 256
Fibrinogeen
Merknaam
Haemocomplettan®P
Afleveringsvorm
Flacon met 1 g fibrinogeen
F.T.G.
Haemostatica
Oplosmiddel
Water voor injecties (50 ml)
Bereiden
Los 1gram fibrinogeen op in 50 ml water voor injecties. De concentratie
bedraagt tenminste 18 mg/ml.
Toedieningsroute
Intraveneus via injectie of infuus. De injectie- of infusiesnelheid mag niet
hoger zijn dan 5 ml/min
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na het oplossen dient het product onmiddellijk toegediend te worden.
Infuusvloeistoffen
Water voor injecties
Bijzonderheden
-
-
-
Fibrinogeen mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen en
moet via een aparte infusielijn toegediend worden
In geval van patiënten met een neiging tot overgevoeligheidsreacties,
dienen antihistaminica en corticosteroïden profylactisch toegediend te
worden
Patiënten aan wie fibrinogeen is toegediend, dienen nauwkeurig te worden
geobserveerd met betrekking tot tekenen van trombose of intravasale
stolling (DIC+disseminated intravascular coagulation)
Regelmatige bepaling van de plasma fibrinogeenspiegel tijdens de
behandeling is aangewezen om overdosering te voorkomen
Acute reacties
Allergische/anafylactische reacties, trombose of intravasale stolling
Bijwerkingen
Allergische of anafylactische reacties en/of verhoging lichaamstemperatuur,
trombo-embolische complicaties (waaronder myocardinfarct en longembolie)
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2006
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fibrinogeen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 257
Filgrastim
Merknaam
G-CSF, Zarzio®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 300 microgram = 0,5 ml filgrastim
F.T.G.
Hematopoetische groeifactoren
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml glucose 5% tot
een concentratie van tenminste 2 microg/ml, in 30 minuten
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een
concentratie van minimaal 2 microg/ml, in 24 uur
Bij verdunning tot een concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum
albumine te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml.
Kinderen
-
-
Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose 5% tot een
concentratie van 15 microg/ml, in 30 minuten (minimale concentratie is 2
microg/ml)
Bij verdunning tot een concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum
albumine te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml.
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.V.: VPK
Houdbaarheid
In de koelkast bewaren.
Flacons mogen maximaal 6 uur buiten de koelkast bewaard worden.
Na verdunnen in glucose 5%: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
aciclovir, allopurinol, amikacine, ampicilline, bleomycine, bumetanide,
buprenorfine, calciumgluconaat, carboplatin, carmustine, cefazoline,
ceftazidim, chloorpromazine, cimetidine, cisplatine, co-trimoxazol,
cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine, daunorubicine, dexamethason,
doxorubicine, doxycycline, droperidol, enalaprilaat, famotidine, fluconazol,
fludarabine, folinezuur, ganciclovir, gentamicine, haloperidol,
hydrocortison, idarubicine, ifosfamide, imipenem, kaliumchloride,
lorazepam, melfalan, mercapto-ethaansulfonzuur, methotrexaat,
metoclopramide, mitoxanthrone, morfine, natriumbicarbonaat, netilmicine,
ondansetron, pethidine, promethazine, ranitidine, theofylline, tobramycine,
vancomycine, vinblastine, vincristine, zidovudine
Y-site
-
amfotericine B, cefotaxim, ceftriaxon, cefuroxim, clindamycine,
dactinomycine, etoposide, fluorouracil, furosemide, heparine, mannnitol,
methylprednisolon, metronidazol, mitomycine, piperacilline, thiotepa
Infuus
-
natriumchloride
Bijzonderheden
-
Bevat polysorbaat en mannitol.
Subcutane toediening verdient de voorkeur.
Acute reacties
Zelden: allergische reacties, irritatie rond injectieplaats.
Bijwerkingen
Spier- en skeletpijn, dysurie, leverfunctiestoornissen, hypotensie, ontsteking
van de huidvaten, proteïnurie en hematurie. Zelden: mictiestoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
16-06-2001
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 258
Laatste wijziging:
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Filgrastim'
Datum
Wijziging
01-03-2010
Afleveringsvorm is gewijzigd van flacon in wegwerpspuit met 300 microgram
= 0,5 ml. filgrastim. Bij Houdbaarheid toegevoegd: In de koelkast bewaren.
01-11-2011
Merknaam veranderd: Zarzio, was Neupogen
01-01-2013
Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen: Subcutaan: onverdund, kan via
Insuflon verblijfscatheter.
01-02-2014
Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen: Bij verdunning tot een
concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum albumine te worden toegevoegd
tot een concentratie van 2 mg/ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 259
Flecainide
Merknaam
Tambocor®
Afleveringsvorm
Ampul met 150 mg = 15 ml (10 mg/ml) flecaïnide-acetaat
F.T.G.
Anti-aritmica
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 2 mg/kg, de toedieningssnelheid
is maximaal 150 mg/10 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5%
in tenminste 10 minuten. De toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/10
minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp flecaïnide
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Kaliumchloride
Onverenigbaar met
Natriumchloride, Ringerlactaat
Bijzonderheden
Flecainide moet onder bewaking van hemodynamische parameters en het ECG
worden toegediend.
Acute reacties
Flushing.
Bijwerkingen
Duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken, visusstoornissen, dyspnoe,
vermoeidheid, tremor, nervositeit, aritmieën, angina pectoris.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide'
Datum
Wijziging
01-02-2004
Bij toedieningsroute toegevoegd: Intraveneus als kortlopend infuus.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 260
Flecainide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 1 ampul (15 ml=150 mg) met 35 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 3 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren volgens schema in afnemende dosering, op geleide van het effect
Zie doseringsschema flecainide
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: verhoogt de prikkeldrempel van het hart, vertraagt de
prikkelgeleiding en verlengt de refractaire periode, negatief inotroop
Indicatie: o.a. bij ventriculaire tachycardie en extrasystolie, AV-nodale reentry tachycardie, WPW syndroom en andere stoornissen met anomale
bundels en antero- of retrograde geleiding
Contraindicatie: ernstige of manifeste decompensatio cordis
Bijwerkingen: duizeligheid, visusstoornissen, paresthesieën, flushing,
misselijkheid en braken. Bij hoge dosering kan de contractiekracht
afnemen en kan hypotensie optreden
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 261
Flecainide, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 3 mg/ml
ml/uur
Looptijd (min)
mg/kg/uur
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
0 - 30
2
33
40
47
53
60
30 - 90
1,5
25
30
35
40
45
> 90
0,25
4
5
6
7
8
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 262
Flucloxacilline
Merknaam
Floxapen®
Afleveringsvorm
Flacon met 250 mg en 1000 mg flucloxacilline (als natriumzout) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Smal-spectrum penicillinen, penicillinase ongevoelig
Oplosmiddel
Water voor injecties. Alleen voor kortlopende of continue infusie mag ook NaCl
0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden
Toedieningsroute
-
Toedienings
route
grootte
flacon
toe te
voegen
water
verkregen
oplossing
eindconcentratie
mg
I.M.
250
ml
ml
mg/ml
1,5
1,7
I.M.
1000
3,0
150
3,7
270
I.V./Infusie
250
5
5
50
I.V./Infusie
1000
20
20
50
Intramusculair: onverdund, langzaam
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-4 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 15-30 minuten
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen
Intrapleuraal: 500 mg in 5-10 ml NaCl 0,9%
Intra-articulair: 500 mg in 2-4 ml water voor injecties
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C en 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Onverenigbaar met
Amoxicilline, bumetanide, cefuroxim, cimetidine, dexamethason, digoxine,
epinefrine, heparine, hydrocortison, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine,
metronidazol, natriumbicarbonaat, ranitidine
Y-site
-
aminoglycosiden, pethidine
Infuus
Bijzonderheden
-
amiodaron, benzylpenicilline, buprenorfine, calciumgluconaat,
chloorpromazine, ciprofloxacine, diazepam, dobutamine, erythromycine,
metoclopramide, morfine, ofloxacine, promethazine, verapamil
-
Aan flucloxacilline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie
lidocaine 0,5-1% worden toegevoegd.
Bevat 2,2 mmol natrium per 1000 mg.
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria, pruritus, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree. Ten gevolge van hoge
doseringen: neutropenie, leukopenie.
Beheergegevens
Beheerder:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
Agnes Veldkamp
pagina 263
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline'
Datum
Wijziging
01-02-2003
Toevoeging in bereidingstabel kinderen 10 ml toe te voegen water
01-04-2003
Bij het bereiden en de toedieningsroute kan voor volwassenen en kinderen
hetzelfde worden aangehouden
01-04-2004
Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp.
01-09-2011
Toegevoegd bij Oplosmiddel: Alleen voor kortlopende of continue infusie mag
ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 264
Flucloxacilline, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Los 3 flacons (= 3 g) flucloxacilline op in 3x 10 ml water voor injecties. Vul
aan met 18 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 62,5 mg/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld
Gebruikelijke pompstand is: 4 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2004
geen
Werking: bactericide antibioticum
Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen
Contraindicatie: overgevoeligheid
Bijwerking: thromboflebitis, anafylactische reacties
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 265
Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 3 g (62,5 mg/ml)
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
g/24 uur
2,7
4
4,0
6
5,3
8
6,7
10
8,0
12
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2006
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 266
Fluconazol
Merknaam
Diflucan®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg = 50 ml (2 mg/ml) fluconazol
F.T.G.
Antimycotica
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in tenminste 5 minuten, de
toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut
Kinderen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, benzylpenicilline, chloorpromazine, cimitidine, dexamethason,
dobutamine, dopamine, droperidol, fenytoine, filgrastim, folinezuur,
foscarnet, ganciclovir, hydrocortison, metoclopramide, metronidazol,
midazolam, morfine, ondansetron, pethidine, promethazine, tobramycine,
vancomycine, zidovudine
Infuus
-
aciclovir, amikacine, gentamicine, heparine, kaliumchloride, metronidazol,
morfine, theofylline
Onverenigbaar met
Amfotericine, ampicilline, calciumgluconaat, cefalosporinen, chlooramfenicol,
clindamycine, co-trimoxazol, diazepam, digoxine, erythromycine, furosemide,
haloperidol, imipenem, pentamidine, piperacilline, ticarcilline
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Misselijkheid, buikpijn, diarree, hoofdpijn, huiduitslag.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Fluconazol kan zo nodig verdund worden met infuusvloeistof.
Bevat 7,5 mmol natrium per flacon.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluconazol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 267
Flucytosine
Merknaam
Flucytosine®
Afleveringsvorm
Flacon met 2500 mg = 250 ml (10 mg/ml) flucytosine
F.T.G.
Antimycotica
Toedieningsroute
Volwassenen en kinderen
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum op verpakking.
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
Flucytosine kan zo nodig verdund worden.
Bij het begin van de behandeling dienen bloedbeeld, leverfunctie en
nierfunctie dagelijks te worden gecontroleerd.
Flucytosine wordt verwijderd door hemodialyse en peritoneaal dialyse.
Bij combinatie van flucytosine met amfotericine B is de kans op
bijwerkingen vergroot.
Bevat 35 mmol natrium per flacon.
Flucytosine dient te worden bewaard tussen 18°C en 25°C.
Bewaren beneden 18°C kan uitvlokking ten gevolge hebben. Deze kan
worden opgeheven door verwarming gedurende ten hoogste 30 minuten
tot maximaal 80°C. Bewaren boven 25°C kan omzetting in het
cytostaticum 5-fluorouracil bewerkstelligen (niet zichtbaar).
Acute reacties
Exantheem, foto-allergische reacties.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, diarree, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid,
hallucinaties, trombocytopenie, leukopenie, leverfunctiestoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucytosine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 268
Flufenazine
Merknaam
Anatensol®
Afleveringsvorm
Ampul respectievelijk flacon met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) flufenazinedecanoaat
F.T.G.
Antipsychotica
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie, droge
mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, slaperigheid, sufheid,
fotosensibilisatie, gewichtstoename, orthostatische hypotensie,
gynaecomastie, hyperprolactinemie (galactorroe, amenorroe), impotentie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Bevat sesamolie als oplosmiddel en benzylalcohol als conserveermiddel.
Flufenazine kan overgevoeligheidsreacties veroorzaken.
Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 3 tot 4 weken.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flufenazine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 269
Flumazenil
Merknaam
Anexate®
Afleveringsvorm
Ampul met 0,5 mg = 5 ml (0,1 mg/ml) flumazenil
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Infusie: G-VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijzonderheden
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: 0,2 mg, in 15 seconden
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp flumazenil
Omdat na 1-3 uur het effect van de benzodiazepine kan terugkeren
(halfwaardetijd is één uur), is bewaking van de patiënt gedurende enkele
uren na toediening noodzakelijk.
Flumazenil kan zo nodig verdund worden met de toegestane
infuusvloeistoffen.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken. Ten gevolge van snelle injectie: angstgevoelens,
hartkloppingen, gevoelens van bedreiging, koude rillingen. Met name bij
epileptici of nitrazepam gebruikers: convulsies.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flumazenil'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 270
Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 4 tot 5 ampullen op, afhankelijk van de pompstand, onverdund
De eindconcentratie is 0,1 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen:
aanvankelijk 0,1–0,3 mg
onderhoudsdosis 0,1–0,4 mg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: benzodiazepine antagonist
Indicatie: bij overdosering van benzodiazepines
Contraindicatie: epilepsie. Voorzichtigheid is geboden bij
nitrazepamgebruikers
Bijwerking: misselijkheid en braken
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2003
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 271
Fluoresceine
Merknaam
Fluoresceine
Afleveringsvorm
Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml, 10%) fluoresceine-dinatrium
F.T.G.
Diagnostica
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, snel spuiten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Urticaria, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, hypersalivatie, rinorroe, koorts, trombocytopenie,
pulmoniar oedeem.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2012
Wordt uitsluitend toegepast in de oogheelkunde.
Extravasatie is zeer pijnlijk.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluoresceine'
Datum
Wijziging
01-09-2012
Afleveringsvorm gewijzigd: Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml, 10%)
fluoresceïne-dinatrium.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 272
Flupentixol
Merknaam
Fluanxol Depot®
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) flupentixol-decanoaat in olie
F.T.G.
Antipsychotica
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie,
initiatiefverlies, vermoeidheid, onrust, slapeloosheid, droge mond,
visusstoornissen, gewichtstoename, obstipatie, diarree, hyperprolactinemie
(galactorroe, amenorroe), impotentie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Bevat sesamolie als oplosmiddel.
Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 2 weken.
Flupentixol mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen worden
toegediend.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flupentixol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 273
Fluspirileen
Merknaam
Imap®
Afleveringsvorm
Ampul met 2 mg = 1 ml (2 mg/ml) fluspirileen
F.T.G.
Antipsychotica
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria.
Bijwerkingen
Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie, wazig
zien, hypotensie, initiatiefverlies, vermoeidheid, misselijkheid, braken,
hoofdpijn, slapeloosheid, angst, gewichtstoename.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Bevat benzylalcohol, polysorbaat en polyvinylpyrrolidon (povidon, PVP).
Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 1 week.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluspirileen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 274
Folinezuur
Merknaam
Calciumfolinaat, Rescuvolin®
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) folinezuur (als calciumzout)
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of
glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/minuut
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%, de toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/minuut
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam, de
toedieningssnelheid is maximaal 3 mg/kg/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 2 mg/ml, in 30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
bleomycine, cyclofosfamide, doxorubicine, filgrastim, fluconazol,
fluorouracil, furosemide, heparine, metoclopramide, mitomycine,
piperacilline, vinblastine, vincristine
Infuus
-
Onverenigbaar met
cisplatine, furosemide
Y-site
-
natriumbicarbonaat
Infuus
Bijzonderheden
-
droperidol, foscarnet
-
Folinezuur wordt toegepast ter vermindering van de toxiciteit van
methotrexaat en in combinatie met 5-fluorouracil. In combinatie met
5-fluoruoracil wordt de werking van 5-fluorouracil versterkt.
Cave: verwisseling met foliumzuur!
De ampullen moeten donker bewaard worden, na verdunnen hoeft de
infusievloeistof gedurende de houdbaarheidstermijn van 24 uur niet
donker bewaard te worden.
-
Acute reacties
Allergische reacties.
Bijwerkingen
Koorts.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Folinezuur'
Datum
Wijziging
01-12-2003
Aanvulling bij het kopje Bijzonderheden over de houdbaarheid van de
ampullen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 275
01-06-2009
Merknaam Leucovorin is veranderd in Rescuvolin
01-02-2014
Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 276
Foscarnet
Merknaam
Foscavir®
Afleveringsvorm
Flacon met 6 gram = 250 ml (24 mg/ml) foscarnetnatrium
F.T.G.
Antivirale middelen
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund (centrale toediening) of
toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van
maximaal 12 mg/ml (perifere toediening), in tenminste 1-2 uur
Intraveneus als langlopend infuus: onverdund (centrale toediening) of
toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van
maximaal 12 mg/ml (perifere toediening)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amikacine, ampicilline, benzylpenicilline, cefalosporinen, chlooramfenicol,
cimetidine, clindamycine, dexamethason, dopamine, erythromycine,
fenytoine, fluconazol, flucytosine, furosemide, gentamicine, heparine,
hydrocortison, imipenem, metoclopramide, metronidazol, morfine,
piperacilline, ranitidine, tobramycine, theofylline
Onverenigbaar met
Aciclovir, amfotericine B, calciumzouten, co-trimoxazol, diazepam,
dobutamine, droperidol, folinezuur, ganciclovir, glucose 30%, haloperidol,
lorazepam, midazolam, pentamidine, promethazine, Ringerlactaat,
vancomycine
Bijzonderheden
Foscarnet moet onder bewaking van de nierfunctie worden toegediend. De
dosering moet aan de nierfunctie worden aangepast. Nefrotoxiciteit kan
worden beperkt door adequate hydratatie.
Aangeraden wordt 500-1000 ml NaCl 0,9% toe te dienen per infusie van
foscarnet
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, reversibele nierfunctiestoornis, nefrotoxiciteit, hoofdpijn,
anorexie, misselijkheid, braken, moeheid, huiduitslag, tremor, convulsies,
aritmieën, hyper- en hypotensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Foscarnet'
Datum
Wijziging
01-03-2002
De flacon van 500 ml is uit het assortiment.
01-10-2003
Bijzonderheden: Toedienen van NaCl 0,9% per infusie van foscarnet
toegevoegd.
01-04-2004
Toedieningsroute: oplossing kan ook worden toegevoegd aan NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 277
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 278
Furosemide
Merknaam
Lasix®
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mg=2 ml, 40 mg=4 ml en 250 mg=25 ml (10 mg/ml)
furosemide
F.T.G.
Lisdiuretica
Toedieningsroute
-
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam toedienen, de
toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund in NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is
maximaal 4 mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp furosemide
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C. Plaatsen in de
koelkast kan een neerslag veroorzaken.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
(NaCl 0,9% heeft de voorkeur)
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, famotidine, fentanyl, folinezuur, foscarnet, granisetron,
indometacine, lorazepam, norepinefrine, piperacilline, propofol,
remifentanyl, tolazoline
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, ampicilline, atropine, benzylpenicilline, bumetanide,
calciumgluconaat, cefuroxim, cimetidine, dexamethason, digoxine,
epinefrine, folinezuur, heparine, hydrocortison, kaliumchloride,
kanamycine, lidocaine, meropenem, natriumbicarbonaat, nitroglycerine,
ranitidine, ringerlactaat, scopolamine, theofylline, tobramycine, verapamil
Y-site
-
ascorbinezuur, ciprofloxacine, dobutamine, dopamine, droperidol, esmolol,
filgrastim, fluconazol, gentamicine, labetalol, metoclopramide, midazolam,
milrinon, morfine, netilmicine, nicardipine, ondansetron, pancuronium,
pethidine, protamine, rocuronium, tacrolimus, tetracyclinen, thiopental,
vecuronium
Infuus
Bijzonderheden
-
amiodaron, bupivacaine, buprenorfine, chloorpromazine, diazepam,
doxapram, erythromycine, isoprenaline, mannitol, suxamethonium,
thiamine, promethazine
-
Intramusculaire toediening verdient niet de voorkeur.
Vooral bij langdurige behandeling met hoge doseringen kan de
electrolytbalans verstoord worden.
Geelgekleurde injectievloeistof niet gebruiken.
Bij hoge plasmaconcentraties veroorzaakt door snelle intraveneuze
toediening, hoge doses of nierfunctiestoornissen kan gehoorverlies en
duizeligheid optreden.
-
Acute reacties
Allergische huidreacties.
Bijwerkingen
Maagdarmstoornissen, hoofdpijn, duizeligheid, orthostatische hypotensie,
vaatcollaps, voorbijgaande doofheid en oorsuizen, storingen in
electrolytenbalans, hyperglycemie, hyperurikemie.
Beheergegevens
Beheerder:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
Agnes Veldkamp
pagina 279
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide'
Datum
Wijziging
01-07-2002
De onverdunde of verdunde oplossing hoeft niet in het donker bewaard te
worden. De ampullen moeten buiten invloed van licht bewaard worden, maar
24 uur bij kunstlicht is geen bezwaar.
01-06-2005
Verwijderd bij onverenigbaar met (Y-site): norepinefrine
01-08-2008
Tijdelijk ampullen 250 mg = 25 ml in verband met verbouwing.
01-08-2009
Bij afleveringsvorm ampul met 40 mg = 4 ml.
01-01-2011
Afleveringsvorm: toegevoegd ampul 20 mg=2 ml.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: folinezuur, granisetron, propofol,
remifentanyl. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: meropenem, ringerlactaat.
Onverenigbaar met Y-site: rocuronium, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus
toegevoegd: bupivacaine, mannitol, suxamethonium, thamine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 280
Furosemide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
2 ampullen van 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) optrekken. Het eindvolume is 50
ml (= 500 mg).
De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening,
vaatverwijding kleine circulatie
Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis
Contraindicatie: anurie, overgevoeligheid, jicht, hyperurikemie
Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, duizeligheid, doofheid,
hypotensie, spierkrampen, huidreakties
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-08-2008
Tijdelijk ampullen 250 mg = 25 ml in verband met verbouwing.
01-01-2012
Bereiden: 2 ampullen van 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) optrekken. Het
eindvolume is 50 ml (= 500 mg).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 281
Furosemide, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 10 mg/ml
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
mg/uur mg/24 uur
0,1
1
24
0,2
2
48
0,4
4
96
0,5
5
120
1,0
10
240
2,0
20
480
2,1
21
500
3,0
30
720
4,0
40
960
4,2
42
1000
5,0
50
1200
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-06-2006
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 282
Furosemide, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Trek 10 ml van een ampul 10 mg/ml; 25 ml op
De eindconcentratie is 10 mg/ml
of
Trek 1 ml van een ampul 10 mg/ml; 2 ml op (= 10 mg) en vul aan met 9 ml
NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,1-1,0 mg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening,
vaatverwijding kleine circulatie
Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis
Contraindicatie: anurie, overgevoeligheid, jicht, hyperurikemie
Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, duizeligheid, doofheid,
hypotensie, spierkrampen, huidreakties
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 283
Fysostigmine
Merknaam
Fysostigmine
Afleveringsvorm
Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml) fysostigmine-salicylaat
F.T.G.
Antidota, cholinesteraseremmers
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V.: IC-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken.
Acute reacties
Speekselvloed, bronchoconstrictie.
Bijwerkingen
Braken, bradycardie, convulsies, verlies van controle over sfincter en
defaecatie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2011
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 1 mg/minuut
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fysostigmine'
Datum
Wijziging
01-06-2007
Bij Afleveringsvorm: fysostigmine-sulfaat gewijzigd in fysostigmine-salicylaat.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-03-2011
Bij Afleveringsvorm: ampul met 1 mg=1 ml gewijzigd in ampul met 2 mg=2
ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 284
Fytomenadion
Merknaam
Konakion®, Vitamine K
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) fytomenadion "mixed-micelles"
(Konakion®)
Ampul met 2 mg = 0,2 ml (10 mg/ml) fytomenadion (Konakion® MM voor
kinderen)
F.T.G.
Haemostatica, Vitamine K-groep
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund: direct toedienen, buiten invloed van licht bewaren.
Bijzonderheden
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 1 mg/minuut
Fytomenadion dient niet met andere geneesmiddelen te worden
toegediend.
Bevat lecithine en glycocholzuur.
Acute reacties
Pijnlijkheid en bloeding op injectieplaats, anafylactische reacties.
Bijwerkingen
Ten gevolge van te snelle injectie: rood gelaat, transpireren, benauwdheid,
cyanose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fytomenadion'
Datum
Wijziging
01-07-2011
Toedieningsroute: Intraveneus als infuus is verwijderd. Tekst monografie is
hier verder op aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 285
Parenteralia G
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 286
Gadobutrol
Merknaam
Gadovist®
Afleveringsvorm
Oplossing voor injectie 1,0 mmol/ml
Wegwerpspuit 10 ml en 20 ml
Flacon 30 ml
F.T.G.
Diagnostica
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
VPK
Houdbaarheid
Zie verpakking
Bijzonderheden
Paramagnetisch contrastmiddel (voor MRI)
Acute reacties
Warmte-, koude- en of pijnsensaties kunnen optreden rond de injectieplaats.
Overgevoeligheidsreacties, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie, misselijkheid, braken, kortademigheid,
vaatverwijding, convulsies, koude rillingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2009
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gadobutrol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 287
Ganciclovir
Merknaam
Cymevene®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg ganciclovir (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Antivirale middelen
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Los 500 mg ganciclovir op in 10 ml water voor injecties
De concentratie is 50 mg/ml.
Toedieningsroute
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 1 uur, de toedieningssnelheid is maximaal 10 mg/minuut
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, enalaprilaat, filgrastim, fluconazol
Onverenigbaar met
foscarnet, ondansetron
Bijzonderheden
-
De pH van de oplossing is 9-11
Vermijd contact met huid en slijmvliezen. Indien dit toch gebeurt, grondig
met water en zeep reinigen
Ganciclovir mag niet intramusculair of subcutaan worden toegediend
vanwege ernstige weefselirritatie door de hoge pH
Controle van het bloedbeeld wordt aanbevolen
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria, koorts
Bijwerkingen
Tromboflebitis, neutropenie, trombocytopenie, convulsies, verwardheid,
hoofdpijn, maagdarmstoornissen, oedeem, visusstoornissen, dyspnoe
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ganciclovir'
Datum
Wijziging
01-02-2012
Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 288
Gelatine, gemodificeerd
Merknaam
Gelofusine®
Afleveringsvorm
Zak met 20 gram = 500 ml (40 mg/ml) gemodificeerd gelatine
F.T.G.
Plasmavervangingsmiddelen
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: volume en toedieningssnelheid zijn afhankelijk van
toestand van de patiënt (500 ml in 5 minuten-6 uur)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Erytheem, urticaria, bronchospasmen. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Koude rillingen, koorts, tachycardie, hypotensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Bevat 0,15 mmol natrium per ml.
Bij voorkeur geen koude oplossingen infunderen.
Gelatine is mengbaar met NaCl 0,9% en glucose 5%.
Oplossingen van gemodificeerd gelatine moeten onder bewaking van
hemodynamische parameters, diurese en hematocriet worden toegediend.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gelatine, gemodificeerd'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 289
Gentamicine
Merknaam
Gentamicine®
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) en 80 mg = 2 ml (40 mg/ml)
gentamicine (als sulfaat)
F.T.G.
Aminoglycosiden
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als kortlopend infuus: elke voorgeschreven dosis toegevoegd
aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten
Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml)
Kinderen
-
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 1-10 mg/ml, in 30 minuten (maximale
concentratie bij vochtbeperking is 40 mg/ml)
Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
Intrathecaal: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, amiodaron, ciclosporine, daptomycine, enalaprilaat, esmolol,
famotidine, fentanyl, filgrastim, foscarnet, granisetron, insuline, labetalol,
levofloxacine, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, nicardipine,
ondansetron, pancuronium, pantoprazol, piperacilline/tazobactam,
remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium, tolazoline, vecuronium, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
acetylcysteine, atracurium, benzylpenicilline, cimetidine, ciprofloxacine,
clindamycine, fluconazol, mannitol, meropenem, metronidazol, morfine,
ofloxacine, pethidine, ranitidine, verapamil
Y-site
-
allopurinol, fenytoine, furosemide, heparine, hydrocortison, indometacine,
penicillinen, propofol, tacrolimus
Infuus
Bijzonderheden
-
amfotericine B, cefalosporinen, dopamine, co-trimoxazol
-
Tijdstip van toediening nauwkeurig vermelden in verband met
bloedspiegelbepaling.
Bevat methyl- en propylparahydroxybenzoaat, natriumbisulfiet en
natriumedetaat.
De pH van de oplossing is 4,5.
-
Acute reacties
Rash, urticaria, koorts, bronchospasmen. Gentamicine vertoont
kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden.
Bijwerkingen
Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de
ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, braken.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 290
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gentamicine'
Datum
Wijziging
01-04-2007
Bij toediening volwassenen intraveneus: Totale dosis toegevoegd aan 100 ml
NaCl 0,9% …en bij Bijzonderheden: Tijdstip van toediening nauwkeurig
vermelden in verband met bloedspiegelbepaling.
01-08-2007
Piperacilline/tazobactam toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site).
01-05-2009
Toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus: elke voorgeschreven
dosis toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: daptomycine, granisetron, levofloxacine,
lorazepam, midazolam, nicardipine, pantoprazol, remifentanyl, ringerlactaat,
rocuronium. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: acetylcysteine, mannitol,
meropenem. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol, tacrolimus.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 291
Glucagon
Merknaam
Glucagen®
Afleveringsvorm
Flacon met 1 mg (= 1E) glucagon (als hydrochloride) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Antidota, Bloedglucoseverhogende middelen
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 1 mg glucagon op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Bij voorkeur direct voor toedienen bereiden.
Onverdund in wegwerpspuit (1 mg/ml): 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Bijzonderheden
Bevat lactose. Oplosmiddel bevat glycerine met fenol als conserveermiddel.
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, hypokaliëmie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1 minuut
Intraveneus als infuus: (behandeling van overdosering van ßsympathicolytica) toegevoegd aan glucose 5%
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucagon'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 292
Glucarpidase
Merknaam
Voraxaze®
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 eenheden glucarpidase poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Bij intoxicatie met methotrexaat
Oplosmiddel
NaCl 0,9%
Bereiden
Los 1000 eenheden glucarpidase op in 1 ml NaCl 0,9%. De concentratie is
1000 eenheden/ml.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 5 minuten
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 5 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK-arts
Houdbaarheid
Onverdund (in 1 ml NaCl 0,9%): 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
n.v.t.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Glucarpidase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend
Bijzonderheden
Een spuit met naald gebruiken dat geschikt is om een klein volume uit een
flacon te halen. Minimaal 0,9 ml eruit halen om een adequate hoeveelheid
glucarpidase te verkrijgen om goed te kunnen doseren
Acute reacties
Blozen, paraesthesia, warmvoelen/branderig gevoel
Bijwerkingen
Hypertensie en arrhythmieën
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucarpidase'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 293
Glucose 40%
Merknaam
Glucose 40%
Afleveringsvorm
Fles met 40 gram = 100 ml (400 mg/ml, 40%) glucose
F.T.G.
Koolhydraten
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 3
ml/minuut (=1,2 gram/minuut)
Intraveneus als infuus: de toedieningssnelheid is 3 ml/minuut (=1,2
gram/minuut)
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
Levert 15,7 kJ per 1000 mg.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, hypokaliëmie, hypofosfatemie, hypomagnesiëmie. Ten gevolge
van te snelle toediening: glucosurie, hyperglycemie, hyperosmolair coma.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucose 40%'
Datum
Wijziging
01-12-2004
Zak met 200 gram = 500 ml is uit de handel
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 294
Glutamine
Merknaam
Dipeptiven®
Afleveringsvorm
Flacon met 20 gram = 100 ml L-alanyl-L-glutamine concentraat voor infusie
Deze hoeveelheid komt overeen met 13,3 gram L-glutamine per flacon
F.T.G.
Parenterale voeding
Toedieningsroute
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan tenminste 500 ml NaCl
0,9%, glucose 5% of aminozuuroplossing in tenminste 4 uur
Toedieningscategorie
Categorie B en C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, aminozuuroplossing
Bijzonderheden
-
Glutamine alleen toedienen op advies van het voedingsteam
Glutamine wordt op gezette tijden in de apotheek aan StructoKabiven
toegevoegd. Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur.
Bevat per ml 82 mg L-alanine en 134,6 mg L-glutamine.
Glutamine mag niet met andere geneesmiddelen gemengd worden.
Glutamine kan pijn en tromboflebitis veroorzaken op de plaats van injectie
door de hoge osmolariteit van de oplossing. Om de kans hierop te
verlagen dient de oplossing bij voorkeur via een centrale vene te worden
toegediend in tenminste 4 uur.
Acute reacties
Bij te snelle infusie kunnen flebitis, koude rillingen, misselijkheid en braken
optreden
Bijwerkingen
Leverfunctiestoornissen
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2004
01-12-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glutamine'
Datum
Wijziging
01-05-2009
Afleveringsvorm: Deze hoeveelheid komt overeen met 13,3 gram L-glutamine
per flacon. Bij Bijzonderheden zijn drie nieuwe opmerkingen (1e, 2e en 3e)
toegevoegd.
01-12-2009
Het toevoegen van Glutamine aan Structokabiven wordt nu van maandag t/m
vrijdag (08.00-13.00 uur) in de apotheek gedaan.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 295
Glycerofosfaat
Merknaam
Glycophos®
Afleveringsvorm
Flacon met 20 ml infuusconcentraat, met 216 mg/ml natriumglycerofosfaat
(als natriumglycerofosfaat.5H20)
F.T.G.
Mineralen (fosfaten)
Toedieningsroute
Volwassenen
-
-
Niet als bolus onverdund toedienen
Intraveneus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%, de maximale
toediensnelheid is 4,5 mmol/uur gedurende 3 uur, daarna maximaal 2-3,5
mmol/uur
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp protocol
glycerofosfaat
Kinderen
-
Niet als bolus onverdund toedienen
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: de maximale toediensnelheid is
0,05 mmol/kg/uur
Zie spuitenpomp protocol glycerofosfaat voor kinderen
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9% en glucose 5%
Bijzonderheden
1 ml Glycophos bevat 1 mmol fosfaat, 1 mmol glycerol en 2 mmol natrium
De osmolariteit is 2760 osmol/kg
Acute reacties
Overdosering kan leiden tot hyperfosfatemie en hypernatriemie. De
symptomen van hypernatriemie treden meestal het eerst op: rusteloosheid,
spierzwakte, sufheid, ernstige dorst, convulsies en mogelijk coma. Bij
overdosering dient de behandeling direct gestaakt te worden
Kinderen: cave aritmieen bij te snelle infusie
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2012
01-11-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat'
Datum
Wijziging
01-11-2012
Naam aangepast Glycerofosfaat in plaats van Glycerofosforzuur.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 296
Glycerofosfaat, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Meng 20 ml (1 mmol fosfaat/ml) Glycophos met 30 ml NaCl 0,9% of 30 ml
glucose 5%
De eindconcentratie is 0,4 mmol/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van de fosfaatspiegel
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2012
01-02-2013
Indicatie: hypofosfatiëmie
Bijwerking: hypocalciëmie (vooral na te snel toedienen),
hypomagnesiëmie, maagdarmstoornissen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-12-2012
Naam aangepast Glycerofosfaat in plaats van Glycerofosforzuur.
01-02-2013
Bereiden: Meng 20 ml (1 mmol fosfaat/ml) Glycophos met 30 ml NaCl
0,9% of 30 ml glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 297
Glycerofosfaat, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Meng 20 ml Glycophos met 30 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
De eindconcentratie is 0,4 mmol/ml, 50 ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van de fosfaatspiegel
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Indicatie: hypofostatemie
Contraindicatie: voorzichtigheid is geboden bij decompensatio cordis,
hypertensie, ernstige nierfuctiestoornis, perifeer oedeem en longoedeem,
hypernatriëmie en - kaliëmie
Bijwerking: hypocalciëmie (vooral na te snel toedienen),
hypomagnesiëmie, maagdarmstoornissen
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2012
01-11-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-12-2012
Naam aangepast Glycefosfaat in plaats van Glycerofosforzuur.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 298
Granisetron
Merknaam
Kytril®
Afleveringsvorm
Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) granisetron (als hydrochloride)
F.T.G.
Anti-emetica, 5HT3-receptorantagonisten
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 20-50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 5 minuten
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, amikacine, aztreonam, bleomycine, bumetanide,
buprenorfine, calciumfolinaat, calciumgluconaat, carboplatin , carmustine,
cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim, chloormethine,
chloorpromazine, cimetidine, ciprofloxacine, cisplatin, cladribine,
clindamycine, co-trimoxazol, cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine,
dactinomycine, daunorubicine, dobutamine, dopamine, doxorubicine,
doxycycline, droperidol, enalapril, etoposide, filgrastim, fluconazol,
fluorouracil, fludarabine, furosemide, ganciclovir, gentamicine, haloperidol,
heparine, hydrocortison, idarubicine, ifosfamide, imipenem, kaliumchloride,
lorazepam, magnesiumsulfaat, melfalan, mesna, methotrexaat,
metoclopramide, metronidazol, mitomycine, mitoxantron, morfine,
natriumbicarbonaat, paclitaxel, pethidine, piperacilline, prochloorperazine,
promethazine, propofol, ranitidine, teniposide, theofylline, thiotepa,
tobramycine, vancomycine, vinblastine, vincristine
Infuus
-
Onverenigbaar met
dexamethason, methylprednisolon
Y-site
-
amfotericine B
Bijzonderheden
-
Granisetron mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met
andere infuusvloeistfoffen en geneesmiddelen.
Acute reacties
Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Hoofdpijn, obstipatie. Zelden: allergische reacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2004
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Granisetron'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 299
Parenteralia H
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 300
Haloperidol
Merknaam
Haldol®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) haloperidol
Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) haloperidol (als decanoaat) "Depot",
voor intramusculaire toediening
F.T.G.
Antipsychotica
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund (5 mg/ml)
Intramusculair "Depot": onverdund, diep spuiten
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (5 mg/ml) langzaam, de
toedieningssnelheid is 5 mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp haloperidol
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
cimetidine, dobutamine, dopamine, famotidine, filgrastim, lidocaine,
nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron, sufentanil, theofylline
Infuus
-
Onverenigbaar met
buprenorfine
Y-site
-
allopurinol, fenytoine (ref. 12), fluconazol, foscarnet, heparine,
piperacilline
Infuus
Bijzonderheden
-
morfine, nitroprusside
-
Het depotpreparaat is uitsluitend bestemd voor intramusculaire toediening;
het wordt gebruikt in de onderhoudsbehandeling van o.a. psychosen.
Het depotpreparaat bevat sesamolie als solvens.
Het maximum toe te dienen volume van het depot-preparaat is 3 ml per
injectieplaats.
Maximale concentraties worden bereikt bij de gewone injectie na 10-20
minuten en bij de depotinjectie na ongeveer 1 week.
-
Acute reacties
Zelden: rash, urticaria, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Slaperigheid, verwardheid, extrapiramidale effecten, initiatiefloosheid, droge
mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, hyperprolactinemie. Zelden:
orthostatische hypotensie, gewichtstoename, convulsies. Ten gevolge van
hoge doseringen: leverfunctiestoornissen, maagdarmklachten.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Haloperidol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 301
Haloperidol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 4 ampullen (4 ml=20 mg) met 46 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 0,4 mg/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Werking: werkt antipsychotisch en sederend
Indicatie: organische psychosyndromen met agitatie, delier
Bijwerking: extrapyrimidale verschijnselen, convulsies, hypotensie,
leverfunctiestoornissen, CAVE maligne neuroleptica syndroom
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Haloperidol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 302
Heparine
Merknaam
Heparine
Afleveringsvorm
Ampul
Ampul
Ampul
Flacon
F.T.G.
Anticoagulantia
Toedieningsroute
-
met
met
met
met
1.000 IE = 10 ml (100 IE/ml) heparine-natrium
5.000 IE = 1 ml (5.000 IE/ml) heparine-natrium
25.000 IE = 5 ml (5.000 IE/ml) heparine-natrium
20.000 IE = 50 ml (400 IE/ml) heparine-natrium
Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp heparine
Intraveneus in injectiepoorten, catheters, e.d.: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.V./Infusie: VPK
Overige toedieningen: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, aminofylline, atracurium, calciumgluconaat, ceftazidim,
ceftriaxon, chloorpromazine, colistine, daptomycine, dexamethason,
epinefrine, fentanyl, folinezuur, foscarbet, furosemide, granisetron,
hydroxocobalamine, isoprenaline, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat,
methylergometrine, midazolam, milrinon, morfine, nitroglycerine,
nitroprusside, norepinefrine, ondansetron, oxytocine, pancuronium,
pantoprazol, pentazocine, piperacilline, prednisolon, procainamide,
propofol, remifentanyl, rocuronium, streptokinase, theofylline, tirofiban,
vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
amfotericine B, ascorbinezuur, atropine, bumetanide, cefazoline,
cefotaxim, cefuroxim, clindamycine, co-trimoxazol, daptomycine, digoxine,
dopamine, esmolol, fenylefrine, flucloxacilline, fluconazol, furosemide,
kaliumchloride, meropenem, methylprednisolon, metoclopramide,
metronidazol, natriumbicarbonaat, neostigmine, ranitidine,
suxamethonium, verapamil
Y-site
-
alteplase, amiodaron, amoxicilline, buprenorfine, ciprofloxacine,
deferoxamine, diazepam, dihydralazine, dobutamine, doxycycline,
droperidol, fenytoine, filgrastim, gentamicine, haloperidol, kanamycine,
labetalol, levofloxacine, levomepromazine, methylprednisolon, nicardipine,
promethazine, tacrolimus, tobramycine, vancomycine
Infuus
Bijzonderheden
-
amikacine, benzylpenicilline, chloorpromazine, erythromycine,
hyaluronidase, hydrocortison, insuline, morfine, pethidine, streptomycine,
theofylline
-
Toediening van intraveneus heparine dient te geschieden op geleide van
stollingstijden.
Effect van heparine wordt geantagoneerd door protaminechloride
intraveneus.
-
Acute reacties
Zelden: erytheem, zwelling, jeuk, angio-oedeem, bronchospasmen.
Bijwerkingen
Bloedingen, haaruitval, huidnecrose, trombocytopenie.
Beheergegevens
Beheerder:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
Agnes Veldkamp
pagina 303
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine'
Datum
Wijziging
01-07-2002
Heparine en aminofylline zijn niet verenigbaar als infuus, wel in de Y-site.
01-12-2004
Ampul met 1000 IE = 1 ml is gewijzigd in ampul met 1000 IE = 10 ml.
01-12-2008
Uit het assortiment: ampul met 15 IE = 5 ml (3 IE/ml) heparine-natrium
01-04-2009
Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml
01-07-2010
Toegevoegd aan Verenigbaar met (Infuus): flucloxacilline.
01-07-2011
Afleveringsvorm: uit assortiment Ampul met 10.000 IE = 2 ml (5000 IE/ml)
heparine natrium. Toegevoegd: Ampul met 5.000 IE = 1 ml (5.000 IE/ml)
heparine natrium en Ampul met 25.000 IE = 5 ml (5.000 IE/ml) heparine
natrium.
01-01-2013
Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon
verblijfscatheter.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: aciclovir, chloorpromazine, colistine,
daptomycine, dexamethason, folinezuur, foscarnet, granisetron,
hydroxocobalamine, magnesiumsulfaat, methylergometrine, midazolam,
morfine, ondansetron, pantoprazol, prednisolon, propofol, remifentanyl,
rocuronium, theofylline, tirofiban. Verenigbaar met Infuus toegevoegd:
amfotericine B, ascorbinezuur, atropine, clindamycine, co-trimoxazol,
daptomycine, digoxine, fenylefrine, fluconazol, furosemide, meropenem,
methylprednisolon, metronidazol, neostigmine, suxamethonium.
Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: buprenorfine, deferoxamine, filgrastim,
levofloxacine, levomepromazine, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus
toegevoegd: chloorpromazine, hyaluronidase, insuline, morfine.
Onverenigbaar met Y-site verwijderd: amfotericine B.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 304
Heparine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
1 flacon 20.000 IE/50 ml optrekken, onverdund
De eindconcentratie is 400 IE/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van de cefalinetijd
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur
Oplaaddosis (eventueel): 80 IE/kg of 1 ml=5000 IE (onverdund) heparine als
bolusinjectie
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2009
Werking: anticoagulerend, inactiveert stollingsfactoren
Indicatie: diep veneuze trombose, longembolie, CAVHD
Bijwerking: bloedingen, zelden allergische reakties
Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging, ernstige hypertensie, maagof duodenumulcera
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-04-2006
1 flacon 20.000 IE/48 ml optrekken, onverdund. De eindconcentratie is 417
IE/ml.
01-04-2009
Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 305
Heparine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 5000 IE = 1 ml heparine toe aan 49 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie
is 100 IE/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van de CT. Gebruikelijke doseringen:
Oplaaddosering: 50 IE/kg, intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosering: 10-30 IE/kg/uur, afhankelijk van de CT
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: anticoagulerend, inactiveert stollingsfactoren
Indicatie: diep veneuze trombose, longembolie, CAVHD
Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging, ernstige hypertensie, maagof duodenumulcera, drainage van maag en dunne darm
Bijwerking: bloedingen, trombocytopenie, zelden allergische reacties
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 306
Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 400 IE/ml
pompstand
Beheergegevens
dosering
ml/uur
IE/uur
1,0
400
9.600
1,5
600
14.400
2,0
800
19.200
2,5
1000
24.000
3,0
1200
28.800
3,5
1400
33.600
4,0
1600
38.400
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-06-2004
01-04-2009
IE/24 uur
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-04-2009
Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 307
Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (100 IE/ml)
Rekendosering: 10 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
IE/kg/uur
ml/uur
1 kg
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
10
0,1
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
4,0
5,0
12
0,1
0,6
1,2
1,8
2,4
3,0
3,6
4,8
6,0
14
0,1
0,7
1,4
2,1
2,8
3,5
4,2
5,6
7,0
16
0,2
0,8
1,6
2,4
3,2
4,0
4,8
6,4
8,0
18
0,2
0,9
1,8
2,7
3,6
4,5
5,4
7,2
9,0
20
0,2
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
8,0
10,0
22
0,2
1,1
2,2
3,3
4,4
5,5
6,6
8,8
11,0
24
0,2
1,2
2,4
3,6
4,8
6,0
7,2
9,6
12,0
26
0,3
1,3
2,6
3,9
5,2
6,5
7,8
10,4
13,0
28
0,3
1,4
2,8
4,2
5,6
7,0
8,4
11,2
14,0
30
0,3
1,5
3,0
4,5
6,0
7,5
9,0
12,0
15,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 308
Hepatitis A-vaccin
Merknaam
Havrix®, Havrix junior®
Afleveringsvorm
Flacon met 720 E = 0,5 ml (Havrix junior®) en 1440 E = 1 ml (Havrix®)(1440
E/ml) hepatitis A-vaccin
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
Intramusculair: in de M. deltoideus
Voor toediening goed schudden tot een homogene, witte suspensie.
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Bevat geïnactiveerd (dood) hepatitis-A-virus, stam HM 175, gekweekt op
MRC-5 menselijke diploïde cellen.
Hepatitis A-vaccin kan gelijktijdig met hepatitis B-vaccin of menselijk
normaal immunoglobuline worden toegediend.
Bevat 2-fenoxyethanol als conserveermiddel.
Na primaire vaccinatie wordt gedurende tenminste 1 jaar voldoende
bescherming verkregen; na revaccinatie kan dit oplopen tot 10 jaar.
720 E Havrix® komt overeen met 160 E Avaxim®.
Acute reacties
Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, erytheem, urticaria, oedeem,
hypotensie, syncope, angio-oedeem, neuritis.
Bijwerkingen
Hoofdpijn, malaise, vermoeidheid, koorts, misselijkheid, braken, verminderde
eetlust.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis A-vaccin'
Datum
Wijziging
01-10-2004
Havrix junior toegevoegd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 309
Hepatitis B immunoglobuline
Merknaam
HepBQuin
Afleveringsvorm
Flacon met 500 IE = 5 ml (100 IE/ml) Hepatitis B immunoglobuline
F.T.G.
Immunoglobulinen
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten bij voorkeur in de anterolaterale zijde
van de dij of in de M. deltoideus
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na aanprikken: 4 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
Bevat glycine.
Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het
klinisch gebruik is dit geen beletsel.
Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur
brengen.
Toediening moet binnen 48 uur na blootstelling plaatsvinden; daarna is het
effect dubieus. Na 7 dagen is toediening zinloos.
Voor gebruik van Hepatitis B immunoglobulinen; zie protocol
prikaccidenten.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem.
Bijwerkingen
Koorts.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis B immunoglobuline'
Datum
Wijziging
01-10-2004
Naamswijziging merknaam. De samenstelling en productiegenschappen zijn
niet gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 310
Hepatitis B-vaccin
Merknaam
HB-VAX-Pro® / Fendrix®
Afleveringsvorm
Flacon met 10 microg = 1 ml (10 microg/ml) hepatitis B-vaccin (HB-VAX-Pro)
Flacon met 40 microg = 1 ml of 20 microg = 0,5 ml (20 microg/injectiel)
hepatitis B-vaccin (Fendrix) (voor dialyse-patiënten)
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
- HB-VAX-Pro: subcutaan of intramusculair
- Fendrix: intramusculair
Flacon voor gebruik goed schudden.
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, erytheem, urticaria, oedeem,
hypotensie, syncope, angio-oedeem, neuritis. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Hoofdpijn, malaise, vermoeidheid, koorts, misselijkheid, verminderde eetlust,
misselijkheid, braken, diarree, duizeligheid, spierpijn.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2009
Hepatitis B-vaccin kan gelijktijdig met hepatitis A-vaccin of menselijk
normaal immunoglobuline worden toegediend.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis B-vaccin'
Datum
Wijziging
01-07-2002
Het vaccin bevat geen thiomersal meer als conserveermiddel
01-08-2009
Nieuw Hepatitis B-vaccin Fendrix t.b.v. dialyse-patienten
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 311
Hyaluronidase
Merknaam
Hyason®
Afleveringsvorm
Flacon met 150 IE hyaluronidase poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Ophtalmologica
Oplosmiddel
NaCl 0,9%
Bereiden
Los 150 IE hyaluronidase op in 10 ml lidocaine 2% of bupivacaine 0,25-0,5%,
de concentratie is 15 IE/ml, of los 150 IE op in 1 ml oplossing NaCl 0,9%, de
concentratie is 150 IE/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid
Binnen een half uur na bereiden toedienen.
Peribulbair: onverdund
Retrobulbair: onverdund
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
Amikacine, bupivacaine, lidocaine, natriumbicarbonaat, pentobarbital,
thiopental
Infuus
-
epinefrine, heparine
-
Bevat methyl- en propylhydroxybenzoaat.
Hyaluronidase wordt door alcohol geïnactiveerd. Eventuele resten alcohol
in injectienaald- en spuit dienen daarom van tevoren te worden verwijderd
met water voor injecties.
Hyaluronidase wordt ook wel toegepast in geval van extravasatie van
cytostatica m.n. vinca-alkaloiden.
Subcutane toediening van hyaluronidase is niet geregistreerd.
