Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 1 Handboek Parenteralia VU medisch centrum Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 2 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 3 Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 4 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 5 Redactie Het handboek Parenteralia is tot stand gekomen onder redactie van: Mw. Y.P. Dijstelbloem (eindredactie) Mw. E.L. Swart A.C. van Loenen Namens de werkgroep codering geneesmiddelen: F. van den Dungen Dr. C.J. van Guldener Mw. K. Hemmink Mw. J. Teeuwen Mw. M. Veldman Mw. C. Visser Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 6 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 7 Handleiding voor het gebruik Merknaam In de titel van de monografie staat de generieke naam van het geneesmiddel vermeld. Achter het kopje "merknaam" staan de merknaam en eventuele synoniemen van het geneesmiddel. Afleveringsvorm Toedieningsvorm van het geneesmiddel, zoals het in de handel is, dan wel zoals het wordt bereid in de apotheek. Dit kan zijn in oplossing in een ampul, flacon, zak of (wegwerp)spuit dan wel in poedervorm in een flacon of ampul. De totale hoeveelheid en/of de concentratie van het geneesmiddel in de doseervorm worden vermeld. Indien het geneesmiddel in een bepaalde chemische verbinding aanwezig is, wordt dit eveneens vermeld. F.T.G. Farmacotherapeutische groep, waartoe het geneesmiddel behoort. Hierbij is zoveel mogelijk de indeling van het Farmacotherapeutisch Kompas aangehouden. Oplosmiddel Indien het geneesmiddel in poedervorm afgeleverd wordt, dient het preparaat eerst in een bepaald oplosmiddel te worden opgelost. In enkele gevallen wordt het oplosmiddel met het geneesmiddel bijgeleverd; dit wordt dan in de monografie aangegeven met de tekst: "(bijgeleverd)". Bereiden De wijze waarop en de hoeveelheid waarin het geneesmiddel, indien van toepassing, opgelost moet worden. Tevens wordt de eindconcentratie vermeld. Transfernaalden om poeder voor injectie op te lossen, kunnen alleen worden gebruikt indien het oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5% of NaCl/glucose is. Transfernaalden kunnen alleen worden gebruikt indien de gehele inhoud van de flacon of ampul dient te worden toegediend. Hiertoe dient eerst de transfernaald op het aanprikpunt van het infuus te worden gezet, vervolgens wordt met de andere kant van de naald de flacon met geneesmiddel aangeprikt. Door knijpen en zwenken wordt infuusvloeistof in de flacon gebracht en wordt het poeder opgelost; het opgeloste poeder wordt tenslotte via de naald in de infuusvloeistof gebracht. Toedieningsroute De wijzen waarop het geneesmiddel kan worden toegediend. Indien het geneesmiddel in oplossing verder moet worden verdund, staat dit vermeld bij de betreffende toedieningswijze, waarbij de benodigde infuusvloeistof is aangegeven. De infuusvloeistoffen die de voorkeur hebben, zijn NaCl 0,9%, glucose 5% en de gebruikelijke combinatie NaCl met glucose, aangeduid als NaCl/glucose. Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke dosis aan het genoemde volume worden toegevoegd. Indien van toepassing is de duur van toediening van de geneesmiddeloplossing vermeld, zo nodig met een maximale toedieningssnelheid. In het algemeen wordt onder een kortlopend infuus verstaan in 15-30 minuten en onder een langlopend infuus 8-24 uur, tenzij een andere tijd is genoemd. Hierbij is uitgegaan van gebruikelijke doseerhoeveelheden. Als een geneesmiddel als bolusinjectie en als kortlopend infuus mag worden toegediend wordt voor het kortlopende infuus een hoeveelheid infuusvloeistof van 100 ml aanbevolen. Bij vochtbeperking kan het geneesmiddel eventueel aan 50 ml infuusvloeistof worden toegevoegd, maar de onnauwkeurigheid van de toegediende dosis is groter omdat er relatief meer lucht in de zakjes van 50 ml zit en meer residu achterblijft. Voor een aantal geneesmiddelen is een protocol opgenomen voor het bereiden van een oplossing in een spuitenpomp. Voor spuitenpompen mag uit veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie worden afgeweken. Bij de toedieningsroute wordt dan verwezen naar het protocol dat achteraan de monografie is opgenomen. Met uitzondering van de spuitenpompprotocollen, waar de gebruikelijke doseringen zijn vermeld, zijn in de monografieën geen doseringen opgenomen. Toedieningscategorie Aan het geneesmiddel met de daarbij behorende toedieningswijze is een indicatiestelling voor het gebruik van infuus- en spuitenpompen toegekend. Er is uitgegaan van het Handboek "Codering van geneesmiddelen voor Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 8 parenterale toediening" van het VU Ziekenhuis, opgesteld door de toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU ziekenhuis, vierde uitgave, 1997. Er is een indeling in vier categorieën gemaakt, respectievelijk A, B, C en D. Categorie A Middelen die met behulp van een injectiespuit rechtstreeks worden toegediend: intraveneus, intramusculair, subcutaan, intra-arterieel, intracardiaal etc. Categorie B Middelen die met een handgestuurd infuussysteem, dus zonder pomp, mogen worden toegediend. Indien de situatie dit vereist (bijv. volumebeperking, heveleffecten) kan het nodig zijn om middelen uit deze groep toe te dienen door middel van een infuus- of spuitenpomp. Categorie C Middelen die met behulp van een volume-gestuurde infuuspomp moeten worden toegediend. Categorie D Middelen die uitsluitend door middel van een spuitenpomp mogen worden toegediend, omdat een continue toedieningssnelheid vereist is. Bij de keuze van parenteralia die onder categorie D vallen heeft met name een korte eliminatiehalfwaardetijd (t 1/2 ) en een smalle therapeutische breedte (verschil tussen therapeutische en toxische spiegel) een rol gespeeld. Een geneesmiddel kan in meerdere toedieningscategorieën ingedeeld zijn, bijvoorbeeld indien aanvankelijk een intraveneuze bolusinjectie als oplaaddosis gegeven wordt (categorie A) en vervolgens een onderhoudsdosering met behulp van een spuitenpomp wordt gegeven (categorie D). Houdbaarheid Er wordt in dit Handboek uitgegaan van de microbiologische houdbaarheid, tenzij deze langer is dan de chemische houdbaarheid. De maximale houdbaarheid voor het op de afdeling bereide geneesmiddel wordt in onverdunde en/of verdunde vorm vermeld. Tevens wordt de bewaartemperatuur vermeld. 20°C komt overeen met kamertemperatuur, 4°C met koelkast. Indien er onder "Toedieningscategorie" alleen categorie A staat vermeld, wordt er van uitgegaan dat de injectiespuit direct voor toedienen wordt bereid. Bij het item "Houdbaarheid" wordt dan verwezen naar de houdbaarheid van de flacon of ampul door middel van "Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking". De hieronder gegeven houdbaarheden zijn de maximale houdbaarheden: Multidose flacon, injectieflacon na aanprikken Niet geconserveerd: - 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Geconserveerd: - 24 uur bij 20°C - 1 maand bij 4°C Wanneer het onduidelijk is of een geneesmiddel al dan niet is geconserveerd, kan men contact opnemen met de apotheek. Spuit voor IV-toediening of spuitenpomp - 24 uur bij 20°C Infusievloeistof flacon of zak na aanprikken - 24 uur bij 20°C Insuline Niet aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon: - 4°C, zie verpakking - 1 maand* bij 20°C Aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon: - 1 maand* bij 4°C of 20°C (Penfill pen niet in de koelkast bewaren!) * mits de op de verpakking vermelde houdbaarheid niet wordt overschreden Aangebroken ampullen direct toedienen, niet houdbaar Infuusvloeistoffen De hier vermelde infuusvloeistoffen kunnen gebruikt worden voor het Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 9 verdunnen en toedienen van het geneesmiddel. (On)verenigbaar met Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel gevallen kan het echter noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Ysite op één lijn, of samengevoegd in één compartiment (infuuszak of spuit) toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen fysisch en chemisch verenigbaar zijn. Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in het geval dat er onderzoek gedaan is, heeft men te maken met specifieke omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties, infuusvloeistoffen, toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden kan een combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen. Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te combineren geneesmiddelen, waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen (on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via één compartiment anderzijds (aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus. Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de (on)verenigbaarheid voor toedieningen zowel via Y-site als via één compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat verenigbaarheden via een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden bij toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet zo is. Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één lijn of in één compartiment wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder "Bijzonderheden" (bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening). Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en TPV wordt sterk afgeraden. Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt is hierover geen of te weinig informatie beschikbaar. In dit geval wordt de combinatie ontraden. Indien bij een specifieke patient een niet beschreven combinatie van geneesmiddelen onvermijdelijk is kan contact opgenomen worden met de consulentapotheker om in samenspraak naar een oplossing te zoeken. Indien twee geneesmiddelen onverenigbaar zijn dient tussen beide toedieningen het infuussysteem te worden gespoeld met een basis infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor een standaard Y-systeem met druppelkamer dient met tenminste 35 ml (=volume van het toedieningssysteem) gespoeld te worden. Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te controleren of geneesmiddelen of mengsels van geneesmiddelen in één toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist wordt (heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een eventuele ontleding van één of beide geneesmiddelen. Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten beschouwing gelaten. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus). Bijzonderheden Algemene opmerkingen die van belang kunnen zijn bij het bereiden of toedienen van het geneesmiddel. Bijvoorbeeld aanwezigheid van hulpstoffen, hoeveelheid natrium of kalium, pH van de oplossing. Acute reacties De hier vermelde reacties kunnen tijdens of direct na de toediening van het geneesmiddel optreden, en zijn dus voor de verpleegkundige die het geneesmiddel toedient van groot belang. Bijwerkingen Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen tijdens gebruik en ook op langere termijn optreden en zijn relatief onafhankelijk van de toedieningswijze. De belangrijkste bijwerkingen zijn hier vermeld. Toedienen via spuitenpomp Voor het nauwkeurig toedienen van geneesmiddelen worden infusie- of spuitenpompen gebruikt. Voor de toediening van kleine volumina (200 ml/dag Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 10 of minder, bij volwassenen) wordt vooral gebruik gemaakt van een spuitenpomp (perfusor). Er bestaan verschillende typen pompen voor specifieke toepassingen, zoals bijvoorbeeld voor continu epiduraal of spinaal toedienen van geneesmiddelen. In de pediatrie worden veel spuitenpompen ingezet; bij grotere kinderen komen ook infusiepompen in aanmerking. In het algemeen worden kortwerkende middelen via een perfusor toegediend (dopamine, heparine, insuline). Deze toediening wordt ook gebruikt bij stuurbare middelen zoals propofol, spierrelaxantia, opiaten en middelen die in een bepaalde tijd moeten inlopen, zoals cytostatica en totale parenterale voeding. In het Handboek zijn diverse schema’s opgenomen voor geneesmiddelen die altijd of vaak via een spuitenpomp worden toegediend. Bij neonaten en jonge kinderen worden in het algemeen spuitenpompen toegepast die gebruik maken van spuiten van 10-20 ml. In de spuitenpompprotocollen staat onder het kopje Toegangsweg “centraal” genoemd als het toe te dienen middel alléén via een centrale lijn gegeven mag worden. Als dit niet het geval is staat er een -. Van de in het handboek vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag om veiligheidsredenen NIET worden afgeweken. Kruisjeslijsten Op verschillende afdelingen in het ziekenhuis hangen zogenaamde kruisjeslijsten. Deze lijsten worden niet door de ziekenhuisapotheek onderhouden. Reden hiervoor is dat deze lijsten niet te valideren en te controleren zijn. Voor de juiste en actuele informatie over verenigbaarheden verwijzen wij naar de monografieën in het Handboek Parenteralia. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen 'Handleiding voor het gebruik' Datum Wijziging 01-02-2007 Toevoeging bij Toedieningsroute over toediening van geneesmiddel als bolusinjectie en als kortlopend infuus. 01-10-2008 Bij (On)verenigbaar met: Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt is hierover geen of te weinig informatie beschikbaar. In dit geval wordt de combinatie ontraden. Indien bij een specifieke patient een niet beschreven combinatie van geneesmiddelen onvermijdelijk is kan contact opgenomen worden met de consulentapotheker om in samenspraak naar een oplossing te zoeken. 01-05-2009 Toedieningsroute: Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke dosis aan het genoemde volume worden toegevoegd. 01-07-2010 Bij (On)verenigbaar met: In de monografieën is op verzoek van de MIP de volgende opmerking toegevoegd. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus). 01-03-2011 Toegevoegd bij (On)verenigbaar met: Indien twee geneesmiddelen onverenigbaar zijn dient tussen beide toedieningen het infuussysteem te worden gespoeld met een basis infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor een standaard Y-systeem met druppelkamer dient met tenminste 35 ml (=volume van het toedieningssysteem) gespoeld te worden. Toegevoegd bij Toedienen via spuitenpomp: In de spuitenpompprotocollen staat onder het kopje Toegangsweg “centraal” genoemd als het toe te dienen middel alleen via een centrale lijn gegeven mag worden. Als dit niet het geval is staat er een -. 01-04-2012 Volgende tekst toegevoegd: Kruisjeslijsten. Op verschillende afdelingen in het ziekenhuis hangen zogenaamde kruisjeslijsten. Deze lijsten worden niet door de ziekenhuisapotheek onderhouden. Reden hiervoor is dat deze lijsten niet te valideren en te controleren zijn. Voor de juiste en actuele informatie over Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 11 verenigbaarheden verwijzen wij naar de monografieën in het Handboek Parenteralia. 01-07-2013 Toedieningsroute, toegevoegd: Voor spuitenpompen mag uit veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie worden afgeweken. Toedienen via spuitenpomp, toegevoegd: Van de in het handboek vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag om veiligheidsoverwegingen NIET worden afgeweken. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 12 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 13 Algemene richtlijnen voor het bereiden van parenteralia Controle vooraf Controleer altijd vooraf: - juiste patiënt - juiste geneesmiddel - juiste tijdstip - juiste berekening, hoeveelheid, oplossing Laat de berekening altijd controleren door een collega. Etiketteren Na het bereiden van het geneesmiddel in spuit, zak of flacon of na aanprikken van een flacon of zak, moet deze voorzien worden van een etiket, waarop vermeld staat: de naam van de patiënt, de naam en hoeveelheid van het geneesmiddel, het gebruikte oplosmiddel, datum en tijdstip van bereiden/aanprikken, houdbaarheid, paraaf van de verpleegkundige die het geneesmiddel heeft bereid/aangeprikt. Uiterlijk van het product Oplossingen voor intraveneus gebruik moeten helder zijn en vrij van deeltjes en/of luchtbellen. Dit moet voor en tijdens toedienen visueel gecontroleerd worden. Uitzonderingen zijn de vetemulsies, zoals o.a. Intralipid®, Vitalipid®, propofol en TPV. Deze emulsies zijn niet helder maar worden wel intraveneus toegediend. Suspensies worden nooit intraveneus toegediend. Eenheden Gewichten 1 kg = 1000 g; 1 g = 0,001 kg 1 g = 1000 mg; 1 mg = 0,001 g 1 mg = 1000 microg; 1 microg = 0,001 mg 1 microg = 1000 nanog; 1 nanog = 0,001 microg Volumina 1 l = 1000 ml; 1 ml= 0,001 l Concentraties g/l = mg/ml 1 mol/l = 1 mmol/ml = 1000 micromol/ml Molair (M) = mol/l % = g/v = gram per 100 ml vloeistof Eenheden E = Eenheid IE = Internationale Eenheid mIE = milli-eenheid MIE = miljoen-eenheden 1 IE = 1000 mIE = 1.000.000 microIE; 1.000.000 IE = 1 MIE Druppels 1 druppel = 0,05 g; 1 ml = 20 druppels (water) N.B. dit geldt niet voor alcoholische oplossingen, of oplossingen waarin bepaalde (oppervlakteactieve) stoffen en oliën en emulsies zijn opgelost. Overig cal = calorie; 1000 cal = 1 kcal; J = Joule; 1 cal = 4,18 kJ Cytostatica, TPV, e.d. Het bereiden en toedienen van cytostatica, Totale Parenterale Voeding en röntgencontrastmiddelen zijn niet in dit Handboek opgenomen. Het bereiden van cytostatica en Totale Parenterale Voeding gebeurt in de apotheek. Toedienen van deze parenteralia dient volgens protocol te geschieden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 14 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 15 Bekwaamheid van verpleegkundigen voor het parenteraal toedienen van geneesmiddelen Bekwaamheid Op 1 december 1997 is de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen en tuchtrecht uit de wet BIG van kracht geworden. Onder de voorbehouden handelingen valt ook het parenteraal toedienen van geneesmiddelen. Personen die zelfstandig bevoegd zijn (artsen) mogen, mits bekwaam, voorbehouden handelingen uitvoeren. Wie niet zelfstandig bevoegd is (verpleegkundige) mag, mits bekwaam, in opdracht van een zelfstandig bevoegde en onder bepaalde voorwaarden een voorbehouden handeling uitvoeren. Dit betekent dat een verpleegkundige die in opdracht van een arts een geneesmiddel parenteraal gaat toedienen hiervoor bevoegd en bekwaam dient te zijn. Bevoegdheid wordt verkregen met de initiële opleiding tot verpleegkundige en de vervolgopleiding; bekwaamheid wordt verkregen door oefening en ervaring. De verpleegkundige dient zichzelf bekwaam te achten, ook al wordt er formeel overeenkomstig de “aanwijzingen” van de opdrachtgever gehandeld. Dit handboek levert een bijdrage aan deze “aanwijzingen”. Zoals opleiding en daarmee deskundigheid kan verouderen, kan ook de bekwaamheid verminderen door onvoldoende oefening of gebrek aan (specialistische) ervaring. Voor beiden geldt dat het onderhouden van de bekwaamheid door oefening en studie een noodzaak is om bekwaam te blijven. Bekwaamheidsniveau De commissie grensafbakening heeft een nieuwe methodiek ontwikkeld voor de codering van de geneesmiddelen voor parenterale toediening door verpleegkundigen (voorheen code 3 geneesmiddelen). Bij het toedienen van geneesmiddelen kan onderscheid worden gemaakt in de ernst en de grootte van het risico op complicaties en daarmee in de bekwaamheid die de toediener moet hebben om deze complicaties te onderkennen en te verhelpen. Hiervoor heeft de commissie grensafbakening onderscheid gemaakt tussen geneesmiddelen die door alle verpleegkundigen mogen worden toegediend en geneesmiddelen waarvan de toediening is beperkt tot gespecialiseerde verpleegkundigen of tot gespecialiseerde verpleegkundige intensieve zorg. Hieraan zijn de onderstaande codes toegekend. Cursisten en/of leerlingen zijn niet bevoegd om zelfstandig geneesmiddelen parenteraal toe te dienen. Codes VPK Betekent dat het geneesmiddel door alle verpleegkundigen mag worden toegediend, zonder toezicht en tussenkomst van de arts. VPK-arts Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door verpleegkundigen, onder toezicht (fysieke aanwezigheid) van de arts. Dit geldt ook voor gespecialiseerde verpleegkundigen en gespecialiseerde verpleegkundigen intensieve zorg. IC Betekent dat het geneesmiddel alleen door gespecialiseerde verpleegkundigen intensieve zorg mag worden toegediend, zonder toezicht en tussenkomst van de arts. IC-arts Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door gespecialiseerde verpleegkundigen intensieve zorg, onder toezicht (fysieke aanwezigheid) van de arts. G-VPK Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door gespecialiseerde verpleegkundigen, zonder toezicht en tussenkomst van de arts. Op afdelingsniveau wordt vastgelegd welke van deze medicatie van toepassing is voor de op die afdeling gespecialiseerde verpleegkundigen. Het medisch en verpleegkundig hoofd autoriseren welke verpleegkundigen bekwaam en bevoegd zijn om onder deze code vallende geneesmiddelen toe te dienen G-VPK-arts Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door gespecialiseerde verpleegkundigen, onder toezicht (fysieke aanwezigheid) van de arts. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 16 Arts Betekent dat het geneesmiddel alleen mag worden toegediend door de arts. Risicovolle handelingen Een geneesmiddel voor parenterale toediening moet vaak nog een bewerking ondergaan voordat het aan de patiënt kan worden toegediend. Eenvoudige bewerkingen vinden veelal plaats op een verpleegafdeling. Deze bewerking wordt “voor toediening gereedmaken (VTGM)” genoemd. Het proces VTGM is een risicovol proces. Ten eerste is het risico op microbiologische contaminatie groot als onvoldoende hygiënische voorzorgen worden genomen. Ten tweede is het VTGM een foutgevoelig proces, met kans op het gereedmaken van een verkeerde dosis, een verkeerd geneesmiddel, oplosfouten of onvoldoende mengen. Hiervoor is voor het VU medisch centrum het protocol “Veiligheid op recept” opgesteld. Dit protocol is te vinden op Kwaliteitsnet. Bekrachtiging adviezen De raad van bestuur heeft de adviezen met betrekking tot de codering van de voorbehouden handelingen bekrachtigd d.d. Getekend door Prof. Dr. T.J.F. Savelkoul, lid raad van bestuur Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 17 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 18 Literatuur In de monografieën wordt bij opgenomen literatuurgegevens uit de standaardhandboeken en standaard-literatuur-zoeksystemen niet naar de referentie verwezen. Dit betreft de referenties 1 tot en met 11. Indien in de monografieën gegevens uit artikelen zijn verwerkt, wordt er aan het eind van de zin naar verwezen door middel van (ref. 00). 1. Dijkstra HH, Dessing-de Lang MLJ (red.). Repertorium Nederlandse associatie van de farmaceutische industrie Utrecht; 1998-1999 2. Trissel LA. Handbook on Injectable Drugs 10th Ed. American Society of Hospital Pharmacists; 1998 3. King JC. Guide to Parenteral Admixtures Pacemarq Inc. St. Louis; 1999 4. Informatorium Medicamentorum. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1999 5. Mc Envoy GK (red.) Drug Information:American Hospital Formulary Service. American Society of Hospital Pharmacists Bethesda; 1997 6. Kuy A vd (red.) Farmacotherapeutisch Kompas. Centrale Medische Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad Amstelveen, Ed. XIV; 1999 7. Codering van geneesmiddelen voor parenterale toediening. Toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU Ziekenhuis, vierde uitgave; 1997 8. Formularium der Nederlandse Apothekers. LNA Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1994 9. Reynolds EF (red.) Martindale The Extra Pharmacopoeia 30e Ed. The Pharmaceutical Press London; 1993 10. Gelman CR, Rumack BH (red.) DRUGDEX Information System Vol 81 Micromedex Inc. Denver; 1999 11. Iowa Drug Information Service System CD Rom 1985-1999 12. Cohen MR. Intraveneus use of haloperidol. Hosp Pharm 1987; 22:306-7 13. - Butler HE, Moody HR. Hyoscine-N-butylbromide by intraveneus infusion. Med J Aust 1987; 147: 315-6 - Salomone T. Effects of sympathomimetics isometheptene and anticholinergic hyoscine-n-butylbromide on glucose and insulin respons to oral glucose load. Curr ther research 1985; 37,4: 695-700 14. Lerhiatbundit S. Stability of quinine dihydrochloride in commonly used intraveneus solutions. J Clin Pharm Ther 1993; 18: 343-5 15. Drug information rounds. Octreotide or vasopressin for bleeding of esophageal varices. Ann Pharmacotherapy 1997; 31: 237-8 16. Chiu MF, Schwartz ML. Visual compatibility of injectable drugs used in the intensive care unit. Am J Health-Syst Pharm 1997; 54: 64-5 17. Gura KM. Parenteral drug administration guidelines for the pediatric patient: one hospital's recommendations. Hosp Pharm 1993; 28: 221-3, 227-8, 23942 18. Elmore RL e.a. Stability and compatibility of admixtures of intraveneus ciprofloxacin and selected drugs. Clinical Therapeutics 1996 (18); 2: 246-255 19. Klaus JR, Knodel LC, Kavanagh RE. Administration Guidelines for Parenteral Drug Therapy. Part II: Adult Patients (Review). Journal of Pharmacy Technology 5, July/August 1989; 153 179 20. Handboek Parenteralia VUmc Patel PR. Compatibility of meropenem with commonly used injectable drugs. geprint op 28 januari 2014 pagina 19 Am J Health-Syst Pharm 1996; 53: 2853-5 21. Bos JM, van Loenen AC, Dekker GA. Farmacotherapie bij dreigende vroeggeboorte: hoe effectief zijn weeënremmers? Pharm Weekbl 1996 (131); 4: 1272-8 22. Berlin G, Brodin B, Hilden J, Mårtensson J. Acute dapsone intoxication: a case treated with continuous infusion of methylene blue, forced diuresis and plasma exchange. Clin Toxicol 1985; 22(6), 537-48 23. Cilissen J, van der Kuy P-HM, Hooymans PM. Fysische en chemische stabiliteit van een mengsel van prethcamide, aminofylline en prednisolon. Ziekenhuisfarmacie 1996 (12); 234-5 24. Mann HJ et al. Physical and chemical compatibility of drotrecogin alfa (activated) with 34 drugs during simulated Y-site administration. Am J Health Syst Pharm 2004;61:2664-71. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 20 —> Gewijzigde monografieën De volgende monografieën zijn in het handboek gewijzigd. In elke monografie kan je een overzicht oproepen van de wijzigingen die daarin zijn doorgevoerd sinds de eerste versie. Per 1 februari 2014: Amikacine Amoxicilline Ascorbinezuur Atracurium Benzylpenicilline-natrium Bethamethason Bumetanide Calciumchloride Calciumgluconaat Cefazoline Ceftazidim Ceftriaxon Ciclosporine Co-trimoxazol Dexamethason Digoxine Dobutamine Dopamine Doxapram Droperidol Erythromycine Esketamine Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen Esmolol Fentanyl Filgrastim Folinezuur Furosemide Gentamicine Heparine Hydrocortison Ibuprofen Insuline aspart intraveneus Kaliumchloride Lidocaine Methylprednisolon, intraveneus Metronidazol Metroclopramide Midazolam Morfine Nitroglycerine Nitroprusside Noradrenaline Pancuronium Pethidine Procainamide Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen Procainamide, spuitenpomp voor kinderen Promethazine Propofol Protamine Ranitidine Suxamethonium Theofylline Vancomycine Zidovudine Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 21 Per 1 december 2013: Argatroban Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen Kaliumchloride IJzer(III)carboxymaltose IJzerhydroxidedextraan complex IJzerhydroxidesaccharose complex Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 22 —> Nieuwe monografieën De volgende monografieën zijn aan het handboek toegevoegd: Per 1 februari 2014: Belatacept Per 1 november 2013: Protrombinecomplex, geactiveerd Per 1 augustus 2013: Epoprostenol (Veletri) Per 1 juli 2013: Ertapenem Methohexitalnatrium Plerixafor Per 1 februari 2013: Soja-olie, gezuiverd Per 1 juli 2012: Ibutilide Remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 mei 2012: Denosumab Ferricarboxymaltose Zwavelhexafluoride Per 1 april 2012: Dexmedetomidinehydrochloride Totale parenterale voeding SmofKabiven Per 1 maart 2012: Glycerofosforzuur Glycerofosforzuur, spuitenpomp voor volwassenen Glycerofosforzuur, spuitenpomp voor kinderen Per 1 februari 2012: Factor VII Per 1 januari 2012: Zidovudine Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 23 Per 1 december 2011: Botuline A toxine Cidofovir Indocyaninegroen Per 1 november 2011: Bivalirudine Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor volwassenen Glucarpidase Per 1 augustus 2011: Calciumgluconaat Calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 juli 2011: Abciximab, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Argatroban Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen Argatroban, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Furosemide, spuitenpomp voor kinderen Octreotide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Sildenafil Per 1 mei 2011: Totale parenterale voeding Olimel N9 Per 1 januari 2011: Palivizumab Per 1 november 2010: Pneumokokkenvaccin-13 valent Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 september 2010: Tocilizumab Per 1 juli 2010: IJzer(III)carboxymaltose Esketamine forte, spuitenpomp voor volwassenen Intensive Care Per 1 mei 2010: Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 december 2009: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 24 Eptacog alfa Per 1 oktober 2009: Levofloxacine Sugammadex Per 1 augustus 2009: Alemtuzumab Amfotericine B in liposomen Anidulafungine Gadobutrol Per 1 mei 2009: Bevacizumab Totale parenterale voeding Nutriflex Plus 48/150 Per 1 april 2009: Hydroxyprogesteron Temsirolimus Per 1 februari 2009: Digoxine specifieke Fab-fragmenten Linezolid Omegaven-3-olie Panitumumab Per 1 december 2008: Daptomycine Indometacine Methylnaltrexon Tigecycline Per 1 oktober 2008: Refludan Per 1 augustus 2008: Pegvisomant Per 1 juni 2008: Artesunaat Vaminolact Per 1 april 2008: Abatacept Zoledroninezuur Per 1 februari 2008: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 25 Nutriflex Lipid plus (naam veranderd in: Totale parenterale voeding Nutriflex Lipid plus) Olanzapine Vamin 14 (vervallen 01-05-2011) Per 1 december 2007: Levetiracetam Milrinon Milrinon, spuitenpomp voor kinderen Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen Per 1 oktober 2007: Ropivacaine Per 1 augustus 2007: Cetuximab Basiliximab Perflutren (inmiddels uit de handel) Per 1 april 2007: Natalizumab Per 1 februari 2007: Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Tacrolimus Per 1 december 2006: Fibrinogeen MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, spuitenpomp voor volwassenen MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, doseringsschema spuitenpomp volwassenen Paricalcitol Per 1 oktober 2006: Palifermin Paracetamol Per 1 augustus 2006: Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 juni 2006: Furosemide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 april 2006: Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 26 Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Selenium Per 1 december 2005: Immunoglobuline vloeibaar, intraveneus (gewijzigd) Lanreotide Risperidon depot Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 augustus 2005: Ibuprofen Totale parenterale voeding (naam veranderd) Per 1 juni 2005: Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen Mycofenolaatmofetil Per 1 april 2005: Calciumglubionaat, spuitenpomp voor volwassenen Dalteparine Per 1 februari 2005: Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen Per 1 december 2004: Metoprolol Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 augustus 2004: Theofylline Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Theofylline, spuitenpomp voor kinderen Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen Per 1 juni 2004: Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen IJzerhydroxidedextraan complex Per 1 april 2004: Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen Esomeprazol Flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen Glutamine Granisetron Handboek Parenteralia VUmc Lymphocyten immunoglobuline geprint op 28 januari 2014 pagina 27 Thymocytenglobuline Per 1 december 2003: Atosiban Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Zoutzuur Per 1 oktober 2003: Drotrecogin alfa, geactiveerd Drotrecogin alfa, spuitenpomp voor volwassenen Drotrecogin alfa, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 augustus 2003: Cytomegalovirus-Immunoglobuline Dimercaptopropaansulfonzuur Trastuzumab Per 1 juni 2003: Factor VII (gewijzigd in Factor VII, eptacog alfa) Per 1 april 2003: Caspofungine Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen Natriumbenzoaat Voriconazol Per 1 februari 2003: Darbopoetine Per 1 december 2002: Neomycine/Prednisolon blaasspoeling 1%/0,02% Terlipressine Per 1 oktober 2002: Natriumchloride 30% Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij mediastinitis Rasburicase Ringerlactaat Per 1 juli 2002: Colistine Per 1 april 2002: Kaliumbicarbonaat Per 1 maart 2002: Disopyramide, spuitenpomp voor volwassenen (reeds uit de handel) Disopyramide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen (reeds uit de Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 28 handel) Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen Quinupristine/dalfopristine (reeds uit de handel) Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 29 —> Vervallen monografieën De volgende monografieën zijn uit het handboek verwijderd: Per 1 augustus 2013: Esketamine forte, spuitenpomp voor volwassenen Intensive Care (vervalt op verzoek van ICV) Per 1 mei 2013: Amfotericine B (lipidencomplex) Pentobarbital Pentobarbital, spuitenpomp voor volwassenen Pentobarbital, spuitenpomp voor kinderen Pentobarbital, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 kg Pentobarbital, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 kg Tolonium Per 1 september 2012: Propafenon (uit assortiment) Per 1 juli 2012: Fosfaat (uit assortiment) Fosfaat, spuitenpomp voor volwassenen (uit assortiment) Fosfaat, spuitenpomp voor kinderen (uit assortiment) Fosfaat, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen (uit assortiment) Per 1 april 2012: Totale parenterale voeding StructoKabiven (uit assortiment) Per 1 februari 2012: Kaliumbicarbonaat (uit assortiment) Per 1 december 2011: Drotrecogin alfa, geactiveerd (uit de handel) Drotrecogin alfa, geactiveerd, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Drotrecogin alfa, geactiveerd, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Per 1 september 2011: Gammahydroxyboterzuur (uit assortiment) Gammahydroxyboterzuur, spuitenpomp voor volwassenen (uit assortiment) Per 1 augustus 2011: Calciumglubionaat (tijdelijk uit de handel) Calciumglubionaat, spuitenpomp voor volwassenen (tijdelijk uit de handel) Per 1 juli 2011: Foliumzuur (uit assortiment) Tolazoline (uit assortiment) Tolazoline, spuitenpomp voor kinderen (uit assortiment) Tolazoline, doseringsschema spuitenpomp kinderen (uit assortiment) Per 1 mei 2011: Vamin 14 (uit assortiment) Per 1 januari 2011: Dihydralazine (uit de handel) Dihydralazine, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Per 1 oktober 2009: Nalorfine (grondstof uit de handel) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 30 Per 1 mei 2009: Perflutren (uit de handel) Per 1 december 2008: Atenolol (uit de handel) Progesteron (uit de handel) Terbutaline (uit de handel) Per 1 oktober 2008: Azathioprine (wordt niet op verpleegafdeling bereid) Per 1 augustus 2008: Chlooramfenicol (uit de handel) Per 1 juni 2008: Quinupristine/dalfopristine (uit de handel) Per 1 april 2008: Fusidinezuur (uit de handel) Per 1 december 2007: Aprotinine (uit de handel) Aprotinine, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Canrenoinezuur (uit de handel) Disopyramide (uit de handel) Disopyramide spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Disopyramide doseringsschema spuitenpomp volw. (uit de handel) Natriumkaliumfosfaat (zie Fosfaat) Natriumkaliumfosfaat, spuitenpomp voor volw. (zie Fosfaat etc.) Natriumkaliumfosfaat, spuitenpomp voor kinderen (zie Fosfaat etc.) Natriumkaliumfosfaat, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen (zie Fosfaat etc.) Per 1 augustus 2007: Dextran 40 (uit de handel) Per 1 april 2007: Dimercaptopropaansulfonzuur (uit de handel) Per 1 december 2006: Fenol in glycerol (uit de handel) Papaverine (uit de handel) Per 1 oktober 2006: Bupivacaine-epinefrine (uit de handel) Per 1 juni 2006: Gonadoreline (uit de handel) Per 1 augustus 2005: Indometacine (zie Ibuprofen) Per 1 juni 2005: Enalaprilaat (uit de handel) Enalaprilaat, spuitenpomp voor volwassenen (uit de handel) Per 1 februari 2005: Guanethidine (uit het assortiment) Per 1 december 2004: Molgramostim (uit de handel) Per 1 oktober 2004: Protireline (uit de handel) Per 1 augustus 2004: Aminofylline (zie Theofylline) Aminofylline, spuitenpomp voor volwassenen (zie Theofylline) Aminofylline, doseringsschema spuitenpomp volw. (zie Theofylline) Aminofylline, spuitenpomp voor kinderen (zie Theofylline) Aminofylline, doseringsschema spuitenpomp kind. (zie Theofylline) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 31 Per 1 april 2004: Omeprazol (is vervangen door Esomeprazol) Per 1 december 2003: Allopurinol (uit de handel) Ritodrine (uit de handel) Ritodrine, spuitenpomp voor volwassenen Ritodrine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen Per 1 oktober 2003: Propranolol (uit de handel) Per 1 augustus 2003: Dimercaprol (uit de handel) Per 1 juni 2003: Carbacholine (uit de handel) Per 1 december 2002: Cimetidine (uit de handel) Per 1 oktober 2002: IJzersorbitolcitroenzuurcomplex (uit de handel) Per 1 juli 2002: Diazoxide Diazoxide, spuitenpomp voor kinderen Nicomorfine Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 32 Parenteralia A Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 33 Abatacept Merknaam Orencia® Afleveringsvorm Injectieflacon met 250 mg abatacept poeder voor infusievloeistof F.T.G. Immunomodulantia Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 250 mg abatacept door omzwenken op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is 25 mg/ml. Maak gebruik van de bijgesloten siliconenvrije spuit. Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud om schuimvorming te voorkomen Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten via een steriel laag-eiwitbindend 1,2 µm filter. Doseringen tot 1000 mg mogen aan 100 ml worden toegevoegd. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C Bijzonderheden - Acute reacties Koorts, rillingen, jeuk, urticaria, cardiopulmonaie reacties. Bijwerkingen Allergische reacties, hypertensie, hoofdpijn, duizeligheid, hoest, buikpijn, misselijkheid, dyspepsie, urticaria, infecties, vermoeidheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2008 geen Abatacept mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abatacept' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 34 Abciximab Merknaam Reopro® Afleveringsvorm Flacon met 10 mg = 5 ml (2 mg/ml) abciximab F.T.G. Trombocytenaggregatieremmers Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in 1 minuut Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is 10 microg/minuut gedurende 12 uur Abciximab mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen. Abciximab dient onder zorgvuldige monitoring van de stollingstijd te worden toegediend. Het verdient aanbeveling telling van trombocyten te verrichten. Bereidingen van abciximab dienen visueel gecontroleerd te worden op deeltjes. Trek de benodigde hoeveelheid abciximab op in een spuit en filtreer deze door het bijgeleverde 0,22 µm steriele filter (Millex GV) voor toediening of toevoeging aan de infuusvloeistof. Als gevolg van het productieproces kunnen sporen papaïne aanwezig zijn. Bevat 0,15 mmol natrium per ml. Acute reacties Bloeding (in de eerste 36 uur), allergische reacties. Indien symptomen van een allergische reactie zich openbaren, dient de toediening onmiddellijk te worden gestaakt. Bijwerkingen Hypotensie, misselijkheid, braken, trombocytopenie, hematomen, bradycardie, koorts, vasculaire afwijkingen, rugpijn. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abciximab' Datum Wijziging 01-02-2007 Toedieningsroute: onverdund in 1 minuut. Bijzonderheden: visuele controle op deeltjes. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 35 Abciximab, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA bolus 60-140 kg*: concentratie injectievloeistof 2 mg/ml gewicht in kg dosering in mg aantal ml bolusinjectie 60 15 7,5 ml 65 16,25 8,1 ml 70 17,5 8,8 ml 75 18,75 9,4 ml 80 20 10,0 ml 85 21,25 10,6 ml 90 22,5 11,3 ml 95 23,75 11,9 ml 100 25 12,5 ml 105 26,25 13,1 ml 110 27,5 13,8 ml 115 28,75 14,4 ml 120 30 15,0 ml 125 31,25 15,6 ml 130 32,5 16,3 ml 135 33,75 16,9 ml 140 35 17,5 ml * mondelinge informatie Lilly: studies gedaan tot 90 kg, casuistiek beschreven tot 164 kg “experts”: bolus maximaliseren op 140 kg DOSERINGSSCHEMA pomp: neem 3,8 ml abciximab (2 mg/ml) en vul aan met 46,2 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 150 microg/ml dosering in pompstand in ml per microgram/uur uur* 60 450 3,0 ml/uur 65 488 3,3 ml/uur 70 525 3,5 ml/uur 75 563 3,8 ml/uur > 80 600 4,0 ml/uur * pompstand is afgerond op 1 decimaal achter de komma gewicht in kg Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Abciximab, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 36 Acetazolamide Merknaam Diamox® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg acetazolamide (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Middelen bij glaucoom Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 500 mg acetazolamide op in 5 ml water voor injecties. De concentratie is 100 mg/ml. Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 200 mg/min Intraveneus als kortlopend infuus: 500 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 15-30 minuten Kinderen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 100 mg/min (ref. 17) Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een maximale concentratie van 50 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 100 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Cimetidine, kaliumchloride, ranitidine Bijzonderheden - Intramusculaire toediening is pijnlijk. Intraveneuze toediening heeft de voorkeur. De pH van de oplossing is ongeveer 9,2. Bevat 4,2 mmol natrium per 1000 mg. Acute reacties Rash, urticaria, koorts. Bijwerkingen Moeheid, verwardheid, tintelingen in tenen en vingers, verminderde eetlust, gehoorstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetazolamide' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 37 Acetylcysteine Merknaam Acetylcysteine Afleveringsvorm Flacon met 5 gram = 25 ml (200 mg/ml) acetylcysteine F.T.G. Antidota Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus verdund tot een oplossing van 50 mg/ml; in 15 minuten Intraveneus als langlopend infuus toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9% Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - benzylpenicilline, kanamycine, vancomycine Infuus - dexamethason, epinefrine, gentamicine, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, natriumbicarbonaat, prednisolon, verapamil Onverenigbaar met Amfotericine B, ampicilline, erytromycine, tetracyclinen Bijzonderheden - Doseringen bij paracetamolintoxicatie: Oplaaddosis verdund tot een oplossing van 50 mg/ml: 150 mg/kg in 15 minuten. Onderhoudsdosering: 50 mg/kg in 500 ml glucose 5% in 4-6 uur, zo nodig herhalen. Bij paracetamolintoxicatie geldt, dat acetylcysteine i.v. wordt toegediend op geleide van de paracetamol-spiegel, tijd van inname en ingenomen dosering in overleg met de ziekenhuisapotheker. Acute reacties Bronchoconstrictie, rash, jeuk, overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, koorts. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetylcysteine' Datum Wijziging 01-06-2008 Tijdelijke wijziging van afleveringsvorm in flacon met 2 gram = 10 ml (200 mg/ml) acetylcysteine. Bij bijzonderheden oplaaddosis gewijzigd in: 150 mg/kg in 200 ml glucose 5% in 15 minuten. 01-10-2009 Wijziging afleveringsvorm in flacon met 5 gram = 100 ml (50 mg/ml) acetylcysteine. 01-03-2011 Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus in 15 minuten en Intraveneus als langlopend infuus toegevoegd aan 500 ml glucose 5%. Bij Bijzonderheden: Oplaaddosis: 150 mg/kg in 15 minuten. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 38 01-01-2012 Afleveringsvorm: Flacon met 5 gram = 25 ml (200 mg/ml) acetylcysteine. Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus verdund tot een oplossing van 50 mg/ml; in 15 minuten. Intraveneus als langlopend infuus toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%. Bijzonderheden: Oplaaddosis verdund tot een oplossing van 50 mg/ml: 150 mg/kg in 15 minuten. Verwijderd “(Cito-bepaling)” en “Bevat 3,1 mmol natrium per ml”. Bij paracetamolintoxicatie overleg met de ziekenhuisapotheker. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 39 Acetylsalicylzuur Merknaam Aspegic® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg acetylsalicylzuur (als lysine) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Analgetica Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 500 mg acetylsalicylzuur op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 100 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na oplossen 24 uur bij 200C. Bijzonderheden - Intramusculair: onverdund, diep spuiten Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneuze toediening verdient de voorkeur boven intramusculaire toediening. Kan eventueel met NaCl 0,9% opgelost of verdund worden. Acute reacties Zelden urticaria, angio-oedeem, rhinitis; bij astma-patiënten vaker. Bijwerkingen Duizeligheid, tinnitus, doofheid, verwardheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Acetylsalicylzuur' Datum Wijziging 01-10-2003 Oplossen of verdunnen met NaCl 0,9%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 40 Aciclovir Merknaam Aciclovir Afleveringsvorm Flacon met 250 mg aciclovir (als natriumzout) poeder voor infusievloeistof F.T.G. Antivirale middelen Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9% Bereiden Los 250 mg aciclovir op in 10 ml water voor injecties of NaCl 0,9%. De concentratie is 25 mg/ml. Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, tot een concentratie van maximaal 5 mg/ml, in 1 uur Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 5 mg/ml, in 1 uur (maximale concentratie bij vochtbeperking is 7 mg/ml) (ref. 17) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof (tot 5 mg/ml): 24 uur bij 20°C Bij bewaren bij 4°C kan aciclovir uitkristalliseren. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, amikacine, amoxicilline, ampicilline, benzylpenicilline, cefalosporinen, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, corticosteroïden, co-trimoxazol, doxycycline, erytromycine, filgrastim, gentamicine, heparine, imipenem, kaliumchloride, lorazepam, magnesiumsulfaat, metoclopramide, metronidazol, natriumbicarbonaat, penicillinen, ranitidine, theofylline, tobramycine, vancomycine, zidovudine Infuus - famotidine, fluconazol Onverenigbaar met Ciclosporine, dobutamine, dopamine, foscarnet, morfine, ondansetron, pethidine Bijzonderheden - - Aciclovir kan, bij snelle toediening, stijging van ureum- en creatininespiegels in het bloed veroorzaken door uitkristallisatie in de nier. Om dit effect te voorkomen dient aciclovir niet te worden gegeven als intraveneuze bolusinjectie, maar als kortlopend infuus. Bij concentraties hoger dan 5 mg/ml is de kans op tromboflebitis groter. Bevat 8,5 mmol natrium per 1000 mg. De pH van de oplossing is ongeveer 11. Acute reacties Koorts, rash. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, dorstgevoel. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 41 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Aciclovir' Datum Wijziging 01-06-2008 Afleveringsvorm veranderd in 250 mg poeder voor infusievloeistof en informatie onder de kopjes Oplosmiddel en Bereiden toegevoegd. 01-06-2009 Ciclosporine toegevoegd aan Onverenigbaar met. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 42 Adenosine Merknaam Adenosine Afleveringsvorm Ampul met 15 mg = 5 ml (3 mg/ml) adenosine F.T.G. Anti-aritmica Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 seconden, direct in de vene of in een catheter/infusielijn gevolgd door een snelle flush met NaCl 0,9% Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: IC-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bij bewaren bij 4°C kan adenosine uitkristalliseren. Bijzonderheden - I.v.m. de korte plasma-halfwaardetijd (<10 seconden) is snelle toediening van adenosine noodzakelijk. Bij langzame toediening kan reflextachycardie optreden als gevolg van systemische vasodilatatie. Bij gelijktijdig gebruik van dipyridamol dient de dosering van adenosine sterk te worden verlaagd. Acute reacties Flushing, duizeligheid: vanwege korte halfwaardetijd van voorbijgaande aard (ongeveer 1 minuut). Bijwerkingen Hoofdpijn, dyspnoe, aritmieën: vanwege korte halfwaardetijd van voorbijgaande aard (ongeveer 1 minuut). Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adenosine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-01-2011 Ampul met 40 microg = 10 ml is uit het assortiment. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 43 Adrenaline Merknaam Adrenaline, epinefrine Afleveringsvorm Ampul met 3 mg = 10 ml (0,3 mg/ml), 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) en 1 mg = 10 ml (0,1 mg/ml) adrenaline (als waterstoftartraat) F.T.G. Sympathicomimetica Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 20 microg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp adrenaline Intracardiaal: onverdund (0,1 mg/ml) Intratracheaal (0,3 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V./Infusie: G-VPK I.V. Kinderen: IC-arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof (tot 200 microg/ml): 6 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% en 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - atracurium, calciumzouten, famotidine, fytomenadion, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, lorazepam, midazolam, morfine, nicardipine, nitroglycerine, norepinefrine, pancuronium, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met amikacine, cimetidine, dobutamine, doxapram, furosemide, milrinon, ranitidine, verapamil Y-site - ampicilline, diazepam, thiopental Infuus - benzylpenicilline, natriumbicarbonaat, pentobarbital, suxamethonium, tetracycline, theofylline Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken. Niet toedienen als de oplossing verkleurd is. Acute reacties Ritmestoornissen, hypertensie. Bijwerkingen Angst, rusteloosheid, hoofdpijn, tremoren, duizeligheid, bleekheid, hyperglycemie, subcutis en necrose van de huid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline' Datum Wijziging 01-03-2002 De ampul van 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) is uit het assortiment. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 44 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 45 Adrenaline, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 10 ampullen (10 ml=10 mg) met 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,2 mg/ml (=200 microg/ml) Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-4 ml/uur Zie doseringsschema adrenaline Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk, vergroot de prikkelbaarheid van het hart, verwijdt de luchtwegen Indicatie: hartstilstand, shock, bronchospasmen Bijwerking: ritmestoornissen, hyperglycemie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-03-2002 Voor de bereiding zijn nu 10 ampullen nodig van 1 mg/ml. 01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 46 Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 0,2 mg/ml ml/uur microg/kg/minuut bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg 0,1 0,007 0,006 0,005 0,004 0,004 0,5 0,033 0,027 0,024 0,021 0,019 1 0,07 0,06 0,05 0,04 0,04 2 0,13 0,11 0,10 0,08 0,07 3 0,20 0,17 0,14 0,13 0,11 4 0,27 0,22 0,19 0,17 0,15 5 0,33 0,28 0,24 0,21 0,19 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 47 Adrenaline, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 20 kg: Voeg 3 mg = 30 ml toe aan 20 ml glucose; de eindconcentratie is 0,06 mg/ml, 50 ml > 20 kg: Voeg 10 mg = 10 ml toe aan 40 ml NaCl 0,9% of glucose; de eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 6 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Zie doseringsschema adrenaline Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk, vergroot de prikkelbaarheid van het hart, verwijdt de luchtwegen Indicatie: hartstilstand, distributieve shock, bronchospasmen Bijwerking: ritmestoornissen, hyperglycemie, subcutis en necrose op injectieplaats Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 48 Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 20 KG (60 microg/ml) Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur ml/uur microg/kg/min 1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 0,05 0,1 0,1 0,3 0,5 0,8 1,0 0,10 0,1 0,2 0,5 1,0 1,5 2,0 0,15 0,2 0,3 0,8 1,5 2,3 3,0 0,20 0,2 0,4 1,0 2,0 3,0 4,0 0,25 0,3 0,5 1,3 2,5 3,8 5,0 0,30 0,3 0,6 1,5 3,0 4,5 6,0 0,35 0,4 0,7 1,8 3,5 5,3 7,0 0,40 0,4 0,8 2,0 4,0 6,0 8,0 0,45 0,5 0,9 2,3 4,5 6,8 9,0 0,50 0,5 1,0 2,5 5,0 7,5 10,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 20 KG' Datum Wijziging 01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 49 Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml) Rekendosering: 0,33 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 0,05 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 0,10 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5 0,15 0,9 1,1 1,4 1,8 2,3 0,20 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0 0,25 1,5 1,9 2,3 3,0 3,8 0,30 1,8 2,3 2,7 3,6 4,5 0,35 2,1 2,6 3,2 4,2 5,3 0,40 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0 0,45 2,7 3,4 4,1 5,4 6,8 0,50 3,0 3,8 4,5 6,0 7,5 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Adrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG' Datum Wijziging 01-08-2013 Naamgeving officieel gewijzigd van epinefrine naar adrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 50 Albumine Merknaam Cealb® Afleveringsvorm Flacon met 2 gram = 10 ml en 20 gram = 100 ml (200 mg/ml) humaan plasma-eiwit, waarvan ten minste 95% albumine F.T.G. Bloedproducten en plasmavervangingsmiddelen Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund of verdund in NaCl 0,9% of glucose 5%. De dosis, de toedieningssnelheid en de duur van de therapie zijn afhankelijk van de conditie van de patiënt. Onverdund: maximaal 120 ml/uur. Verdund tot iso-oncotische oplossing: max. 200-250 ml/uur. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 3 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5% en 10%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Bijzonderheden - Albumine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Direct voor toediening vaststellen dat de oplossing niet troebel is. Bij voorkeur het product op kamertemperatuur laten komen voor toedienen. Nauwgezette controle van centraal veneuze druk is noodzakelijk om het risico op circulatoire overvulling te voorkomen. Een concentratie van 4-5% is iso-oncotisch. Bevat 14,5 mmol natrium per 100 ml. Acute reacties Ten gevolge van te snelle toediening: hypertensie, hypervolemie, flushing. Bijwerkingen Zelden koorts en rillingen, braken, gevolgd door transpiratie, urticaria. Ernstige overgevoeligheidsreacties met shock zijn zeer zeldzaam. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Albumine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 51 Alemtuzumab Merknaam MabCampath® Afleveringsvorm Flacon met 30 mg = 1 ml alemtuzumab concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie. F.T.G. Immunomodulantia Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 2 uur Subcutaan: onverdund, langzaam, in 1 tot 2 minuten Toedieningscategorie Subcutaan categorie A Intraveneus categorie B Bekwaamheidsniveau VPK-arts Houdbaarheid Koel bewaren. Na openen ampul direct gebruiken. Na verdunnen gedurende maximaal 8 uur houdbaar in de koelkast. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Acute reacties Hypotensie, koude rillingen, koorts, kortademigheid, huiduitslag en bronchospasmen. Allergische of overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Hypotensie, misselijkheid, urticaria, huiduitslag, koorts, koude rillingen, braken, vermoeidheid, dyspnoe, hoofdpijn, pruritis, diarree, trombocytopenie, granulocytopenie, anemie, sepsis, herpes simplexinfectie, CMV-infectie, pneumonie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2009 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alemtuzumab' Datum Wijziging 01-02-2012 Nieuw kopje Bereiden: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 52 Alfacalcidol Merknaam Etalpha® Afleveringsvorm Ampul met 1 microg = 0,5 ml (2 microg/ml) alfacalcidol F.T.G. Vitamines Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: de toedieningsnelheid is 2 microg/minuut Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden De injectievloeistof bevat propyleenglycol. Voor gebruik tenminste 5 seconden goed schudden. Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doses: hypercalciëmie met spierzwakte, hoofdpijn en braken. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alfacalcidol' Datum Wijziging 01-04-2007 Bij bijzonderheden toegevoegd: Voor gebruik tenminste 5 seconden goed schudden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 53 Alfentanil Merknaam Rapifen® Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 2 ml en 5 mg = 10 ml (0,5 mg/ml) alfentanil (als hydrochloride) F.T.G. Analgetica, Opioiden Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC I.V. kinderen: IC-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - etomidaat Infuus - Onverenigbaar met atracurium Y-site - thiopental Bijzonderheden Alfentanil valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, bradycardie, spierrigiditeit. Spierrigiditeit bij lagere doses kan worden voorkomen door langzaam intraveneus te injecteren. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alfentanil' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 54 Alprostadil Merknaam Prostin® VR Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 1 ml (0,5 mg/ml) alprostadil in ethanol, infusieconcentraat F.T.G. Prostaglandinen Toedieningsroute Intraveneus of intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp alprostadil Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - Alprostadil mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Alprostadil moet onder bewaking van de arteriële bloeddruk en de ademhaling worden toegediend. Prostin® VR is officieel sedert 1997 uit de handel, de fabrikant stelt het echter op verzoek rechtstreeks aan ziekenhuizen beschikbaar. Acute reacties Apnoe. Bijwerkingen Bradycardie, pyrexie, hypotensie, stuipen, roodheid van het gelaat. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 55 Alprostadil, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 1 ampul (1 ml=0,5 mg) alprostadil met 49 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 10 microg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-3 ml/uur (0,01-0,4 microg/kg/minuut) Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt sterk vaatverwijdend, remt de trombocytenaggregatie Indicatie: openhouden van ductus arteriosus bij pasgeborenen met congenitale hartafwijkingen; hemodynamisch ernstige pulmonale hypertensie Contraindicatie: overgevoeligheid, ademhalingsmoeilijkheden Bijwerking: koorts, apnoe, bradycardie of tachycardie, convulsies, hypotensie, hypokaliemie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 56 Alprostadil, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 0,15 mg = 0,3 ml alprostadil toe aan 50 ml glucose. De eindconcentratie is 3 microg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke doseringen: 0,05-0,1 microg/kg/minuut Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt sterk vaatverwijdend, remt de trombocyten-aggregatie Indicatie: openhouden van ductus arteriosus bij pasgeborenen met congenitale hartafwijkingen; hemodynamisch ernstige pulmonale hypertensie Contraindicatie: overgevoeligheid, ademhalingsmoeilijkheden Bijwerking: koorts, apnoe, bradycardie of tachycardie, convulsies, hypotensie, hypokaliemie, roodheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-06-2007 Bij Bereiden zijn de hoeveelheden gewijzigd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 57 Alprostadil, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (3 microg/ml) Rekendosering: 0,05 microg/kg/min ~ 1 ml/kg/uur microg/kg/min Beheergegevens ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,05 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 0,06 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0 0,07 1,4 2,8 4,2 5,6 7,0 0,08 1,6 3,2 4,8 6,4 8,0 0,09 1,8 3,6 5,4 7,2 9,0 0,1 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alprostadil, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 58 Alteplase Merknaam Actilyse®, rt-PA Afleveringsvorm Flacon met 20 mg en 50 mg alteplase poeder voor injectievloeistof F.T.G. Trombolytica Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 20 mg en 50 mg alteplase op in respectievelijk 20 ml en 50 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml. Steek de bijgeleverde mengcanule eerst in de flacon met oplosmiddel en daarna in de flacon met alteplase (onderdruk). Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp alteplase Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - Alteplase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Werking wordt gecoupeerd door tranexaminezuur (Cyklokapron®). Voor toediening THR, CT, PT en fibrinogeen bepalen. De pH van de oplossing is ongeveer 7,3. Acute reacties Bloedingen, meestal op de injectieplaats, kunnen voorkomen. Bijwerkingen Zelden misselijkheid, braken, koorts, hypotensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 59 Alteplase, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 50 mg alteplase op in 50 ml water voor injecties (bijgeleverd). De concentratie is 1 mg/ml Houdbaarheid 8 uur bij kamertemperatuur 24 uur in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijk toedieningsschema (maximaal 100 mg=100 ml) is: Acuut myocardinfarct - Bolusinjectie: 15 mg=15 ml, gevolgd door infusie van 0,75 mg/kg gedurende 30 minuten (max. 50 mg=50 ml) (Gebruikelijke pompstanden zijn: 90-100 ml/uur), gevolgd door infusie van 0,50 mg/kg gedurende 60 minuten (max. 35 mg=35 ml) (Gebruikelijke pompstanden zijn: 25-35 ml/uur). Longembolie - Bolusinjectie: 10 mg = 10 ml in 1-2 minuten, gevolgd door infusie van 90 mg in 2 uur (lichaamsgewicht < 65 kg: totale dosis 1,5 mg/kg) Ischemisch CVA - Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens 0,9 mg/kg, maximaal 90 mg, 10% als bolusinjectie 1-2 minuten en 90% continu infuus in 60 minuten Werking: werkt thrombolytisch Indicatie: acuut myocardinfarct, longembolie, ischemisch CVA, bij contraindicatie streptokinase Contraindicatie: manifeste of recente inwendige bloedingen, recent (< 10 dagen) ernstig trauma of operatie, cerebrale bloeding of intracerebrale of intraspinale operatie (< 2 maanden), ernstige hypertensie, leverinsufficiëntie Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, aritmieën Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-07-2011 Bij Toedienen via spuitenpomp toegevoegd subkopjes: longembolie en ischemisch CVA. Bij Eigenschappen geneesmiddel Indicatie toegevoegd: longembolie en ischemisch CVA. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 60 Alteplase, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Los 50 mg alteplase op in 50 ml water voor injecties (bijgeleverd). De concentratie is 1 mg/ml Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen (12): - intraveneus als bolusinjectie: 0,5 mg/kg, langzaam - gevolgd door infusie van 0,2 mg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt thrombolytisch Indicatie: acuut myocardinfarct, bij contra-indicatie streptokinase (12) Contraindicatie: manifeste of recente inwendige bloedingen, recent (< 10 dagen) ernstig trauma of operatie, cerebrale bloeding of intracerebrale of intraspinale operatie (< 2 maanden), ernstige hypertensie, leverinsufficiëntie Bijwerking: bloedingen, allergische reacties, koorts, hypotensie, aritmieën Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 61 Alteplase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1 mg/ml) Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur mg/kg/uur 0,2 Beheergegevens ml/uur 1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg 0,2 0,4 1,0 2,0 4,0 5,0 6,0 10,0 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Alteplase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 62 Amfotericine B Merknaam Fungizone® Afleveringsvorm Flacon met 50 mg amfotericine B poeder voor injectievloeistof F.T.G. Antimycotica Oplosmiddel Water voor injecties, glucose 5% Bereiden Los 50 mg amfotericine B op in 10 ml water voor injecties of glucose 5%. De concentratie is 5 mg/ml. Voorzichtig omzwenken totdat de vloeistof helder is. Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als langlopend infuus: 20-50 mg toegevoegd aan 500 ml glucose 5% tot een concentratie van 0,1 mg/ml, in 2-6 uur Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een concentratie van 0,1 – 1,4 mg/ml Kinderen - Intraveneus als langlopend infuus: 50 mg toegevoegd aan 500 ml glucose 5% tot een concentratie van 0,1 mg/ml, in 6 uur (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 0,1 mg/ml, eventueel kan via een centrale lijn een maximale concentratie van 0,25 mg/ml toegediend worden in 2-6 uur) (ref. 17) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 25°C Buiten invloed van licht bewaren. Tijdens toediening hoeft de oplossing niet tegen invloed van licht beschermd te worden bij een concentratie gelijk of < 0,1 mg/ml. Infuusvloeistoffen Glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - diltiazem, famotidine, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met heparine Y-site - allopurinol, enalaprilaat, filgrastim, fluconazol, foscarnet, granisetron, ondansetron, piperacilline, propofol Infuus Bijzonderheden - amikacine, calciumchloride, calciumgluconaat, chloorpromazine, cimetidine, dopamine, gentamicine, kaliumchloride, kanamycine, magnesiumsulfaat, meropenem, penicillinen, prochloorperazine, ranitidine, streptomycine, verapamil - Eventueel kan een testdosis gegeven worden: 1 mg in 20 ml glucose 5%, in 15 minuten intraveneus. Amfotericine B kan tromboflebitis veroorzaken. De kans hierop is minder groot bij langzame toediening en een concentratie van 0,1 mg/ml. In bijzondere situaties kan het volume verminderd worden tot 250 ml. Om de kans op tromboflebitis te verminderen, wordt toediening via een centrale lijn aanbevolen. Inlooptijden van 2-6 uur zijn beschreven. Amfotericine B kan, indien noodzakelijk, gefiltreerd worden door een 1,2 μm filter. LET OP: niet verwisselen met liposomaal amfotericine B (Ambisome) - - Bijwerkingen Tromboflebitis, hoofdpijn, anorexie, misselijkheid, braken, spier- en gewrichtspijn, koorts, koude rillingen, nierfunctiestoornissen. Beheergegevens Beheerder: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 Agnes Veldkamp pagina 63 Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amfotericine B' Datum Wijziging 01-10-2007 Toegevoegd bij toedieningsroute volwassenen: Intraveneus als continu infuus en bij houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 25°C 01-12-2007 Toevoeging houdbaarheid: bij een concentratie gelijk of < 0,1 mg/l 01-09-2010 Houdbaarheid: Tijdens toediening hoeft de oplossing niet tegen invloed van licht beschermd te worden bij een concentratie gelijk of < 0,1 mg/ml. 01-01-2013 Bij Bijzonderheden verwijderd: Amfotericine B mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. 01-05-2013 Bij Bijzonderheden toegevoegd: LET OP: niet verwisselen met liposomaal amfotericine B (Ambisome). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 64 Amfotericine B in liposomen Merknaam Ambisome® Afleveringsvorm Flacon met 50 mg poeder amfotericine B in liposomen, poeder voor infusie F.T.G. Antimycotica Bereiden - - - LET OP: amfotericine B in liposomen is onverenigbaar met NaCl Voeg aan de flacon amfotericine B in liposomen 12 ml steriel water voor injectie toe. De concentratie wordt 4 mg/ml. De flacon dient onmiddellijk goed geschud te worden gedurende tenminste 30 seconden. Bereken hoeveel ml opgetrokken moet worden en bepaal aan hoeveel ml glucose 5% de amfotericine B in liposomen moet worden toegevoegd. De concentratie dient tussen de 0,2 en 2,0 mg/ml amfotericine B in liposomen te zijn (meestal 50-100 ml glucose 5%). De Ambisome oplossing dient via het bijgeleverde 5-micron filter toegevoegd te worden aan de glucose-oplossing. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur in de koelkast Infuusvloeistoffen Glucose 5% Bijzonderheden - Intraveneus als infuus in 30-60 minuten: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5%. Amfotericine B in liposomen mag niet tegelijk met NaCl en andere infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend LET OP: niet verwisselen met amfotericine B (Fungizone) Acute reacties Koorts en rillingen, anafylactische reacties Bijwerkingen Hypotensie, hoofdpijn, convulsies, misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, vermindering van de nierfunctie, tachycardie, bilirubinemie, afwijkende leverfunctiewaarden, hypokaliemie, dyspnoe, huiduitslag. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2009 01-05-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amfotericine B in liposomen' Datum Wijziging 01-03-2010 Bij Bereiden toegevoegd: De Ambisome oplossing dient via het bijgeleverde 5micron filter toegevoegd te worden aan de glucose-oplossing. 01-03-2011 Bij Bereiden toegevoegd: LET OP: amfotericine B in liposomen is onverenigbaar met NaCl. 01-05-2013 Bij Bijzonderheden toegevoegd: LET OP: niet verwisselen met amfotericine B (Fungizone). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 65 Amikacine Merknaam Amukin® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) en 500 mg = 2 ml (250 mg/ml) amikacine (als sulfaat) F.T.G. Aminoglycosiden Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 5 mg/ml, in 30-60 minuten Intrathecaal: 100 mg = 0,4 ml toevoegen aan 9,6 ml NaCl 0,9%, de concentratie is 10 mg/ml Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof (0,25-5,0 mg/ml): 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, glucose 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, amiodaron, enalaprilaat, esmolol, filgrastim, foscarnet, labetalol, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, ondansetron, piperacilline/tazobactam, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met calciumzouten, chlooramfenicol, ciclosporine, cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, dexamethason, doxapram, epinefrine, fenobarbital, fluconazol, furosemide, hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, metronidazol, natriumbicarbonaat, norepinefrine, pentobarbital, promethazine, ranitidine, suxamethonium, vancomycine, verapamil Y-site - allopurinol, propofol Infuus - amfotericine B, cefalosporinen, fenytoine, heparine, penicillinen, thiopental Bijzonderheden Bevat natriumbisulfiet. Acute reacties Rash, urticaria. Bijwerkingen Nefrotoxiciteit, ototoxiciteit en neurotoxiciteit. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amikacine' Datum Wijziging 01-04-2004 Wijziging toedieningsroute bij kinderen intraveneus als kortlopend infuus. 01-08-2007 Piperacilline/tazobactam toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site). 01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 66 Amiodaron Merknaam Cordarone® Afleveringsvorm Ampul met 150 mg = 3 ml (50 mg/ml) amiodaron-hydrochloride F.T.G. Anti-aritmica Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/kg, in tenminste 3 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: 300 mg = 6 ml toegevoegd aan 100 ml glucose 5% in 20 minuten - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml glucose 5%, in 20 minuten tot 2 uur - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp amiodaron Kinderen (zie ook bijzonderheden) - Intraveneus als kortlopend infuus, toegevoegd aan 5% glucose, tot een concentratie van 3 mg/ml ter voorkoming van lokale reacties Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: IC I.V. Kinderen: arts Infusie: VPK Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen Glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amikacine, benzylpenicilline, clindamycine, dopamine, doxycycline, erytromycine, esmolol, fentolamine, gentamicine, insuline, labetalol, midazolam, metronidazol, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, tobramycine, vancomycine Infuus - Onverenigbaar met dobutamine, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, procainamide, verapamil Y-site - cefazoline, heparine, natriumbicarbonaat, theofylline Infuus Bijzonderheden - flucloxacilline, furosemide - Het gebruik bij kinderen < 3 jaar wordt door de fabrikant afgeraden wegens de aanwezigheid van benzylalcohol en het hiermee geassocieerd “gasping” syndroom. Bevat benzylalcohol en polysorbaat: het aantal druppels per ml is daardoor afwijkend van normaal! Intraveneuze infusie van amiodaron kan tromboflebitis veroorzaken: toediening dient plaats te vinden via een centrale lijn. Amiodaron moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend; in verband met hemodynamische complicaties mag de tweede bolusinjectie niet binnen 15 minuten na de eerste worden toegediend - Acute reacties Overgevoeligheidsreacties, blozen, transpireren, hypotensie, shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, maagdarmklachten. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2011 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 67 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amiodaron' Datum Wijziging 01-12-2002 Toegevoegd aan Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus. 01-06-2007 Toevoeging over kinderen bij Toedieningsroute en Bijzonderheden. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-12-2011 Infuusvloeistoffen: Glucose 5% Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 68 Amiodaron, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Oplaaddosis: meng 2 ampullen (6 ml=300 mg) met 18 ml glucose 5% De eindconcentratie is 12,5 mg/ml Onderhoudsdosis: meng 4 ampullen (12 ml=600 mg) met 36 ml glucose 5% De eindconcentratie is 12,5 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp - Oplaaddosis: Pompstand is 72 ml/uur gedurende 20 minuten (24 ml=300 mg in 20 minuten) Onderhoudsdosis: Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-6 ml/uur Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: anti-arrhytmische werking met een zeer lange halfwaardetijd Indicatie: 2e keus bij boezemfibrilleren, supraventriculaire tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen Bijwerkingen: bradycardie, vertraging AV-geleiding, verlenging QT-tijd, schildklierafwijkingen, leverfunctiestoornissen, pulmonale fibrose, huid- en oogafwijkingen Interakties: versterkt de werking van acenocoumarol en fenprocoumon, verhoogt de digoxine-spiegel Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amiodaron, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-12-2011 Bij Bereiden gewijzigd: mengen met glucose 5% i.p.v. NaCl 0,9%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 69 Amoxicilline Merknaam Clamoxyl® Afleveringsvorm Flacon met 250 mg en 1000 mg amoxicilline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Penicillinen Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald) Bereiden Volwassenen Toedienings route grootte flacon mg ml ml mg/ml I.M. 250 1,5 1,7 150 1000 5 5,8 170 I.V./ Infusie toe te voegen water verkregen eindconcenoplossing tratie 250 5 5,2 50 1000 20 20,8 50 grootte flacon toe te voegen water mg ml 250 1000 Kinderen Toedienings route I.V./Infusie verkregen eindconcenoplossing tratie ml mg/ml 2,5 2,7 100 10 10,8 100 De verkregen oplossing, indien nodig, direct doorverdunnen in de infuusvloeistof. Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund, langzaam Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 1000 mg, in 3-4 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: 1000 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in tenminste 30 minuten (30-60 minuten) Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen Kinderen - Intramusculair: onverdund, langzaam Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: de oplossing verdund met NaCl 0,9% tot een concentratie van 25 mg/ml (neonatologie tot 50 mg/ml), in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 25 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund: direct voor gebruik bereiden. Na verdunnen (10 mg/ml) in NaCl 0,9%: 8 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met Y-site Handboek Parenteralia VUmc aciclovir, metronidazol aminoglycosiden, glucose 5%, heparine, imipenem-cilastine, midazolam, geprint op 28 januari 2014 pagina 70 natriumbicarbonaat Infuus Bijzonderheden - ciprofloxacine - Bij éénmalige toediening van meer dan 1000 mg (volwassenen) of 25 mg/kg (kinderen) dient de inlooptijd van het infuus minstens 30 minuten te bedragen. Aan amoxicilline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie, lidocaine 1% worden toegevoegd. In enkele gevallen ontstaat een troebeling. De oplossing dan niet gebruiken. Na oplossen in water voor injectie kan een voorbijgaande kleurverandering optreden; de oplossing zal snel daarna helder worden. Bevat 3,4 mmol natrium per 1000 mg. - - Acute reacties Urticaria, zelden anafylactische shock. Bijwerkingen Diarree, koorts. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline' Datum Wijziging 01-04-2004 Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp. 01-04-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%. 01-10-2009 Toegevoegd aan onverenigbaar met (y-site): imipenem-cilastine. 01-01-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: metronidazol. 01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: heparine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 71 Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 2 flacons (= 2 gram) amoxicilline op in 2x 10 ml water voor injecties. Vul aan met 28 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 41,7 mg/ml Houdbaarheid 8 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld Gebruikelijke pompstand is: 6 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2004 geen Werking: bactericide antibioticum Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen Contraindicatie: overgevoeligheid Bijwerking: anafylactische reacties Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 72 Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 2 g (41,7 mg/ml) Beheergegevens pompstand dosering ml/uur g/24 uur 4 4 6 6 8 8 10 10 12 12 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2006 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 73 Amoxicilline/clavulaanzuur Merknaam Augmentin® Afleveringsvorm Flacon met 500/50 mg en 1000/200 mg amoxicilline (als natriumzout)/clavulaanzuur (als kaliumzout) poeder voor injectievloeistof Let op: vaak wordt de dosering gecombineerd aangeduid als 550, resp. 1200 mg F.T.G. Penicillinen, combinatiepreparaat Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald). Bereiden Volwassenen Toedienings route I.V. Infusie grootte flacon toe te voegen oplosmiddel verkregen oplossing eindconcentratie amox. clav. mg ml ml mg/ml 500/50 10 10,45 50 5 1000/200 20 20,25 50 10 500/50 25 25 20 2 1000/200 20 20,25 50 10 grootte flacon toe te voegen oplosmiddel verkregen oplossing eindconcentratie amox. clav. mg ml ml mg/ml Kinderen Toedienings route I.V. Toedieningsroute 500/50 5 5,2 100 10 1000/200 10 10,2 100 20 Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: 500/50 mg toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9%, 1000/200 toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: de oplossing verdund met NaCl 0,9% tot een concentratie van 25/5 mg/ml (neonatologie flacon 500/50 tot 50/5), in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 25/5 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund: binnen 15 minuten toedienen. Na verdunnen in NaCl 0,9%: moet binnen 60 minuten geheel zijn toegediend. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met atosiban, glucose 5%, natriumbicarbonaat Y-site - aminoglycosiden, ciprofloxacine, midazolam Infuus Handboek Parenteralia VUmc glucose 5%, natriumbicarbonaat geprint op 28 januari 2014 pagina 74 Bijzonderheden - - Bij éénmalige toediening van meer dan 1000/200 mg (volwassenen) of 25/2,5 mg/kg (aan kinderen) dient de inlooptijd van het infuus minstens 30 minuten te bedragen. Na oplossen in water voor injectie kan een voorbijgaande kleurverandering optreden; de oplossing wordt daarna weer helder. Bevat 3,4 mmol natrium per 1000 mg amoxicilline en 5 mmol kalium per 1000 mg clavulaanzuur. Acute reacties Rash, urticaria, zelden anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, maagdarmstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Amoxicilline/clavulaanzuur' Datum Wijziging 01-12-2003 Vanwege onduidelijkheid over de sterkte van de verkregen oplossingen is een toelichting toegevoegd. 01-02-2005 Atosiban toegevoegd aan “Verenigbaar met”. 01-04-2005 Aanvullingen in verband met gebruik oplosmiddel NaCl 0,9% bij kortlopende of continue infuus (m.b.v. transfernaald) 01-03-2009 Flacon 1000/100 is gewijizigd in 1000/200. De bereidingstabel en toedieningsroute is aangepast. 01-08-2009 Ciprofloxacine onder het kopje “Onverenigbaar met” gewijzigd van infuus in Ysite. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 75 Anidulafungine Merknaam Ecalta® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie F.T.G. Antimycotica Bereiden Los 100 mg anidulafungine op in 30 ml water voor injectie. De oplossing bevat 3,33 mg/ml anidulafungin. Deze oplossing dient verder verdund te worden met 100 ml NaCl 0,9% of met glucose 5%. De concentratie van de infuusoplossing is 0,77 mg/ml. De aanbevolen infuussnelheid is 1,4 ml/min. Toedieningsroute Intraveneus Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid De gereconstitueerde oplossing moet binnen 1 uur verder verdund worden en binnen 24 uur toegediend worden. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% en glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Anidulafungine is niet verenigbaar met andere geneesmiddelen of elektrolytoplossingen. Bijzonderheden De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes zijn. Acute reacties Flushing, jeuk, huiduitslag, urticaria. Bijwerkingen Hypokaliemie, diarree, verhoogde leverenzymwaarden, convulsies, hoofdpijn, verhoogd creatinine. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2009 01-05-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Anidulafungine' Datum Wijziging 01-05-2010 Bereiden: Los 100 mg anidulafungine op in 30 ml water voor injectie. Deze oplossing dient verder verdund te worden met 100 ml NaCl 0,9% of met glucose 5%. De concentratie van de infuusoplossing is 0,77 mg/ml. Aanbevolen infuussnelheid 1,4 ml/min. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 76 Argatroban Merknaam Arganova Afleveringsvorm Multidose flacon met 250 mg = 2,5 ml (100 mg/ml) argatroban concentraat voor oplossing voor infusie F.T.G. Antithrombotica Toedieningsroute - Intraveneus als continu infuus: 250 mg toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol argatroban, spuitenpomp voor volwassenen Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C De flacon mag meerdere malen worden aangeprikt. Na aanprikken in de koelkast bewaren (max. 7 dagen) Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, bloeduitstortingen, purpura Bijwerkingen Verhoogd bloedingsrisico, anemie, diep veneuze trombose, misselijkheid, hematurie, nierinsufficientie, leverfunctieafwijkingen, ritmestoornissen, doofheid, gezichtsstoornis, duizeligheid Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2011 01-12-2013 Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend Bevat sorbitol en ethanol Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban' Datum Wijziging 01-01-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - IC volwassenen: op maandag t/m vrijdag spuitenpompen aanvragen bij de medewerker in de depotheek (i.v.m. prijstechnische redenen) 01-12-2013 Afleveringsvorm: Multidose flacon met 250 mg = 2,5 ml etc. Houdbaarheid: toegevoegd; De flacon mag meerdere malen worden aangeprikt. Na aanprikken in de koelkast bewaren (max. 7 dagen). Bijzonderheden: verwijderd; IC volwassenen: op maandag t/m vrijdag spuitenpompen aanvragen bij de medewerker in de depotheek. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 77 Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Voeg 1 ampul (250 mg = 2,5 ml) argatroban toe aan 250 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mg/ml. Verdeel over 5 spuiten van 50 ml OF Voeg 0,5 ml (50 mg = 0,5 ml) argatroban toe aan 49,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mg/ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke startdosering is 0,5 microg/kg/min, gebruikelijke pompstand is 1,5-5 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: argatroban is een direct trombineremmer die zich reversibel aan trombine bindt Indicatie: antistollingstherapie bij patiënten met HITT type II Contraindicatie: ongecontroleerde bloedingen, ernstige leverfunctiestoornis Bijwerking: bloedingen, allergische reacties Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2011 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-05-2012 Bereiden: IC volwassenen: zie bijzonderheden monografie Argatroban. 01-12-2013 Bereiden: toegevoegd; OF Voeg 0,5 ml (50 mg = 0,5 ml) argatroban toe aan 49,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mg/ml. Verwijderd; IC volwassenen: zie bijzonderheden monografie Argatroban. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 78 Argatroban, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 1 mg/ml microg/kg/min ml/uur bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg bij 100 kg bij 110 kg 0,5 1,5 1,8 2,1 2,4 2,7 3,0 3,3 0,6 1,8 2,2 2,5 2,9 3,2 3,6 4,0 0,7 2,1 2,5 2,9 3,4 3,8 4,2 4,6 0,8 2,4 2,9 3,4 3,8 4,3 4,8 5,3 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Argatroban, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 79 Arginine Merknaam Arginine Afleveringsvorm Flacon met 50 gram = 500 ml (100 mg/ml) arginine-hydrochloride F.T.G. Diagnosticum Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan glucose 5% Als diagnosticum: onverdund (max. 30 gram), in 30 minuten Ter behandeling van metabole alkalose: onverdund (max. 30 gram) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5% Bijzonderheden - Acute reacties Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: flushing, hoofdpijn, misselijkheid, braken. Ten gevolge van extravasatie: necrose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2013 50 gram = 500 ml oplossing = 0,48 mmol/ml arginine-hydrochloride De concentratie 100 mg/ml arginine is hypertoon (750 mOsmol/l). Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Arginine' Datum Wijziging 01-02-2013 Bijzonderheden: gewijzigd 50 gram = 500 ml oplossing = 0,48 mmol/ml arginine-hydrochloride. De concentratie 100 mg/ml arginine is hypertoon (750 mOsmol/l) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 80 Artesunaat Merknaam Artesunaat® Afleveringsvorm Flacon met 60 mg artesunaat poeder voor injectievloeistof F.T.G. Malariamiddelen Oplosmiddel 1 ml natriumbicarbonaat 5% (bijgeleverd) Bereiden Los 60 mg artesunaat op in 1 ml oplosmiddel. Schud enkele minuten tot de oplossing helder is. Laat door een naald het ontstane CO 2 ontsnappen. Voeg 5 ml glucose 5% of NaCl 0,9% toe. Meng. De eindconcentratie is 10 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen 6 uur bij 20°C Bijzonderheden - Acute reacties Koorts, huiduitslag en jeuk. Bijwerkingen Reversibele reductie in reticolocyten, duizeligheid, braken, buikpijn, hoofdpijn, diarree, tinnitis, haarverlies, convulsies Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-06-2008 geen Intraveneus als bolusinjectie: verdund 60 mg = 6 ml in 2 minuten. Troebele oplossing niet gebruiken. Mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Artesunaat' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 81 Ascorbinezuur Merknaam Acidum Ascorbicum, Vitamine C Afleveringsvorm Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) ascorbinezuur F.T.G. Vitaminen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Het is niet nodig het infuussysteem met aluminiumfolie te omwikkelen. Infuusvloeistoffen Glucose 5% en 10%, Ringerlactaat, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Onverenigbaar met Calciumzouten, chloorpromazine, heparine, kaliumchloride, kanamycine, metoclopramide, prednisolon, promethazine, vitamine B complex, verapamil Y-site - furosemide, thiopental Infuus - benzylpenicilline, cefazoline, chlooramfenicol, doxapram, erytromycine, hydrocortison, natriumbicarbonaat, theofylline Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. Bij hoge doses kan de bepaling van glucose in de urine gestoord zijn. Acute reacties Ten gevolge van te snelle toediening: duizeligheid. Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen: misselijkheid, braken. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ascorbinezuur' Datum Wijziging 01-04-2004 Toevoeging bij houdbaarheid i.v.m. het infuussysteem. 01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: furosemide. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 82 Atosiban Merknaam Tractocile® Afleveringsvorm Flacon met 6,75 mg = 0,9 ml (7,5 mg/ml) atosiban (als acetaat) injectievloeistof Flacon met 37,5 mg = 5 ml (7,5 mg/ml) atosiban (als acetaat) concentraat voor infusie F.T.G. Uterusspasmolytica Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: injectievloeistof onverdund Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp atosiban Intramusculair: injectievloeistof onverdund Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V. bolus: arts Infusie: VPK I.M.: arts Houdbaarheid Na verdunnen: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Amoxicilline/clavulaanzuur, erytromycine, ketanserine, magnesiumsulfaat Onverenigbaar met - Atosiban mag niet tegelijk met andere dan de bovengenoemde infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend Bijzonderheden - Atosiban mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend Intramusculaire toediening is niet geregistreeerd en wordt alleen in acute situaties toegepast - Acute reacties Misselijkheid, zelden: allergische reacties Bijwerkingen Duizeligheid, hoofdpijn, opvliegers, braken, tachycardie, hypotensie, reactie op de injectieplaats, hyperglycaemie, koorts, slapeloosheid, pruritis, uitslag. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2003 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atosiban' Datum Wijziging 01-04-2004 Toegevoegd: intramusculaire toediening. 01-05-2005 Toegevoegd de kopjes: “Verenigbaar met” en “Onverenigbaar met”. 01-11-2010 Toegevoegd bij Verenigbaar met (Y-site): erytromycine, ketanserine, magnesiumsulfaat. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 83 Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 1 ampul (5 ml=37,5 mg) met 45 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,75 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstanden zijn: oplaaddosis 9 ml in 1 minuut. Onderhoudsdosis eerste 3 uur 24 ml/uur, gevolgd door 8 ml/uur tot maximaal 48 uur. Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: vermindering van de frequentie van contracties en spiertonus in de uterus Indicatie: uitstellen van een dreigende vroeggeboorte Bijwerking: duizeligheid, hoofdpijn, opvliegers, misselijkheid, braken, tachycardie, hypotensie, reactie op de injectieplaats, hyperglycaemie, koorts, slapeloosheid, pruritis, uitslag Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2003 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atosiban, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 84 Atracurium Merknaam Atracurium Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml) atracurium-besilaat F.T.G. Spierrelaxantia Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in: NaCl 0,9%: 24 uur bij 20°C glucose 5%: 8 uur bij 20°C NaCl/glucose: 8 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp atracurium Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - cefazoline, cefuroxim, co-trimoxazol, epinefrine, heparine, hydrocortison, lorazepam, nitroglycerine, nitroprusside, ondansetron, ranitidine Infuus - Onverenigbaar met Bijzonderheden alfentanil, bretylium, cimetidine, dobutamine, dopamine, esmolol, fentanyl, gentamicine, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, midazolam, morfine, procainamide, sufentanil, vancomycine Y-site - cefazoline Aminofylline, barbituraten, diazepam, fenytoine, natriumbicarbonaat, thiopental, propofol - Indien een kleine vene is gekozen als injectieplaats, dient atracurium na injectie te worden doorgespoeld in de vene met water voor injecties of NaCl 0,9%. Indien andere middelen via dezelfde verblijfsnaald of canule worden toegediend als atracurium, is het van belang na ieder middel de canule met water voor injecties of NaCl 0,9% door te spoelen. - Acute reacties Zelden: urticaria, jeuk, vasodilatatie met hypotensie, bronchospasmen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atracurium' Datum Wijziging 01-08-2004 Ampullen 5 ml i.p.v. 2,5 ml 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 85 Atracurium, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 5 ampullen (25 ml=250 mg) met 25 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5 mg/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect; pompstand kan worden aangepast door de mate van relaxatie te monitoren d.m.v. relaxografie c.q. myotest. Bolusinjectie: 0,3-0,6 mg/kg Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-6 ml/uur Bijzonderheden - Atracurium dient alleen te worden toegediend bij geintubeerde en beademde patiënten. Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na toediening Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel i.v.m. intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens mechanische ventilatie op IC Bijwerking: overgevoeligheidsreakties - - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atracurium, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-08-2004 Ampullen 5 ml i.p.v. 2,5 ml Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 86 Atropine Merknaam Atropine Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 1 ml en 3 mg = 6 ml (0,5 mg/ml) atropine-sulfaat1-water F.T.G. Parasympathicolytica, antidota, premedicatie Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V. Volwassenen: G-VPK I.V. Kinderen: IC-arts Intratracheaal: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 0,5 mg, in 1 minuut Intratracheaal: onverdund, 3 mg = 10 ml Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - famotidine, hydrocortison, kaliumchloride, ondansetron, sufentanil Infuus - buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine, dobutamine, droperidol, fentanyl, furosemide, heparine, metoclopramide, midazolam, milrinon, morfine, netilmicine, pentazocine, pethidine, promethazine, ranitidine, scopolamine, verapamil Onverenigbaar met Barbituraten, natriumbicarbonaat, norepinefrine, thiopental Bijzonderheden Langzame injectie van atropine kan een paradoxale vertraging van de hartslag veroorzaken. Acute reacties Zelden: huiduitslag. Bijwerkingen Droge mond, visusstoornissen, verminderde zweetsecretie, obstipatie, urineretentie, misselijkheid en braken, verwardheid (met name bij ouderen). Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Atropine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 87 Aurothioglucose Merknaam Auromyose® Afleveringsvorm Flacon met 40 mg = 2 ml (20 mg/ml) en 400 mg = 2 ml (200 mg/ml) aurothioglucose F.T.G. Antirheumatica in engere zin, goudverbinding Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in het buitenste bovenste kwadrant van de gluteaalmusculatuur; de flacon voor gebruik krachtig schudden tot zich geen neerslag meer op de bodem bevindt Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 1 maand bij 20°C Bijzonderheden - Aurothioglucose is gesuspendeerd in sesamolie en bevat propylhydroxybenzoaat. Aurothioglucose ontleedt in contact met vocht: een droge naald gebruiken. Voor doseringen van meer dan 50 mg per keer kan de 200 mg/ml injectievloeistof gebruikt worden. Bijwerkingen Effecten op huid en slijmvliezen, zoals stomatitis, dermatitis. Lichte proteïnurie en nefrotisch syndroom, hematologische bijwerkingen, zelden trombocytopenie, leukopenie, agranulocytose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Aurothioglucose' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 88 Parenteralia B Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 89 Basiliximab Merknaam Simulect® Afleveringsvorm Flacon met 20 mg basiliximab poeder voor injectievloeistof F.T.G. Immunosupressiva Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 20 mg basiliximab door zachtjes schudden op in 5 ml water voor injectie uit de meegeleverde ampul. De concentratie is 4 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 4°C of 4 uur bij 20°C. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Bijzonderheden De eerste dosis moet worden gegeven binnen 2 uur voor de transplantatie ingreep, de tweede dosis 4 dagen na transplantatie. De tweede dosis mag niet gegeven worden indien een ernstige overgevoeligheidsreactie op basiliximab optreedt of bij het verlies van het transplantorgaan. Basiliximab mag niet met andere geneesmiddelen of substanties worden toegediend. Acute reacties Ernstige acute (binnen 24 uur) overgevoeligheidsreacties (< 1/1.000 patiënten), zowel bij initiële als bij hernieuwde blootstelling; deze omvatten anafylactoïd-achtige reacties zoals urticaria, pruritus, niezen, hypotensie, tachycardie, dyspnoea, bronchospasmen, pulmonaal oedeem en respiratoir falen. Bijwerkingen Constipatie, urineweginfectie, pijn, misselijkheid, perifeer oedeem, hypertensie, anemie, hoofdpijn, hyperkaliemie, hypercholesterolemie, wondcomplicaties na de operatie, gewichtstoename, toename van bloedcreatinine, hypofosfatemie, diarree en infectie van de bovenste luchtwegen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2007 geen Intraveneus als bolusinectie: onverdund Intraveneus als infuus: toegevoegd aan ten minste 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 20-30 minuten. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Basiliximab' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 90 BCG-vaccin Merknaam BCG-medac® Afleveringsvorm Poeder in een flacon. Na reconstitutie bevat een flacon 2x 10^8 tot 3x 10^9 levende eenheden BCG (Bacillus Calmette-Guérin) bacterie RIVM stam afgeleid van stam 1173-P2 F.T.G. Immunomodulantia Oplosmiddel Natriumchloride 0,9% bijgeleverd in 50 ml zak met verbindingsstuk en katheter adapter met/zonder katheter Bereiden - Verwijder de kapjes van de flacon en het zakje Druk de flacon rechtop en stevig op het zakje en draai de flacon 3 keer in beide richtingen zodat hij goed vastzit Pak de verbindingstube vast en buig deze een paar keer. Het mechanisme in de tube breekt open Suspendeer het poeder Bevestig de katheter aan de zak en verbreek ook hier het mechanisme in de verbindingstube door een paar keer heen en weer te buigen Toedieningsroute Intravesicaal als suspensie onder de voorwaarden vereist voor intravesicale endoscopie - Laat de patient niet drinken gedurende 4 uur voor de instillatie tot 2 uur na de instillatie - Ledig de blaas voor de BCG-instillatie - Breng de BCG-medac in de blaas via een katheter en onder lage druk - De geinstilleerde BCG-medac suspensie moet indien mogelijk gedurende een periode van 2 uur in de blaas blijven. Tijdens deze periode moet de suspensie voldoende contact hebben met de volledige oppervlakte van de blaasmucosa. Daarom moet de patient zoveel mogelijk gemobiliseerd worden - Na 2 uur mag de patient de geinstilleerde suspensie lozen, bij voorkeur in een zittende houding Toedieningscategorie N.v.t. Bekwaamheidsniveau Intravesicaal: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking (niet laten bevreizen), mits bewaard in de originele verpakking en beschermd tegen licht. Na reconstitutie: product onmiddellijk gebruiken Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met - Hypotone en hypertone oplossingen Bijzonderheden - De suspensie dient opnieuw gemengd te worden voor gebruik door de suspensie zachtjes te draaien BCG is een risicovolle stof. Op de afdeling mag alleen met het gesloten systeem worden gewerkt. De flacon mag niet van het zakje worden verwijderd. Bij incidenten (bijv. morsen) dient de BCG monografie in het handboek calamiteiten cytostatica te worden gevolgd. Bij 1/3 of ¼ doseringen kan niet met het gesloten systeem worden gewerkt. Bereidingsverzoeken hiervoor kunnen bij de apotheek worden ingeleverd. Bij ½ doseringen kan de helft van de 50 ml suspensie in de flacon worden achtergehouden middels een klemmetje. De flacon heeft namelijk een inhoud van 25 ml Bij het bereiden is het gebruik van handschoenen aanbevolen Zichtbare macroscopische partikels hebben geen invloed op de werkzaamheid en veiligheid van het product BCG-medac mag niet gebruikt worden voor subcutane, intradermale, intramusculaire of intraveneuze toediening of vaccinatie - - - - Acute reacties Frequent urineren met ongemak en pijn Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 91 Lichte koorts, griepachtige symptomen en algemeen ongemak Overgevoeligheidsreacties, zoals artritis, artralgieen en huiduitslag Bijwerkingen Cystitis, systemische BCG-reactie, BCG-sepsis, misselijkheid, asymptomatische granulomateuze prostatitis, miliaire pneumonie, hepatitis en syndroom van Reiter Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'BCG-vaccin' Datum Wijziging 01-07-2012 Merknaam: is BCG-medac geworden. De volledige monografie is gewijzigd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 92 Belatacept Merknaam Nulojix® Afleveringsvorm Flacon met 250 mg belatacept poeder voor infusieconcentraat F.T.G. Immunosuppressiva Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9% of glucose 5% Bereiden Los 250 mg belatacept op in 10,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 25 mg/ml. Maak gebruik van bijgesloten siliconenvrije wegwerpspuit om aggregaatvorming te voorkomen. Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud om schuimvorming te voorkomen Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml infuusvloeistof, in 30 minuten via een steriel laag-eiwitbindend 1,2 µm filter. Doseringen tot 1000 mg mogen aan 100 ml infuusvloeistof worden toegevoegd. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen Water voor injecties, NaCl 0,9% of glucose 5% Bijzonderheden - Acute reacties Hypotensie, hypertensie, overmatig blozen en hoofdpijn Bijwerkingen Infecties, diarree, obstipatie, anemie, leukopenie, dehydratie, perfieer oedeem, hypertensie, misselijkheid, hoesten, braken, hypofosfatemie en hoofdpijn Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2014 geen Belatacept mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Belatacept' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 93 Benzylpenicilline-benzathine Merknaam Penidural® Afleveringsvorm Flacon met 1.200.000 IE benzylpenicilline-benzathine-4-water poeder voor injectievloeistof F.T.G. Smal spectrum penicillinen Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Suspendeer 1,2 miljoen IE benzylpenicilline-benzathine in 3,6 ml oplosmiddel. Klop het poeder los van de wand en voeg het oplosmiddel toe. 30 seconden schudden. De ontstane suspensie enkele minuten laten staan en direct voor toediening nog even opschudden. De eindconcentratie is ongeveer 280.000 IE per ml. Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Na oplossen in oplosmiddel: 24 uur bij 4°C of 12 uur bij 20°C Bijzonderheden - Aan benzylpenicilline-benzathine kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, lidocaine 2% worden toegevoegd. Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 3 tot 4 weken. Geadviseerd wordt een naald 21G te gebruiken Acute reacties Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische shock, serumziekte, vasculitis. Bijwerkingen Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-benzathine' Datum Wijziging 01-08-2007 Nieuwe werkwijze bereiding van de suspensie. Bijzonderheden: advies een naald 21G te gebruiken. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 94 Benzylpenicilline-natrium Merknaam Penicilline G natrium® Afleveringsvorm Flacon met 1 en 10 miljoen IE benzylpenicilline-natrium poeder voor injectievloeistof F.T.G. Smal-spectrum penicillinen Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald). Bereiden Toedieningsroute Toedienings route grootte flacon toe te voegen water verkregen oplossing I.M./ I.V./ Infusie 10.000.000 eindconcentratie IE ml ml IE/ml 1.000.000 4,7 5 200.000 11,0 15 666.666 Volwassenen - Intramusculair: 100.000-200.000 IE/ml Intraveneus als bolusinjectie: de toedieningssnelheid is maximaal 1 miljoen IE/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%, in 30-60 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 500-1000 ml NaCl 0,9% Intrathecaal: onverdund, 10.000-20.000 IE per 24 uur Intrapleuraal: onverdund Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen Kinderen - Intramusculair: 100.000-200.000 IE/ml Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% tot een concentratie van 100.000 IE/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 500.000 IE/ml) (ref. 17) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: arts Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Onverenigbaar met Bijzonderheden Calciumzouten, chlooramfenicol, clindamycine, erytromycine, furosemide, gentamicine, hydrocortison, lidocaine, ranitidine, verapamil Infuus - amfotericine B, aminoglycosiden, heparine, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, vancomycine - Bevat 1,8 mmol natrium per 1 miljoen IE. Penicillinen kunnen aminoglycosiden, wanneer samengevoegd in één infuussysteem, inactiveren. Infusies dienen in NaCl 0,9% te worden gegeven; de zuurgraad van glucose oplossingen doet de activiteit snel achteruitgaan. Intrathecale toediening wordt niet aangeraden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 95 Acute reacties Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische shock, serumziekte, vasculitis. Bijwerkingen Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium' Datum Wijziging 01-04-2004 Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp. 01-04-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9%. 01-02-2014 Verenigbaar met toegevoegd: furosemide, gentamicine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 96 Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 6 flacons (= 6 ME) benzylpenicilline op in 6x 5 ml water voor injecties. Vul aan met 18 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 125.000 IE/ml. Indien meerdere spuiten klaargemaakt moeten worden kan ook gebruik gemaakt worden van de flacons met 10 ME. Los 1 flacon met 10 ME op in 11 ml water voor injecties (resulteert in 15 ml oplossing). Neem 9 ml van de verkregen oplossing en vul aan tot 48 ml. De concentratie is 125.000 IE/ml Bereiden van 2 spuiten Oplossing A Los 1 flacon van 10 ME op in 11 ml water voor injecties (resulteert in 15 ml oplossing) Oplossing B Los 2 flacons van 1 ME op in 5 ml water voor injecties. Trek in iedere spuit 7,5 ml op van oplossing A en 5 ml van oplossing B op en vul aan tot 48 ml. De concentratie is 125.000 IE/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld Gebruikelijke pompstand is: 2-4 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2004 01-11-2010 Werking: bactericide antibioticum Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen Contraindicatie: overgevoeligheid Bijwerking: thromboflebitis, anafylactische reacties Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-12-2007 Toegevoegd bij Bereiden: het gebruik van flacons met 10 ME bij het klaarmaken van meerdere spuiten. 01-11-2010 Toegevoegd instructie “Bereiden van 2 spuiten”. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 97 Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 6 MIE (125.000 IE/ml) Beheergegevens pompstand dosering ml/uur MIE/24 uur 2 6 4 12 6 18 8 24 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2006 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 98 Benzylpenicilline-natrium/benzylpenicillineprocaine Merknaam Bicilline® Afleveringsvorm Flacon met 1.200.000 IE benzylpenicilline (900.000 IE benzylpenicillineprocaine en 300.000 IE benzylpenicilline-natrium) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Smal spectrum penicillinen Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Suspendeer 1.200.000 IE benzylpenicilline in 2,3 ml water voor injecties. De concentratie is ongeveer 400.000 IE per ml. Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 4°C of 12 uur bij 20°C Bijzonderheden - Acute reacties Urticaria, exfoliatieve dermatitis, laryngospasmen. Zelden: anafylactische shock, serumziekte, vasculitis. Bijwerkingen Koorts, spiernecrose, ontsteking op injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen: interstitiële nefritis, bloedbeeldafwijkingen, stollingsstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Bevat ongeveer 360 mg procaine per flacon. Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 24 uur. Vanwege risico op neurotoxische reacties moet intraveneuze toediening worden voorkomen. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Benzylpenicilline-natrium/benzylpenicilline-procaine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 99 Betamethason Merknaam Celestone Chronodose® Afleveringsvorm Ampul met 5,7 mg = 1 ml (5,7 mg/ml) betamethason (3 mg als dinatriumfosfaat en 2,7 mg als acetaat) F.T.G. Glucocorticoiden Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund - Intra-articulair: onverdund - Intrabursaal: onverdund - Intradermaal: onverdund - Intralesionaal: onverdund Ampul krachtig schudden voor gebruik. Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Overige toedieningen: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Bijzonderheden Y-site - kaliumchloride - Betamethason kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, een gelijk volume lidocaine 1% worden toegevoegd. Het preparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 1 week. - Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Betamethason' Datum Wijziging 01-02-2014 Nieuw kopje, Verenigbaar met Y-site: kalkumchloride. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 100 Bevacizumab Merknaam Avastin® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 4 ml en 400 mg=16 ml (25 mg/ml) bevacizumab F.T.G. Immunomodulantia Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Toedieningsroute - - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9% in 30-90 minuten; de concentratie dient tussen 1,4-16,5 mg/ml bevacizumab te zijn. Het eerste infuus toedienen in 90 minuten, wanneer goed verdragen kan tweede infusie in 60 minuten worden toegediend. Wanneer dit goed verdragen wordt kunnen alle daarop volgende infusies in 30 minuten worden toegediend. Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Glucose 5% Bijzonderheden - Bevacizumab mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden toegediend. Avastin is geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie Heldere tot licht opalescente, kleurloze tot lichtbruine vloeistof Bevat trehalose dihydraat, polysorbaat 20 Acute reacties Allergische reacties, hoofdpijn, infusiereacties, dyspneu, opvliegers, hypotensie, pijn op de borst, rillingen, misselijkheid, braken Bijwerkingen Hypertensie, vermoeidheid of asthenie, diarree en buikpijn, infecties, bloedbeeldafwijkingen, neuropathie, maagdarmperforaties, bloedingen, arteriële trombo-embolie Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-05-2009 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bevacizumab' Datum Wijziging 01-07-2010 Toegevoegd aan Acute reacties: infusiereacties, dyspneu, opvliegers, hypotensie, pijn op de borst, rillingen, misselijkheid, braken. 01-02-2012 Nieuw kopje Bereiden: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 101 Biperideen Merknaam Akineton® Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) biperideenlactaat F.T.G. Parkinsonmiddelen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijwerkingen Droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, verminderde zweetsecretie, moeheid, duizeligheid, slaperigheid, verwardheid. Ten gevolge van snelle toediening: hypotensie, coördinatiestoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9%, in 2-3 minuten Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Biperideen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 102 Bivalirudine Merknaam Angiox® Afleveringsvorm Flacon met 250 mg bivalirudine poeder voor injectie- of infusievloeistof F.T.G. Overige anticoagulantia Oplosmiddel Water voor injecties, glucose 5%, NaCl 0,9% (NB: oplossnelheid is het grootst bij water voor injectie) Bereiden Voeg 5 ml oplosmiddel toe aan 250 mg bivalirudine en schud zachtjes tot het poeder volledig is opgelost en de oplossing helder is. Neem 5 ml van de injectieflacon en verdun tot 50 ml met NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5 mg/ml Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau - Houdbaarheid - Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Intraveneus als bolusinjectie: verdunde oplossing 5 mg/ml Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp bivalirudine Na oplossen: 24 uur bij 4°C Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Infuus - alteplase, amiodaron HCl, amfotericine B, chloorpromazine HCl, diazepam, streptokinase en vancomycine - de volgende zes geneesmiddelen vertonen concentratie afhankelijke onverenigbaarheid met bivalirudine. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bekende compatibele en incompatibele concentraties van deze bestanddelen Verenigbare Onverenigbare Geneesmiddelen concentraties concentraties Dobutamine HCl 4 mg/ml 12,5 mg/ml Haloperidol lactaat 0,2 mg/ml 5 mg/ml Labetalol HCl 2 mg/ml 5 mg/ml Lorazepam 0,5 mg/ml 2 mg/ml Promethazine HCl 2 mg/ml 25 mg/ml Bijzonderheden Bevat mannitol Acute reacties Bloedingen, trombose, allergische reacties Bijwerkingen Bloedingen, stenttrombose, ecchymose, trombocytopenie, anemie, stijging van de INR, hoofdpijn, ventriculaire tachycardie, angina pectoris, bradycardie, hypotensie, dyspneu, misselijkheid, braken Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2011 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 103 01-11-2013 Oplosmiddel: Water voor injecties, glucose 5%, Nacl 0,9% (NB: oplossnelheid is het grootst bij water voor injectie). Bereiden: Voeg 5 ml oplosmiddel toe aan 250 bivalirudine en schud zachtjes tot het poeder volledig is opgelost etc.. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 104 Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Voeg 5 ml water voor injecties toe aan 250 mg bivalirudine en schud zachtjes tot het poeder volledig is opgelost en de oplossing helder is. Neem 5 ml van de injectieflacon en verdun tot 50 ml met NaCl 0,9% De eindconcentratie is 5 mg/ml Houdbaarheid Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke dosering: 0,25-1,75 mg/kg lichaamsgewicht per uur gedurende max. 72 uur. Zie doseringsschema bivalirudine Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: specifieke, directe inhibitor van trombine. Verlengt de INR Indicatie: volwassenen die een PCI ondergaan. Volwassenen met instabiele angina-myocardinfarct zonder ST-segmentstijging (UA/NSTEMI) gepland voor dringende of vervroegde interventie Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 105 Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA bolus, 5 mg/ml (aantal ml in tabel) Dosis mg/kg bij 50 kg bij 55 kg bij 60 kg bij 65 kg bij 70 kg bij 75 kg bij 80 kg bij 85 kg bij 90 kg bij 95 kg 0,1 1 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1,6 1,7 1,8 1,9 0,3 3 3,3 3,6 3,9 4,2 4,5 4,8 5,1 5,4 5,7 0,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 0,75 7,5 8,3 9 9,8 10,5 11,3 12 12,8 13,5 14,3 bij 90 kg bij 95 kg DOSERINGSSCHEMA pomp, 5 mg/ml (aantal ml in tabel) Dosis mg/kg/uur bij 50 kg bij 55 kg 0,25 2,5 2,8 3 1,4 14 15,4 16,8 1,75 17,5 19,3 21 22,8 Beheergegevens bij 60 kg bij 65 kg bij 70 kg bij 75 kg 3,3 3,5 3,8 4 4,3 4,5 4,8 18,2 19,6 21 22,4 23,8 25,2 26,6 24,5 26,3 28 29,8 31,5 33,3 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2011 01-11-2012 bij 80 kg bij 85 kg Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bivalirudine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-11-2012 In doseringsschema tussenliggende kg toegevoegd: 55 kg, 65 kg, 75 kg, 85 kg en 95 kg. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 106 BMR-vaccin Merknaam Bof Mazelen Rubella-vaccin Afleveringsvorm Flacon met BMR-vaccin poeder voor injectievloeistof F.T.G. Vaccins Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los BMR-vaccin op in 0,6 ml oplosmiddel. Toedieningsroute Subcutaan: 0,5 ml, langzaam toedienen, bij voorkeur in de bovenarm Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Na oplossen in oplosmiddel: 4 uur bij 4°C, buiten invloed van licht. Bijzonderheden - - 0,5 ml BMR-vaccin bevat tenminste 5000 CCID50 levend verzwakt bofvirus (Jeryl-Lynn-stam), 1000 CCID50 levend verzwakt mazelenvirus (Moraten-stam), 1000 CCID50 levend verzwakt rubellavirus (Wistar RA 27/3-stam). CCID50 = Cell Culture Infective Dose 50%, de dosis die 50% van de celcultures kan infecteren. Bevat sorbitol en gehydrolyseerde gelatine. De oplossing is helder en oranjegeel van kleur. Acute reacties Branderig, stekend gevoel op injectieplaats. Zelden: allergische reacties. Bijwerkingen Koorts, erytheem, gewrichtspijn en -ontsteking, koortsconvulsies. Zelden: zwelling lymfeklieren. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'BMR-vaccin' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 107 Bofvirus vaccin Merknaam Mumpsvax® Afleveringsvorm Flacon met 20.000 CCID50 bofvirus vaccin poeder voor injectievloeistof F.T.G. Vaccins Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd in wegwerpspuit) Bereiden Los 20.000 CCID50 bofvirus vaccin op in 0,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 40.000 CCID50/ml. Toedieningsroute Subcutaan: bij voorkeur lateraal in de bovenarm Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen. Na oplossen in oplosmiddel: 8 uur bij 4°C, buiten invloed van licht. Bijzonderheden - Acute reacties Branderig, stekend gevoel op injectieplaats. Zelden: urticaria, anafylactische reacties. Bijwerkingen Koorts, erytheem, koortsconvulsies. Zelden: diarree, neuritis optica, zwelling lymfeklieren. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Bevat verzwakt, levend bofvirus (Jeryl-Lynn-stam) en 25 mg neomycine. Bevat sorbitol en gehydrolyseerde gelatine. CCID50 = Cell Cultures Infective Dose 50%, de dosis die 50% van de celcultures kan infecteren. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bofvirus vaccin' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 108 Botuline A toxine Merknaam Botox® Afleveringsvorm Flacon met 100 E poeder voor injectievloeistof F.T.G. Overige perifeer werkende spierrelaxantia Oplosmiddel NaCl 0,9% Bereiden Fysiologische zoutoplossing langzaam aan flacon toevoegen omdat bij bruisen, borrelen of andere vergelijkbare krachtige bewegingen van de vloeistof denaturatie optreedt Hoeveelheid NaCl 0,9% 0,5 ml 1 ml 2 ml 4 ml 8 ml Eenheden (E) botulinum per 0,1 ml 20 E 10 E 5E 2,5 E 1,25 E Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na reconstitutie: 24 uur bij 2-8°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - - Intramusculair als injectie Intradermaal als injectie De gebruikte eenheden zijn geen internationaal erkende. De aanduiding van de eenheid (E) is voor Botox en deze dient niet verward te worden met de eenheid van andere botulinum toxine bevattende producten Bij behandeling van blepharospasmen dient de patient gecontroleerd te worden op het optreden van droge ogen Acute reacties Lokale pijn en blauwe plekvorming. Zelden overgevoeligheidsreacties: anafylaxie, serumziekte, urticaria, weke delen oedeem en dyspnoe. In geval van optreden dergelijke overgevoeligheidsreacties dienen verdere injectie te worden gestaakt Bijwerkingen - - Beheergegevens Bij meer dan 10% van de patiënten: spierzwakte, pijn, virale infecties, oorontsteking; tevens bij blefarospasme, hemifacialisspasmen en torticollis spastica: ooglidptose en tevens bij torticollis spastica: dysfagie. Bij 1-10%: rinitis, infectie van de bovenste luchtwegen, duizeligheid, slaperigheid, paresthesie, hypertonie, hoofdpijn, opvliegers, droge mond, misselijkheid, huiduitslag Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Botuline A toxine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 109 Broomperidol Merknaam Impromen® Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) broomperidol (als decanoaat) "Depot" (alleen voor intramusculaire toediening) F.T.G. Antipsychotica Toedieningsroute Intramusculair: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Acute reacties Exantheem, pruritus. Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen, verergering van depressie, wazig zien, initiatiefverlies, vermoeidheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn, slapeloosheid, angst. Zelden: convulsies, ventriculaire aritmieën, orthostatische hypotensie (met name ten gevolge van hoge doseringen), gewichtstoename. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Het depotpreparaat bevat sesamolie als solvens. Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ca. 4 weken. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Broomperidol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 110 Bumetanide Merknaam Burinex® Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 4 ml (0,5 mg/ml) bumetanide F.T.G. Lisdiuretica Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten Intraveneus als kortlopend infuus (bij nierinsufficiëntie): 2-5 mg toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp bumetanide Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Buiten invloed van licht bewaren. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, filgrastim, lorazepam, morfine, pethidine, piperacilline, propofol Infuus - Onverenigbaar met Bijzonderheden furosemide, kaliumchloride, natriumbicarbonaat Infuus - dobutamine, midazolam, milrinon - Bij patiënten, die gedurende lange tijd of met hoge doses worden behandeld, is het aan te bevelen regelmatig het electrolytengehalte te bepalen. In verband met de oplosbaarheid mag de concentratie bumetanide in infuusvloeistof niet hoger zijn dan 0,1 mg/ml. - Bijwerkingen Hypovolemie (met hoofdpijn, droge mond, uitdroging, visusstoornissen, duizeligheid, hypotensie, syncope), deficiëntie van natrium, kalium, calcium en magnesium, spierkrampen, stijging van het serumamylase, huiduitslag, bloedbeeldveranderingen (met name trombocytopenie), gehoorverlies. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bumetanide' Datum Wijziging 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 111 Bumetanide, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 10 ampullen (40 ml=20 mg), onverdund, afhankelijk van de pompstand, optrekken De eindconcentratie is 0,5 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-3 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis, levercirrose, nefrotisch syndroom Contraindicatie: anurie, levercirrose met ascites, electrolytenstoornissen Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, spierkrampen, hyperurikemie, doofheid, verslechtering van nierfunctie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bumetanide, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 112 Bupivacaine Merknaam Bupivacaine Afleveringsvorm Flacon met 20 ml 2,5 mg/ml bupivacaine-hydrochloride (50 mg bupivacainehydrochloride) Flacon met 50 ml 2,5 mg/ml bupivacaine-hydrochloride (125 mg bupivacainehydrochloride) F.T.G. Lokale anaesthetica Toedieningsroute - - Lokaal: voor infiltratie- en geleidingsanaesthesie: 1,25-5 mg/ml Epiduraal als bolusinjectie: voor epidurale anaesthesie 2,5-5 mg/ml Epiduraal als infuus: voor epidurale anaesthesie 1,25-2,5 mg/ml, de toedieningssnelheid is afhankelijk van de plaats van injectie, maar maximaal 400 mg/24 uur Intrathecaal: voor intrathecale anaesthesie 5 mg/ml, al dan niet in glucose 8% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Voor epiduraalcassettes: 7 dagen bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Onverenigbaar met Epinefrine, fentanyl, morfine, sufentanil Infuus - barbituraten, diazepam, fenytoine, furosemide, theofylline Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties, anafylactische shock. Bijwerkingen Ten gevolge van overdosering, te snelle resorptie, ongewilde intravasculaire injectie: spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, wazig zien, tremoren, gevolgd door sufheid, convulsies, bewusteloosheid, apnoe. Hypotensie, depressie myocard, bradycardie, hartstilstand. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Bupivacaine' Datum Wijziging 01-01-2013 Afleveringsvorm gewijzigd in flacons met 20 ml en 50 ml 2,5 mg/ml bupivacaine-hydrochloride. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 113 Buprenorfine Merknaam Temgesic® Afleveringsvorm Ampul met 300 microg = 1 ml (300 microg/ml) buprenorfine (als hydrochloride) F.T.G. Opioiden Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 2 minuten Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% tot een concentratie van 15 microg/ml Epiduraal: onverdund Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC-arts Epiduraal: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 8 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, filgrastim, piperacilline Infuus - Onverenigbaar met atropine, droperidol, haloperidol, midazolam, promethazine, scopolamine Y-site - diazepam, heparine, lorazepam Infuus - furosemide Bijzonderheden Buprenorfine valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Bijwerkingen Slaperigheid, apathie, duizeligheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn, transpireren, droge mond, hypotensie, bradycardie, ademhalingsdepressie. Zelden: euforie, verwardheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Buprenorfine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 114 Busereline Merknaam Suprefact® Afleveringsvorm Flacon met 5,5 mg = 5,5 ml (1 mg/ml) busereline (als acetaat) F.T.G. Hypothalamushormonen Toedieningsroute Subcutaan: onverdund, in een huidplooi, bijv. in de dij, met de naald onder een hoek van 45°C Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Na aanprikken van de flacon: 14 dagen bij 4°C Bijzonderheden Bevat benzylalcohol. Acute reacties Urticaria, exantheem, oedeem, tachycardie, bronchospasmen. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, hoofdpijn, vermoeidheid. Bij de vrouw: onttrekkingsbloedingen, gevoelige borsten, menopauze-achtige symptomen, gewichtsverandering. Bij de man: opvliegingen, vermindering libido en potentie. Zelden: trombose met longembolie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Busereline' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 115 Butylscopolamine Merknaam Buscopan® Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) butylscopolaminebromide F.T.G. Spasmolytica Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%, in 15-30 minuten (ref. 13) Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%, de toedieningssnelheid is 5 mg/uur Intraveneus als continu infuus: aanvullen met NaCl 0,9% tot 50 ml Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Lichte toename hartfrequentie, kortdurende accomodatiestoornissen, droge mond, urineretentie, verminderde maagdarmmotiliteit. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Butylscopolamine' Datum Wijziging 01-11-2013 Toedieningsroute. Toegevoegd: Intraveneus als continu infuus: aanvullen met NaCl 0,9% tot 50 ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 116 Parenteralia C Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 117 Calciumchloride Merknaam Calciumchloride Afleveringsvorm Ampul met 1,47 gram = 10 ml (147 mg/ml) calciumchloride-2-water F.T.G. Mineralen, calciumzouten Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 100200 mg/minuut Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Intracardiaal: onverdund, in noodgevallen Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: VPK Intracardiaal: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amrinon, dobutamine, epinefrine, esmolol, morfine Infuus - Onverenigbaar met amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, dopamine, fenobarbital, hydrocortison, isoprenaline, lidocaine, norepinefrine, pentobarbital, verapamil Y-site - ampicilline, ceftriaxon, fluconazol, indometacine, natriumbicarbonaat, propofol Infuus Bijzonderheden - amfotericine B, ceftriaxon, citraten, digoxine, dobutamine, epinefrine, fosfaten, metoclopramide, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, sulfaten, tartraten, tetracyclinen - Calciumchloride mag intraveneus niet tegelijk of binnen een periode van 48 uur, met ceftriaxon worden toegediend. 100 mg calciumchloride-2-water = 27,3 mg calcium = 0,68 mmol calcium; 147 mg calciumchloride-2-water = 40 mg calcium = 1,0 mmol calcium. Calciumchloride is een bestanddeel van totaal parenterale voeding. Vooral bij hoge doseringen moet de dosis worden aangepast aan calciumbloedspiegels. Bij hoge doseringen moet intraveneuze toediening onder bewaking van het hartritme plaatsvinden. - Bijwerkingen Irritatie vaatwand, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, braken, vasodilatatie, hypotensie, hartaritmieën. Ten gevolge van extravasatie: necrose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumchloride' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 118 01-02-2003 Natriumbicarbonaat onder het kopje Infuus is gewijzigd van Verenigbaar met in Onverenigbaar met. 01-11-2007 Bij bijzonderheden: “Calciumchloride mag intraveneus niet tegelijk of binnen een periode van 48 uur, met ceftriaxon worden toegediend”, vanwege kans op bijwerkingen. Zie ook “Onverenigbaar met”. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Overenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 119 Calciumgluconaat Merknaam Calciumgluconaat B.Braun® Afleveringsvorm Ampul met 1000 mg = 10 ml (100 mg/ml) calciumgluconaat-1-water F.T.G. Mineralen, calciumzouten Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund, diep in de M. glutaeus Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 3 minuten Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml glucose 5% of NaCl 0,9% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen Kinderen - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 100-500 ml glucose 5% of NaCl 0,9% tot een concentratie van 10 mg/ml (maximale concentratie bij vochtbeperking is 50 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: ICV I.V. spuitenpomp: ICV Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, Glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, cefazoline, ciprofloxacine, dobutamine, enalaprilaat, famotidine, fentanyl, filgrastim, labetalol, midazolam, netilmicine, piperacilline, tolazoline Infuus - amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, erytromycine, fenobarbital, furosemide, fytomenadion, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat, norepinefrine, theofylline, tobramycine, vancomycine, verapamil Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen - - Onverenigbaar met neuroblastoom HR NB-1 ESIOP 60 mmol Kaliumchloride 2,5 mmol Calciumgluconaat 10 mmol Magnesiumsulfaat in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose siopel-4 10 mml Kaliumchloride 2 mmol Magnesiumsulfaat 1,5 mmol Calciumgluconaat in 500 ml NaCl/glucose Y-site - ampicilline, ceftriaxon, fluconazol, indometacine, natriumbicarbonaat Infuus Bijzonderheden - amfotericine B, ceftriaxon, citraten, clindamycine, digoxine, dobutamine, epinefrine, fosfaten, metoclopramide, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, sulfaten, tartraten, tetracyclinen - Calciumgluconaat mag intraveneus niet tegelijk of binnen een periode van 48 uur, met ceftriaxon worden toegediend. 1000 mg calciumgluconaat = 1375 mg calciumglubionaat = 90 mg calcium = 2,25 mmol calcium. Intramusculaire toediening wordt afgeraden. Bij herhaalde parenterale toediening (dus ook iv druppelinfuus) dient de bloedspiegel en de hoeveelheid calcium in de urine gecontroleerd te Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 120 - worden. Bij iv injecties dient het hartritme te worden gecontroleerd. Herhaald parenteraal gebruik moet vermeden worden bij neonaten, kinderen en patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis om stapeling van aluminium (aanwezig in het preparaat) te voorkomen. Bijwerkingen Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, transpireren, hypotensie, collaps. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2011 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumgluconaat' Datum Wijziging 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 121 Calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 5 ampullen op, onverdund. De eindconcentratie is 100 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Alleen bij citraat-CVVH Doseren op geleide van dialyse protocol Gebruikelijke pompstanden zijn: 10-18 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2011 geen Werking: calciumsuppletie Indicatie: ter voorkoming van hypocalciemie bij citraat-CVVH Bijwerking: bij snelle stijging plasma calciumconcentratie: misselijkheid, braken, vasodilatatie, hypotensie, hypertensie, hartartimieën Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumgluconaat, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 122 Calciumnatriumedetaat Merknaam Calciumedetaat, natriumcalciumedetaat Afleveringsvorm Ampul met 2000 mg = 10 ml (200 mg/ml) calciumnatriumedetaat F.T.G. Electrolyten en mineralen Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%, de toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut Als diagnosticum voor loodintoxicatie: maximaal 1000 mg in 500 ml glucose 5%, in 1 uur Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Y-site - glucose 10%, Ringerlactaat Infuus Bijzonderheden - amfotericine B - Aan calciumnatriumedetaat kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie, lidocaine 1% worden toegevoegd. Calciumnatriumedetaat 100 mg/ml komt overeen met 750 mOsmol/l. Bevat 10,6 mmol natrium per 1000 mg. - Acute reacties Met name ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Ten gevolge van snelle toediening: tetanische krampen. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, koorts, hypotensie, tromboflebitis, tremor, hoofdpijn, spierpijn. Ten gevolge van hoge doseringen: necrose van niertubuli. Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen: reversibele beenmergdepressie, huidreacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Calciumnatriumedetaat' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 123 Caspofungine Merknaam Cancidas® Afleveringsvorm Injectieflacon met 50 mg caspofungine (als acetaat) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Antimycotica Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 50 mg op in 10,5 ml water voor injectie. De concentratie is 5 mg/ml Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9%, in 60 minuten. Maximale concentratie is 0,45 mg/ml. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infusievloeistof 48 uur bij 4°C of 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, Ringerlactaat Bijzonderheden - Gebruik geen oplosmiddelen die glucose bevatten, omdat caspofungine in oplosmiddelen met glucose niet stabiel is. Caspofungine mag niet met andere geneesmiddelen worden gemengd of gelijktijdig worden geinfundeerd. Controleer de infusieoplossing visueel op deeltjes of verkleuring. Bijwerkingen (Trombo)flebitis, erytheem, pijn, jeuk, afscheiding, brandend gevoel, allergische reacties, koorts, misselijkheid, braken en blozen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2003 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Caspofungine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 124 Cefazoline Merknaam Kefzol® Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg cefazoline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Cefalosporinen Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9% Bereiden - Intraveneus: los 1 g op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is 225 mg/ml Intramusculair: los 1 g op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 330 mg/ml Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: maximaal 1000 mg, toegevoegd aan tenminste 10 ml water voor injecties, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, enalaprilaat, esmolol, famotidine, fentanyl, filgrastim, fluconazol, foscarnet, insuline, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine Infuus - Onverenigbaar met clindamycine, fluconazol, heparine, metronidazol, verapamil Y-site - calciumzouten, erythromycine, pentobarbital, promethazine, tetracycline Infuus Bijzonderheden - aminoglycosiden, cimetidine, lidocaine, pentamidine - Cefazoline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook in 2,5 ml lidocaine 0,5% worden opgelost. Bevat 2,1 mmol natrium per 1000 mg. Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen en penicillinen. - Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Exantheem, jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, pruritus vaginalis, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: convulsies, pseudomembraneuze colitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 125 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefazoline' Datum Wijziging 01-09-2011 Bereiden gewijzigd in: IV: los 1 g op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is 225 mg/ml. IM: los 1 g op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 330 mg/ml. Infuusvloeistoffen verwijderd: 10% NaCl/glucose. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: fentanyl, midazolam.Verenigbaar met Infuus toegevoegd: heparine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 126 Cefotaxim Merknaam Claforan® Afleveringsvorm Flacon met 250 mg en 1000 mg cefotaxim (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Cefalosporinen Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Toedienings route Toedieningsroute grootte flacon toe te voegen water verkregen oplossing eindconcentratie mg ml ml mg/ml I.M./I.V. 250 2 2,2 114 I.V. 1000 4 4,5 222 Kinderen - Intramusculair: onverdund, diep spuiten Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 20 mg/ml in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking 60 mg/ml) (ref. 17) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, ciclosporine, fentanyl, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine, tolazoline Infuus - Onverenigbaar met clindamycine, famotidine, heparine, metronidazol, verapamil Y-site - allopurinol, filgrastim, fluconazol, promethazine Infuus Bijzonderheden - aminoglycosiden, calciumzouten, doxapram, natriumbicarbonaat, pentamidine, theofylline - Cefotaxim kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook opgelost worden in 2 ml lidocaine 1%. Aanbevolen wordt maximaal 1 gram per injectieplaats toe te dienen. Intraveneuze toediening heeft de voorkeur. Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen en penicillinen. Bevat 2,1 mmol natrium per 1000 mg. - Acute reacties Tengevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Exantheem, jeuk, eosinofilie. Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: pseudomembraneuze colitis. Beheergegevens Beheerder: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 Agnes Veldkamp pagina 127 Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefotaxim' Datum Wijziging 01-07-2006 Toevoeging van cefotaxim 1000 mg Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 128 Ceftazidim Merknaam Fortum® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg en 1000 mg ceftazidim (als pentahydraat) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Cefalosporinen Oplosmiddel Water voor injecties, alleen voor het kortlopend infuus of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald) Bereiden Toedienings route grootte flacon mg I.M. 500 1000 3 I.V. Infusie toe te voegen water verkregen oplossing eindconcentratie ml ml mg/ml 1,5 1,95 260 3,9 260 500 5 5,45 90 1000 10 10,9 90 1000 50 50,9 20 Tijdens de bereiding komt CO 2 vrij. Werkwijze: 1. Voeg het water voor injecties toe. 2. Los op door schudden (1-2 minuten). Hierbij komt CO 2 vrij. 3. Houd de flacon ondersteboven. Met de zuiger van de spuit helemaal ingedrukt, de naald door de stop van de flacon steken en de gehele oplossing opzuigen in de spuit (gaat makkelijk door CO 2 -vorming). Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: diep in een grote spier spuiten Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: max. 2g toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 15-30 minuten Intraveneus als continu infuus toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Kinderen - Intramusculair: diep in een grote spier spuiten Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking 100 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: concentraties > 100 mg/ml: 18 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C concentraties < 100 mg/ml: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, cefuroxim, ciprofloxacine, enalaprilaat, esmolol, foscarnet, heparine, labetalol, morfine, pethidine, ranitidine, theofylline, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met Y-site Handboek Parenteralia VUmc cefuroxim, clindamycine, famotidine, hydrocortison, kaliumchloride, metronidazol, ofloxacine fluconazol, midazolam, promethazine geprint op 28 januari 2014 pagina 129 Infuus Bijzonderheden - aminoglycosiden, ciprofloxacine, natriumbicarbonaat, pentamidine, ranitidine, theofylline, vancomycine - Ceftazidim kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie, ook worden opgelost in 1,5-3 ml lidocaine 0,5-1%. Bevat 2,3 mmol natrium per 1000 mg in de vorm van natriumbicarbonaat. Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen en penicillinen. Oplossingen van ceftazidim kunnen tijdens bewaren geel kleuren. Dit beïnvloedt de werking niet. - Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Urticaria, exantheem, jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen, candida vaginalis, hoofdpijn, duizeligheid, smaakstoornissen. Zelden: tremor, convulsies, pseudomembraneuze colitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ceftazidim' Datum Wijziging 01-08-2006 Aanvullingen in verband met gebruik oplosmiddel NaCl 0,9% bij kortlopende of continue infuus (m.b.v. transfernaald) en maximaal op te lossen hoeveelheid toegevoegd bij toedieningstroute 01-12-2007 Toegevoegd aan Onverenigbaar met (Infuus): ciprofloxacine. 01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 130 Ceftriaxon Merknaam Rocephin IV® Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg en 2000 mg ceftriaxon (als dinatriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Cefalosporinen Oplosmiddel NaCl 0,9% of glucose 5% Eventueel lidocaine 1% (voor i.m. toediening, niet bijgeleverd) Bereiden Volwassenen Toedienings route grootte flacon toe te voegen oplosmiddel verkregen eindconcenoplossing tratie mg ml ml mg/ml I.V./Infusie 1000 10 10,8 100 2000 40 40 50 I.M. 1000 3,5 4,3 250 Toedienings route grootte flacon toe te voegen oplosmiddel mg ml ml mg/ml Infusie 1000 10 10,8 100 2000 20 21,6 100 Kinderen Toedieningsroute verkregen eindconcenoplossing tratie Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-4 minuten toedienen (als infuus heeft de voorkeur) Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 30 minuten Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Intramusculair: diep intramusculair in een grote spier toedienen Kinderen - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-4 minuten toedienen (als infuus heeft de voorkeur) Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking 40 mg/ml) Intramusculair: diep intramusculair in een grote spier toedienen Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C Na oplossen in lidocaine 1%: 24 uur bij 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Bereiden direct voor toedienen heeft de voorkeur. Na verdunnen in infuusvloeistof de oplossing niet in de koelkast bewaren i.v.m. uitkristalliseren. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, foscarnet, heparine, morfine, natriumbicarbonaat, pethidine, theofylline, zidovudine Infuus Handboek Parenteralia VUmc famotidine, mannitol, metronidazol geprint op 28 januari 2014 pagina 131 Onverenigbaar met Y-site - aminofylline, calciumzouten, fluconazol, labetalol, pentamidine, promethazine, vancomycine Infuus Bijzonderheden - aminoglycosiden, calciumzouten, theofylline - Bij pasgeborenen jonger dan 1 maand mag ceftriaxon niet tegelijkertijd of binnen een periode van 48 uur worden toegediend met calcium bevattende infuusoplossingen. Bij patiënten ouder dan 1 maand mogen ceftriaxon en calciumhoudende oplossingen echter wel na elkaar worden toegediend als infuuslijnen zijn aangebracht op verschillende plaatsen. Bij patiënten die doorlopend een infuus hebben met calciumbevattende oplossingen (waaronder TPV en citraatantistolling tijdens CVVH) kan overwogen worden een ander antibioticum te gebruiken. Een andere mogelijkheid is om verschillende infuuslijnen op verschillende plaatsen te gebruiken of om de TPV een kwartier voor, na en tijdens de ceftriaxon toediening te stoppen. Tussen de verschillende geneesmiddelen dient de lijn gespoeld te worden. Toediening per infuus heeft de voorkeur. Ceftriaxon i.v. kan i.m. worden toegediend. Ter vermindering van de pijn wordt het opgelost in lidocaine 1%. De flacons speciaal voor i.m. toediening zijn uit de handel. Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen en penicillinen. Aangeraden wordt niet meer dan 1 gram per injectieplaats te injecteren. Bevat 2,3 mmol natrium per 1000 mg. Oplossingen van ceftriaxon zijn lichtgeel gekleurd. Dit beïnvloedt de werkzaamheid niet. - - - - Acute reacties Exantheem, jeuk, eosinofilie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, candida vaginalis, bloedbeeldafwijkingen, hoofdpijn, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: convulsies, pseudomembraneuze colitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ceftriaxon' Datum Wijziging 01-03-2002 Rocephin IM is uit het assortiment. 01-02-2003 De flacons speciaal voor i.m. toediening zijn uit de handel. Toediening per infuus heeft de voorkeur. Indien noodzakelijk kan ceftriaxon i.v. worden opgelost in lidocaine 1% voor i.m. toediening. 01-11-2007 Bij bijzonderheden: “Ceftriaxon mag niet gelijktijdig of binnen een periode van 48 uur, met calcium-bevattende infuusoplossingen worden toegediend”, vanwege kans op bijwerkingen. Zie ook “Onverenigbaar met”. 01-05-2012 Bijzonderheden: - Bij pasgeborenen jonger dan 1 maand mag ceftriaxon niet tegelijkertijd of binnen een periode van 48 uur worden toegediend met calcium bevattende infuusoplossingen. – Bij patiënten ouder dan 1 maand mogen ceftriaxon en calciumhoudende oplossingen echter wel na elkaar worden toegediend als infuuslijnen zijn aangebracht op verschillende plaatsen. – Bij patiënten die doorlopend een infuus hebben met calciumbevattende oplossingen (waaronder TPV en citraatantistolling tijdens CVVH) kan overwogen worden een ander antibioticum te gebruiken. Een andere mogelijkheid is om verschillende infuuslijnen op verschillende plaatsen te gebruiken. 01-08-2012 Bijzonderheden: toegevoegd 3e- …of om de TPV een kwartier voor, na en tijdens de ceftriaxon toediening te stoppen. Tussen de verschillende geneesmiddelen dient de lijn gespoeld te worden. geprint op 28 januari 2014 pagina 132 Handboek Parenteralia VUmc 01-02-2014 Oplosmiddel: NaCl 0,9% of glucose 5%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 133 Cefuroxim Merknaam Cefuroxim, Aprokam Afleveringsvorm Flacon met 50 mg, 750 mg en 1500 mg cefuroxim (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Cefalosporinen Oplosmiddel Voor intraveneus/intramusculair gebruik: Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald) Voor intra-oculair gebruik: NaCl 0,9% Bereiden Toedienings route grootte flacon toe te voegen oplosmiddel verkregen oplossing eindconcentratie mg/ml mg ml ml intra-oculair 50 5 5 10 I.M. 750 3 3,4 220 I.V. Infusie 750 6 6,5 115 1500 15 16 95 1500 50 51 30 Voor intra-oculair gebruik: zacht schudden totdat het is opgelost. Voor intramusculair gebruik: zacht schudden tot een homogene suspensie is verkregen. Voor intraveneus gebruik: schudden totdat het is opgelost. Het aantal toe te voegen ml water in de tabel is de minimale toe te voegen hoeveelheid. Toedieningsroute Volwassenen - Intra-oculair: onverdund 0,1 ml langzaam injecteren Intramusculair: onverdund, diep spuiten Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten toedienen Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 15-60 minuten Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Kinderen - Intramusculair: onverdund, diep spuiten Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten toedienen Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking 100 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Intra-oculair: arts Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 4°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, ciclosporine, diltiazem, famotidine, fentanyl, foscarnet, granisetron, morfine, ondansetron, pancuronium, pethidine, vecuronium Infuus Handboek Parenteralia VUmc ceftazidim, clindamycine, furosemide, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, metronidazol geprint op 28 januari 2014 pagina 134 Onverenigbaar met Y-site - filgrastim, fluconazol, midazolam, promethazine Infuus Bijzonderheden - aminoglycosiden, doxapram, natriumbicarbonaat, ranitidine - Cefuroxim kan, ter vermindering van pijn bij i.m. toediening, opgelost worden in lidocaine 1% of op twee afzonderlijke plaatsen worden geïnjecteerd. Cefuroxim kan direct met een transfernaald worden opgelost in een infuus met metronidazol (100 ml = 500 mg). Er bestaat kruisovergevoeligheid en -resistentie met andere cefalosporinen en penicillinen. Bevat 2,4 mmol natrium per 1000 mg. De oplossing kan na reconstitutie licht-geel worden. - Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Huiduitslag, urticaria, jeuk, eosinofilie. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen. Zelden: nierfunctiestoornissen, pseudomembraneuze colitis, Stevens-Johnson-syndroom, toxische epidermale necrolyse. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cefuroxim' Datum Wijziging 01-04-2002 Toegevoegd 250 mg flacon. 01-10-2004 Bij bijzonderheden: oplossen direct met transfernaald in een infuus. 01-10-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9% 01-10-2008 Toegevoegd bij Bijzonderheden: De oplossing kan na reconstitutie licht-geel worden. 01-12-2008 Flacon 250 mg uit de handel. 01-05-2013 Merknaam: Aprokam (50 mg) toegevoegd. Tekst bij Oplosmiddel, Bereiden, Toedieningsroute en Bekwaamheidsniveau aangepast ivm intra-oculair gebruik. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 135 Cetuximab Merknaam Erbitux® Afleveringsvorm Flacon met 20 ml = 100 mg (5 mg/ml) cetuximab F.T.G. Immunomodulantia Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Bereken de benodigde hoeveelheid cetuximab in mililiters (5 mg/ml). De oplossing kan eventueel verdund worden in NaCl 0,9%. Advies: gebruik voor de eerste toediening (400 mg/m2) een infuuszak van 500 ml NaCl 0,9% en voor de volgende toedieningen (250 mg/m2) een infuuszak van 250 ml NaCl 0,9%. De oplossing hoeft niet gefiltreerd te worden. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na bereiden 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Intraveneus onverdund via spuitenpomp Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml NaCl 0,9% in 1-2 uur Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Glucose 5% Bijzonderheden - Acute reacties Anafylactische shock, benauwdheid, huidreacties. Bijwerkingen Elektrolytenstoornissen (hypomagnesiemie). Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2007 01-02-2012 De infuusnelheid mag nooit hoger zijn dan 10 mg cetuximab/minuut Cetuximab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cetuximab' Datum Wijziging 01-02-2012 Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 136 Chloorpromazine Merknaam Largactil® Afleveringsvorm Ampul met 25 mg = 5 ml (5 mg/ml) chloorpromazine (als hydrochloride) F.T.G. Antipsychotica Toedieningsroute Volwassenen - - Intramusculair: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%, langzaam Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut, een kortlopend infuus heeft de voorkeur Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 500-1000 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Kinderen - - Intramusculair: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 0,5 mg/minuut Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut, een kortlopend infuus heeft de voorkeur Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 0,5 mg/minuut (ref. 17) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - filgrastim, fluconazol, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, ondansetron Infuus - Onverenigbaar met atropine, buprenorfine, cefazoline, doxapram, droperidol, fentanyl, metoclopramide, midazolam, morfine, netilmicine, pentazocine, promethazine, scopolamine Y-site - epinefrine, lidocaine, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, tetracycline Infuus Bijzonderheden - amfotericine B, ampicilline, benzylpenicilline, chlooramfenicol, cimetidine, fenobarbital, furosemide, heparine, pentobarbital, theofylline, thiopental - Chloorpromazine kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. toediening, ook worden toegevoegd aan lidocaine 1%. Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan overgevoeligheidsreacties veroorzaken. Roze of geel verkleurde oplossingen niet meer gebruiken. - Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijn op de injectieplaats. Bronchospasmen, anafylactische shock. Bijwerkingen Slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, misselijkheid, braken, extrapiramidale verschijnselen, convulsies, hyperprolactinemie, bloedbeeldafwijkingen, leverfunctiestoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik: gynaecomastie. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 137 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Chloorpromazine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 138 Choriongonadotrofine, humaan Merknaam Pregnyl® Afleveringsvorm Ampul met 5.000 IE humaan choriongonadotrofine poeder voor injectievloeistof F.T.G. Hormonen van de hypofyse en de hypothalamus Oplosmiddel NaCl 0,9% (bijgeleverd) Bereiden Los 5.000 IE humaan choriongonadotrofine op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 5.000 IE/ml. Toedieningsroute Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Direct na bereiden toedienen. Bijwerkingen Huiduitslag op de injectieplaats. Ten gevolge van hoge doseringen, bij de man: water- en zoutretentie. Bij vrouwen kan ongewenste ovariële hyperstimulatie optreden. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Choriongonadotrofine, humaan' Datum Wijziging 01-08-2003 Ampul met 5000 IE humaan choriongonadotrofine poeder voor injectievloeistof is uit de handel. 01-06-2004 Profasi® 10.000 IE is uit de handel. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 139 Ciclosporine Merknaam Sandimmune® Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) ciclosporine infuusconcentraat F.T.G. Immunosuppressiva Bereiden Bereiden in LAF-kast met handschoenen aan Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 2-6 uur Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,5-2,5 mg/ml Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met Bijzonderheden aminoglycosiden, ampicilline, benzylpenicilline, cefalosporinen, ciprofloxacine, chlooramfenicol, clindamycine, co-trimoxazol, doxycycline, erythromycine, gentamicine, piperacilline, vancomycine Y-site - aciclovir - Bevat 650 mg gepolyoxyethyleerd ricinusolie (Cremophor EL) per ml. Deze stof kan anafylactische reacties veroorzaken. Ciclosporine moet toegediend worden aan infuusvloeistof in glas of PVCvrije zakken, omdat de Cremophor EL ftalaat uit PVC doet vrijkomen. - Acute reacties Rash, dyspnoe, bloeddrukverandering, tachycardie, anafylactische shock. Bijwerkingen Dosisafhankelijke lever- en niertoxiciteit, tremor, hypertrichose, maagdarmstoornissen, tandvleeshypertrofie, branderig gevoel in handen en voeten, huiduitslag en oedeem van het gelaat, hypertensie, hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie, convulsies, vochtretentie, pancreatitis, gynaecomastie, dysmenorroe, amenorroe, bloedbeeldafwijkingen, hypertensie. Zelden: spierkrampen, spierzwakte. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine' Datum Wijziging 01-08-2006 Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus met behulp van spuitenpomp 01-06-2009 Nieuw kopje: Onverenigbaar met Y-site: aciclovir. 01-01-2013 Nieuw kopje omdat ciclosporine een klasse 5 stof is; Bereiden: bereiden in LAF-kast met handschoenen aan. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 140 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: gentamicine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 141 Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 2 ampullen (2 ml = 100 mg) met 48 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 2 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van bloedspiegels Pompstanden: 1-4 ml/uur Toediening via PVC-vrij systeem en kraantje (zonder verlengslangetje) Het lijntje en 3-wegkraantje zonder verlengslangetje vullen met NaCl en zodra de spuit met ciclosporine aangesloten wordt 3 ml flushen. Een basisinfuus op hetzelfde lumen aansluiten als dosering < 2 ml/uur Om de dag lijn verschonen Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2006 geen Werking: immuunsuppressief Indicatie: profylaxe afstotingsreacties, ernstige auto-immuunziekten Bijwerking: nierfunctiestoornissen, leverfunctiestoornissen, hypertensie Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 142 Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 2 mg/ml Beheergegevens pompstand dosering ml/uur mg/24 uur 1.0 50 2.0 100 2.5 125 3.0 150 3.1 155 3.2 160 3.3 165 3.4 170 3.5 175 3.6 180 3.7 185 3.8 190 3.9 195 4.0 200 4.1 205 4.2 210 4.3 215 4.4 220 4.5 225 4.6 230 4.7 235 4.8 240 4.9 245 5.0 250 5.5 275 6.0 300 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2006 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciclosporine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 143 Cidofovir Merknaam Vistide® Afleveringsvorm Flacon 375 mg = 5 ml (75 mg/ml) cidofovir F.T.G. Antivirale middelen voor systemisch gebruik Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9%, in 1 uur met constante snelheid Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau VPK Houdbaarheid 24 uur bij 2-8°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - - Om nefrotoxiciteit zo veel mogelijk te beperken, moeten met elke cidofovir gift oraal probenecide en intraveneuze prehydratie met NaCl 0,9% worden toegediend Bevat ongeveer 2,5 mmol (of 57 mg) natrium per flacon Acute reacties Acuut nierfalen, asthenie, koorts, koude rillingen Bijwerkingen - Beheergegevens Zeer vaak: hoofdpijn, misselijkheid, braken, proteïnurie, toename creatinine in het bloed, asthenie, koorts, neutropenie Vaak: iritis, uveïtis, hypotonie van het oog, dyspneu, diarree, nierfalen, koude rillingen Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cidofovir' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 144 Ciprofloxacine Merknaam Ciproxin® Afleveringsvorm Infuuszak met 400 mg = 200 ml ciprofloxacine (als lactaat) F.T.G. Chinolonen Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30-60 minuten Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - calciumgluconaat, ceftazidim, ciclosporine, cimetidine (ref. 18), digoxine, dobutamine, dopamine, fluconazol (ref. 18), gentamicine, kaliumchloride, lidocaine, metoclopramide, midazolam (ref. 18), norepinefrine (ref. 18), prednisolon, promethazine, ranitidine, verapamil Infuus - Onverenigbaar met aminoglycosiden, aztreonam, kaliumchloride Y-site - amfotericine B, ampicilline, augmentin, ceftazidim, cefuroxim, corticosteroiden, fenytoine, furosemide, heparine, magnesiumsulfaat, meropenem, metronidazol, natriumbicarbonaat, natrium-kaliumfosfaat, piperacilline, theofylline Infuus - amoxicilline, ceftazidim, clindamycine, flucloxacilline, piperacilline Acute reacties Rash, pruritus, urticaria. Zelden: larynxoedeem, longoedeem, dyspnoe, angiooedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, artralgie, voorbijgaande leverfunctie- en bloedbeeldafwijkingen, tachycardie, hypotensie. Maagdarmstoornissen als: maagpijn, buikpijn, anorexie, misselijkheid, braken, diarree, pseudomembraneuze colitis. Centrale bijwerkingen als: hoofdpijn, slaapstoornissen, duizeligheid, sufheid, transpireren, paresthesieën, perifere neuropathie, visusstoornissen, verwardheid, convulsies, onrust, paniekreacties, hallucinaties, reuk-, kleur- en smaakstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ciprofloxacine' Datum Wijziging 01-04-2006 De flacon van 400 mg is een infuuszak van 400 mg geworden. De 100 mg blijft een flacon. 01-06-2007 Afleveringsvorm: alleen als flacon met 400 mg = 200 ml ciprofloxacine (als lactaat) 01-12-2007 Toegevoegd aan Verenigbaar met (Y-site) en Onverenigbaar met (Infuus): ceftazidim. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 145 01-04-2008 Afleveringsvorm: de flacon van 400 mg is gewijzigd in infuuszak van 400 mg = 200 ml ciprofloxacine. Piperacilline is verenigbaar via Y-site, maar onverenigbaar in hetzelfde infuus. 01-02-2009 Bij verenigbaar met Infuus toegevoegd: kaliumchloride. 01-08-2009 Toegevoegd aan “Onverenigbaar met” Y-site: augmentin. 01-07-2010 Bij Verenigbaar met (Y-site) verwijderd: piperacilline. 01-12-2011 Toegevoegd bij Onverenigbaar met Y-site: meropenem. 