-
Acute reacties
Lokale irritatie, overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Mogelijk is er een verband tussen het gebruik van hyaluronidase en de
ontwikkeling van cystoïd macula oedeem. Ten gevolge van subconjunctivale
injectie: visusstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hyaluronidase'
Datum
Wijziging
01-03-2013
Oplosmiddel: NaCl 0,9% wordt niet meer bijgeleverd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 312
Hydrocortison
Merknaam
Solu-Cortef®
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg hydrocortison (als natriumsuccinaat) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Glucocorticoiden
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 100 mg hydrocortison op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 50
mg/ml.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9%
tot een concentratie van 0,1-1 mg/ml
Kinderen
-
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten (maximale
concentratie bij vochtbeperking is 60 mg/ml)
Intraveneus als continu infuus: verdund met glucose 5% of NaCl 0,9% tot
een concentratie van 0,5 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund: 12 uur bij 4°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, ampicilline, atropine, betamethason,
chloorpromazine, dexamethason, digoxine, droperidol, enalaprilaat,
epinefrine, fentanyl, filgrastim, 5-fluorouracil, foscarnet, furosemide,
fytomenadion, insuline, isoprenaline, kanamycine, magnesiumsulfaat,
morfine, neostigmine, pethidine, procaïnamide, ondansetron, oxytocine,
pentazocine, pethidine, piperacilline, prednisolon, propranolol,
scopolamine, suxamethonium
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, benzylpenicilline, calciumchloride, calciumgluconaat,
chlooramfenicol, clindamycine, dopamine, erythromycine, famotidine,
furosemide, kaliumchloride, lidocaine, natriumbicarbonaat, netilmicine,
norepinefrine, theofylline, vancomycine, verapamil
Y-site
-
ciprofloxacine, diazepam, fenytoine, gentamicine, methylprednisolon,
midazolam, promethazine
Infuus
Bijzonderheden
-
amfotericine B, ampicilline, barbituraten, doxapram, heparine,
kanamycine, tetracyclinen
-
In geval van strenge vloeistofrestrictie kan tot 3 gram aan 50 ml NaCl
0,9% of glucose 5% worden toegevoegd. Bij een concentratie hoger dan 1
mg/ml, is de houdbaarheid beperkt tot 4 uur bij 20°C.
Het oplosmiddel van Solu-Cortef® bevat benzylalcohol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 313
Acute reacties
Erytheem, urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen.
Bijwerkingen
Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydrocortison'
Datum
Wijziging
01-02-2014
Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide. Onverenigbaar met Y-site
toegevoegd: gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 314
Hydroxocobalamine
Merknaam
Hydrocobamine®, Vitamine B12
Afleveringsvorm
Ampul met 1 mg = 2 ml (500 microg/ml) hydroxocobalamine-hydrochloride
F.T.G.
Vitaminen, cobalamines
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Subcutaan: onverdund, diep spuiten
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan glucose 5%, de
toedieningssnelheid is 0,6-20 microg/kg/minuut
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Onverenigbaar met
Cimetidine, heparine, hydrocortison, kaliumchloride
Infuus
-
ascorbinezuur, chloorpromazine, erythromycine, magnesiumsulfaat
Acute reacties
Exantheem, eczeem. Zelden: anafylactische shock.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxocobalamine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 315
Hydroxyethylzetmeel
Merknaam
Haes-Steril®, Voluven®
Afleveringsvorm
Flacon met 30 gram = 500 ml (60 g/l, 6%) hydroxyethylzetmeel (200/0,5)
(Voluven 6%)
F.T.G.
Plasmavervangingsmiddelen
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: onverdund
Dosering en snelheid van toediening worden bepaald door bloedverlies en
hemoconcentratie. Toedieningssnelheid maximaal 20 ml/kg/24 uur.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
Bevat 154 mmol natrium per 1000 ml.
In verband met overgevoeligheidsreacties en anafylactische reacties moet
de eerste 10-20 ml langzaam en onder controle worden toegediend
Hydroxyethylzetmeel is mengbaar met NaCl 0,9% en glucose 5%
Niet gebruiken bij patiënten met sepsis en patiënten met ernstige
leverziekte
Geen eerste keuze middel bij kritisch zieke patienten
Acute reacties
Zelden: circulatiestoornissen, bronchospasmen, anafylactische shock, hart- en
ademstilstand.
Bijwerkingen
Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen:
bloedingscomplicaties, verhoging serumamylase. Zelden:
overgevoeligheidsreacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxyethylzetmeel'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Hemohes is vervangen door Voluven.
01-05-2012
Afleveringsvorm: Flacon met 50 gram = 500 ml (100 g/l, 10%) is uit de
handel. Tekst is aangepast.
01-07-2013
Bijzonderheden toegevoegd: - Niet gebruiken bij patiënten met sepsis en
patiënten met ernstige leverziekte. – Geen eerste keuze middel bij kritisch
zieke patiënten (nav nieuwe veiligheidsrichtlijn firma juni 2013).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 316
Hydroxyprogesteron
Merknaam
Progesteron-Depot JENAPHARM®, Proluton-depot®
Afleveringsvorm
Ampul met 250 mg = 1 ml (250 mg/ml) hydroxyprogesteroncaproaat
F.T.G.
Progestagenen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijn, roodheid of zwelling op de plaats van injectie
Bijwerkingen
Pijnlijke borsten, libidoverlies, hoofdpijn, misselijkheid, braken,
gewichtsverandering, acne en urticaria.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2009
geen
Intramusculair; onverdund
Bevat benzylbenzoaat en ricinusolie
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxyprogesteron'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 317
Parenteralia I
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 318
Ibuprofen
Merknaam
Neoprofen®
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) ibuprofen
F.T.G.
Prostaglandinesynthetaseremmers
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie, verdund met een gelijke hoeveelheid milliliters
NaCl 0,9%
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Houdbaarheid
Aangebroken ampullen direct toedienen
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats.
Bijwerkingen
Trombocytopenie, neutropenie, intraventriculaire hemorragie, pulmonaire
hemorragie, maagdarmhemorragie, hematurie, periventriculaire leukomalacie,
bronchopulmonaire dysplasie, hypoxemie, necrotiserende enterocolitis,
intestinale perforatie, oligurie, vochtretentie, stijging creatinineconcentratie,
afname natriumconcentratie
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2005
01-02-2014
Niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen toedienen. De lijn moet
gespoeld worden tussen iedere toediening van een ander geneesmiddel in
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ibuprofen'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Merknaam gewijzigd: Neoprofen. Tekst monografie aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 319
Ibutilide
Merknaam
Corvert®
Afleveringsvorm
Flacon met 870 microg = 10 ml ibutilide oplossing voor intraveneuze infusie
F.T.G.
Anti-aritmica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijn op de injectieplaats, ventricularie tachycardie, hypotensie
Bijwerkingen
Ventriculaire extrasystolen, SV-block, bundeltakblock, bradycardie,
supraventriculaire tachycardie, QT-tijd verlenging
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2012
geen
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50 ml NaCl 0,9% in 10
minuten
87 microgram ibutilide komt overeen met 0,1 mg ibutilidefumaraat
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ibutilide'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 320
IJzer(III)carboxymaltose
Merknaam
Ferinject®
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 500 mg = 10 ml (50 mg/ml) ijzer(III)carboxymaltose
Synoniem: Ferricarboxymaltose
F.T.G.
Middelen bij anemie
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, maximaal 200 mg (4 ml), de
toedieningssnelheid is 1 ml/minuut, na injectie moet de arm van de patient
worden gestrekt
Intraveneus als druppelinfuus: maximaal 1000 mg, toegevoegd aan 100250 ml NaCl 0,9% in tenminste 15 minuten
Vanwege de stabiliteit moet de concentratie na verdunnen tenminste 2 mg
ijzer/ml zijn.
Ferinject
IJzer
2-4 ml
4-10 ml
10-20 ml
100-200 mg
200-500 mg
500-1000 mg
Maximale
hoeveelheid
NaCl 0,9%
50 ml
100 ml
250 ml
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
-
Minimale
toedieningstijd
6 minuten
15 minuten
Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn
Bij hemodialysepatienten kan ijzerhydroxidesaccharose complex direct in
de veneuze zijde van het extracorporele circuit worden toegediend; de
toedieningssnelheid is 1 ml/minuut
Overdosering van ijzer(III)carboxymaltose complex kan worden behandeld
met deferoxamine. In geval van nierinsufficientie is hemodialyse
noodzakelijk
Acute reacties
Allergische reacties
Bijwerkingen
Metaalsmaak, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, buikpijn, constipatie,
diarree, braken, reacties op de aanprikplaats, spierpijn, hypotensie,
huiduitslag, warmtegevoel, koorts, allergische reacties
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2010
01-12-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzer(III)carboxymaltose'
Datum
Wijziging
01-04-2012
Kopje “Overenigbaarheden” is verwijderd. Bij Bijzonderheden is verwijderd:
IJzer(III)carboxymaltose complex mag niet met andere geneesmiddelen en
infuusvloeistoffen worden toegediend.
01-05-2012
Afleveringsvorm: Synoniem: ferricarboxymaltose.
01-09-2012
Toedieningsroute: Intraveneus als druppelinfuus: maximaal 1000 mg,
toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9% in tenminste 15 minuten.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 321
01-12-2013
Bijzonderheden: - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar
zijn. Nieuw: Acute reacties: Allergische reacties.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 322
IJzerhydroxidedextraan complex
Merknaam
CosmoFer®
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) ijzer(III) in de vorm van
ijzer(III)hydroxidedextraan complex
Synoniem: ferrihydroxidedextraancomplex
F.T.G.
Middelen bij anemie
Toedieningsroute
-
-
-
Intramusculair: onverdund tot 2 ml per injectieplaats
Intraveneus als druppelinfuus: 100-200 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl
0,9% of glucose 5%
Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten,
vervolgens indien geen bijwerkingen optreden rest infuus in 30 minuten
Intraveneus als injectie: 100-200 mg bij voorkeur verdund in 10-20 ml
NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningssnelheid 25 mg in 1-2 minuten, vervolgens indien geen
bijwerkingen optreden 10 mg per minuut
Bij hoge doseringen (tot 20 mg/kg) toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%
Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten,
vervolgens indien geen bijwerkingen optreden: 1,5-3 ml/uur gedurende 46 uur
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Na aanbreken van de ampul: direct gebruiken
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9% of glucose 5%
Bijzonderheden
-
-
Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn
Diepe i.m. injectie in bovenste, buitenste bil kwadrant bij personen met
normaal postuur 1 maal daags, maximaal 5 keer per week.
Magere/bedlegerige patiënten 1 maal daags, 2 à 3 keer per week.
Afwisselend in linker en rechter bil injecteren. Nooit in arm of ander
onbedekt deel van het lichaam.
IJzerhydroxidedextraan complex mag niet met andere geneesmiddelen of
infuusvloeistoffen worden toegediend.
Bij hemodialysepatiënten kan CosmoFer® rechtstreeks in het veneuze deel
van de bloedlijn worden toegediend op dezelfde wijze als voor
intraveneuze injectie.
Acute reacties
Anafylactische reacties, pijnlijkheid op injectieplaats
Bijwerkingen
Gewrichtspijn, spierpijn, koorts. Bij i.m. injectie: verkleuring huid, bloeding,
vorming van steriele abcessen, weefselnecrose, atrofie. Soms: dyspnoe,
maagdarmklachten, jeuk, uitslag, wazig zien, warmtegevoel, kramp,
gevoelloosheid. Zelden: bewusteloosheid, verandering mentale toestand,
beroerte, duizeligheid, rusteloosheid, vermoeidheid, hypotensie, angiooedeem, aritmie, pijn op borst, transpiratie, myalgie, tremor.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-06-2004
01-12-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzerhydroxidedextraan complex'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 323
01-08-2004
Enkele tekstuele wijzigingen onder de kopjes Toedieningsroute en Contraindicaties.
01-01-2012
Toedieningsroute: “Intraveneus als infusie” verwijderd. Toegevoegd: - Bij
hoge doseringen (tot 20 mg/kg) toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%. Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten,
vervolgens indien geen bijwerkingen optreden: 1,5-3 ml/uur gedurende 4-6
uur.
01-05-2012
Afleveringsvorm: Synoniem: ferrihydroxidedextraancomplex.
01-12-2013
Bijzonderheden: toegevoegd – Voorzieningen voor reanimatie moeten direct
beschikbaar zijn.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 324
IJzerhydroxidesaccharose complex
Merknaam
Venofer®
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) ijzer(III)hydroxide-saccharose
complex
Synoniem: ferrioxidesaccharaat
F.T.G.
Middelen bij anemie
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1
ml/minuut, na injectie moet de arm van de patiënt worden gestrekt
Intraveneus als druppelinfuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% (per
ampul van 5 ml)
De toedieningssnelheid is: 100 ml in tenminste 15 minuten; 200 ml in
tenminste 30 minuten; 300 ml in tenminste 1,5 uur; 500 ml in tenminste
3,5 uur
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
-
-
Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn
Bij herhaalde injecties mag maximaal 200 mg ijzerhydroxidesaccharose
complex per injectie worden gegeven; als eenmalige dosis mag maximaal
500 mg worden gegeven
Bij hemodialysepatiënten kan ijzerhydroxidesaccharose complex direct in
de veneuze zijde van het extracorporele circuit worden toegediend; de
toedieningssnelheid is 1 ml/minuut
IJzerhydroxidesaccharose complex mag niet met andere geneesmiddelen
en infuusvloeistoffen worden toegediend
Overdosering van ijzerhydroxidesaccharose complex kan worden
behandeld met deferoxamine. In geval van nierinsufficiëntie is
hemodialyse noodzakelijk
Acute reacties
Allergische reacties, pijn en jeuk op de injectieplaats
Bijwerkingen
Metaalsmaak, hoofdpijn, misselijkheid, braken, onjuiste
gevoelsgewaarwording, maagdarmklachten, spierpijn, hypotensie, huiduitslag,
warmtegevoel, koorts, allergische reacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzerhydroxidesaccharose complex'
Datum
Wijziging
01-05-2012
Afleveringsvorm: synoniem: ferrioxidesaccharaat.
01-12-2013
Bijzonderheden: toegevoegd; - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct
beschikbaar zijn. Acute reacties: toegevoegd; Allergische reacties.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 325
Iloprost
Merknaam
Ilomedine®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 microg = 0,5 ml (100 microg/ml) iloprost concentraat voor
injectievloeistof
F.T.G.
Prostaglandines
Oplosmiddel
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden
-
0,5 ml concentraat toevoegen aan 250 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De
concentratie is 0,2 microg/ml.
Toedieningsroute
-
Intraveneus met een spuitenpomp volgens onderstaand schema
Schema van toediening
55-65 kg (gebaseerd op 60 kg)
Dag 1
1e uur
1,8 mcg =
9 ml/uur
2 uur
2,7 mcg =
13,5 ml/uur
3e t/m 6e uur
3,6 mcg =
18 ml/uur
1e uur
3,6 mcg =
18 ml/uur
2 uur
5,4 mcg =
27 ml/uur
3e t/m 6e uur
7,2 mcg =
36 ml/uur
1e t/m 6e uur
7,2 mcg =
36 ml/uur
e
Dag 2
e
Dag 3
65-75 kg (gebaseerd op 70 kg)
Dag 1
1e uur
2,1 mcg =
10,5 of 11 ml/uur
2e uur
3,15 mcg =
15,25 of 15 ml/uur
3 t/m 6 uur
4,2 mcg =
20,5 of 21 ml/uur
1e uur
4,2 mcg =
20,5 of 21 ml/uur
2e uur
6,3 mcg =
30,75 of 31 ml/uur
3 t/m 6 uur
8,4 mcg =
41 ml/uur
1e t/m 6e uur
8,4 mcg =
41 ml/uur
e
Dag 2
e
Dag 4
e
e
75-85 (gebaseerd op 80 kg)
Dag 1
Dag 2
Dag 3
1e uur
2,4 mcg =
12 ml/uur
2e uur
3,6 mcg =
18 ml/uur
3e t/m 6e uur
4,8 mcg =
24 ml/uur
1e uur
4,8 mcg =
24 ml/uur
2e uur
7,2 mcg =
36 ml/uur
3e t/m 6e uur
9,6 mcg =
48 ml/uur
1e t/m 6e uur
9,6 mcg =
48 ml/uur
NB: Het ophogen van de dosering dient op geleide van bovenstaand schema
te gaan. Bij bloeddrukverlaging en/of eventuele klachten van de patient dient
eerst overleg plaats te vinden met de behandelend arts. Verdraagt de patient
de hogere dosis niet, dan teruggaan tot de voorgaande dosering (na overleg).
De patient houdt vervolgens drie dagen de dosering volgens het schema of de
hoogste dosering die hij/zij verdraagt.
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 326
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden
-
0,134 mg iloprost-tromethamine = 0,1 mg iloprost in 1 ml waterige
oplossing.
Mag alleen na verdunnen worden toegediend.
Orale inname of contact met de slijmvliezen moet worden vermeden.
Iloprost mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met
andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen.
Bijwerkingen
Flush, hoofdpijn, malaise, maagdarmklachten, warmtesensatie, transpiratie,
zwakte, pijn in de aangetaste ledematen, paresthesieën, koorts, koude
rillingen, verwardheid, agitatie, sedatie, bloeddrukveranderingen, tachycardie,
aritmieën, extrasystolie, gewrichtspijn, allergische reacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Iloprost'
Datum
Wijziging
01-03-2010
Bereiden voor spuitenpomp verwijderd. Toedieningsroute: Intraveneus als
infuus verwijderd en schema van toediening intraveneus met een
spuitenpomp toegevoegd.
01-07-2013
Toedieningsroute: schema van toediening alleen kopje aangepast 55-65 kg
(er stond 55-60 kg).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 327
Imipenem/cilastatine
Merknaam
Tienam®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg imipenem en 500 mg cilastatine (als natriumzout) poeder
voor injectievloeistof
F.T.G.
Overige ß-lactam antibiotica
Oplosmiddel
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden
Los 500 mg imipenem op in 100 ml infuusvloeistof. De concentratie is 5
mg/ml.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: 500 mg, in tenminste 60 minuten
Kinderen
-
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 60 minuten toedienen
(maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen in NaCl 0,9%: 10 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Na oplossen in overige infuusvloeistoffen: 4 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, insuline, ondansetron, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
famotidine, heparine
Y-site
-
amoxicilline fluconazol, lorazepam, midazolam, natriumbicarbonaat,
pethidine
Infuus
Bijzonderheden
-
mannitol, Ringerlactaat
-
De oplossing kan licht geel kleuren. Dit beïnvloedt de werkzaamheid niet.
Sterk verkleurde oplossingen niet gebruiken.
Als de patiënt misselijk wordt tijdens de toediening kan de infuusnelheid
worden verlaagd.
Bevat 3,2 mmol natrium per 1000 mg.
-
Acute reacties
Rash, urticaria, pruritis, anafylaxie.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, misselijkheid, braken, bloedbeeldafwijkingen, lever- en
nierfunctiestoornissen, verwardheid, psychische reacties, convulsies.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-11-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Imipenem/cilastatine'
Datum
Wijziging
01-10-2009
Toegevoegd aan onverenigbaar met (Y-site): amoxicilline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 328
01-11-2010
Bereiden: Los 500 mg imipenem op in 100 ml infuusvloeistof. De concentratie
is 5 mg/ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 329
Immunoglobuline, intramusculair
Merknaam
Gamma Quin®
Afleveringsvorm
Flacon met 160 mg = 1 ml plasma-eiwit, waarvan ten minste 90%
immunoglobuline (IgG)
F.T.G.
Immunoglobulinen
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep inspuiten. Doses van meer dan 5 ml verdelen
over verschillende injectieplaatsen.
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
De wegwerpspuit na aanbreken direct gebruiken.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: exantheem.
Bijwerkingen
Koorts, exantheem. Zelden: misselijkheid, braken, hypotensie, tachycardie,
overgevoeligheidsreacties of anafylactische reacties met inbegrip van shock.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2009
Bevat glycine.
Patiënt gedurende ten minste 20 minuten na toediening onder observatie
houden.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Immunoglobuline, intramusculair'
Datum
Wijziging
01-08-2003
Flacon met 2400 mg = 15 ml (160 mg/ml) plasma-eiwit is uit de handel.
01-10-2004
Flacon met 800 mg = 5 ml (160 mg/ml) plasma-eiwit is uit de handel.
01-12-2004
Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn
niet gewijzigd.
01-12-2009
Afleveringsvorm gewijzigd van wegwerpspuit in flacon met 160 mg = 1 ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 330
Immunoglobuline, intraveneus
Merknaam
Nanogam®
Afleveringsvorm
Flacon met 2,5 g = 50 ml en 10 gram = 200 ml (50 mg/ml) immunoglobuline
F.T.G.
Immunoglobulinen
Oplosmiddel
N.v.t.
Bereiden
N.v.t.
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus, onverdund:
Begin met snelheid van 0,5 ml/kg/uur gedurende 20 min. Als dit goed
verdragen wordt, kan de snelheid verhoogd worden tot 1,0 ml/kg/uur. Na
weer 20 min. verhogen tot 3,0 ml/kg/uur.
Voor volwassen patienten die Nanogam regelmatig toegediend krijgen en
goed verdragen kan de infusiesnelheid verhoogd worden tot een maximum
van 7,0 ml/kg/uur.
Lichaamsgewicht
50 kg
60 kg
70 kg
80 kg
90 kg
100 kg
Toedieningsschema immunoglobuline (Nanogam) volwassenen
Eerste 20 min.
Volgende 20
Tot einde
(0,5 ml/kg/uur)
min.*
infusie*
(1 ml/kg/uur)
(3 ml/kg/uur)
20 ml op
25 ml/uur
50 ml/uur
150 ml/uur
stand 999
ml/uur
20 ml op
30 ml/uur
60 ml/uur
180 ml/uur
stand 999
ml/uur
20 ml op
35 ml/uur
70 ml/uur
210 ml/uur
stand 999
ml/uur
20 ml op
40 ml/uur
80 ml/uur
240 ml/uur
stand 999
ml/uur
20 ml op
45 ml/uur
90 ml/uur
270 ml/uur
stand 999
ml/uur
20 ml op
50 ml/uur
100 ml/uur
300 ml/uur
stand 999
ml/uur
* Bij goede tolerantie
** Bij regelmatige toediening volwassenen
Lijn
vullen
Max**
infusiesnelheid
(7ml/kg/uur)
350 ml/uur
420 ml/uur
490 ml/uur
560 ml/uur
630 ml/uur
700 ml/uur
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
In de koelkast, max. 24 uur bij kamertemperatuur
Voor toedienen op kamertemperatuur laten komen
Binnen de houdbaarheidstermijn kan het produkt 6 maanden bij max. 25°C
bewaard worden. Het mag hierna niet opnieuw gekoeld bewaard worden
Bijzonderheden
-
Immunoglobuline mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
De patiënt moet gedurende ten minste 20 minuten na toediening onder
observatie worden gehouden.
De oplossing is helder of licht opalescent, kleurloos of lichtgeel.
Nanogam® bevat tussen de 250-305 mmol glucose per 1000 ml.
Acute reacties
Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Rugpijn, hoofdpijn, misselijkheid, braken, gewrichtspijn, allergische reacties.
Zelden: hypotensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
Agnes Veldkamp
pagina 331
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2005
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Immunoglobuline, intraveneus'
Datum
Wijziging
01-10-2006
Wijzigingen onder het kopje Bijzonderheden
01-07-2011
Toedieningsroute: toedieningsschema toegevoegd. Houdbaarheid: Binnen de
houdbaarheidstermijn kan het produkt 6 maanden bij max. 25°C bewaard
worden. Het mag hierna niet opnieuw gekoeld bewaard worden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 332
Indocyaninegroen
Merknaam
ICG-pulsion®
Afleveringsvorm
Flacon met 25 mg indocyaninegroen poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Diagnostica
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 25 mg indocyaninegroen op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 5
mg/ml
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
VPK-arts
Houdbaarheid
Zie vemelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Niet toepassen bij patiënten met een overgevoeligheid voor jodium
Natriummetabisulfiet in combinatie met heparine verlaagt de
absorptiepiek, gebruik daarom geen heparinebuizen met
natriummetabisulfiet
De jodiuminhoud kan interfereren met schildkliertesten. Voer testen met
radioactieve jodiumopname minstens een week na toediening uit
De kleurstof kan tot 48 uur na toediening enkele laboratoriumbepalingen
van bloed en/of urine beïnvloeden
Acute reacties
Zelden: urticaria, anafylactische shock
Bijwerkingen
Zelden: misselijkheid, coronairspasmen en overgevoeligheidsreacties, zoals
anafylactische reacties. Bij ernstige nierfunctiestoornis lijkt het risico op
anafylaxie verhoogd te zijn. De feces kan groen verkleuren
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Indocyaninegroen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 333
Indometacine
Merknaam
Indocid PDA®
Afleveringsvorm
Flacon met 1 mg indometacine (als natriumzout-trihydraat) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Prostaglandinesynthetaseremmers
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden
Los 1 mg indometacine op in 1 of 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1
mg/ml respectievelijk 0,5 mg/ml
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 0,5-1 mg/ml, in 5-10 seconden
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Houdbaarheid
Na oplossen: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
furosemide, insuline, kaliumchloride, natriumbicarbonaat, nitroprusside
Onverenigbaar met
Calciumgluconaat, cimetidine, dobutamine, dopamine, gentamicine,
tobramycine, tolazoline
Bijzonderheden
Verder verdunnen met infuusvloeistoffen wordt afgeraden in verband met de
kans op neerslaan van indometacine
Acute reacties
Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats
Bijwerkingen
Braken, opgezette buik, ileus, darmperforaties, bloedingen in
maagdarmkanaal, diffuse intravasale stolling, vochtretentie, (reversibele)
nierfunctievermindering, verergering van een infectie, verstoorde
bloedchemie, pulmonale hypertensie, intracraniële bloeding.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2008
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Indometacine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 334
Infliximab
Merknaam
Remicade®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg infliximab poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Immunomodulantia
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 100 mg infliximab door omzwenken op in 10 ml water voor injecties. De
concentratie is 10 mg/ml.
Gebruik een injectiespuit met een 21-gauge (0,8 mm) naald of kleiner.
Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud. Schuimvorming
tijdens het oplossen is niet ongewoon. De flacon na oplossen 5 minuten laten
staan.
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%, in tenminste 2 uur
via chemo infuussysteem voor infuuspomp met Baxter filter (0,22 μm)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, bij voorkeur
binnen 3 uur toedienen.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
Infliximab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Aangezien infliximab een eiwit is, kan de oplossing kleine, doorschijnende
deeltjes bevatten. Niet toedienen wanneer de deeltjes ondoorzichtig zijn.
Bevat polysorbaat 80.
Acute reacties
Koorts, rillingen, jeuk, urticaria, cardiopulmonaire reacties.
Bijwerkingen
Myalgie, artralgie, koorts, huiduitslag, jeuk, faciaal oedeem, handoedeem,
dysfagie, urticaria, droge keel, hoofdpijn.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Infliximab'
Datum
Wijziging
01-12-2007
Toegevoegd bij Bereiden: Gebruik een injectiespuit met een 21-gauge (0,8
mm) naald of kleiner.
01-01-2011
Toedieningsroute: Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%,
in tenminste 2 uur via chemo infuussysteem voor infuuspomp met Baxter
filter (0,22 μm)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 335
Influenzavaccin
Merknaam
Influvac®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 0,5 ml influenzavaccin
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
De samenstelling verandert ieder jaar conform richtlijn WHO.
Acute reacties
Pijnlijkheid, roodheid en gevoeligheid op injectieplaats, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Vermoeidheid, spierpijn, transpireren, maagdarmklachten, hoofdpijn, koorts.
Zelden: neuralgie, convulsies.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Influenzavaccin'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 336
Insuline aspart intraveneus
Merknaam
Novorapid®
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 IE = 10 ml (100 IE/ml) insuline aspart
F.T.G.
Insulinen
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp insuline
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken van flacon: 4 weken in de koelkast
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amiodaron, ampicilline, cefazoline, dobutamine, esmolol, famotidine,
gentamicine, hydrocortison, imipenem, kaliumchloride, indometacine,
labetolol, magnesiumsulfaat, midazolam, milrinon, morfine,
natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, oxytocine, pethidine,
pentobarbital, ritodrine, tobramycine, vancomycine
Infuus
-
Onverenigbaar met
cimetidine, lidocaine, meropenem, metoclopramide, ranitidine, verapamil
Y-site
-
digoxine, dopamine, methylprednisolon, norepinephrine, tacrolimus
Infuus
Bijzonderheden
-
barbituraten, dobutamine, fenytoine, heparine, rocuronium, theofylline,
thiopental
-
Door adsorptie van insuline aan het oppervlak van spuiten (glas en
plastics), infuusslangen en filters, lijkt de insuline-behoefte van de patiënt
groter dan deze werkelijk is.
Door aan de oplossing een kleine hoeveelheid albumine toe te voegen kan
de adsorptie van insuline aan materiaal verminderen.
-
Acute reacties
Zelden: urticaria, misselijkheid, braken, angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Erytheem, lipodystrofie, insulineresistentie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus'
Datum
Wijziging
01-06-2006
Velosulin uit de handel, vervangen door Actrapid. Sterkte en soort insuline
ongewijzigd.
01-06-2008
Houdbaarheid na aanprikken van flacon: 6 weken bij 20°C
01-05-2010
Labetalol aan “Verenigbaar met” toegevoegd en bij “Onverenigbaar met”
verwijderd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 337
01-06-2012
Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus. Merknaam
gewijzigd: Novorapid.
01-11-2013
Houdbaarheid. Na aanprikken van flacon: 4 weken in de koelkast.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: hydrocortison, milrinon. Verenigbaar met
Infuus toegevoegd: meropenem, verapamil. Onverenigbaar met Y-site
toegevoegd: methylprednisolon, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus
toegevoegd: rocuronium.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 338
Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Meng 0,5 ml (0,5 ml=50 E) insuline aspart intraveneus (Novorapid®) met
49,5 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 1 E/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast
Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van bloedsuikergehalte
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-6 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: bevordert glycogeenvorming in de lever en de intracellulaire
opname van glucose, remt de gluconeogenese
Indicatie: insuline afhankelijke diabetes mellites, hyperglycemie
Bijwerking: hypoglykemie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-11-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-12-2007
Bij Bereiden: Meng 0,5 ml (0,5 ml = 50 E) insuline intraveneus (Actrapid®)
met 49,5 ml NaCl 0,9%.
01-06-2012
Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor
volwassenen. Bereiden: Meng 0,5 ml (0,5 ml=50 E) insuline aspart
intraveneus (Novorapid) met 49,5 ml NaCl 0,9%.
01-11-2013
Houdbaarheid. Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 339
Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor
kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 10 IE = 0,1 ml insuline aspart toe aan 39,9 ml NaCl 0,65%. De
eindconcentratie is 0,25 IE/ml, 40 ml
> 5 kg: Voeg 50 IE = 0,5 ml insuline aspart toe aan 99,5 ml NaCl 0,9%. De
eindconcentratie is 0,5 IE/ml, 100 ml. Trek per spuit 50 ml op.
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van bloedsuikergehalte
Gebruikelijke doseringen:
< 5 kg: 0,05 IE/kg/uur
> 5 kg: 0,1 IE/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: bevordert glycogeenvorming in de lever en de Intracellulaire
opname van glucose, remt de gluconeogenese
Indicatie: insuline afhankelijke diabetes mellites, hyperglycemie, coma
diabeticum, keto-acidose
Contraindicatie: hypoglycemie
Bijwerking: hypoglycemie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-11-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-06-2012
Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor
kinderen. Bereiden: Voeg 10 IE = 0,1 ml insuline aspart toe aan…
01-11-2013
Houdbaarheid. Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 340
Insuline intraveneus, doseringsschema
spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 IE/ml)
Rekendosering: 0,05 IE/kg/uur ~ 0,2 ml/kg/uur
IE/kg/uur
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,05
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
0,1
0,4
0,8
1,2
1,6
2,0
0,15
0,6
1,2
1,8
2,4
3,0
0,2
0,8
1,6
2,4
3,2
4,0
0,25
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 341
Insuline intraveneus, doseringsschema
spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5
KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (0,5 IE/ml)
Rekendosering: 0,05 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
IE/kg/uur
ml/uur
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
0,05
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
4,0
5,0
0,1
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
8,0
10,0
0,15
1,5
3,0
4,5
6,0
7,5
9,0
12,0
15,0
0,2
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
12,0
16,0
20,0
0,25
2,5
5,0
7,5
10,0
12,5
15,0
20,0
25,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
50 kg
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen zwaarder dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 342
Insuline, subcutaan
Merknaam
Diverse insulinepreparaten
Afleveringsvorm
Diverse insulinepreparaten: o.a. Actrapid, Humalog, Humuline, Insulatard,
Insuman, Mixtard, Novorapid, Ultratard. Er zijn gewone ampullen, ampullen
voor gebruik in insulinepennen en voorgevulde wegwerppennen verkrijgbaar.
F.T.G.
Insulinen
Toedieningsroute
Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na aanprikken ampullen/pensystemen: 1 maand bij 20°C, buiten invloed van
licht bewaren.
Bijzonderheden
-
-
Actrapid®en Humuline regular® bevatten gewone insuline.
Humalog® bevat insuline lispro, een humane insuline analogon van
recombinant-DNA oorsprong.
Humuline comb.® en Mixtard® bevatten combinaties van gewone en
isofane insuline.
Humuline NPH® en Insulatard® bevatten isofane insuline.
Novorapid bevat insuline aspart.
Ultratard® bevat kristallijne zinkinsuline.
Dien insuline een half uur voor de maaltijd toe.
Kies voor één toedieningsplaats om verandering in absorptie te
voorkomen, d.w.z. kies voor de bovenarm, het bovenbeen of de buik en
houdt deze toedieningsplaats aan.
Vermeld na het aanbreken, gereedmaken of aanprikken altijd het tijdstip
en de datum.
Verwijder na injectie altijd de naald van de pen om lekken en daarmee
concentratiewisseling te voorkomen.
Acute reacties
Zelden: urticaria, misselijkheid, braken, angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Hypoglycemie, erytheem, lipodystrofie, insulineresistentie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline, subcutaan'
Datum
Wijziging
01-10-2006
De insulinepreparaten Monotard en Velosulin zijn uit de handel.
01-01-2013
Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon
verblijfscatheter.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 343
Interferon-alfa
Merknaam
Roferon®-A
Afleveringsvorm
Flacon met 3 ME en 9 ME interferon alfa-2a poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Immunomodulantia
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 3 ME en 9 ME interferon alfa op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is
respectievelijk 3 ME/ml en 9 ME/ml. Voorzichtig schudden.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na oplossen: 2 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Ter vermindering van de kans op pijn en onsteking op de injectieplaats
dient de injectieplaats bij achtereenvolgende injecties te worden
afgewisseld.
Bij trombocytopenie of verhoogde kans op bloedingen verdient de
subcutane toedieningsweg de voorkeur boven de intramusculaire
toedieningsweg.
Acute reacties
Pijnlijkheid en ontsteking op injectieplaats.
Bijwerkingen
Koorts, transpireren, hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn, misselijkheid,
duizeligheid, smaakverandering, diarree, tremoren, verwarring, slaperigheid,
nierinsufficiëntie, hypertensie, bloedbeeldafwijkingen. Bij zeer hoge doses:
convulsies, coma.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Interferon-alfa'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 344
Isoniazide
Merknaam
Isoniazide, INH
Afleveringsvorm
Ampul met 200 mg = 2 ml (100 mg/ml) isoniazide
F.T.G.
Tuberculosemiddelen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Glucose
Bijwerkingen
Leverfunctiestoornissen, neuropathie, encefalopathie, vermoeidheid,
concentratiestoornissen, psychische veranderingen, convulsies, huidreacties.
Zelden: gynaecomastie, amenorroe, Cushing-syndroom.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoniazide'
Datum
Wijziging
01-08-2009
Bij afleveringsvorm gewijzigd 300 mg = 5 ml (60 mg/ml) in 200 mg = 2 ml
(100 mg/ml)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 345
Isoprenaline
Merknaam
Isoprenaline
Afleveringsvorm
Ampul met 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml) isoprenaline (als sulfaat)
F.T.G.
Anti-aritmica
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp isoprenaline
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van
licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
famotidine, hydrocortison, pancuronium, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
amiodaron, atracurium, calciumchloride, cimetidine, dobutamine,
flucloxacilline, heparine, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, netilmicine,
ranitidine, suxamethonium, verapamil
Y-site
-
thiopental
Infuus
Bijzonderheden
-
barbituraten, diazepam, doxycycline, furosemide, lidocaine,
natriumbicarbonaat, theofylline
-
Bevat natriumbisulfiet.
Isoprenaline moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Bij langdurig of te frequent gebruik kan tolerantie optreden.
-
Bijwerkingen
Nervositeit, rusteloosheid, slapeloosheid, angst, hartkloppingen, ventriculair
tachycardie. Zelden: transpireren, zwakte, duizeligeheid, misselijkheid,
braken.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2009
Wijziging ampullen van 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) in 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 346
Isoprenaline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 2,5 ml (=0,5 mg) met 47,5 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 0,01 mg/ml
Eventueel: meng 25 ampullen (25 ml = 5 mg) met 500 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 0,01 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast, buiten invloed van licht
bewaren
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosis: 2 ml=0,02 mg (bolus) in 1 minuut
Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 1-20 ml/uur
Zie doseringsschema isoprenaline
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
-
Beheergegevens
Werking: vergroot de hartfrequentie, het slagvolume en de
geleidingssnelheid, verkort de refractaire periode van het hart, verhoogt
de bloeddruk en werkt bronchospasmolytisch binnen enkele minuten na
toedienen
Indicatie: sinusbradycardie of nodale bradycardie met hemodynamische
instabiliteit, overdosering ß-blokkers, prikkelgeleidingsstoornissen en
aanvallen van Adam-Stokes
Bijwerkingen: hoofdpijn, onrust, tremoren, aritmieën
Contraindicatie: brady-tachycardieën t.g.v. digitalisintoxicatie,
paroxysmale tachycardieën
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-12-2008
Isoprenaline ontleedt onder invloed van licht. Na 24 uur treedt 10% ontleding
op bij kamertemperatuur
01-02-2009
Tijdelijk in verband met verbouwing ampullen van 0,2 mg = 1 ml
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 347
Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,01 mg/ml
ml/uur
microg/kg/minuut
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
2
0,007
0,006
0,005
0,004
0,004
4
0,013
0,011
0,010
0,008
0,007
6
0,02
0,017
0,014
0,013
0,011
8
0,027
0,022
0,019
0,017
0,015
10
0,03
0,025
0,021
0,019
0,017
12
0,04
0,033
0,029
0,025
0,022
14
0,047
0,039
0,033
0,029
0,026
16
0,053
0,044
0,038
0,033
0,030
18
0,06
0,05
0,043
0,038
0,033
20
0,067
0,056
0,048
0,042
0,037
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 348
Isoprenaline, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 1,6 mg = 8 ml isoprenaline toe aan 19 ml glucose. De
eindconcentratie is 60 microg/ml, 27 ml
5-20 kg: Voeg 5 mg = 25 ml isoprenaline toe aan 25 ml glucose. De
eindconcentratie is 100 microg/ml, 50 ml
> 20 kg: Trek 25 ampullen op onverdund. De eindconcentratie is 200
microg/ml, 25 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van
licht bewaren
Infuusvloeistoffen
Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen: 0,05-1 microg/kg/min
Zie doseringsschema isoprenaline
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
-
Beheergegevens
Werking: vergroot de hartfrequentie, het slagvolume en de
geleidingssnelheid, verkort de refractaire periode van het hart, verhoogt
de bloeddruk en werkt bronchospasmolytisch binnen enkele minuten na
toedienen
Indicatie: sinusbradycardie of nodale bradycardie met hemodynamische
instabiliteit, overdosering ß-blokkers, prikkelgeleidingsstoornissen en
aanvallen van Adam-Stokes
Contraindicatie: brady-tachycardieën t.g.v. digitalisintoxicatie,
paroxysmale tachycardieën
Bijwerkingen: hypotensie, tachycardie, aritmieën
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-02-2009
Tijdelijk in verband met verbouwing ampullen van 0,2 mg = 1 ml
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 349
Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (60 microg/ml)
Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,05
0
0,1
0,1
0,2
0,2
0,1
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,15
0,1
0,3
0,5
0,6
0,8
0,2
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
0,25
0,2
0,5
0,8
1,0
1,3
0,3
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
0,35
0,4
0,7
1,1
1,4
1,8
0,4
0,4
0,8
1,2
1,6
2,0
0,45
0,5
0,9
1,4
1,8
2,3
0,5
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
0,6
0,6
1,2
1,8
2,4
3,0
0,7
0,7
1,4
2,1
2,8
3,5
0,8
0,8
1,6
2,4
3,2
4,0
0,9
0,9
1,8
2,7
3,6
4,5
1,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 350
Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen van 5 tot 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (100 microg/ml)
Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
10 kg
12,5 kg
15 kg
20 kg
0,05
0,1
0,3
0,4
0,5
0,6
0,1
0,3
0,6
0,8
0,9
1,2
0,15
0,5
0,9
1,1
1,4
1,8
0,2
0,6
1,2
1,5
1,8
2,4
0,25
0,8
1,5
1,9
2,3
3,0
0,3
0,9
1,8
2,3
2,7
3,6
0,35
1,1
2,1
2,6
3,2
4,2
0,4
1,2
2,4
3,0
3,6
4,8
0,45
1,4
2,7
3,4
4,1
5,4
0,5
1,5
3,0
3,8
4,5
6,0
0,6
1,8
3,6
4,5
5,4
7,2
0,7
2,1
4,2
5,3
6,3
8,4
0,8
2,4
4,8
6,0
7,2
9,6
0,9
2,7
5,4
6,8
8,1
10,8
1,0
3,0
6,0
7,5
9,0
12,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
van 5 tot 20 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 351
Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml)
Rekendosering: 1,0 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
0,05
0,3
0,4
0,45
0,6
0,75
0,1
0,6
0,8
0,9
1,2
1,5
0,15
0,9
1,1
1,35
1,8
2,25
0,2
1,2
1,5
1,8
2,4
3,0
0,25
1,5
1,9
2,25
3,0
3,75
0,3
1,8
2,3
2,7
3,6
4,5
0,35
2,1
2,6
3,15
4,2
5,25
0,4
2,4
3,0
3,6
4,8
6,0
0,45
2,7
3,4
4,05
5,4
6,75
0,5
3,0
3,8
4,5
6,0
7,5
0,6
3,6
4,5
5,4
7,2
9,0
0,7
4,2
5,3
6,3
8,4
10,5
0,8
4,8
6,0
7,2
9,6
12,0
0,9
5,4
6,8
8,1
10,8
13,5
1,0
6,0
7,5
9,0
12,0
15,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 20 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 352
Itraconazol
Merknaam
Trisporal®
Afleveringsvorm
Ampul met 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) itraconazol
F.T.G.
Antimycotica
Toedieningsroute
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9%, in 1 uur,
de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut (25 druppels/minuut)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
50 ml NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bijzonderheden
-
-
-
-
Om neerslaan van itraconazol te vermijden mag geen andere medicatie via
de infuuszak of de infuuslijn worden toegediend.
Dien itraconazol niet toe via een centrale lijn, maar via een perifeer infuus
in verband met mogelijk dichtslibben van de lijn.
Zowel de ampul met itraconazol als de infuuszak met NaCl 0,9% moeten
op kamertemperatuur zijn. Het gehele volume uit de ampul in één keer in
de zak overbrengen. De zak voorzichtig schudden om een goede menging
te verkrijgen.
Gebruik voor de toediening de bijgeleverde extensielijn met tweewegkraan
en 0,2 μm (-inline) filter. Spoel de extensielijn eerst met 5 tot 10 ml NaCl
0,9% via de tweewegkraan. Verbind een infuuslijn met de tweewegkraan
van de extensielijn.
Na de toediening de extensielijn opnieuw spoelen via de tweewegkraan
met 15 tot 20 ml NaCl 0,9%. Verwijder de infuuslijn en de extensielijn en
werp deze set weg. Niet hersteriliseren of hergebruiken.
Bevat cyclodextrines en propyleenglycol.
Bijwerkingen
Dyspepsie, misselijkheid, buikpijn, constipatie, hoofdpijn, reversibele
verhoging van de leverenzymen, menstruatiestoornissen, duizeligheid,
allergische reacties zoals jeuk, huiduitslag, urticaria, angio-oedeem.
Zelden: Stevens-Johnson syndroom, perifere neuropathie. Bij langdurig
gebruik: hypokaliëmie, oedeem, hepatitis, haaruitval, braken, diarree.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2007
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Itraconazol'
Datum
Wijziging
01-10-2007
Bij bijzonderheden: dien itraconazol niet toe via een centrale lijn, maar via
een perifeer infuus i.v.m. mogelijk dichtslibben van de lijn.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 353
Parenteralia K
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 354
Kaliumchloride
Merknaam
Kaliumchloride
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mmol = 10 ml (2 mmol/ml, 149 mg/ml) kaliumchloride
F.T.G.
Electrolyten
Toedieningsroute
Volwassenen:
-
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp voor
volwassenen
Intraveneus als langlopend infuus
Perifeer: 20 mmol in 500 ml glucose of NaCl; max. snelheid 5 mmol/uur
(120/24 uur)
Centraal: 20-40 mmol in 500 ml (max. concentratie 150 mmol/l); max.
snelheid 20 mmol/uur
Kinderen:
-
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp voor kinderen
Toedieningscategorie
Categorie B en D
Centrale lijn: IC
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, ampicilline, ascorbinezuur, atropine, betamethason,
chloorpromazine, dexamethason, digoxine, dobutamine, droperidol,
epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, filgrastim, fytomenadion,
granisetron, indometacine, insuline, kanamycine, labetalol, lorazepam,
magnesiumsulfaat, methylergometrine, midazolam, milrinon, morfine,
neostigmine, nicardipine, ondansetron, oxytocine, pancuronium,
pentazocine, pethidine, prednisolon, propofol, propranolol, pyridostigmine,
remifentanyl, scopolamine, suxamethonium, zidovudine
Infuus
-
acetazolamide, acetylcysteine, amikacine, amiodaron, atracurium,
bumetanide, calciumgluconaat, ceftazidim, cefuroxim, chlooramfenicol,
cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, clomethiazol, coffeine,
disopyramide, dopamine, doxapram, enalaprilaat, erythromycine, fentanyl,
fenylefrine, flecainide, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine,
hydrocortison, hydroxocobalamine, isoprenaline, ketanserine, lidocaine,
metoclopramide, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside,
norepinefrine, ofloxacine, piperacilline, procainamide, ranitidine,
ringerlactaat, rocuronium, salbutamol, streptokinase, theofylline, thiamine,
thiopental, vancomycine, vecuronium, verapamil
Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen
-
-
Onverenigbaar met
neuroblastoom HR NB-1 ESIOP
60 mmol Kaliumchloride
2,5 mmol Calciumglubionaat
10 mmol Magnesiumsulfaat
in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose
siopel-4
10 mml Kaliumchloride
2 mmol Magnesiumsulfaat
1,5 mmol Calciumglubionaat
in 500 ml NaCl/glucose
Y-site
-
diazepam, fenytoine, methylprednisolon, promethazine, sulproston,
tacrolimus
Infuus
Handboek Parenteralia VUmc
amfotericine B, amikacine, amoxicilline, benzylpenicilline, dobutamine,
geprint op 28 januari 2014
pagina 355
doxycycline, mannitol, pentobarbital
Bijzonderheden
-
-
-
-
Kaliumchloride dient op geleide van de serumkaliumconcentratie en het
ECG te worden toegediend. Bij toedienen van >1-2 mmol/kg/dag dient de
serum kaliumconcentratie 3 maal per 24 uur bepaald te worden (tijdens
iedere dienst)
Maximale concentratie perifere lijn: 40 mmol/l (eventueel 80 mmol/l; let
op hogere kans op bijwerkingen)
Maximale concentratie centrale lijn: 150 mmol/l. Met behulp van een
spuitenpomp (kleiner risico op te snel inlopen en bijbehorende aritmieen)
kan 1 mmol/ml toegediend worden via een centraal veneuze catheter, zie
hiervoor kaliumchloride, spuitenpomp protocol voor volwassenen
De maximale hoeveelheid die perifeer gegeven mag worden is 120
mmol/24 uur. In bijzondere gevallen worden op VIG1, VIG2 en VHEM
onder toezicht van de supervisor hogere doseringen toegediend. Dit dient
te gebeuren onder zeer frequente controle van de kaliumconcentratie in
het serum. Voorwaarde hierbij is dat de patient geen interferererende comedicatie gebruikt, zoals bijvoorbeeld anti-aritmica of digoxine
Te geconcentreerde kaliumconcentraties kunnen pijn op de injectieplaats
en flebitis veroorzaken
Te snelle toediening kan levensbedreigende artimieen veroorzaken
Tijdens het toedienen dient gezorgd te worden voor een goede
urineproductie
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: hyperkaliëmie met
symptomen: spierzwakte, hypotensie, langzame en onregelmatige hartslag,
acute hartstilstand.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Toevoeging bij bijzonderheden over het maximaal toedienen zonder bewaking
en per infuuszak.
01-12-2005
Toevoeging bij bijzonderheden ten behoeve van zorgeenheden VIG1 en VIG2.
01-02-2007
Bijzonderheden: op VIG1 en VIG2 mogen hogere doseringen worden
toegediend via een perifeer infuus in overleg met de supervisor
01-04-2007
Bij Verenigbaar met een nieuw subkopje: Verenigbare combinaties in
cytostatica protocollen
01-10-2007
Bij bijzonderheden verwijderd: Bij gebruik van kaliumchloride in een
spuitenpomp via centrale lijn toedienen. Tot 5 ml per uur mag perifeer worden
toegediend.
01-12-2007
Toedieningsroute: Perifere toediening: maximale toedieningssnelheid 5
mmol/uur.
01-02-2009
Bij verenigbaar met Infuus verwijderd: dopexamine, netilmicine en
toegevoegd: fludoxacilline, hydrocortison.
01-11-2010
Toedieningsroute: De toedieningssnelheid is maximaal 20 mmol/uur via een
centrale lijn. Bijzonderheden: Zonder bewaking mag maximaal 20 mmol/uur,
40 mmol per infuuszak en 80 mmol/24 uur via een centrale lijn worden
toegediend.
01-02-2012
Toedieningsroute en Bijzonderheden zijn in z’n geheel aangepast.
01-12-2013
Toedieningsroute volwassenen: Intraveneus als langlopend infuus gewijzigd
in; Perifeer: 20 mmol in 500 ml glucose of NaCl; max snelheid 5 mmol/uur
(120/24 uur). Centraal: 20-40 mmol in 500 ml (max concentratie 150
mmol/l); max. snelheid 20 mmol/uur. Bekwaamheidsniveau: toegevoegd;
centrale lijn: IC.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 356
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ascorbinezuur, esmolol, granisetron,
methylergometrine, milrinon, nicardipine, pancuronium, propofol,
remifentanyl. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: amikacine, clomethiazol,
coffeine, fentanyl, fenylefrine, hydroxocobalamine, ringerlactaat, rocuronium,
thiamine. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: tacrolimus. Overenigbaar
met Infuus toegevoegd: doxycycline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 357
Kaliumchloride, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Meng 2 flacons (20 ml=40 mmol) met 20 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 1 mmol/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
-
-
Doseren op geleide van de serum kaliumconcentratie. De serum
kaliumconcentratie dient bij een dosering van >1-2 mmol/kg/dag 3 maal
per 24 uur bepaald te worden
Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-20 ml/uur
Toegangsweg
-
Centraal (onder ECG-bewaking)
Perifeer tot een pompstand van 5 mmol (5 ml) per uur = 120 mmol/24
uur
Eigenschappen geneesmiddel
-
Indicatie: hypokaliëmie
Bijwerking: pijn op de injectieplaats, tromboflebitis
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2012
Toedienen via spuitenpomp: - Doseren op geleide van de serum
kaliumconcentratie. De serum kaliumconcentratie dient bij een dosering van
>1-2 mmol/kg/dag 3 maal per 24 uur bepaald te worden. Toegangsweg: Centraal (onder ECG-bewaking) – Perifeer tot een pompstand van 5 mmol (5
ml) per uur = 120 mmol/24 uur.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 358
Kaliumchloride, doseringsschema
spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 1 mmol/ml
Beheergegevens
dosering
pompstand
mmol/24 uur
ml/uur
20
0,8
40
1,7
60
2,5
80
3,3
120
5,0
160
6,7
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 359
Kaliumchloride, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 20 mmol = 10 ml kaliumchloride toe aan 10 ml glucose.
De eindconcentratie is 1 mmol/ml, 20 ml.
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van plasmaspiegel
Gebruikelijke dosering: 1-3 mmol/kg/dag
Zie doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
Toegangsweg
-
Centraal (onder ECG-bewaking)
Perifeer, tot een pompstand van 5 ml/uur. Maximaal 40 mmol/l
Eigenschappen geneesmiddel
-
Werking: verhoogt de kaliumspiegel
Indicatie: hypokaliëmie
Contraindicatie: hyperkaliëmie, chronische nierinsufficiëntie,
atrioventriculair block, gedecompenseerde metabole acidose
Bijwerking: pijn op de injectieplaats, tromboflebitis
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-02-2012
Toedienen via spuitenpomp: Zie doseringsschema spuitenpomp voor kinderen.
Toegangsweg: - Centraal (onder ECG-bewaking) – Perifeer, tot een
pompstand van 5 ml/uur. Maximaal 40 mmol/l
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 360
Kaliumchloride, doseringsschema
spuitenpomp voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-250 mmol (1 mmol/ml)
Instellingen spuitenpomp (ml/uur) bij een eindconcentratie van 1 mmol/ml
Toe te dienen hoeveelheid
kaliumchloride(mmol) per 24 uur
5,0
7,5
10,0
12,5
15,0
17,5
20,0
22,5
25,0
27,5
30
35
40
45
50
60
70
80
90
100
125
150
175
200
250
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2012
Pompstand in ml/uur
0,21
0,31
0,42
0,52
0,63
0,73
0,83
0,94
1,05
1,15
1,25
1,45
1,70
1,90
2,10
2,50
2,90
3,30
3,80
4,20
5,20
6,30
7,30
8,30
10,40
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen'
Datum
Wijziging
01-02-2012
Een nieuw doseringsschema
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 361
Ketanserine
Merknaam
Ketensin®
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 2 ml en 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) ketanserine (als
waterstoftartraat)
F.T.G.
Antihypertensiva
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus/intra-arterieel als bolusinjectie: onverdund, 5 mg, in 10
seconden, zo nodig herhaald met een interval van 5 minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp ketanserine
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V.: IC
Infusie Volwassenen: VPK
Infusie Kinderen: IC
Intra-arterieel: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Infuus
-
kaliumchloride, hydroxyethylzetmeel 6% tot een concentratie van 0,375
mg/ml
Y-site
Onverenigbaar met
-
atosiban, midazolam
-
chloride bevattende infuus- en injectievloeistoffen (zoals NaCl 0,9% en
Ringerlactaat), behalve als de eindconcentratie ketanserine lager is dan 1
mg/ml
(gebufferde) infuusvloeistoffen met een pH>4
diazepam, gelofusine, midazolam, sulproston
-
Bijzonderheden
-
Bevat propyleenglycol en wijnsteenzuur.
De pH van de oplossing is 2-3.
De oplosbaarheid van ketanserine neemt sterk af bij een pH>4 door
vorming van de vrije base.
Bij hogere concentraties dan 1 mg/ml kan in aanwezigheid van chlorideionen uitkristallisatie van ketanserine optreden.
Ketanserine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Acute reacties
Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen
Lusteloosheid, concentratieverlies, hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid,
slaperigheid, droge mond, misselijkheid, braken, dyspepsie, oedeem. Zelden:
visusstoornissen, impotentie, depressie, congestie neusslijmvlies,
hypoglycemie, tachycardie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 362
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine'
Datum
Wijziging
01-04-2005
Uit ervaring is gebleken dat bij de spuitenpomp met een concentratie van 1
mg/ml geen problemen optreden.
01-06-2008
Bij verenigbaar met infuus hemohes veranderd in hydroxyethylzetmeel.
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-10-2009
Toegevoegd aan onverenigbaar met: diazepam, midazolam, sulproston.
01-03-2011
Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: atosiban.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 363
Ketanserine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 1 ampul (10 ml=50 mg) met 40 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn:
Onderhoudsdosis: 2-6 ml/uur (gynaecologie: 2-14 ml/uur)
Eventueel oplaaddosis: 5-10 mg (=5-10 ml)
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: vasodilatatie, verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na
toediening, zonder reflextachycardie
Indicatie: (postoperatieve) hypertensie, zwangerschapshypertensie,
neurogene hypertensie
Bijwerkingen: verlenging QTc-interval, ventriculaire aritmieën (zeldzaam),
hoofdpijn, duizeligheid, perifeer oedeem
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 364
Ketanserine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 10 mg = 2 ml ketanserin toe aan 48 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml
> 5 kg: Voeg 50 mg = 10 ml ketanserin toe aan 40 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht
bewaren
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen: 0,25-5 microg/kg/min
Eventueel oplaaddosis: 0,25-0,5 mg/kg intraveneus in 30 minuten
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: vasodilatatie, verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na
toediening, zonder reflextachycardie
Indicatie: (postoperatieve) hypertensie, neurogene hypertensie
Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij hypokaliëmie, brady- en
tachycardie, verlengd QTc-interval, hypovolemie
Bijwerkingen: verlenging QTc-interval, ventriculaire aritmieën (zeldzaam),
hoofdpijn, duizeligheid, perifeer oedeem
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 365
Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (200 microg/ml)
Rekendosering: 1 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,25
0,1
0,2
0,2
0,3
0,4
0,5
0,2
0,3
0,5
0,6
0,8
0,75
0,2
0,5
0,7
0,9
1,1
1,0
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
1,5
0,5
0,9
1,4
1,8
2,3
2,0
0,6
1,2
1,8
2,4
3,0
2,5
0,8
1,5
2,3
3,0
3,8
3,0
0,9
1,8
2,7
3,6
4,5
3,5
1,1
2,1
3,2
4,2
5,3
4,0
1,2
2,4
3,6
4,8
6,0
4,5
1,4
2,7
4,1
5,4
6,8
5,0
1,5
3,0
4,5
6,0
7,5
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 366
Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (1000 microg/ml)
Rekendosering: 5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
30 kg
40 kg
50 kg
0,25
0,1
0,2
0,2
0,3
0,5
0,6
0,8
0,5
0,2
0,8
0,5
0,6
0,9
1,2
1,5
0,75
0,2
0,5
0,7
0,9
1,4
1,8
2,3
1,0
0,3
0,6
0,9
1,2
1,8
2,4
3,0
1,5
0,5
0,9
1,4
1,8
2,7
3,6
4,5
2,0
0,6
1,2
1,8
2,4
3,6
4,8
6,0
2,5
0,8
1,5
2,3
3,0
4,5
6,0
7,5
3,0
0,9
1,8
2,7
3,6
5,4
7,2
9,0
3,5
1,1
2,1
3,2
4,2
6,3
8,4
10,5
4,0
1,2
2,4
3,6
4,8
7,2
9,6
12,0
4,5
1,4
2,7
4,1
5,4
8,1
10,8
13,5
5,0
1,5
3,0
4,5
6,0
9,0
12,0
15,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 367
Kinine
Merknaam
Chinini bihydrochloridum, Kinine
Afleveringsvorm
Ampul met 600 mg = 2 ml (300 mg/ml) kinine-dihydrochloride
F.T.G.
Antimicrobiele middelen, malariamiddelen
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: 10-20 mg/kg, toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9%,
aanvankelijk in 4 uur, onderhoud 10 mg/kg, in 8-12 uur
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC (VPK maximaal 1800 mg/24 uur)
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C (ref. 14)
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
Intraveneuze toediening als bolusinjectie wordt ontraden vanwege de kans op
irreversibele blindheid.
Acute reacties
Pruritus, urticaria, blozen, dyspnoe, angio-oedeem.
Bijwerkingen
Duizeligheid, gehoorstoornissen, oorsuizen, tremoren, hoofdpijn, rillingen,
visusstoornissen, misselijkheid. Ten gevolge van te snelle intraveneuze
infusie: hypotensie, tremor, convulsies, coma.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kinine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 368
Parenteralia L
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 369
Labetalol
Merknaam
Trandate®
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) labetalol-hydrochloride
F.T.G.
Antihypertensiva
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 50 mg = 10 ml, in tenminste 1
minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp labetalol
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Infusie Volwassenen: VPK
Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
amikacine, amiodaron, ampicilline, benzylpenicilline, calciumgluconaat,
cefazoline, ceftazidim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, cotrimoxazol, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, erythromycine, esmolol,
famotidine, fentanyl, gentamicine, insuline, kaliumchloride, lidocaine,
magnesiumsulfaat, metronidazol, midazolam, milrinon, morfine,
nitroglycerine, norepinefrine, pethidine, piperacilline, ranitidine, theofylline,
tobramycine, vancomycine, vecuronium
Y-site
-
ceftriaxon, furosemide, heparine, natriumbicarbonaat, thiopental
Bijzonderheden
Labetalol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden
toegediend.
Acute reacties
Jeuk, huiduitslag, oedeem.
Bijwerkingen
Orthostatische hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, hoofdpijn,
duizeligheid, misselijkheid, braken, mictieklachten, urineretentie,
spierkrampen, vermoeidheid, depressie, visusstoornissen,
ejaculatiestoornissen. Zelden: leverfunctiestoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol'
Datum
Wijziging
01-10-2005
Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en
afleveringsvorm is weer ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) labetalolhydrochloride.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 370
Labetalol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 3 ampullen op, onverdund
De eindconcentratie is 5 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-20 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verlaagt de bloeddruk vrijwel direct na toediening
Indicatie: zwangerschapshypertensie, acute ernstige hypertensie
Contraindicatie: 'Sick-sinus'syndroom, 2e of 3e graads AV-blok, asthma
bronchiale
Bijwerking: bradycardie, orthostatische hypotensie, urineretentie,
overgevoeligheidsreakties, hoofdpijn, misselijkheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-10-2005
Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml.
01-02-2009
De ampullen van 20 ml zijn weer leverbaar.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 371
Labetalol, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Onverdund toedienen, trek 10 ampullen op.
De eindconcentratie is 5 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na optrekken in spuit: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen: 1-3 mg/kg/uur (14)
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verlaagt de bloeddruk vrijwel direct na toediening
Indicatie: acute ernstige hypertensie
Contraindicatie: 'Sick-sinus'syndroom, 2e of 3e graads AV-blok, asthma
bronchiale, metabole acidose, langdurige hypotensie
Bijwerking: bradycardie, orthostatische hypotensie, urineretentie,
overgevoeligheidsreacties, hoofdpijn, misselijkheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2005
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-10-2005
Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 372
Labetalol, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (5 mg/ml)
Rekendosering: 0,5 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur
ml/uur
1 kg
2 kg
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
50 kg
1,0
0,2
0,4
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
10,0
1,5
0,3
0,6
1,5
3,0
4,5
6,0
7,5
9,0
15,0
2,0
0,4
0,8
2,0
4,0
6,0
8,0
10,0
12,0
20,0
2,5
0,5
1,0
2,5
5,0
7,5
10,0
12,5
15,0
25,0
3,0
0,6
1,2
3,0
6,0
9,0
12,0
15,0
18,0
30,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 373
Lanreotide
Merknaam
Somatuline PR®
Afleveringsvorm
Flacon met 30 mg Lanreotide (als acetaat) poder voor suspensie voor injectie
F.T.G.
Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus
Oplosmiddel
Mannitol (bijgeleverd)
Bereiden
Trek 2 ml oplosmiddel uit de ampul in de injectiespuit met behulp van een van
de bijgeleverde roze naalden. Breng het oplosmiddel langzaam over in de
injectieflacon met lanreotide en laat de injectiespuit zitten. De injectieflacon
niet omkeren en de inhoud 20-30 keer zacht heen en weer zwenken tot een
melkachtige, homogene suspensie is verkregen. De injectieflacon niet
omkeren en alle suspensie in de injectiespuit opzuigen. Trek nu de
injectiespuit uit de injectieflacon, verwijder de injectienaald en verwijder de
lucht uit de injectiespuit. Zet de andere roze naald op de injectiespuit en dien
de injectie toe
Toedieningsroute
Intramusculair
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: arts
Houdbaarheid
Direct na oplossen gebruiken
Bijzonderheden
-
-
Somatuline PR® is een preparaat met verlengde afgifte
De injectie mag alleen per diepe intragluteale injectie worden gegeven. Bij
herhaalde toediening dient afwisselend in de linker of rechter bijspier te
worden geïnjecteerd
Bevat copolymeren, mannitol, natriumcarboxymethylcellulose en
polysorbaat 80
De inhoud van de flacon bevat een extra hoeveelheid lanreotide ter
compensatie van het residu dat in de injectieflacon achterblijft
Suspensie mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen
Acute reacties
Pijn op de injectieplaats
Bijwerkingen
Diarree, abdominale pijn, flatulentie, anorexie, misselijkheid en braken,
galsteenvorming
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2005
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lanreotide'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 374
Lenograstim
Merknaam
Granocyte 34®
Afleveringsvorm
Flacon met 33,6 miljoen IE (263 microg) lenograstim poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Hematopoëtische groeifactoren
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 33,6 miljoen IE lenograstim op in 1,05 ml oplosmiddel. Schud zachtjes tot
de inhoud volledig is opgelost (ongeveer 5 seconden).
De concentratie is 33,6 miljoen IE/ml. Zowel het poeder als het oplosmiddel
hebben een 5% overmaat.
Toedieningsroute
Subcutaan: verdund of onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
-
Na oplossen kan 1 ml lenograstim uit de flacon worden geëxtraheerd
(Granocyte®).
Na oplossen kan lenograstim nog worden verdund met NaCl 0,9%.
Verdunnen van Granocyte 34® tot eindconcentraties van minder dan 0,32
miljoen IE/ml (2,5 microg/ml) wordt niet aanbevolen, d.w.z. dat 1 flacon
opgelost Granocyte 34® met maximaal 100 ml NaCl 0,9% mag worden
verdund.
Granocyte 34® wordt gebruikt bij patiënten met een lichaamsoppervlak tot
en met 1,8 m2.
Lenograstim dient onder controle van het bloedbeeld te worden
toegediend.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Alopecia, misselijkheid, braken, koorts, hoofdpijn, botpijn, leucocytose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lenograstim'
Datum
Wijziging
01-01-2013
Toedieningsroute: Subcutaan: verdund of onverdund, kan via Insuflon
verblijfscatheter.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 375
Levetiracetam
Merknaam
Keppra®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) levetiracetam
F.T.G.
Anti-epileptica
Toedieningsroute
-
Intraveneus als kortlopend infuus: dosering tot 1500 mg aanvullen tot 100
ml infuusvloeistof in 15 minuten
Kinderen
-
5 ml = 500 mg aangevuld tot 100 ml NaCl 0,9% geeft een oplossing met
een concentratie van 5 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5% of Ringerlactaat
Bijwerkingen
Somnolentie en asthenie, duizeligheid, hoofdpijn, psychische stoornissen,
buikpijn, misselijkheid, diarree en braken
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2007
01-08-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levetiracetam'
Datum
Wijziging
01-07-2011
Toedieningsroute kinderen: 5 ml = 500 mg aangevuld tot 100 ml NaCl 0,9%
geeft een oplossing met een concentratie van 5 mg/ml.
01-08-2012
Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus: dosering tot 1500 mg
aanvullen tot 100 ml infuusvloeistof in 15 minuten. Infuusvloeistoffen: NaCl
0,9%, glucose 5% of Ringerlactaat.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 376
Levofloxacine
Merknaam
Tavanic®
Afleveringsvorm
Infusievloeistof met 100 ml = 500 mg levofloxacine, 5 mg/ml
F.T.G.
Chinolonen, antibacterieel middel
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus, in miminaal 30 minuten (250 mg) of in minimaal 60
minuten (500 mg)
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken van de rubberen stop meteen (binnen 3 uur) gebruiken
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
dexamethasondinatriumfosfaat, dobutamine, dopamine, epinefrine,
fenobarbital, fentanyl, gentamicine, linezolid, lorazepam, metoclopramide,
morfine, penicilline G, vancomycine
Onverenigbaar met
Heparine, natriumwaterstofcarbonaat
Acute reacties
Anafylactische reacties, angio-oedeem
Bijwerkingen
Slapeloosheid en nervositeit, zelden psychotische reacties, duizeligheid,
hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid, flebitis, diarree, misselijkheid,
pseudomembraneuze colitis, stijging leverenzymen, rash, huiduitslag,
convuslies, perifere neuropathie, tendinitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-10-2009
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levofloxacine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 377
Levocarnitine
Merknaam
Carnitene "Sigma Tau"®
Afleveringsvorm
Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml) levocarnitine
F.T.G.
Voedingsstoffen
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 10-30 mg/kg, in 3 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
Bij een glomulaire filtratiesnelheid lager dan 10 ml/min doseren op geleide
van de carnitinespiegel.
Bijwerkingen
Ten gevolge van hoge doseringen: diarree.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levocarnitine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 378
Levomepromazine
Merknaam
Nozinan®
Afleveringsvorm
Ampul met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) levomepromazine (als hydrochloride)
F.T.G.
Antipsychotica, analgetica
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan gelijk volume NaCl 0,9%, in
3-5 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose
5%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
I.V.: VPK-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Onverenigbaar met
Atropine, metoclopramide, morfine
Y-site
-
heparine
Bijzonderheden
-
Bevat natriumbisulfiet en benzylalcohol.
Subcutane toediening wordt afgeraden wegens lokale irritatie.
Levomepromazine kan ernstige ortostatische hypotensie veroorzaken.
Acute reacties
Rash, bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Extrapiramidale stoornissen, convulsies, verergering van depressie,
slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen,
verhoogde oogboldruk, mictiestoornissen, misselijkheid, braken, obstipatie,
priapisme, ejaculatiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen,
leverfunctiestoornissen. Met name bij ouderen en kinderen: opwinding,
delirium.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levomepromazine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 379
Levothyroxine
Merknaam
Levothyroxine
Afleveringsvorm
Ampul met 100 microg = 1 ml (100 microg/ml) levothyroxine-natrium
F.T.G.
Thyreomimetica
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten (ref. 19)
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Ten gevolge van te hoge doseringen: symptomen van hyperthyreoïdie als
diarree, palpitaties, nervositeit.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Na intramusculaire toediening is de absorptie variabel.
Verdunnen, direct voor toedienen, met NaCl 0,9% is mogelijk (ref. 19).
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levothyroxine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 380
Lidocaine
Merknaam
Xylocaine®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml, 1%) en 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml,
2%) lidocaine-hydrochloride
Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml, 5%) lidocaine-hydrochlorideanhydraat
en watervrij glucose overeenkomend met 75 mg/ml glucosemonohydraat voor
spinale anaesthesie (xylocaine hyperbaar)
Miniplasco met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml, 1%) en 200 mg = 10 ml (20
mg/ml, 2%) lidocaine-hydrochloride
F.T.G.
Anti-aritmica, lokale anaesthetica
Toedieningsroute
Als anti-aritmicum:
- Intraveneus als bolusinjectie: 50-100 mg in 1-2 minuten
- Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp lidocaine
Als anaestheticum:
- Subcutaan: onverdund
- Intramusculair: onverdund
- Perineuraal: onverdund
- Epiduraal: onverdund
- Intrathecaal: onverdund
- Intraveneus: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
S.C.: arts
I.M.: VPK
I.V.: IC-arts
Infusie: IC
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
ciprofloxacine, enalaprilaat, esmolol, famotidine, haloperidol, labetalol,
morfine, nitroglycerine, nitroprusside, propofol, streptokinase
Infuus
-
Onverenigbaar met
alteplase, amiodaron, atracurium, benzylpenicilline, calciumzouten,
cardioplegie-oplossing, chlooramfenicol, cimetidine, dexamethason,
digoxine, dobutamine, dopamine, erythromycine, furosemide, heparine,
hydrocortison, insuline, kaliumchloride, metoclopramide, milrinon,
pentobarbital, procainamide, ranitidine, theofylline, verapamil
Y-site
-
diazepam, isoprenaline, thiopental
Infuus
Bijzonderheden
-
ampicilline, cefazoline, ceftriaxon, doxycycline, epinefrine, fenytoïne,
natriumbicarbonaat, norepinefrine
-
Intravasculaire toediening kan acute hypotensie, myocarddepressie en
convulsies veroorzaken.
Intraveneuze toediening van lidocaine moet onder bewaking van
hemodynamische parameters plaatsvinden.
Onverenigbaarheid van lidocaine met (nor)epinefrine geldt niet voor de
commercieel verkrijgbare oplossing van lidocaine met epinefrine.
Bij intraveneuze infusie gedurende langer dan 24 uur kan de
eliminatiesnelheid afnemen. Verlaging van de infuussnelheid kan dan
noodzakelijk zijn.
-
Acute reacties
Zelden: bronchospasmen, anafylactische shock.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 381
Bijwerkingen
Sufheid, paresthesieën, duizeligheid, slaperigheid. Ten gevolge van
overdosering: duizeligheid, sufheid, agitatie, wazig zien, koud zweet,
spraakstoornissen, tremoren, convulsies, ademdepressie, hypotensie,
ritmestoornissen, cardiovasculaire collaps.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 382
Lidocaine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 50 ml (=1000 mg) lidocaine op, onverdund
De eindconcentratie is 20 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Toedienen op geleide van het effect
Oplaaddosis: 2,5-5 ml (50-100 mg) als bolus, onverdund
Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 6-12 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het ventrikel en verlengt de
refractaire periode, werking treedt 1-2 minuten na toediening in
Indicatie: behandeling en preventie van ventriculaire artimieën
Contraindicatie: tweede en derde graads AV-block, andere ernstige
geleidingstoornissen, bradycardie
Overdosering: daling van de bloeddruk, agitatie, spraakstoornissen, wazig
zien, misselijkheid, uiteindelijk tremoren, convulsies en
ademhalingsdepressie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 383
Lidocaine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 500 mg = 25 ml lidocaine toe aan 25 ml glucose. De
eindconcentratie is 10 mg/ml, 50 ml
> 5 kg: Onverdund toedienen, trek 1000 mg = 50 ml lidocaine op. De
eindconcentratie is 20 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Toedienen op geleide van het effect
Oplaaddosis: 0,5-1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosis: 20-50 microg/kg/min
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het ventrikel en verlengt de
refractaire periode, werking treedt 1-2 minuten na toediening in
Indicatie: behandeling en preventie van ventriculaire artimieën
Contraindicatie: tweede en derde graads AV-block, andere ernstige
geleidingstoornissen, bradycardie
Bijwerkingen: sufheid, slaperigheid, overgevoeligheidsreacties
Overdosering: hypotensie, agitatie, spraakstoornissen, wazig zien,
misselijkheid, uiteindelijk tremoren, ritmestoornissen, convulsies en
ademhalingsdepressie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 384
Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 mg/ml)
Rekendosering: 50 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
Beheergegevens
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
20
0,1
0,2
0,4
0,5
0,6
25
0,1
0,3
0,5
0,6
0,8
30
0,2
0,4
0,5
0,7
0,9
35
0,2
0,4
0,6
0,8
1,1
40
0,2
0,5
0,7
1,0
1,2
45
0,3
0,5
0,8
1,1
1,4
50
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 385
Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (20 mg/ml)
Rekendosering: 33,3 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
30 kg
40 kg
50 kg
20
0,3
0,6
0,9
1,2
1,8
2,4
3,0
25
0,4
0,8
1,1
1,5
2,3
3,0
3,8
30
0,5
0,9
1,4
1,8
2,7
3,6
4,5
35
0,5
1,1
1,6
2,1
3,2
4,2
5,3
40
0,6
1,2
1,8
2,4
3,6
4,8
6,0
45
0,7
1,4
2,0
2,7
4,1
5,4
6,8
50
0,8
1,5
2,3
3,0
4,5
6,0
7,5
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 386
Lidocaine-epinefrine
Merknaam
Lidocaine-epinefrine, Xylocaine-epinefrine®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml, 0,5%) lidocaine-hydrochloride +
epinefrine 1:100.000 (10 microg/ml)
Flacon met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml, 1%) lidocaine-hydrochloride +
epinefrine 1:200.000 (5 microg/ml)
Flacon met 400 mg = 20 ml (20 mg/ml, 2%) lidocaine-hydrochloride +
epinefrine 1:200.000 (5 microg/ml)
F.T.G.
Lokale anaesthetica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid
Na aanprikken van flacon: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
Lokaal: voor infiltratie- en geleidingsanaesthesie
Intraveneus: voor intraveneuze regionale anaesthesie
Intravasculaire toediening kan hypotensie, myocarddepressie en
convulsies veroorzaken.
Bevat natriumbisulfiet als anti-oxidans; bevat methylparahydroxybenzoaat
als conserveermiddel.
Toevoeging van epinefrine aan de injectievloeistof verlengt de duur van de
anaesthesie.
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties: bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Sufheid, paresthesieën, duizeligheid, slaperigheid. Ten gevolge van
overdosering: duizeligheid, sufheid, agitatie, wazig zien, koud zweet,
spraakstoornissen, tremoren, convulsies, ademdepressie, hypotensie,
ritmestoornissen, cardiovasculaire collaps.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2007
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine-epinefrine'
Datum
Wijziging
01-12-2007
Wijziging Afleveringsvorm in verband met nieuwe sterke van epinefrine in
lidocaine van 1:200.000.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 387
Linezolid
Merknaam
Zyvoxid®
Afleveringsvorm
Infuuszak met 600 mg = 300 ml linezolid (2 mg/ml)
F.T.G.
Overige antibiotica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intraveneus als infuus: onverdund, in 30-120 minuten
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Amfotericine B, ceftriaxon, chloorpromazine, cotrimoxazol, diazepam,
erytromycine, fenytoine, pentamidine
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische reacties, lactaatacidose
Bijwerkingen
Hoofdpijn, diarree, misselijkheid, candidose, metaalsmaak, leverfunctieafwijkingen, bloedbeeldafwijkingen
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2009
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Linezolid'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 388
Lorazepam
Merknaam
Temesta®
Afleveringsvorm
Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml) lorazepam
F.T.G.
Anxiolytica, benzodiazepinen
Toedieningsroute
-
-
-
Intramusculair: onverdund of direct voor toedienen mengen met gelijk
volume NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 2
mg/minuut
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of direct voor toedienen mengen
met gelijk volume NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is
maximaal 2 mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp lorazepam
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
I.V./Infusie Volwassenen: VPK
I.V./Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, (eventueel) water voor injecties
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
aciclovir, amikacine, amoxicilline, atracurium, atropine, bumetanide,
ciprofloxacine, clonidine, co-trimoxazol, dexamethason, dobutamine,
dopamine, epinefrine, erythromycine, famotidine, fentanyl, fluconazol,
furosemide, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison,
kaliumchloride, metronidazol, midazolam, milrinon, morfine, nitroglycerine,
norepinefrine, pancuronium, pethidine, piperacilline, ranitidine,
vancomycine, vecuronium, zidovudine
Y-site
-
buprenorfine, foscarnet, imipenem, omeprazol, ondansetron, sufentanil,
thiopental
-
Wanneer lorazepam op een gewone zorgeenheid continu wordt toegediend
met behulp van een spuitenpomp dient continue controle van de saturatie
plaats te vinden. Tijdens controles, elke 3 uur, dient de ademfrequentie
meegenomen te worden.
Bevat propyleenglycol, polyethyleenglycol en benzylalcohol.
De oplossing mag na verkleuring of neerslagvorming niet meer gebruikt
worden.
Injectievloeistof en infuusvloeistof kunnen ontmengen in de spuit,
waardoor concentratieverschillen in de oplossing kunnen optreden.
Controle hierop is noodzakelijk.
Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen
optreden.
-
-
Acute reacties
Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, exantheem.
Bijwerkingen
Ademhalingsdepressie, slaperigheid, verwardheid, spierzwakte, duizeligheid,
anterograde amnesie, maagdarmstoornissen. Met name bij ouderen en
kinderen: paradoxale reacties met acute opwinding, verwarring en
verandering van psychische toestand.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 389
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en bij
Bijzonderheden extra aandacht voor de controles op saturatie en
ademfrequentie bij continue toediening van lorazepam op een gewone
zorgeenheid.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 390
Lorazepam, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 2 ampullen (2 ml=8 mg) met 46 ml NaCl 0,9%. Let op een goede
menging van injectievloeistof en infusievloeistof
De eindconcentratie is 0,167 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Verschoon dagelijks het toedieningssysteem in verband met het risico op
uitkristalliseren
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosis: onverdund, 0,04 mg/kg, intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 2-12 ml/uur
Zie doseringsschema lorazepam
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2005
Werking: werkt hypnotisch en anxiolytisch met een lange halfwaardetijd
Indicatie: sedatie op IC, alcoholonthoudingsverschijnselen, pathologische
angsten en spanningen
- Bijwerking: tromboflebitis, spierzwakte, huidreakties, hypotensie,
ademhalingsdepressie
Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2005
Houdbaarheid: verschonen toedieningssysteem
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 391
Lorazepam, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,167 mg/ml
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
mg/uur mg/24 uur
1
0,2
2
0,3
4
8
3
0,5
12
4
0,7
16
5
0,8
20
6
1,0
24
7
1,2
28
8
1,4
32
9
1,5
36
10
1,6
40
11
1,8
44
12
2,0
48
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 392
Lymphocyten immunoglobuline
Merknaam
Lymphoglobuline®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) lymphocyten immunoglobuline, paard
F.T.G.
Sera
Toedieningsroute
Intraveneus als continu infuus, toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of
glucose 5% in 8-12 uur. De minimale infusieduur is 6 uur.
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden
-
Lymphocyten immunoglobuline moet langzaam worden toegediend in een
grote vene via een centrale lijn.
Voor toediening een corticosteroid en een antihistaminicum toedienen.
Acute reacties
Allergische reacties, rillingen, koorts, duizeligheid, hypotensie, tachycardie,
braken, dyspneu. Pijn op de plaats van infusie en perifere thromboflebitis.
Bijwerkingen
Vertraagde allergische reacties, zoals serumziekte kunnen zich voordoen 7 tot
15 dagen na het instellen van de behandeling. Leukopenie, thrombocytopenie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2004
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lymphocyten immunoglobuline'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 393
Parenteralia M
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 394
Magnesiumsulfaat
Merknaam
Magnesiumsulfaat
Afleveringsvorm
Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml, 20%) magnesiumsulfaat-7-water
Flacon met 10 gram = 50 ml (200 mg/ml, 20%) magnesiumsulfaat-7-water
F.T.G.
Mineralen, magnesiumzouten
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningsnelheid is
maximaal 150 mg/minuut
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-1000 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, de toedieningsnelheid is meestal 1-2 gram/uur, maximaal 150
mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp magnesiumsulfaat
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, amikacine, ampicilline, atosiban, cefalosporinen, co-trimoxazol,
dobutamine, doxycycline, enalaprilaat, erythromycine, esmolol, famotidine,
fludarabine, gentamicine, heparine, insuline, kaliumchloride, kanamycine,
labetalol, metronidazol, morfine, ondansetron, paclitaxel, pethidine,
piperacilline, vancomycine
Infuus
-
benzylpenicilline, calciumgluconaat, chlooramfenicol, cisplatin,
isoprenaline, metoclopramide, norepinefrine, vaminolact, verapamil
Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen
-
-
Onverenigbaar met
neuroblastoom HR NB-1 ESIOP
60 mmol Kaliumchloride
2,5 mmol Calciumglubionaat
10 mmol Magnesiumsulfaat
in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose
siopel-4
10 mml Kaliumchloride
2 mmol Magnesiumsulfaat
1,5 mmol Calciumglubionaat
in 500 ml NaCl/glucose
Y-site
-
ciprofloxacine, gelofusine, ofloxacine, oxytocine
Infuus
Bijzonderheden
-
amfotericine B, ciclosporine, clindamycine, dobutamine, hydrocortison,
natriumbicarbonaat
-
200 mg/ml magnesiumsulfaat-7-water = 0,8 mmol/ml magnesium
Intraveneuze toediening dient langzaam te geschieden op geleide van
regelmatige controle van het klinisch beeld (ademhaling, bloeddruk,
kniepeesreflex, urineuitscheiding) en de magnesiumspiegel.
Symptomen van overdosering, zoals maagdarmstoornissen, hypotensie,
bradycardie, depressie centraal zenuwstelsel, verlies spierreflexen, ECGafwijkingen, ademhalingsdepressie en hartstilstand, worden behandeld met
1-2 gram calciumgluconaat langzaam intraveneus.
-
Acute reacties
Ten gevolge van te snelle toediening: flushing.
Bijwerkingen
Diarree, hypotensie, spierzwakte, sufheid.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 395
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat'
Datum
Wijziging
01-04-2007
Bij Verenigbaar met een nieuw subkopje: Verenigbare combinaties in
cytostatica protocollen.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-10-2009
Toegevoegd aan onverenigbaar met (Y-site): gelofusine, oxytocine
01-05-2010
Afleveringsvorm ampul met 1000 mg is gewijzigd in 500 mg = 5 ml (100
mg/ml, 10%) magnesiumsulfaat-7-water
01-03-2011
Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: atosiban.
01-11-2011
Toegevoegd aan Verenigbaar met Infuus: vaminolact.
01-06-2012
Afleveringsvorm: Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml, 20%)
magnesiumsulfaat-7-water. Bijzonderheden: 200 mg/ml magnesiumsulfaat-7water = 0,8 mmol/ml magnesium.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 396
Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Trek 1 flacon op, onverdund
De eindconcentratie is 200 mg/ml (=0,8 mmol/ml)
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosis: 20-30 ml (=4-6 g) als bolusinjectie, in 5 minuten
Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 5-15 ml/uur
Toegangsweg
Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt anticonvulsief
Indicatie: preventie en couperen van eclamptische aanval
Contraindicatie: partieel of totaal AV-blok, respiratoire en/of cardiale
depressie, myastenia gravis, ernstige nierfunctiestoornis
Bijwerking: bij te hoge magnesiumspiegel:
> 5 mmol/l: kniepeesreflex valt volledig weg
> 7 mmol/l: hyperventilatie, ademstilstand
> 9 mmol/l: ECG afwijkingen, aritmie, hartstilstand
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 397
Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Onverdund toedienen, de eindconcentratie is 200 mg/ml
Houdbaarheid
Na optrekken: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect en de bloedspiegel
Oplaaddosis: 200 mg/kg in 20 minuten
Onderhoudsdosis: 20-150 mg/kg/uur (ref. 15)
Toegangsweg
Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt anticonvulsief, voorkomt en reduceert pulmonaire
hypertensie ten gevolge van hypoxie (ref. 15).
Indicatie: preventie en couperen van eclamptische aanval
Contraindicatie: partieel of totaal AV-blok, respiratoire en/of cardiale
depressie, myastenia gravis, ernstige nierfunctiestoornis
Bijwerking:
magnesiumspiegel > 5 mmol/l: kniepeesreflex valt volledig weg.
magnesiumspiegel > 7 mmol/l: hyperventilatie, ademstilstand.
magnesiumspiegel > 9 mmol/l: ECG afwijkingen, aritmie, hartstilstand.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 398
Mannitol
Merknaam
Mannitol
Afleveringsvorm
Zak met 20 gram = 100 ml en 100 gram = 500 ml (200 mg/ml, 20%)
mannitol
F.T.G.
Osmotische diuretica
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: onverdund
Dosering, concentratie en toedieningssnelheid zijn afhankelijk van de toestand
en de respons van de patiënt
Gebruikelijk is 100 ml in 30-60 minuten bij gebruik als osmotisch diureticum
Als osmotherapie ter behandelng van verhoogde intracraniële druk wordt 100
ml in 10 minuten toegediend
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
In de koelkast kristalliseert de oplossing uit.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
cisplatin, fludarabine, fluorouracil, melfalan, ondansetron, paclitaxel,
piperacilline-tazobactam, teniposide
Infuus
-
Onverenigbaar met
amfotericine B, amikacine, benzylpenicilline, cimetidine, dopamine,
gentamicine, metoclopramide, natriumbicarbonaat, netilmicine, ofloxacine,
tobramycine, verapamil
Y-site
-
filgrastim
Infuus
Bijzonderheden
-
cisplatine, fenytoine, furosemide, imipenem, kaliumchloride,
natriumchloride
-
Mannitol wordt als osmotisch diureticum samen gegeven met cytostatica
zoals cisplatine en carboplatine
Mannitol wordt ook gegeven ter behandeling van verhoogde intracraniële
druk
Oplossingen die kristallen bevatten, mogen niet gebruikt worden
Oplossingen van 20% via een centrale lijn toedienen; oplossingen van
10% bij voorkeur via een centrale lijn toedienen
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria. Zelden: anafylactische shock
Bijwerkingen
Tromboflebitis, verstoring van de electrolytenbalans: hyponatriëmie, tremor
en convulsies, hoofdpijn, verwardheid, droge mond, dorst, overvloedige
diurese, duizeligheid, rillingen, koorts, congestie neusslijmvlies, pijn in de
borst en armen, hypotensie, hypertensie, tachycardie.
Ten gevolge van extravasatie: oedeem, necrose.
Ten gevolge van te snelle toediening: waterintoxicatie, decompensatio cordis,
longoedeem.
Ten gevolge van hoge doseringen: acute nierinsufficiëntie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 399
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mannitol'
Datum
Wijziging
01-04-2002
Toedieningssnelheid gespecificeerd.
01-05-2012
Toedieningsroute toegevoegd: Gebruikelijk is 100 ml in 30-60 minuten bij
gebruik als osmotisch diureticum. Als osmotherapie ter behandeling van
verhoogde intracraniele druk wordt 100 ml in 10 minuten toegediend.
Bijzonderheden toegevoegd: - Mannitol wordt ook gegeven ter behandeling
van verhoogde intracraniele druk.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 400
Medroxyprogesteron
Merknaam
Depo-Provera® '150'/'500'
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 150 mg = 1 ml (150 mg/ml) medroxyprogesteronacetaat
Flacon met 500 mg = 3,3 ml (150 mg/ml) medroxyprogesteronacetaat
F.T.G.
Progestagenen
Toedieningsroute
Intramusculair: onverdund, diep inspuiten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
Bevat polysorbaat 80, methyl- en propylhydroxybenzoaat, en macrogol 4000.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Doorbraakbloeding, misselijkheid, braken, gewichtsverandering, hoofdpijn,
duizeligheid, vochtretentie, pijnlijke borsten. Zelden: tromboflebitis,
longembolie, leverfunctiestoornis. Ten gevolge van hoge doseringen:
onderdrukking bijnierschorsfunctie (syndroom van Cushing), gluteaal abces.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Medroxyprogesteron'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 401
Meningokokkenvaccin
Merknaam
Meningitec®
Afleveringsvorm
Flacon met 10 microg = 0,5 ml meningokokkenvaccin suspensie voor injectie
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
Intramusculair: onverdund, bij voorkeur anterolateraal in de dij bij zuigelingen
en in de deltoïdspier bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, erytheem, zwelling.
Bijwerkingen
Koorts, prikkelbaarheid, vermoeidheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2004
Bevat 10 microg Neisseria meningitidis C polysaccharide
Meningitec moet voor gebruik goed worden geschud
Meerdere vaccins op verschillende plaatsen toedienen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Meningokokkenvaccin'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Meningovax is uit de handel
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 402
Mepivacaine
Merknaam
Scandicaine®
Afleveringsvorm
Flacon met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml, 1%) en 200 mg = 10 ml (20 mg/ml,
2%) mepivacaine-hydrochloride
F.T.G.
Lokale anaesthetica
Toedieningsroute
Lokaal: voor geleidings-, infiltratie- en epiduraal anaesthesie: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Lokaal: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
Glazen flacons bevatten methylparahydroxybenzoaat.
Acute reacties
Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Meestal ten gevolge van te snelle toediening, overdosering of onbedoelde
intravasculaire toediening: spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd,
duizeligheid, wazig zien, tremor, sufheid, convulsies, bewusteloosheid,
ademstilstand, hypotensie, myocarddepressie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mepivacaine'
Datum
Wijziging
01-12-2006
Inhoud flacon gewijzigd van 200 mg in 50 mg.
01-05-2009
Afleveringsvorm: 400 mg = 20 ml is gewijzigd in 200 mg = 10 ml (20 mg/ml,
2%) mepivacaine-hydrochloride.
01-06-2009
Afleveringsvorm: 50 mg = 5 ml is uit de handel, vervangen door 200 mg = 20
ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 403
Mercapto-ethaansulfonzuur
Merknaam
Uromitexan®, Mesna
Afleveringsvorm
Ampul met 400 mg = 4 ml (100 mg/ml) mercapto-ethaansulfonzuurnatrium
F.T.G.
Antidota, mucolytica
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als injectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl
0,9% tot een concentratie van 20 mg/ml, in 15-30 minuten
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl
0,9%
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose 5% of NaCl 0,9%
tot een concentratie van 20 mg/ml, in 30 minuten
Intraveneus als langlopend infuus: aangevuld met glucose 5% of NaCl
0,9% tot 48 ml, in 24 uur
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, filgrastim, fludarabine, melfalan, ondansetron, piperacilline
Infuus
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
cyclofosfamide, ifosfamide
Infuus
-
carboplatine, cisplatine
-
Mercapto-ethaansulfonzuur wordt gebruikt ter voorkoming van toxische
effecten op de blaas en lagere urinewegen bij gebruik van cytostatica zoals
cyclofosfamide en ifosfamide.
Bevat 0,6 mmol natrium per ml.
-
Acute reacties
Zelden: urticaria, jeuk, oedeem, hypotensie, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Ulceraties en blaren in slijmvliezen, koorts, tachycardie,
maagdarmstoornissen, hoofdpijn, moeheid, leukopenie, gewrichtspijn.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mercapto-ethaansulfonzuur'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 404
MercaptoEthaansulfonzuurnatrium,
spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 2 tot 12 ampullen op, afhankelijk van de pompstand, onverdund. De
eindconcentratie is 100 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op basis van cytostatiucm dosering
Gebruikelijke pompstanden zijn 0,2-4 ml/uur
Zie doseerschema mercapto-ethaansulfonzuurnatrium
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
-
Beheergegevens
Werking: ontgiftigt de metabolieten van oxazafosforinen (bv.
cyclofosfamide) in de urine, doordat de SH-groepen van mesna met deze
stofwisselingsproducten reageren en daarmee de toxiciteit opheffen. De
cytostatische werkzaamheid van deze preparaten wordt daarbij niet
beïnvloed
Indicatie: ter voorkoming en het onder controle houden van de toxische
werking van de oxazafosforinen (cyclofosfamide, ifosfamide) op de blaas
en lagere urinewegen
Contraindicatie: gestoorde lever- en nierfunctie. Bekende overgevoeligheid
voor mesna of andere mercaptoverbindingen
Bijwerking: soms overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, huiduitslag en
lokaal oedeem
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2006
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 405
MercaptoEthaansulfonzuurnatrium,
doseringsschema spuitenpomp volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 100mg/ml
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
mg/24 uur
0,2
480
0,4
960
0,5
1200
0,6
1440
0,8
1920
1,0
2400
1,2
2880
1,4
3360
1,6
3840
1,8
4320
2,0
4800
2,5
6000
3,0
7200
3,5
8400
4,0
9600
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2006
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, doseringsschema
spuitenpomp volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 406
Meropenem
Merknaam
Meronem®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg meropenem (als 3-water) poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Overige beta-lactam antibiotica
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 500 mg meropenem op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is
50 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in NaCl 0,9% (1-20 mg/ml): 8 uur bij 20°C of 24
uur bij 4°C
Na verdunnen in glucose 5% (1-20 mg/ml): 3 uur bij 20°C of 12 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 15-30 minuten
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
atropine, digoxine, vancomycine
Infuus
-
aminofylline, cimetidine, dexamethason, dobutamine, dopamine,
enalaprilaat, fenobarbital, fluconazol, furosemide, gentamicine, heparine,
insuline, magnesiumsulfaat, mannitol, metoclopramide, morfine,
norepinefrine, ranitidine
Onverenigbaar met
Aciclovir, amfotericine B, calciumgluconaat, ciprofloxacine, diazepam,
doxycycline, metronidazol, ondansetron, zidovudine
Bijzonderheden
Bevat 4 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria, pruritus.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, buikpijn, misselijkheid, braken, hoofdpijn, paresthesieën, orale
en vaginale candidose, reversibele trombocytose, eosinofilie,
trombocytopenie, neutropenie, leverfunctiestoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Meropenem'
Datum
Wijziging
01-12-2011
Toegevoegd aan Onverenigbaar met: ciprofloxacine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 407
Methadon
Merknaam
Methadon
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) methadon-hydrochloride
F.T.G.
Opioiden
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in NaCl 0,9%: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneuze toediening als bolusinjectie, onverdund of toegevoegd aan 25 ml NaCl 0,9%, is mogelijk, maar wordt niet aangeraden in verband met
grote interindividuele variatie in effect en bijwerkingen.
Methadon valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Acute reacties
Urticaria, pruritus, anafylactische reacties.
Bijwerkingen
Sedering, ademhalingsdepressie, hoestdemping, stemmingsveranderingen,
misselijkheid, braken, obstipatie, urineretentie. Ten gevolge van langdurige
toediening: gewenning, verslaving.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-05-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methadon'
Datum
Wijziging
01-05-2010
Afleveringsvorm ampul met 10 mg is gewijzigd in ampul met 5 mg = 1 ml (5
mg/ml)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 408
Methohexitalnatrium
Merknaam
Brietal
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg methohexitalnatrium poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Anesthetica
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 500 mg methohexitalnatrium op in 50 ml water voor injecties. De
concentratie is 10 mg/ml. Trek 40 ml NaCl 0,9% op in een spuit van 50 ml.
Trek 10 ml methohexitaloplossing 10 mg/ml op in een spuit van 10 ml. Voeg
de 10 ml methohexitaloplossing toe aan de 40 ml NaCl 0,9% en meng
De concentratie is nu 2 mg/ml
Toedieningsroute
Volwassenen:
Intra-arterieel in de arterie carotis voor WADA test
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Injectie: Arts
Houdbaarheid
Na verdunnen: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Gezien toepassing niet uitgewerkt
Onverenigbaar met
Gezien toepassing niet uitgewerkt
Acute reacties
Ademhalingsdepressie, apnoe of hypotensie
Bijwerkingen
Tromboflebitis, pijn op de plaats van de injectie, laryngo- en bronchospasmus,
hoesten, hikken, niezen, verhoogde skeletspieractiviteit (van spiertrekkingen
tot convulsieve bewegingen), hoofdpijn, misselijkheid en braken
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2013
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methohexitalnatrium'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 409
Methyleenblauw
Merknaam
Methylthionine
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) methylthionine
Flacon met 15 mg = 30 ml (0,5 mg/ml) methylthionine
F.T.G.
Antidota, diagnostica
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 10 mg/ml, in 5 minuten
Intraveneus als continu infuus: onverdund 0,5 mg/ml, of toegevoegd aan
NaCl 0,9% (ref. 22)
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie Methyleenblauw,
spuitenpomp voor volwassenen
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
Methyleenblauw mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Methyleenblauw wordt gebruikt als antidotum bij vergiftigingen met o.a.
nitraten.
Wordt ook lokaal gebruikt voor de diagnostiek van fistels.
Acute reacties
Ten gevolge van subcutane injectie: anafylactische reacties.
Bijwerkingen
Blauwkleuring urine. Ten gevolge van hoge doseringen: misselijkheid, braken,
buikpijn, duizeligheid, hoofdpijn, hypertensie, transpireren, verwardheid,
dyspnoe, precordiale pijn, vorming van methemoglobine, cyanose.
Ten gevolge van subcutane injectie of extravasatie: necrotische abcessen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methyleenblauw'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Flacon met 15 mg = 30 ml (0,5 mg/ml) methylthionine toegevoegd.
01-06-2005
Bij Toedieningsroute toegevoegd: intraveneus mbv spuitenpomp.
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 410
Methyleenblauw, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
25 ampullen (50 ml = 500 mg) optrekken
De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-16 ml/uur
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-06-2005
geen
Werking: vaatvernauwing
Indicatie: septische shock
Bijwerkingen: misselijkheid, buikpijn, hypertensie, transpireren
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 411
Methylergometrine
Merknaam
Methergin®
Afleveringsvorm
Ampul met 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml) methylergometrinewaterstofmaleaat
F.T.G.
Uterustonica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.V. Volwassenen: IC
I.M. Volwassenen: VPK-arts
I.M. Kinderen: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met 5 ml NaCl 0,9%,
langzaam
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Bijzonderheden
Y-site
-
heparine, hydrocortison, kaliumchloride
-
De werking treedt na intraveneuze toediening na 15-30 seconden in en na
intramusculaire toediening na 2-5 minuten.
De pH van de oplossing is ongeveer 3.
-
Acute reacties
Anafylactische reacties: hypotensie, dyspnoe, collaps, shock.
Bijwerkingen
Buikpijn, misselijkheid, braken, transpireren, duizeligheid, hoofdpijn. Zelden:
hypertensie (met name ten gevolge van te snelle toediening en in combinatie
met regionale anaesthesie en vasoconstrictoren), bradycardie of tachycardie,
pijn op de borst, perifere vasospastische reacties. Met name patiënten met
hypertensie of eclampsie kunnen ongewoon gevoelig zijn voor het
hypertensief effect.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylergometrine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 412
Methylnaltrexon
Merknaam
Relistor
Afleveringsvorm
Flacon met 12 mg = 0,6 ml (20 mg/ml) methylnaltrexonbromide
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
Subcutaan, onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na optrekken in de injectiespuit 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht
Bijzonderheden
-
Methylnaltrexon mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden
toegediend
Bevat glycine en natriumcalciumedetaat
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats
Bijwerkingen
Buikpijn, misselijkheid, diarree, flatulentie, duizeligheid
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2008
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylnaltrexon'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 413
Methylprednisolon, intramusculair
Merknaam
Depo-Medrol®
Afleveringsvorm
Flacon met 40 mg = 1 ml methylprednisolonacetaat suspensie
F.T.G.
Glucocorticoïden
Toedieningsroute
- Intramusculair: onverdund, diep spuiten, in de M.glutaeus
- Intrabursaal: onverdund
- Intrasynoviaal: onverdund
- Intra-articulair: onverdund
- Periarticulair: onverdund
- Intralaesionaal: onverdund
Flacon voor gebruik goed schudden!
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na aanprikken: 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
-
Methylprednisolon kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, worden
toegevoegd aan lidocaine 1%, of er kan gekozen worden voor kant-enklaar Depo-Medrol® met lidocaine.
Methylprednisolonacetaat mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen
en geneesmiddelen worden toegediend.
Bevat macrogol 4000 en myristylpicolinium.
Acute reacties
Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling, jeuk, angio-oedeem,
bronchospasmen.
Bijwerkingen
Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, spierzwakte.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, intramusculair'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 414
Methylprednisolon, intraveneus
Merknaam
Solu-Medrol®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg methylprednisolon (als natriumsuccinaat) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Glucocorticoiden
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 500 mg methylprednisolon op in 8 ml water voor injecties. De
concentratie is 62,5 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: dosis tot maximaal 250 mg, in tenminste 5
minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: dosis hoger dan 250 mg in 50-100 ml
NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 30 minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp methylprednisolon
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, cisplatine, cyclofosfamide, cytarabine, doxorubicine, enalaprilaat,
famotidine, fludarabine, methotrexaat, metronidazol, midazolam, morfine,
pethidine, piperacilline, teniposide
Infuus
-
Onverenigbaar met
amfotericine B, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, dopamine,
famotidine, heparine, metoclopramide, natriumbicarbonaat, norepinefrine,
ranitidine, theofylline, verapamil
Y-site
-
allopurinol, ciprofloxacine, filgrastim, insuline, kaliumchloride,
ondansetron, propofol, thiopental, tolazoline
Infuus
-
benzylpenicilline, calciumgluconaat, doxapram
Bijzonderheden
-
Bevat 2,7 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties
Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling, jeuk, angio-oedeem,
bronchospasmen, tachycardie.
Bijwerkingen
Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte.
Ten gevolge van snelle toediening: misselijkheid, braken, vieze smaak.
Ten gevolge van snelle toediening van hoge doseringen: aritmieën, collaps,
hartstilstand.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 415
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, intraveneus'
Datum
Wijziging
01-02-2009
Bij Verenigbaar met Infuus is kaliumchloride verwijderd.
01-01-2013
Oplosmiddel: water voor injecties. Benzylalcohol wordt niet meer bijgeleverd.
01-02-2014
Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 416
Methylprednisolon, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Los 6 flacons (=3 g) methylprednisolon op in 6 x 8 ml water voor injecties.
Vul aan tot 50 ml met water voor injecties.
De eindconcentratie is 60 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Dosering is afhankelijk van gewicht van de patiënt
Oplaaddosis: 30 mg/kg
Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstand is: 5-9 ml/uur gedurende 24 uur
Zie doseringsschema methylprednisolon
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: zou beschermend werken tegen afbraak/verval van de
celmembraan van de zenuwcel
Indicatie: acute traumatische dwarslaesie
Contraindicatie: acute infectieuze processen, overgevoeligheid
Bijwerking: na snelle intraveneuze toediening van hoge dosis (meer dan
500 mg in minder dan 10 minuten): hartartitmieën, circulatoire collaps,
hartstilstand.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 417
Methylprednisolon, doseringsschema
spuitenpomp voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 60 mg/ml
Beheergegevens
lich.gewicht
oplaaddosis
pompstand
onderhoudsdosis
kg
mg
ml/uur
30-40
1200
3
40-50
1500
4
50-60
1800
5
60-70
2100
6
70-80
2400
7
80-90
2700
8
90-100
3000
9
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 418
Metoclopramide
Merknaam
Primperan®
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) metoclopramide-hydrochloride (als
1-water)
F.T.G.
Anti-emetica
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Subcutaan: onverdund 5 mg/ml
Intramusculair: onverdund 5 mg/ml
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/ml, de toedieningssnelheid
is maximaal 10 mg/min
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in tenminste 15 minuten
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%
Kinderen
-
Subcutaan: onverdund 5 mg/ml
Intramusculair: onverdund 5 mg/ml
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/ml, de toedieningssnelheid
is maximaal 10 mg/min
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten
Intraveneus als langlopend infuus: aangevuld met NaCl 0,9% of glucose
5% tot 48 ml
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./Infusie: VPK
I.V.: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, bleomycine, ciprofloxacine, cisplatine, cyclofosfamide, cytarabine,
doxorubicine, droperidol, filgrastim, fluconazol, fludarabine, fluorouracil,
folinezuur, foscarnet, heparine, melfalan, methotrexaat, mitomycine,
ondansetron, paclitaxel, piperacilline, propofol, sufentanil, teniposide,
vinblastine, vincristine, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
ascorbinezuur, atropine, chloorpromazine, cimetidine, clindamycine,
dexamethason, droperidol, famotidine, fentanyl, fosfaat, heparine,
hydrocortison, insuline, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat,
mannitol, meropenem, methylprednisolon, midazolam, morfine, pethidine,
promethazine, ranitidine, scopolamine, theofylline, verapamil
Y-site
-
allopurinol, benzylpenicilline, cefalosporinen, furosemide
Infuus
-
calciumgluconaat, chlooramfenicol, erythromycine, natriumbicarbonaat
Bijzonderheden
-
Metoclopramide iv is alleen bij kinderen van 1-18 jaar geïndiceerd bij
ernstige misselijkheid en braken met bekende oorzaak, waarvan
behandeling met andere middelen ineffectief is gebleken
Bijwerkingen
Slaperigheid, moeheid, obstipatie, diarree. Met name bij kinderen en ten
gevolge van hoge doseringen: extrapiramidale stoornissen en convulsies.
Zelden: ademdepressie, aritmieën.
Beheergegevens
Beheerder:
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
Agnes Veldkamp
pagina 419
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoclopramide'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-03-2012
Nieuw kopje Bijzonderheden: Metoclopramide iv is alleen bij kinderen van 118 jaar geïndiceerd bij ernstige misselijkheid en braken met bekende oorzaak,
waarvan behandeling met andere middelen ineffectief is gebleken.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 420
Metoprolol
Merknaam
Selokeen®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) metoprololtartraat
F.T.G.
ß-blokkers
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9 of glucose 5%
tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml
Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie het
geneesmiddelprotocol spuitenpomp metoprolol
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
alteplase, morfine, pethidine
Bijzonderheden
Metoprolol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden
toegediend.
Bijwerkingen
Orthostatische hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, verstopte
neus, dromen, hoofdpijn, maagpijn, misselijkheid, diarree, vermoeidheid,
droge mond, mictieklachten, visusstoornissen, huidreacties, lusteloosheid,
krampaanvallen, koude extremiteiten.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2004
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 421
Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 5 ampullen (25 mg = 25 ml) metoprolol met 25 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 0,5 mg/ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200 C
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke doseringen: 5 mg = 5 ml intraveneus als bolusinjectie
Onderhoud: afhankelijk van hemodynamische parameters en ECG, veelal 2
mg/uur na opbouwschema
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart,
vermindert het hartminuutvolume en het cardiale zuurstofverbruik. Tevens
wordt de AV-geleiding vertraagd en treedt een antihypertensief effect op.
Indicatie: ritmestoornissen, met name supraventriculaire tachycardieën
Contraindicatie: “sick-sinus”-syndroom, 2e en 3e graads AV-blok
Bijwerking: hypotensie, bradycardie, bronchospasmen, hartfalen,
hoofdpijn, duizeligheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2004
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 422
Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml
pompstand
Beheergegevens
dosering
ml/uur
mg/uur
mg/24 uur
1,0
0,50
12
1,5
0,75
18
2,0
1,00
24
2,5
1,25
30
3,0
1,50
36
3,5
1,75
42
4,0
2,00
48
4,5
2,25
54
5,0
2,50
60
5,5
2,75
66
6,0
3,00
72
6,5
3,25
78
7,0
3,50
84
7,5
3,75
90
8,0
4,00
96
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2004
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 423
Metronidazol
Merknaam
Metronidazol
Afleveringsvorm
Flacon of zak met 500 mg = 100 ml (5 mg/ml) metronidazol (in fosfaatbuffer)
F.T.G.
Overige antibiotica
Toedieningsroute
Volwassenen en kinderen
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in minimaal 20 minuten, de
toedieningssnelheid is maximaal 25 mg/minuut
(neonatologie: zo nodig verdunnen met glucose 5%)
Draag handschoenen, werk in de LAF-kast
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Buiten invloed van licht, zie vermelde datum en temperatuur op de
verpakking.
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Niet bij 4°C bewaren.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, amiodaron, amoxicilline, enalaprilaat, esmolol,
fluconazol, foscarnet, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat,
methylprednisolon, midazolam, morfine, pethidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
aminoglycosiden, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim,
chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, disopyramide, fluconazol,
gentamicine, heparine, hydrocortison, theofylline
Y-site
-
filgrastim, meropenem
Infuus
-
dopamine, ciprofloxacine
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, metaalsmaak, maagdarmstoornissen, leukopenie, stomatitis,
hoofdpijn, duizeligheid, antabus-effect. Ten gevolge van langdurig gebruik:
sensibiliteitsstoornissen, ataxie. Ten gevolge van hoge doseringen:
donkerbruinverkleuring van de urine.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metronidazol'
Datum
Wijziging
01-10-2008
Ciprofloxacine is niet verenigbaar met maar onverenigbaar met Infuus.
01-01-2011
Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: amoxicilline.
01-05-2013
Toedieningsroute: (neonatologie: zo nodig verdunnen met glucose 5%)
Toegevoegd: Draag handschoenen, werk in de LAF-kast.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam. Verenigbaar met Infuus
toegevoegd: gentamicine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 424
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 425
Midazolam
Merknaam
Dormicum®
Afleveringsvorm
Ampul met 15 mg = 3 ml en 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) midazolam (als
hydrochloride)
F.T.G.
Benzodiazepinen
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair/subcutaan: onverdund (5 mg/ml)
Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot 1
mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp midazolam
Kinderen
-
Intramusculair: onverdund (5 mg/ml)
Intraveneus als bolusinjectie: verdund,met NaCl 0,9% of glucose tot 1
mg/ml de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: toegevoegd aan NaCl 0.9% of
glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml (maximale concentratie bij
vochtbeperking is 5 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.M./SC: VPK
I.V.: G-VPK-arts
Infusie Volwassenen: VPK
Infusie Kinderen: IC
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amikacine, amiodaron, calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim,
ciprofloxacine, clindamycine, dexmedetomidinehydrochloride, digoxine,
dopamine, epinefrine, erythromycine, esmolol, famotidine, fluconazol,
gentamicine, haloperidol, heparine, insuline, kaliumchloride, ketanserine,
labetalol, lorazepam, methylprednisolon, metronidazol, milrinon,
nicardipine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, ondansetron,
pancuronium, piperacilline, propofol, ranitidine, remifentanil, rocuronium,
sufentanil, theofylline, tirofiban, tobramycine, vancomycine, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
atracurium, atropine, buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine,
droperidol, fentanyl, metoclopramide, morfine, pethidine, promethazine,
scopolamine
Y-site
-
amoxicilline, ampicilline, bumetanide, ceftazidim, cefuroxim, clonidine, cotrimoxazol, dexamethason, dobutamine, foscarnet, furosemide,
hydrocortison, imipenem, natriumbicarbonaat, omeprazol, ringerlactaat,
thiopental
Infuus
Bijzonderheden
-
pentobarbital, ranitidine
-
Bij het gebruik van midazolam injectievloeistof is met name bij
intraveneuze toediening ademhalingsdepressie en -stilstand gezien, in
sommige gevallen resulterend in cerebrale hypoxie of dood. Bij de
toediening van midazolam i.v. dient de antagonist flumazenil in de direct
nabijheid voorhanden te zijn.
Wanneer midazolam op een gewone zorgeenheid continu wordt toegediend
met behulp van een spuitenpomp dient continue controle van de saturatie
plaats te vinden. Tijdens controles, elke 3 uur, dient de ademfrequentie
meegenomen te worden.
-
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 426
-
-
Het effect treedt op na ca. 2 minuten bij i.v. toediening en na ca. 20
minuten bij i.m. toediening.
Binnen 3 uur na parenterale toediening mag de patient het ziekenhuis niet
verlaten; daarna liefst onder begeleiding. Binnen 12 uur mag de patient
geen voertuigen of machines besturen.
De pH van de oplossing is ongeveer 3.
Acute reacties
Kortdurende apnoe. Ten gevolge van te snelle toediening: kans op
ademhalingsstilstand.
Bijwerkingen
Pijnlijkheid op injectieplaats, tromboflebitis, amnesie, misselijkheid, braken,
duizeligheid, spierzwakte, verwardheid, ataxie, dubbelzien.
Bij kinderen en ouderen kunnen paradoxale reactie optreden: onrust,
opwinding, prikkelbaarheid, woede-aanvallen, hallucinaties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam'
Datum
Wijziging
01-03-2002
De ampul van 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) is uit het assortiment.
01-04-2002
Voor een bolusinjectie moet de oplossing verdund worden.
01-08-2004
Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: propofol.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en bij
Bijzonderheden extra aandacht voor de controles op saturatie en
ademfrequentie bij continue toediening van midazolam op een gewone
zorgeenheid.
01-09-2010
Toegevoegd bij Toedieningsroute (volwassenen) en Bekwaamheidsniveau:
subcutaan.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: dexmedetomidinehydrochloride,
remifentanil, rocuronium, tirofiban. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd:
ringerlactaat.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 427
Midazolam, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 1 ampul (50 mg = 10 ml) met 40 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 2,5-40 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Werking: intensieve sederende en slaapinducerende werking binnen enkele
minuten na toediening, tevens anticonvulsief en spierrelaxerend
- Indicatie: sedatie op de IC
- Bijwerking: hypotensie
- Contraindicatie: myasthenia gravis
Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 428
Midazolam, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 10 kg: Voeg 50 mg = 10 ml toe aan 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie
is 1 mg/ml, 50 ml.
> 10 kg: Onverdund toedienen, trek (afhankelijk van de pompstand) 4-5
ampullen op. De eindconcentratie is 5 mg/ml.
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Eventueel oplaaddosis: 0,2 mg/kg
Gebruikelijke doseringen: 0,05-0,3 mg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: intensieve sederende en slaapinducerende werking binnen enkele
minuten na toediening, tevens anticonvulsief en spierrelaxerend
Indicatie: sedatie op de IC
Contraindicatie: myasthenia gravis
Bijwerking: hypotensie, spierzwakte, ataxie, misselijkheid, tromboflebitis.
Paradoxale reacties bij kinderen: onrust, opwinding, prikkelbaarheid,
hallucinaties.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-09-2012
Bereiden: omslagpunt gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar
onverdund toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 429
Midazolam, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 10 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 10 KG (1,0 mg/ml)
Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
ml/uur
Beheergegevens
mg/kg/uur
1 kg
2 kg
5 kg
0,05
0,1
0,1
0,3
0,1
0,1
0,2
0,5
0,15
0,2
0,3
0,8
0,2
0,2
0,4
1,0
0,25
0,3
0,5
1,3
0,3
0,3
0,6
1,5
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 10 KG'
Datum
Wijziging
01-09-2012
Omslagpunt is gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar onverdund
toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 430
Midazolam, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 10 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 10 KG (5 mg/ml)
Rekendosering: 0,5 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur
ml/uur
10 kg
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
0,05
0,1
0,2
0,3
0,3
0,4
0,5
0,10
0,2
0,4
0,5
0,6
0,8
1,0
0,15
0,3
0,6
0,8
0,9
1,2
1,5
0,20
0,4
0,8
1,0
1,2
1,6
2,0
0,25
0,5
1,0
1,3
1,5
2,0
2,5
0,30
0,6
1,2
1,5
1,8
2,4
3,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 10 KG'
Datum
Wijziging
01-09-2012
Omslagpunt is gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar onverdund
toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 431
Milrinon
Merknaam
Corotrope®
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 10 ml (1 mg/ml) milrinon (als lactaat)
F.T.G.
Overige middelen bij decompensatio cordis
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan 10-20 ml NaCl
0,9% of glucose 5% in 10 minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp milrinon
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: 4
Infusie: 3
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, NaCl 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
atroprine, calciumchloride, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine,
fentanyl, heparine, insuline, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam,
magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, natriumbicarbonaat,
nitroglycerine, norepinefrine, propranolol, ranitidine, vecuronium,
verapamil
Y-site
-
furosemide, imipenem-cilastatine
Infuus
-
bumetanide
Bijzonderheden
Milrinon dient onder bewaking van hemodynamische parameters te worden
toegediend.
Bijwerkingen
Aritmieën, hypotensie, angina pectoris, hoofdpijn.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2007
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 432
Milrinon, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 1 ampul 10 mg = 10 ml milrinon toe aan 40 ml NaCl 0,9% of glucose
5%; de eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke doseringen:
- aanvankelijk: 50 microg/kg intraveneus als bolusinjectie, in 10 minuten
- onderhoud: 22,5-45 microg/kg/uur, de toedieningssnelheid is maximaal
1,13 mg/kg/24 uur gedurende maximaal 48 uur
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2007
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 433
Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen
DOSERINGSSCHEMA, bij een eindconcentratie van 0,2 mg/ml
Beheergegevens
ml/uur
microg/minuut
mg/uur
5,0
17
1,0
7,5
25
1,5
10,0
33
2,0
12,5
42
2,5
15,0
50
3,0
17,5
58
3,5
20,0
67
4,0
22,5
75
4,5
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2007
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 434
Morfine
Merknaam
Morfine
Afleveringsvorm
Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml), 10 mg = 1 ml en 100 mg = 10 ml (10
mg/ml) morfine-hydrochloride
F.T.G.
Opioiden
Toedieningsroute
-
Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter
Intramusculair: onverdund 1-10 mg/ml
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 2,5-15 mg, in 4-5 minuten
Intraveneus als kortlopend of continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%
of glucose 5% tot een concentratie van 0,1-1 mg/ml
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp morfine (1 mg/ml) en morfine forte (10 mg/ml)
Epiduraal: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Intrathecaal: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 1 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./Infusie: VPK
I.V.: G-VPK
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
allopurinol, amikacine, amiodaron, ampicilline, atenolol, benzylpenicilline,
bumetanide, calciumchloride, cefalosporinen, chlooramfenicol, cisplatin,
clindamycine, co-trimoxazol, cyclofosfamide, cytarabine, dexamethason,
digoxine, dopamine, doxorubicine, doxycycline, enalaprilaat, epinefrine,
erythromycine, esmolol, famotidine, filgrastim, fludarabine, foscarnet,
gentamicine, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride,
kanamycine, labetalol, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, melfalan,
methotrexaat, methylprednisolon, metoprolol, metronidazol, milrinon,
natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, paclitaxel,
pancuronium, piperacilline, propofol, propranolol, teniposide, theofylline,
tobramycine, vancomycine, vecuronium, warfarine, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
atracurium, atropine, bupivacaine, cimetidine, clonidine, dobutamine,
droperidol, fentanyl, fluconazol, meropenem, metoclopramide, midazolam,
milrinon, ondansetron, ranitidine, scopolamine, suxamethonium, verapamil
Y-site
-
aciclovir, furosemide
Infuus
-
fenobarbital, fenytoine, fluorouracil, haloperidol, heparine,
natriumbicarbonaat, pentobarbital, pethidine, theofylline, thiopental
Bijzonderheden
Morfine valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Acute reacties
Urticaria, pruritus, bronchoconstrictie, anafylaxie.
Bijwerkingen
Ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken, droge mond,
stemmingsveranderingen, miosis, hypothermie, spasmen van de gladde
spieren met obstipatie, galkoliek en urineretentie, zweten, duizeligheid,
bradycardie. Ten gevolge van langdurige subcutane toediening:
weefselirritatie en pijn. Ten gevolge van intraveneuze toediening:
tromboflebitis.
Ten gevolge van herhaald aanprikken bij intrathecale toediening: sepsis.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 435
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2009
Bij toedieningsroute via spuitenpomp toegevoegd: (1 mg/ml) en morfine forte
(10 mg/ml)
01-03-2011
Bij Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend of continu infuus:
toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,1-1
mg/ml.
01-01-2012
Afleveringsvorm: Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml), 10 mg = 1 ml en 100
mg = 10 ml (10 mg/ml) morfine-hydrochloride.
01-01-2013
Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon
verblijfscatheter.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 436
Morfine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 5 ampullen (5 ml=50 mg) met 45 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 1 mg/ml
Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine forte 10 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Pompstanden: 1-10 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2009
Werking: vermindert pijn
Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock
Bijwerking: ademhalingsdepressief, braken, misselijkheid, verslavende
werking
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2009
Bij Bereiden toegevoegd: Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine
forte 10 mg/ml
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 437
Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 50 ml = 50 mg (1 mg/ml)
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
mg/24 uur
0,4
10
0,8
20
1,2
30
1,7
40
2,1
50
2,5
60
2,9
70
3,3
80
3,7
90
4,2
100
5,0
120
5,8
140
6,7
160
7,5
180
8,3
200
10,0
240
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2006
01-12-2006
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-12-2006
Nauwkeurigheid pompstand in tabel aangepast naar 1 decimaal.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 438
Morfine, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 20 kg: Voeg 5 mg = 0,5 ml morfine toe aan 49,5 ml glucose. De
eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 50 ml
> 20 kg: Voeg 50 mg = 5 ml morfine toe aan 45 ml glucose. De
eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
INEO
Voeg 2 mg = 2 ml (2 ml van een 1 mg/ml oplossing) toe aan 18 ml glucose
5%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 20 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Eventueel oplaaddosis: 0,1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosering: 10-40 microg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: vermindert pijn
Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock
Contraindicatie: acute ademhalingsdepressie, cyanose, hersentrauma,
verhoogde intracraniële druk. Bij epidurale toediening: sepsis, verhoogde
bloedingsneiging.
Bijwerking: ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken, duizeligheid,
obstipatie, bradycardie, tromboflebitis.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-09-2011
Bereiden toegevoegd: INEO: Voeg 2 mg = 2 ml (2 ml van een 1 mg/ml
oplossing) toe aan 18 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 20
ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 439
Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen lichter dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 20 KG (100 microg/ml)
Rekendosering: 10 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur
ml/uur
1 kg
2 kg
5 kg
8 kg
10 kg
15 kg
20 kg
10
0,1
0,2
0,5
0,8
1,0
1,5
2,0
15
0,2
0,3
0,8
1,2
1,5
2,3
3,0
20
0,2
0,4
1,0
1,6
2,0
3,0
4,0
25
0,3
0,5
1,3
2,0
2,5
3,8
5,0
30
0,3
0,6
1,5
2,4
3,0
4,5
6,0
35
0,4
0,7
1,8
2,8
3,5
5,3
7,0
40
0,4
0,8
2,0
3,2
4,0
6,0
8,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter
dan 20 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 440
Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (1000 microg/ml)
Rekendosering: 100 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/uur
ml/uur
20 kg
25 kg
30 kg
35 kg
40 kg
50 kg
10
0,2
0,3
0,3
0,4
0,4
0,5
15
0,3
0,4
0,5
0,5
0,6
0,8
20
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
1,0
25
0,5
0,6
0,8
0,9
1,0
1,3
30
0,6
0,8
0,9
1,1
1,2
1,5
35
0,7
0,9
1,1
1,2
1,4
1,8
40
0,8
1,0
1,2
1,4
1,6
2,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 20 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 441
Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 5 ampullen (50 ml = 500 mg) op, onverdund
De eindconcentratie is 10 mg/ml
Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine 1 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Pompstanden: 1-3 ml/uur
Toegangsweg
I.V.
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2003
01-02-2009
Werking: vermindert pijn
Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock
Bijwerking: ademhalingsdepressief, braken, misselijkheid, verslavende
werking
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2009
Bij Bereiden toegevoegd: Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine 1
mg/ml
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 442
Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 1 ml = 10 mg, 50 ml = 500 mg (10 mg/ml)
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
mg/24 uur
0,8
200
0,9
220
1,0
240
1,1
260
1,2
280
1,3
310
1,4
340
1,5
360
1,6
380
1,7
410
1,8
430
1,9
460
2,0
480
2,1
500
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2003
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 443
Mycofenolaatmofetil
Merknaam
Cellcept®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg mycofenolaatmofetil (als hydrochloride) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Immunosuppressiva
Oplosmiddel
Glucose 5%
Bereiden
Los 500 mg mycofenolaatmofetil op in 14 ml glucose 5%. Het eindvolume is
15 ml. De concentratie is 33 mg/ml.
Voeg vervolgens 70 ml glucose 5% toe (6 mg/ml)
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus in 2 uur: verdund met glucose 5% tot een concentratie
van 6 mg/ml in twee uur.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
VPK
Houdbaarheid
Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 5 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Dopamine, norepinefrine, vancomycine
Onverenigbaar met
NaCl 0,9%, Ringerlactaat
Bijzonderheden
-
Mycofenolaatmofetil mag nooit toegediend worden door middel van een
bolus injectie.
Mycofenolaatmofetil mag niet gemengd worden of via dezelfde catheter
tezamen met andere intraveneuze geneesmiddelen worden toegediend.
Acute reacties
Zeer zelden: flebitis, trombose, angio-oedeem en anafylaxie.
Bijwerkingen
Diarree, leukopenie, sepsis, braken, verhoogde frequentie van bepaald
soorten infecties (o.a. CMV/candida mucocutaneus/Herpes simplex).
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-06-2005
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mycofenolaatmofetil'
Datum
Wijziging
01-10-2007
Toegevoegd: verenigbaar met dopamine, norepinefrine, vancomycine.
01-03-2010
Bereiden: Voeg vervolgens 70 ml glucose 5% toe (6 mg/ml).
Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose
5% tot een concentratie van 6 mg/ml in twee uur.
01-08-2013
Toedieningsroute: Intraveneus als infuus in 2 uur: verdund met glucose 5%
tot een concentratie van 6 mg/ml in twee uur.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 444
Parenteralia N
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 445
Nadroparine
Merknaam
Fraxiparine®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 2850 IE AXa = 0,3 ml, 3800 IE AXa = 0,4 ml, 5700 IE AXa
= 0,6 ml en 7600 IE AXa = 0,8 ml (9500 IE AXa/ml) nadroparine (calciumzout)
F.T.G.
Laag moleculaire heparinen
Bereiden
Kinderen (neonaten)
Nadroparine kan worden verdund in NaCl 0,9% om een volume van minimaal
0,2 ml te verkrijgen
Toedieningsroute
Subcutaan: bij voorkeur in antero- en postlaterale buikgordel, buiten de
periumbilicale streek, of van het anterolaterale deel van het bovenbeen, de
aanwezige luchtbel in de spuit niet verwijderen; de injectieplaats niet
masseren
Kan via Insuflon verblijfscatheter
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in NaCl: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, water voor injectie
Bijzonderheden
-
1 AXa IC-E komt overeen met 0,38 AXa IE (AXa = anti-Xa-activiteit, IE =
internationale eenheden, IC-E = Institut Choay-Eenheden)
6 mg protamine-hydrochloride neutraliseert ongeveer 950 IE AXa (0,1 ml)
nadroparine
Acute reacties
Zelden: erytheem, asthma bronchiale, koorts, collaps, vaatkrampen.
Bijwerkingen
Hematomen rond de injectieplaats. Zelden: huidnecrose, trombocytopenie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nadroparine'
Datum
Wijziging
01-02-2012
Nieuw: Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%, water voor injectie. Bereiden: Kinderen
(neonaten): Nadroparine kan worden verdund in NaCl 0,9% om een volume
van minimaal 0,2 ml te verkrijgen. Toegevoegd Houdbaarheid: Na verdunnen
in NaCl: 24 uur bij 4°C
01-01-2013
Toedieningsroute: toegevoegd: Kan via Insuflon verblijfscatheter.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 446
Naloxon
Merknaam
Narcan®,
Afleveringsvorm
Ampul met 0,4 mg = 1 ml (0,4 mg/ml) naloxon-hydrochloride
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund in glucose 5% of NaCl
0,9%, in 15-30 seconden, zo nodig na 2-3 minuten herhalen
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp naloxon
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./Infusie: VPK
I.V.: G-VPK-arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
Bij patiënten met afhankelijkheid aan opioiden kan abrupte en complete
antagonering resulteren in een acuut abstinentiesyndroom.
De pH van de oplossing is ongeveer 3,5.
Acute reacties
Zelden: netelroos, neusverkoudheid, dyspnoe, angio-oedeem, longoedeem,
anafylactische shock.
Bijwerkingen
Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, braken, zweten,
duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies, hartstilstand.
Ten gevolge van hoge doseringen: opwinding, hypertensie, opheffing
analgesie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon'
Datum
Wijziging
01-04-2003
Ampul met 0,04 mg = 2 ml (Narcan Neonataal®) is uit de handel
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 447
Naloxon, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Voeg 5 ampullen (0,4 mg = 1 ml) toe aan 45 ml glucose 5% of NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 40 microg/ml
Houdbaarheid
Na optrekken: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Gebruikelijke doseringen:
aanvankelijk: 0,4 mg intraveneus als bolusinjectie
onderhoud: 0,2-0,4 mg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
-
Beheergegevens
Werking: vermindert de ademhalingsdepressie van opiaten, zonder de
analgetische werking te beïnvloeden.
Indicatie: bij (vermoede) overdosering van opiaten, post-operatief om de
ademhalingsdepressie van opiaten geheel of gedeeltelijk op te heffen, bij
asphyxia neonatorum
Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij opiaatverslaafden en bij
pasgeborenen van verslaafde moeders, wegens de kans op acuut
ontrekkingssyndroom en bij ernstig cardiovasculaire aandoeningen
Bijwerkingen: misselijkheid, braken, duizeligheid, hypertensie, tachycardie,
tremoren, convulsies. Zelden overgevoeligheidsreacties.
Overdosering: opwinding, hypertensie, opheffing analgesie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 448
Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 40 microg/ml
Beheergegevens
ml/uur
mg/uur
mg/24 uur
2,5
0,1
2,4
5,0
0,2
4,8
7,5
0,3
7,2
10,0
0,4
9,6
12,5
0,5
12,0
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 449
Naloxon, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 1,6 mg = 4 ml naloxon toe aan 12 ml glucose 5%. De eindconcentratie
is 0,1 mg/ml, 16 ml
Houdbaarheid
Na optrekken: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Gebruikelijke dosering: 0,02 mg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
-
Beheergegevens
Werking: vermindert de ademhalingsdepressie van opiaten, zonder de
analgetische werking te beïnvloeden.
Indicatie: bij (vermoede) overdosering van opiaten, post-operatief om de
ademhalingsdepressie van opiaten geheel of gedeeltelijk op te heffen, bij
asphyxia neonatorum
Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij opiaatverslaafden en bij
pasgeborenen van verslaafde moeders, wegens de kans op acuut
ontrekkingssyndroom en bij ernstig cardiovasculaire aandoeningen
Bijwerkingen: misselijkheid, braken, duizeligheid, hypertensie, tachycardie,
tremoren, convulsies. Zelden overgevoeligheidsreacties.
Overdosering: opwinding, hypertensie, opheffing analgesie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 450
Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (0,02 mg/ml)
Rekendosering: 0,01 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur
0,02
Beheergegevens
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 451
Nandrolon
Merknaam
Deca-Durabolin®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) nandrolondecanoaat in olie
F.T.G.
Anabole steroïden
Toedieningsroute
Intramusculair: diep spuiten, bij voorkeur in de M. glutaeus
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
Bevat arachisolie als oplosmiddel en benzylalcohol als conserveermiddel.
Bijwerkingen
Leverfunctiestoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik van hoge
doseringen: psychische onrust, verminderde glucosetolerantie,
slaapstoornissen, agressief gedrag, amyotrofische laterale sclerose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nandrolon'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 452
Natalizumab
Merknaam
Tysabri®
Afleveringsvorm
Flacon met concentraat voor oplossing voor infusie met 300 mg = 15 ml (20
mg/ml) natalizumab
F.T.G.
Middelen bij multiple sclerose
Oplosmiddel
Natriumchloride 0,9%
Bereiden
Verwijder 15 ml concentraat van oplossing voor infusie uit de injectieflacon.
Voeg deze 15 ml toe aan 100 ml natriumchloride 0,9% oplossing voor injectie.
Keer de oplossing voorzichtig, zodat deze volledig wordt gemengd. Niet
schudden.
Gebruik het product niet wanneer het product niet kleurloos, helder tot iets
melkachtig is of als er vreemde deeltjes waargenomen worden.
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: in 1 uur (2 ml/min)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen direct toedienen, of binnen 8 uur indien opgeslagen tussen 2°C
en 8°C. Laat het product voor infusie wel op kamertermperatuur komen.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Systemische bijwerkingen
Bijwerkingen
Urineweginfecties, urticaria, hoofdpijn, duizeligheid, braken, misselijkheid,
artralgie, rigitor, perexie, vermoeidheid, anafylactische shock
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2007
geen
Mag NIET als bolusinjectie toegediend worden
Mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen of oplosmiddelen
Patiënt observeren tijdens en tot een uur na infusie. Er moeten middelen
beschikbaar worden gehouden voor de behandeling van
overgevoeligheidsreacties.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natalizumab'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 453
Natriumbenzoaat
Merknaam
Natriumbenzoaat
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 2250 mg = 10 ml (225 mg/ml) natriumbenzoaat,
concentraat voor injectievloeistof
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%. De
maximale concentratie is 25 mg/ml. Infusiesnelheid: start 250 mg/kg in 90
minuten, gevolgd door 250-500 mg/kg/24 uur continu infuus
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% in 30
minuten. De maximale concentratie is 25 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in NaCl 0,9% 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Onverenigbaar met
Zuren, calciumzouten en ijzerzouten
Bijwerkingen
Allergische reacties: utricaria en maag-darmklachten
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2003
01-09-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumbenzoaat'
Datum
Wijziging
01-09-2012
Afleveringsvorm gewijzigd: Injectieflacon met 2250 mg = 10 ml (225
mg/ml) natriumbenzoaat, concentraat voor injectievloeistof.
Toedieningsroute gewijzigd: Intraveneus als langlopend infuus,
Infusiesnelheid: start 250 mg/kg in 90 minuten, gevolgd door 250-500
mg/kg/24 uur continu infuus.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 454
Natriumbicarbonaat
Merknaam
Natriumwaterstofcarbonaat
Afleveringsvorm
Flacon met 1,4 gram = 100 ml (14 mg/ml, 1,4%) natriumbicarbonaat
Flacon met 4,2 gram = 100 ml (42 mg/ml, 4,2%) natriumbicarbonaat
Flacon met 8,4 gram = 100 ml (84 mg/ml, 8,4%) natriumbicarbonaat
F.T.G.
Electrolyten en mineralen
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: 8,4% (neonaten en kinderen <2 jaar 4,2%),
de toedieningssnelheid is maximaal 84-168 mg/kg/min
Intraveneus als infuus: 1,4%, 4,2% of 8,4%, de toedieningssnelheid is
100 ml in 30-60 minuten
Neonaten en kinderen jonger dan 2 jaar, maximaal 4,2%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, ceftriaxon, famotidine, filgrastim, indometacine, insuline,
methylprednisolon, morfine, piperacilline-tazobactam, tolazoline,
vancomycine
Infuus
-
Onverenigbaar met
amfotericine B, amikacine, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine,
erythromycine, esmolol, fenobarbital, fentanyl, fenytoine, flucloxacilline,
furosemide, fytomenadion, heparine, hydrocortison, kaliumchloride,
kanamycine, mannitol, netilmicine, ofloxacine, oxytocine, theofylline,
thiopental, verapamil
Y-site
-
allopurinol, amiodaron, amoxicilline, calciumzouten, ciprofloxacine,
dopamine, folinezuur, imipenem, labetalol, midazolam, ondansetron,
verapamil
Infuus
Bijzonderheden
-
ascorbinezuur, atropine, benzylpenicilline, cefotaxim, ceftazidim,
diazepam, dobutamine, doxycycline, epinefrine, isoprenaline, lidocaine,
magnesiumzouten, metoclopramide, milrinon, morfine, norepinefrine,
pentobarbital, promethazine, streptomycine, suxamethonium, tetracycline,
vancomycine
-
Bevat 11,9 mmol natrium en bicarbonaat per 1000 mg
natriumbicarbonaat.
4,2% respectievelijk 8,4% oplossing bevat 500 mmol respectievelijk 1000
mmol natrium en bicarbonaat per liter.
De concentratie 14 mg/ml is iso-osmotisch.
Natriumbicarbonaat kan, na menging met "zure" geneesmiddelen,
kooldioxide vormen.
Natriumbicarbonaat kan bij combinatie met glucose-oplossingen in een
gele oplossing resulteren.
-
Bijwerkingen
Ten gevolge van hoge doseringen: metabole alkalose, overvulling,
hypernatriëmie, hypokaliëmie. Ten gevolge van extravasatie: tromboflebitis,
weefselnecrose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
16-06-2001
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 455
Laatste wijziging:
01-12-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumbicarbonaat'
Datum
Wijziging
01-10-2002
Verenigbaar met: droperidol en morfine zijn verwijderd. Onverenigbaar met:
amoxicilline, dopamine, labetalol en morfine vallen onder Y-site i.p.v. Infuus
en codeine, fenobarbital, pentazocine en secobarbital zijn verwijderd
01-04-2006
Toevoeging toedieningssnelheid bij toedieningsroute intraveneus als infuus
01-06-2006
Morfine toegevoegd onder kopjes verenigbaar met Y-site en onverenigbaar
met infuus. Verwijderd bij onverenigbaar met Y-site
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2009
Bij Toedieningsroute intraveneus als bolusinjectie kinderen <2 jaar
teoegevoegd
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 456
Natriumchloride 30%
Merknaam
Natriumchloride 30%
Afleveringsvorm
Ampul met 3 gram = 10 ml (300 mg/ml, 30%) natriumchloride
F.T.G.
Electrolytoplossingen
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml water voor injecties
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Water voor injecties
Bijzonderheden
Bevat 118 mg natrium per ml. Dit komt overeen met 5,1 mmol per ml.
Bijwerkingen
Ten gevolge van hoge doseringen: overvulling, hypernatriëmie, hopokaliëmie.
Ten gevolge van extravasatie: tromboflebitis, weefselnecrose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2002
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumchloride 30%'
Datum
Wijziging
01-10-2002
Het aantal mg natrium per ml is gewijzigd, dit stond foutief vermeld.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 457
Natriumperchloraat
Merknaam
Natriumperchloraat
Afleveringsvorm
Ampul met 40 mg = 2 ml (20 mg/ml) natriumperchloraat
F.T.G.
Diagnostica
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V. Volwassenen: IC
I.V. Kinderen: VPK-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
40 mg komt overeen met 0,33 mmol natriumperchloraat
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, aplastische anemie, agranulocytose, trombocytopenie,
leukopenie. Zelden: nefrotisch syndroom.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumperchloraat'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 458
Natriumthiosulfaat
Merknaam
Natriumthiosulfaat
Afleveringsvorm
Ampul met 2,5 gram = 10 ml (250 mg/ml, 25%) natriumthiosulfaat
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 750-1250 mg/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,65% of
NaCl 0,9% in 10-20 minuten
Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan 1000 ml NaCl 0,65%
in 6 uur.
Lokaal bij extravasatie: toegevoegd aan water voor injecties tot een
concentratie van 40-100 mg/ml, 4-5 ml in het gebied injecteren
Toedieningscategorie
Categorie A, B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Infusie: VPK
Lokaal bij extravasatie: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200 C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,65%, NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
-
Bevat 2,1 mmol natrium per ml.
Natriumthiosulfaat wordt toegepast als antidotum bij cyanideintoxicaties,
voorafgegaan door toedienen van dimethylaminofenol en ter vermindering
van de toxiciteit van platinaverbindingen
Natriumthiosulfaat is een hyperosmolaire vloeistof. Om de
hyperosmolariteit te verlagen kan gekozen worden voor NaCl 0,65%.
Bijwerkingen
Osmotische storingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumthiosulfaat'
Datum
Wijziging
01-07-2002
Toegevoegd als infuusvloeistof; zie toedieningsroute, toedieningscategorie,
bekwaamheidsniveau, houdbaarheid en bijzonderheden
01-10-2002
Bij bijzonderheden natriumnitriet vervangen door dimethylaminofenol.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 459
Neomycine/Prednisolon blaasspoeling
1%/0,02%
Bereiden
Voeg 0,8 ml prednisolon-injectievloeistof 25 mg/ml toe aan 100 ml
neomycinesulfaat blaasspoeling 1%.
De eindconcentratie is 10 mg/ml neomycinesulfaat, 0,2 mg/ml prednisolon.
Direct na bijspuiten kan een neerslag ontstaan, dat verdwijnt na omzwenken.
Als de vloeistof troebel blijft mag deze niet worden toegepast.
Houdbaarheid
24 uur na bereiden
Toedieningsroute
Blaasspoeling
De maximale dosering van de blaasspoeling is 500 ml/24 uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: neomycine is een aminoglycoside-antibioticum.
Prednisolondinatriumfosfaat is een corticosteroide en werkt
ontstekingsremmend
Indicatie: blaasspoeling bij cystitis
Contraindicatie: overgevoeligheid
Bijwerking: overgevoeligheidsreacties. Na lokale toediening in de blaas kan
geringe opname plaatsvinden, wat tot systemische bijwerkingen kan
leiden. De belangrijkste bijwerkingen van aminoglycosiden zijn ototoxiciteit
en nefrotoxiciteit. De belangrijkste bijwerkingen van prednisolon zijn
vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid en spierzwakte
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2002
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neomycine/Prednisolon blaasspoeling 1%/0,02%'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 460
Neostigmine
Merknaam
Neostigmine
Afleveringsvorm
Ampul met 0,5 mg = 1 ml (0,5 mg/ml) neostigmine-methylsulfaat
F.T.G.
Parasympathicomimetica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./Infusie: IC
I.V.: G-VPK-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Buiten invloed van licht bewaren.
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp neostigmine
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
hydrocortison, kaliumchloride
Infuus
-
heparine, netilmicine, pentobarbital, thiopental
Bijzonderheden
Gelijktijdige toediening met atropine kan de bijwerkingen van neostigmine
beperken.
Acute reacties
Misselijkheid, braken, speekselvloed, diarree, buikkrampen, zweten, miosis,
bradycardie, bronchospasmen.
Bijwerkingen
Visusstoornissen, hoofdpijn, tranenvloed, spierkrampen, algemeen
zwaktegevoel.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neostigmine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 461
Neostigmine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 10 ampullen (10 ml=5 mg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie
is 0,1 mg/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-8 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: parasympathicomimetisch, remt reversibel cholinesterase
Indicatie: paralytisch ileus (myasthenia gravis, blaasatonie, ter
antagonering van niet-depolariserende spierrelaxantia)
Contraindicatie: asthma bronchiale, hyperthyreoidie, mechanische
obstructie van maagdarmkanaal, galwegen en urinewegen, verse naad in
maag of darm (< 5 dagen)
Bijwerking: speekselvloed, toename sputumproductie, misselijkheid en
braken, miosis, bradycardie, bronchospasmen
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neostigmine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 462
Nicardipine
Merknaam
Cardene®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) nicardipine-hydrochloride
F.T.G.
Calciumantagonisten
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp nicardipine
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, cotrimoxazol, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, epinefrine,
erythromycine, esmolol, famotidine, fentanyl, fosfaten, gentamicine,
hydrocortison, kaliumchloride, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat,
methylprednisolon, metronidazol, midazolam, morfine, nitroglycerine,
nitroprusside, norepinefrine, piperacilline, ranitidine, theofylline,
vancomycine, vecuronium
Y-site
-
furosemide, heparine, thiopental
Infuus
-
natriumbicarbonaat, Ringerlactaat
Bijzonderheden
Bij perifere of centrale toediening wordt aangeraden elke 12 respectievelijk 24
uur een andere injectieplaats te kiezen.
Acute reacties
Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats.
Bijwerkingen
Hoofdpijn, misselijkheid, braken, hypotensie, tachycardie, oedeem. Zelden:
ECG-afwijkingen, orthostatische hypotensie, ritmestoornissen, duizeligheid,
transpireren, polyurie, paralytische ileus.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 463
Nicardipine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 5 ampullen (25 ml = 25 mg) met 25 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
De eindconcentratie is 0,5 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen zijn: 3-15 mg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verlaagt de perifere arteriële weerstand, verhoogt de coronaire
doorbloeding, vermindert zuurstofbehoefte van het hart
Indicatie: instabiele angina pectoris, ernstige hypertensie
Contraindicatie: hypotensie, shock, verhoogde intracraniële druk
Bijwerking: hartkloppingen, bloeddrukdaling, flush, hoofdpijn,
misselijkheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2002
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-10-2002
Wijziging doseringsschema in verband met grootte toe te dienen volumina.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 464
Nicardipine, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml
Beheergegevens
ml/uur
mg/uur
mg/24 uur
6
3
72
8
4
96
10
5
120
12
6
144
14
7
168
16
8
192
18
9
216
20
10
240
22
11
264
24
12
288
26
13
312
28
14
336
30
15
360
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2002
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
01-10-2002
Wijziging doseringsschema in verband met grootte toe te dienen volumina.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 465
Nimodipine
Merknaam
Nimotop®
Afleveringsvorm
Flacon met 10 mg = 50 ml (0,2 mg/ml) nimodipine
F.T.G.
Calciumantagonisten
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp nimodipine
Nimodipine moet met behulp van bijgeleverd slangensysteem worden
toegediend.
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC
Houdbaarheid
Onverdund: 10 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Bijzonderheden
Y-site
-
glucose 5%, hydroxyethylzetmeel, NaCl 0,9%, NaCl/glucose,
Ringerlactaat, mannitol
-
Nimodipine mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden
toegediend.
Nimodipine moet gelijktijdig met een electrolytenoplossing of glucoseoplossing via een Y-site worden toegediend. Voor het bereiken van een
voldoende verdunning, wordt aanbevolen, dat het volume van de
gelijktijdig gegeven infuusvloeistoffen niet minder bedraagt dan 1000 ml
per dag.
Nimodipine kan in het toedieningssysteem bij andere infuusvloei-stoffen
uitkristalliseren. De spuitenpomp mag daarom na het in werking stellen
niet langer dan 10 minuten worden stilgezet.
Nimodipine wordt geadsorbeerd door PVC. Toedienen van nimodipine dient
plaats te vinden met het speciaal bijgesloten polyethyleen infuusmateriaal.
Bevat 20% ethanol en polyethyleenglycol 400.
Nimodipine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
-
-
-
Bijwerkingen
Tromboflebitis, hoofdpijn, warmtegevoel, blozen, bloeddrukdaling,
misselijkheid, braken, voorbijgaande stijging van de transaminasen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nimodipine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 466
Nimodipine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
1 fles onverdund optrekken
De eindconcentratie is 0,2 mg/ml
Houdbaarheid
10 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn:
Startdosis: 2-5 ml/uur gedurende 2 uur
Onderhoudsdosis: 10 ml/uur
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verwijdt cerebrale vaten en voorkomt spasmen van cerebrale
vaten
Indicatie: profylaxe van ischaemische uitvalsverschijnselen, veroorzaakt
door arteriele spasmen ten gevolge van subarachnoidale bloedingen
Contraindicatie: hypotensie en shock
Bijwerking: bloeddrukdaling, lichte toe- of afname van hartfrequentie,
flushing, misselijkheid, tromboflebitis
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nimodipine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 467
Nitroglycerine
Merknaam
Nitro Pohl®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 5 ml en 25 mg = 25 ml (1 mg/ml) nitroglycerine
F.T.G.
Nitraten
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp nitroglycerine
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: G-VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amiodaron, atracurium, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl,
fluconazol, haloperidol, insuline, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon,
morfine, nicardipine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, propofol,
ranitidine, streptokinase, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
dobutamine, dopamine, enalaprilaat, furosemide, heparine, lidocaine,
theofylline, verapamil
Y-site
-
alteplase, natriumbicarbonaat
Infuus
Bijzonderheden
-
fenytoine
-
Nitroglycerine is vluchtig (bevat ethanol).
Nitroglycerine kan in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten (glas
en plastics), infuusslangen en filters adsorberen.
Nitroglycerine moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
-
Bijwerkingen
Drukkende hoofdpijn, hypotensie, hartkloppingen. Zelden:
methemoglobinemie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2011
Onverenigbaar met: natriumbicarbonaat toegevoegd.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 468
Nitroglycerine, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Meng 1 ampul (25 ml = 25 mg) met 25 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 0,5 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn 1-10 ml/uur
Zie doseringsschema nitroglycerine
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: veroorzaakt perifere vaatverwijding
Indicatie: o.a. onstabiele angina pectoris, linkszijdige decompensatio
cordis, hypertensie, oesophagusvaricesbloeding
Bijwerking: hypotensie, tachycardie, hoofdpijn
Contraindicatie: shock
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 469
Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml
ml/uur
Beheergegevens
microg/kg/minuut
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
1
0,2
0,1
0,1
0,1
0,1
2
0,3
0,3
0,2
0,2
0,2
3
0,5
0,4
0,4
0,3
0,3
4
0,7
0,6
0,5
0,4
0,4
5
0,8
0,7
0,6
0,5
0,5
6
1
0,8
0,7
0,6
0,6
7
1,2
1,0
0,8
0,7
0,7
8
1,3
1,1
1,0
0,8
0,7
9
1,5
1,3
1,1
0,9
0,8
10
1,7
1,4
1,2
1,0
0,9
12
2
1,7
1,4
1,3
1,1
14
2,3
1,9
1,7
1,5
1,3
16
2,7
2,2
1,9
1,7
1,5
18
3
2,5
2,1
1,9
1,7
20
3,3
2,8
2,4
2,1
1,9
22
3,7
3,1
2,6
2,3
2,0
24
4,0
3,3
2,9
2,5
2,2
26
4,3
3,6
3,1
2,7
2,4
28
4,7
3,9
3,3
2,9
2,6
30
5,0
4,2
3,6
3,1
2,8
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 470
Nitroglycerine, spuitenpomp voor kinderen
Afleveringsvorm
Ampul met 25 mg = 25 ml (1 mg/ml) nitroglycerine
F.T.G.
Nitraten
Bereiden
< 5 kg: Voeg 12,5 mg =1 2,5 ml toe aan 37,5 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 0,25 mg/ml, 50 ml
> 5 kg: Voeg 25 mg = 25 ml toe aan 25 ml glucose 5%. De eindconcentratie
is 0,5 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen:
Oplaaddosis: 0,1-0,5 microg/kg/min
Onderhoudsdosis: 1-10 microg/kg/min
Zie doseringsschema nitroglycerine
Toegangsweg
-
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Alteplase, atracurium, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, fentanyl,
fluconazol, furosemide, haloperidol, heparine, labetalol, lidocaine,
nitroprusside, pancuronium, ranitidine, streptokinase, theofylline, vecuronium,
verapamil
Onverenigbaar met
Alteplase
Bijzonderheden
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
- Nitroglycerine is vluchtig
Nitroglycerine kan in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten,
infuusslangen en filters adsorberen
Nitroglycerine moet onder bewaking van de bloeddruk en de
hartfrequentie worden toegediend
Werking: veroorzaakt perifere vaatverwijding
Indicatie: o.a. linkszijdige decompensatio cordis, hypertensie,
oesophagusvaricesbloeding, pre load reductie
Contraindicatie: shock, verhoogde intracraniële druk,
Bijwerking: hypotensie, tachycardie, hoofdpijn, methemoglobinemie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 471
Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 mg/ml)
Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,6 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 472
Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (0,5 mg/ml)
Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
30 kg
40 kg
50 kg
0,1
0,1
0,1
0,2
0,2
0,4
0,5
0,6
0,2
0,1
0,2
0,4
0,5
0,7
1,0
1,2
0,3
0,2
0,4
0,5
0,7
1,1
1,4
1,8
0,4
0,2
0,5
0,7
1,0
1,4
1,9
2,4
0,5
0,3
0,6
0,9
1,2
1,8
2,4
3,0
0,6
0,4
0,7
1,1
1,4
2,2
2,9
3,6
0,7
0,4
0,8
1,3
1,7
2,5
3,4
4,2
0,8
0,5
1,0
1,4
1,9
2,9
3,8
4,8
0,9
0,5
1,1
1,6
2,2
3,2
4,3
5,4
1,0
0,6
1,2
1,8
2,4
3,6
4,8
6,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 473
Nitroprusside
Merknaam
Nitroprusside
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) nitroprusside-natrium-dihydraat
infuusconcentraat
F.T.G.
Vasodilatantia bij hypertensie
Toedieningsroute
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp nitroprusside
Toedieningscategorie
Categorie D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
atracurium, dobutamine, dopamine, esmolol, famotidine, indometacine,
insuline, midazolam, morfine, nitroglycerine, pancuronium, propofol,
theofylline, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
cimetidine, enalaprilaat, heparine, lidocaine, ranitidine, verapamil
Y-site
-
haloperidol
Infuus
Bijzonderheden
-
atracurium
-
Nitroprusside moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Bij langdurige toediening dienen de cyanide- en thiocyanaatspiegels in
bloed en plasma te worden gecontroleerd: ten gevolge van langdurige
toediening van hoge doseringen en bij lever- en nierfunctiestoornissen kan
een cyanide-intoxicatie ontstaan. Symptomen van cyanide-intoxicatie
kunnen zijn: toegenomen ademfrequentie, mydriasis, metabole acidose en
coma.
Nitroprusside is uiterst lichtgevoelig: de oplossing moet direct met behulp
van aluminiumfolie tegen het licht beschermd worden.
Nitroprusside-oplossingen zijn lichtbruin gekleurd; oplossingen, die
blauw/groen van kleur zijn, mogen niet meer worden gebruikt.
-
-
Bijwerkingen
Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, braken, transpireren,
hoofdpijn, hartkloppingen, angst, spiertrekkingen, retrosternale beklemming,
buikpijn. Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen, ten
gevolge van toxiciteit van cyanide en thiocyanaat: metabole acidose,
hypotensie, hypothyreoïdie, huiduitslag, desorientatie, delirium, toxische
psychose, bewustzijnsverlies, tachypnoe, mydriasis, coma.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 474
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 475
Nitroprusside, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Buiten invloed van licht m.b.v. aluminiumfolie, ook om het
toedieningssysteem
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn (toediening korter dan 3 uur):
Aanvang:
1- 4 ml/uur
Gemiddeld:
10-15 ml/uur
Maximaal:
30-50 ml/uur
Langdurige toediening:
max. 7-15 ml/uur
Zie doseringsschema nitroprusside
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening
Indicatie: o.a. bij hypertensieve crisis, maligne hypertensie, ter verlaging
van de afterload bij acute decompensatio cordis
Verschijnselen bij overdosering: tachypnoe bij blozend gelaat, braken,
duizeligheid, acidose, slaperigheid, wijde pupillen, hallicunaties en
bewustzijnverlies
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2004
De gele infuusslangetjes zijn uit de handel. De huidige infuussystemen zijn
geschikt voor de toediening van nitroprusside, maar dienen omwikkeld te
worden met aluminiumfolie.
01-03-2010
Bereiden: Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 476
Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 1 mg/ml
ml/uur
Beheergegevens
microg/kg/minuut
bij 50
kg
bij 60
kg
bij 70
kg
bij 80
kg
bij 90
kg
0.5
0.2
0.1
0.1
0.1
0.1
1
0.3
0.3
0.2
0.2
0.2
1.5
0.5
0.4
0.4
0.3
0.3
2
0.7
0.6
0.5
0.4
0.3
2.5
0.8
0.7
0.6
0.5
0.5
3
1.0
0.8
0.7
0.6
0.6
3.5
1.2
1.0
0.8
0.7
0.7
4
1.3
1.1
1.0
0.8
0.7
4.5
1.5
1.3
1.1
0.9
0.8
5
1,6
1.4
1.2
1.0
0.9
6
2.0
1.8
1.5
1.3
1.1
7
2.3
1.9
1.7
1.5
1.3
8
2.7
2.2
1.9
1.7
1.5
9
3.0
2.5
2.1
1.9
1.7
10
3.3
2.8
2.4
2.1
1.9
15
5.0
4.2
3.6
3.1
2.8
20
6.6
5.5
4.7
4.1
3.7
25
8.3
6.9
5.9
5.2
4.6
30
10.0
8.3
7.1
6.3
5.5
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 477
Nitroprusside, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 12,5 mg = 0,5 ml nitroprusside toe aan 49,5 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 0,25 mg/ml, 50 ml
> 5 kg: Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht
bewaren m.b.v. aluminiumfolie, ook om het toedieningssysteem
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke doseringen: 0,5-8 microg/kg/uur
Zie doseringsschema nitroprusside
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening,
verlaagt de preload en afterload
Indicatie: o.a. bij hypertensieve crisis, maligne hypertensie, ter verlaging
van de afterload bij acute decompensatio cordis
Contraindicatie: lever- en nierfunctiestoornissen
Bijwerkingen: bij te snelle toediening: misselijkheid, braken,
hartkloppingen, angst, spiertrekkingen.
Overdosering: tachypnoe bij blozend gelaat, braken, duizeligheid, acidose,
slaperigheid, wijde pupillen, hallucinaties en bewustzijnverlies
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-02-2004
De gele infuusslangetjes zijn uit de handel. De huidige infuussystemen zijn
geschikt voor de toediening van nitroprusside, maar dienen omwikkeld te
worden met aluminiumfolie.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 478
Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 mg/ml)
Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,6 ml/kg/uur
microg/kg/min
Beheergegevens
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,5
0,1
0,2
0,4
0,5
0,6
1,0
0,2
0,5
0,7
1,0
1,2
2,0
0,5
1,0
1,4
1,9
2,4
2,5
0,6
1,2
1,8
2,4
3,0
3,0
0,7
1,4
2,2
2,9
3,6
4,0
1,0
1,9
2,9
3,8
4,8
5,0
1,2
2,4
3,6
4,8
6,0
6,0
1,4
2,9
4,3
5,8
7,2
7,0
1,7
3,4
5,0
6,7
8,4
8,0
1,9
3,8
5,8
7,7
9,0
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 479
Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (1 mg/ml)
Rekendosering: 5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
30 kg
40 kg
50 kg
0,5
0,2
0,3
0,5
0,6
0,9
1,2
1,5
1,0
0,3
0,6
0,9
1,2
1,8
2,4
3,0
2,0
0,6
1,2
1,8
2,4
3,6
4,8
6,0
2,5
0,8
1,5
2,3
3,0
4,5
6,0
7,5
3,0
0,9
1,8
2,7
3,6
5,4
7,2
9,0
4,0
1,2
2,4
3,6
4,8
7,2
9,6
12,0
5,0
1,5
3,0
4,5
6,0
9,0
12,0
15,0
6,0
1,8
3,6
5,4
7,2
10,8
14,4
18,0
7,0
2,1
4,2
6,3
8,4
12,6
16,8
21,0
8,0
2,4
4,8
7,2
9,6
14,4
19,2
24,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 480
Noradrenaline
Merknaam
Noradrenaline, norepinefrine
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) noradrenaline (als waterstoftartraat)
F.T.G.
Sympathicomimetica, antihypotensiva
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 8-12
microg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp noradrenaline
Perineuraal: toegevoegd aan een lokaal anaestheticum
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: G-VPK-arts
Infusie: IC
Perineuraal: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amiodaron, ciprofloxacine, dexmedetomidinehydrochloride, dopamine,
epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, furosemide, haloperidol,
heparine, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine,
mycofenolaatmofetil, nicardipine, nitroglycerine, remifentanyl,
ringerlactaat, rocuronium, tigecycline, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, calciumzouten, cimetidine, dobutamine, fentolamine, heparine,
hydrocortison, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, meropenem,
methylprednisolon, netilmicine, ranitidine, suxamethonium, verapamil
Y-site
-
atropine, insuline, thiopental
Infuus
Bijzonderheden
-
barbituraten, fenytoine, lidocaine, natriumbicarbonaat, oxytocine,
streptomycine, theofylline
-
Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken.
Noradrenaline kan weefselnecrose veroorzaken op de injectieplaats. Bij
voorkeur via een grote vene toedienen.
Bij extravasatie: Het ischemische gebied zo spoedig mogelijk met 5-10 mg
fentolamine (Regitine®) in 10-15 ml NaCl 0,9% met behulp van een fijne
naald onderhuids infiltreren.
Noradrenaline moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
De pH van de oplossing is ongeveer 3,5.
-
-
Bijwerkingen
Hoofdpijn, duizeligheid. zwakheid, tremor, bleekheid,
ademhalingsmoeilijkheden, precordiale pijn, rusteloosheid, angst,
slapeloosheid, hartkloppingen, bradycardie, mogelijk fatale aritmie, zwelling
schildklier. Ten gevolge van langdurige toepassing: oedeem, bloedingen,
myocarditis, necrose van ingewanden, lever of nieren.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 481
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-01-2012
Afleveringsvorm: Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) norepinefrine (als
waterstoftartraat).
01-08-2013
Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ciprofloxacine,
dexmedetomidinehydrochloride, heparine, mycofenolaatmofetil, remifentanyl,
ringerlactaat, rocuronium, tigecycline. Verenigbaar met Infuus toegevoegd:
fentolamine. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: atropine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 482
Noradrenaline, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Meng 2 ampullen (5 ml=5 mg) met 40 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 0,2 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur, buiten invloed van licht bewaren
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-10 ml/uur
Zie doseringsschema noradrenaline
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk
Indicatie: 2e keus bij hypotensie ten gevolge van shock, obstructieve
shock, RV-falen
Bijwerkingen: palpitaties, hartritmestoornissen, bradycardie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Bereiden: meng 2 ampullen (5 ml = 5 mg) met 40 ml glucose 5%.
Houdbaarheid: 24 uur bij kamertemperatuur, buiten invloed van licht bewaren
01-08-2013
Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 483
Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,2 mg/ml
ml/uur
Beheergegevens
microg/kg/minuut
bij 50 kg
bij 60 kg
bij 70 kg
bij 80 kg
bij 90 kg
0,1
0,007
0,006
0,005
0,004
0,004
0,5
0,033
0,027
0,024
0,021
0,019
1
0,07
0,06
0,05
0,04
0,04
2
0,13
0,11
0,10
0,08
0,07
3
0,20
0,17
0,14
0,13
0,11
4
0,27
0,22
0,19
0,17
0,15
5
0,33
0,28
0,24
0,21
0,19
6
0,40
0,33
0,29
0,25
0,22
7
0,47
0,39
0,33
0,29
0,26
8
0,53
0,44
0,38
0,33
0,30
9
0,6
0,5
0,43
0,38
0,33
10
0,67
0,56
0,48
0,42
0,37
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
01-08-2013
Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 484
Noradrenaline, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 2,5 mg = 2,5 ml toe aan 39 ml glucose 5%. De eindconcentratie
is 60 microg/ml, 41,5 ml
5-20 kg: Voeg 5 mg = 5 ml toe aan 45 ml glucose 5%. De eindconcentratie is
100 microg/ml, 50 ml
> 20 kg: Voeg 10 mg = 10 ml toe aan 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie
is 200 microg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht
bewaren.
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Zie doseringsschema noradrenaline
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk
Indicatie: 2e keus bij hypotensie ten gevolge van shock, obstructieve
shock, RV-falen
Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij neiging tot aritmie, diabetes
mellitus
Bijwerkingen: palpitaties, hartritmestoornissen, bradycardie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-08-2013
Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 485
Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (60 microg/ml)
Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
Beheergegevens
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,05
0,1
0,1
0,2
0,2
0,3
0,075
0,1
0,2
0,2
0,3
0,4
0,1
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,125
0,1
0,3
0,4
0,5
0,6
0,15
0,2
0,3
0,5
0,6
0,8
0,2
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
0,3
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
0,4
0,4
0,8
1,2
1,6
2,0
0,5
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
01-08-2013
Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 486
Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen van 5 tot 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (100 microg/ml)
Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
Beheergegevens
15 kg
20 kg
0,05
0,2
10 kg 12,5 kg
0,3
0,4
0,5
0,6
0,075
0,2
0,5
0,6
0,7
0,9
0,1
0,3
0,6
0,8
0,9
1,2
0,125
0,4
0,8
0,9
1,1
1,5
0,15
0,5
0,9
1,1
1,4
1,8
0,2
0,6
1,2
1,5
1,8
2,4
0,3
0,9
1,8
2,3
2,7
3,6
0,4
1,2
2,4
3,0
3,6
4,8
0,5
1,5
3,0
3,8
4,5
6,0
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
van 5 tot 20 KG'
Datum
Wijziging
01-08-2013
Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 487
Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 20 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml)
Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,15 ml/kg/uur
microg/kg/min
Beheergegevens
ml/uur
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
0,05
0,3
0,4
0,5
0,6
0,8
0,075
0,5
0,6
0,7
0,9
1,1
0,1
0,6
0,8
0,9
1,2
1,5
0,125
0,8
0,9
1,1
1,5
1,9
0,15
0,9
1,1
1,4
1,8
2,3
0,2
1,2
1,5
1,8
2,4
3,0
0,3
1,8
2,3
2,7
3,6
4,5
0,4
2,4
3,0
3,6
4,8
6,0
0,5
3,0
3,8
4,5
6,0
7,5
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 20 KG'
Datum
Wijziging
01-01-2012
Gewijzigd: Doseringsschema kinderen > 20 kg (200 microg/ml) en
rekendosering 0,5 microg/kg/min ~ 0,15 ml/kg/uur. Het schema is
aangepast.
01-08-2013
Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 488
Parenteralia O
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 489
Obidoxim
Merknaam
Toxogonin®
Afleveringsvorm
Ampul met 250 mg = 1 ml (250 mg/ml) obidoxim-dichloride
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: IC
I.V.: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Obidoxim dient alleen intramusculair toegediend te worden indien
intraveneuze toediening niet mogelijk is.
Wordt altijd in combinatie met atropine toegepast; de behandeling kan
worden gestart voordat atropine wordt toegediend.
Kan zo nodig verdund worden met NaCl 0,9%.
Bijwerkingen
Ventriculaire aritmieën, leverbeschadiging (necrose, cholestatische icterus).
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Obidoxim'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 490
Octreotide
Merknaam
Sandostatine®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 microg = 1 ml (50 microg/ml), 100 microg = 1 ml (100
microg/ml), 500 microg = 1 ml (500 microg/ml) en 1000 microg = 5 ml (200
microg/ml) octreotide (als acetaat)
F.T.G.
Hypothalamushormonen
Toedieningsroute
-
Subcutaan: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% tot
een concentratie van 10-250 microg/ml, in 3 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp octreotide
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./Infusie: VPK
I.V. Volwassenen: IC
I.V. Kinderen: VPK-arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
Octreotide mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
De oplossing voor injectie vóór toediening op kamertemperatuur laten
komen.
De injecties toedienen tussen de maaltijden in of bij het slapen gaan en
steeds op een wisselende plaats.
De intraveneuze toedieningswijze van octreotide is niet geregistreerd, en is
vanwege de bijwerkingen alleen geïndiceerd bij de behandeling van
oesophagusbloedingen.
Acute reacties
Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, buikkrampen, flatulentie, steatorroe, in zeldzame
gevallen lijkend op acute darmobstructie. Ten gevolge van langdurige
toediening: verminderde glucosetolerantie, galsteenvorming,
leverfunctiestoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 491
Octreotide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 5 ampullen (5 ml=500 microg) octreotide met 45 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 10 microg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-5 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: remt de secretie van peptiden van het endocriene systeem van
maagdarmkanaal en pancreas en van groeihormoon
Indicatie: bloedende oesophagusvarices, pancreatitis, duodenumlekkage,
acromegalie, endocriene tumoren van maagdarmkanaal en pancreas
Bijwerking: tromboflebitis, maag-darmstoornissen, verstoring glucosetolerantie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2003
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2003
Gebruik van 5 ampullen van 0,1 mg/ml voor de spuitenpomp
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 492
Octreotide, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 10 microg/ml
pompstand
Beheergegevens
dosering
ml/uur
microg/uur
microg/24 uur
1,0
10
240
1,5
15
360
2,0
20
480
2,5
25
600
3,0
30
720
3,5
35
840
4,0
40
960
4,5
45
1080
5,0
50
1200
5,5
55
1320
6,0
60
1440
6,5
65
1560
7,0
70
1680
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 493
Olanzapine
Merknaam
Zyprexa®
Afleveringsvorm
Flacon met 10 mg olanzapine poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Anti-psychotica
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Toedienings
route
Grootte
flacon
Toe te
voegen
water
Eindconcentratie
Toe te
dienen
dosis
I.M.
Injectie
volume
mg
ml
mg/ml
mg
ml
11,0
2,1
5,0
10
2,0
11,0
2,1
5,0
7,5
1,5
11,0
2,1
5,0
5
1,0
Werkwijze:
- Voeg het water voor injecties toe in de olanzapine flacon.
- Zwenk de flacon net zo lang totdat de inhoud volledig is opgelost en een
geel gekleurde oplossing wordt verkregen.
- Zuig de injectievolume op voor de gewenste dosis olanzapine
Toedieningsroute
Intramusculair: diep in een grote spier spuiten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M: VPK
Houdbaarheid
Na reconstitutie: 1 uur bij 20°C.
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Slaperigheid, orthostatische hypotensie, irritatie op de injectieplaats
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2008
geen
Gebruik de oplossing meteen binnen 1 uur na reconstructie
Niet intraveneus of subcutaan toedienen
Olanzapine poeder voor oplossing voor injectie kan alleen worden
gereconstitueerd met water voor injectie.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Olanzapine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 494
Omegaven-3-olie
Merknaam
Omegaven®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 ml emulsie voor infusie
F.T.G.
Dieetpreparaten en voedingsmiddelen
Bereiden
De flacon dient omgeschud te worden voor gebruik
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Binnen 24 uur gebruiken nadat de flacon uit de koelkast is gehaald (inclusief
toedieningstijd)
Intraveneus: de maximale infusiesnelheid is 0,5 ml Omegaven/kg/uur
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Infuus
-
Calcium, heparine
Bijzonderheden
-
100 ml van de emulsie bevat 10,0 g zeer geraffineerde visolie
Indien het gehalte aan triglyceriden tijdens de infusie tot boven de 3
mmol/l stijgt moet de infusie gestopt worden en indien nodig voortgezet
worden met een lagere dosis
Acute reacties
Anafylactische reactie
Bijwerkingen
Lichte stijging lichaamstermperatuur, rillingen, blozen of cyanose,
misselijkheid, braken, dyspnoe, hoofdpijn, priapisme (zelden), verandering
bloeddruk
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2009
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Omegaven-3-olie'
Datum
Wijziging
01-07-2011
Onverenigbaar met: subkopje Infuus.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 495
Ondansetron
Merknaam
Zofran®, Zofran Kind®
Afleveringsvorm
Ampul met 4 mg = 2 ml (Zofran Kind®) en 8 mg = 4 ml (2 mg/ml)
ondansetron (als hydrochloride)
F.T.G.
Anti-emetica, 5HT 3 -receptorantagonisten
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 15 minuten
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 0,3 mg/ml, in 30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amikacine, atracurium, atropine, bleomycine, carboplatin, carmustine,
cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, cefuroxim, chloopromazine, cimetidine,
cisplatin, clindamycine, cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine,
dactinomycine, daunorubicine, dexamethason, doxorubicine, doxycycline,
droperidol, etoposide, famotidine, filgrastim, fluconazol, fludarabine,
gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, ifosfamide, imipenem,
kaliumchloride, magnesiumsulfaat, mannitol, melfalan, mercaptoethaansulfonzuur, methotrexaat, metoclopramide, midazolam, mitomycine,
mitoxanthrone, morfine, paclitaxel, piperacilline/tazobactam,
promethazine, ranitidine, teniposide, vancomycine, vinblastine, vincristine,
zidovudine
Infuus
-
pethidine
Onverenigbaar met
Aciclovir, allopurinol, amfotericine B, , fluorouracil, furosemide, ganciclovir,
lorazepam, meropenem, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, piperacilline,
theofylline
Bijzonderheden
-
Ondansetron mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met
andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen.
De pH van de oplossing is ongeveer 3,5.
Acute reacties
Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Hoofdpijn, opvliegingen, warmtegevoel in perineum, obstipatie, buikpijn,
diarree, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening:
visusstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 496
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ondansetron'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 497
Oxytocine
Merknaam
Syntocinon®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 IE = 1 ml (5 IE/ml) oxytocine
F.T.G.
Hormonale oxytocica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie Volwassenen: G-VPK
I.V. Volwassenen: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp oxytocine
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, pethidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
chlooramfenicol, natriumbicarbonaat, netilmicine, verapamil
Y-site
-
magnesiumsulfaat
Infuus
Bijzonderheden
-
diazepam, hydrocortison, norepinefrine
-
Bevat chloorbutanol.
Intramusculaire toediening van oxytocine is moeilijk te reguleren en kan
leiden tot overdoseringsverschijnselen.
Langdurige toediening van hoge doses oxytocine dient bij voorkeur met
behulp van een spuitenpomp te gebeuren, omdat anders teveel infuusvloeistof wordt toegediend waardoor er risico is voor waterintoxicatie.
De pH van de oplossing is ongeveer 3.
-
-
Acute reacties
Allergische reacties als dyspnoe, hypotensie, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Voorbijgaande hypotensie met flushing en reflextachycardie, misselijkheid,
braken hoofdpijn, hyperstimulatie van de uterus. Ten gevolge van langdurige
toediening van hoge doseringen: waterintoxicatie met maternale en foetale
hyponatriëmie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2009
Toegevoegd aan Onverenigbaar met (Y-site): magnesiumsulfaat
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 498
Oxytocine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 1 ampul (1 ml=5 IE) oxytocine met 49 ml NaCl 0,9% of glucose 5%.
Trek op in een spuit van 50 ml.
De eindconcentratie is 100 mIE/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-18 ml/uur
Zie doseringsschema oxytocine
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: veroorzaakt contracties van de uterus
Indicatie: inleiding van baring, stimuleren van weeënactiviteit, voorkoming
of behandeling secundaire hemorragie
Contraindicatie: wanverhouding schedel kind/bekken vrouw, slechte
harttonen en/of meconiumhoudend vruchtwater, verkeerde ligging kind,
littekens uterus
Bijwerking: hypertonie van de uterus, overgevoeligheidsreakties,
maagdarmstoornissen, hypotensie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 499
Oxytocine, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 100 mIE/ml
Beheergegevens
ml/uur
mIE/minuut
mIE/uur
1,2
2
120
2,4
4
240
3,6
6
360
4,8
8
480
6,0
10
600
7,2
12
720
8,4
14
840
9,6
16
960
10,8
18
1080
12,0
20
1200
13,2
22
1320
14,4
24
1440
15,6
26
1560
16,8
28
1680
18,0
30
1800
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 500
Parenteralia P
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 501
Palifermin
Merknaam
Kepivance®
Afleveringsvorm
Flacon met 6,25 mg palifermin poeder voor injectie
F.T.G.
Overige
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 6,25 mg palifermin op in 1,2 ml water voor injecties. De concentratie is 5
mg/ml
Tijdens het oplossen de flacon voorzichtig zwenken, niet schudden
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen 1 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, huiduitslag, urticaria en pruritus
Bijwerkingen
Smaakverandering, verdikking of verkleuring van mond/tong, arthralgie,
oedeem en koorts
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-10-2006
geen
Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend
Bevat polysorbaat 20, mannitol, L-histidine en sucrose
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Palifermin'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 502
Palivizumab
Merknaam
Synagis®
Afleveringsvorm
Flacon met 50 mg en 100 mg palivizumab poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Immunoglobulinen
Oplosmiddel
Water voor injecties, 1 ml (bijgeleverd)
Bereiden
Voeg langzaam (om schuimen te voorkomen) aan een flacon met 50 mg
palivizumab 0,6 ml water voor injecties (bijgeleverd) toe. De concentratie is
100 mg/ml.
Voeg langzaam (om schuimen te voorkomen) aan een flacon met 100 mg
palivizumab 1,0 ml water voor injecties (bijgeleverd) toe. De concentratie is
100 mg/ml.
Meng door voorzichtig omzwenken gedurende 30 seconden.
Flacon niet schudden!
De palivizumab-oplossing moet minstens 20 minuten bij kamertemperatuur
staan tot de oplossing helder is geworden.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Na reconstitutie: 3 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
-
Intramusculair: bij voorkeur anterolateraal in de dij: onverdund.
Injectiehoeveelheden groter dan 1 ml dienen in verdeelde doses gegeven
te worden.
Palivizumab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of
geneesmiddelen worden toegediend.
De 50 mg flacon Synagis bevat 73 mg palivizumab. Na toevoeging van
0,60 ml water voor injecties ontstaat een oplossing met een volume van
0,73 ml, de eindconcentratie is 100 mg/ml. Aangezien het een stroperige
oplossing is, zal ca 0,50 ml van de oplossing opgetrokken kunnen worden,
overeenkomend met 50 mg.
De 100 mg flacon Synagis bevat 122 mg palivizumab. Na toevoeging van
1,0 ml water voor injecties ontstaat een oplossing met een volume van
1,22 ml, de eindconcentratie is 100 mg/ml. Aangezien het een stroperige
oplossing is, zal ca. 1,0 ml van de oplossing opgetrokken kunnen worden,
overeenkomend met 100 mg.
Bijwerkingen
Koorts, nervositeit, reactie op de injectieplaats, uitslag, diarree, bovenste
luchtweginfecties, rhinitis, hoesten, piepend ademhalen of hijgen, toename
van ASAT en ALAT, leukopenie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-01-2011
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Palivizumab'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 503
Pamidroninezuur
Merknaam
APD®, Pamidronaat
Afleveringsvorm
Flacon met 90 mg = 30 ml (3 mg/ml) dinatriumpamidronaat
F.T.G.
Calciumregulerende middelen, bisfosfonaten
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%. De
maximale concentratie is 90 mg/250 ml, de toediensnelheid is maximaal 60
mg/uur
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Bisfosfonaten, calcium-bevattende infuusvloeistoffen
Bijzonderheden
Intraveneuze bolusinjectie is niet mogelijk i.v.m. kans op calciumneerslagen in
de nier en de kans op ernstige lokale reakties en tromboflebitis.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, koorts, malaise, hoofdpijn, metaalsmaak, spierpijn,
hypotensie, hypertensie, lymfopenie en granulocytopenie, hypofosfatemie,
hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, voorbijgaande temperatuursverhoging.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pamidroninezuur'
Datum
Wijziging
01-02-2007
Toedieningsroute: maximale concentratie 90 mg/250 ml, toediensnelheid is
maximaal 60 mg/uur
01-04-2008
Afleveringsvorm: overgaan van ampul van 10 ml naar flacon van 30 ml met
dezelfde sterke
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 504
Pancuronium
Merknaam
Pavulon®
Afleveringsvorm
Ampul met 4 mg = 2 ml (2 mg/ml) pancuroniumdibromide
F.T.G.
Niet-depolariserende spierrelaxantia
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp pancuronium
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aminofylline, cefuroxim, cefazoline, cimetidine, co-trimoxazol, dobutamine,
dopamine, epinefrine, esmolol, etomidaat, fentanyl, fluconazol,
gentamicine, hydrocortison, isoprenaline, kaliumchloride, lorazepam,
midazolam, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, ranitidine, vancomycine,
vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
heparine, verapamil
Y-site
-
diazepam, furosemide
Infuus
-
barbituraten
Bijzonderheden
Pancuronium moet onder bewaking van de ademhaling en adequate sedatie
worden toegediend.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Tijdelijke verlaging intra-oculaire druk, miosis, toename polsfrequentie en
hartminuutvolume, stijging arteriële bloeddruk, huiduitslag.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pancuronium'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: furosemide.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 505
Panitumumab
Merknaam
Vectibix®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) en 400 mg = 20 ml (20 mg/ml)
panitumumab infuusconcentraat
F.T.G.
Immunomodulantia
Bereiden
Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan
Verdun een benodigde hoeveelheid tot 1000 mg panitumumab in 0,9%
natriumchloride oplossing voor injectie tot een eindvolume van 100 ml. De
flacon niet schudden of krachtig bewegen. Maximale eindconcentratie is 10
mg/ml. Doseringen hoger dan 1000 mg worden verdund tot een eindvolume
van 150 ml. De verdunde oplossingen dienen door voorzichtig omkeren te
worden gemengd, niet schudden
Toedieningsroute
-
Intraveneus als infuus, dosering < of gelijk aan 1000 mg: verdund in NaCl
0,9% tot 100 ml via een infuuspomp in 60 minuten
Intraveneus als infuus, dosering > 1000 mg: verdund in NaCl 0,9% tot
150 ml via een infuuspomp in 90 minuten
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK-arts
Houdbaarheid
Direct toedienen
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Panitumumab dient niet gemengd te worden met andere geneesmiddelen
Bijzonderheden
-
-
-
De infusielijn dient voor en na panitumumab toediening te worden
gespoeld met natriumchloride-oplossing om vermenging met andere
geneesmiddelen of I.V.-oplossingen te vermijden
Bij acuut ontstaan of verergering van pulmonale symptomen dient de
behandeling direct onderbroken te worden en dienen de symptomen te
worden onderzocht.
Hulpstoffen: natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn, water
voor injectie
Acute reacties
Infusiereacties inclusief koude rillingen, koorts, dyspnoe
Bijwerkingen
Dermatologische reacties, diarree, vermoeidheid, infusiereacties,
hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hypokaliëmie, dehydratie, misselijkheid,
braken dyspnoe, hoesten, hoofdpijn, conjunctivitis, groei van oogwimpers,
verhoogde traanscheiding, oculaire hyperemie, droge ogen, oogpruritis,
stomatitis, slijmvliesontsteking, onycholyse, overmatige haargroei, alopecia,
droge neus, droge mond, longembolie
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2009
01-02-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Panitumumab'
Datum
Wijziging
01-02-2012
Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 506
Pantoprazol
Merknaam
Pantozol®
Afleveringsvorm
Flacon met 40 mg pantoprazol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Secretieremmende middelen, protonpompremmers
Oplosmiddel
NaCl 0,9%
Bereiden
Los 40 mg pantoprazol op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 4 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 12 uur bij 20°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct toedienen.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-15 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp pantoprazol
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
ciprofloxacine, dobutamine, epinefrine, gentamicine, heparine, octreotide
Onverenigbaar met
Pantoprazol mag niet tegelijk met andere dan de onder verenigbaarheden
genoemde geneesmiddelen worden toegediend
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik, flatulentie,
huidreacties, duizeligheid, vochtophoping in de benen, koorts, afsluiting van
een ader door een bloedstolsel, beginnende neerslachtigheid, wazig zien.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2006
Bevat natriumedetaat
De pH van de oplossing is ongeveer 9
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pantoprazol'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Toedieningsroute intraveneus als infuus toegevoegd.
01-06-2004
Houdbaarheid is verlengd van 6 naar 12 uur conform nieuwe gegevens
fabrikant.
01-04-2006
Gewijzigde tekst bij de nieuwe kopjes “verenigbaar met” en “overenigbaar
meet”en bij “bijzonderheden”.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 507
Pantoprazol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 40 mg pantoprazol op in 50 ml NaCl 0,9%
De concentratie is 0,8 mg/ml
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
De toedieningssnelheid is 8 mg/uur (pompstand: 10 ml/uur)
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2004
Werking: remming van de maagzuursecretie
Indicatie: ulcus duodeni, ulcus ventriculi, reflux-oesophagitis
Bijwerking: hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik,
flatulentie, huidreacties, duizeligheid, koorts, wazig zien
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pantoprazol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-06-2004
Houdbaarheid is verlengd van 6 naar 12 uur conform nieuwe gegevens
fabrikant.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 508
Paracetamol
Merknaam
Perfalgan
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml) en 1.000 mg = 100 ml (10 mg/ml)
paracetamol
F.T.G.
Analgetica
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: onverdund in 15 minuten
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infuus: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Bijzonderheden
Y-site
-
glucose 5%, NaCl 0,9%
-
Het wordt aangeraden om, zodra deze toedieningsweg mogelijk is, een
geschikte orale toedieningsvorm te gebruiken
Bevat cysteïne
Paracetamol is slecht oplosbaar in water en mag niet tegelijk met andere
infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend
Niet in de koelkast bewaren of invriezen
De analgetische werking start binnen 5 tot 10 minuten na aanvang van de
toediening. Het maximale effect wordt binnen 1 uur verkregen en houdt 46 uur aan
LET OP: voor neonaten en zuigelingen zijn zeer kleine volumes nodig.
-
-
Acute reacties
Pijn op injectieplaats.
Bijwerkingen
Malaise, hypotensie, verhoogde lever transminasen spiegels, huiduitslag,
anafylactische shock (zeer zelden), thrombocytopenie
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-10-2006
01-05-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Paracetamol'
Datum
Wijziging
01-04-2009
Nieuw: Verenigbaar met Y-site glucose5%, NaCl 0,9%
01-04-2012
Afleveringsvorm: toegevoegd Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml).
01-05-2012
Bijzonderheden toegevoegd: - LET OP: voor neonaten en zuigelingen zijn zeer
kleine volumes nodig.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 509
Paricalcitol
Merknaam
Zemplar®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 microgram/ml paricalcitol
F.T.G.
Calciumregulerend middel
Oplosmiddel
Water voor injectie, propyleenglycol, ethanol (20% v/v)
Toedieningsroute
Toedienen via een hemodialyse toegang als i.v. bolus
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Bij overdosering: hypercalciemie
De oplossing bevat 30% v/v propyleenglycol, bij overdosering dient rekening
te worden gehouden met het toxische effect (CNS uitval, hemolyse en
melkzuuracidose). Aangezien propyleenglycol middels de dialyse geëlimineerd
wordt, is de kans hierop echter klein
Bijwerkingen
Hypercalciemie, endocriene aandoeningen, smaakstoornissen, jeuk aan huid
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2006
geen
Mag niet worden gemengd met andere farmaca
Propyleenglycol vertoont interactie met heparine en neutraliseert het effect
daarvan. Daarom op een andere injectietoegang toedienen dan heparine
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Paricalcitol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 510
Patentblauw
Merknaam
Bleu Patenté V®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) patentblauwnatrium
F.T.G.
Diagnostica
Toedieningsroute
Subcutaan: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
Wordt gebruikt voor zichtbaar maken van lymfevaten.
Acute reacties
Erytheem, urticaria, pruritus. Blauwverkleuring van de huid.
Bijwerkingen
Misselijkheid, hypotensie, tremor. Zelden: shock, dyspnoe, laryngospasme.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Patentblauw'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 511
Pegvisomant
Merknaam
Somavert®
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 10 mg pegvisomant poeder voor injectie
F.T.G.
Hypofyse- en hypothalamushormonen
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 10 mg pegvisomant op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 10 mg/ml
Toedieningsroute
Subcutaan
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
VPK
Houdbaarheid
Injectieflacons bewaren in de koelkast. Na reconstitutie direct toedienen
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Reacties op de injectieplaats (de plaats van injectie dient dagelijks gewisseld
te worden om lipohypertrofie te voorkomen), zweten, hoofdpijn en asthenie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2008
geen
Het poeder dient voorzichtig opgelost te worden met een langzame,
draaiende beweging van de flacon
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pegvisomant'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 512
Pentamidine
Merknaam
Pentacarinat®
Afleveringsvorm
Ampul met 300 mg pentamidine-di-isetionaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Antiprotozoica
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
-
Intramusculair: los 300 mg pentamidine op in 3 ml water voor injecties.
De concentratie is 100 mg/ml.
Intraveneus: los 300 mg pentamidine op in 3-5 ml water voor injecties. De
concentratie is 60-100 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Intramusculair: onverdund, diep
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-250 ml glucose 5%
of NaCl 0,9%, in tenminste 60 minuten
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
zidovudine
Onverenigbaar met
Cefalosporinen, fluconazol, foscarnet, interleukine-2
Bijzonderheden
-
Toediening van pentamidine moet onder controle van bloedbeeld,
bloedglucose en lever- en nierfunctie plaatsvinden.
Intraveneuze toediening heeft de voorkeur in verband met lokale toxische
effecten na intramusculaire toediening.
Om de kans op hypotensie te verminderen dient de patiënt tijdens en
gedurende 30 minuten na de toediening te liggen.
Pentamidine kan ook worden gebruikt als vernevelingsvloeistof.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, flushing, urticaria. Zelden: anafylactische
shock.
Bijwerkingen
Hypotensie, aritmieën, tromboflebitis, pancreatitis, diabetisch coma, acute
nierfunctiestoornis, anemie, duizeligheid, misselijkheid, braken, veranderde
smaak, induratie, abcesvorming, spiernecrose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pentamidine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 513
Pethidine
Merknaam
Pethidine
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) pethidine-hydrochloride
F.T.G.
Opioiden
Toedieningsroute
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: zeer langzaam, bij voorkeur verdund met
NaCl 0,9% of glucose 5% tot 10 mg/ml in 3-5 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is 15-35 mg/uur
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./Infusie: VPK
I.V.: G-VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aminoglycosiden, ampicilline, atenolol, benzylpenicilline, bumetanide,
cefalosporinen, chlooramfenicol, clindamycine, cotrimoxazol,
dexamethason, dobutamine, dopamine, doxycycline, erythromycine,
fluconazol, granisetron, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride,
labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, metoprolol,
metronidazol, oxytocine, piperacilline, propanolol, propofol, vancomycine
Infuus
-
Onverenigbaar met
droperidol, gentamicine, metoclopramide, midazolam, ondansetron,
ranitidine, suxamethonium, verapamil
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, flucloxacilline, furosemide, imipenem, tetracycline
Infuus
Bijzonderheden
-
barbituraten, diazepam, fenytoine, heparine, morfine, natriumbicarbonaat,
theofylline
-
Pethidine valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Pethidine kan ademhalingsdepressie, hypotensie en tachycardie
veroorzaken. Intraveneuze toediening wordt niet aanbevolen.
Gezien de cumulatie van de metaboliet norpethidine is pethidine minder
geschikt voor chronische toediening.
-
Acute reacties
Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, duizeligheid, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie,
sedering, zwakte, obstipatie, urineretentie, dysforie, verwardheid, opwinding,
nachtmerries, convulsies.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pethidine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 514
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Verenigbaar met Infuus toegevoegd: gentamicine, midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 515
Piperacilline
Merknaam
Pipcil®
Afleveringsvorm
Flacon met 2000 mg en 4000 mg piperacilline (als natriumzout) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Breed-spectrum penicillinen
Oplosmiddel
Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook
NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden
Volwassenen
Toedienings
route
grootte
flacon
toe te
voegen
water
verkregen eindconcenoplossing
tratie
mg
ml
ml
mg/ml
I.M.
2000
4
5
400
I.V./Infusie
2000
11
12,5
160
4000
22
25
160
Toedienings
route
grootte
flacon
toe te
voegen
water
mg
ml
ml
mg/ml
I.V./Infusie
2000
18
20
100
4000
37
40
100
Kinderen
Toedieningsroute
verkregen eindconcenoplossing
tratie
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 30 minuten
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 20 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie
bij vochtbeperking is 20 mg/ml (ref. 17))
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M. Volwassenen: VPK
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, allopurinol, diltiazem, enalaprilaat, esmolol, famotidine,
granisetron, heparine, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat,
midazolam, morfine, pethidine, ranitidine, theofylline, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
clindamycine, flucloxacilline, fluconazol, hydrocortison, kaliumchloride,
ofloxacine, verapamil
Y-site
-
filgrastim, fluconazol, ondansetron, vancomycine, ciprofloxacine
Infuus
Handboek Parenteralia VUmc
aminoglycosiden, ciprofloxacine
geprint op 28 januari 2014
pagina 516
Bijzonderheden
Bevat 2 mmol natrium per 1000 mg.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, huidreacties, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, diep veneuze trombose, diarree, misselijkheid, hematomen,
braken, bloedbeeldafwijkingen, koorts, hoofdpijn, duizeligheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piperacilline'
Datum
Wijziging
01-02-2003
Wijziging in de hoeveelheden toe te voegen water per ml bij toedieningsroute
I.V./Infusie
01-10-2005
Toevoeging bij oplosmiddel over het gebruik van NaCl 0,9%
01-04-2008
Bij verenigbaar met ciprofloxacine van infuus naar Y-site en bij onverenigbaar
met ciprofloxacine toegevoegd bij infuus.
01-07-2010
Ciprofloxacine verwijderd bij Verenigbaar met (Y-site) en toegevoegd aan
Onverenigbaar met (Y-site).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 517
Piperacilline/tazobactam
Merknaam
Tazocin®
Afleveringsvorm
Flacon met 4000 mg piperacilline en 500 mg tazobactam poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Breed-spectrum penicillinen
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bereiden
Los 4000/500 mg piperacilline/tazobactam op in 20 ml oplosmiddel. De
concentratie is 200/25 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund 4 uur 20°C of 48 uur bij 4°C en na verdunnen in infuusvloeistof:
24 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, ringerlactaat
Intraveneus als langzame bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 20-30 minuten
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
amikacine, bumetanide, buprenorfine, calciumfolinaat, calciumgluconaat,
cimetidine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, dopamine,
enalapril, fluconazol, furosemide, gentamicine, heparine, hydrocortison,
kaliumchloride, lorazepam, magnesiumsulfaat, mannitol, mesna,
methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, morfine,
natriumbicarbonaat, ondansetron, pethidine, ranitidine, remifentanil,
theofylline, zidovudine
Y-site
-
aciclovir, albumine, amfotericine B, chloorpromazine, dobutamine,
doxycycline, droperidol, famotidine, haloperidol, natriumbicarbonaat,
netilmicine, prochloorperazine, promethazine, tobramycine, vancomycine
Bijzonderheden
Bevat 2,35 mmol natrium per 1000 mg piperacilline.
Bevat citroenzuur en dinatriumedetaat.
Acute reacties
Pijnlijkheid op de injectieplaats, huidreacties, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, diep-veneuze trombose, diarree, misselijkheid, braken, koorts,
hoofdpijn, duizeligheid, hematomen, bloedbeeldafwijkingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piperacilline/tazobactam'
Datum
Wijziging
01-08-2007
Amikacine en gentamicine toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site),
netilmicine en tobramycine toegevoegd onder kopje Onverenigbaar met (Ysite) en ringerlactaat toegevoegd bij infuusvloeistoffen. Verder toevoeging bij
Bijzonderheden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 518
01-03-2011
Houdbaarheid: Onverdund 4 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C en na verdunnen
in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 519
Piritramide
Merknaam
Dipidolor®
Afleveringsvorm
Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) piritramide
F.T.G.
Opioiden
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
I.V.: G-VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pruritus, urticaria, anafylactische reacties.
Bijwerkingen
Ademhalingsdepressie, sedatie, hoestdemping, stemmingsveranderingen,
miosis, hypothermie, misselijkheid, braken, obstipatie, droge mond,
transpireren, hypotensie, bradycardie, galkoliek, urineretentie, psychische en
fysieke afhankelijkheid, tolerantie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2012
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Opmerking: voor kinderen tot en met 50 kg dient voor een bolusinjectie
de oplossing te worden verdund tot 1 mg/ml.
Piritramide valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
Piritramide kan na intraveneuze toediening ademhalingsdepressie
veroorzaken. Bij voorkeur gebruiken voor anesthesie en onder beademing
toepassen (m.u.v. de verkoeverkamer en bij PCA-pompen)
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piritramide'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-03-2010
Bijzonderheden: Piritramide kan na intraveneuze toediening
ademhalingsdepressie veroorzaken. Bij voorkeur gebruiken voor anesthesie
en onder beademing toepassen (m.u.v. de verkoeverkamer en bij PCApompen).
01-01-2012
Toegevoegd bij Toedieningsroute: Opmerking: voor kinderen tot en met 50 kg
dient voor een bolusinjectie de oplossing te worden verdund tot 1 mg/ml.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 520
Plerixafor
Merknaam
Mozobil
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 24 mg plerixafor in 1,2 ml oplossing (20 mg/ml)
F.T.G.
Immunomodulantia
Toedieningsroute
Subcutane injectie
Toedieningscategorie
Categorie A
Houdbaarheid
Zie vermelde datum op de verpakking, geen speciale opslagcondities zijn
noodzakelijk
Na openen: direct gebruiken
Bijzonderheden
-
Plerixafor mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of
infuusvloeistoffen worden toegedien
Heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing
1 ml bevat ongeveer 5 mg (0,2 mmol) natrium
pH = 6.0 – 7.5
Osmolaliteit = 260 – 320 mOsm/kg
Acute reacties
Reacties op de injectie- of infusieplaats, urticaria, periorbitale zwelling,
dyspneu of hypoxie
Bijwerkingen
Diarree, misselijkheid en reacties op injectie- of infusieplaats
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2013
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Plerixafor'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 521
Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat
vaccin
Merknaam
Synflorix®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 0,5 ml suspensie voor injectie pneumokokkenvaccin
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin bevat 10 pneumokokkenserotypen
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, lokaal erytheem. Zelden: anafylactische reactie.
Bijwerkingen
Zelden: exantheem, koorts, artralgie, paresthesieën.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2010
01-11-2011
Intramusculair: bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal halverwege de
dij
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin conjugaat
vaccin'
Datum
Wijziging
01-11-2011
Naam Monografie gewijzigd in: Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat
vaccin, was Pneumokokkenvaccin-13 valent. Merknaam veranderd: Synflorix,
was Prevenar. Bijzonderheden gewijzigd in: Pneumokokkenvaccin-10 valent
conjugaat vaccin bevat 10 pneumokokken-serotypen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 522
Pneumokokkenvaccin-23 valent
Merknaam
Pneumovax-23®
Afleveringsvorm
Flacon met 0,5 ml pneumokokkenvaccin
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal
halverwege de dij
Pneumokokkenvaccin-23 valent bevat 25 microg polysacchariden van elk
van 23 typen Streptococcus pneumoniae en is bedoeld voor vaccinatie van
kinderen> 2 jaar en volwassenen.
Bevat fenol als conserveermiddel.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, lokaal erytheem. Zelden: anafylactische reactie.
Bijwerkingen
Zelden: exantheem, koorts, artralgie, paresthesieën.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-11-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pneumokokkenvaccin-23 valent'
Datum
Wijziging
01-11-2010
Naam aangepast: Pneumokokkenvaccin-23 valent. Toedieningsroute:
Intramusculair: onverdund bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal
halverwege de dij. Bijzonderheden: Pneumokokkenvaccin-23 valent bevat 25
microg polysacchariden van elk van 23 typen Streptococcus pneumoniae en is
bedoeld voor vaccinatie van kinderen > 2 jaar en volwassenen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 523
Polidocanol
Merknaam
Aethoxysklerol®
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml, 0,5%), 20 mg = 2 ml (10 mg/ml, 1%),
40 mg = 2 ml (20 mg/ml, 2%), 60 mg = 2 ml (30 mg/ml, 3%) polidocanol
F.T.G.
Varicosclerosende middelen
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V. Volwassenen: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Flacon na aanprikken: 24 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
-
Bevat 5% alcohol.
Extravasatie moet worden voorkomen, omdat dit blijvend littekens kan
veroorzaken.
Intra-arterieel toedienen moet worden voorkomen, omdat hierbij ernstige
necrose van ledematen kan ontstaan.
In een horizontaal of 30°-45° hoger liggend been injecteren, als schuim of
middels de "air-block" techniek. Kleine varices worden met de 0,5%- of
met de 1%-oplossing, middelgrote met de 2%-oplossing en grote met de
3%-oplossing behandeld.
Maatregelen bij paraveneuze injectie: 5-20 ml NaCl 0,9% met
hyaluronidase injecteren op de injectieplaats.
Maatregelen bij intra-arteriële injectie: 5-10 ml lidocaine 1% of 2% en
heparine 500 IE injecteren, been in watten hullen en naar beneden
plaatsen.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische shock, orthostatische collaps.
Bijwerkingen
Irreversibele verkleuring van de injectieplaats, prutitus, necrose en ulceraties
op de injectieplaats. Zelden: diep veneuze trombose, embolie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Polidocanol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 524
Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij
mediastinitis
Bereiden
Gebruik een 1 liter NaCl 0,9% infuuszak. Haal hier 100 ml NaCl 0,9% uit.
Voeg 100 ml Betadine®-oplossing (= povidon-jood-oplossing 10%) toe aan de
overgebleven 900 ml NaCl 0,9% in de infuuszak.
Eindconcentratie: Povidon-jood 1%.
Houdbaarheid
Na bereiden: 24 uur bij kamertemperatuur
Toedieningsroute
Spoelsysteem
Snelheid: 1 liter/24 uur (0,69 ml/min)
Bijzonderheden
Let er op dat Betadine®-oplossing wordt gebruikt. Gebruik niet de alcohol,
scrub, shampoo, etc.
Betadine®-oplossing is een product dat autogeen steriel is. Na toevoeging aan
900 ml steriele NaCl 0,9% ontstaat een steriele spoelvloeistof.
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
-
Beheergegevens
Werking: antimicrobieel middel met een breed werkingsspectrum
Indicatie: irrigatie bij ernstige mediastinitis
Contra-indicaties: overgevoeligheid voor povidon-jood. Voorzichtigheid is
geboden bij patiënten met een afwijkende schildklierfunctie, patiënten met
een verminderde nierfunctie en bij patiënten met verminderde leverfunctie
Bijwerkingen: overgevoeligheid, verandering van de schildklierfunctie
(hyperthyreoïdie, hypothyreoïdie). Verder zijn gemeld: koorts, diarree,
neutropenie, metabole acidose, hypernatriëmie, aritmieën, insulten,
veranderingen in de leverfunctie en veranderingen in de mentale status.
Voorzorgen: tijdens de irrigatie dient de schildklierfunctie en de
leverfunctie regelmatig te worden gecontroleerd
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-10-2002
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij mediastinitis'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 525
Prednisolon
Merknaam
Prednisolon®
Afleveringsvorm
Ampul met 25 mg prednisolonnatriumsuccinaat poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Glucocorticoiden
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 25 mg prednisolonnatriumsuccinaat op in 1 ml water voor injecties
De concentratie is 25 mg/ml
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 25
mg/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in tenminste 20 minuten
Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5%
Intra-/peri-articulair: onverdund
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M. Volwassenen: VPK
I.V./Infusie: VPK
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Benzylpenicilline, heparine, kaliumchloride
Bijzonderheden
25 mg prednisolonnatriumsuccinaat komt overeen met 18,7 mg prednisolon
Acute reacties
Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Prednisolon'
Datum
Wijziging
01-03-2009
Prednisolon injectievloeistof is vervangen door poeder voor injectie.
Afleveringsvorm is aangepast.
01-10-2009
Het kopje Onverenigbaar met is verwijderd. Toegevoegd is het kopje
Verenigbaar met: benzylpenicilline, heparine, kaliumchloride.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 526
Prilocaine
Merknaam
Prilocaine®
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml, 2%) prilocaïne-hydrochloride
F.T.G.
Lokale anaesthetica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties. Zelden anafylactische shock.
Bijwerkingen
Methemoglobinemie, cyanose, paresthesieën.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-01-2012
Lokaal: voor infiltratie-, geleidings- en epiduraalanaesthesie
Intraveneus: voor intraveneuze regionale anaesthesie
Prilocaïne niet tegelijk met andere geneesmiddelen laten inlopen.
Intravasculaire toediening kan hypotensie, myocarddepressie en
convulsies veroorzaken.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Prilocaine'
Datum
Wijziging
01-01-2012
Afleveringsvorm gewijzigd: Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml, 2%)
prilocaine-hydrochloride.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 527
Procainamide
Merknaam
Pronestyl®
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 mg = 10 ml (100 mg/ml) procainamide-hydrochloride
F.T.G.
Anti-aritmica
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 50 mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp procainamide
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
heparine, hydrocortison, kaliumchloride, ranitidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
amiodaron, atracurium, dobutamine, lidocaine, netilmicine, verapamil
Y-site
-
fenytoine, milrinon
Infuus
Bijzonderheden
-
esmolol
-
Bevat natriumbisulfiet en benzylalcohol.
Toediening van procainamide moet onder bewaking van hemodynamische
parameters en het ECG plaatsvinden.
Donkergekleurde oplossingen dienen niet te worden toegediend.
-
Acute reacties
Angio-oedeem, urticaria, pruritus.
Bijwerkingen
Geleidingsstoornissen, hypotensie, misselijkheid, braken, diarree, bittere
smaak, duizeligheid, koorts, spierpijn, depressie, agranulocytose,
hemolytische anemie, trombocytopenie, leukopenie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur.
Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 528
Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 2 flacons (20 ml=2000 mg) procainamide met 20 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 50 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosis: onverdund, 200-1000 mg procainamide, intraveneus als
bolusinjectie, maximaal 50 mg/minuut
Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 2-5 ml/uur
Zie doseringsschema procainamide
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het hart en vertraagt de
geleidingssnelheid van impulsen in het hart, negatief inotroop
Indicatie: (supra)-ventriculaire ritmestoornissen
Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis, ernstige
decompensatio cordis
Bijwerking: misselijkheid, braken, huidreakties, psychose met
hallucinaties, koorts, gewrichts-en spierpijn
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-02-2014
Bereiden: Meng 2 flacons (20 ml=2000 mg) procainamide met 20 ml NaCl
0,9%. Houdbaarheid: 24 uur bij kamertemperatuur.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 529
Procainamide, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 50 mg/ml
Pompstand
Beheergegevens
Dosering
ml/uur
mg/minuut
mg/uur
mg/24 uur
2,1
1,8
104
2500
2,5
2,1
125
3000
2,9
2,4
145
3500
3,3
2,8
166
4000
3,8
3,1
188
4500
4,2
3,5
208
5000
4,6
3,8
230
5500
5,0
4,2
250
6000
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 530
Procainamide, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Voeg 500 mg = 5 ml procainamide toe aan 45 ml NaCl 0,9%. De
eindconcentratie is 10 mg/ml, 50 ml
> 5 kg: Voeg 2000 mg = 20 ml procainamide toe aan 20 ml NaCl 0,9%. De
eindconcentratie is 50 mg/ml, 40 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosis: onverdund, 2 mg/kg procainamide, intraveneus als bolusinjectie,
in 5 minuten
Onderhoudsdosis: 20-80 microg/kg/min
Zie doseringsschema procainamide
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het hart en vertraagt de
geleidingssnelheid van impulsen in het hart, negatief inotroop
Indicatie: (supra)-ventriculaire ritmestoornissen
Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis, ernstige
decompensatio cordis, myasthenia gravis
Bijwerking: geleidingsstoornissen, hypotensie, misselijkheid, braken,
huidreacties, koorts, gewrichts-en spierpijn, hallucinaties,
bloedbeeldafwijkingen
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-02-2014
Bereiden < 5 kg: Voeg 500 mg = 5 ml procainamide toe aan 45 ml NaCl
0,9%. > 5 kg: Voeg 2000 mg = 20 ml procainamide toe aan 20 ml NaCl
0,9%. Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij
kamertemperatuur. Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 531
Procainamide, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 mg/ml = 10000 microg/ml)
Rekendosering: 16,7 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
ml/uur
microg/kg/min
Beheergegevens
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
20
0,1
0,2
0,4
0,5
0,6
30
0,2
0,4
0,5
0,7
0,9
40
0,2
0,5
0,7
1,0
1,2
50
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
60
0,4
0,7
1,1
1,4
1,8
70
0,4
0,8
1,3
1,7
2,1
80
0,5
1,0
1,4
1,9
2,4
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 532
Procainamide, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (50 mg/ml = 50000 microg/ml)
Rekendosering: 83,5 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur
microg/kg/min
ml/uur
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
20
0,1
0,2
0,4
0,5
0,6
0,7
1,0
1,2
30
0,2
0,4
0,5
0,7
0,9
1,1
1,4
1,8
40
0,2
0,5
0,7
1,0
1,2
1,4
1,9
2,4
50
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
1,8
2,4
3,0
60
0,4
0,7
1,1
1,4
1,8
2,2
2,9
3,6
70
0,4
0,8
1,3
1,7
2,1
2,5
3,4
4,2
80
0,5
1,0
1,4
1,9
2,4
2,9
3,8
4,8
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 533
Promethazine
Merknaam
Promethazine®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) promethazine (als hydrochloride)
F.T.G.
Fenothiazinen, antihistaminica
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund, diep
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan 5-10 ml NaCl
0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 25 mg/minuut
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9% of glucose
5%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
I.V.: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
ciprofloxacine, fluconazol, ondansetron
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, atropine, droperidol, metoclopramide, midazolam, netilmicine,
pentazocine, pethidine, ranitidine
Y-site
-
cefalosporinen, furosemide, kaliumchloride, heparine, hydrocortison,
methylprednisolon, piperacilline-tazobactam
Infuus
Bijzonderheden
-
barbituraten, benzylpenicilline, chlooramfenicol, fenytoine, flucloxacilline,
morfine, natriumbicarbonaat, theofylline
-
Bevat kalium- en natriumsulfiet. Deze stoffen kunnen allergische reacties
veroorzaken.
Perivasculaire extravasatie en intra-arteriële toediening van de onverdunde
oplossing kan leiden tot ernstige weefselbeschadiging.
-
Acute reacties
Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, duizeligheid, moeheid, slecht coördinatievermogen,
maagdarmstoornissen, droge mond, accomodatiestoornissen, urineretentie,
spierslapte, tachycardie, bradycardie, hypotensie, veneuze trombose op
injectieplaats, fotosensibiliteit.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Promethazine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Verenigbaar met Infuus toegevoegd: midazolam.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 534
Propofol
Merknaam
Diprivan®
Afleveringsvorm
Ampul met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml) propofol
Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml) propofol
Voorgevulde spuit met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml) propofol
F.T.G.
Algemene anaesthetica
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, toedieningssnelheid is 40 mg (=
4 ml) in 10 seconden, bij patiënten met verhoogd risico (ASA III en IV) 20
mg (= 2 ml) in 10 seconden
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp propofol
Bij kinderen langzaam toedienen tot klinische tekenen van anaesthesie
verschijnen
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V. Volwassenen: IC
I.V. Kinderen: IC-arts
Infusie: G-VPK
Houdbaarheid
Onverdund in spuit 12 uur bij 20°C.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
alfentanil, bumetanide, dexamethason, dobutamine, dopamine, droperidol,
esketamine, esmolol, fentanyl, furosemide, granisetron, heparine,
kaliumchloride, lidocaine, metoclopramide, midazolam, morfine,
nitroglycerine, nitroprusside, pethidine, ranitidine, remifentanil,
ringerlactaat, sufentanil, suxamethonium, theofylline, tigecycline,
vancomycine, vecuronium
Y-site
-
amikacine, amfotericine B, atracurium, calciumchloride, diazepam,
fenytoine, gentamicine, methylprednisolon, netilmicine, tobramycine
-
Propofol injectievloeistof is gevoelig voor microbiologische
contaminatie. Een injectieflacon mag niet meer dan 1x worden
aangeprikt in verband met infectierisico van patiënten. Na het openen van
de ampul dient propofol onmiddellijk aseptisch te worden opgetrokken in
een steriele injectiespuit of een toedieningsset. Bij desinfectie van het
aanprikpunt dient gebruik gemaakt te worden van alcohol 70%. De
toediening moet onmiddellijk gebeuren en een aangehangen spuit mag
maximaal 12 uur lopen. Alle aangebroken verpakkingen dienen na
gebruik/aanprikken meteen weggegooid te worden
Cave langdurige toepassing van propofol bij kinderen!
Gelijktijdige toediening met andere infuusvloeistoffen dient zo dicht
mogelijk bij de patiënt plaats te vinden.
Wanneer propofol wordt gemengd met glucose 5% mag de
eindconcentratie niet lager zijn dan 2 mg/ml. Na verdunnen is de
houdbaarheid maximaal 6 uur
Het oplosmiddel is Intralipid®; bevat 1,1 kcal/ml.
Propofol kan pijn en tromboflebitis op de injectieplaats veroorzaken. Om
de pijn te verminderen, wordt toediening in een grote vene aanbevolen.
Eventueel kan propofol direct voor toedienen gemengd worden met
lidocaine 1% (1 ml lidocaine 1% toevoegen aan 20 ml propofol 10 mg/ml)
of met alfentanil (1 ml alfentanil toevoegen aan 20-50 ml propofol 10
mg/ml).
Propofol mag niet via een membraanfilter worden toegediend.
-
-
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Tromboflebitis. Bij aanvang toediening: excitatie, hypotensie, apnoe.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 535
Bij ontwaken: misselijkheid, braken, hoofdpijn, post-operatieve koorts.
Zelden: erytheem, bronchospasmen, convulsies, longoedeem.
Ten gevolge van langdurige toediening: groenverkleuring van de urine.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol'
Datum
Wijziging
01-12-2002
De houdbaarheid van onverdunde propofol is conform de bijsluiter aangepast
van 6 uur naar 12 uur.
01-08-2004
Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: midazolam.
01-04-2006
Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: ringerlactaat.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2008
N.a.v. microbiologische besmetting van patiënten via propofol injectievloeistof
in een ander ziekenhuis extra aandacht voor de houdbaarheid en risico’s op
contaminatie.
01-10-2009
Houdbaarheid: alleen onverdund in spuit 12 uur bij 20°C. Het kopje
Infuusvloeistoffen is verwijderd. Bij bijzonderheden eerste aandachtstreepje
zijn richtlijnen van de inspectie toegevoegd.
01-01-2012
Bijzonderheden (1e aandachtstreepje): - De toediening moet onmiddellijk
gebeuren en een aangehangen spuit mag maximaal 12 uur lopen.
01-06-2012
Bijzonderheden: toegevoegd “Bij desinfectie van het aanprikpunt dient
gebruik gemaakt te worden van alcohol 70%” “Na verdunnen is de
houdbaarheid maximaal 6 uur” “Alle aangebroken verpakkingen dienen na
gebruik/aanprikken meteen weggegooid te worden”.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: esketamine, granisetron, pethidine,
theofylline, tigecycline, vancomycine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 536
Propofol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 1 flacon op, onverdund
De eindconcentratie is 20 mg/ml
Houdbaarheid
Na optrekken in spuit: 12 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosis: 2-2,5 mg/kg als bolus
Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 15-50 ml/uur (voor sedatie
IC: 7-15 ml/uur)
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2008
Werking: werkt anaesthetisch
Indicatie: inductie en onderhoud anesthesie, sedatie
Contraindicatie: overgevoeligheid propofol
Bijwerking: geringe excitatie, apnoe, bradycardie, tromboflebi tis,
convulsies
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-12-2002
De houdbaarheid van onverdunde propofol is conform de bijsluiter aangepast
van 6 uur naar 12 uur.
01-12-2008
N.a.v. microbiologische besmetting van patiënten via propofol injectievloeistof
in een ander ziekenhuis extra aandacht voor de houdbaarheid en risico’s op
contaminatie.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 537
Propofol, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Trek aseptisch 1 ampul op, onverdund. De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid
Na optrekken in spuit: 12 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosis: 2-4 mg/kg intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosis: 4-5 mg/kg/uur. (Voor sedatie op de IC: 1-2 mg/kg/uur.)
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt anaesthetisch
Indicatie: inductie en onderhoud anaesthesie, sedatie
Contraindicatie: overgevoeligheid propofol. Voorzichtigheid is geboden bij
toediening bij jonge kinderen, bij cardiale en respiratoire aandoeningen,
lever- en nierfunctiestoornis, epilepsie.
Bijwerking: geringe excitatie, hypotensie, apnoe, bradycardie,
tromboflebitis, convulsies, bronchospasmen. Bij langdurige toediening:
groenverkleuring van de urine.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Houdbaarheid: na optrekken in spuit: 12 i.p.v. 6 uur bij 20°C
01-10-2009
Wijziging Bereiden: Trek aseptisch 1 ampul op, onverdund. Het kopje
Infuusvloeistoffen is verwijderd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 538
Propofol, doseringsschema spuitenpomp voor
kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (10 mg/ml)
Rekendosering: 1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur
ml/uur
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
35 kg
40 kg
50 kg
1,0
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
5,0
1,5
1,5
2,3
3,0
3,8
4,5
5,3
6,0
7,5
2,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
7,0
8,0
10,0
2,5
2,5
3,8
5,0
6,3
7,5
8,8
10,0
12,5
3,0
3,0
4,5
6,0
7,5
9,0
10,5
12,0
15,0
3,5
3,5
5,3
7,0
8,8
10,5
12,3
14,0
17,5
4,0
4,0
6,0
8,0
10,0
12,0
14,0
16,0
20,0
4,5
4,5
6,8
9,0
11,3
13,5
15,8
18,0
22,5
5,0
5,0
7,5
10,0
12,5
15,0
17,5
20,0
25,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 539
Protamine
Merknaam
Protamine 1000
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml, 1000 IE/ml) protamine-hydrochloride
F.T.G.
Antidota
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 20 mg/minuut en 50 mg/10 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Infuus
-
Onverenigbaar met
cimetidine, ranitidine, verapamil
Y-site
-
furosemide
Bijzonderheden
-
10 mg protamine neutraliseert ongeveer 1000 IE heparine.
Protamine is minder actief bij overdosering van laag moleculaire
heparinen. De verlenging van de stollingstijd door laag moleculaire
heparinen wordt volledig door protamine geneutraliseerd, maar van de
anti-Xa activiteit wordt slechts 25-50% tenietgedaan.
Acute reacties
Longoedeem, hypotensie, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, vermoeidheid. Ten gevolge van te snelle toediening:
hypotensie, bradycardie, dyspnoe, warmtegevoel, hematomen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protamine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2008
Toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100
ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten.
01-02-2014
Nieuw kopje Onverenigbaar met Y-site: furosemide.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 540
Protrombinecomplex
Merknaam
Beriplex®, P/N 250, Vierstollingsfactorenconcentraat
Afleveringsvorm
Flacon met ongeveer 250 IE (aantal eenheden per flacon kan wisselen)
protrombinecomplex poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Haemostatica
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Breng flacon met poeder voor injectie en oplosmiddel op kamertemperatuur
voor oplossen.
Los 250 IE protrombinecomplex op in 10 ml oplosmiddel (voor overbrengen
en hanteren van de mixvial2 verpakking, zie gebruiksaanwijzing).
Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden om
schuimvorming te voorkomen.
NB: Indien de flacon niet vacuum is de flacon niet gebruiken en retour naar
apotheek. Gebruik een nieuwe flacon.
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 210
IE/minuut (8 ml/minuut).
De bereide oplossing dient toegediend te worden via een afzonderlijke
infusielijn.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 8 uur bij 25°C
Bijzonderheden
-
Beriplex mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Bevat per ml tenminste 20 IE factor II, 10 IE factor VII, 20 IE factor IX en
22 IE factor X.
Heldere, licht opaalachtige oplossing. Gebruik geen oplossing die troebel is
of neerslag bevat
Acute reacties
Urticaria. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Koorts, koude rillingen, hoofdpijn, misselijkheid, slaperigheid, lethargie,
blozen, tintelingen, bloeddrukschommelingen. Ten gevolge van hoge
doseringen: trombo-embolische complicaties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protrombinecomplex'
Datum
Wijziging
01-04-2009
Wijziging merknaam in Beriplex P/N 250. Toedieningssnelheid is 210 IE/min
(8 ml/minuut). De bereide oplossing toedienen via een afzonderlijke
infusielijn. Houdbaarheid: 8 uur bij 25oC. Zie ook bijzonderheden.
01-09-2011
Toegevoegd bij Bereiden: NB: Indien de flacon niet vacuum is de flacon niet
gebruiken en retour naar apotheek. Gebruik een nieuwe flacon.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 541
Protrombinecomplex, geactiveerd
Merknaam
Feiba
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 EH geactiveerd protrombinecomplex gevriesdroogd poeder
en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
F.T.G.
Haemostatica
Bereiden
-
-
-
-
Warm de ongeopende injectieflacon met oplosmiddel (water voor injecties)
op tot kamertemperatuur (15-25°C)
Verwijder de beschermkapjes van beide flacons en reinig de rubberen stop
In de verpakking is een speciale transfernaald ingesloten. Verwijder een
van de beschermkapjes van de transfernaald. Druk de vrije naald door de
rubberen stop van de injectieflacon met oplosmiddel
Neem het andere beschermkapje van de transfernaald zonder het vrije
uiteinde van de naald aan te raken
Draai de injectieflacon met oplosmiddel om en druk de vrije naald door de
injectieflacon met gevriesdroogd poeder. Door het vacuum wordt het
oplosmiddel opgezogen in de injectieflacon met gevriesdroogd poeder
Trek de naald en de injectieflacon met oplosmiddel tegelijk uit de
injectieflacon met gevriesdroogd poeder. Versnel het oplossingsproces
door de flacon voorzichtig om te zwenken
Zodra het poeder volledig is opgelost, duw de ingesloten ontluchtingsnaald
in de injectieflacon om het gevormde schuim te laten verdwijnen.
Verwijder de ontluchtingsnaald
Toedieningsroute
Intraveneuze injectie, de maximale toedieningssnelheid is 2 EH/kg
lichaamsgewicht per minuut
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
De inhoud van de flacon is voor eenmalig gebruik. De gereconstitueerde
oplossing moet onmiddellijk worden toegediend
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Overgevoeligheidsreacties
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2013
geen
De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes
zijn
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protrombinecomplex, geactiveerd'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 542
Pyridoxine
Merknaam
Pyridoxine, Vitamine B6
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) pyridoxine-hydrochloride
F.T.G.
Vitamines
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Andere wateroplosbare vitaminen
Bijzonderheden
Pyridoxine is een bestanddeel van totaal parenterale voeding.
Acute reacties
Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen
Ten gevolge van langdurige toediening: ataxie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pyridoxine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 543
Parenteralia Q
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 544
Parenteralia R
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 545
Ranitidine
Merknaam
Zantac®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) ranitidine (als hydrochloride)
F.T.G.
H 2 -antagonisten bij peptische aandoeningen
Toedieningsroute
Volwassenen
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: geadviseerd wordt: 50 mg = 2 ml
toegevoegd aan 18 ml NaCl 0,9% of glucose 5%; lagere verdunning kan,
mits de maximale toedieningssnelheid van 25 mg/minuut niet wordt
overschreden
Intraveneus als kortlopend infuus: 50 mg = 2 ml toegevoegd aan 50-100
ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 20 minuten
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp ranitidine
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot
een concentratie van 2,5 mg/ml, langzaam
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 0,5 mg/ml, in 30 minuten (ref. 17) (maximale
concentratie bij vochtbeperking is 2,5 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, atracurium, ceftazidim, cefuroxim, ciprofloxacine, esmolol,
fentanyl, filgrastim, fluconazol, granisetron, labetalol, lorazepam,
midazolam, milrinon, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, ondansetron,
pancuronium, piperacilline, piperacilline-tazobactam, procainamide,
propofol, thiopental, vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, dexamethason, digoxine,
dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, flucloxacilline,
furosemide, gentamicine, heparine, insuline, isoprenaline, kaliumchloride,
lidocaine, meropenem, methylprednisolon, nitroprusside, norepinefrine,
pethidine, promethazine, protamine, theofylline, tobramycine,
vancomycine
Infuus
-
amfotericine B, cefazoline, ceftazidim, cefuroxim, clindamycine, diazepam,
fenobarbital, midazolam
Acute reacties
Zelden: urticaria, rash, koorts, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Zelden: reversibele leverfunctiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen, hoofdpijn,
duizeligheid, verwardheid, depressie, bradycardie, hypotensie,
visusstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 546
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ranitidine'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Toedieningsroute volwassenen: mag intraveneus als kortlopend infuus ook
worden toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 547
Ranitidine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 6 ampullen (12 ml=300 mg) met 36 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
De eindconcentratie is 6,25 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke pompstand is: 2 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: remt de basale en gestimuleerde maagzuursecretie
Indicatie: slokdarm/maag/duodenumbloedingen, Zollinger Ellisonsyndroom, ernstige reflux-oesophagitis
Bijwerking: overgevoeligheidsreakties, hoofdpijn, stijging leverenzymen
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ranitidine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 548
Rasburicase
Merknaam
Fasturtec®
Afleveringsvorm
Flacon met 1,5 mg rasburicase poeder voor infusie + ampul met 1 ml
oplosmiddel.
F.T.G.
Overige jichtmiddelen
Oplosmiddel
Water voor injecties met poloxamer 188 (meegeleverd)
Bereiden
Los 1,5 mg rasburicase op in 1 ml oplosmiddel (meegeleverd). De
concentratie is 1,5 mg/ml.
Toedieningsroute
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9%, in 30
minuten.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen: 24 uur bij 2-8°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Glucose 5%
Bijzonderheden
-
Rasburicase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of
geneesmiddelen worden toegediend.
Rasburicase katalyseert de omzetting van urinezuur tot allantoïne, waarbij
waterstofperoxide ontstaat. Dit kan aanleiding geven tot o.a. hemolytische
anemie.
Acute reacties
Allergische reacties: huidreacties, bronchospasmen.
Bijwerkingen
Koorts, misselijkheid, braken diarree, hoofdpijn, huiduitslag, bronchopasmen,
zelden: hemolytische anemie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-10-2002
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rasburicase'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 549
Refludan
Merknaam
Refludan®
Afleveringsvorm
Lepirudine 50 mg poeder voor oplossing voor injectie of intraveneuze infusie
F.T.G.
Antithrombotica
Oplosmiddel
Water voor injecties of natriumchloride 0,9%
Bereiden
Lepirudine 50 mg: spuit 1 ml water injecties of NaCl 0,9% in de vacuümflacon
en schud deze voorzichtig. Binnen 3 minuten ontstaat een heldere oplossing
De eindconcentratie is 50 mg/ml
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: verdund met 9 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 5 mg/ml. De injectie moet langzaam worden
toegediend
Continue intraveneuze infusie: oplossing met een concentratie van 2
mg/ml (persfusiepomp op geleide van het lichaamsgewicht)
Lichaamsgewicht
(kg)
50
60
70
80
90
100
= of > 110
Infuussnelheid (ml/uur)
Dosering 0,15 mg/kg
Lichaamsgewicht per uur
3,8
4,5
5,3
6,0
6,8
7,5
8,3
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen onmiddellijk gebruiken
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij kamertemperatuur
(20°C)
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9% en glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
amiodaron
Onverenigbaar met
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen
Bijzonderheden
-
Voor toediening dient de oplossing op kamertemperatuur gebracht te
worden
Gebruik geen oplossingen die troebel zijn of deeltjes bevatten
Acute reacties
Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, allergische huidreacties, jeuk,
opvliegers, koorts, rillingen, anafylactische/anafylactoide reacties
Bijwerkingen
Bloedingen: anemie, bloeduitstortingen, bloedingen op de plaats van injectie,
neusbloedingen, bloed in urine, bloedingen van de maag of de darmen,
vaginale bloedingen, rectale bloedingen, longbloedingen, bloedingen in de
borstholte na een operatie en hersenbloedingen
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-10-2008
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 550
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Refludan'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 551
Remifentanil
Merknaam
Ultiva®
Afleveringsvorm
Flacon met 2 mg remifentanil (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Analgetica, opioiden
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden
Los 2 mg remifentanil op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 30 seconden
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen
Intraveneus PCA: zie geneesmiddelenprotocol remifentanil PCA,
spuitenpomp voor volwassenen
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V. Volwassenen: IC-arts
I.V. Kinderen: IC-arts
Infusie: IC
PCA gynaecologie: gynaecologen, geautoriseerde AIOS en klinisch
verloskundigen
Houdbaarheid
Na oplossen: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
aciclovir, alfentanil, amikacine, amrinon, bumetanide, buprenorfine,
calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim,
cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason,
diazepam, digoxine, dobutamine, dopamine, doxycycline, droperidol,
enalaprilaat, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, fenylefrine,
fluconazol, furosemide, ganciclovir, gentamicine, haloperidol, heparine,
hydrocortison, imipenem, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam,
magnesiumsulfaat, mannitol, methylprednisolon, metoclopramide,
metronidazol, midazolam, morfine, natriumbicarbonaat, netilmicine,
nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron, pethidine,
piperacilline/tazobactam, procainamide, prochloorperazine, promethazine,
propofol, ranitidine, sufentanil, theofylline, thiopental, tobramycine,
vancomycine, zidovudine
Infuus
-
amfotericine B, chloorpromazine
-
Bolusinjectie wordt niet aanbevolen.
Remifentanil dient te worden toegediend onder monitoring van de
ademhalings- en cardiovasculaire functies.
Het analgetische effect van remifentanil is binnen vijf minuten na
stopzetten van het infuus verdwenen.
-
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, hypotensie, spierrigiditeit, rillen, bradycardie, acute
ademhalingsdepressie, apnoe, hypoxie, constipatie, sedatie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 552
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil'
Datum
Wijziging
01-02-2005
Geneesmiddelprotocol Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen
toegevoegd.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2012
Afleveringsvorm: alleen 2 mg aanwezig. Toedieningsroute: - Intraveneus PCA:
zie geneesmiddelenprotocol remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen.
Bekwaamheidsniveau: PCA gynaecologie: gynaecologen, geautoriseerde AIOS
en klinisch verloskundigen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 553
Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 2 mg remifentanil op in 40 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 50 microg/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosering algemeen: 50 microg/kg/uur gedurende 2-3 min.
Onderhoudsdosering: zie behandelprotocollen
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening.
Het analgetisch effect is binnen 3-5 minuten na stopzetten van het infuus
verdwenen.
Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding
Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis
Bijwerkingen: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie,
spierrigiditeit, misselijkheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2005
01-01-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-01-2012
Bereiden: Los 2 mg remifentanil op in 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie
is 50 microg/ml. Toedienen via spuitenpomp: Oplaaddosering algemeen: 50
microg/kg/uur gedurende 2-3 min. Onderhoudsdosering: zie
behandelprotocollen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 554
Remifentanil PCA, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Los 2 mg remifentanil op in 100 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 20 microg/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Patient doseert zelf op geleide van effect
Iedere bolus bevat 30 microg remifentanil, aanpassingen van 20 tot 40 microg
zijn mogelijk, zie behandelprotocol gynaecologie
Toegangsweg
IV
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening.
Het analgetisch effect is binnen 3-5 minuten na stopzetten van het infuus
verdwenen.
Indicatie: acute pijnbestrijding bij partus
Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis
Bijwerkingen: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie,
spierrigiditeit, misselijkheid
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2012
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 555
Rhesus (D) immunoglobuline
Merknaam
RheDQuin
Afleveringsvorm
Flacon met 375 IE = 2 ml (187,5 IE/ml) en 1000 IE = 2 ml (500 IE/ml)
Rhesus (D) immunoglobuline
F.T.G.
Immunoglobulinen
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten bij voorkeur in de M. deltoideus
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na aanprikken: 4 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
Bevat glycine en thiomersal.
Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het
klinisch gebruik is dit geen beletsel.
Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur
brengen.
Toediening moet binnen 48 uur na bevalling of ingreep plaatsvinden;
daarna is het effect dubieus. Na 14 dagen is toediening zinloos.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem.
Bijwerkingen
Koorts.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rhesus (D) immunoglobuline'
Datum
Wijziging
01-12-2004
Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn
niet gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 556
Rifampicine
Merknaam
Rifadin®
Afleveringsvorm
Flacon met 600 mg rifampicine poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Tuberculosemiddelen
Oplosmiddel
Oplosmiddel (bijgeleverd)
Bereiden
Los 600 mg rifampicine op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 60 mg/ml.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als infuus: 600 mg toegevoegd aan 500 ml glucose 5%, in 13 uur
Kinderen
-
Intraveneus als infuus: verdund met glucose 5% tot een concentratie van
1 mg/ml, in 2 uur (maximale concentratie bij vochtbeperking is 6 mg/ml;
in verband met de houdbaarheid dient de dosis dan binnen 30 minuten te
worden toegediend)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 24 uur bij 20°C buiten invloed van licht.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 6 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden
-
-
Rifampicine dient niet gelijktijdig met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen toegediend te worden.
Na toediening van rifampicine kan rode verkleuring van urine, zweet,
sputum en traanvocht optreden. Dit kan verkleuring van zachte
contactlenzen en kleding veroorzaken.
Bij langdurige toepassing dienen de leverfunctie en het bloedbeeld
regelmatig te worden gecontroleerd.
In geval van volumerestrictie kan 600 mg aan 100 ml glucose 5% worden
toegevoegd en in 30 minuten worden toegediend.
Het bijgeleverde oplosmiddel bevat 0,05 mg polysorbaat 80 per ml. In
glucose 5% en NaCl 0,9% lost rifampicine niet op.
Rifampicine mag niet intramusculair of subcutaan worden toegediend.
Extravasatie moet worden voorkomen.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, maagdarmstoornissen, leverfunctiestoornissen, sufheid,
hoofdpijn, duizeligheid, koorts, dyspnoe, spierzwakte, ataxie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rifampicine'
Datum
Wijziging
01-10-2009
Houdbaarheid: na verdunnen in infuusvloeistof 6 i.p.v. 4 uur en na oplossen
24 uur bij 20°C buiten invloed van licht.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 557
Ringerlactaat
Merknaam
Ringerlactaat
Afleveringsvorm
Zak met 500 of 1000 ml Ringerlactaat infuusvloeistof
F.T.G.
Electrolytoplossingen
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als infuus: onverdund
Kinderen
-
Intraveneus als infuus: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Acetazolamide, aciclovir, albumine, allopurinol, amikacine, ascorbinezuur,
benzylpenicilline, calciumglubionaat, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon,
chlooramfenicol, chloorpromazine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol,
dexamethason, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine,
fenobarbital, flucloxacilline, fluconazol, folinezuur, furosemide, heparine,
hydrocortison, gentamicine, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam,
metoclopramide, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron,
pentobarbital, piperacilline, promethazine, ranitidine, tobramycine,
vancomycine
Onverenigbaar met
Amfotericine B, amoxicilline, diazepam, fenytoine, haloperidol, imipenem,
midazolam, natriumkaliumfosfaat, natriumbicarbonaat
Bijzonderheden
Bevat per liter: natriumchloride 6 gram, calciumchloride –2– water 0,28 gram,
kaliumchloride 0,4 gram en natriumlactaat 3,3 gram. Dit komt overeen met
131 mmol natrium, 1,8 mmol calcium, 5,4 mmol kalium en 29 mmol lactaat.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2002
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ringerlactaat'
Datum
Wijziging
01-10-2002
Aan Verenigbaar met is heparine toegevoegd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 558
Risperidon depot
Merknaam
Risperdal Consta®
Afleveringsvorm
Flacon met 25 mg en 37,5 mg Risperidon poeder voor suspensie voor injectie
F.T.G.
Antipsychoticum
Oplosmiddel
Polysorbaat 20 oplosmiddel (bijgeleverd in injectiespuit)
Bereiden
Laat het geneesmiddel en oplosmiddel eerst op kamertemperatuur komen.
Bevestig een van de Hypoint-naalden op de injectiespuit. Spuit al het
oplosmiddel in de flacon met poeder. Verwijder de naald. Schud de flacon
krachtig gedurende tenminste 10 seconden. Het mengen is voltooid wanneer
alle poeder volledig is gedispergeerd en de suspensie homogeen, dik en
melkachtig van kleur is. Verwissel de ene Hypoint-naald voor de andere
Hypoint-naald. Houdt de injectieflacon rechtop en zuig alle suspensie uit de
flacon. Trek nu de injectiespuit uit de injectieflacon en verwijder de Hypointnaald. Zet de Needle-Pro naald op de injectiespuit, verwijder de lucht uit de
injectiespuit en dien de injectie toe
Toedieningsroute
Intramusculair
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: arts
Houdbaarheid
Bij kamertemperatuur 6 uur. Voor gebruik schudden tot homogene suspensie
Bijzonderheden
-
Risperdal Consta® is een preparaat met verlengde afgifte, de werking start
na ca 3 weken en duurt tot ca 5 weken na injectie
De injectie mag alleen per diepe intragluteale injectie worden gegeven en
dient afwisselend in de linker of rechter bilspier te worden geïnjecteerd
Bevat o.a. lactide-co-glycolide-polymeer, polysorbaat 20 en
carmellosenatrium
Suspensie mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen
Acute reacties
Pijn op de injectieplaats
Bijwerkingen
O.a. trillen, niet stil kunnen zitten, toegenomen speekselproductie, traagheid,
vermoeidheid
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2005
01-04-2006
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Risperidon depot'
Datum
Wijziging
01-04-2006
Toevoeging bij afleveringsvorm: 37,5 mg Risperidon poeder
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 559
Rituximab
Merknaam
MabThera®
Afleveringsvorm
Flacon met 100 mg = 10 ml en 500 mg = 50 ml (10 mg/ml) rituximab
F.T.G.
Immunomodulantia
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
concentratie van 1-4 mg/ml.
Infusiesnelheid: bij de eerste toediening 50 mg/uur, eventueel iedere 30
minuten verhogen met 50 mg/uur tot een maximum van 400 mg/uur.
Bij de volgende toedieningen starten met een infusiesnelheid van 100 mg/uur,
eventueel iedere 30 minuten verhogen met 100 mg/uur tot een maximum van
400 mg/uur.
Toedieningscategorie
Categorie B en C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Acute reacties
Koorts, rillingen, allergische reacties. Indien een allergische reactie optreedt,
kan de toediening worden onderbroken of de toedieningssnelheid verminderd,
zodat symptoombestrijding kan plaatsvinden.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, rash, vermoeidheid, hoofdpijn, jeuk, bronchospasmen,
dyspnoe, angiooedeem, rhinitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rituximab'
Datum
Wijziging
01-02-2004
Januari 2004: flacon van 50 ml opgenomen in het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 560
Rocuronium
Merknaam
Esmeron®
Afleveringsvorm
Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml) rocuroniumbromide
F.T.G.
Spierrelaxantia
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
De ampullen in de koelkast bewaren bij 2-8°C. De ampullen zijn buiten de
koelkast bij een temperatuur tot 30°C maximaal 12 weken houdbaar. Eenmaal
buiten de koelkast bewaard mag het product niet teruggeplaatst worden. De
bewaartermijn mag de uiterste houdbaarheidstermijn niet overschrijden.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intraveneus als injectie: onverdund
Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of
glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Alfentanil, amoxicilline, ceftazidim, cefuroxim, cimetidine, clonazepam,
clonidine, dobutamine, dopamine, epinefrine, esmolol, fentanyl, gentamicine,
heparine, isoprenaline, kaliumchloride, esketamine, labetalol, lidocaine,
mannitol, metoclopramide, metoprolol, midazolam, milrinon, morfine,
natriumbicarbonaat, nifedipine, nimodipine, nitroglycerine, nitroprusside,
norepinefrine, pancuronium, pethidine, promethazine, ranitidine, sufentanil,
suxamethonium, vecuronium, verapamil
Onverenigbaar met
Amfotericine B, azathioprine, cefazoline, dexamethason, diazepam,
enoximon, erythromycine, famotidine, furosemide, gallamine, hydrocortison,
insuline, prednisolon, thiopental, trimethoprim, vancomycine
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Zelden: urticaria, anafylactische reacties.
Bijwerkingen
Jeuk, erytheem op injectieplaats, bronchospasmen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2008
De ampullen dienen in de koelkast bewaard te worden.
Het product is buiten de koelkast maximaal 12 weken bij
kamertemperatuur houdbaar.
Eenmaal buiten de koelkast bewaard mag het product niet teruggeplaatst
worden.
Vermeld op de verpakking wanneer het product buiten de koelkast is
geplaatst.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rocuronium'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Spuitenpomp voor volwassenen toegevoegd.
01-10-2003
Ampullen van 5 ml i.p.v. 10 ml. De sterkte is ongewijzigd.
01-06-2008
Handboek Parenteralia VUmc
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
geprint op 28 januari 2014
pagina 561
01-10-2008
Uitbreiding “Houdbaarheid” en toevoeging “Bijzonderheden”
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 562
Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Trek 4 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund op. De
eindconcentratie is 10 mg/ml.
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect; pompstand kan per patiënt worden
aangepast door de mate van relaxatie te monitoren door middel van
relaxografie c.q. myotest.
Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,5 - 4 ml/uur.
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na
toediening.
Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld in
verband met intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen,
eventueel tijdens mechanische ventilatie op de IC.
Bijwerkingen: zelden overgevoeligheidsreacties, hypotensie.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2002
01-10-2003
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-10-2003
Ampullen van 5 ml i.p.v. 10 ml. De sterkte is ongewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 563
Ropivacaine
Merknaam
Naropin®
Afleveringsvorm
Ampul met 150 mg = 20 ml (7,5 mg/ml, 0,75%) en 40 mg = 20 ml (2 mg/ml,
0,2%) ropivacaine hydrochloride
Infuuszak met 400 mg = 200 ml (2 mg/ml, 0,2%) ropivacaine hydrochloride
F.T.G.
Locale anaesthetica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Lokaal voor infiltratieanaesthesie: 2 mg/ml
Epiduraal als bolusinjectie: 2-7,5 mg/ml
Epiduraal als infuus: 2 mg/ml. De toedieningssnelheid is afhankelijk van de
plaats van injectie gebruikelijk 6-14 ml/uur
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
methylprednisolon
Infuus
-
Clonidine, fentanyl, morfine, sufentanil
Onverenigbaar met
Natriumbicarbonaat
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, hypotnesie, misselijkheid.
Bijwerkingen
Paresthesieën, duizeligheid, hoofdpijn, urineretentie, koorts, stijfheid, rugpijn.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-10-2007
geen
Ropivacaine slaat neer in alkalisch milieu
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ropivacaine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 564
Parenteralia S
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 565
Salbutamol
Merknaam
Ventolin®
Afleveringsvorm
Ampul met 500 microg = 1 ml (0,5 mg/ml) salbutamol (als sulfaat)
F.T.G.
Sympathicomimetica bij CARA
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M.: VPK
I.V.: IC-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp salbutamol
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Bijzonderheden
Infuus
-
kaliumchloride
-
Salbutamol dient onder bewaking van hemodynamische parameters, het
ECG en serumkaliumconcentraties te worden toegediend.
De inhalatie vloeistof mag intraveneus gegeven worden. Meng 1 ampul 25
mg = 10 ml met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,5 mg/ml.
-
Acute reacties
Zelden: urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen, hypotensie, collaps. Bij
kinderen: hyperactiviteit, hallucinaties. Na intramusculaire toediening:
pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Tachycardie, hartkloppingen, tremor, nervositeit. Zelden: misselijkheid,
braken, toename van de eetlust, hoofdpijn, spierkramp,
bloeddrukschommelingen, transpireren, verwijde pupillen, slapeloosheid,
hyperglycemie, hypokaliëmie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Bijzonderheden: de inhalatie vloeistof mag intraveneus gegeven worden.
Meng 1 ampul 25 mg = 10 ml met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is
0,5 mg/ml. Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 566
Salbutamol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 10 ampullen (10 ml=5000 microg) met 40 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 100 microg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Dosering: 3-20 microg/min, op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur
Zie doseringsschema salbutamol
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Werking: direct werkend, selectief ß2-sympathicomimeticum
Indicatie: status asthmaticus
Contraindicatie: hyperthyroïdie, ritmestoornissen en hypokaliëmie
Bijwerking: tremor, tachycardie, perifere vaatverwijding, hyperglycemie,
acidose en hypokaliëmie
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 567
Salbutamol, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 100 microg/ml
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
microg/uur
1
100
2
200
3
300
4
400
5
500
6
600
7
700
8
800
9
900
10
1000
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 568
Selenium
Merknaam
Selenase®
Afleveringsvorm
Injectieflacon met 500 microg = 10 ml mg (50 microg/ml) selenium (als
natriumseleniet pentahydraat)
F.T.G.
Electrolyten en mineralen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
I.V.: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Intraveneus als bolusinjectie
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% in 6-8 uur
Intramusculair
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Y-site
-
ascorbinezuur
Bijzonderheden
-
500 microg selenium komt overeen met 6,4 micromol
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2006
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Selenium'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 569
Sildenafil
Merknaam
Revatio®
Afleveringsvorm
Flacon met 12,5 ml = 10 mg (0,8 mg/ml) sildenafil (als citraat)
F.T.G.
Fosfodiesterase type 5-remmers, pulmonale antihypertensiva
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneuze bolusinjectie van 10 mg = 12,5 ml (aanbevolen dosering)
Er is geen verdunning of reconstitutie nodig bij dit middel
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: Arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Acute vermindering of verlies van gezichtsvermogen
Bijwerkingen
Blozen, flatulentie, hoofdpijn, lage bloeddruk, misselijkheid, opvliegers.
Zeldzaam: priapisme, plotselinge doofheid
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-07-2011
01-09-2011
Heldere, kleurloze oplossing
Hulpstoffen zijn glucose en water voor injecties
Geen speciale bewaarcondities voor dit geneesmiddel
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sildenafil'
Datum
Wijziging
01-09-2011
Afleveringsvorm gewijzigd in flacon met 12,5 ml = 10 mg (0,8 mg/ml)
sildenafil (als citraat). Tekst bij Toedieningsroute en Houdbaarheid aangepast.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 570
Soja-olie, gezuiverd
Merknaam
Intralipid®
Afleveringsvorm
Flacon met 200 mg/ml gezuiverde soja-olie; 100 ml en 500 ml emulsie voor
infusie
F.T.G.
Dieetpreparaten en voedingsmiddelen
Bereiden
De zak dient omgezwenkt te worden voor gebruik
Toedieningsroute
Intraveneus
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Binnen 24 uur gebruiken nadat de flacon uit de koelkast is gehaald (inclusief
toedienieningstijd)
Infuusvloeistoffen
N.v.t.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Soluvit, Vitintra
Bijzonderheden
-
Voor volwassenen dient de duur van het 500 ml infuus tenminste 5 uur te
zijn (100 ml per uur)
Voor kinderen geldt dat de infuussnelheid maximaal 0,85 ml per kg per
uur mag zijn
De serum triglyceridespiegel dient dagelijks te worden gecontroleerd
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met nier- en
leverfunctiestoornissen
Acute reacties
Anafylactische reactie
Bijwerkingen
Lichte stijging lichaamstemperatuur, rillingen, misselijkheid, braken, dyspnoe,
hoofdpijn, priapisme (zelden), verandering bloeddruk, huiduitslag
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2013
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Soja-olie, gezuiverd'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 571
Somatoreline
Merknaam
GHRH, Somatobiss®
Afleveringsvorm
Flacon met 50 microg somatoreline (als acetaat-x-water) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus
Oplosmiddel
NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bereiden
Los 50 microg somatoreline op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 50
microg/ml.
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
Somatoreline wordt gebruikt bij diagnostisch onderzoek van de
hypofysefunctie en is bedoeld voor eenmalige toediening.
Acute reacties
Hot flushes.
Bijwerkingen
Kortdurend reuk- en smaakstoornissen. Zelden: hoofdpijn.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatoreline'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 572
Somatostatine
Merknaam
Somatostatine®
Afleveringsvorm
Ampul met 250 microg somatostatine (als acetaat) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Hypothalamushormonen
Oplosmiddel
NaCl 0,9% (bijgeleverd)
Bereiden
Los 250 microg somatostatine op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 250
microg/ml.
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: 250 microg in tenminste 1 minuut
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC
Houdbaarheid
Direct na bereiden toedienen.
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties.
Bijwerkingen
Ten gevolge van snelle toediening: warmtegevoel, misselijkheid. Verlaging, en
later verhoging, van het bloedsuikergehalte.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatostatine'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 573
Somatropine
Merknaam
Zomacton®
Afleveringsvorm
Flacon met 4 mg somatropine poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Hypofysevoorkwabhormonen
Oplosmiddel
Zoutoplossing (bijgeleverd)
Bereiden
Los 4 mg somatropine op in 3,2 ml oplosmiddel, de concentratie is 1,3 mg/ml.
Niet schudden tijdens de bereiding!
Toedieningsroute
Subcutaan: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 14 dagen bij 4°C, buiten invloed van licht.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Oedeem, hypertensie, gewrichtspijn, paresthesieën, hypothyreoïdie,
hoofdpijn, hyperglycemie, glucosurie.
Ten gevolge van intramusculaire toediening: hypoglycemie. Zelden: benigne
intracraniale hypertensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2006
1 mg komt overeen met 3 IE
Bevat mannitol en benzylalcohol.
Subcutane toediening is minder pijnlijk dan intramusculaire toediening en
geeft een regelmatiger therapeutisch effect. Om atrofie te voorkomen
wordt aanbevolen van injectieplaats te wisselen.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatropine'
Datum
Wijziging
01-02-2006
Wijziging houdbaarheid van 24 uur in 14 dagen bij 40C, buiten invloed van
licht en wijziging afleveringsvorm in flacon met 4 mg.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 574
Sotalol
Merknaam
Sotacor®
Afleveringsvorm
Ampul met 40 mg = 4 ml (10 mg/ml) sotalol-hydrochloride
F.T.G.
ß-blokkers, anti-aritmica
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
Sotalol moet onder bewaking van hemodynamische parameters en het ECG
worden toegediend.
Bijwerkingen
Dyspnoe, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, koude extremiteiten,
bronchospasmen, bradycardie, hypotensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Intraveneus als bolusinjectie: 20-120 mg, in 10 minuten
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp Sotalol
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol'
Datum
Wijziging
01-02-2004
Er bestaat geen spuitenpompprotocol.
01-02-2007
Toedieningsroute: intraveneus met behulp van spuitenpomp
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 575
Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
12 ampullen (48 ml=480 mg) optrekken
De eindconcentratie is 10 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect, ECG en hemodynamische parameters
Gebruikelijke pompstanden zijn aanvankelijk: 0,5-1,5 mg/kg in 10 min.
Onderhoud: 0,2-0,5 mg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Indicatie: acute ventriculaire aritmieën, geprogrammeerde electrische
stimulatie, hypertensie
Bijwerking: dyspnoe, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, koude
extremiteiten, bronchospasmen, bradycardie, hypotensie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2007
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 576
Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 10 mg/ml
pompstand
Beheergegevens
dosering
ml/uur
mg/uur
mg/24 uur
1,0
10
240
2,0
20
480
3,0
30
720
4,0
40
960
5,0
50
1200
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2007
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 577
Spoorelementen
Merknaam
Peditrace®, Addamel-N®
Afleveringsvorm
Ampul met 10 ml spoorelementen
F.T.G.
Electrolyten en mineralen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, 20%, Ringerlactaat, NaCl/glucose
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml infuusvloeistof, in 6-8 uur
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
Infuus
-
cimetidine
-
Spoorelementen zijn een bestanddeel van totaal parenterale voeding
(TPV).
Oplossingen niet onverdund toedienen.
Spoorelementen worden op gezette tijden in de apotheek aan TPV
toegevoegd. Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur.
Peditrace® bevat per ampul: zink 38 micromol, koper 3,2 micromol,
mangaan 0,18 micromol, selenium 0,25 micromol, fluoride 30 micromol,
jodide 0,079 micromol.
Addamel-N® bevat per ampul: ijzer 20 micromol, zink 100 micromol,
mangaan 5 micromol, selenium 0,4 micromol, koper 20 micromol, chroom
0,2 micromol, molybdeen 0,2 micromol, fluoride 50 micromol, jodide 1
micromol
-
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-11-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Spoorelementen'
Datum
Wijziging
01-10-2003
Tracutil® is vervangen door Nutritrace® . De samenstelling is gelijk.
01-02-2008
Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus: 1 ampul
toegevoegd aan 2000 ml structokabiven.
01-05-2009
Toedieningsroute: Intraveneus als langlopend infuus: 1 ampul toegevoegd aan
2000 ml StructoKabiven, 2500 ml Nutriflex Lipid Plus of 2000 ml Nutriflex Plus
48/150. Bij bijzonderheden zijn twee nieuwe opmerkingen (3e en 4e)
toegevoegd.
01-12-2009
Toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus verwijderd. Bij
bijzonderheden is 4e opmerking (toevoegen van spoorelementen etc.)
verwijderd. Bij opmerking 3: spoorelementen worden in de apotheek van
maandag t/m vrijdag (08.00-13.00 uur) aan TPV toegevoegd
01-11-2013
Merknaam: Nutritrace gewijzigd in Addamel-N. Afleveringsvorm: ampul met
10 ml spoorelementen. Bijzonderheden: Addamel-N bevat per ampul: ijzer 20
micromol, zink 100 micromol, mangaan 5 micromol, selenium 0,4 micromol,
koper 20 micromol, chroom 0,2 micromol, molybdeen 0,2 micromol, fluoride
50 micromol, jodide 1 micromol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 578
Streptokinase
Merknaam
Streptase®
Afleveringsvorm
Flacon met 250.000 IE en 1.500.000 IE streptokinase poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Trombolytica
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden
-
Toedieningsroute
-
Los 250.000 IE streptokinase op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is
50.000 IE/ml.
Los 1.500.000 IE streptokinase op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is
150.000 IE/ml.
Voorzichtig oplossen. Niet schudden i.v.m. schuimvorming.
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%,
500.000-1.500.000 IE in 1 uur
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp streptokinase intraveneus
Intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp streptokinase intra-arterieel
Intracoronair
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V. Volwassenen: G-VPK-arts
I.V. Kinderen: arts
Infusie: G-VPK
Intra-arterieel: IC
Intracoronair: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
dobutamine, dopamine, heparine, lidocaine, nitroglycerine
Onverenigbaar met
Dextran 40
Bijzonderheden
-
Voor toediening van streptokinase moeten stollingstijden bepaald zijn.
De werking wordt geantagoneerd door tranexaminezuur (Cyklokapron®).
In de oplossing kunnen enkele vlokjes ontstaan. Oplossingen met veel
vlokjes mogen niet worden gebruikt.
Streptokinase wordt niet toegediend als de patient het al eerder heeft
gehad in verband met de verhoogde kans op acute reacties.
Acute reacties
Bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Haemorrhagieën, huiduitslag, misselijkheid, koorts, voorbijgaande hypotensie,
aritmieën.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 579
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2011
Bijzonderheden: Streptokinase wordt niet toegediend als de patient het al
eerder heeft gehad in verband met de verhoogde kans op acute reacties.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 580
Streptokinase voor systemische toediening,
spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
-
Oplaaddosis: Los 1 flacon (250.000 IE) op in 25 ml NaCl 0,9% of glucose
5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml.
Onderhoudsdosis: Los 2 flacons (500.000 IE) op in 50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml.
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur
24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
-
Oplaaddosis: 25 ml (=250.000 IE) in 30 minuten (pompstand is 50
ml/uur)
Onderhoudsdosis: doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke
pompstand is: 10 ml(= 100.000 IE)/uur gedurende 24 uur
Toegangsweg
Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel
-
Werking: werkt thrombolytisch
Indicatie: grote longembolie, hoge diepe veneuze trombose,
getromboseerde shunts
Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts
Contraindicatie: bloedingsneiging, CVA < 6 maanden, ulcus < 6 maanden,
menstruatie, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), recente operatie
Relatieve contraindicatie: recente behandeling met streptokinase < 6
maanden
Voor behandeling myocardinfarct en voor lokale behandeling van arteriële of
veneuze thrombose gelden andere protocollen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor systemische toediening, spuitenpomp
voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-07-2011
Toedienen via spuitenpomp: Gebruikelijke pompstand is: 10(= 100.000
IE)/uur gedurende 24 uur.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 581
Streptokinase voor behandeling
myocardinfarct, spuitenpomp voor
volwassenen
Bereiden
Los 1 flacon (1.500.000 IE) op in 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%.
De eindconcentratie is 30.000 IE/ml.
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur
24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
50 ml (= 1.500.000 IE) in 30-60 minuten toedienen. De pompstand is 100
ml/uur.
Toegangsweg
Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel
-
Werking: werkt thrombolytisch
Indicatie: myocardinfarct < 6 uur van vermoedelijk begin
Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts
Relatieve contraindicatie: bloedingsneiging, CVA < 6 maanden, ulcus < 6
maanden, menstruatie, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), recente
operatie, recente behandeling met streptokinase < 6 maanden
Voor systemische toediening en voor lokale behandeling van arteriële of
veneuze thrombose gelden andere protocollen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor behandeling myocardinfarct,
spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-07-2011
Toedienen via spuitenpomp: 50 ml (= 1.500.000 IE) in 30-60 minuten
toedienen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 582
Streptokinase voor lokale toediening,
spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 1 flacon (250.000 IE) op in 250 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. Trek op in
spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 1.000 IE/ml.
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur
24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Lokaal toedienen op geleide van het effect.
Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-10 ml/uur
Toegangsweg
Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel
-
Werking: werkt thrombolytisch
Indicatie: lokale trombose
Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts
Voor behandeling myocardinfarct en voor systemische toediening gelden
andere protocollen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor lokale toediening, spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 583
Streptokinase, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
-
Oplaaddosis: Los 1 flacon (250.000 IE) op in 25 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 10.000 IE/ml.
Onderhoudsdosis: Los 2 flacons (500.000 IE) op in 50 ml glucose 5%. De
eindconcentratie is 10.000 IE/ml.
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Gebruikelijke doseringen:
Oplaaddosis: 4400 IE/kg in 20 minuten
Onderhoudsdosis: 4400 IE/kg/uur
Zie doseringsschema streptokinase
Toegangsweg
Perifeer
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt thrombolytisch
Indicatie: grote longembolie, hoge diep veneuze trombose,
getromboseerde shunts
Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden,
hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente
operatie, recent trauma. Voorzichtigheid geboden bij recente behandeling
met streptokinase < 6 maanden, bij aanwezigheid van catheter.
Bijwerking: bloedingen, allergische reacties, koorts, voorbijgaande
hypotensie, aritmieën.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 584
Streptokinase, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (10.000 IE/ml)
Rekendosering: 1000 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
ml/uur
IE/kg/uur
1 kg
2 kg
5 kg
10
kg
20
kg
25
kg
30
kg
50
kg
0,4
0,9
2,2
4,4
8,8
11,0
13,2
22,0
4400
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 585
Streptomycine
Merknaam
Streptomycine
Afleveringsvorm
Flacon met 1000 mg streptomycine (als sulfaat) poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Aminoglycosiden
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 1000 mg streptomycine op in 3,5 ml water voor injecties. De concentratie
is 250 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Intramusculair: onverdund, diep in een grote spier toedienen
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%,
in 1 uur
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
esmolol
Infuus
-
amfotericine B, barbituraten, cefalosporinen, erythromycine, fenytoine,
heparine, natriumbicarbonaat, norepinefrine, penicillinen
-
Intraveneuze toediening heeft niet de voorkeur.
Verkleuring van de oplossing heeft geen invloed op de therapeutische
werkzaamheid.
Streptomycine is alleen op artsenverklaring verkrijgbaar.
-
Acute reacties
Rash, urticaria, koorts, bronchospasmen. Streptomycine vertoont
kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden.
Bijwerkingen
Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de
ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, koorts,
braken.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptomycine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 586
Sufentanil
Merknaam
Sufenta®
Afleveringsvorm
Ampul met 250 microg = 5 ml (50 microg/ml) en 50 microg = 10 ml (5
microg/ml) sufentanil (als citraat)
F.T.G.
Opioiden
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of
glucose 5% in tenminste 2 minuten
Epiduraal: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een
eindvolume van 10 ml
Epiduraal als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V. Volwassenen: IC
I.V. Kinderen: IC-arts
Infusie: IC
Epiduraal: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Na optrekken in medicatiecassette: 48 uur bij 32°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
atropine, dexamethason, diazepam, etomidaat, fenobarbital, haloperidol,
metoclopramide, midazolam, prochloorperazine, propofol
Infuus
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
bupivacaine
Y-site
-
lorazepam, fenytoine
-
Sufentanil wordt voor langdurig epiduraal gebruik in een medicatiecassette
toegepast.
Sufentanil valt onder de bepalingen van de Opiumwet.
-
Acute reacties
Allergische reacties.
Bijwerkingen
Ademhalingsdepressie, bradycardie, bronchospasmen, spierrigiditeit,
misselijkheid. Na epidurale toediening tevens braken, pruritus,
bloeddrukschommelingen, hypothermie, urineretentie, hoofdpijn.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sufentanil'
Datum
Wijziging
01-10-2006
Bij toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp verwijderd
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-08-2008
Wijziging merknaam in Sufenta en toevoeging van ampul met 50 microg = 10
ml (5 microg/ml)
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 587
Sugammadex
Merknaam
Bridion®
Afleveringsvorm
Injectievloeistof 100 mg/ml, 2 ml en 5 ml flacon.
F.T.G.
Antidota, werkzaam tegen perifeer werkende spierrelaxantia
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie
Bekwaamheidsniveau
VPK-arts
Houdbaarheid
Ongeopende verpakkingen dienen koel bewaard te worden. Na aanprikken in
koelkast bewaren en binnen 24 uur gebruiken
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat, Ringeroplossing
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Ondansetron, ranitidine, verapamil
Acute reacties
Milde allergische reactie (huiduitslag)
Bijwerkingen
Metaalsmaak of bittere smaak
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-10-2009
01-07-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sugammadex'
Datum
Wijziging
01-07-2012
Afleveringsvorm toegevoegd: 5 ml flacon.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 588
Sulproston
Merknaam
Nalador®
Afleveringsvorm
Ampul met 500 microg sulproston poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Hormonale oxytocica
Oplosmiddel
NaCl 0,9%
Bereiden
Los 500 microg sulproston op in 2 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 250
microg/ml. Verdun door tot de gewenste concentratie met NaCl 0,9%.
Toedieningsroute
-
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp sulproston
Intramuraal-cervicaal: 12,5 microg/ml
Extra-amnionaal: 12,5-50 microg/ml
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
Infusie Volwassenen: VPK
Overige toedieningen Volwassenen: arts
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 4°C
Bij voorkeur direct voor gebruik bereiden.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
Y-site
-
kaliumchloride
-
Sulproston moet onder bewaking van hemodynamische parameters
worden toegediend.
Intra-arteriele toediening moet worden voorkomen i.v.m. het optreden van
lokale arteriitis met necrose.
Intramusculaire toediening wordt sterk ontraden, omdat hierbij ernstige
bijwerkingen zijn opgetreden, met incidenteel een fatale cardiopulmonaire
insufficiëntie.
Bevat polyvinylpyrolidon (povidon, PVP) en trometamol.
-
-
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, diarree, koorts, koude rillingen, hoofdpijn, duizeligheid,
sufheid, blozen, pijnlijke hypertone uteruscontracties, nabloedingen, retentio
placentae, hypotensie, bradycardie, reversibele nierfunctiestoornissen,
myocardischemie. Bij epilepsie-patiënten: convulsies. Zelden: shock,
weeënstorm, gynaecologische complicaties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sulproston'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 589
Sulproston, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 2 ampullen (=1000 microg) sulproston op in 50 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 20 microg/ml
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-10 ml/uur, maximaal 12,5 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: veroorzaakt contractie van de uterus en dilatatie van de cervix
Indicatie: cervixdilatatie, abortusinductie, inleiding geboorte bij intrauteriene vruchtdood, postpartale atonische bloeding
Contraindicatie: asthma bronchiale, decompensatio cordis, ernstige
hypertensie, ernstige nier- en leverfunctiestoornis
Bijwerking: pijn, misselijkheid, temperatuurverhoging, pijn op de borst,
bronchoconstrictie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sulproston, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 590
Sumatriptan
Merknaam
Imigran®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 6 mg = 0,5 ml (12 mg/ml) sumatriptan (als succinaat)
F.T.G.
Migrainemiddelen
Toedieningsroute
Subcutaan: bij voorkeur in bovenarm of bovenbeen
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, overgevoeligheidsreacties. Zelden: anafylactische
shock.
Bijwerkingen
Warmtegevoel, drukkend gevoel, opvliegers, duizeligheid, hypotensie,
bradycardie, tachycardie, palpitaties, zwakte, vermoeidheid, slaperigheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sumatriptan'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 591
Suxamethonium
Merknaam
Succinylcholine
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) suxamethoniumdichloride
F.T.G.
Depolariserende spierrelaxantia
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: G-VPK-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 10-30 seconden
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp suxamethonium
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
kaliumchloride, propofol
Infuus
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
amikacine, heparine, isoprenaline, morfine, norepinefrine, pethidine
Infuus
-
barbituraten, fenytoine, furosemide, natriumbicarbonaat, theofylline
-
Suxamethonium moet onder anaesthesie en beademing worden
toegediend.
In geval van overdosering en verlengde neuromusculaire blokkade moet
de patiënt mechanisch beademd blijven en dient een cholinesteraseremmer (neostigmine), eventueel in combinatie met atropine, als
antidotum te worden toegediend.
-
Bijwerkingen
Voorbijgaande intra-oculaire drukverlaging, verlengde apnoe, hypotensie,
bronchospasmen, ernstige hartritmestoornissen, maligne hyperthermie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Suxamethonium'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 592
Parenteralia T
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 593
Tacrolimus
Merknaam
Prograft®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) tacrolimus.
Concentraat voor oplossing voor infusie
F.T.G.
Immunosuppressivum
Oplosmiddel
NaCl 0,9%
Toedieningsroute
-
-
Intraveneus als continu infuus: 1 ampul toegevoegd aan 500 ml NaCl
0,9% of glucose 5%. De concentratie is dan 0,01 mg/ml = 1 mg per 100
ml
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp Tacrolimus
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
I.V: VPK
Houdbaarheid
24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Y-site
-
Aminophylline, amfotericine B, anidulafungin, benzylpenicilline,
calciumglubionaat, cefazoline, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim,
cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason,
digoxine, dobutamine, dopamine, doxycycline, erythromycine, esmolol,
fenytoine, fluconazol, folinezuur, furosemide, gentamicine, haloperidol,
heparine, hydrocortison, imipenem/cilastatin, insuline, kaliumchloride,
lorazepam, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, morfine,
natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, piperacilline,
propranolol, ranitidine, salbutamol, tobramycine, vancomycine
Onverenigbaar met
Aciclovir, ganciclovir
Bijzonderheden
-
Tacrolimus bevat ricinus olie en ethanol; is onverenigbaar met PVC plastics
(de standaard infuuszakken binnen VUmc zijn PVC-vrij)
Intraveneuze toediening mag niet langer dan 7 dagen achtereen
plaatsvinden.
Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met de diagnose of verdenking op
congenitaal verlengd QT syndroom.
Acute reacties
Bij overdosering: tremor, hoofdpijn, misselijkheid, braken, infecties, urticaria,
lethargie, lever- en nierfunctiestoornissen.
Bijwerkingen
Verhoogde vatbaarheid voor infecties, benigne en maligne neoplasmata,
diarree, misselijkheid, braken, hypertensie, nierfunctiestoornissen,
hyperglykemie, hyperkaliëmie, diabetes mellitus, tremor, hoofdpijn,
slapeloosheid.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2007
01-11-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 594
01-11-2010
Toedieningsroute: Intraveneus als continu infuus: 1 ampul toegevoegd aan
500 ml NaCl 0,9% of glucose. De concentratie is dan 0,01 mg/ml = 1 mg per
100 ml. Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp Tacrolimus. Nieuw kopje: Onverenigbaar met (Y-site).
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 595
Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Voeg 0,1 ml = 0,5 mg toe aan 49,9 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 0,01 mg/ml, 50 ml
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Toedienen via spuitenpomp
Doseren volgens protocol
Gebruikelijke pompstanden zijn: 1,5 tot 12,5 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2010
geen
Werking: immuunsuppressivum
Indicatie: profylaxe van afstoting van niertransplantaten
Bijwerking: diarree, misselijkheid, hypertensie, nierfunctiestoornissen,
hyperglycemie, hyperkaliemie
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 596
Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 0,01 mg/ml
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
mg/24 uur
1,7
0,4
2,5
0,6
3,3
0,8
4,2
1,0
5,0
1,2
5,8
1,4
6,7
1,6
7,5
1,8
8,3
2,0
9,2
2,2
10,0
2,4
10,8
2,6
11,7
2,8
12,5
3,0
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-11-2010
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 597
Teicoplanine
Merknaam
Targocid®
Afleveringsvorm
Flacon met 200 mg teicoplanine poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Overige antibacteriële middelen
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 200 mg teicoplanine op in 3 ml oplosmiddel. Rol de flacon zachtjes heen
en weer om het poeder op te lossen en schuimvorming te voorkomen. Als
toch schuimvorming ontstaat een kwartier wachten tot dit verdwijnt. De
concentratie is 66,7 mg/ml.
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 20-50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 20-30 minuten
Neonaten en kinderen tot 12 jaar
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 20-50 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in 20-30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen: 24 uur bij 4°C
Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 20-30 minuten toedienen.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Aminoglycosiden, ceftazidim, ciprofloxacine
Bijzonderheden
-
Toepassing is gereserveerd voor meticilline resistente stafylococcen (MRSstammen).
Monotherapie kan leiden tot recidieven en soms mislukte behandelingen.
Voorzichtigheid is geboden bij overgevoeligheid voor vancomycine
(kruisovergevoeligheid).
Acute reacties
Op de injectieplaats: pijn, flebitis, roodheid en abcesvorming.
Bijwerkingen
Overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag, erytheem, jeuk, koorts,
bronchospasmen, anafylaxie, eosinofilie, leukopenie, trombocytopenie,
maagdarmstoornissen, lever- en nierfunctiestoornissen, gehoorverlies,
oorsuizen, evenwichtsstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Teicoplanine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 598
Temsirolimus
Merknaam
Torisel
Afleveringsvorm
Flacon met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) temsirolimus.
Concentraat voor oplossing voor infusie
F.T.G.
Immunomodulantium
Oplosmiddel
Een flacon temsirolimus bevat 1,2 ml concentraat dat 30 mg temsirolimus
bevat. Aan deze flacon wordt 1,8 ml van het meegeleverde verdunningsmiddel
toegevoegd. Er wordt nu een oplossing verkregen met een totaal volume van
3,0 ml; de eindconcentratie van deze oplossing is 10 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
I.V: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen is het concentraat 24 uur houdbaar bij kamertemperatuur. Na
verdere verdunning met NaCl 0,9% is de infusievloeistof 6 uur houdbaar bij
kamertemperatuur, mits beschermd tegen licht.
Infuusvloeistoffen
250 ml NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Het concentraat dient voor toedienen altijd eerst verdund te worden met het
bijgevoegde oplosmiddel, voordat het wordt toegevoegd aan de
infusievloeistof NaCl 0,9%. De oplossing is niet verenigbaar met andere
geneesmiddelen
Bijzonderheden
-
-
Het concentraat bevat ethanol, tocoferol, propyleenglycol en citroenzuur.
Het verdunningsmiddel bevat polysorbaat 80, macrogol 400 en ethanol.
Zowel het concentraat als het oplosmiddel dienen vrij van deeltjes te zijn
voor verdunning. Voor het toedienen dient het bereide infuus visueel
geinspecteerd te worden op deeltjes.
Temsirolimus dient beschermd te worden tegen overmatig licht.
De oplossing van temsirolimus is niet verenigbaar met PVC-houdend
materiaal.
Voor het toedienen van temsirolimus dient een antihistaminicum
intraveneus gegeven te worden.
Acute reacties
Anafylactische reacties, angio-oedeem
Bijwerkingen
Verhoogde vatbaarheid voor infecties, diarree, misselijkheid, braken,
hypertensie, nierfunctiestoornissen, hyperglykemie, hypokaliëmie, diabetes
mellitus, mucositis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2009
01-01-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Temsirolimus'
Datum
Wijziging
01-01-2012
Bijzonderheden toegevoegd: - Zowel het concentraat als het oplosmiddel
dienen vrij van deeltjes te zijn voor verdunning. Voor het toedienen dient het
bereide infuus visueel geïnspecteerd te worden op deeltjes.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 599
Terlipressine
Merknaam
Glypressin®
Afleveringsvorm
Flacon met injectievloeistof 8,5 ml = 1 mg terlipressine acetaat. De vloeistof
bevat 0,1 mg terlipressine/ml
F.T.G.
Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus
Oplosmiddel
Oplosmiddel (bijgeleverd)
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
-
Houdbaarheid
De flacons dienen in de koelkast bewaard te worden
Bijzonderheden
-
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in 1 minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen
I.V.: IC
Spuitenpomp: VPK met extra controles
Terlipressine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend
1 mg terlipressine acetaat komt overeen met 0,85 mg terlipressine
De pH van de oplossing is ongeveer 3-4
Toediening van Terlipressine is een handeling die op een gewone
verpleegafdeling uitvoerbaar is. Bij het begin van de behandeling moet de
bloeddruk gedurende 4 uur elk uur gemeten worden. Daarna minimaal 3
dd. Tevens dient men (arts en verpleging) bedacht te zijn op “pijn op de
borst” en hier zo nodig naar te vragen. Er dient een ECG gemaakt te
worden voor start van de behandeling, 1-3 uur na start van de
behandeling en daarna dagelijks
Tijdens de behandeling moeten hartslag en vochtbalans gecontroleerd
worden
Acute reacties
Hypertensie, bradycardie, bronchoconstrictie.
Bijwerkingen
Perifere vasoconstrictie, toename darmmotiliteit, zwakke antidiuretische
werking, hoofdpijn
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2002
01-10-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Terlipressine'
Datum
Wijziging
01-12-2005
Bij Toedieningsroute: zie Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen.
01-12-2006
Toevoeging bij Bekwaamheidsniveau en Bijzonderheden in het geval de
Terlipressine op de verpleegafdeling wordt toegediend.
01-04-2007
Wijziging bij Bijzonderheden over het toedienen van Terlipressine op de
verpleegafdeling.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-12-2008
Houdbaarheid: 12 uur bij 4°C
01-10-2009
De afleveringsvorm is injectievloeistof 8,5 ml = 1 mg terlipressine acetaat
geworden. Hierdoor is Bereiden verwijderd en Houdbaarheid aangepast.
01-10-2012
Bijzonderheden toegevoegd: - Tijdens de behandeling moeten hartslag en
vochtbalans gecontroleerd worden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 600
Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
6-10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken.
De eindconcentratie is 0,1 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-10 ml/uur
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: vasoconstrictief in met name de tractus digestivus en de uterus
Indicatie: behandeling van bloedingen in de tractus digestivus, in de eerste
plaats oesophagusvarices
Contraindicatie: Bijwerkingen: toename darmmobiliteit, hypertensie, bradycardie,
bronchoconstrictie, uteruscontractie, hoofdpijn
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2005
01-10-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-10-2009
Terlipressine wordt geleverd als injectievloeistof. Het kopje Bereiden is
aangepast. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 601
Tetanus immunoglobuline
Merknaam
TetaQuin
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 250 IE = 2 ml (125 IE/ml) Tetanus immunoglobuline
(menselijk)
F.T.G.
Immunoglobulinen
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Na optrekken in spuit: 3 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
-
Oplossing in wegwerpspuit bevat glycine.
Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling of een kleine
hoeveelheid neerslag ontstaan. Voor het klinisch gebruik is dit geen
beletsel.
Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur
brengen.
Tetanus immunoglobuline bewerkstelligt passieve immunisatie.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Zelden: koorts, exantheem.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-10-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetanus immunoglobuline'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Tetuman Berna is uit de handel.
01-10-2004
Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn
niet gewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 602
Tetanusvaccin
Merknaam
Anti-Tetanus vaccin, Te Anatoxal Berna®
Afleveringsvorm
Ampul of wegwerpspuit met minimaal 40 IE = 0,5 ml (minimaal 80 IE/ml)
tetanustoxoïde (aan aluminiumfosfaat geadsorbeerd)
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam, diep spuiten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking (niet laten bevriezen).
Na oplossen: 3 uur bij 4°C
Bijzonderheden
-
Bevat thiomersal en aluminiumfosfaat.
Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het
klinisch gebruik is dit geen beletsel.
Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur
brengen. Voor gebruik goed schudden.
Tetanustoxoïde bewerkstelligt actieve immunisatie.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem.
Bijwerkingen
Koorts, malaise. Zelden: overgevoeligheidsreacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetanusvaccin'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 603
Tetracosactide
Merknaam
Synacthen®
Afleveringsvorm
Ampul met 250 microg = 1 ml (250 microg/ml) tetracosactide (als hexaacetaat)
F.T.G.
Hypofysevoorkwabhormonen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Acute reacties
Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria, pruritus, flush, dyspnoe,
anafylactische shock.
Bijwerkingen
Natrium- en waterretentie, hypertensie, hypokaliëmie, hyperglycemie,
psychische veranderingen, ulcus pepticum, hyperpigmentatie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Intramusculair: 250 microg/ml
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 250 microg/ml in 2 minuten
Intraveneus als infuus: 250 microg/ml, toegevoegd aan 50-250 ml NaCl
0,9% of glucose 5% in maximaal 4 uur
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetracosactide'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 604
Theofylline
Merknaam
Theofylline
Afleveringsvorm
Ampul met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml) theofylline (als meglumine)
F.T.G.
Bronchospasmolytica
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: zéér langzaam (de toedieningssnelheid
maximaal 20 mg/minuut)
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, in 20-30 minuten
Intraveneus met behulp van volumetrische infuuspomp: toegevoegd aan
500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp theofylline
Toedieningscategorie
Categorie A en C
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
I.V.: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, 10%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, ceftazidim, enalaprilaat, erytromycine, famotidine, filgrastim,
fluconazol, foscarnet, granisetron, haloperidol, heparine, labetalol, morfine,
netilmicine, pancuronium, piperacilline-tazobactam, propofol, tolazoline,
vecuronium
Infuus
-
Onverenigbaar met
chlooramfenicol, cimetidine, dexamethason, dopamine, esmolol,
fenobarbital, flumazenil, furosemide, hydrocortison, kaliumchloride,
lidocaine, meropenem, metoclopramide, natriumbicarbonaat,
nitroglycerine, pentobarbital, prednisolon (ref. 23), ranitidine
Y-site
-
amiodaron, ciprofloxacine, dobutamine, ondansetron
Infuus
-
atracurium, benzylpenicilline, calciumglubionaat, ceftazidim, ceftriaxon,
chloorpromazine, clindamycine, epinefrine, heparine, insuline, methadon,
morfine, norepinefrine, promethazine, vancomycine, verapamil
Bijzonderheden
-
Intramusculaire toediening is pijnlijk en wordt afgeraden.
Theofylline in glucose 5% kan geel verkleuren.
Indien een patiënt nog niet eerder een theofylline preparaat heeft
gebruikt, kan een oplaaddosis gegeven worden.
Acute reacties
Tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen en bloeddrukdaling ten gevolge
van te snelle intraveneuze toediening.
Bijwerkingen
Hoofdpijn, prikkelbaarheid, misselijkheid, braken.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 605
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline'
Datum
Wijziging
01-07-2002
Heparine en aminofylline zijn niet verenigbaar als infuus, wel in de Y-site.
01-08-2004
Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml
veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is
ongewijzigd.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-09-2011
Afleveringsvorm gewijzigd: Ampul met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml)
theofylline (als meglumine).
01-02-2014
Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: heparine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 606
Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 2 ampullen (20 ml = 400 mg) met 30 ml NaCl 0,9%.
De eindconcentratie is 8 mg/ml theofylline
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Dosering: 6-12 mg/kg/dag
Gebruikelijke pompstanden zijn: 3-9 ml/uur
Zie doseringsschema theofylline
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: veroorzaakt bronchodilatatie
Indicatie: bronchospasmen bij asthma bronchiale, chronische bronchitis,
longemfyseem
Contraindicatie: acuut hartinfarct
Bijwerking: tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen, convulsies,
kaliumverlies
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
01-08-2004
Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml
veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is
ongewijzigd.
01-09-2011
Bereiden gewijzigd: Meng 2 ampullen (20 ml = 400 mg) met 30 ml NaCl
0,9%. De eindconcentratie is 8 mg/ml theofylline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 607
Theofylline, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen
DOSERINGSSCHEMA, 8 mg/ml theofylline
Beheergegevens
pompstand
dosering
ml/uur
mg/uur mg/24 uur
3
24
576
4
32
768
5
40
960
6
48
1152
7
56
1344
8
64
1536
9
72
1728
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen'
Datum
Wijziging
01-08-2004
Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml
veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is
ongewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 608
Theofylline, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
Voeg 80 mg = 4 ml theofylline toe aan 46 ml glucose 5%
De eindconcentratie is 1,6 mg/ml theofylline
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke doseringen:
neonaten: 0,16 mg/kg/uur
kinderen < 1 jr: 0,16-0,72 mg/kg/uur
kinderen 1-9 jr: 0,64 mg/kg/uur
kinderen > 9 jr: 0,4 mg/kg/uur
Zie doseringsschema theofylline
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: veroorzaakt bronchodilatatie
Indicatie: bronchospasmen bij asthma bronchiale, chronische bronchitis,
longemfyseem
Contraindicatie: voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen,
decompensatio cordis, ernstige longafwijkingen, acute virale infecties
Bijwerking: tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen, convulsies,
kaliumverlies
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-09-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-08-2004
Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml
veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is
ongewijzigd.
01-09-2011
Bereiden gewijzigd: Voeg 80 mg = 4 ml theofylline toe aan 46 ml glucose 5%.
De eindconcentratie is 1,6 mg/ml theofylline.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 609
Theofylline, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1,6 mg/ml)
Rekendosering: 0,8 mg/kg/uur ~ 0,5 ml/kg/uur
mg/kg/uur
ml/uur
1 kg
2 kg
5 kg
10 kg
20 kg
25 kg
30 kg
50 kg
0,16
0,1
0,2
0,5
1,0
2,0
2,5
3,0
5,0
0,24
0,2
0,3
0,8
1,5
3,0
3,8
4,5
7,5
0,32
0,2
0,4
1,0
2,0
4,0
5,0
6,0
10,0
0,40
0,3
0,5
1,3
2,5
5,0
6,3
7,5
12,5
0,48
0,3
0,6
1,5
3,0
6,0
7,5
9,0
15,0
0,56
0,4
0,7
1,8
3,5
7,0
8,8
10,5
17,5
0,64
0,4
0,8
2,0
4,0
8,0
10,0
12,0
20,0
0,72
0,5
0,9
2,3
4,5
9,0
11,3
13,5
22,5
0,80
0,5
1,0
2,5
5,0
10,0
12,5
15,0
25,0
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2004
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
01-08-2004
Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml
veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is
ongewijzigd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 610
Thiamine
Merknaam
Thiamine, Vitamine B1
Afleveringsvorm
Ampul met 100 mg = 1 ml (100 mg/ml) thiamine-hydrochloride
F.T.G.
Vitamines
Toedieningsroute
-
Subcutaan: onverdund
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 50 mg/minuut
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: direct toedienen.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
famotidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
andere wateroplosbare vitaminen, kaliumchloride
Infuus
-
barbituraten, erythromycine, fenytoine, furosemide, ijzerzouten,
kanamycine, natriumbicarbonaat, natriumbisulfiet, streptomycine
-
Thiamine wordt in de apotheek door middel van een combinatiepreparaat
aan totaal parenterale voeding toegevoegd.
Hoewel intraveneuze toediening door de fabrikant wordt ontraden
vanwege de kans op anafylactische reacties is uit onderzoek gebleken dat
er geen verschil is in incidentie van deze reacties tussen de verschillende
parenterale toedieningswegen.
-
Acute reacties
Zelden: warmtegevoel, jeuk, urticaria, transpireren, angio-oedeem,
hypotensie, anafylactische shock. Na herhaalde toediening neemt de kans
hierop toe.
Bijwerkingen
Tromboflebitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2005
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiamine'
Datum
Wijziging
01-06-2005
Toevoeging onder het kopje Bijzonderheden over het intraveneus toedienen
van Thiamine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 611
Thiopental
Merknaam
Nesdonal®
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg thiopentalnatrium poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Algemene anaesthetica, barbituraten
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%
Bereiden
Los 500 mg thiopental op in 20 ml oplosmiddel. De concentratie is 25 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: G-VPK-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Bij voorkeur direct voor gebruik bereiden.
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C
Infuusvloeistoffen
Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 25 mg/ml, langzaam
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp thiopental
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
fentanyl, milrinon, nitroglycerine, ranitidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
chlooramfenicol, fenobarbital, hydrocortison, kaliumchloride,
natriumbicarbonaat, oxytocine, pentobarbital, theofylline
Y-site
-
alfentanil, ascorbinezuur, atracurium, atropine, clindamycine, diltiazem,
dobutamine, dopamine, efedrine, epinefrine, fenylefrine, furosemide,
isoprenaline, labetalol, lidocaine, lorazepam, midazolam, morfine,
nicardipine, norepinefrine, pancuronium, sufentanil, suxamethonium,
vecuronium
Infuus
Bijzonderheden
-
amikacine, benzylpenicilline, doxapram, insuline, methadon, pethidine,
prochloorperazine, promethazine
-
Thiopental is sterk alkalisch (de pH van de oplossing is 10,5) en mag
slechts met enkele geneesmiddelen worden toegediend.
Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen.
Thiopental dient onder bewaking van de ademhaling te worden
toegediend.
-
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties. Ten gevolge van te snelle injectie: ademdepressie,
apnoe.
Bijwerkingen
Hoesten, niezen, geeuwen, laryngospasmen, hypotensie, aritmiën, verlengde
slaperigheid, koorts, spierpijn, zwakte, tromboflebitis. Ten gevolge van
extravasatie: neuritis, weefselnecrose, met name bij een concentratie groter
dan 25 mg/ml.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 612
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiopental'
Datum
Wijziging
15-08-2005
Flacons van 1000 mg in plaats van 500 mg
15-12-2005
Flacons van 1000 mg weer vervangen door 500 mg
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 613
Thiopental, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 2 flacons (=1000 mg) thiopental op in 40 ml NaCl 0,9%
De eindconcentratie is 25 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect/EEG
Toegangsweg
Centraal
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: werkt snel anaesthetisch en sedatief
Indicatie: inleiding bij algehele anaesthesie, sedatie bij IC-patiënten,
status epilepticus
Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis
Bijwerking: tromboflebitis, apnoe, hypotensie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
15-12-2005
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiopental, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
15-08-2005
Flacons van 1000 mg in plaats van 500 mg
15-12-2005
Flacons van 1000 mg weer vervangen door 500 mg
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 614
Thymocytenglobuline
Merknaam
Thymoglobuline®, ATG
Afleveringsvorm
Flacon met 25 mg antihumaan thymocytenglobuline, konijn poeder voor
infusievloeistof
F.T.G.
Sera
Oplosmiddel
Oplosmiddel (water voor injectie, bijgeleverd)
Bereiden
Los 25 mg thymocytenglobuline op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 5
mg/ml
Trek zoveel flacons op als nodig is in 1 grote spuit. Voeg de inhoud van de
spuit in 1x toe aan de infuuszak
Toedieningsroute
Intraveneus als langlopend infuus, toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of
glucose 5% in minimaal 4 uur
Toedieningscategorie
Categorie B en C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen 24 uur bij 4oC
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Bijzonderheden
-
Thymocytenglobuline mag niet met andere geneesmiddelen,
infusieoplossingen of bloed worden toegediend
Thymocytenglobuline moet langzaam worden toegediend in een grote vene
via een centrale lijn
Voor toediening een corticosteroid en een anthistaminicum toedienen
Acute reacties
Rillingen, koorts, duizeligheid, hypotensie, tachycardie, braken, dyspneu. Pijn
op de plaats van infusie en perifere thromboflebitis
Bijwerkingen
Vertraagde allergische reacties, zoals serumziekte kunnen zich voordoen 7 tot
15 dagen na het instellen van de behandeling. Leukopenie, thrombocytopenie,
over-immuunsuppressie
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2004
01-03-2013
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thymocytenglobuline'
Datum
Wijziging
01-12-2004
Extra merknaam. De samenstelling en producteigenscahppen zijn niet
gewijzigd.
01-02-2007
Bijzonderheden: niet met andere geneesmiddelen, infusieoplossingen of bloed
toedienen.
01-03-2013
Bij Bereiden toegevoegd: Trek zoveel flacons op als nodig is in 1 grote spuit.
Voeg de inhoud van de spuit in 1x toe aan de infuuszak.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 615
Tigecycline
Merknaam
Tygacil®
Afleveringsvorm
Flacon met 50 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze
infusie
F.T.G.
Tetracyclinen
Bereiden
Los 50 mg tigecycline op in 5,3 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De concentratie
is 10 mg/ml
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus, toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De
gewenste concentratie is 0,25-1 mg/ml. In 30-60 minuten in laten lopen
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Voor eenmalig gebruik; ongebruikte oplossing weggooien
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
dobutamine, dopamine HCI, natriumchloride, ranitidine HCI, ringer’s
lactaat, theofylline, amikacine, gentamycine, haloperidol, morfine,
norepinefrine, lidocaine HCI, kaliumchloride, piperacilline/tazobactam
(EDTA formulering), propofol, tobramycine, metoclopramide
Onverenigbaar met
Amfotericine B, amfotericine B lipide complex, diazepam
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Urticaria, pijn op de injectieplaats
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, dyspepsie, duizeligheid,
tromboflebitis, acute pancreatitis, verhoging leverenzymen,
stollingsstoornissen, ontsteking op injectieplaats
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2008
01-07-2013
Let op: de oplossing dient geel tot oranje van kleur te zijn; is dit niet het
geval, gooi dan de oplossing weg
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tigecycline'
Datum
Wijziging
01-07-2013
Toedieningsroute: Intraveneus als infuus, toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%. De gewenste concentratie is 0,25-1 mg/ml. In 30-60 minuten
in laten lopen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 616
Tirofiban
Merknaam
Aggrastat®
Afleveringsvorm
Flacon met 12,5 mg = 250 ml (0,05 mg/ml) tirofiban (als hydrochloridemonohydraat)
F.T.G.
Trombocytenaggregatieremmers
Toedieningsroute
Intraveneus als langlopend infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is
gedurende de eerste 30 minuten 0,4 microg/kg/minuut en vervolgens 0,1
microg/kg/minuut
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
atropine, dobutamine, dopamine, epinefrine, famotidine, heparine,
kaliumchloride, lidocaine, midazolam, morfine, nitroglycerine, propranolol
Y-site
-
diazepam
Acute reacties
Soms acute verlaging van het aantal trombocyten.
Bijwerkingen
Bloedingen, meestal licht van aard, met name in het gebied rond de a.
femoralis waar de catheter wordt ingebracht. Misselijkheid, koorts, hoofdpijn.
Tirofiban in combinatie met acetylsalicylzuur en ongefractioneerde heparine
gaat vaker gepaard met bloedingen dan acetylsalicylzuur en heparine alleen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-12-2003
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tirofiban'
Datum
Wijziging
01-12-2003
Inhoud verpakking is veranderd van 50 ml in 250 ml en aanvulling bij
verenigbaar en onverenigbaar met.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 617
Tobramycine
Merknaam
Tobramycine®
Afleveringsvorm
Ampul met 80 mg = 2 ml (40 mg/ml) tobramycine (als sulfaat)
F.T.G.
Aminoglycosiden
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als kortlopend infuus: totale dosis toegevoegd aan 100 ml
NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten
Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml)
Kinderen
-
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 10 mg/ml in 30 minuten (maximale concentratie
bij vochtbeperking is 40 mg/ml)
Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml)
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
Intrathecaal: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
aciclovir, amiodaron, enalaprilaat, esmolol, fentanyl, filgrastim, fluconazol,
granisetron, insuline, labetalol, midazolam, morfine, pethidine, theofylline,
zidovudine
Infuus
-
calciumgluconaat, ciprofloxacine, clindamycine, doxapram, furosemide,
metronidazol, ranitidine, verapamil
Onverenigbaar met
cefalosporinen, heparine, magnesiumsulfaat, penicillinen, propofol
Bijzonderheden
-
Tijdstip van toediening nauwkeurig noteren in verband met
bloedspiegelbepaling.
Bevat natriumpyrosulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken.
Tobramycine vertoont kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden.
Acute reacties
Rash, urticaria, koorts.
Bijwerkingen
Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de
ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, braken.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-04-2007
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tobramycine'
Datum
Wijziging
01-04-2007
Bij Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen intraveneus: dosis gewijzigd.
bij Bijzonderheden: Tijdstip van toediening nauwkeurig vermelden in verband
met bloedspiegelbepaling.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 618
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 619
Tocilizumab
Merknaam
RoActemra®
Afleveringsvorm
Flacon met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml) tocilizumab, concentraat voor infusie
F.T.G.
Immunomodulantia
Bereiden
-
-
Voor toediening: visuele controle op deeltjes of verkleuring. Oplossing
moet helder tot bijna doorschijnend, kleurloos tot licht geel en vrij van
zichtbare deeltjes zijn
Voeg het juiste aantal ml tocilizumab concentraat toe aan 100 ml NaCl
0,9%.
Meng voorzichtig door de infuuszak om te keren, om schuimen te
voorkomen
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% in 60 minuten
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Anafylaxie; zeer ernstige overgevoeligheidsreacties.
Deze reacties kunnen ernstiger zijn en mogelijk fataal verlopen bij patiënten
die tijdens eerdere infusies overgevoeligheidsreacties hebben gehad. Als een
dergelijke reactie optreeedt, moet toediening direct en permanent gestaakt
worden.
Bijwerkingen
Bovenste luchtweginfecties, cellulitis, pneumonie, orale herpes simplex,
herpes zoster, ulceraties in de mond, gastritis, huiduitslag, pruritus, hoofdpijn,
duizeligheid, stijging levertransaminasen, hypertensie, leukopenie,
neutropenie, hypercholesterolemie, conjunctivitis, diverticulitis, stomatitis,
urticaria, stijging totale bilirubine, hypertriglyceridemie,
overgevoeligheidsreacties
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-09-2010
01-03-2011
Flacons in de koelkast bewaren bij 4°C
Flacon in buitenverpakking houden ter bescherming tegen licht
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tocilizumab'
Datum
Wijziging
01-03-2011
Acute reacties: Anafylaxie; zeer ernstige overgevoeligheidsreacties. Deze
reacties kunnen ernstiger zijn en mogelijk fataal verlopen bij patiënten die
tijdens eerdere infusies overgevoeligheidsreacties hebben gehad. Als een
dergelijke reactie optreedt, moet toediening direct en permanent gestaakt
worden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 620
Totale parenterale voeding Nutriflex Lipid plus
Merknaam
Nutriflex Lipid plus®
Afleveringsvorm
Nutriflex Lipid plus infuuszak 2500 ml met 3 compartimenten die gemengd
moeten worden voor intraveneuze infusie
F.T.G.
Parenterale voeding
Bereiden
-
-
Verwijder de beschermende omzak. Vouw voor gebruik de zak uit en
plaats deze op een stevige ondergrond. Open de lasnaden van de bovenste
twee compartimenten door met beide handen druk uit te oefenen. Meng
kort de inhoud van de zak.
Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd,
worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en
spoorelementen
Toedieningsroute
Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2
ml/kg/uur.
Toegangsweg
Centraal
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na mengen van de componenten 4 dagen bij 4°C plus 48 uur bij 20°C, na
aanprikken 24 uur bij 20°C.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
-
Geen andere geneesmiddelen toevoegen
Bijzonderheden
-
Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend
De maximale dagelijkse dosering bedraagt 40 ml/kg
Nutriflex Lipid plus bevat per 2500 ml: 300 g glucose, 4,68 g
natriumdiwaterstoffosfaat, 13,16 mg zinkacetaat, 50 g sojaolie, 50 g
middellange keten triglyceriden, 96 g aminozuren, 1,95 g
natriumhydroxide, 1,0 g natriumchloride, 0,55 g natriumacetaat, 6,87 g
kaliumacetaat, 1,72 g magnesiumacetaat -4-water, 1,18 g calciumchloride.
Hoeveelheid aminozuren 96 g/2500 ml
Totaal stikstof 13,6 g/2500 ml
Hoeveelheid koolhydraten 300 g/2500 ml
Hoeveelheid vetten 100 g/2500 ml
Energie totaal: 2530 kcal/2500 ml
-
Acute reacties
Koorts, blozen, rillingen, ademnood, misselijkheid en braken,
overgevoeligheidsreacties
Bijwerkingen
Hoofdpijn, cyanose, hypertensie, hypotensie, overbelastingsyndroom
(hepatomegalie, splenomegalie, vetinfiltratie, leucopenie, trombopenie,
stollingsstoornissen)
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-02-2008
01-12-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Nutriflex Lipid plus'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Verenigbaar met: multivitamine, spoorelementen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 621
01-05-2009
Bij Bereiden is een opmerking (2e) toegevoegd. Verenigbaar met: vitaminen,
spoorelementen. Bij Bijzonderheden aminozuren 96 g toegevoegd
01-12-2009
Bij Bereiden is 2e opmerking aangepast. Verenigbaar met gewijzigd: geen
andere geneesmiddelen toevoegen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 622
Totale parenterale voeding Nutriflex Plus
48/150
Merknaam
Nutriflex Plus 48/150®
Afleveringsvorm
Nutriflex Plus 48/150 infuuszak 2000 ml met 2 compartimenten die gemengd
moeten worden voor intraveneuze infusie
F.T.G.
Parenterale voeding
Bereiden
-
-
Verwijder de beschermende omzak. Vouw voor gebruik de zak uit en
plaats deze op een stevige ondergrond. Open de lasnaad door met beide
handen druk uit te oefenen op een compartiment van de zak. Meng kort de
inhoud van de zak.
Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd,
worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en
spoorelementen
Toedieningsroute
Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2
ml/min.
Toegangsweg
Centraal
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na mengen van de componenten 6 dagen bij 4°C plus 48 uur bij 20°C, na
aanprikken 24 uur bij 20°C.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
-
Geen andere geneesmiddelen toevoegen
Bijzonderheden
-
Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend
Nutriflex Plus 48/150 bevat per 2000 ml: 300 g glucose, 96 g aminozuren,
74,4 mmol natrium, 50 mml kalium, 7,2 mmol calcium, 11,4 mmol
magnesium, 70,6 mmol chloride, 40 mml fosfaat, 45,8 mmol acetaat.
Hoeveelheid aminozuren 96 g/2000 ml
Totaal stikstof 13,6 g/2000 ml
Hoeveelheid koolhydraten 300 g/2000 ml
Energie totaal: 1580 kcal/2000 ml
Nutriflex Plus 48/150 is een vetvrije parenterale voeding
-
-
Acute reacties
Koorts, blozen, rillingen, ademnood, misselijkheid en braken,
overgevoeligheidsreacties
Bijwerkingen
Acidose door aminozuren en osmotische diurese door de hoge osmolariteit. Bij
te snel infunderen kunnen optreden: storingen van de
electrolytenhuishouding, hyperglykemie, braken transpireren en flushes.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-05-2009
01-12-2009
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Nutriflex Plus 48/150'
Datum
Wijziging
01-12-2009
Bij Bereiden is 2e opmerking aangepast. Verenigbaar met gewijzigd: geen
andere geneesmiddelen toevoegen.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 623
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 624
Totale parenterale voeding Olimel N9
Merknaam
Olimel N9®
Afleveringsvorm
Infuuszak met drie compartimenten (glucose-oplossing, vetemulsie en
aminozuren + elektrolieten) 2000 ml
F.T.G.
Parenterale voeding
Bereiden
-
-
Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd,
worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en
spoorelementen
Indien een zak uit de noodkast wordt gebruikt, kan de zak op de volgende
wijze voor toediening gereed worden gemaakt:
Verwijder de omzak
Rol de zak vanaf de bovenkant met beide handen op zodat de naden die
de compartimenten scheiden breken
Meng de inhoud door de zak minstens drie keer om te keren
Toedieningsroute
Intraveneus als langlopend infuus in 24 uur. Via centrale lijn.
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na mengen compartimenten 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
-
Geen andere geneesmiddelen toevoegen
Bijzonderheden
-
Bevat per 2000 ml 113,9 g aminozuren, 18 g stikstof, 80 g vet en 220 g
glucose
Bevat per 2000 ml 70 mmol natrium, 60 mmol kalium, 8 mmol
magnesium, 7 mmol calcium, 30 mmol fosfaat
Bevat per 2000 ml 2140 kcal
Indien de patiënt Olimel N9 krijgt zonder vitaminen en spoorelementen
kan de intranetsite van de afdeling diëtetiek worden geraadpleegd over de
noodzaak tot suppletie.
-
Acute reacties
Anafylactische reacties
Bijwerkingen
Misselijkheid, hoofdpijn, stijging lichaamstemperatuur, verhoging
leverenzymen
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-05-2011
01-09-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Olimel N9'
Datum
Wijziging
01-09-2011
Toegevoegd Toedieningsroute: Via centrale lijn.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 625
Totale parenterale voeding SmofKabiven
Merknaam
SmofKabiven®
Afleveringsvorm
Infuuszak met drie compartimenten (glucose-oplossing, vetemulsie en
aminozuren + elektrolieten) 1970 ml
F.T.G.
Parenterale voeding
Bereiden
-
Voeg de drie compartimenten samen volgens de bijgeleverde
gebruiksaanwijzing en meng tot homogeen
Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd,
worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en
spoorelementen
Toedieningsroute
Intraveneus als langlopend infuus in 24 uur. Via centrale lijn
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na mengen compartimenten 24 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
-
Geen andere geneesmiddelen toevoegen
Bijzonderheden
-
Bevat per 1970 ml 100 g aminozuren, 16 g stikstof, 75 g vet en 250 g
glucose
Bevat per 1970 ml 80 mmol natrium, 60 mmol kalium, 10 mmol
magnesium, 5 mmol calcium, 25 mmol fosfaat, 0,08 mmol zink
Bevat per 1970 ml 2200 kcal
Indien de patiënt SmofKabiven krijgt zonder vitaminen en spoorelementen
kan de intranetsite van de afdeling diëtetiek worden geraadpleegd over de
noodzaak tot suppletie.
-
Acute reacties
Anafylactische reacties
Bijwerkingen
Misselijkheid, hoofdpijn, stijging lichaamstemperatuur, verhoging
leverenzymen
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2012
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding SmofKabiven'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 626
Tranexaminezuur
Merknaam
Tranexaminezuur
Afleveringsvorm
Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) tranexaminezuur
F.T.G.
Haemostatica
Toedieningsroute
Volwassenen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 100 mg/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9%
of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 100 mg/minuut
Kinderen
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is
maximaal 100 mg/minuut
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose
5% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Acute reacties
Ten gevolge van te snelle injectie: duizeligheid, hypotensie.
Bijwerkingen
Misselijkheid, braken, diarree.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2002
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tranexaminezuur'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Toedieningsroute volwassenen: mag intraveneus als kortlopend infuus ook
worden toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 627
Trastuzumab
Merknaam
Herceptin®
Afleveringsvorm
Flacon met 150 mg trastuzumab poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Immunomodulantia
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 150 mg trastuzumab door omzwenken op in 7,2 ml water voor injecties.
De concentratie is 21 mg/ml.
Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud.
Schuimvorming tijdens het oplossen is niet ongewoon. De flacon na oplossen
5 minuten laten staan.
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%, in 90 minuten.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20oC, bij voorkeur
binnen 3 uur toedienen
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Glucose 5%
Bijzonderheden
-
Trastuzumab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Bevat polysorbaat 20.
Acute reacties
Koorts, rillingen, angio-oedeem, urticaria, cardiopulmonaire reacties in
zeldzame gevallen met fatale afloop.
Bijwerkingen
Buikpijn, astenie, pijn op de borst, rillingen, koorts, hoofdpijn, pijn, diarree,
misselijkheid, braken, artralgie, myalgie, huiduitslag.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-08-2003
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Trastuzumab'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 628
Triamcinolonacetonide
Merknaam
Kenacort-A®
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) en 40 mg = 1 ml (40 mg/ml)
triamcinolonacetonide
F.T.G.
Glucocorticoïden
Toedieningsroute
-
Intramusculair: onverdund 20-40 mg/ml, diep, langzaam spuiten, bij
voorkeur in de M. glutaeus
- Intra-articulair: 10-40 mg/ml
- Intrasynoviaal: 10-40 mg/ml
- Intradermaal: 10 mg/ml
- Intralaesionaal: 10 mg/ml
Ampul of flacon voor gebruik krachtig schudden.
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Alle toedieningen: arts
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Intraveneuze toepassing is niet toegestaan; toepasbaar voor
intramusculaire, -articulaire, -laesionale, -synoviale en bursale injectie.
Oplossingen kunnen zonodig voor intra- en sublaesionale toedieningen
verdund worden.
Triamcinolonacetonide kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, ook
opgelost worden in lidocaine 0,5-1%.
Acute reacties
Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats, urticaria, erytheem, angio-oedeem,
anafylactische shock.
Bijwerkingen
Natrium- en vochtretentie, hartfalen, hypertensie, spierzwakte en -atrofie,
osteoporose, ulcus pepticum, vertraagde wondgenezing, convulsies,
duizeligheid, hoofdpijn, menstruatiestoornissen, psychische
stoornissen,gewichtstoename, verhoogde oogboldruk, pijnloze destructie van
het gewricht op injectieplaats, kristalsynovitis, plaatselijke subcutane atrofie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Triamcinolonacetonide'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 629
Triptoreline
Merknaam
Decapeptyl-CR®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 3,75 mg triptoreline (als acetaat, in microcapsules) poeder
voor injectievloeistof
F.T.G.
Hypothalamushormonen
Oplosmiddel
Suspendeervloeistof (bijgeleverd)
Bereiden
Suspendeer 3,75 mg microcapsules met triptoreline in 1 ml
suspendeervloeistof. De concentratie is 3,75 mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
S.C./I.M. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid
Direct na bereiden toedienen.
Bijzonderheden
-
Bijwerkingen
Pijnlijkheid op injectieplaats, opvliegers, verminderd libido, impotentie,
gynaecomastie, testisatrofie, hypertensie, transpireren, atrofie
vaginaslijmvlies, doorbraakbloedingen, hoofdpijn, vermoeidheid,
slaapstoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik: verminderde
botdichtheid. Met name bij kinderen: overgevoeligheidsreacties.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Sucbutaan: onverdund, 0,1-0,5 mg/ml
Intramusculair: onverdund, 3,75 mg/ml
De microcapsules met triptoreline bewerkstelligen een vertraagde afgifte.
De suspendeervloeistof bevat polysorbaat en dextran.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Triptoreline'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 630
Trometamol
Merknaam
Tris
Afleveringsvorm
Flacon met 30 mmol = 100 ml (0,3 Molair, 0,3 mmol/ml, 36 mg/ml)
trometamol
F.T.G.
Alkaliserende middelen
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: onverdund, in tenminste 1 uur.
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 20°C
Bijzonderheden
-
Toediening dient plaats te vinden onder controle van de pH, pCO 2 en
electrolytenhuishouding.
Trometamol mag niet perifeer worden toegediend.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, ademhalingsdepressie, hypoglycemie, levercelnecrose,
hyperkaliëmie. Ten gevolge van te snelle toediening: metabole alkalose.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2002
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Trometamol'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Trometamol mag niet perifeer worden toegediend.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 631
Tyfusvaccin
Merknaam
Typhim Vi®
Afleveringsvorm
Wegwerpspuit met 25 microg = 0,5 ml (50 microg/ml) tyfusvaccin
F.T.G.
Vaccins
Toedieningsroute
Intramusculair: onverdund
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Acute reacties
Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Lichte verhoging.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Bevat kapselantigeen van Salmonella typhi.
Bevat fenol als conserveermiddel.
Vi = virulentie antigeen.
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tyfusvaccin'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 632
Parenteralia U
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 633
Urokinase
Merknaam
Urokinase
Afleveringsvorm
Flacon met 50.000 IE en 500.000 IE urokinase poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Trombolytica
Oplosmiddel
Water voor injecties, NaCl 0,9%
Bereiden
Los 50.000 IE urokinase op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 25.000
IE/ml.
Los 500.000 IE urokinase op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 50.000
IE/ml.
Toedieningsroute
-
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp urokinase intraveneus
Intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp urokinase intra-arterieel
Intraveneus in injectiepoorten, catheters, e.d.: 5.000-25.000 IE in NaCl
0,9% of glucose 5%
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Intra-arterieel: IC
Overige toedieningen: arts
Houdbaarheid
Direct na bereiden toedienen.
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Infuus
-
heparine
Bijzonderheden
-
Urokinase moet onder bewaking van de stollingsparameters worden
toegediend.
Acute reacties
Huiduitslag, misselijkheid, bronchospasmen, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Bloedingen op injectieplaats, gastro-intestinale bloedingen, zelden: cerebrale
bloedingen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Spuitenpomp voor volwassenen intra-arterieel en intraveneus toegevoegd.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2011
Kopje Verenigbaar met (infuus) toegevoegd. Bij Bijzonderheden verwijderd:
Urokinase wordt hoofdzakelijk gebruikt indien er contra-indicaties voor
streptokinase zijn.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 634
Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen,
intra-arterieel
Bereiden
Los 500.000 IE urokinase op in 100 ml NaCl 0,9%. Verdeel de oplossing over
2 spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 5.000 IE/ml, 50 ml.
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur of 24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke doseringen: de startdosis is 10 ml(= 50.000 IE)/uur
Zie doseringsschema urokinase, intra-arterieel.
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt thrombolytisch.
Indicatie: behandeling van ernstige ischemie van de extremiteiten op basis
van (progressieve) trombose (ischemie korter bestaand dan twee weken).
Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden,
hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente
operatie, recent trauma. Voorzichtigheid is geboden bij aanwezigheid van
een catheter.
Bijwerkingen: bloedingen op de injectieplaats, gastro-intestinale
bloedingen, zelden cerebrale bloedingen.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2002
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel'
Datum
Wijziging
01-07-2011
Bereiden: Los 500.000 IE urokinase op in 100 ml NaCl 0,9%. Verdeel de
oplossing over 2 spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 5.000 IE/ml, 50
ml. Toedienen via spuitenpomp: Gebruikelijke doseringen: de startdosis is 10
ml(= 50.000 IE)/uur.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 635
Urokinase, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen, intra-arterieel
DOSERINGSSCHEMA, 10.000 IE/ml
Beheergegevens
ml/uur
IE/minuut
IE/uur
6
1.000
60.000
12
2.000
120.000
24
4.000
240.000
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2002
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen, intra-arterieel'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 636
Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen,
intraveneus
Bereiden
Los 500.000 IE urokinase op in 25 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De
eindconcentratie is 20.000 IE/ml, 25 ml.
Houdbaarheid
12 uur bij kamertemperatuur of 24 uur in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Gebruikelijke doseringen:
Oplaaddosis: 150.000-250.000 IE in 10-20 minuten.
Onderhoudsdosis: 100.000-250.000 IE per uur, na 24 uur zo nodig verhogen.
Zie doseringsschema urokinase, intraveneus.
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: werkt thrombolytisch.
Indicatie: bij contraindicatie voor streptokinase.
Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden,
hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente
operatie, recent trauma. Voorzichtigheid is geboden bij aanwezigheid van
een catheter.
Bijwerking: bloedingen op de injectieplaats, gastro-intestinale bloedingen,
zelden cerebrale bloedingen.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2002
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 637
Urokinase, doseringsschema spuitenpomp
voor volwassenen, intraveneus
DOSERINGSSCHEMA, 20.000 IE/ml
Beheergegevens
ml/uur
IE/uur
MIE/24 uur
2,0
40.000
0,96
3,0
60.000
1,44
5,0
100.000
2,4
7,5
150.000
3,6
10,0
200.000
4,8
12,5
250.000
6,0
15,0
300.000
7,2
17,5
350.000
8,4
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-03-2002
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor
volwassenen, intraveneus'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 638
Parenteralia V
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 639
Valproinezuur
Merknaam
Orfiril®
Afleveringsvorm
Ampul met 300 mg = 3 ml (100 mg/ml) natriumvalproaat
F.T.G.
Anti-epileptica
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose
5%
IC-kinderen
-
Maak een oplossing van 8 mg/ml door 4 ml = 400 mg toe te voegen aan
50 ml NaCl 0,9%
Of door 8 ml = 800 mg toe te voegen aan 100 ml NaCl 0,9%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V. Volwassenen: VPK
I.V. Kinderen: IC
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose
Bijzonderheden
-
Valproinezuur mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen over één lijn toegediend worden.
De pH van de oplossing is ongeveer 7.
Bevat 6 mmol natrium per 1000 mg.
Bijwerkingen
Leverfunctiestoornissen, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, tremor,
slaperigheid, stupor en gedragsstoornissen, milde, reversibele
beenmergdepressie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-07-2011
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Valproinezuur'
Datum
Wijziging
01-04-2008
Afleveringsvorm: overgegaan van flacon 400 mg injectiepoeder (Depakine) op
ampul injectievloeistof 300 mg = 3 ml (100 mg/ml) (Orfiril)
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
01-07-2011
Toedieningsroute IC kinderen: Maak een oplossing van 8 mg/ml door 4 ml =
400 mg toe te voegen aan 50 ml NaCl 0,9% of door 8 ml = 800 mg toe te
voegen aan 100 ml NaCl 0,9%.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 640
Vaminolact
Merknaam
Vaminolact®
Afleveringsvorm
Vaminolact flacon 100 en 500 ml
F.T.G.
Parenterale voeding
Toedieningsroute
Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2
ml/kg/uur.
Toegangsweg
Centraal
Toedieningscategorie
Categorie C
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken 24 uur bij 20°C
Na mengen met aangegeven verenigbare zouten: 12 uur bij 20°C
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Natriumchloride, kaliumchloride, calciumglubionaat, magnesiumsulfaat.
Bijzonderheden
-
-
Vaminolact bevat per ml: 6,3 mg alanine, 4,1 mg arginine, 4,1 mg
asparaginezuur, 1 mg cysteine, 2,7 mg phenylalanine, 7,1 mg
glutaminezuur, 2,1 glycine, 2,1 mg histidine, 3,1 mg isoleucine, 7 mg
leucine, 5,6 mg lysine, 1,3 mg methionine, 5,6 mg proline, 3,8 mg serine,
0,3 mg taurine, 3,6 mg threonine, 1,4 mg tryptofaan, 0,5 mg tyrosine, 3,6
mg valine
Hoeveelheid aminozuren 65,3 g/l
Totaal stikstof 9,3 g/l
mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend.
de oplossing is helder tot lichtgeel gekleurd.
Acute reacties
Misselijkheid en braken, flush, zweten, tromboflebitis, pijn op de injectieplaats
Bijwerkingen
Overgevoeligheidsreacties, verhoging leverenzymwaarden
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-06-2008
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vaminolact'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 641
Vancomycine
Merknaam
Vancomycine
Afleveringsvorm
Flacon met 500 mg vancomycine (als hydrochloride) poeder voor
injectievloeistof
Flacon met 1000 mg vancomycine (als hydrochloride) poeder voor
injectievloeistof
F.T.G.
Overige antibiotica
Oplosmiddel
Water voor injecties. Voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl
0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald)
Bereiden
Los 500 mg vancomycine op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is
50 mg/ml
Los 1000 mg vancomycine op in 20 ml water voor injecties. De concentratie is
50 mg/ml
Toedieningsroute
Volwassenen
-
-
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of
glucose 5%, in minimaal 60 minuten; de toedieningssnelheid is maximaal
10 mg/minuut, de concentratie is maximaal 5 mg/ml (bij vochtbeperking
eventueel 10 mg/ml)
Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van maximaal 5 mg/ml
Intrathecaal: onverdund (10 mg/ml)
Kinderen
-
-
Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5%
tot een concentratie van 5 mg/ml, in 60 minuten (maximale concentratie
bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml) (ref. 17)
Intrathecaal: verdund met NaCl 0,9% tot een concentratie van 5 mg/ml
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Intrathecaal: arts
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
acetylcysteine, aciclovir, amiodaron, ciclosporine, enalaprilaat,
erythromycine, esmolol, fentanyl, filgrastim, fluconazol, granisetron,
insuline, labetalol, levofloxacine, lorazepam, magnesiumsulfaat,
meropenem, midazolam, morfine, mycofenolaatmofetil,
natriumbicarbonaat, nicardipine, ondansetron, pancuronium, pethidine,
propofol, remifentanil, ringerlactaat, tolazoline, vecuronium, zidovudine
Infuus
-
Onverenigbaar met
amikacine, atracurium, calciumgluconaat, cimetidine, hydrocortison,
kaliumchloride, ofloxacine, ranitidine, verapamil
Y-site
-
albumine, benzylpenicilline, ceftazidim, ceftriaxon, foscarnet,
fytomenadion, heparine, piperacilline, piperacilline-tazobactam,
sulfadiazine, tacrolimus
Infuus
-
bivalirudine, barbituraten, chlooramfenicol, dexamethason, fenytoine,
natriumbicarbonaat, rocuronium, theofylline
Bijzonderheden
-
Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen.
Vancomycine is bijzonder irriterend voor weefsels; extravasatie moet
worden vermeden.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 642
Acute reacties
Urticaria, exantheem. Zelden: anafylactische shock.
Bijwerkingen
Tromboflebitis, misselijkheid, koude rillingen, koorts. Ten gevolge van te
snelle toediening, soms echter ook bij langzaam toegediende therapeutische
doseringen, bij combinatie met anaesthetica of bij intraperitoneale toediening:
"Red-man" syndroom met erytheem op hoofd, hals, borst en rug, soms met
jeuk en hypotensie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vancomycine'
Datum
Wijziging
01-10-2005
Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%
01-05-2010
Bij Toedieningsroute Volwassenen toegevoegd: (bij vochtbeperking eventueel
10 mg/ml).
01-07-2012
Merknaam: vancomycine. Afleveringsvorm toegevoegd: Flacon met 1000 mg
vancomycine (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof. Bereiden
toegevoegd: Los 1000 mg vancomycine op in 20 ml water voor injecties. De
concentratie is 50 mg/ml.
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site toegevoegd: acetylcysteine, levofloxacine,
mycofenolaatmofetil, nicardipine, remifentanyl, ringerlactaat. Onverenigbaar
met Y-site toegevoegd: tacrolimus. Onverenigbaar met infuus toegevoegd:
bivalirudine, rocuronium.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 643
Varicella Zoster immunoglobuline
Merknaam
Anti-Varicella Zoster immunoglobuline
Afleveringsvorm
Ampul met 200 IE = 2 ml (100 IE/ml) Varicella Zoster immunoglobuline
F.T.G.
Immunoglobulinen
Toedieningsroute
Intramusculair: langzaam en diep spuiten, 4 ml bij volwassenen en kinderen >
20 kg; 2 ml bij kinderen < 20 kg
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
-
Bij hemorragische diathese kan overwogen worden het preparaat
eventueel subcutaan te geven. Effect is dan echter niet meer
gegarandeerd.
Bevat glycine en thiomersal.
De eiwitconcentratie van de oplossing bedraagt 100-180 mg/ml.
Bij voorkeur de injectievloeistof voor gebruik op kamertemperatuur
brengen.
De toepassing van Varicella Zoster immunoglobuline dient protocollair
plaats te vinden.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria.
Bijwerkingen
Koorts.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Varicella Zoster immunoglobuline'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 644
Vecuronium
Merknaam
Norcuron®
Afleveringsvorm
Flacon met 10 mg vecuroniumbromide poeder voor injectievloeistof
F.T.G.
Niet-depolariserende spierrelaxantia
Oplosmiddel
Water voor injecties (bijgeleverd)
Bereiden
Los 10 mg vecuroniumbromide op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 2
mg/ml.
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: IC-arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp vecuronium
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
Onverenigbaar met
aminofylline, cefazoline, cefuroxim, cimetidine, co-trimoxazol, dobutamine,
dopamine, epinefrine, esmolol, fentanyl, fluconazol, gentamicine, heparine,
hydrocortison, isoprenaline, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon,
morfine, nicardipine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, propofol,
ranitidine, vancomycine
Y-site
-
diazepam, etomidaat, furosemide, natriumbicarbonaat, thiopental
Bijzonderheden
Vecuronium moet onder bewaking van de ademhaling en adequate sedatie
worden toegediend.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: urticaria, flushing, bronchospasmen,
hypotensie, tachycardie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium'
Datum
Wijziging
01-07-2002
Bij de onverenigbaarheden toegevoegd dat het om de Y-site gaat.
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 645
Vecuronium, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties
5 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken
De eindconcentratie is 4 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect; pompstand kan per patiënt worden
aangepast door de mate van relaxatie te monitoren door middel van
relaxografie c.q. myotest
Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,5 - 3,0 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na
toediening
Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld i.v.m.
intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel
tijdens mechanische ventilatie op IC
Bijwerkingen: overgevoeligheidsreakties, hypotensie
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 646
Vecuronium, spuitenpomp voor kinderen
Bereiden
< 5 kg: Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties. Voeg 10 mg
= 2,5 ml vecuronium toe aan 7,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1
mg/ml, 10 ml
> 5 kg: Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties. Onverdund
toedienen, trek 5 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) op. De
eindconcentratie is 4 mg/ml.
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect.
Gebruikelijke doseringen:
Oplaaddosis: 0,1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie
Onderhoudsdosis: 0,05-0,3 mg/kg/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
-
Beheergegevens
Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na
toediening
Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld i.v.m.
intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel
tijdens mechanische ventilatie op IC
Contraindicatie: voorzichtigheid bij respiratoire insufficiëntie, bij
neuromusculaire aandoeningen.
Bijwerkingen: overgevoeligheidsreacties, hypotensie, tachycardie,
bronchospasmen
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, spuitenpomp voor kinderen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 647
Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen lichter dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1 mg/ml)
Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur
Beheergegevens
ml/uur
1 kg
2 kg
3 kg
4 kg
5 kg
0,05
0,1
0,1
0,2
0,2
0,3
0,1
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,15
0,2
0,3
0,5
0,6
0,8
0,2
0,2
0,4
0,6
0,8
1,0
0,25
0,3
0,5
0,8
1,0
1,3
0,3
0,3
0,6
0,9
1,2
1,5
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
lichter dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 648
Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp
voor kinderen zwaarder dan 5 KG
DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (4 mg/ml)
Rekendosering: 0,4 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur
mg/kg/uur
ml/uur
5 kg
10 kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
40 kg
50 kg
0,05
0,1
0,1
0,2
0,3
0,3
0,4
0,5
0,6
0,1
0,1
0,3
0,4
0,5
0,6
0,8
1,0
1,3
0,15
0,2
0,4
0,6
0,8
0,9
1,1
1,5
1,9
0,2
0,3
0,5
0,8
1,0
1,3
1,5
2,0
2,5
0,25
0,3
0,6
0,9
1,3
1,6
1,9
2,5
3,1
0,3
0,4
0,8
1,1
1,5
1,9
2,3
3,0
3,8
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen
zwaarder dan 5 KG'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 649
Verapamil
Merknaam
Isoptin®
Afleveringsvorm
Ampul met 5 mg = 2 ml (2,5 mg/ml) verapamil-hydrochloride
F.T.G.
Calcium-antagonisten
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 5
mg/minuut
Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol
spuitenpomp verapamil
Toedieningscategorie
Categorie A en D
Bekwaamheidsniveau
I.V.: arts
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
ciprofloxacine, famotidine
Infuus
-
Onverenigbaar met
amiodaron, atropine, benzylpenicilline, calciumzouten, cefazoline,
cefotaxim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, dexamethason,
diazepam, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine,
fenobarbital, fentolamine, fenytoine, furosemide, gentamycine, heparine,
hydrocortison, insuline, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine,
magnesiumsulfaat, mannitol, methylprednisolon, metoclopramide, morfine,
naloxon, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine,
oxytocine, pancuronium, pentobarbital, pethidine, piperacilline,
procainamide, propranolol, protamine, tobramycine, tolazoline,
vancomycine
Y-site
-
albumine, natriumbicarbonaat
Infuus
-
amfotericine B, co-trimoxazol, flucloxacilline, theofylline
Bijzonderheden
Verapamil moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden
toegediend.
Acute reacties
Zelden: erytheem, jeuk.
Bijwerkingen
Hypotensie, bradycardie, hartinsufficiëntie, AV-blokkade, zelden: asystolie.
Obstipatie, misselijkheid, nervositeit, duizeligheid, moeheid, oedeem aan de
enkels. Zelden: hoofdpijn, spierpijn, gynaecomastie (met name ten gevolge
van langdurige toediening bij ouderen), hyperprolactinemie, galactorroe.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Verapamil'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 650
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 651
Verapamil, spuitenpomp voor volwassenen
Bereiden
Meng 10 ampullen (20 ml=50 mg) met 30 ml glucose 5%.
De eindconcentratie is 1 mg/ml
Houdbaarheid
24 uur bij kamertemperatuur
Toedienen via spuitenpomp
Doseren op geleide van het effect
Oplaaddosis: 5-10 mg, onverdund, toedieningssnelheid is 1 mg/minuut
Onderhoudsdosis: komt niet vaak voor, op afspraak arts
Pompstanden zijn sterk wisselend; van 10-40 ml/uur
Toegangsweg
-
Eigenschappen geneesmiddel
-
Beheergegevens
Werking: verbetert cardiale perfusie, verlaagt de afterload, negatief
inotroop, anti-aritmisch
Indicatie: paroxysmale supraventriculaire tachycardie
Bijwerking: hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, AVgeleidingsstoornissen, AV-blok, asystolie, obstipatie, hoofdpijn
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Verapamil, spuitenpomp voor volwassenen'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 652
Vitamine B-complex forte
Merknaam
Vitamine B-complex forte
Afleveringsvorm
Ampul met 2 ml vitamine B-complex forte
F.T.G.
Vitaminen
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.M./Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C, buiten invloed van licht.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als infusie: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose
5% in 30-60 minuten
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Ascorbinezuur, fytomenadion
Bijzonderheden
-
Intraveneuze toediening wordt niet aangeraden, behalve als
intramusculaire toediening niet mogelijk is.
Bevat per ml: thiamine 25 mg, riboflavine 5 mg, nicotinamide 50 mg,
pyridoxine 5 mg, dexpanthenol 5 mg.
Acute reacties
Overgevoeligheidsreacties ten gevolge van thiamine: warmtegevoel, jeuk,
urticaria, transpireren, rusteloosheid, benauwdheid, hypotensie. Zelden:
angio-oedeem, anafylactische shock.
Bijwerkingen
Ten gevolge van intramusculaire toediening: pijnlijkheid en
weefselbeschadiging op injectieplaats. Ten gevolge van intraveneuze
toediening: tromboflebitis.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitamine B-complex forte'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 653
Vitaminen, multi- (vet oplosbaar)
Merknaam
Vitintra Infant®
Afleveringsvorm
Ampul 10 ml met in vet oplosbare multi-vitaminen voor kinderen,
infuusconcentraat
F.T.G.
Vitaminen
Toedieningsroute
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan Intralipid®, maximaal 10 ml per 24
uur
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Infusie: VPK
Houdbaarheid
Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C
Infuusvloeistoffen
Intralipid 10%, 20%
Bijzonderheden
-
Beheergegevens
Vitintra® kan worden gebruikt om Soluvit N® op te lossen, waarna de
oplossing aan Intralipid® kan worden toegevoegd.
Vitintra Infant® bevat per ml: 230 IE (69 microg) retinol, 40 IE (1 microg)
ergocalciferol, 20 microg fytomenadion, 0,7 IE (0,64 mg) dl-α-tocoferol.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-03-2002
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (vet oplosbaar)'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Vitintra Adult® is uit het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 654
Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)
Merknaam
Cernevit®
Afleveringsvorm
Flacon met in water en in vet oplosbare multi-vitaminen (met uitzondering van
vitamine K) voor volwassenen en voor kinderen ouder dan 11 jaar,
infuusconcentraat
F.T.G.
Vitaminen
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los Cernevit® op in 5 ml water voor injecties.
Toedieningsroute
-
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in water voor injecties of glucose
5%, langzaam in 10 minuten
Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%
of glucose 5-50%
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed
van licht bewaren en toedienen.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5-50%, Intralipid® 10%, 20%
Bijzonderheden
-
-
Beheergegevens
Vitaminen zijn een bestanddeel van totaal parenterale voeding (TPV)
Cernevit® wordt op gezette tijden in de apotheek aan TPV toegevoegd.
Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur.
Bij start van TPV in de avonden en weekenden is het bijna nooit nodig om
direct vitaminen te geven. Alleen bij kans op het refeedingsyndroom
moeten vitaminen direct worden gestart met de TPV (zie intranetsite
afdeling dietetiek)
Cernevit® bevat per flacon: retinolpalmitaat 3500 IE, colecalciferol 220 IE,
dl-α-tocoferol 10,2 mg, ascorbinezuur 125 mg, cocarboxylase-4-water 5,8
mg, riboflavine-natriumfosfaat 5,7 mg, pyridoxine-hydrochloride 5,5 mg,
cyanocobalamine 6 microg, foliumzuur 414 microg, dexpanthenol 16,2 mg,
biotine 69 microg, nicotinamide 46 mg.
Bevat glycocholzuur.
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2002
01-05-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)'
Datum
Wijziging
01-04-2004
Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus.
01-02-2008
Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus: 2
ampullen toegevoegd aan 2000 ml structokabiven.
01-05-2009
Toedieningsroute: Intraveneus als langlopend infuus: 2 ampullen toegevoegd
aan 2000 ml StructoKabiven, 2500 ml Nutriflex Lipid Plus of 2000 ml Nutriflex
Plus 48/150. Bij Bijzonderheden zijn drie opmerkingen (1e, 2e en 3e)
toegevoegd.
01-12-2009
Bij Toedieningsroute is Intraveneus als langlopend infuus verwijderd. Bij
Bijzonderheden zijn 2e en 3e opmerking aangepast ivm het toevoegen van
Cernevit door de apotheek op maandag t/m vrijdag
01-05-2012
Afleveringsvorm: Flacon met in water en in vet oplosbare multi-vitaminen
(met uitzondering van vitamine K) voor volwassenen en voor kinderen ouder
dan 11 jaar, infuusconcentraat.
geprint op 28 januari 2014
pagina 655
Handboek Parenteralia VUmc
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 656
Vitaminen, multi- (water oplosbaar)
Merknaam
Soluvit N®
Afleveringsvorm
Flacon 10 ml met in water oplosbare multi-vitaminen, infuusconcentraat
F.T.G.
Vitaminen
Oplosmiddel
Water voor injecties, glucose 5-50%, Vitintra®, Intralipid® 10%, 20%
Bereiden
Los Soluvit N® op in 10 ml oplosmiddel.
Toedieningsroute
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in water voor injecties of glucose
5%, langzaam
Toedieningscategorie
Categorie A en B
Bekwaamheidsniveau
I.V.: VPK
Houdbaarheid
Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed
van licht bewaren en toedienen.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5-50%
Bijzonderheden
-
-
Soluvit N® bevat per flacon: natriumascorbaat 113 mg, foliumzuur 400
microg, nicotinamide 40 mg, thiamine-mononitraat 3,1 mg, riboflavinenatriumfosfaat 4,9 mg, pyridoxine-hydrochloride 4,9 mg, cyanocobalamine
5,0 microg, natriumpantothenaat 16,5 mg en biotine 60 microg.
Bevat glycine, natriumedetaat en methylparahydroxybenzoaat.
Dosering voor volwassenen 10 ml/dag. Neonaten 1 ml/kg/dag, max 10
ml/dag
Acute reacties
Zelden: overgevoeligheidsreacties (tengevolge van thiamine).
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-08-2006
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (water oplosbaar)'
Datum
Wijziging
01-03-2002
Cernevit® verplaatst naar monografie ‘Vitaminen, multi- (vet en water
oplosbaar)’.
01-08-2006
Dosering voor neonaten 1 ml/kg/dag, max 10 ml/dag toegevoegd.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 657
Voriconazol
Merknaam
VFend®
Afleveringsvorm
Flacon met 200 mg voriconazol poeder voor infusievloeistof
F.T.G.
Antimycotica
Oplosmiddel
Water voor injecties
Bereiden
Los 200 mg voriconazol op in 19 ml water voor injecties. De concentratie is 10
mg/ml
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infuus: VPK
Houdbaarheid
24 uur bij 4°C
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, NaCl/glucose, glucose 5%
Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-500 ml infuusvloeistof tot een
concentratie van 2-5 mg/ml, in 1-2 uur. De maximale infuussnelheid is 3
mg/kg/uur
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Bijzonderheden
Infuus
-
natriumbicarbonaat
-
Voriconazol mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen
over een lijn worden toegediend.
Bevat sulfobutylether beta-cyclodextrine (SBECD).
Voriconazol mag niet als bolusinjectie worden toegediend.
-
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats, overgevoeligheid, blozen, misselijkheid, koorts,
transpiratie, verhoogde hartslag, ademnood, tromboflebitis.
Bijwerkingen
Koorts, hoofdpijn, abdominale pijn, hypotensie, misselijkheid, braken, diarree,
trombocytopenie, anemie, leucopenie, pancytopenie, perpura, perifeer
oedeem, duizeligheid, hallucinaties, verwardheid, angst, depressie,
visusstoornissen. Vanwege aanwezigheid SBECD mag voriconazol i.v.
maximaal 6 maanden worden gebruikt.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2003
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Voriconazol'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 658
Parenteralia W
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 659
Warfarine
Merknaam
Warfarine
Afleveringsvorm
Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) warfarine-natrium
F.T.G.
Anticoagulantia
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M./I.V.: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Infuusvloeistoffen
NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat
Bijzonderheden
-
Intramusculair: onverdund
Intraveneus als bolusinjectie: onverdund
Warfarine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Bevat ethanol en propyleenglycol.
Warfarine wordt op geleide van de stollingstijden gedoseerd.
De werking kan met vitamine K worden geantagoneerd.
Warfarine is een niveau 2 product.
Acute reacties
Zelden: allergische reacties.
Bijwerkingen
Hemorragie. Zelden: huidnecrose, haaruitval, koorts, maagdarmstoornissen.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
geen
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Warfarine'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 660
Parenteralia Y
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 661
Parenteralia Z
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 662
Zidovudine
Merknaam
Retrovir®
Afleveringsvorm
Flacon met 20 ml zidovudine concentraat voor oplossing voor infusie (10
mg/ml)
F.T.G.
Antiretrovirale middelen
Bereiden
De aanbevolen dosis is 1 mg/kg of 2 mg/kg iedere 4 uur. De benodigde dosis
dient toegevoegd te worden aan glucose 5%. De eindconcentratie dient
ongeveer 2 mg/ml tot 4 mg/ml te zijn. Bereken het aantal ml concentraat dat
nodig is en voeg dit toe aan een infuuszakje glucose 5%
Toedieningsroute
Intraveneus: gedurende 1 uur
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infuus: VPK
Houdbaarheid
De inhoud van de flacon is voor eenmalig gebruik. De bereide infusen zijn 24
uur houdbaar in de koelkast
Infuusvloeistoffen
Glucose 5%
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Verenigbaar met
Y-site
-
vancomycine
Bijzonderheden
-
De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes
zijn
Bijwerkingen
Anemie, neutropenie, leukopenie, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid,
braken, afwijkende leverfunctiewaarden
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-01-2012
01-02-2014
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zidovudine'
Datum
Wijziging
01-02-2014
Verenigbaar met Y-site: vancomycine.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 663
Zoledroninezuur
Merknaam
Aclasta®
Afleveringsvorm
Flacon met 5 mg = 100 ml (0,05 mg/ml) zoledroninezuur
F.T.G.
Calciumregulerende middelen, bisfosfonaten
Toedieningsroute
-
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infuus: VPK
Houdbaarheid
Na aanprikken: 24 uur bij 4°C
Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in minimaal 15 minuten
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Calciumbevattende infuusvloeistoffen
Bijzonderheden
-
Zoledroninezuur mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden
toegediend
Het gebruik van zoledroninezuur is gecontraindiceerd bij een creatinine
klaring < 35 ml/min
Voorafgaand aan iedere toediening dient de creatinineklaring te worden
bepaald
Het wordt aanbevolen om patient voldoende calcium en vitamine D voor te
schrijven
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats
Bijwerkingen
Koorts, myalgie, griepachtige symptomen, artralgie, hoofdpijn, hypocalciemie
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-04-2008
01-05-2012
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zoledroninezuur'
Datum
Wijziging
01-05-2012
Bijzonderheden toegevoegd: - Het gebruik van zoledroninezuur is
gecontraindiceerd bij een creatinine klaring < 35 ml/min. – Voorafgaand aan
iedere toediening dient de creatinineklaring te worden bepaald. – Het wordt
aanbevolen om patient voldoende calcium en vitamine D voor te schrijven.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 664
Zoutzuur
Merknaam
HCl, waterstofchloride
Afleveringsvorm
Flacon met 75 mmol = 500 ml (150 mmol/l, 0,15M) HCl
F.T.G.
Aanzurende middelen
Toedieningsroute
Intraveneus als infusie via een centrale lijn: onverdund met een snelheid van
maximaal 0,2 mmol/kg/uur (voor een patient van 70 kg is dit dus ongeveer
100 ml/uur)
Toedieningscategorie
Categorie B
Bekwaamheidsniveau
Infusie: IC
Houdbaarheid
Na aanprikken : 24 uur bij kamertemperatuur.
Bijzonderheden
-
Bevat 75 mmol waterstof (H) en 75 mmol chloride (Cl) per 500 ml.
Zoutzuur infuus mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en
geneesmiddelen worden toegediend.
Zoutzuur infuus mag niet via een perifere lijn worden toegediend.
De bloedgassen en elektrolyten van de patient dienen zorgvuldig
gecontroleerd te worden tijdens toediening van zoutzuur infuus.
De infusievloeistof is hypotoon.
Acute reacties
Irritatie, thromboflebitis, weefselnecrose. Bij te snelle infusie: hemolyse
Bijwerkingen
(respiratoire) acidose
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-12-2003
01-06-2008
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zoutzuur'
Datum
Wijziging
01-06-2008
Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 665
Zuclopentixol
Merknaam
Cisordinol®, Cisordinol Depot®
Afleveringsvorm
Ampul met 200 mg = 1 ml (200 mg/ml) zuclopentixoldecanoaat in olie
(Cisordinol Depot®)
F.T.G.
Antipsychotica
Toedieningsroute
Intramusculair: diep spuiten
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
I.M. Volwassenen: VPK
Houdbaarheid
Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking.
Bijzonderheden
-
Zuclopentixol mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen worden
toegediend.
De Depotinjectie bevat als oplosmiddel plantaardige olie (Viscoleo)
Maximale concentraties worden bereikt bij de gewone injectie na 2-6 uur
en bij de Depotinjectie na 1 week.
Acute reacties
Pijnlijkheid op injectieplaats.
Bijwerkingen
Extrapiramidale effecten, convulsies, verergering van de depressie, sufheid,
slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen,
obstipatie, urineretentie, opwinding en delirium (met name bij ouderen en
kinderen), leverfunctiestoornissen, hyperprolactinemie. Ten gevolge van
langdurig gebruik: gynaecomastie.
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
16-06-2001
01-11-2010
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zuclopentixol'
Datum
Wijziging
01-12-2007
Bij Afleveringsvorm: Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) zuclopentixol (als
dihydrochloride) is uit de handel.
01-11-2010
Acutard uit het assortiment.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 666
Zwavelhexafluoride
Merknaam
Sonovue®
Afleveringsvorm
Flacon met 25 mg poeder en 1 voorgevulde spuit met 5 ml natriumchloride
0,9%
F.T.G.
Contrastmiddelen
Oplosmiddel
5 ml natriumchloride 0,9% in een voorgevulde spuit
Bereiden
Via het septum van de flacon wordt 5 ml NaCl 0,9% toegevoegd aan de
inhoud van de flacon. De flacon wordt vervolgens 20 seconden stevig geschud
totdat het lyofilisaat volledig is opgelost.
Na reconstitutie bevat 1 ml van de bereide suspensie 8 microliter
zwavelhexafluoride in de microluchtbellen. Dit komt overeen met 45
microgram
Toedieningsroute
Intraveneus als injectie
Toedieningscategorie
Categorie A
Bekwaamheidsniveau
Arts
Houdbaarheid
6 uur na reconstitutie
Bijzonderheden
-
Beheergegevens
Beheerder:
Agnes Veldkamp
Eerste versie:
Laatste wijziging:
01-05-2012
geen
De suspensie is na reconstitutie wit, ondoorzichtig en melkachtig. Wanneer
dit niet het geval is moet het produkt weggegooid worden
Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na
"Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet.
Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zwavelhexafluoride'
Datum
Wijziging
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 667
Merknaam
In de titel van de monografie staat de generieke naam van het geneesmiddel vermeld. Achter het kopje
"merknaam" staan de merknaam en eventuele synoniemen van het geneesmiddel.
Afleveringsvorm
Toedieningsvorm van het geneesmiddel, zoals het in de handel is, dan wel zoals het wordt bereid in de
apotheek.
Dit kan zijn in oplossing in een ampul, flacon, zak of (wegwerp)spuit dan wel in poedervorm in een flacon of
ampul. De totale hoeveelheid en/of de concentratie van het geneesmiddel in de doseervorm worden vermeld.
Indien het geneesmiddel in een bepaalde chemische verbinding aanwezig is, wordt dit eveneens vermeld.
F.T.G.
Farmacotherapeutische groep, waartoe het geneesmiddel behoort. Hierbij is zoveel mogelijk de indeling van
het Farmacotherapeutisch Kompas aangehouden.
Oplosmiddel
Indien het geneesmiddel in poedervorm afgeleverd wordt, dient het preparaat eerst in een bepaald
oplosmiddel te worden opgelost. In enkele gevallen wordt het oplosmiddel met het geneesmiddel bijgeleverd;
dit wordt dan in de monografie aangegeven met de tekst: "(bijgeleverd)".
Bereiden
De wijze waarop en de hoeveelheid waarin het geneesmiddel, indien van toepassing, opgelost moet worden.
Tevens wordt de eindconcentratie vermeld.
Transfernaalden om poeder voor injectie op te lossen, kunnen alleen worden gebruikt indien het oplosmiddel
NaCl 0,9%, glucose 5% of NaCl/glucose is. Transfernaalden kunnen alleen worden gebruikt indien de gehele
inhoud van de flacon of ampul dient te worden toegediend. Hiertoe dient eerst de transfernaald op het
aanprikpunt van het infuus te worden gezet, vervolgens wordt met de andere kant van de naald de flacon
met geneesmiddel aangeprikt. Door knijpen en zwenken wordt infuusvloeistof in de flacon gebracht en wordt
het poeder opgelost; het opgeloste poeder wordt tenslotte via de naald in de infuusvloeistof gebracht.
Toedieningsroute
De wijzen waarop het geneesmiddel kan worden toegediend.
Indien het geneesmiddel in oplossing verder moet worden verdund, staat dit vermeld bij de betreffende
toedieningswijze, waarbij de benodigde infuusvloeistof is aangegeven. De infuusvloeistoffen die de voorkeur
hebben, zijn NaCl 0,9%, glucose 5% en de gebruikelijke combinatie NaCl met glucose, aangeduid als
NaCl/glucose.
Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke dosis aan het genoemde volume worden toegevoegd.
Indien van toepassing is de duur van toediening van de geneesmiddeloplossing vermeld, zo nodig met een
maximale toedieningssnelheid. In het algemeen wordt onder een kortlopend infuus verstaan in 15-30
minuten en onder een langlopend infuus 8-24 uur, tenzij een andere tijd is genoemd. Hierbij is uitgegaan van
gebruikelijke doseerhoeveelheden.
Als een geneesmiddel als bolusinjectie en als kortlopend infuus mag worden toegediend wordt voor het
kortlopende infuus een hoeveelheid infuusvloeistof van 100 ml aanbevolen. Bij vochtbeperking kan het
geneesmiddel eventueel aan 50 ml infuusvloeistof worden toegevoegd, maar de onnauwkeurigheid van de
toegediende dosis is groter omdat er relatief meer lucht in de zakjes van 50 ml zit en meer residu achterblijft.
Voor een aantal geneesmiddelen is een protocol opgenomen voor het bereiden van een oplossing in een
spuitenpomp. Voor spuitenpompen mag uit veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie
worden afgeweken. Bij de toedieningsroute wordt dan verwezen naar het protocol dat achteraan de
monografie is opgenomen.
Met uitzondering van de spuitenpompprotocollen, waar de gebruikelijke doseringen zijn vermeld, zijn in de
monografieën geen doseringen opgenomen.
Toedieningscategorie
Aan het geneesmiddel met de daarbij behorende toedieningswijze is een indicatiestelling voor het gebruik van
infuus- en spuitenpompen toegekend. Er is uitgegaan van het Handboek "Codering van geneesmiddelen voor
parenterale toediening" van het VU Ziekenhuis, opgesteld door de toetsingscommissie grensafbakening
verpleegkunde-geneeskunde VU ziekenhuis, vierde uitgave, 1997.
Er is een indeling in vier categorieën gemaakt, respectievelijk A, B, C en D.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 668
Categorie A
Middelen die met behulp van een injectiespuit rechtstreeks worden toegediend: intraveneus, intramusculair,
subcutaan, intra-arterieel, intracardiaal etc.
Categorie B
Middelen die met een handgestuurd infuussysteem, dus zonder pomp, mogen worden toegediend.
Indien de situatie dit vereist (bijv. volumebeperking, heveleffecten) kan het nodig zijn om middelen uit deze
groep toe te dienen door middel van een infuus- of spuitenpomp.
Categorie C
Middelen die met behulp van een volume-gestuurde infuuspomp moeten worden toegediend.
Categorie D
Middelen die uitsluitend door middel van een spuitenpomp mogen worden toegediend, omdat een continue
toedieningssnelheid vereist is.
Bij de keuze van parenteralia die onder categorie D vallen heeft met name een korte eliminatiehalfwaardetijd
(t 1/2 ) en een smalle therapeutische breedte (verschil tussen therapeutische en toxische spiegel) een rol
gespeeld.
Een geneesmiddel kan in meerdere toedieningscategorieën ingedeeld zijn, bijvoorbeeld indien aanvankelijk
een intraveneuze bolusinjectie als oplaaddosis gegeven wordt (categorie A) en vervolgens een
onderhoudsdosering met behulp van een spuitenpomp wordt gegeven (categorie D).
Bekwaamheidsniveau
Zie het onderwerp “Bekwaamheid van verpleegkundigen voor het parenteraal toedienen van geneesmiddelen”
in de inleiding.
Houdbaarheid
Er wordt in dit Handboek uitgegaan van de microbiologische houdbaarheid, tenzij deze langer is dan de
chemische houdbaarheid. De maximale houdbaarheid voor het op de afdeling bereide geneesmiddel wordt in
onverdunde en/of verdunde vorm vermeld. Tevens wordt de bewaartemperatuur vermeld. 20°C komt
overeen met kamertemperatuur, 4°C met koelkast. Indien er onder "Toedieningscategorie" alleen categorie A
staat vermeld, wordt er van uitgegaan dat de injectiespuit direct voor toedienen wordt bereid. Bij het item
"Houdbaarheid" wordt dan verwezen naar de houdbaarheid van de flacon of ampul door middel van "Zie
vermelde datum en temperatuur op de verpakking".
De hieronder gegeven houdbaarheden zijn de maximale houdbaarheden:
Multidose flacon, injectieflacon na aanprikken
Niet geconserveerd:
- 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C
Geconserveerd:
- 24 uur bij 20°C
- 1 maand bij 4°C
Wanneer het onduidelijk is of een geneesmiddel al dan niet is geconserveerd, kan men contact opnemen met
de apotheek.
Spuit voor IV-toediening of spuitenpomp
- 24 uur bij 20°C
Infusievloeistof flacon of zak na aanprikken
- 24 uur bij 20°C
Insuline
Niet aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon:
- 4°C, zie verpakking
- 1 maand* bij 20°C
Aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon:
- 1 maand* bij 4°C of 20°C
(Penfill pen niet in de koelkast bewaren!)
* mits de op de verpakking vermelde houdbaarheid niet wordt overschreden
Aangebroken ampullen
direct toedienen, niet houdbaar
Toediening via vol.infuuspomp
Geen tekst
Infuusvloeistoffen
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 669
De hier vermelde infuusvloeistoffen kunnen gebruikt worden voor het verdunnen en toedienen van het
geneesmiddel.
Verenigbaar met
Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel gevallen kan het echter
noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Y-site op één lijn, of samengevoegd in één compartiment
(infuuszak of spuit) toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen fysisch en
chemisch verenigbaar zijn.
Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in het geval dat er onderzoek
gedaan is, heeft men te maken met specifieke omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties,
infuusvloeistoffen, toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden kan een
combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen.
Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te combineren geneesmiddelen,
waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen
(on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via één compartiment anderzijds
(aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus.
Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de (on)verenigbaarheid voor
toedieningen zowel via Y-site als via één compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat
verenigbaarheden via een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden bij
toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet zo is.
Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één lijn of in één compartiment
wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder
"Bijzonderheden" (bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening).
Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en TPV wordt sterk afgeraden.
Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt en het wel wenselijk is deze
geneesmiddelen te combineren, wordt aangeraden een ziekenhuisapotheker te raadplegen.
Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te controleren of geneesmiddelen of
mengsels van geneesmiddelen in één toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist
wordt (heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een eventuele ontleding van
één of beide geneesmiddelen.
Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Onverenigbaar met
Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel gevallen kan het echter
noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Y-site op één lijn, of samengevoegd in één compartiment
(infuuszak of spuit) toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen fysisch en
chemisch verenigbaar zijn.
Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in het geval dat er onderzoek
gedaan is, heeft men te maken met specifieke omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties,
infuusvloeistoffen, toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden kan een
combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen.
Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te combineren geneesmiddelen,
waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen
(on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via één compartiment anderzijds
(aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus.
Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de (on)verenigbaarheid voor
toedieningen zowel via Y-site als via één compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat
verenigbaarheden via een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden bij
toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet zo is.
Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één lijn of in één compartiment
wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder
"Bijzonderheden" (bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening).
Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en TPV wordt sterk afgeraden.
Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt en het wel wenselijk is deze
geneesmiddelen te combineren, wordt aangeraden een ziekenhuisapotheker te raadplegen.
Indien twee geneesmiddelen onverenigbaar zijn dient tussen beide toedieningen het infuussysteem te worden
gespoeld met een basis infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor een standaard Y-systeem met
druppelkamer dient met tenminste 35 ml (=volume van het toedieningssysteem) gespoeld te worden.
Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te controleren of geneesmiddelen of
mengsels van geneesmiddelen in één toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist
wordt (heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een eventuele ontleding van
één of beide geneesmiddelen.
Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten beschouwing gelaten.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 670
Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de
middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel
niet via de Y-site als via het infuus)
Bijzonderheden
Algemene opmerkingen die van belang kunnen zijn bij het bereiden of toedienen van het geneesmiddel.
Bijvoorbeeld aanwezigheid van hulpstoffen, hoeveelheid natrium of kalium, pH van de oplossing.
Acute reacties
De hier vermelde reacties kunnen tijdens of direct na de toediening van het geneesmiddel optreden, en zijn
dus voor de verpleegkundige die het geneesmiddel toedient van groot belang.
Bijwerkingen
Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen tijdens gebruik en ook op langere termijn optreden en zijn relatief
onafhankelijk van de toedieningswijze. De belangrijkste bijwerkingen zijn hier vermeld.
Toedienen via spuitenpomp
Voor het nauwkeurig toedienen van geneesmiddelen worden infusie- of spuitenpompen gebruikt. Voor de
toediening van kleine volumina (200 ml/dag of minder, bij volwassenen) wordt vooral gebruik gemaakt van
een spuitenpomp (perfusor). Er bestaan verschillende typen pompen voor specifieke toepassingen, zoals
bijvoorbeeld voor continu epiduraal of spinaal toedienen van geneesmiddelen. In de pediatrie worden veel
spuitenpompen ingezet; bij grotere kinderen komen ook infusiepompen in aanmerking.
In het algemeen worden kortwerkende middelen via een perfusor toegediend (dopamine, heparine, insuline).
Deze toediening wordt ook gebruikt bij stuurbare middelen zoals propofol, spierrelaxantia, opiaten en
middelen die in een bepaalde tijd moeten inlopen, zoals cytostatica en totale parenterale voeding.
In het Handboek zijn diverse schema’s opgenomen voor geneesmiddelen die altijd of vaak via een
spuitenpomp worden toegediend. Bij neonaten en jonge kinderen worden in het algemeen spuitenpompen
toegepast die gebruik maken van spuiten van 10-20 ml.
In de spuitenpompprotocollen staat onder het kopje Toegangsweg “centraal” genoemd als het toe te dienen
middel alleen via een centrale lijn gegeven mag worden. Als dit niet het geval is staat er een -.
Van de in het handboek vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag om veiligheidsredenen NIET
worden afgeweken.
Toegangsweg
Tekst volgt nog
Eigenschappen geneesmiddel
Tekst volgt nog
Beheergegevens
Verantwoordelijkheden
De apotheek is verantwoordelijk voor de inhoud van de wijzigingen en voor het up-to-date houden van de
handboeken op het intranet.
De afdeling is ervoor verantwoordelijk dat er uitsluitend met de meest recente versies wordt gewerkt.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 671
ref. 1
Dijkstra HH, Dessing-de Lang MLJ (red.). Repertorium Nederlandse associatie van de farmaceutische industrie
Utrecht; 1998-1999
ref. 2
Trissel LA. Handbook on Injectable Drugs 10th Ed. American Society of Hospital Pharmacists; 1998
ref. 3
King JC. Guide to Parenteral Admixtures Pacemarq Inc. St. Louis; 1999
ref. 4
Informatorium Medicamentorum. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie
Den Haag; 1999
ref. 5
Mc Envoy GK (red.) Drug Information:American Hospital Formulary Service. American Society of Hospital
Pharmacists Bethesda; 1997
ref. 6
Kuy A vd (red.) Farmacotherapeutisch Kompas. Centrale Medische Pharmaceutische Commissie van de
Ziekenfondsraad Amstelveen, Ed. XIV; 1999
ref. 7
Codering van geneesmiddelen voor parenterale toediening. Toetsingscommissie grensafbakening
verpleegkunde-geneeskunde VU Ziekenhuis, vierde uitgave; 1997
ref. 8
Formularium der Nederlandse Apothekers. LNA Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de
Pharmacie Den Haag; 1994
ref. 9
Reynolds EF (red.) Martindale The Extra Pharmacopoeia 30e Ed. The Pharmaceutical Press London; 1993
ref. 10
Gelman CR, Rumack BH (red.) DRUGDEX Information System Vol 81 Micromedex Inc. Denver; 1999
ref. 11
Iowa Drug Information Service System CD Rom 1985-1999
ref. 12
Cohen MR. Intraveneus use of haloperidol. Hosp Pharm 1987; 22:306-7
ref. 13
Butler HE, Moody HR. Hyoscine-N-butylbromide by intraveneus infusion. Med J Aust 1987; 147: 315-6
Salomone T. Effects of sympathomimetics isometheptene and anticholinergic hyoscine-n-butylbromide on
glucose and insulin respons to oral glucose load. Curr ther research 1985; 37,4: 695-700
ref. 14
Lerhiatbundit S. Stability of quinine dihydrochloride in commonly used intraveneus solutions. J Clin Pharm
Ther 1993; 18: 343-5
ref. 15
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 672
Drug information rounds. Octreotide or vasopressin for bleeding of esophageal varices. Ann Pharmacotherapy
1997; 31: 237-8
ref. 16
Chiu MF, Schwartz ML. Visual compatibility of injectable drugs used in the intensive care unit. Am J HealthSyst Pharm 1997; 54: 64-5
ref. 17
Gura KM. Parenteral drug administration guidelines for the pediatric patient: one hospital's recommendations.
Hosp Pharm 1993; 28: 221-3, 227-8, 239-42
ref. 18
Elmore RL e.a. Stability and compatibility of admixtures of intraveneus ciprofloxacin and selected drugs.
Clinical Therapeutics 1996 (18); 2: 246-255
ref. 19
Klaus JR, Knodel LC, Kavanagh RE. Administration Guidelines for Parenteral Drug Therapy. Part II: Adult
Patients (Review). Journal of Pharmacy Technology 5, July/August 1989; 153 179
ref. 20
Patel PR. Compatibility of meropenem with commonly used injectable drugs. Am J Health-Syst Pharm 1996;
53: 2853-5
ref. 21
Bos JM, van Loenen AC, Dekker GA. Farmacotherapie bij dreigende vroeggeboorte: hoe effectief zijn
weeënremmers? Pharm Weekbl 1996 (131); 4: 1272-8
ref. 22
Berlin G, Brodin B, Hilden J, Mårtensson J. Acute dapsone intoxication: a case treated with continuous
infusion of methylene blue, forced diuresis and plasma exchange. Clin Toxicol 1985; 22(6), 537-48
ref. 23
Cilissen J, van der Kuy P-HM, Hooymans PM. Fysische en chemische stabiliteit van een mengsel van
prethcamide, aminofylline en prednisolon. Ziekenhuisfarmacie 1996 (12); 234-5
ref. 24
Mann HJ et al. Physical and chemical compatibility of drotrecogin alfa (activated) with 34 drugs during
simulated Y-site administration. Am J Health-Syst Pharm 2004;61:2664-71
Noortje Swart
Indien u opmerkingen en/of vragen heeft over een monografie, kunt u deze e-mailen naar Noortje Swart.
Vermeld in de e-mail s.v.p. duidelijk welke monografie het betreft.
Agnes Veldkamp
Indien u opmerkingen en/of vragen heeft over een monografie, kunt u deze e-mailen naar Agnes Veldkamp.
Vermeld in de e-mail s.v.p. duidelijk welke monografie het betreft.
Handboek Parenteralia VUmc
geprint op 28 januari 2014
pagina 673