01-11-2013 Onverenigbaar met. Infuus. Toegevoegd: flucloxacilline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 146 Clemastine Merknaam Tavegil® Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml) clemastine (als waterstoffumaraat) F.T.G. Antihistaminica Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, of toegevoegd aan 8-10 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 2-3 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% in een verhouding 1 : 5 Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden Intra-arteriele toediening moet worden voorkomen. Acute reacties Zelden: dyspnoe, anafylactische shock. Bijwerkingen Vermoeidheid, slaperigheid. Zelden: misselijkheid, huiduitslag, droge mond, accomodatie- en mictiestoornissen, hartkloppingen, diarree, obstipatie, transpireren, hoofdpijn. Met name bij kinderen: paradoxale reacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clemastine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 147 Clindamycine Merknaam Dalacin C® Afleveringsvorm Ampul met 600 mg = 4 ml (150 mg/ml) clindamycine (als diwaterstoffosfaat) F.T.G. Lincomycinen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intramusculair: diep spuiten Intraveneus als kortlopend infuus: 600 mg toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% (de concentratie is maximaal 12 mg/ml), in 20 minuten, de toedieningssnelheid is maximaal 30 mg/min Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, amiodaron, ciclosporine, enalaprilaat, esmolol, fentanyl, foscarnet, labetalol, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met aminoglycosiden, benzylpenicilline, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, cefuroxim, cimetidine, fluconazol, gentamicine, kaliumchloride, heparine, hydrocortison, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, natriumbicarbonaat, ofloxacine, piperacilline, verapamil Y-site - ampicilline, barbituraten, calciumgluconaat, fenytoine, filgrastim, fluconazol, theofylline Infuus Bijzonderheden - ceftriaxon, ciprofloxacine, magnesiumsulfaat, ranitidine - Bevat benzylalcohol. Intramusculaire toediening van meer dan 600 mg wordt niet aanbevolen. Intraveneuze toediening van meer dan 1200 mg in 1 uur wordt niet aanbevolen. Toedienen van clindamycine d.m.v. continue infusie is beschreven. - Acute reacties Ten gevolge van i.m. toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Rash, urticaria, pruritus. Zelden: angio-oedeem, anafylactische reacties, erythema multiforme. Bijwerkingen Tromboflebitis, diarree, buikpijn, misselijkheid, braken, pseudomembraneuze colitis, huiduitslag, leverfunctiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen. Ten gevolge van te snelle toediening: hypotensie, hartstilstand. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clindamycine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 148 Clomethiazol Merknaam Distraneurine® Afleveringsvorm Flacon met 4000 mg = 500 ml (8 mg/ml) clomethiazol-edisilaat F.T.G. Anti-epileptica Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: IC I.V.: arts Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Calciumzouten, kaliumchloride, NaCl 0,9% Bijzonderheden - Acute reacties Rash, urticaria. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Congestie en irritatie van het neusslijmvlies, irritatie conjunctivae, hoofdpijn, tachycardie, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: voorbijgaande apnoe, hypotensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Bevat 16 mmol natrium per 500 ml. Clomethiazol adsorbeert aan PVC en siliconen catheters; het gebruik van teflon catheters wordt aanbevolen. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clomethiazol' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 149 Clomipramine Merknaam Anafranil® Afleveringsvorm Ampul met 25 mg = 2 ml (12,5 mg/ml) clomipramine-hydrochloride F.T.G. Antidepressiva Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Intramusculair: onverdund Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml glucose 5% of NaCl 0,9%, de toedieningssnelheid is 15-50 mg/uur Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Infuus - diclofenac Bijzonderheden Bevat glycine. Acute reacties Exantheem, urticaria, pruritus, fotosensibilisatie. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Droge mond, transpireren, obstipatie, visusstoornissen, urineretentie, gewichtstoename, orthostatische hypotensie, duizeligheid, tremoren. Zelden: convulsies, tachycardie, aritmieën, verwarring, delirium, slapeloosheid, hypertensie, verhoging leverenzymen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clomipramine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 150 Clonazepam Merknaam Rivotril® Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) clonazepam F.T.G. Anti-epileptica Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Voeg 1 ampul 1 mg = 1 ml clonazepam toe aan 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 0,5 mg/ml. Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden Intraveneus als infuus: maximaal 3 mg toegevoegd aan tenminste 250 ml glucose 5% of NaCl 0,9% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp clonazepam Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK I.V.: IC/VPK-arts Houdbaarheid Bij voorkeur direct na bereiden toedienen. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - Bevat alcohol en propyleenglycol: de ampul mag beslist alleen verdund met oplosmiddel toegediend worden. Clonazepam is slecht oplosbaar in water. Na verdunnen in infuusvloeistof kan een neerslag ontstaan. Troebele oplossingen niet gebruiken. Wegens wisselende absorptie verdient intramusculaire toediening niet de voorkeur. Bijwerkingen Sufheid, slaperigheid, spierzwakte, coördinatiestoornissen, anorexie, hoofdpijn, slapeloosheid. Met name bij zuigelingen en kleuters: hypersalivatie en bronchiale hypersecretie. Ten gevolge van te snelle i.v. toediening: ademhalingsdepressie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam' Datum Wijziging 01-03-2002 Spuitenpomp voor volwassenen toegevoegd. 01-04-2002 Bekwaamheidsniveau aangepast vanwege risico op ademhalingsdepressie. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 151 Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 5 ampullen (5 ml = 5 mg) met 20 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 0,2 mg/ml. De bijgeleverde ampullen met solvens hoeven niet gebruikt te worden. Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstand is vanaf 2 ml/uur. Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2002 geen Werking: werkt hypnotisch, anxiolytisch, spierrelaxerend en anticonvulsief met een lange halfwaardetijd. - Indicatie: epilepsie, status epilepticus en koortsconvulsies. - Bijwerking: hypersalivatie, tromboflebitis, spierzwakte, huidreacties, hypotensie en ademhalingsdepressie. Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 152 Clonazepam, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 1 mg = 1 mg toe aan 1 ml water voor injecties (bijgeleverd). Voeg deze oplossing 1 mg = 2 ml clonazepam toe aan 23 ml glucose. De eindconcentratie is 0,04 mg/ml, 25 ml. Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke dosering: 4 microg/kg/uur Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt hypnotisch, anxiolytisch, spierrelaxerend en anticonvulsief met een lange halfwaardetijd Indicatie: epilepsie, status epilepticus, koortsconvulsies Bijwerking: hypersalivatie, bronchiale hypersecretie, spierzwakte, hypotensie, ademhalingsdepressie, huidreacties Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 153 Clonazepam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (0,04 mg/ml) Rekendosering: 4 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/uur ml/uur 1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg 4 0,1 0,2 0,5 1,0 2,0 2,5 3,0 5,0 6 0,2 0,3 0,8 1,5 3,0 3,8 4,5 7,5 8 0,2 0,4 1,0 2,0 4,0 5,0 6,0 10,0 10 0,3 0,5 1,3 2,5 5,0 6,3 7,5 12,5 12 0,3 0,6 1,5 3,0 6,0 7,5 9,0 15,0 14 0,4 0,7 1,8 3,5 7,0 8,8 10,5 17,5 16 0,4 0,8 2,0 4,0 8,0 10,0 12,0 20,0 18 0,5 0,9 2,3 4,5 9,0 11,3 13,5 22,5 20 0,5 1,0 2,5 5,0 10,0 12,5 15,0 25,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonazepam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 154 Clonidine Merknaam Catapresan® Afleveringsvorm Ampul met 150 microg = 1 ml (150 microg/ml) clonidine-hydrochloride F.T.G. Centraal aangrijpende antihypertensiva Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan tenminste 10 ml NaCl 0,9%, in 10 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp clonidine Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V./Infusie: G-VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - lorazepam Infuus - Onverenigbaar met morfine Y-site - midazolam Bijzonderheden Alleen bij liggende patiënten injecteren. Acute reacties Exantheem. Bijwerkingen Slaperigheid, droge mond, vermoeidheid, anorexie, duizeligheid, misselijkheid, obstipatie, visusstoornissen, parotispijn, bradycardie. Ten gevolge van intraveneuze injectie: orthostatische hypotensie. Ten gevolge van hoge doseringen bij toepassing bij migraine, flushing en onthoudingsverschijnselen: hypotensie. Zelden: hallucinaties. Na staken van de medicatie: reboundhypertensie, met opwinding, slapeloosheid, tremor en hartkloppingen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonidine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 155 Clonidine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 3 ampullen (3 ml=0,45 mg) met 42 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,01 mg/ml (=10 microg/ml) Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp - Oplaaddosis: bolusinjecties van 3 ml per 3 minuten, op geleide van de HF en/of MAP (HF gedaald tot ongeveer 80 sl/min en/of MAP tot ongeveer 70 mm Hg) - Onderhoudsdosis: starten met 4 ml/uur op geleide van de HF (bij een HF lager dan 70 sl/min de dosering halveren) Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-9 ml/uur (1-2 mg/24 uur) Toegangsweg Perifeer Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: onderdrukt sympatische hyperactiviteit, werkt bloeddrukverlagend, vermindert tachycardie, versterkt werking sedativa en analgetica Indicatie: centrale sympatische hyperactiviteit bij gesedeerde patiënten Bijwerking: hypotensie, bradycardie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clonidine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 156 Clorazepinezuur Merknaam Clorazepaat, Tranxene® Afleveringsvorm Flacon met 50 mg dikaliumclorazepaat poeder voor injectievloeistof F.T.G. Anxiolytica, benzodiazepinen Oplosmiddel Fosfaatbuffer (bijgeleverd) Bereiden Los 50 mg clorazepinezuur op in 2,5 ml oplosmiddel. De concentratie is 20 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Clorazepinezuur mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Bevat mannitol en kaliumcarbonaat. Clorazepinezuur wordt vooral toegepast bij alcoholabusus. Bijwerkingen Sufheid, slaperigheid, spierzwakte, coördinatiestoornissen, anorexie, hoofdpijn, duizeligheid, dubbelzien, anterograde amnesie. Met name bij kinderen en ouderen: paradoxale reacties als acute opwinding, psychische veranderingen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Clorazepinezuur' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 157 Coffeine Merknaam Coffeine Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) coffeine F.T.G. Centrale stimulantia Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie Kinderen: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose Intraveneus als bolusinjectie: langzaam, in 3-5 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp coffeine Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Kaliumchloride Bijzonderheden - Bijwerkingen Slaperigheid, rusteloosheid, tachycardie, misselijkheid, braken. Centrale bijwerkingen zijn bij kinderen meestal ernstiger dan bij volwassenen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Bevat 5% glucose als oplosmiddel. Wordt gebruikt bij neonaten. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Coffeine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 158 Colistine Merknaam Colistin® Afleveringsvorm Flacon met 80 mg colistine-pentanatriummesilaat F.T.G. Overige antibiotica Oplosmiddel NaCl 0,9% (bijgeleverd) Bereiden Los 80 mg colistine-pentanatriummesilaat op in 3 ml oplosmiddel. De concentratie is 26,67 mg/ml. Toedieningsroute Inhalatie: onverdund Intrapleuraal na inhalatie: toegevoegd aan 20-50 ml NaCl 0,9% Intramusculair: onverdund Intraveneus: als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau VPK Houdbaarheid Na oplossen direct gebruiken. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met amikacine, ascorbinezuur, benzylpenicilline, chlooramfenicol, heparine Y-site - cefazoline, erytromycine, hydrocortison Bijzonderheden - 80 mg colistine-pentanatriummesilaat komt overeen met 1 MIE 1 mg colistine komt overeen met 2,4 mg colistine-pentanatriummesilaat (= colistinemethaatnatrium) Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2002 01-08-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Colistine' Datum Wijziging 01-08-2005 Ook als infuusvloeistof te gebruiken Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 159 Co-trimoxazol Merknaam Bactrimel® Afleveringsvorm Ampul met 80/400 mg = 5 ml (16/80 mg/ml) trimethoprim/sulfamethoxazol F.T.G. Antimicrobiële middelen, sulfonamiden/trimethoprim Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-90 minuten; in geval van vochtbeperking: maximaal 80/400 mg = 5 ml co-trimoxazol toegevoegd aan 75 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de concentratie is maximaal 6 mg/ml Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 4,8 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 9,6 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 480 mg in 100 ml 6 uur bij 20°C en 480 mg in 75 ml 2 uur bij 20°C Niet bij 4°C bewaren. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, atracurium, ciclosporine, enalaprilaat, esmolol, filgrastim, labetalol, magnesiumsulfaat, morfine, pancuronium, pethidine, piperacilline, vecuronium, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met heparine Y-site - midazolam Infuus Bijzonderheden - fluconazol, gentamicine, verapamil - De oplossing heeft een pH van 9,6 en bevat propyleenglycol, benzylalcohol en alcohol; co-trimoxazol mag daarom intraveneus uitsluitend verdund in een infuusoplossing worden toegediend. Wanneer de verdunde oplossing een zichtbare troebeling of uitkristallisatie vertoont, mag deze niet worden toegediend. - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem, urticaria, jeuk. Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree, glossitis, rash, duizeligheid, hoofdpijn, koorts. Zelden: convulsies, bloedbeeldafwijkingen, epidermale necrolyse, pseudomembraneuze colitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Co-trimoxazol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 160 01-10-2009 Toegevoegd bij F.T.G.: Antimicrobiële middelen en bij houdbaarheid: 480 mg in 100 ml 6 uur bij 20°C en 480 mg in 75 ml 2 uur bij 20°C 01-02-2014 Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: gentamicine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 161 Cytomegalovirus-Immunoglobuline Merknaam Megalotect® Afleveringsvorm Flacon met 2500 IE = 50 ml (50 IE/ml) cytomegalovirus-immunoglobuline F.T.G. Immunoglobulinen Bereiden Voor gebruik opwarmen tot kamertemperatuur, de flacon niet schudden. Toedieningsroute Intraveneus als infusie: onverdund met een snelheid van maximaal 1 ml/minuut. Cytomegalovirus-immunoglobuline mag worden verdund met NaCl 0,9%. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Direct na openen gebruiken. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - Cytomegalovirus-immunoglobuline mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Wanneer er bijwerkingen optreden tijdens de infusie, moet de toedieningssnelheid worden verlaagd. De patiënt moet gedurende tenminste 20 minuten na toediening onder observatie worden gehouden. Bevat 0,15 mmol natrium per ml. Acute reacties Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Rillingen, hoofdpijn, koorts, braken, misselijkheid, arthralgie en lichte rugpijn. Zelden: hypotensie, reversibele aseptische meningitis of niertoxiciteit. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2003 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Cytomegalovirus-Immunoglobuline' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 162 Parenteralia D Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 163 Dalteparine Merknaam Fragmin® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 2500 IE AXa = 0,2 ml (12500 IE/ml), 5000 IE AXa = 0,2 ml, 7500 IE AXa = 0,3 ml (25000 IE/ml) dalteparine (natrium-zout) F.T.G. Laag moleculaire heparinen Toedieningsroute Subcutaan: bij voorkeur in antero- en postlaterale buikgordel, buiten de periumbilicale streek, of van het anterolaterale deel van het bovenbeen, de aanwezige luchtbel in de spuit niet verwijderen; de injectieplaats niet masseren Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - 1 AXa IC-E komt overeen met 0,38 AXa IE (AXa = anti-Xa-activiteit, IE = internationale eenheden, IC-E = Institute Choay-Eenheden) 1 mg protamine-hydrochloride neutraliseert ongeveer 100 IE AXa (0,1 ml) dalteparine Acute reacties Zelden: allergische reacties. Bijwerkingen Hematomen rond de injectieplaats. Zelden: huidnecrose, trombocytopenie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2005 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dalteparine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 164 Danaparoide Merknaam Orgaran® Afleveringsvorm Ampul met 750 anti-factor Xa eenheden = 0,6 ml (1250 anti-factor Xa eenheden/ml) danaparoide F.T.G. Anticoagulantia Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking, buiten invloed van licht. Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Bijwerkingen Bloeduitstortingen en/of pijn rond de injectieplaats, huiduitslag, verhoogd bloedingsrisico, hematomen. Zelden: overgevoeligheidsreacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Subcutaan: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Danaparoide' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 165 Danaparoide, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 4 ampullen (3000 IE = 2,4 ml) met 22,6 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 120 IE/ml Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke dosering: aanvankelijk: 1500 IE intraveneus als bolusinjectie onderhoud: 240 IE/uur (pompstand: 2 ml/uur) Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: antistollingsmiddel Indicatie: verdenking op of bewezen heparine-geinduceerde trombopenie (H.I.T.) als antistolling bij CVVH, bewezen H.I.T.T. (H.I.T. en trombose) Bijwerking: bloeduitstortingen en/of pijn rond de injectieplaats, huiduitslag, verhoogd bloedingsrisico, hematomen Contraindicatie: bewezen H.I.T. met bloedingscomplicatie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Danaparoide, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2004 Bereiden van spuitenpomp aangepast in verband met toediening in 12 uur. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 166 Dantroleen Merknaam Dantrium® Afleveringsvorm Flacon met 20 mg dantroleennatrium poeder voor injectievloeistof F.T.G. Middelen tegen maligne hyperthermie Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 20 mg dantroleen op in 60 ml water voor injecties. De concentratie is 0,333 mg/ml. Bescherm de oplossing tegen de invloed van direct licht. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC Houdbaarheid Na oplossen: 6 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met NaCl 0,9%, glucose 5% Bijzonderheden - Er dient rekening mee te worden gehouden dat bij behandeling van één volwassenen patiënt van 70 kg in totaal 700 mg nodig kan zijn. Bevat 3 gram mannitol per flacon. Voor dosering: zie ook protocol "maligne hyperthermie". Acute reacties Rash, urticaria. Bijwerkingen Spierzwakte, duizeligheid, misselijkheid, tromboflebitis, pulmonair oedeem. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dantroleen' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 167 Daptomycine Merknaam Cubicin® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie F.T.G. Overige antimicrobiële middelen Bereiden Los 500 mg daptomycine op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 50 mg/ml Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Aztreonam, ceftazidim, ceftriaxon, dopamine, fluconazol, gentamicine, heparine, levofloxacine, lidocaine Onverenigbaar met Glucose 5% Bijzonderheden Het oplosmiddel moet langzaam worden toegevoegd, terwijl de naald naar de wand van de flacon wijst. De flacon dient langzaam te worden gedraaid om te zorgen dat het poeder volledig wordt bevochtigd. Daarna moet de flacon 10 minuten neergezet worden. Daarna moet de flacon gedurende enkele minuten worden gezwenkt. Niet schudden. De oplossing kan nu toegevoegd worden aan de infusievloeistof. Daptomycine in opgeloste vorm is fletsgeel tot lichtbruin Acute reacties Geen Bijwerkingen Spierpijn, spierzwakte, verhoogd CPK, myositis en rhabdomyolyse. Het CPK dient eenmaal per week gemeten te worden. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2008 01-12-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Daptomycine' Datum Wijziging 01-12-2011 Afleveringsvorm is gewijzigd: Flacon met 500 mg. Bereiden: Los 500 mg daptomycine op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 50 mg/ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 168 Darbopoetine Merknaam Aranesp® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 10 microg = 0,4 ml (25 microg/ml); 15 microg = 0,375 ml (40 microg/ml); 20 microg = 0,5 ml (40 microg/ml); 30 microg = 0,3 ml (100 microg/ml); 40 microg = 0,4 ml (100 microg/ml); 50 microg = 0,5 ml (100 microg/ml); 60 microg = 0,3 ml (200 microg/ml); 80 microg = 0,4 ml (200 microg/ml); 100 microg = 0,5 ml (200 microg/ml); 150 microg = 0,3 ml (500 microg/ml) F.T.G. Hematopoetische groeifactoren Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./Injectie: VPK Houdbaarheid In de koelkast bewaren, zie vermelde datum op de verpakking. Darbopoëtine mag voor een periode van maximaal 7 dagen bij kamertemperatuur (25°C) worden bewaard. Bijzonderheden - Subcutaan: onverdund, maximaal 1 ml per injectieplaats Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (via de shunt tijdens dialyse) in tenminste 1-2 minuten De subcutane toedieningsweg heeft de voorkeur boven de intraveneuze toediening. De voorgevulde injectiespuit niet schudden. Darbopoëtine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Acute reacties Pijn op injectieplaats. Bijwerkingen Hypertensie, trombose van de arterio-veneuse shunt, hoofdpijn, artralgie, perifeer oedeem. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2003 01-03-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Darbopoetine' Datum Wijziging 01-03-2010 Houdbaarheid: In de koelkast bewaren, zie vermelde datum op de verpakking. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 169 Deferoxamine Merknaam Desferal® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg deferoxamine-mesilaat poeder voor injectievloeistof F.T.G. Antidota Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Toedienings route grootte flacon toe te voegen water eindconcentratie mg ml mg/ml I.M./S.C. 500 2 250 Infusie 500 5 100 Voor het bereiden van de basisoplossing geen NaCl 0,9% gebruiken. Toedieningsroute Volwassenen - - Subcutaan: onverdund Subcutaan als langlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is 20-40 mg/kg per 8-24 uur Intramusculair: onverdund Intraveneus als langlopend infuus: onverdund of toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 15 mg/kg/uur Kinderen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 12-24 uur. De maximale toedieningssnelheid is 15 mg/kg/uur Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C. Volwassenen: VPK I.M./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Heparine Bijzonderheden - - - Continue subcutane infusie heeft de voorkeur. Indien dit niet wordt getolereerd, kan toediening via een centrale veneuze lijn worden geprobeerd. Snelle intraveneuze injectie kan een collaps veroorzaken, daarom alleen als langzaam intraveneus druppelinfuus toedienen. Intramusculaire toediening wordt toegepast bij diagnostische testen en bij acute ijzervergiftiging indien geen sprake is van een cardiovasculaire collaps. In sommige gevallen is het mogelijk om een grotere ijzeruitscheiding te krijgen, door de dagelijkse dosis per infuus in 24 uur in plaats van in 12 uur toe te dienen. Acute reacties Irritatie op injectieplaats. Intramusculaire toediening is pijnlijk. Allergische en anafylactische reacties. Ten gevolge van te snelle intraveneuze injectie: hypotensie, collaps. Bijwerkingen Maagdarmstoornissen, aritmieën, duizeligheid, convulsies. Bij langdurige Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 170 behandeling: gezichts- en gehoorstoornissen, met name door te hoge doseringen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Deferoxamine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 171 Denosumab Merknaam Xgeva® Afleveringsvorm Injectieflacon met 120 mg = 1,7 ml (70 mg/ml) denosumab F.T.G. Calciumregulerende middelen Toedieningsroute Subcutaan: onverdund, langzaam toedienen Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Buiten invloed van licht bewaren Buiten de koelkast 30 dagen te gebruiken Bijzonderheden - Acute reacties Dyspneu, zelden overgevoeligheidsreacties Bijwerkingen Diarree, hypocalciemie, hypofosfatemie, tandextractie, hyperhidrosis, osteonecrose van de kaak, cellulitis LET OP: ernstige hypocalciemie kan optreden (met name bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis) tijdens gebruik van denosumab. Het monitoren van de calciumspiegels wordt aanbevolen. Als hypocalciemie optreedt tijdens de behandeling, dient calcium gesuppleerd te worden Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-05-2012 01-10-2012 Dit geneesmiddel mag niet met andere geneesmiddelen worden gemengd Niet injecteren bij troebele of verkleurde oplossing Niet overmatig schudden Gebruik een 27 gauge naald Voor toediening injectieflacon op kamertermperatuur laten komen Bevat sorbitol Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Denosumab' Datum Wijziging 01-10-2012 Bijwerkingen toegevoegd: LET OP: ernstige hypocalciemie kan optreden (met name bij patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis) tijdens gebruik van denosumab. Het monitoren van de calciumspiegels wordt aanbevolen. Als hypocalciemie optreedt tijdens de behandeling, dient calcium gesuppleerd te worden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 172 Desmopressine Merknaam Minrin®, Octostim® Afleveringsvorm Ampul met 4 microg = 1 ml (4 microg/ml) desmopressine-acetaat-3-water (Minrin®) Ampul met 30 microg = 2 ml (15 microg/ml) desmopressine-acetaat-3-water (Octostim®) F.T.G. Hypofyseachterkwabhormonen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen i.v.: hoofdpijn, flushing, hypotensie, hyponatriëmie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met NaCl 0,9% Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% (bij kinderen < 10 kg aan 10 ml NaCl 0,9%), in 20-30 minuten Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Desmopressine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 173 Desmopressine, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 2 microg = 0,50 ml desmopressine toe aan 49,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,04 microg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke dosering bij neurotrauma: 22 picog/kg/min Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt antidiuretisch, werkt hemostatisch door verhoging van de spiegels factor VIII, Von Willebrand factor en alteplase Indicatie: centrale diabetes insipidus, diagnose centrale diabetes insipidus na neurotrauma Contraindicatie: overgevoeligheid, ziekte van Von Willebrand Bijwerking: hoofdpijn, flushing, hypotensie, hyponatriëmie, reflextachycardie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Desmopressine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-04-2003 Tekstuele correctie Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 174 Dexamethason Merknaam Dexamethason Afleveringsvorm Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat) en 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat) 5 mg dexamethasondinatriumfosfaat = 4 mg dexamethason. F.T.G. Glucocorticoiden Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, tot 200 mg in 1 uur Intra-articulair: onverdund Intrabursaal: onverdund Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-5 minuten Intraveneus als infuus: aangevuld met NaCl 0,9% of glucose 5% tot 10 ml, in 15 minuten Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, cisplatin, cyclofosfamide, cytarabine, doxorubicine, filgrastim, fluconazol, fludarabine, foscarnet, heparine, kaliumchloride, methotrexaat, morfine, pethidine, piperacilline, propofol, sufentanil, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met amikacine, cefazoline, cimetidine, famotidine, fentanyl, furosemide, lidocaine, metoclopramide, netilmicine, ondansetron, ranitidine, theofylline, verapamil Y-site - ciprofloxacine, midazolam, Infuus Bijzonderheden - diazepam, doxapram, fenobarbital, promethazine, vancomycine - Bevat natriumpyrosulfiet. Deze stof kan overgevoeligheidsreacties veroorzaken. 4 mg dexamethason komt overeen met 5 mg dexamethasondinatriumfosfaat. - Acute reacties Urticaria. Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, misselijkheid, stemmingsveranderingen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 175 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dexamethason' Datum Wijziging 01-10-2005 Toedieningsroute Volwassenen: toevoeging bij intraveneus als infuus 01-12-2007 Afleveringsvorm: 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) dexamethasondinatriumfosfaat. Ook bij Bijzonderheden aangepast. 01-06-2009 Toegevoegd bij afleveringsvorm: 5 mg dexamethasondinatriumfosfaat = 4 mg dexamethason. 01-08-2009 Bij afleveringsvorm 100 mg = 5 ml gewijzigd in 20 mg = 1 ml. 01-12-2011 Afleveringsvorm is gewijzigd: Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat) en 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) dexamethason (als dinatriumfosfaat). 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 176 Dexmedetomidinehydrochloride Merknaam Dexdor Afleveringsvorm Injectieflacon met 200 microg = 2 ml (100 microg/ml) dexmedetomidinehydrochloride F.T.G. Sedativa Toedieningsroute - Intraveneus als infuus: zie onderstaande tabel om de vereiste concentratie van 4 microg/ml te verkrijgen Volume oplosmiddel Totaal volume infusie Volume Dexdor 100 microg/ml 2 ml 48 ml 50 ml 4 ml 96 ml 100 ml 10 ml 240 ml 250 ml 20 ml 480 ml 500 ml - Reeds geïntubeerde en gesedeerde patiënten kunnen op dexmedetomidinehydrochloride overstappen met een initiële infusiesnelheid van 0,7 microg/kg/uur Dosering stapsgewijs aan te passen binnen het dosisbereik van 0,2 tot maximaal 1,4 microg/kg/uur - Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau G-VPK-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat oplossing, mannitol Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met atracurium, atropine, dobutamine, dopamine, etomidaat, fentanyl, fenylefrine, midazolam, mivacurium, morfine, noradrenaline, rocuronium, thiopental, vecuronium Bijzonderheden - Maximale dosis van 1,4 microg/kg/uur niet overschrijden Toediening van een laaddosis/bolusinjectie wordt niet aanbevolen daar het gepaard gaat met een toename van de bijwerkingen Toediening van dexmedetomidinehydrochloride moet onder continue hartbewaking plaatsvinden Bijwerkingen Bradycardie, hypotensie, hypertensie, hyperglykemie, hypoglykemie, agitatie, myocardinfarct, tachycardie, misselijkheid, braken, droge mond, onthoudingssyndroom, hyperthermie Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2012 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dexmedetomidinehydrochloride' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 177 Diazepam Merknaam Diazepam Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) diazepam F.T.G. Anxiolytica, benzodiazepinen Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 5 mg/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: maximaal 10 mg per 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% om neerslag te voorkomen Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp diazepam Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK I.V./Infusie: VPK I.V. Kinderen: VPK-arts Houdbaarheid Onverdund in spuit: 24 uur bij 20°C Na toevoeging aan infuusvloeistoffen: direct toedienen. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - - - Diazepam mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Oplosbaarheid van diazepam in infuusvloeistof is maximaal 100 mg/l. Diazepam vlokt uit na toevoeging aan infuusvloeistoffen bij een concentratie hoger dan 100 mg/l. Bevat benzylalcohol. Diazepam adsorbeert in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten (glas en plastics), infuusslangen en filters. De kans op tromboflebitis wordt verminderd door diazepam toe te dienen in een grote vene, met een toedieningssnelheid niet groter dan 5 mg per minuut. Intramusculaire toediening slechts indien intraveneuze injectie niet mogelijk is; diazepam i.m. is pijnlijk en bewerkstelligt een onbetrouwbare en wisselende absorptie. Acute reacties Apnoe. Bijwerkingen Tromboflebitis, hypotensie, bradycardie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diazepam' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 178 Diazepam, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 10 tot 20 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund optrekken De eindconcentratie is 5 mg/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-1,5 ml/uur Toegangsweg Centraal (eventueel perifeer bij een pompstand lager dan 1 ml/uur, gedurende 24 uur) Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt anxiolytisch, hypnotisch en spierrelaxerend met een lange halfwaardetijd - Indicatie: pathologische angsten en spanning, slaapstoornissen, status epilepticus, acute onthoudingsverschijnselen na staken alcoholgebruik, tetanus, pre-eclampsie en eclampsie, als pre-medicatie bij anesthesie - Bijwerking: pijn en tromboflebitis op de plaats van infusie, hypotensie, ademhalingsdepressie, spierzwakte, misselijkheid, huidreakties Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diazepam, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 179 Diclofenac Merknaam Voltaren® Afleveringsvorm Ampul met 75 mg = 3 ml (25 mg/ml) diclofenacnatrium F.T.G. Analgetica, prostaglandinesynthetaseremmers Toedieningsroute Intramusculair: onverdund, diep intragluteaal Intraveneus als infusie: volwassenen 75 mg, toedienen in 0,5-2 uur Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Infusie Volwassenen: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - - Bevat natriumbisulfiet, benzylalcohol, propyleenglycol en mannitol. Natriumbisulfiet kan allergische reakties veroorzaken. Diclofenac kan eventueel als intraveneuze bolusinjectie gegeven worden door aan NaCl 0,9% toe te voegen tot een concentratie van 5 mg/ml en in tenminste 10 minuten toe te dienen. Aan een bolusinjectie hoeft geen natriumbicarbonaat te worden toegevoegd. Diclofenac kan eventueel intraveneus als infuus worden gegeven door aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% 1 ml natriumbicarbonaat 4,2% toe te voegen. Aan deze oplossing wordt 1 ampul (75 mg = 3 ml) diclofenac toegevoegd. Alleen heldere oplossingen mogen worden toegediend. Natriumbicarbonaat is nodig omdat anders een neerslag kan ontstaan Acute reacties Overgevoeligheidsreacties zoals urticaria ten gevolge van natriumbisulfiet, anafylactische reacties. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, hoofdpijn, duizeligheid, remming trombocytenaggregatie. Zelden: oedeem, pijnlijkheid en jeuk op injectieplaats, lokale necrose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Diclofenac' Datum Wijziging 01-06-2009 Toegevoegd aan Toedieningsroute: Intraveneus als infusie: volwassenen 75 mg, toedienen in 0,5-2 uur. 01-07-2010 Toegevoegd aan Bijzonderheden: Aan een bolusinjectie hoeft geen natriumbicarbonaat te worden toegevoegd. 01-03-2011 Toegevoegd aan Bijzonderheden: Natriumbicarbonaat is nodig omdat anders een neerslag kan ontstaan. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 180 Digoxine Merknaam Lanoxin® Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 2 ml (0,25 mg/ml) digoxine F.T.G. Hartglycosiden Toedieningsroute - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met tenminste een viervoudig volume tot maximaal 50 microg/ml in water voor injecties, glucose 5% of NaCl 0,9%, in minimaal 5 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml glucose 5% of NaCl 0,9% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - ciprofloxacine, fentanyl, kaliumchloride, midazolam, morfine, pethidine Infuus - Onverenigbaar met cimetidine, esmolol, furosemide, heparine, lidocaine, milrinon, ranitidine, theofylline, verapamil Y-site - fluconazol, foscarnet, insuline Infuus Bijzonderheden - dobutamine, doxapram - Subcutane of intramusculaire toediening is pijnlijk en geeft onbetrouwbare en wisselende absorptie. Intramusculaire toediening is in verband gebracht met het optreden van spiernecrose. De maximale oplosbaarheid van digoxine in infuusvloeistoffen is 50 microg/ml; bij hogere concentraties kan digoxine neerslaan. - Acute reacties Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: hypertensie, angineuze klachten, atrioventriculair block. Bijwerkingen Aritmieën, misselijkheid, braken, duizeligheid, verwardheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Digoxine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-08-2009 Merknaam is gewijzigd in Lanoxin. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 181 Digoxine specifieke Fab-fragmenten Merknaam DigiFab® Afleveringsvorm Flacon met 40 mg digoxine antilichamen poeder voor injectievloeistof F.T.G. Antidota Oplosmiddel Water voor injecties (niet bijgeleverd) Bereiden Los 40 mg digoxine antilichamen op in 4 ml oplosmiddel. De concentratie is 10 mg/ml. Toedieningsroute - - Intraveneus als infuus: de opgeloste digoxine antilchamen kunnen verder doorverdund worden met NaCl 0,9%. Toedienen met een inloopsnelheid van minimaal 30 minuten. Als de inloopsnelheid bijwerkingen veroorzaakt, moet het infuus gestopt worden en opnieuw op een lagere snelheid hervat worden Intraveneus als bolusinjectie: alleen in geval van hartstilstand Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau VPK-arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 2-8°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - 40 mg gezuiverde digoxine-specifiek Fab zal ongeveer 0,5 mg digoxine of digoxine binden Het totale aantal flesjes dat nodig is, kan berekend worden door de totale hoveelheid in het lichaam aanwezige digoxine in milligrammen (mg) te delen door 0,5 mg per flesje Acute reacties Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: febriele reactie Bijwerkingen - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2009 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Digoxine specifieke Fab-fragmenten' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 182 Dimethylaminofenol Merknaam 4-DMAP® Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 5 ml (50 mg/ml) 4-dimethylaminofenol-hydrochloride F.T.G. Antidota Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 3-4 mg/kg lichaamsgewicht Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet. Dimethylaminofenol wordt, in combinatie met natriumthiosulfaat, toegepast bij cyanidevergiftiging. Bij overdosering van dimethylaminofenol wordt voorzichtig 2 mg/kg toluïdineblauw of methyleenblauw intraveneus toegediend. Acute reacties Pijn en irritatie op injectieplaats. Allergische reacties door aanwezigheid van natriumbisulfiet. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dimethylaminofenol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 183 Dipyridamol Merknaam Persantin® Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) dipyridamol F.T.G. Trombocytenaggregatieremmers Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan tenminste 10-20 ml glucose 5% of NaCl 0,9%, langzaam spuiten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - Dipyridamol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Om irritatie van de vaten te voorkomen, moet dipyridamol tenminste in een verhouding 1:2 worden verdund met NaCl 0,9% tot een totaal volume van 20-50 ml. Acute reacties Flushing. Bijwerkingen Hypotensie, hoofdpijn, duizelig, bittere smaak in de mond. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dipyridamol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 184 DTPa-Hib-HepB vaccin Merknaam Infanrix-Hexa Afleveringsvorm Poeder en suspensie voor injectie in een voorgevulde spuit. DTPa-Hib-HepB vaccin. Na reconstitutie bevat de injectie 0,5 ml suspensie F.T.G. Vaccins Bereiden Het vaccin wordt gereconstitueerd door de gehele inhoud van de voorgevulde spuit toe te voegen aan de flacon met poeder. Na toevoeging dient goed geschud te worden totdat het poeder geheel is opgelost Toedieningsroute Intramusculair: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Na reconstitutie onmiddellijk gebruiken. Bijzonderheden - - 1 Dosis bevat: Difterietoxoid niet minder dan 30 IE Tetanustoxoid niet minder dan 40 IE Bordetella pertussis antigenen Pertussistoxoid 25 mcg Filamenteus Hemagglutinine 25 mcg Pertactine 8 mcg Hepatitis-B-oppervlakte-antigeen 10 mcg Poliovirus (geïnactiveerd) type 1 (Mahoney stam) 40 D-antigeen-eenheden type 2 (MEF-1 stam) 8 D-antigeen-eenheden type 3 (Saukett stam) 32 D-antigeen-eenheden Haemophilus influenzae type b polysaccharide 10 mcg (polyribosylribitol fosfaat) geconjugeerd aan tetanustoxoid als dragereiwit ongeveer 25 mcg Het gereconstitueerde vaccin is troebel De difterie-, tetanus-, acellulair pertussis-, hepatitis B-, geïnactiveerd poliomyelitis-component is een troebele, witte suspensie De gevriesdroogde Hib-component is een wit poeder Acute reacties Lokale reakties als roodheid en pijn op de injectieplaats. Bijwerkingen Algehele malaise, koorts. Zelden collaps, convulsies ten gevolge van kinkhoest component. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'DTPa-Hib-HepB vaccin' Datum Wijziging 01-06-2005 Het DKTP-vaccin RIVM is uit de handel genomen en vervangen door InfanrixIPV. 01-05-2012 De naam van de monografie is gewijzigd in DTPa-Hib-HepB vaccin. Tevens is bijna de gehele tekst aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 185 Dobutamine Merknaam Dobutamine® Afleveringsvorm Flacon met 250 mg = 50 ml (5 mg/ml) dobutamine (als hydrochloride) F.T.G. Antihypotensiva Toedieningsroute Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp dobutamine Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: G-VPK Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - calciumzouten, ciprofloxacine, fentanyl, fluconazol, haloperidol, insuline, kaliumchloride, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, milrinon, nitroprusside, pancuronium, propofol, streptokinase, tolazoline, vecuronium, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met amiodaron, atracurium, atropine, dopamine, enalaprilaat, epinefrine, esmolol, famotidine, fentolamine, flumazenil, isoprenaline, lidocaine, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, pethidine, procainamide, propranolol, ranitidine, verapamil Y-site - aciclovir, alteplase, foscarnet, furosemide, fytomenadion, indometacine, midazolam, piperacilline, theofylline, thiopental Infuus Bijzonderheden - bumetanide, calciumzouten, diazepam, digoxine, doxapram, fenytoine, heparine, insuline, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, natriumbicarbonaat - Dobutamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. De oplossing kan roze kleuren. Dit heeft geen invloed op de werkzaamheid. Bevat natriumbisulfiet. - Acute reacties Rash, koorts, bronchospasmen door overgevoeligheid. Bijwerkingen Hypertensie, tachycardie, hoofdpijn, misselijkheid, kortademigheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine' Datum Wijziging 01-12-2003 Wijziging ampul 250 mg = 20 ml. 01-04-2008 Afleveringsvorm: Ampul met 250 mg = 20 ml (12,5 mg/ml) is gewijzigd in flacon met 250 mg = 50 ml (5 mg/ml) dobutamine (als hydrochloride). 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 186 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 187 Dobutamine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 50 ml op, onverdund De eindconcentratie is 5 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur Zie doseringsschema dobutamine Toegangsweg Centraal (perifeer bij een pompstand lager dan 4 ml/uur) Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: verhoogt de contractiekracht van de hartspier, de hartfrequentie en het hartminuutvolume binnen enkele minuten na toediening, geeft enige vasodilatatie Indicatie: o.a. bij decompensatio cordis, cardiogene of septische shock Bijwerking: tachycardie, ectopische prikkelvorming, tromboflebitis Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-12-2003 In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml. 01-04-2008 In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml naar flacon 250 mg = 50 ml is bereiding aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 188 Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 5 mg/ml ml/uur microg/kg/minuut bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg 1 1.7 1.4 1.2 1.0 0,9 2 3.3 2.8 2.4 2.1 1.9 3 5.0 4.2 3.6 3.1 2.8 4 6.7 5.6 4.8 4.2 3.7 5 8.3 6.9 6.0 5.2 4.6 6 10.0 8.3 7.1 6.3 5.6 7 11.7 9.7 8.3 7.3 6.5 8 13.3 11.1 9.5 8.3 7.4 9 15.0 12.5 10.7 9.4 8.3 10 16.7 13.8 11.9 10.4 9.3 11 18.3 15.3 13.1 11.5 10.2 12 20.0 16.7 14.3 12.5 11.1 13 21.7 18.1 15.5 13.5 12.0 14 23.3 19.4 16.7 14.6 13.0 15 25.0 20.8 17.9 15.6 13.9 16 26.7 22.2 19.0 16.7 14.8 17 28.3 23.6 20.2 17.7 15.7 18 30.0 25.0 21.4 18.8 16.7 19 31.7 26.4 22.6 19.8 17.6 20 33.3 27.8 23.8 20.8 18.5 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 189 Dobutamine, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 60 mg = 12 ml toe aan 38 ml glucose; de eindconcentratie is 1,2 mg/ml, 50 ml 5-20 kg: Voeg 125 mg = 25 ml toe aan 25 ml glucose; de eindconcentratie is 2,5 mg/ml, 50 ml > 20 kg: Trek 50 ml op, onverdund, de eindconcentratie is 5 mg/ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 2-20 microg/kg/min Zie doseringsschema dobutamine Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: verhoogt de contractiekracht van de hartspier, de hartfrequentie en het hartminuutvolume binnen enkele minuten na toediening, geeft enige vasodilatatie Indicatie: o.a. bij decompensatio cordis, cardiogene of septische shock Bijwerking: hypertensie, tachycardie, ectopische prikkelvorming, tromboflebitis Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-12-2003 In verband met wijziging ampul 250 mg = 20 ml. 01-04-2008 Bereiden: wijzigingen in verband met het overgaan van ampul naar flacon. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 190 Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1200 microg/ml) Rekendosering: 2 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 2 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 4 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 6 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 8 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 10 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 12 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 14 0,7 1,4 2,1 2,8 3,5 16 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0 18 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5 20 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 191 Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (2500 microg/ml) Rekendosering: 4 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg 10 kg 12,5 kg 15 kg 20 kg 2 0,2 0,5 0,6 0,7 1,0 4 0,5 1,0 1,2 1,4 1,9 6 0,7 1,4 1,8 2,2 2,9 8 1,0 1,9 2,4 2,9 3,8 10 1,2 2,4 3,0 3,6 4,8 12 1,4 2,9 3,6 4,3 5,8 14 1,7 3,4 4,2 5,0 6,7 16 1,9 3,8 4,8 5,8 7,7 18 2,2 4,3 5,4 6,5 8,6 20 2,4 4,8 6,0 7,2 9,6 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 192 Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (5000 microg/ml) Rekendosering: 8 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 20 kg 25kg 30 kg 40 kg 50 kg 2 0,5 0,6 0,7 1,0 1,2 4 1,0 1,2 1,4 1,9 2,4 6 1,4 1,8 2,2 2,9 3,6 8 1,9 2,4 2,9 3,8 4,8 10 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0 12 2,9 3,6 4,3 5,8 7,2 14 3,4 4,2 5,0 6,7 8,4 16 3,8 4,8 5,8 7,7 9,6 18 4,3 5,4 6,5 8,6 10,8 20 4,8 6,0 7,2 9,6 12,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dobutamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 193 Dopamine Merknaam Dopamine, Dynatra Dopamine® Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 5 ml (40 mg/ml) dopamine-hydrochloride infuusconcentraat F.T.G. Antihypotensiva Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp dopamine Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: G-VPK Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amiodaron, ciprofloxacine, esmolol, fentanyl, fluconazol, foscarnet, haloperidol, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, pethidine, propofol, streptokinase, theofylline, tolazoline, vecuronium, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met atracurium, calciumchloride, chlooramfenicol, dobutamine, doxapram, enalaprilaat, famotidine, flumazenil, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, kanamycine, lidocaine, mannitol, methylprednisolon, nitroglycerine, ranitidine, verapamil Y-site - aciclovir, alteplase, doxycycline, furosemide, indometacine, insuline, natriumbicarbonaat, thiopental Infuus Bijzonderheden - amfotericine B, ampicilline, benzylpenicilline, gentamicine - I.v.m. het risico op weefselnecrose na extravasatie wordt aanbevolen dopamine centraal toe te dienen. Bij extravasatie: het ischemische gebied zo spoedig mogelijk met 5-10 mg fentolamine (Regitine®) in 10-15 ml NaCl 0,9% met behulp van een fijne naald onderhuids infiltreren. Dopamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. - - Acute reacties Perifere weefselnecrose ten gevolge van vasoconstrictie. Bijwerkingen Ritmestoornissen, angineuze pijn, misselijkheid, braken, hypertensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 194 01-05-2011 Afleveringsvorm: ampul met 400 mg=100 ml (4 mg/ml) is uit het assortiment. Infuusvloeistoffen: voorkeur voor glucose 5%. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 195 Dopamine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 1 ampul (5 ml = 200 mg) met 45 ml glucose 5% De eindconcentratie is 4 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur Zie doseringsschema dopamine Toegangsweg Centraal (perifeer bij een pompstand lager dan 4 ml/uur) Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt positief inotroop, verhoogt hartminuutvolume, verhoogt renale doorbloeding, bij hogere dosering stijging van de bloeddruk Indicatie: shock Contraindicatie: tachycardie, ventrikelfibrilleren, feochromocytoom Bijwerking: ritmestoornissen, hypertensie, tromboflebitis, dyspnoe, hoofdpijn, misselijkheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-10-2008 Tijdelijk ampullen 200 mg = 5 ml in verband met verbouwing. 01-05-2011 Bereiden: Meng 1 ampul (5 ml = 200 mg) met 45 ml glucose 5%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 196 Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 4 mg/ml microg/kg/minuut ml/uur bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg 1 1,4 1,2 1,0 0,9 0,8 2 2,6 2,2 1,9 1,6 1,4 3 4,0 3,3 2,9 2,5 2,2 4 5,2 4,3 3,7 3,3 2,9 5 6,6 5,5 4,7 4,1 3,7 6 8,0 6,7 5,7 5,0 4,4 7 9,2 7,7 6,6 5,8 5,1 8 10,6 8,8 7,6 6,6 5,9 9 12,0 10,0 8,6 7,5 6,7 10 13,2 11,0 9,4 8,3 7,3 11 14,6 12,2 10,4 9,1 8,1 12 16,0 13,3 11,4 10,0 8,9 13 17,2 14,3 12,3 10,8 9,6 14 18,6 15,5 13,3 11,6 10,3 15 20,0 16,7 14,3 12,5 11,1 16 21,2 17,7 15,1 13,3 11,8 17 22,6 18,8 16,1 14,1 12,6 18 24,0 20,0 17,1 15,0 13,3 19 25,2 21,0 18,0 15,8 14,0 20 26,6 22,2 19,0 16,6 14,8 21 28,0 23,3 20,0 17,5 15,6 22 29,2 24,3 20,9 18,3 16,2 23 30,6 25,5 21,9 19,1 17,0 24 32,0 26,7 22,9 20,0 17,8 25 33,2 27,7 23,7 20,8 18,4 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 197 Dopamine, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 60 mg = 1,5 ml toe aan 48,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1,2 mg/ml, 50 ml 5-20 kg: Voeg 100 mg = 2,5 ml toe aan 47,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 2 mg/ml, 50 ml > 20 kg: Meng 1 ampul 200 mg = 5 ml met 45 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 4 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van effect Gebruikelijke doseringen: 2-20 microg/kg/min Zie doseringsschema dopamine Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt positief inotroop, verhoogt hartminuutvolume, verhoogt bij lage dosering de renale doorbloeding, bij hogere dosering een stijging van de bloeddruk Indicatie: shock Contraindicatie: feochromocytoom, tachycardie, ventrikelfibrilleren en hyperthyreoidie Bijwerking: ectopische prikkelvorming, hypertensie, tachycardie, bradycardie, tromboflebitis, dyspnoe, misselijkheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-10-2008 Tijdelijk ampullen 200 mg = 5 ml in verband met verbouwing. 01-05-2011 Bereiden: met glucose 5%. Infuusvloeistoffen: Glucose 5%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 198 Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1200 microg/ml) Rekendosering: 2 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 2 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 4 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 6 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 8 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 10 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 12 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 14 0,7 1,4 2,1 2,8 3,5 16 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0 18 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5 20 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 199 Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (2000 microg/ml) Rekendosering: 10 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg 10 kg 12,5 kg 15 kg 20 kg 2 0,3 0,6 0,8 0,9 1,2 4 0,6 1,2 1,5 1,8 2,4 6 0,9 1,8 2,3 2,7 3,6 8 1,2 2,4 3,0 3,6 4,8 10 1,5 3,0 3,8 4,5 6,0 12 1,8 3,6 4,5 5,4 7,2 14 2,1 4,2 5,3 6,3 8,4 16 2,4 4,8 6,0 7,2 9,6 18 2,7 5,4 6,8 8,1 10,8 20 3,0 6,0 7,5 9,0 12,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 200 Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (4000 microg/ml) Rekendosering: 6,7 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 2 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5 4 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0 6 1,8 2,3 2,7 3,6 4,5 8 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0 10 3,0 3,8 4,5 6,0 7,5 12 3,6 4,5 5,4 7,2 9,0 14 4,2 5,3 6,3 8,4 10,5 16 4,8 6,0 7,2 9,6 12,0 18 5,4 6,8 8,1 10,8 13,5 20 6,0 7,5 9,0 12,0 15,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Dopamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 201 Doxapram Merknaam Doxapram Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg = 500 ml (2 mg/ml) doxapram-hydrochloride F.T.G. Middelen bij luchtwegaandoeningen Toedieningsroute - - Intraveneus met behulp van volumetrische infuuspomp: onverdund, de concentratie is 2 mg/ml Doseren op geleide van de arteriële bloedgaswaarden: Gebruikelijke doseringen: aanvankelijk: 1,5 mg/minuut onderhoud: 1-3 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp doxapram Toedieningscategorie Categorie C en D Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Infuus - Onverenigbaar met Amikacine, bumetanide, chloorpromazine, cimetidine, dopamine, doxycyline, epinefrine, fytomenadion, isoniazide, kaliumchloride, netilmicine, tobramycine Infuus - ascorbinezuur, cefalosporinen, corticosteroiden, diazepam, digoxine, dobutamine, furosemide, esketamine, natriumbicarbonaat, theofylline, thiopental, ticarcilline Bijzonderheden De pH van de oplossing is 3,5-5. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Koorts, transpireren, verwardheid, duizeligheid, hoofdpijn, spiertrekkingen, dyspnoe, hoesten, bronchospasmen, misselijkheid, braken, diarree, tromboflebitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxapram' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: kaliumchloride. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 202 Doxapram, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Onverdund De eindconcentratie is 2 mg/ml Houdbaarheid Na aanprikken zak: 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de arteriële bloedgaswaarden Toedienen met behulp van een volumetrische infuuspomp Gebruikelijke standen zijn: Startdosering: 45 ml/uur (verhogen met 15 ml per 30 minuten) Onderhoudsdosering: 60-90 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Werking: stimuleert de ademhaling Bijwerking: tromboflebitis, koorts, hypertensie, tachycardie, rusteloosheid, misselijkheid, insulten Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxapram, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 203 Doxycycline Merknaam Vibramycine® Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) doxycycline (als hyclaat) F.T.G. Tetracyclinen Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 2 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-1000 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 1-2 uur, de concentratie is 0,1-1 mg/ml Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 2 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,5 mg/ml in 90 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 1 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, amiodaron, cyclosporine, filgrastim, morfine, ondansetron, pethidine Infuus - Onverenigbaar met doxapram, isoprenaline, ranitidine, Y-site - allopurinol, dopamine, piperacilline, Infuus - ampicilline, benzylpenicilline, calciumzouten, erythromycine, fytomenadion, heparine, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumzouten, natriumbicarbonaat, procainamide, Ringerlactaat, theofylline Bijzonderheden - De oplossing bevat polyvinylpyrrolidon (povidon, PVP). Intraveneuze toediening van doxycycline als infuus verdient de voorkeur boven een bolusinjectie, ter voorkoming van lokale pijn. Acute reacties Urticaria, pijnlijkheid op injectieplaats, angio-oedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Doxycycline' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 204 Droperidol Merknaam Dehydrobenzperidol® Afleveringsvorm Ampul met 2,5 mg = 1 ml (2,5 mg/ml) droperidol F.T.G. Antipsychotica Toedieningsroute - (Intramusculair: onverdund) Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 20 microg/ml (ref. 19) Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% (ref. 19) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - filgrastim, fluconazol, hydrocortison, kaliumchloride, ondansetron, pethidine, propofol Infuus - Onverenigbaar met atropine, buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine, fentanyl, metoclopramide, midazolam, morfine, promethazine, scopolamine Y-site - allopurinol, barbituraten, folinezuur, foscarnet, furosemide, heparine, piperacilline Infuus - pentobarbital Bijzonderheden Toediening intraveneus als langlopend infuus is uitzondering: alleen bij hoogrisico patiënten. Acute reacties Zelden rash, exantheem, anafylactische shock. Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen: dyskinesie, acathisie. Orthostatische hypotensie, sufheid, misselijkheid, braken, obstipatie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Droperidol' Datum Wijziging 01-12-2004 Afleveringsvorm is gewijzigd: ampul met 2,5 mg = 1 ml. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 205 DTP-vaccin Merknaam DTP-vaccin RIVM Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 1 ml DTP-vaccin F.T.G. Vaccins Toedieningsroute Intramusculair: onverdund Wegwerpspuit goed schudden voor gebruik. Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Bevat per ml tenminste 5 IE difterietoxoide, 20 IE tetanustoxoide en geïnactiveerd poliovirus: 20 DE type 1, 2 DE type 2 en 3,5 DE type 3. De kleur van de oplossing is oranjegeel tot oranjerood. Indien de kleur geel of violet is, mag het vaccin niet worden gebruikt. Na opschudden is het vaccin troebel. Acute reacties Lokale reacties als roodheid en pijn op de injectieplaats. Bijwerkingen Algehele malaise, koorts. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'DTP-vaccin' Datum Wijziging 01-06-2005 Flacon is vervangen door wegwerpspuit Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 206 Parenteralia E Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 207 Efedrine Merknaam Efedrine Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) efedrine-hydrochloride F.T.G. Sympathicomimetica Toedieningsroute - - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: 1 ml efedrine verdund met 9 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 5 mg/ml. De maximale dosis is 150 mg, de toedieningssnelheid is maximaal 5 mg per minuut Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Y-site - thiopental Infuus - fenobarbital Bijzonderheden De maximale dagdosering bij volwassenen is 150 mg. Bij herhaalde toediening neemt het effect als regel af. Acute reacties Ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening: verhoogde bloeddruk, hartritmestoornissen. Bijwerkingen Tremor, slapeloosheid, angst, tachycardie, hypertensie, hoofdpijn, misselijkheid, transpireren. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Efedrine' Datum Wijziging 01-10-2006 Op verzoek van de OK is de toedieningsroute intraveneus als bolusinjectie aangepast. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 208 Enoximon Merknaam Perfan® Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) enoximon F.T.G. Overige middelen bij decompensatio cordis Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC I.V.: IC-arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Bij 4°C kan de verdunde oplossing uitkristalliseren. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, (eventueel) water voor injecties Bijzonderheden - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de concentratie is 5 mg/ml Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp enoximon Enoximon kan zo nodig in gelijke verhoudingen met NaCl 0,9% of water voor injecties gemengd worden tot een concentratie van 2,5 mg/ml. Enoximon mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen over één lijn worden toegediend. Enoximon moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Enoximon mag niet in glazen flacons of spuiten gemengd worden. De oplossing kan dan binnen een uur uitkristalliseren. Bijwerkingen Ritmestoornissen, hypotensie, hoofdpijn, slapeloosheid, misselijkheid, braken, diarree. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 209 Enoximon, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 1 tot 2 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund optrekken De eindconcentratie is 5 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur In de koelkast kan enoximon uitkristalliseren Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-6 ml/uur (onderhoudsdosis) Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt positief inotroop en vaatverwijdend, verbetert diastolische relaxatie van het hart Indicatie: 2e keus bij ernstige decompensatio cordis, cardiogene shock Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis Bijwerking: hypotensie, extrasystolen, (supra)-ventriculaire artimie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 210 Enoximon, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 75 mg = 15 ml toe aan 35 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1,5 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Bij 4°C kan de verdunde oplossing uitkristalliseren. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 5-10 microg/kg/min Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt positief inotroop en vaatverwijdend, verbetert diastolische relaxatie van het hart Indicatie: bij ernstige decompensatio cordis, cardiogene shock Contraindicatie: ernstige hypotensie, ernstige lever- en nierfunctiestoornis Bijwerking: hypotensie, extrasystolen, (supra)-ventriculaire aritmie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 211 Enoximon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1,5 mg/ml) Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 2 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 4 0,3 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0 4,8 8,0 5 0,4 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 10,0 6 0,5 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0 7,2 12,0 7 0,6 1,4 2,8 4,2 5,6 7,0 8,4 14,0 8 0,6 1,6 3,2 4,8 6,4 8,0 9,6 16,0 9 0,7 1,8 3,6 5,4 7,2 9,0 10,8 18,0 10 0,8 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 20,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen 50 kg Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Enoximon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 212 Epoprostenol (Flolan) Merknaam Flolan® Afleveringsvorm Ampul met 500 microg epoprostenol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Prostaglandine-analoog Oplosmiddel 50 ml glycinebuffer (bijgeleverd) Bereiden Los 500 microg epoprostenol op in 10 ml oplosmiddel. Zuig deze oplossing volledig terug in de injectiespuit. Voeg de gehele inhoud van de injectiespuit bij het restant van de flacon met oplosmiddel en meng goed. De eindconcentratie is 10 microg/ml (= 10.000 nanog/ml). Toedieningsroute Nierdialyse Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: toegevoegd (gefiltreerd door bijgevoegde filter) aan NaCl 0,9% in een verhouding van maximaal 1:6; intravasculair of in de bloedstroom naar het dialysetoestel toedienen. De infuussnelheid wordt als volgt berekend: infuusnelheid (ml/min) = dosering (nanog/kg/min) x lichaamsgew. (kg) conc. epoprostenol opl. (nanog/ml) Primaire pulmonaire hypertensie Bij dit gebruik dient epoprostenol uitsluitend met glycinebuffer te worden verdund. De onverdunde oplossing filtreren door het bijgevoegde filter. Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Direct voor toedienen bereiden. Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C Na optrekken in medicatiecassette: 72 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, NaCl 0,45% (uitsluitend bij nierdialyse) Bijzonderheden - Epoprostenol mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of infuusvloeistoffen worden toegediend. Epoprostenol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. De pH van de oplossing is ongeveer 10. Acute reacties Roodheid op injectieplaats, flushing. Bijwerkingen Ten gevolge van extravasatie: weefselbeschadiging. Tromboflebitis, blozen, hoofdpijn, hypotensie, tachycardie, bradycardie, duizeligheid, transpireren, misselijkheid, braken, hyperglycemie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol (Flolan)' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 213 Epoprostenol (Veletri) Merknaam Veletri® Afleveringsvorm Ampul met 500 of 1500 microg epoprostenol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Prostaglandine-analoog Oplosmiddel NaCl 0,9% Bereiden Los 500 microg epoprostenol op in 5 ml oplosmiddel, voorzichtig schudden. De concentratie is 100 microg/ml Los 1500 microg epoprostenol op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 300 microg/ml Verdun door met NaCl 0,9% tot de beoogde eindconcentratie (2.000-30.000 nanog/ml). Toedieningsroute Nierdialyse Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: toegevoegd (gefiltreerd door bijgevoegde filter) aan NaCl 0,9% in een verhouding van maximaal 1:6; intravasculair of in de bloedstroom naar het dialysetoestel toedienen. De infuussnelheid wordt als volgt berekend: infuusnelheid (ml/min) = dosering (nanog/kg/min) x lichaamsgew. (kg) conc. epoprostenol opl. (nanog/ml) Primaire pulmonaire hypertensie Bij dit gebruik dient epoprostenol te worden verdund met NaCl 0,9%. Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Direct voor toedienen bereiden. Na verdunnen in infuusvloeistof: 8 dagen bij 2-8°C Maximale duur van toediening bij kamertemperatuur van verdunde oplossing bewaard in spuit of medicatiecassette Eindconcentratie bereik Onmiddellijke Indien bewaard tot toediening max. 8 dagen bij 2-8°C = of > 30.000 ng/ml en < 15.000 ng/ml 48 uur 24 uur = of > 15.000 ng/ml 48 uur 48 uur Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, NaCl 0,45% (uitsluitend bij nierdialyse) Bijzonderheden - Epoprostenol mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of infuusvloeistoffen worden toegediend. Epoprostenol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. De pH van de oplossing is ongeveer 11-12. Acute reacties Roodheid op injectieplaats, flushing. Bijwerkingen Ten gevolge van extravasatie: weefselbeschadiging. Tromboflebitis, blozen, hoofdpijn, hypotensie, tachycardie, bradycardie, duizeligheid, transpireren, misselijkheid, braken, hyperglycemie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2013 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 214 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol (Veletri)' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 215 Epoprostenol, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Los 500 microg epoprostenol op in 10 ml glycine-buffer (bijgeleverd). Zuig deze oplossing volledig terug in de injectiespuit. Voeg deze 10 ml oplossing bij het restant van de flacon met oplosmiddel en meng goed. De concentratie is 10 microg/ml (= 10.000 nanog/ml). Neem vervolgens van deze oplossing 14,5 ml en voeg deze via het bijgeleverde filter toe aan 45,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 2,4 microg/ml (= 2400 nanog/ml), 60 ml. Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: 4-20 nanog/kg/min Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt vaatverwijdend en remt de trombocyten-aggregatie Indicatie: profylaxe van trombotische complicaties tijdens dialyse als alternatief voor heparine. Niet geregisteerd: primaire pulmonale hypertensie Contraindicatie: hypotensie, angina pectoris, manifeste bloedingen Bijwerking: hypotensie, tachycardie of bradycardie, dyspnoe, hyperglycemie, tromboflebitis Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 216 Epoprostenol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (2400 nanog/ml) Rekendosering: 4 nanog/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur nanog/kg/uur ml/uur 1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 4 0,1 0,2 0,5 1,0 2,0 2,5 3,0 5,0 8 0,2 0,4 1,0 2,0 4,0 5,0 6,0 10,0 12 0,3 0,6 1,5 3,0 6,0 7,5 9,0 15,0 16 0,4 0,8 2,0 4,0 8,0 10,0 12,0 20,0 20 0,5 1,0 2,5 5,0 10,0 12,5 15,0 25,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen 50 kg Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Epoprostenol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 217 Eptacog alfa Voor de tekst zie Factor VII Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2009 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Eptacog alfa' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 218 Ertapenem Merknaam Invanz Afleveringsvorm Infusiepoeder flacon met 1000 mg ertapenem F.T.G. Overige beta-lactam antibiotica Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9% Bereiden Ertapenem moet voor verdunning eerst worden gereconstitueerd. Los 1000 mg op in 10 ml oplosmiddel. Controleer of alles is opgelost. Toedieningsroute - Intraveneus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% in 30 minuten. Voor toediening mengen door zwenken Maximale concentratie voor kinderen: 20 mg/ml Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Infuus - natriumheparine, kaliumchloride Onverenigbaar met Glucose Bijzonderheden - Bijwerkingen Diarree, misselijkheid, braken, hoofdpijn, (trombo)flebitis, huiduitslag, jeuk, leverfunctiestoornissen Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2013 geen 1000 mg ertapenem bevat ongeveer 6,0 mEq (137 mg) natrium Kleurloze tot vaal gele oplossing Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ertapenem' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 219 Erythromycine Merknaam Erythrocine® Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg erythromycine (als lactobionaat) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Macroliden Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 1000 mg erythromycine op in 20 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml. Voor het bereiden van de basisoplossing geen NaCl 0,9% gebruiken! Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als infuus: 500 mg (= 10 ml) toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% (de concentratie is maximaal 5 mg/ml), in 20-60 minuten Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 5 mg/ml, in 60 minuten (ref. 17) (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 4°C of 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 8 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - atosiban, ciclosporine, foscarnet, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, nicardipine, pethidine, vancomycine Infuus - Onverenigbaar met hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, natriumbicarbonaat, ranitidine, ringerlactaat, verapamil Y-site - cefazoline, tacrolimus Infuus - doxycycline, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine, hydroxocobalamine, metoclopramide, rocuronium, streptomycine, thiamine Bijzonderheden - De basisoplossing mag nooit onverdund worden ingespoten. Bij infusie kan lokale pijn en tromboflebitis optreden. De concentratie van de toe te dienen verdunde oplossing mag niet hoger zijn dan 5 mg/ml. Acute reacties Anafylaxie. Bijwerkingen Tromboflebitis, milde maagdarmstoornissen. Ten gevolge van hoge doses: voorbijgaande gehoorstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 220 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Erythromycine' Datum Wijziging 01-02-2009 Toegevoegd Verenigbaar met: Infuus: kaliumchloride. 01-03-2011 Toegevoegd Verenigbaar met: Y-site: atosiban 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ciclosporine, foscarnet, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, nicardipine, pethidine, vancomycine. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: hydrocortison, lidocaine, natriumbicarbonaat, ranitidine, ringerlactaat, verapamil. Nieuw kopje Onverenigbaar met Y-site: cefazoline, tacrolimus. Onverenigbaar met infuus: doxycycline, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine, hydroxocobalamine, metoclopramide, rocuronium, streptomycine, thiamine. Bijzonderheden verwijderd: Erythromycine mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen over één lijn worden toegediend. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 221 Erythropoetine Merknaam Epoetine beta, Neorecormon® Afleveringsvorm - Wegwerpspuit met 1000 IE = 0,3 ml (3333 IE/ml), 4000 IE = 0,3 ml (13,333 IE/ml) en 10.000 IE = 0,6 ml (16,667 IE/ml) erythropoetine Patroon met 60.000 IE poeder en oplosmiddel voor injectie (voor Recopen) F.T.G. Hematopoetische groeifactoren Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden De subcutane toedieningsweg heeft de voorkeur boven de intraveneuze toediening. Acute reacties Zelden anafylactische reacties. Bijwerkingen Hypertensie, trombose van de vasculaire toegangsplaats (fistel, shunt), hoofdpijn, convulsies, huidreacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2004 Subcutaan: onverdund, maximaal 1 ml Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in tenminste 1-2 minuten (via de shunt tijdens dialyse) Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Erythropoetine' Datum Wijziging 01-04-2004 Epoetine beta vervangt epoetine alfa. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 222 Esketamine Merknaam Ketanest-S® Afleveringsvorm - F.T.G. Algemene anaesthetica, analgetica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: IC I.V.: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Flacon met 25 mg = 5 ml (5 mg/ml) Flacon met 250 mg = 10 ml (25 mg/ml) alleen voor ICV’s Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: in minimaal 60 seconden Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp esketamine (5 mg/ml) Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met Bijzonderheden propofol Infuus - diazepam, fenobarbital, pentobarbital - Esketamine moet onder bewaking van ademhaling en hemodynamische parameters worden toegediend. Bij lage doseringen tot 0,1 mg/kg en infusie tot 0,1 mg/kg/uur in het kader van postoperatieve pijnbestrijding zijn geen cardiale en respiratoire bijwerkingen te verwachten en kan bewaking van de ademhaling en hemodynamische monitoring achterwege worden gelaten. Wel is geregelde observatie noodzakelijk in verband met het risico op het optreden van hallucinaties. Deze zijn te voorkomen/behandelen met benzodiazepines. Esketamine is de linksdraaiende isomeer van ketamine en heeft een 2x zo grote farmacologische activiteit. Hierdoor moet ten opzichte van ketamine de dosering van esketamine worden gehalveerd. Om hallucinaties en psychotische reacties tijdens de herstelfase te voorkomen, is gelijktijdig gebruik van benzodiazepinen aan te bevelen. - - Acute reacties Voorbijgaande hypertensie en verhoging hartfrequentie. Bijwerkingen Aritmieën, tachycardie, bradycardie, lichte prikkeling van de ademhaling, kortdurende voorbijgaande ademhalingsdepressie, psychische stoornissen in de herstelfase, convulsies, extrapiramidale stoornissen, hoofdpijn, sterke speekselsecretie, transpireren, visuele stoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 223 01-04-2009 Bij Bijzonderheden toegevoegd informatie over bijwerkingen bij lage doseringen 01-07-2010 Bij Toedieningsroute toegevoegd: ……(5 mg/ml) en esketamine forte (25 mg/ml). 01-09-2010 Afleveringsvorm: flacon met 250 mg = 10 ml (25 mg/ml) alleen voor ICVC’s. 01-02-2014 Toedieningsroute verwijderd: .. en esketamine forte (25 mg/ml). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 224 Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen Protocol voor per-/postoperatieve pijnbehandeling. Bereiden Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Toedienen op geleide van het effect Inductiebolus intraveneus: 0,125 - 0,35 mg/kg Onderhoudsdosis: 0,05 – 0,4 mg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt anesthetisch en sterk analgetisch, ademhaling en reflexen blijven behouden, tevens sympathicomimetisch Indicatie: pijnbestrijding Contraindicatie: hypertensie, ernstige vaatafwijkingen, eclampsie, epilepsie, psychotische afwijkingen, angina pectoris Bijwerking: hypertensie, prikkeling van de ademhaling, tonisch-clonische bewegingen, verhoging intracraniale en intraoculaire druk, tachycardieën, psychische stoornissen in de herstelfase Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-10-2004 Gewijzigd van 5 mg/ml naar 25 mg/ml (= onverdund) vanwege de soms hoge doseringen. 01-07-2010 Bereiden: Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 5 mg/ml. LET OP: er is ook een spuitenpompprotocol esketamine forte (25 mg/ml). Toedienen via perfusor: Inductiebolus intraveneus 0,125 0,35 mg/kg. Onderhoudsdosis: 0,05-0,4 mg/kg/uur. Eigenschappen geneesmiddel: Indicatie: pijnbestrijding. 01-09-2010 Esketamine, spuitenpomp voor volwassenen is een protocol voor per/postoperatieve pijnbehandeling. Er is ook een spuitenpompprotocol esketamine forte (25 mg/ml), deze is bestemd voor de ICV’s. 01-02-2014 Verwijderd (Bereiden): Let op: er is ook een spuitenpompprotocol eketamine forte (25 mg/ml), deze is bestemd voor de ICV’s. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 225 Esketamine, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Meng 1 flacon (10 ml = 250 mg) met 40 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 5 mg/ml Houdbaarheid Na optrekken: 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Toedienen op geleide van het effect Oplaaddosis: 0,25-1 mg/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: 2,5-15 microg/kg/min Zie doseringsschema esketamine Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt anesthetisch en sterk analgetisch, ademhaling en reflexen blijven behouden, tevens sympathicomimetisch Indicatie: inleiding en onderhoud van anesthesie; status asthmaticus, niet reagerend op de gebruikelijke therapie Contraindicatie: hypertensie, ernstige vaatafwijkingen, angina pectoris, infecties bovenste luchtwegen, psychiatrische ziektebeelden met neiging tot hyperventilatie, epilepsie Bijwerking: hypertensie, prikkeling van de ademhaling, tonisch-clonische bewegingen, verhoging intracraniale en intraoculaire druk, tachycardieën, opwinding en desorientatie in de herstelfase Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 226 Esketamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (5 mg/ml) Rekendosering: 8,4 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 2 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg 2,5 0,1 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8 0,9 1,5 5 0,1 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 3,0 7,5 0,2 0,5 0,9 1,4 1,8 2,3 2,7 4,5 10 0,2 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 3,6 6,0 12,5 0,3 0,8 1,5 2,3 3,0 3,8 4,5 7,5 15 0,4 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5 5,4 9,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esketamine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 227 Esmolol Merknaam Brevibloc® Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) esmolol-hydrochloride F.T.G. ß-blokkers Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (10 mg/ml), in 15-30 seconden. Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp esmolol Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amikacine, amiodaron, ampicilline, benzylpenicilline, calciumchloride, cefazoline, ceftazidim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, cotrimoxazol, digoxine, dopamine, enalaprilaat, erythromycine, famotidine, fentanyl, fenytoine, fosfaat, gentamicine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, metronidazol, midazolam, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, piperacilline, propofol, ranitidine, streptomycine, tobramycine, vancomycine, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met atracurium, dobutamine, heparine, theofylline Y-site - furosemide Infuus Bijzonderheden - diazepam, procainamide, thiopental - Esmolol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Esmolol kan pijn en tromboflebitis veroorzaken op de plaats van injectie. - Acute reacties Roodheid op injectieplaats. Zelden, ten gevolge van extravasatie: huidnecrose. Bijwerkingen Hypotensie, transpireren, misselijkheid, braken, hoofdpijn, ontstekingen, bradycardie, post-operatieve bronchospasmen. Zelden: angst, verminderde eetlust, obstipatie, urineretentie, oedemen, benauwdheid, spraakstoornissen, visusstoornissen, koortsperioden. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esmolol' Datum Wijziging 01-02-2005 Extra waarschuwing van de fabrikant dat onverdund toedienen van het concentraat (2500 mg=10 ml) kan leiden tot ernstig en soms dodelijk hartfalen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 228 01-02-2008 Ampullen 2500 mg = 10 ml concentraat uit de handel. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 229 Esmolol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 5 ampullen (50 ml = 500 mg) op, onverdund. De eindconcentratie is 10 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect - Oplaaddosis: 500 microg/kg in 1 minuut - Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 20-50 ml/uur (50-200 microg/kg/min volgens onderstaand schema: A: 50 microg/kg/min gedurende 4 minuten, indien voldoende effect pompstand handhaven. B: Indien onvoldoende effect, oplaaddosis herhalen en verdergaan bij A, waarbij de onderhoudsdosis steeds met 50 microg/kg/min verhoogd wordt (maximaal 200 microg/kg/min)) Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart, vermindert het hartminuutvolume en het cardiale zuurstofverbruik met een halfwaardetijd van ongeveer 9 minuten Indicatie: supraventriculaire tachycardie, sinustachycardie Contraindicatie: 'Sick-sinus'-syndroom, 2e- en 3e graads AV-blok Bijwerking: hypotensie, bradycardie, transpireren, misselijkheid, hoofdpijn, tromboflebitis Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esmolol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2008 Ampullen 2500 mg = 10 ml uit de handel. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 230 Esomeprazol Merknaam Nexium® Afleveringsvorm Ampul met 40 mg esomeprazol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Secretieremmende middelen, protonpompremmers Oplosmiddel NaCl 0,9% Bereiden Los 40 mg esomeprazol op in 5 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 8 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 12 uur bij 20°C Bijzonderheden - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in minimaal 3 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan maximaal 100 ml NaCl 0,9% in 10-30 minuten Esomeprazol mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. De pH van de oplossing is ongeveer 10-11. De stabiliteit van de esomeprazol is afhankelijk van de pH. Daarom mogen geen andere oplossingen anders dan NaCl 0.9% gebruikt worden voor de bereiding en mag het volume waarin 1 ampul wordt opgelost niet groter zijn dan 100 ml en niet kleiner dan 5 ml. Acute reacties Zelden: urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen, koorts, erythema multiforme, interstitiële nefritis. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, hoofdpijn. Ten gevolge van hoge doseringen: visus- en gehoorstoornissen, koortsaanvallen, vasculitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2004 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esomeprazol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 231 Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 40 mg esomeprazol op in 50 ml NaCl 0,9% De concentratie is 0,8 mg/ml Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp De toedieningssnelheid is 8 mg/uur (pompstand: 10 ml/uur) Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-05-2010 geen Werking: remming van de maagzuursecretie Indicatie: ulcus duodeni, ulcus ventriculi, reflux-oesophagitis Bijwerking: hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik, flatulentie, huidreacties, duizeligheid, koorts, wazig zien Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Esomeprazol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 232 Ethanol 96% Merknaam Alcohol 96% Afleveringsvorm Ampul met 3,8 gram = 5 ml. Bevat per ml: 0,96 ml ethanol, overeenkomend met 775 mg F.T.G. Antidota Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een concentratie van 100 mg/ml Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5% Bijzonderheden Ethanol wordt toegepast in de behandeling van methanol- en ethyleenglycolintoxicaties. Gestreefd wordt naar een plasmaconcentratie van 1000 mg/l (= 1 promille). Meestal is eerst een oplaaddosis nodig. Bijwerkingen Tromboflebitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ethanol 96%' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-05-2011 Ethanol 96% (was 97%). Merknaam en afleveringsvorm aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 233 Etomidaat Merknaam Etomidaat Lipuro® Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 10 ml (2 mg/ml) etomidaat, emulsie voor injectie F.T.G. Algemene anaesthetica Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 30 seconden Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Bijzonderheden - - Om spiertrekkingen te voorkomen dient vóór de toediening van etomidaat, diazepam (im/iv) te worden toegediend. Diazepam dient im 1 uur en iv 10 minuten voor etomidaat gegeven te worden Schudden voor gebruik Etomidaat mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen toegediend worden Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: bronchospasmen, anafylactische reacties. Met name bij hoge dosis: apnoe Bijwerkingen Spiertrekkingen, ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Etomidaat' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2013 Bijzonderheden, tekst aangepast: - Om spiertrekkingen te voorkomen dient vóór de toediening van etomidaat, diazepam (im/iv) te worden toegediend. Diazepam dient im 1 uur en iv 10 minuten voor etomidaat gegeven te worden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 234 Parenteralia F Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 235 Factor VII Merknaam Proconvertine Afleveringsvorm Flacon met 600 IE factor VII F.T.G. Haemostatica Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden - Los 600 IE factor VII op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 60 IE/ml Zet de flacon met oplosmiddel bovenop de flacon met factor VII met behulp van de transfernaald Het oplosmiddel wordt door het vacuum naar de flacon met factor VII toegetrokken Verwijder de naald uit de flacon met factor VII en zwenk voorzichtig totdat al het poeder is opgelost Steek de bijgeleverde ontluchtingsnaald in de flacon om eventueel ontstaan schuim te laten verdwijnen. Verwijder deze naald Trek voor toedienen de benodigde vloeistof op met behulp van de bijgeleverde filternaald Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau VPK Houdbaarheid Direct na reconstitutie toedienen Acute reacties Overgevoeligheidsreacties Bijwerkingen Misselijkheid, braken, dyspnoe, trombo-embolische complicaties Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2012 geen Intraveneus als bolusinjectie: in 2-5 minuten Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 236 Factor VII, eptacog alfa Merknaam NovoSeven®, Eptacog alfa Afleveringsvorm Flacon met 50 KIE (1 mg) en flacon met 250 KIE (5 mg) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Haemostatica Oplosmiddel Het bijgeleverde oplosmiddel bevat histidine, zoutzuur, natriumhydroxide en water voor injecties Bereiden Los 50 KIE (1 mg) factor VII op in 1,1 ml oplosmiddel. De concentratie is 50 KIE/ml (1 mg/ml). Los 250 KIE (5 mg) factor VII op in 5,2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml. Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-5 minuten toedienen. Factor VII moet met behulp van bijgeleverde wegwerpspuit worden toegediend Als continu infuus: zie spuitenpompprotocol voor volwassenen Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 4°C in bijgeleverde wegwerpspuit Bijzonderheden - Eptacog alfa mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. 1 KIE factor VII is gelijk aan 1000 IE (Internationale Eenheden). NovoSeven® is geproduceerd door middel van recombinant DNAtechnologie. Het bijgevoegde oplosmiddel dient voorzichtig aan het poeder te worden toegevoegd Na toevoegen mengen door middel van zwenken in plaats van schudden Acute reacties Allergische reacties. Bijwerkingen Arteriële of veneuze trombotische complicaties, bloedingen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-06-2003 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII, eptacog alfa' Datum Wijziging 01-12-2006 Overgegaan op 1,2 mg omdat hiermee voor alle gewichtscategorieën de dosering zonder spillage kan plaatsvinden. 01-12-2008 De afleveringsvorm is gewijzigd in 50 KIE (1 mg), zie ook wijziging bij bereiden. 01-10-2009 Toegevoegd aan afleveringsvorm: flacon met 250 KIE (5 mg) poeder voor injectievloeistof, zie ook toevoeging bij Bereiden. 01-07-2011 Bereiden: Los 50 KIE (1 mg) factor VII op in 1,1 ml oplosmiddel. Los 250 KIE (5 mg) factor VII op in 5,2 ml oplosmiddel. Toedieningsroute: Factor VII moet met behulp van bijgeleverde wegwerpspuit worden toegediend. Bijzonderheden: Eptacog alfa mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. 01-11-2011 Oplosmiddel gewijzigd: Het bijgeleverde oplosmiddel bevat histidine, zoutzuur, natriumhydroxide en water voor injecties. Bij Toedieningsroute toegevoegd: Als continu infuus. Zie spuitenpompprotocol voor volwassenen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 237 01-02-2012 Bijzonderheden: - Het bijgevoegde oplosmiddel dient voorzichtig aan het poeder te worden toegevoegd. – Na toevoegen mengen door middel van zwenken in plaats van schudden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 238 Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 4 ampullen van 5 mg op in het bijgeleverde oplosmiddel. Trek op in een spuit De oplossing bevat 20 ml = 20 mg eptacog (1 mg/ml) Bereken de gewenste pompstand aan de hand van de dosering per 24 uur Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen zijn 15-40 microgram/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VII, eptacog alfa, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 239 Factor VIII Merknaam Octocog, Advate® Afleveringsvorm Flacon met 500 IE en 1000 IE factor VIII poeder voor injectievloeistof F.T.G. Haemostatica Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 500 IE en 1000 IE factor VIII op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 100 IE/ml respectievelijk 200 IE/ml. Om schuimvorming te voorkomen dient de flacon tijdens het oplossen niet te worden geschud. Toedieningsroute Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 1000 IE/minuut Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 3 uur bij 20°C Bewaren van de oplossing bij 4°C kan tot neerslagvorming leiden. Bijzonderheden - - Factor VIII mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Advate® is geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie en is plasma- en albuminevrij. Het kan tot 10 minuten duren, tot het poeder volledig is opgelost. Voor en tijdens toediening moet de polsslag bewaakt worden. Verlaag bij een significante stijging van de polsslag de toedieningssnelheid tot de symptomen verdwijnen of onderbreek tijdelijk de toediening. Advate mag gedurende een periode van maximaal 6 maanden bij kamertermperatuur (max 25°C) bewaard worden. Na bewaren bij kamertemperatuur niet opnieuw in de koelkast bewaren. Acute reacties Allergische reacties als urticaria, anafylactische shock. Bijwerkingen Ontsteking op injectieplaats, koorts, misselijkheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VIII' Datum Wijziging 01-04-2004 Recombinate® is vervangen door Advate® , dat eveneens is geproduceerd door middel van recombinant DNA-technologie, maar dat tevens plasma- en albuminevrij is. 01-12-2004 Toedieningsroute gewijzigd: intraveneus als injectie en onverdund. 01-08-2007 Aafact is verwijderd. Verder een wijziging bij de concentratie (kopje Bereiden) en een toevoeging bij het kopje Bijzonderheden over bewaking van de polsslag. 01-05-2010 Bijzonderheden toegevoegd: Advate mag gedurende een periode van maximaal 6 maanden bij kamertermpertuur (max 25°C) bewaard worden. Na bewaren bij kamertermperatuur niet opnieuw in de koelkast bewaren. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 240 Factor VIII/von Willebrandfactor Merknaam Haemate P® Afleveringsvorm Ampul met 250, 500 en 1000 IE factor VIII + 600, 1200 en 2400 IE von Willebrandfactor, ristocetine-cofactor, poeder voor injectievloeistof F.T.G. Haemostatica Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Breng de flacon met poeder voor injectievloeistof en het oplosmiddel op kamertemperatuur voor oplossen. Los 250, 500 of 1000 IE Factor VIII/von Willebrandfactor op in 5, 10 of 15 ml oplosmiddel. De concentratie per ml is respectievelijk 50/120 IE, 50/120 IE en 67/160 IE Factor VIII/von Willebrandfactor. Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden, om schuimvorming te voorkomen. Toedieningsroute - Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4 ml/minuut Intraveneus als infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4 ml/minuut Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Infusie: VPK Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen. Bijzonderheden - - Factor VIII/von Willebrandfactor mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend Naflushen kan eventueel met water voor injectie Het kan tot 10 minuten duren, totdat het eiwit volledig is opgelost tot een heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing In verband met de eventuele aanwezigheid van enige niet geheel opgeloste vlokjes is het noodzakelijk de oplossing ofwel door een filternaald te filtreren, waarna deze direct intraveneus kan worden toegediend, ofwel toe te dienen met behulp van een toedieningssysteem dat voorzien is van een filter Haemate P: filter wordt bijgeleverd bij verpakking Acute reacties Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen of frequente toediening: hemolyse. Ten gevolge van langdurig gebruik: antistoffen tegen antihemofiliefactor. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor VIII/von Willebrandfactor' Datum Wijziging 01-06-2008 Afleveringsvorm is uitgebreid met 1000 IE. Bereiden: oplossen in 5, 10 of 15 ml oplosmiddel. De concentratie per ml is resp. 50/120, 50/120 en 67/160 IE. 01-07-2012 Bijzonderheden toegevoegd: Naflushen kan eventueel met water voor injectie. Haemate P: filter wordt bijgeleverd bij verpakking. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 241 Factor IX Merknaam Benefix®, Nonacog alfa Afleveringsvorm Flacon met 500, 1000 en 2000 IE factor IX, recombinante stollingsfactor IX, poeder voor injectievloeistof F.T.G. Haemostatica Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Breng de flacon met poeder voor injectievloeistof en het oplosmiddel op kamertemperatuur voor oplossen. Los 500, 1000 en 2000 IE factor IX op in resp. 5, 10 en 20 ml oplosmiddel. De concentratie is 100 IE/ml. Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden, om schuimvorming te voorkomen. Toedieningsroute Intraveneus als injectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 4 ml/minuut Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 3 uur bij 20°C Bijzonderheden Factor IX mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Acute reacties Allergische reacties. Bijwerkingen Brandend gevoel in kaak en schedel, ijlhoofdigheid, veranderde smaakzin, hoofdpijn, duizeligheid, droge hoest/niezen, koorts. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Factor IX' Datum Wijziging 01-03-2013 Afleveringsvorm en Bereiden: toegevoegd 2000 IE factor IX. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 242 Fenobarbital Merknaam Fenobarbital Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) fenobarbital (als natriumzout) F.T.G. Anti-epileptica, barbituraten Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 50 mg/minuut Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml Kinderen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 30 mg/minuut Intraveneus als infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,5 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 1 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK I.V.: VPK-arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Bijzonderheden - - Fenobarbital mag niet tegelijk worden toegediend met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen. Fenobarbital is opgelost in een mengsel van propyleenglycol, alcohol en water. Verdunnen in een te klein volume kan resulteren in het neerslaan van fenobarbital. Intramusculaire toediening heeft niet de voorkeur: de injectie is pijnlijk. De pH van de oplossing is ongeveer 8. Bijwerkingen Ten gevolge van snelle intraveneuze injectie: ademhalingsdepressie, laryngospasme, hypotensie, apnoe, shock. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenobarbital' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 243 Fenol in water Merknaam Fenol in water Afleveringsvorm Ampul met 300 mg = 5 ml (60 mg/ml, 6%) fenol in water injectievloeistof F.T.G. Neurolytica Toedieningsroute Perineuraal, epiduraal: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijwerkingen Ten gevolge van absorptie: tremoren, convulsies, albuminerie, shock. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenol in water' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 244 Fentanyl Merknaam Fentanyl Afleveringsvorm Ampul met 100 microg = 2 ml en 500 microg = 10 ml (50 microg/ml) fentanyl (als diwaterstofcitraat) F.T.G. Analgetica, opioiden Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: G-VPK Houdbaarheid Onverdund: 24 uur bij 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1-2 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp fentanyl Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - ampicilline, calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim, cefuroxim, clindamycine, dexamethason, dexmedetomidinehydrochloride, digoxine, dobutamne, dopamine, enalaprilaat, esmolol, furosemide, gentamicine, hydrocortison, labetalol, levofloxacine, lorazepam, milrinon, natriumbicarbonaat, nicardipine, nitroglycerine, norepinefrine, pancuronium, propofol, ranitidine, remifentanyl, rocuronium, theofylline, thiopental, tobramycine, vancomycine, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met Bijzonderheden atracurium, atropine, bupivacaine, chloorpromazine, cimetidine, droperidol, epinefrine, heparine, kaliumchloride, metoclopramide, midazolam, morfine, pethidine, promethazine, ropivacaine, scopolamine Infuus - fluorouracil, pentobarbital - Fentanyl dient onder bewaking van de ademhaling en circulatie te worden toegediend. Fentanyl valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Intramusculaire toediening met 1-2 ml fentanyl is mogelijk. - Acute reacties Urticaria, pruritus, anafylactische reacties, bronchospasmen. Bijwerkingen Spierrigiditeit, ademhalingsdepressie, apnoe, hypotensie, bradycardie, misselijkheid, braken, duizeligheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl' Datum Wijziging 01-04-2006 Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: propofol. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 245 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: dexmedetomidinehydrochloride, levofloxacine, lorazepam, nicardipine, remifentanyl, rocuronium. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: ropivacaine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 246 Fentanyl, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 1 tot 5 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken, onverdund De eindconcentratie is 50 microg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosering: 2-10 ml, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 1-6 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis Bijwerking: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, spierrigiditeit, misselijkheid Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 247 Fentanyl, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 100 microg = 2 ml fentanyl toe aan 8 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 10 microg/ml, 10 ml > 5 kg: Onverdund toedienen, trek 1-5 ampullen op (afhankelijk van de pompstand). De eindconcentratie is 50 microg/ml. Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. < 5 kg: Oplaaddosering: 2-3 microg/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 1-5 microg/kg/uur > 5 kg: Oplaaddosering: 2-3 microg/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 1-5 microg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding Contraindicatie: slechte longfuctie, voorzichtigheid bij myasthenia gravis Bijwerking: ademhalingsdepressie, apnoe, bradycardie, hypotensie, spierrigiditeit, misselijkheid Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 248 Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 microg/ml) Rekendosering: 1 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/uur ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 4 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 5 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 249 Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (50 microg/ml) Rekendosering: 5 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/uur ml/uur 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 1,0 2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,2 2,0 3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 1,8 3,0 4 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 2,4 2,4 4,0 5 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,0 5,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 250 Fentanyl/droperidol Merknaam Thalamonal® Afleveringsvorm Ampul met 0,1/5 mg = 2 ml (0,05/2,5 mg/ml) fentanyl (als diwaterstofcitraat)/droperidol F.T.G. Algemene anaesthetica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: IC-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Infuusvloeistoffen Glucose 5% Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut (= 0,05/2,5 mg) Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - heparine, hydrocortison, kaliumchloride Infuus - Onverenigbaar met natriumbicarbonaat, scopolamine Infuus - heparine, pentobarbital Bijzonderheden - Valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Bevat mannitol en wijnsteenzuur. Fentanyl heeft een werkingsduur van 30 minuten en droperidol van 4-8 uur. Acute reacties Zelden: urticaria, pruritus, bronchospasmen, anafylactische shock. Bijwerkingen Ademdepressie, bradycardie, orthostatische hypotensie, bronchospasmen, spierrigiditeit, extrapiramidale verschijnselen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentanyl/droperidol' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 251 Fentolamine Merknaam Regitine® Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) fentolamine-mesilaat F.T.G. Sympathicolytica Toedieningsroute - - Subcutaan: bij extravasatie van sympathicomimetica, 5-10 mg in 10 ml NaCl 0,9% Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5%, de toedieningssnelheid is 0,1-2 mg/minuut, toedienen op geleide van de bloeddruk Intracaverneus: in combinatie met papaverine Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau S.C.: arts I.M./I.V.: IC-arts Intracaverneus: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amiodaron Infuus - dobutamine, norepinefrine, papaverine, verapamil Onverenigbaar met IJzerzouten, alkalische oplossingen Bijzonderheden - Acute reacties Hypotensie. Bijwerkingen Tachycardie, aritmieën. Zelden: myocardinfarct, cerebrovasculaire spasme en afsluiting (vooral door hypertensieve periodes), angineuze pijnen. Na intracaverneuze toediening: priapisme, paresthesieën, oppervlakkige hematoma, orgasme- en ejaculatiestoornissen, fibrose. Duizeligheid, zwakte, misselijkheid, braken, diarree, congestie van neusslijmvlies, plotselinge roodheid van het gezicht. Zelden: pijn op de borst. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2011 Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reakties veroorzaken. Fentolamine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fentolamine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-03-2011 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5%, de toedieningssnelheid is 0,1-2 mg/minuut, toedienen op geleide van de bloeddruk. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 252 Fenylefrine Merknaam Fenylefrine Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) fenylefrine-hydrochloride F.T.G. Sympathicomimetica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK I.V.: G-VPK-arts Infusie: G-VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Subcutaan: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,02-1 mg/ml Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - famotidine, haloperidol, zidovudine Infuus - amiodaron, benzylpenicilline, calciumgluconaat, chlooramfenicol, dobutamine, doxapram, fenobarbital, heparine, kaliumchloride, kanamycine, lidocaine, natriumbicarbonaat Onverenigbaar met Fenytoine, thiopental Bijwerkingen Hypertensie, braken, hoofdpijn, reflexbradycardie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenylefrine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 253 Fenytoine Merknaam Epanutin® Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 5 ml (50 mg/ml) fenytoine-natrium F.T.G. Anti-epileptica, anti-aritmica Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: langzaam toedienen, toedieningssnelheid niet hoger dan 50 mg/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50-100 ml NaCl 0,9% (maximale concentratie is 10 mg/ml) toedienen. Toedienen onmiddellijk na klaarmaken en binnen 1 uur voltooid. De infuusoplossing dient niet gekoeld te worden Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 10 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 1 uur toedienen. Bij 4°C kan fenytoine in infuusvloeistof uitkristalliseren. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - - Fenytoine dient niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen te worden toegediend. De pH is ±12. Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. Iedere intraveneuze toediening dient gevolgd te worden door toediening van fysiologisch zout. Bevat 0,2 mmol natrium per ml. Bevat tetraglycol en natriumedetaat. Wanneer de injectievloeistof wordt toegevoegd aan infusievloeistoffen, kan fenytoine neerslaan. Indien niet helder, niet toedienen. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, allergische reacties. Bijwerkingen Tromboflebitis, cardiovasculaire collaps, koorts, duizeligheid, ataxie, nystagmus, spraakstoornissen, tremor van de handen. Ten gevolge van te snelle toediening: hypotensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fenytoine' Datum Wijziging 01-12-2008 Wijziging merknaam in Diphantoine® 01-01-2011 Merknaam: Epanutin. Toedieningsroute Volwassenen: Intraveneus als bolusinjectie: langzaam toedienen, toedieningssnelheid niet hoger dan 50 mg per minuut. Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50-100 ml NaCl 0,9% (maximale concentratie is 10 mg/ml) toedienen. Toedienen onmiddellijk na klaarmaken en binnen 1 uur voltooid. De infuusoplossing dient niet gekoeld te worden. Kinderen: (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 10 mg/ml). Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 1 uur toedienen. Bijzonderheden: De pH is ±12. Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. Iedere intraveneuze toediening dient gevolgd te worden door toediening van fysiologisch zout. Bevat tetraglycol en natriumedetaat. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 254 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 255 Ferricarboxymaltose Zie IJzer(III)carboxymaltose Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-05-2012 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ferricarboxymaltose' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 256 Fibrinogeen Merknaam Haemocomplettan®P Afleveringsvorm Flacon met 1 g fibrinogeen F.T.G. Haemostatica Oplosmiddel Water voor injecties (50 ml) Bereiden Los 1gram fibrinogeen op in 50 ml water voor injecties. De concentratie bedraagt tenminste 18 mg/ml. Toedieningsroute Intraveneus via injectie of infuus. De injectie- of infusiesnelheid mag niet hoger zijn dan 5 ml/min Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na het oplossen dient het product onmiddellijk toegediend te worden. Infuusvloeistoffen Water voor injecties Bijzonderheden - - - Fibrinogeen mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen en moet via een aparte infusielijn toegediend worden In geval van patiënten met een neiging tot overgevoeligheidsreacties, dienen antihistaminica en corticosteroïden profylactisch toegediend te worden Patiënten aan wie fibrinogeen is toegediend, dienen nauwkeurig te worden geobserveerd met betrekking tot tekenen van trombose of intravasale stolling (DIC+disseminated intravascular coagulation) Regelmatige bepaling van de plasma fibrinogeenspiegel tijdens de behandeling is aangewezen om overdosering te voorkomen Acute reacties Allergische/anafylactische reacties, trombose of intravasale stolling Bijwerkingen Allergische of anafylactische reacties en/of verhoging lichaamstemperatuur, trombo-embolische complicaties (waaronder myocardinfarct en longembolie) Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2006 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fibrinogeen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 257 Filgrastim Merknaam G-CSF, Zarzio® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 300 microgram = 0,5 ml filgrastim F.T.G. Hematopoetische groeifactoren Toedieningsroute Volwassenen - Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml glucose 5% tot een concentratie van tenminste 2 microg/ml, in 30 minuten Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% tot een concentratie van minimaal 2 microg/ml, in 24 uur Bij verdunning tot een concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum albumine te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml. Kinderen - - Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose 5% tot een concentratie van 15 microg/ml, in 30 minuten (minimale concentratie is 2 microg/ml) Bij verdunning tot een concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum albumine te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml. Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.V.: VPK Houdbaarheid In de koelkast bewaren. Flacons mogen maximaal 6 uur buiten de koelkast bewaard worden. Na verdunnen in glucose 5%: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met aciclovir, allopurinol, amikacine, ampicilline, bleomycine, bumetanide, buprenorfine, calciumgluconaat, carboplatin, carmustine, cefazoline, ceftazidim, chloorpromazine, cimetidine, cisplatine, co-trimoxazol, cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine, daunorubicine, dexamethason, doxorubicine, doxycycline, droperidol, enalaprilaat, famotidine, fluconazol, fludarabine, folinezuur, ganciclovir, gentamicine, haloperidol, hydrocortison, idarubicine, ifosfamide, imipenem, kaliumchloride, lorazepam, melfalan, mercapto-ethaansulfonzuur, methotrexaat, metoclopramide, mitoxanthrone, morfine, natriumbicarbonaat, netilmicine, ondansetron, pethidine, promethazine, ranitidine, theofylline, tobramycine, vancomycine, vinblastine, vincristine, zidovudine Y-site - amfotericine B, cefotaxim, ceftriaxon, cefuroxim, clindamycine, dactinomycine, etoposide, fluorouracil, furosemide, heparine, mannnitol, methylprednisolon, metronidazol, mitomycine, piperacilline, thiotepa Infuus - natriumchloride Bijzonderheden - Bevat polysorbaat en mannitol. Subcutane toediening verdient de voorkeur. Acute reacties Zelden: allergische reacties, irritatie rond injectieplaats. Bijwerkingen Spier- en skeletpijn, dysurie, leverfunctiestoornissen, hypotensie, ontsteking van de huidvaten, proteïnurie en hematurie. Zelden: mictiestoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 258 Laatste wijziging: 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Filgrastim' Datum Wijziging 01-03-2010 Afleveringsvorm is gewijzigd van flacon in wegwerpspuit met 300 microgram = 0,5 ml. filgrastim. Bij Houdbaarheid toegevoegd: In de koelkast bewaren. 01-11-2011 Merknaam veranderd: Zarzio, was Neupogen 01-01-2013 Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter. 01-02-2014 Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen: Bij verdunning tot een concentratie < 15 µg/ml dient humaan serum albumine te worden toegevoegd tot een concentratie van 2 mg/ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 259 Flecainide Merknaam Tambocor® Afleveringsvorm Ampul met 150 mg = 15 ml (10 mg/ml) flecaïnide-acetaat F.T.G. Anti-aritmica Toedieningsroute - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 2 mg/kg, de toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/10 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml glucose 5% in tenminste 10 minuten. De toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/10 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp flecaïnide Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Kaliumchloride Onverenigbaar met Natriumchloride, Ringerlactaat Bijzonderheden Flecainide moet onder bewaking van hemodynamische parameters en het ECG worden toegediend. Acute reacties Flushing. Bijwerkingen Duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken, visusstoornissen, dyspnoe, vermoeidheid, tremor, nervositeit, aritmieën, angina pectoris. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide' Datum Wijziging 01-02-2004 Bij toedieningsroute toegevoegd: Intraveneus als kortlopend infuus. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 260 Flecainide, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 1 ampul (15 ml=150 mg) met 35 ml glucose 5% De eindconcentratie is 3 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren volgens schema in afnemende dosering, op geleide van het effect Zie doseringsschema flecainide Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: verhoogt de prikkeldrempel van het hart, vertraagt de prikkelgeleiding en verlengt de refractaire periode, negatief inotroop Indicatie: o.a. bij ventriculaire tachycardie en extrasystolie, AV-nodale reentry tachycardie, WPW syndroom en andere stoornissen met anomale bundels en antero- of retrograde geleiding Contraindicatie: ernstige of manifeste decompensatio cordis Bijwerkingen: duizeligheid, visusstoornissen, paresthesieën, flushing, misselijkheid en braken. Bij hoge dosering kan de contractiekracht afnemen en kan hypotensie optreden Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 261 Flecainide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 3 mg/ml ml/uur Looptijd (min) mg/kg/uur bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg 0 - 30 2 33 40 47 53 60 30 - 90 1,5 25 30 35 40 45 > 90 0,25 4 5 6 7 8 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flecainide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 262 Flucloxacilline Merknaam Floxapen® Afleveringsvorm Flacon met 250 mg en 1000 mg flucloxacilline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Smal-spectrum penicillinen, penicillinase ongevoelig Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor kortlopende of continue infusie mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald) Bereiden Toedieningsroute - Toedienings route grootte flacon toe te voegen water verkregen oplossing eindconcentratie mg I.M. 250 ml ml mg/ml 1,5 1,7 I.M. 1000 3,0 150 3,7 270 I.V./Infusie 250 5 5 50 I.V./Infusie 1000 20 20 50 Intramusculair: onverdund, langzaam Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-4 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 15-30 minuten Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen Intrapleuraal: 500 mg in 5-10 ml NaCl 0,9% Intra-articulair: 500 mg in 2-4 ml water voor injecties Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: arts Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C en 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Onverenigbaar met Amoxicilline, bumetanide, cefuroxim, cimetidine, dexamethason, digoxine, epinefrine, heparine, hydrocortison, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, metronidazol, natriumbicarbonaat, ranitidine Y-site - aminoglycosiden, pethidine Infuus Bijzonderheden - amiodaron, benzylpenicilline, buprenorfine, calciumgluconaat, chloorpromazine, ciprofloxacine, diazepam, dobutamine, erythromycine, metoclopramide, morfine, ofloxacine, promethazine, verapamil - Aan flucloxacilline kan, ter vermindering van de pijn bij i.m. injectie lidocaine 0,5-1% worden toegevoegd. Bevat 2,2 mmol natrium per 1000 mg. - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria, pruritus, anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, braken, diarree. Ten gevolge van hoge doseringen: neutropenie, leukopenie. Beheergegevens Beheerder: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 Agnes Veldkamp pagina 263 Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline' Datum Wijziging 01-02-2003 Toevoeging in bereidingstabel kinderen 10 ml toe te voegen water 01-04-2003 Bij het bereiden en de toedieningsroute kan voor volwassenen en kinderen hetzelfde worden aangehouden 01-04-2004 Toegevoegd bij toedieningsroute: Intraveneus met behulp van spuitenpomp. 01-09-2011 Toegevoegd bij Oplosmiddel: Alleen voor kortlopende of continue infusie mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 264 Flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 3 flacons (= 3 g) flucloxacilline op in 3x 10 ml water voor injecties. Vul aan met 18 ml NaCl 0,9% tot 48 ml. De eindconcentratie is 62,5 mg/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Dosering is afhankelijk van het ziektebeeld Gebruikelijke pompstand is: 4 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2004 geen Werking: bactericide antibioticum Indicatie: infecties met gevoelige micro-organismen Contraindicatie: overgevoeligheid Bijwerking: thromboflebitis, anafylactische reacties Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 265 Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 48 ml = 3 g (62,5 mg/ml) Beheergegevens pompstand dosering ml/uur g/24 uur 2,7 4 4,0 6 5,3 8 6,7 10 8,0 12 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2006 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucloxacilline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 266 Fluconazol Merknaam Diflucan® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 50 ml (2 mg/ml) fluconazol F.T.G. Antimycotica Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in tenminste 5 minuten, de toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30 minuten Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, benzylpenicilline, chloorpromazine, cimitidine, dexamethason, dobutamine, dopamine, droperidol, fenytoine, filgrastim, folinezuur, foscarnet, ganciclovir, hydrocortison, metoclopramide, metronidazol, midazolam, morfine, ondansetron, pethidine, promethazine, tobramycine, vancomycine, zidovudine Infuus - aciclovir, amikacine, gentamicine, heparine, kaliumchloride, metronidazol, morfine, theofylline Onverenigbaar met Amfotericine, ampicilline, calciumgluconaat, cefalosporinen, chlooramfenicol, clindamycine, co-trimoxazol, diazepam, digoxine, erythromycine, furosemide, haloperidol, imipenem, pentamidine, piperacilline, ticarcilline Bijzonderheden - Acute reacties Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Misselijkheid, buikpijn, diarree, hoofdpijn, huiduitslag. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Fluconazol kan zo nodig verdund worden met infuusvloeistof. Bevat 7,5 mmol natrium per flacon. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluconazol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 267 Flucytosine Merknaam Flucytosine® Afleveringsvorm Flacon met 2500 mg = 250 ml (10 mg/ml) flucytosine F.T.G. Antimycotica Toedieningsroute Volwassenen en kinderen Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 30 minuten Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum op verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - Flucytosine kan zo nodig verdund worden. Bij het begin van de behandeling dienen bloedbeeld, leverfunctie en nierfunctie dagelijks te worden gecontroleerd. Flucytosine wordt verwijderd door hemodialyse en peritoneaal dialyse. Bij combinatie van flucytosine met amfotericine B is de kans op bijwerkingen vergroot. Bevat 35 mmol natrium per flacon. Flucytosine dient te worden bewaard tussen 18°C en 25°C. Bewaren beneden 18°C kan uitvlokking ten gevolge hebben. Deze kan worden opgeheven door verwarming gedurende ten hoogste 30 minuten tot maximaal 80°C. Bewaren boven 25°C kan omzetting in het cytostaticum 5-fluorouracil bewerkstelligen (niet zichtbaar). Acute reacties Exantheem, foto-allergische reacties. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, hoofdpijn, slaperigheid, verwardheid, hallucinaties, trombocytopenie, leukopenie, leverfunctiestoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flucytosine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 268 Flufenazine Merknaam Anatensol® Afleveringsvorm Ampul respectievelijk flacon met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) flufenazinedecanoaat F.T.G. Antipsychotica Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, slaperigheid, sufheid, fotosensibilisatie, gewichtstoename, orthostatische hypotensie, gynaecomastie, hyperprolactinemie (galactorroe, amenorroe), impotentie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Bevat sesamolie als oplosmiddel en benzylalcohol als conserveermiddel. Flufenazine kan overgevoeligheidsreacties veroorzaken. Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van 3 tot 4 weken. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flufenazine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 269 Flumazenil Merknaam Anexate® Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 5 ml (0,1 mg/ml) flumazenil F.T.G. Antidota Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: G-VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Bijzonderheden - - Intraveneus als bolusinjectie: 0,2 mg, in 15 seconden Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp flumazenil Omdat na 1-3 uur het effect van de benzodiazepine kan terugkeren (halfwaardetijd is één uur), is bewaking van de patiënt gedurende enkele uren na toediening noodzakelijk. Flumazenil kan zo nodig verdund worden met de toegestane infuusvloeistoffen. Bijwerkingen Misselijkheid, braken. Ten gevolge van snelle injectie: angstgevoelens, hartkloppingen, gevoelens van bedreiging, koude rillingen. Met name bij epileptici of nitrazepam gebruikers: convulsies. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flumazenil' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 270 Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 4 tot 5 ampullen op, afhankelijk van de pompstand, onverdund De eindconcentratie is 0,1 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: aanvankelijk 0,1–0,3 mg onderhoudsdosis 0,1–0,4 mg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: benzodiazepine antagonist Indicatie: bij overdosering van benzodiazepines Contraindicatie: epilepsie. Voorzichtigheid is geboden bij nitrazepamgebruikers Bijwerking: misselijkheid en braken Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2003 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flumazenil, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 271 Fluoresceine Merknaam Fluoresceine Afleveringsvorm Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml, 10%) fluoresceine-dinatrium F.T.G. Diagnostica Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, snel spuiten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Acute reacties Urticaria, anafylactische shock. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, hypersalivatie, rinorroe, koorts, trombocytopenie, pulmoniar oedeem. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2012 Wordt uitsluitend toegepast in de oogheelkunde. Extravasatie is zeer pijnlijk. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluoresceine' Datum Wijziging 01-09-2012 Afleveringsvorm gewijzigd: Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml, 10%) fluoresceïne-dinatrium. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 272 Flupentixol Merknaam Fluanxol Depot® Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 1 ml (20 mg/ml) flupentixol-decanoaat in olie F.T.G. Antipsychotica Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie, initiatiefverlies, vermoeidheid, onrust, slapeloosheid, droge mond, visusstoornissen, gewichtstoename, obstipatie, diarree, hyperprolactinemie (galactorroe, amenorroe), impotentie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Bevat sesamolie als oplosmiddel. Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 2 weken. Flupentixol mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen worden toegediend. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Flupentixol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 273 Fluspirileen Merknaam Imap® Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 1 ml (2 mg/ml) fluspirileen F.T.G. Antipsychotica Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten in de M. glutaeus Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria. Bijwerkingen Extrapiramidale bijwerkingen, convulsies, verergering van depressie, wazig zien, hypotensie, initiatiefverlies, vermoeidheid, misselijkheid, braken, hoofdpijn, slapeloosheid, angst, gewichtstoename. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Bevat benzylalcohol, polysorbaat en polyvinylpyrrolidon (povidon, PVP). Het depotpreparaat heeft een werkingsduur van ongeveer 1 week. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fluspirileen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 274 Folinezuur Merknaam Calciumfolinaat, Rescuvolin® Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) folinezuur (als calciumzout) F.T.G. Antidota Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/minuut Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 150 mg/minuut Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam, de toedieningssnelheid is maximaal 3 mg/kg/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 2 mg/ml, in 30 minuten Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - bleomycine, cyclofosfamide, doxorubicine, filgrastim, fluconazol, fluorouracil, furosemide, heparine, metoclopramide, mitomycine, piperacilline, vinblastine, vincristine Infuus - Onverenigbaar met cisplatine, furosemide Y-site - natriumbicarbonaat Infuus Bijzonderheden - droperidol, foscarnet - Folinezuur wordt toegepast ter vermindering van de toxiciteit van methotrexaat en in combinatie met 5-fluorouracil. In combinatie met 5-fluoruoracil wordt de werking van 5-fluorouracil versterkt. Cave: verwisseling met foliumzuur! De ampullen moeten donker bewaard worden, na verdunnen hoeft de infusievloeistof gedurende de houdbaarheidstermijn van 24 uur niet donker bewaard te worden. - Acute reacties Allergische reacties. Bijwerkingen Koorts. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Folinezuur' Datum Wijziging 01-12-2003 Aanvulling bij het kopje Bijzonderheden over de houdbaarheid van de ampullen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 275 01-06-2009 Merknaam Leucovorin is veranderd in Rescuvolin 01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 276 Foscarnet Merknaam Foscavir® Afleveringsvorm Flacon met 6 gram = 250 ml (24 mg/ml) foscarnetnatrium F.T.G. Antivirale middelen Toedieningsroute - - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund (centrale toediening) of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 12 mg/ml (perifere toediening), in tenminste 1-2 uur Intraveneus als langlopend infuus: onverdund (centrale toediening) of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 12 mg/ml (perifere toediening) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amikacine, ampicilline, benzylpenicilline, cefalosporinen, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, dexamethason, dopamine, erythromycine, fenytoine, fluconazol, flucytosine, furosemide, gentamicine, heparine, hydrocortison, imipenem, metoclopramide, metronidazol, morfine, piperacilline, ranitidine, tobramycine, theofylline Onverenigbaar met Aciclovir, amfotericine B, calciumzouten, co-trimoxazol, diazepam, dobutamine, droperidol, folinezuur, ganciclovir, glucose 30%, haloperidol, lorazepam, midazolam, pentamidine, promethazine, Ringerlactaat, vancomycine Bijzonderheden Foscarnet moet onder bewaking van de nierfunctie worden toegediend. De dosering moet aan de nierfunctie worden aangepast. Nefrotoxiciteit kan worden beperkt door adequate hydratatie. Aangeraden wordt 500-1000 ml NaCl 0,9% toe te dienen per infusie van foscarnet Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Tromboflebitis, reversibele nierfunctiestoornis, nefrotoxiciteit, hoofdpijn, anorexie, misselijkheid, braken, moeheid, huiduitslag, tremor, convulsies, aritmieën, hyper- en hypotensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Foscarnet' Datum Wijziging 01-03-2002 De flacon van 500 ml is uit het assortiment. 01-10-2003 Bijzonderheden: Toedienen van NaCl 0,9% per infusie van foscarnet toegevoegd. 01-04-2004 Toedieningsroute: oplossing kan ook worden toegevoegd aan NaCl 0,9%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 277 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 278 Furosemide Merknaam Lasix® Afleveringsvorm Ampul met 20 mg=2 ml, 40 mg=4 ml en 250 mg=25 ml (10 mg/ml) furosemide F.T.G. Lisdiuretica Toedieningsroute - - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam toedienen, de toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: verdund in NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 4 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp furosemide Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C. Plaatsen in de koelkast kan een neerslag veroorzaken. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat (NaCl 0,9% heeft de voorkeur) Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, famotidine, fentanyl, folinezuur, foscarnet, granisetron, indometacine, lorazepam, norepinefrine, piperacilline, propofol, remifentanyl, tolazoline Infuus - Onverenigbaar met amikacine, ampicilline, atropine, benzylpenicilline, bumetanide, calciumgluconaat, cefuroxim, cimetidine, dexamethason, digoxine, epinefrine, folinezuur, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, kanamycine, lidocaine, meropenem, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, ranitidine, ringerlactaat, scopolamine, theofylline, tobramycine, verapamil Y-site - ascorbinezuur, ciprofloxacine, dobutamine, dopamine, droperidol, esmolol, filgrastim, fluconazol, gentamicine, labetalol, metoclopramide, midazolam, milrinon, morfine, netilmicine, nicardipine, ondansetron, pancuronium, pethidine, protamine, rocuronium, tacrolimus, tetracyclinen, thiopental, vecuronium Infuus Bijzonderheden - amiodaron, bupivacaine, buprenorfine, chloorpromazine, diazepam, doxapram, erythromycine, isoprenaline, mannitol, suxamethonium, thiamine, promethazine - Intramusculaire toediening verdient niet de voorkeur. Vooral bij langdurige behandeling met hoge doseringen kan de electrolytbalans verstoord worden. Geelgekleurde injectievloeistof niet gebruiken. Bij hoge plasmaconcentraties veroorzaakt door snelle intraveneuze toediening, hoge doses of nierfunctiestoornissen kan gehoorverlies en duizeligheid optreden. - Acute reacties Allergische huidreacties. Bijwerkingen Maagdarmstoornissen, hoofdpijn, duizeligheid, orthostatische hypotensie, vaatcollaps, voorbijgaande doofheid en oorsuizen, storingen in electrolytenbalans, hyperglycemie, hyperurikemie. Beheergegevens Beheerder: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 Agnes Veldkamp pagina 279 Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide' Datum Wijziging 01-07-2002 De onverdunde of verdunde oplossing hoeft niet in het donker bewaard te worden. De ampullen moeten buiten invloed van licht bewaard worden, maar 24 uur bij kunstlicht is geen bezwaar. 01-06-2005 Verwijderd bij onverenigbaar met (Y-site): norepinefrine 01-08-2008 Tijdelijk ampullen 250 mg = 25 ml in verband met verbouwing. 01-08-2009 Bij afleveringsvorm ampul met 40 mg = 4 ml. 01-01-2011 Afleveringsvorm: toegevoegd ampul 20 mg=2 ml. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: folinezuur, granisetron, propofol, remifentanyl. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: meropenem, ringerlactaat. Onverenigbaar met Y-site: rocuronium, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: bupivacaine, mannitol, suxamethonium, thamine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 280 Furosemide, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 2 ampullen van 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) optrekken. Het eindvolume is 50 ml (= 500 mg). De eindconcentratie is 10 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening, vaatverwijding kleine circulatie Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis Contraindicatie: anurie, overgevoeligheid, jicht, hyperurikemie Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, duizeligheid, doofheid, hypotensie, spierkrampen, huidreakties Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-08-2008 Tijdelijk ampullen 250 mg = 25 ml in verband met verbouwing. 01-01-2012 Bereiden: 2 ampullen van 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) optrekken. Het eindvolume is 50 ml (= 500 mg). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 281 Furosemide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 10 mg/ml Beheergegevens pompstand dosering ml/uur mg/uur mg/24 uur 0,1 1 24 0,2 2 48 0,4 4 96 0,5 5 120 1,0 10 240 2,0 20 480 2,1 21 500 3,0 30 720 4,0 40 960 4,2 42 1000 5,0 50 1200 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-06-2006 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 282 Furosemide, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Trek 10 ml van een ampul 10 mg/ml; 25 ml op De eindconcentratie is 10 mg/ml of Trek 1 ml van een ampul 10 mg/ml; 2 ml op (= 10 mg) en vul aan met 9 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 1 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,1-1,0 mg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: diuretisch effect binnen enkele minuten na toediening, vaatverwijding kleine circulatie Indicatie: asthma cardiale, oedeem t.g.v. decompensatio cordis Contraindicatie: anurie, overgevoeligheid, jicht, hyperurikemie Bijwerking: verstoring water- en electrolytenbalans, duizeligheid, doofheid, hypotensie, spierkrampen, huidreakties Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Furosemide, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 283 Fysostigmine Merknaam Fysostigmine Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml) fysostigmine-salicylaat F.T.G. Antidota, cholinesteraseremmers Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: IC-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken. Acute reacties Speekselvloed, bronchoconstrictie. Bijwerkingen Braken, bradycardie, convulsies, verlies van controle over sfincter en defaecatie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2011 Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fysostigmine' Datum Wijziging 01-06-2007 Bij Afleveringsvorm: fysostigmine-sulfaat gewijzigd in fysostigmine-salicylaat. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-03-2011 Bij Afleveringsvorm: ampul met 1 mg=1 ml gewijzigd in ampul met 2 mg=2 ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 284 Fytomenadion Merknaam Konakion®, Vitamine K Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) fytomenadion "mixed-micelles" (Konakion®) Ampul met 2 mg = 0,2 ml (10 mg/ml) fytomenadion (Konakion® MM voor kinderen) F.T.G. Haemostatica, Vitamine K-groep Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund: direct toedienen, buiten invloed van licht bewaren. Bijzonderheden - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 1 mg/minuut Fytomenadion dient niet met andere geneesmiddelen te worden toegediend. Bevat lecithine en glycocholzuur. Acute reacties Pijnlijkheid en bloeding op injectieplaats, anafylactische reacties. Bijwerkingen Ten gevolge van te snelle injectie: rood gelaat, transpireren, benauwdheid, cyanose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Fytomenadion' Datum Wijziging 01-07-2011 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus is verwijderd. Tekst monografie is hier verder op aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 285 Parenteralia G Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 286 Gadobutrol Merknaam Gadovist® Afleveringsvorm Oplossing voor injectie 1,0 mmol/ml Wegwerpspuit 10 ml en 20 ml Flacon 30 ml F.T.G. Diagnostica Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau VPK Houdbaarheid Zie verpakking Bijzonderheden Paramagnetisch contrastmiddel (voor MRI) Acute reacties Warmte-, koude- en of pijnsensaties kunnen optreden rond de injectieplaats. Overgevoeligheidsreacties, anafylactische shock. Bijwerkingen Hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie, misselijkheid, braken, kortademigheid, vaatverwijding, convulsies, koude rillingen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2009 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gadobutrol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 287 Ganciclovir Merknaam Cymevene® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg ganciclovir (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Antivirale middelen Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Los 500 mg ganciclovir op in 10 ml water voor injecties De concentratie is 50 mg/ml. Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 1 uur, de toedieningssnelheid is maximaal 10 mg/minuut Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, enalaprilaat, filgrastim, fluconazol Onverenigbaar met foscarnet, ondansetron Bijzonderheden - De pH van de oplossing is 9-11 Vermijd contact met huid en slijmvliezen. Indien dit toch gebeurt, grondig met water en zeep reinigen Ganciclovir mag niet intramusculair of subcutaan worden toegediend vanwege ernstige weefselirritatie door de hoge pH Controle van het bloedbeeld wordt aanbevolen Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria, koorts Bijwerkingen Tromboflebitis, neutropenie, trombocytopenie, convulsies, verwardheid, hoofdpijn, maagdarmstoornissen, oedeem, visusstoornissen, dyspnoe Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ganciclovir' Datum Wijziging 01-02-2012 Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 288 Gelatine, gemodificeerd Merknaam Gelofusine® Afleveringsvorm Zak met 20 gram = 500 ml (40 mg/ml) gemodificeerd gelatine F.T.G. Plasmavervangingsmiddelen Toedieningsroute Intraveneus als infuus: volume en toedieningssnelheid zijn afhankelijk van toestand van de patiënt (500 ml in 5 minuten-6 uur) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Bijzonderheden - Acute reacties Erytheem, urticaria, bronchospasmen. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Koude rillingen, koorts, tachycardie, hypotensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Bevat 0,15 mmol natrium per ml. Bij voorkeur geen koude oplossingen infunderen. Gelatine is mengbaar met NaCl 0,9% en glucose 5%. Oplossingen van gemodificeerd gelatine moeten onder bewaking van hemodynamische parameters, diurese en hematocriet worden toegediend. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gelatine, gemodificeerd' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 289 Gentamicine Merknaam Gentamicine® Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) en 80 mg = 2 ml (40 mg/ml) gentamicine (als sulfaat) F.T.G. Aminoglycosiden Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als kortlopend infuus: elke voorgeschreven dosis toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml) Kinderen - - Intramusculair: onverdund Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1-10 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 40 mg/ml) Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Intrathecaal: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, amiodaron, ciclosporine, daptomycine, enalaprilaat, esmolol, famotidine, fentanyl, filgrastim, foscarnet, granisetron, insuline, labetalol, levofloxacine, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, nicardipine, ondansetron, pancuronium, pantoprazol, piperacilline/tazobactam, remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium, tolazoline, vecuronium, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met acetylcysteine, atracurium, benzylpenicilline, cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, fluconazol, mannitol, meropenem, metronidazol, morfine, ofloxacine, pethidine, ranitidine, verapamil Y-site - allopurinol, fenytoine, furosemide, heparine, hydrocortison, indometacine, penicillinen, propofol, tacrolimus Infuus Bijzonderheden - amfotericine B, cefalosporinen, dopamine, co-trimoxazol - Tijdstip van toediening nauwkeurig vermelden in verband met bloedspiegelbepaling. Bevat methyl- en propylparahydroxybenzoaat, natriumbisulfiet en natriumedetaat. De pH van de oplossing is 4,5. - Acute reacties Rash, urticaria, koorts, bronchospasmen. Gentamicine vertoont kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden. Bijwerkingen Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, braken. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 290 "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Gentamicine' Datum Wijziging 01-04-2007 Bij toediening volwassenen intraveneus: Totale dosis toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% …en bij Bijzonderheden: Tijdstip van toediening nauwkeurig vermelden in verband met bloedspiegelbepaling. 01-08-2007 Piperacilline/tazobactam toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site). 01-05-2009 Toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus: elke voorgeschreven dosis toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30-60 minuten. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: daptomycine, granisetron, levofloxacine, lorazepam, midazolam, nicardipine, pantoprazol, remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: acetylcysteine, mannitol, meropenem. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol, tacrolimus. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 291 Glucagon Merknaam Glucagen® Afleveringsvorm Flacon met 1 mg (= 1E) glucagon (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Antidota, Bloedglucoseverhogende middelen Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 1 mg glucagon op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Bij voorkeur direct voor toedienen bereiden. Onverdund in wegwerpspuit (1 mg/ml): 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen Glucose 5% Bijzonderheden Bevat lactose. Oplosmiddel bevat glycerine met fenol als conserveermiddel. Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, hypokaliëmie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 1 minuut Intraveneus als infuus: (behandeling van overdosering van ßsympathicolytica) toegevoegd aan glucose 5% Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucagon' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 292 Glucarpidase Merknaam Voraxaze® Afleveringsvorm Flacon met 1000 eenheden glucarpidase poeder voor injectievloeistof F.T.G. Bij intoxicatie met methotrexaat Oplosmiddel NaCl 0,9% Bereiden Los 1000 eenheden glucarpidase op in 1 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 1000 eenheden/ml. Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 5 minuten Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 5 minuten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK-arts Houdbaarheid Onverdund (in 1 ml NaCl 0,9%): 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen n.v.t. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Glucarpidase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend Bijzonderheden Een spuit met naald gebruiken dat geschikt is om een klein volume uit een flacon te halen. Minimaal 0,9 ml eruit halen om een adequate hoeveelheid glucarpidase te verkrijgen om goed te kunnen doseren Acute reacties Blozen, paraesthesia, warmvoelen/branderig gevoel Bijwerkingen Hypertensie en arrhythmieën Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucarpidase' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 293 Glucose 40% Merknaam Glucose 40% Afleveringsvorm Fles met 40 gram = 100 ml (400 mg/ml, 40%) glucose F.T.G. Koolhydraten Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 3 ml/minuut (=1,2 gram/minuut) Intraveneus als infuus: de toedieningssnelheid is 3 ml/minuut (=1,2 gram/minuut) Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden Levert 15,7 kJ per 1000 mg. Bijwerkingen Tromboflebitis, hypokaliëmie, hypofosfatemie, hypomagnesiëmie. Ten gevolge van te snelle toediening: glucosurie, hyperglycemie, hyperosmolair coma. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glucose 40%' Datum Wijziging 01-12-2004 Zak met 200 gram = 500 ml is uit de handel Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 294 Glutamine Merknaam Dipeptiven® Afleveringsvorm Flacon met 20 gram = 100 ml L-alanyl-L-glutamine concentraat voor infusie Deze hoeveelheid komt overeen met 13,3 gram L-glutamine per flacon F.T.G. Parenterale voeding Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan tenminste 500 ml NaCl 0,9%, glucose 5% of aminozuuroplossing in tenminste 4 uur Toedieningscategorie Categorie B en C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, aminozuuroplossing Bijzonderheden - Glutamine alleen toedienen op advies van het voedingsteam Glutamine wordt op gezette tijden in de apotheek aan StructoKabiven toegevoegd. Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur. Bevat per ml 82 mg L-alanine en 134,6 mg L-glutamine. Glutamine mag niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. Glutamine kan pijn en tromboflebitis veroorzaken op de plaats van injectie door de hoge osmolariteit van de oplossing. Om de kans hierop te verlagen dient de oplossing bij voorkeur via een centrale vene te worden toegediend in tenminste 4 uur. Acute reacties Bij te snelle infusie kunnen flebitis, koude rillingen, misselijkheid en braken optreden Bijwerkingen Leverfunctiestoornissen Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2004 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glutamine' Datum Wijziging 01-05-2009 Afleveringsvorm: Deze hoeveelheid komt overeen met 13,3 gram L-glutamine per flacon. Bij Bijzonderheden zijn drie nieuwe opmerkingen (1e, 2e en 3e) toegevoegd. 01-12-2009 Het toevoegen van Glutamine aan Structokabiven wordt nu van maandag t/m vrijdag (08.00-13.00 uur) in de apotheek gedaan. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 295 Glycerofosfaat Merknaam Glycophos® Afleveringsvorm Flacon met 20 ml infuusconcentraat, met 216 mg/ml natriumglycerofosfaat (als natriumglycerofosfaat.5H20) F.T.G. Mineralen (fosfaten) Toedieningsroute Volwassenen - - Niet als bolus onverdund toedienen Intraveneus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%, de maximale toediensnelheid is 4,5 mmol/uur gedurende 3 uur, daarna maximaal 2-3,5 mmol/uur Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp protocol glycerofosfaat Kinderen - Niet als bolus onverdund toedienen Intraveneus met behulp van spuitenpomp: de maximale toediensnelheid is 0,05 mmol/kg/uur Zie spuitenpomp protocol glycerofosfaat voor kinderen Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% en glucose 5% Bijzonderheden 1 ml Glycophos bevat 1 mmol fosfaat, 1 mmol glycerol en 2 mmol natrium De osmolariteit is 2760 osmol/kg Acute reacties Overdosering kan leiden tot hyperfosfatemie en hypernatriemie. De symptomen van hypernatriemie treden meestal het eerst op: rusteloosheid, spierzwakte, sufheid, ernstige dorst, convulsies en mogelijk coma. Bij overdosering dient de behandeling direct gestaakt te worden Kinderen: cave aritmieen bij te snelle infusie Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2012 01-11-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat' Datum Wijziging 01-11-2012 Naam aangepast Glycerofosfaat in plaats van Glycerofosforzuur. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 296 Glycerofosfaat, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 20 ml (1 mmol fosfaat/ml) Glycophos met 30 ml NaCl 0,9% of 30 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,4 mmol/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de fosfaatspiegel Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2012 01-02-2013 Indicatie: hypofosfatiëmie Bijwerking: hypocalciëmie (vooral na te snel toedienen), hypomagnesiëmie, maagdarmstoornissen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-12-2012 Naam aangepast Glycerofosfaat in plaats van Glycerofosforzuur. 01-02-2013 Bereiden: Meng 20 ml (1 mmol fosfaat/ml) Glycophos met 30 ml NaCl 0,9% of 30 ml glucose 5%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 297 Glycerofosfaat, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Meng 20 ml Glycophos met 30 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 0,4 mmol/ml, 50 ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de fosfaatspiegel Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Indicatie: hypofostatemie Contraindicatie: voorzichtigheid is geboden bij decompensatio cordis, hypertensie, ernstige nierfuctiestoornis, perifeer oedeem en longoedeem, hypernatriëmie en - kaliëmie Bijwerking: hypocalciëmie (vooral na te snel toedienen), hypomagnesiëmie, maagdarmstoornissen Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2012 01-11-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Glycerofosfaat, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-12-2012 Naam aangepast Glycefosfaat in plaats van Glycerofosforzuur. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 298 Granisetron Merknaam Kytril® Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) granisetron (als hydrochloride) F.T.G. Anti-emetica, 5HT3-receptorantagonisten Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 20-50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 5 minuten Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, amikacine, aztreonam, bleomycine, bumetanide, buprenorfine, calciumfolinaat, calciumgluconaat, carboplatin , carmustine, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim, chloormethine, chloorpromazine, cimetidine, ciprofloxacine, cisplatin, cladribine, clindamycine, co-trimoxazol, cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine, dactinomycine, daunorubicine, dobutamine, dopamine, doxorubicine, doxycycline, droperidol, enalapril, etoposide, filgrastim, fluconazol, fluorouracil, fludarabine, furosemide, ganciclovir, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, idarubicine, ifosfamide, imipenem, kaliumchloride, lorazepam, magnesiumsulfaat, melfalan, mesna, methotrexaat, metoclopramide, metronidazol, mitomycine, mitoxantron, morfine, natriumbicarbonaat, paclitaxel, pethidine, piperacilline, prochloorperazine, promethazine, propofol, ranitidine, teniposide, theofylline, thiotepa, tobramycine, vancomycine, vinblastine, vincristine Infuus - Onverenigbaar met dexamethason, methylprednisolon Y-site - amfotericine B Bijzonderheden - Granisetron mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met andere infuusvloeistfoffen en geneesmiddelen. Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Hoofdpijn, obstipatie. Zelden: allergische reacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2004 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Granisetron' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 299 Parenteralia H Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 300 Haloperidol Merknaam Haldol® Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) haloperidol Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) haloperidol (als decanoaat) "Depot", voor intramusculaire toediening F.T.G. Antipsychotica Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund (5 mg/ml) Intramusculair "Depot": onverdund, diep spuiten Intraveneus als bolusinjectie: onverdund (5 mg/ml) langzaam, de toedieningssnelheid is 5 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp haloperidol Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - cimetidine, dobutamine, dopamine, famotidine, filgrastim, lidocaine, nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron, sufentanil, theofylline Infuus - Onverenigbaar met buprenorfine Y-site - allopurinol, fenytoine (ref. 12), fluconazol, foscarnet, heparine, piperacilline Infuus Bijzonderheden - morfine, nitroprusside - Het depotpreparaat is uitsluitend bestemd voor intramusculaire toediening; het wordt gebruikt in de onderhoudsbehandeling van o.a. psychosen. Het depotpreparaat bevat sesamolie als solvens. Het maximum toe te dienen volume van het depot-preparaat is 3 ml per injectieplaats. Maximale concentraties worden bereikt bij de gewone injectie na 10-20 minuten en bij de depotinjectie na ongeveer 1 week. - Acute reacties Zelden: rash, urticaria, anafylactische shock. Bijwerkingen Slaperigheid, verwardheid, extrapiramidale effecten, initiatiefloosheid, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, hyperprolactinemie. Zelden: orthostatische hypotensie, gewichtstoename, convulsies. Ten gevolge van hoge doseringen: leverfunctiestoornissen, maagdarmklachten. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Haloperidol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 301 Haloperidol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 4 ampullen (4 ml=20 mg) met 46 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,4 mg/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-25 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Werking: werkt antipsychotisch en sederend Indicatie: organische psychosyndromen met agitatie, delier Bijwerking: extrapyrimidale verschijnselen, convulsies, hypotensie, leverfunctiestoornissen, CAVE maligne neuroleptica syndroom Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Haloperidol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 302 Heparine Merknaam Heparine Afleveringsvorm Ampul Ampul Ampul Flacon F.T.G. Anticoagulantia Toedieningsroute - met met met met 1.000 IE = 10 ml (100 IE/ml) heparine-natrium 5.000 IE = 1 ml (5.000 IE/ml) heparine-natrium 25.000 IE = 5 ml (5.000 IE/ml) heparine-natrium 20.000 IE = 50 ml (400 IE/ml) heparine-natrium Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp heparine Intraveneus in injectiepoorten, catheters, e.d.: onverdund Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau S.C./I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, aminofylline, atracurium, calciumgluconaat, ceftazidim, ceftriaxon, chloorpromazine, colistine, daptomycine, dexamethason, epinefrine, fentanyl, folinezuur, foscarbet, furosemide, granisetron, hydroxocobalamine, isoprenaline, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, methylergometrine, midazolam, milrinon, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, ondansetron, oxytocine, pancuronium, pantoprazol, pentazocine, piperacilline, prednisolon, procainamide, propofol, remifentanyl, rocuronium, streptokinase, theofylline, tirofiban, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met amfotericine B, ascorbinezuur, atropine, bumetanide, cefazoline, cefotaxim, cefuroxim, clindamycine, co-trimoxazol, daptomycine, digoxine, dopamine, esmolol, fenylefrine, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, kaliumchloride, meropenem, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, natriumbicarbonaat, neostigmine, ranitidine, suxamethonium, verapamil Y-site - alteplase, amiodaron, amoxicilline, buprenorfine, ciprofloxacine, deferoxamine, diazepam, dihydralazine, dobutamine, doxycycline, droperidol, fenytoine, filgrastim, gentamicine, haloperidol, kanamycine, labetalol, levofloxacine, levomepromazine, methylprednisolon, nicardipine, promethazine, tacrolimus, tobramycine, vancomycine Infuus Bijzonderheden - amikacine, benzylpenicilline, chloorpromazine, erythromycine, hyaluronidase, hydrocortison, insuline, morfine, pethidine, streptomycine, theofylline - Toediening van intraveneus heparine dient te geschieden op geleide van stollingstijden. Effect van heparine wordt geantagoneerd door protaminechloride intraveneus. - Acute reacties Zelden: erytheem, zwelling, jeuk, angio-oedeem, bronchospasmen. Bijwerkingen Bloedingen, haaruitval, huidnecrose, trombocytopenie. Beheergegevens Beheerder: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 Agnes Veldkamp pagina 303 Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine' Datum Wijziging 01-07-2002 Heparine en aminofylline zijn niet verenigbaar als infuus, wel in de Y-site. 01-12-2004 Ampul met 1000 IE = 1 ml is gewijzigd in ampul met 1000 IE = 10 ml. 01-12-2008 Uit het assortiment: ampul met 15 IE = 5 ml (3 IE/ml) heparine-natrium 01-04-2009 Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml 01-07-2010 Toegevoegd aan Verenigbaar met (Infuus): flucloxacilline. 01-07-2011 Afleveringsvorm: uit assortiment Ampul met 10.000 IE = 2 ml (5000 IE/ml) heparine natrium. Toegevoegd: Ampul met 5.000 IE = 1 ml (5.000 IE/ml) heparine natrium en Ampul met 25.000 IE = 5 ml (5.000 IE/ml) heparine natrium. 01-01-2013 Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: aciclovir, chloorpromazine, colistine, daptomycine, dexamethason, folinezuur, foscarnet, granisetron, hydroxocobalamine, magnesiumsulfaat, methylergometrine, midazolam, morfine, ondansetron, pantoprazol, prednisolon, propofol, remifentanyl, rocuronium, theofylline, tirofiban. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: amfotericine B, ascorbinezuur, atropine, clindamycine, co-trimoxazol, daptomycine, digoxine, fenylefrine, fluconazol, furosemide, meropenem, methylprednisolon, metronidazol, neostigmine, suxamethonium. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: buprenorfine, deferoxamine, filgrastim, levofloxacine, levomepromazine, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: chloorpromazine, hyaluronidase, insuline, morfine. Onverenigbaar met Y-site verwijderd: amfotericine B. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 304 Heparine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 1 flacon 20.000 IE/50 ml optrekken, onverdund De eindconcentratie is 400 IE/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de cefalinetijd Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur Oplaaddosis (eventueel): 80 IE/kg of 1 ml=5000 IE (onverdund) heparine als bolusinjectie Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2009 Werking: anticoagulerend, inactiveert stollingsfactoren Indicatie: diep veneuze trombose, longembolie, CAVHD Bijwerking: bloedingen, zelden allergische reakties Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging, ernstige hypertensie, maagof duodenumulcera Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-04-2006 1 flacon 20.000 IE/48 ml optrekken, onverdund. De eindconcentratie is 417 IE/ml. 01-04-2009 Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 305 Heparine, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 5000 IE = 1 ml heparine toe aan 49 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 100 IE/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van de CT. Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosering: 50 IE/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 10-30 IE/kg/uur, afhankelijk van de CT Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: anticoagulerend, inactiveert stollingsfactoren Indicatie: diep veneuze trombose, longembolie, CAVHD Contraindicatie: verhoogde bloedingsneiging, ernstige hypertensie, maagof duodenumulcera, drainage van maag en dunne darm Bijwerking: bloedingen, trombocytopenie, zelden allergische reacties Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 306 Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 400 IE/ml pompstand Beheergegevens dosering ml/uur IE/uur 1,0 400 9.600 1,5 600 14.400 2,0 800 19.200 2,5 1000 24.000 3,0 1200 28.800 3,5 1400 33.600 4,0 1600 38.400 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-06-2004 01-04-2009 IE/24 uur Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-04-2009 Tijdelijk 20.000 IE = 50 ml Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 307 Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (100 IE/ml) Rekendosering: 10 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur IE/kg/uur ml/uur 1 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 10 0,1 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 4,0 5,0 12 0,1 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0 14 0,1 0,7 1,4 2,1 2,8 3,5 4,2 5,6 7,0 16 0,2 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0 4,8 6,4 8,0 18 0,2 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5 5,4 7,2 9,0 20 0,2 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 8,0 10,0 22 0,2 1,1 2,2 3,3 4,4 5,5 6,6 8,8 11,0 24 0,2 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0 7,2 9,6 12,0 26 0,3 1,3 2,6 3,9 5,2 6,5 7,8 10,4 13,0 28 0,3 1,4 2,8 4,2 5,6 7,0 8,4 11,2 14,0 30 0,3 1,5 3,0 4,5 6,0 7,5 9,0 12,0 15,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Heparine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 308 Hepatitis A-vaccin Merknaam Havrix®, Havrix junior® Afleveringsvorm Flacon met 720 E = 0,5 ml (Havrix junior®) en 1440 E = 1 ml (Havrix®)(1440 E/ml) hepatitis A-vaccin F.T.G. Vaccins Toedieningsroute Intramusculair: in de M. deltoideus Voor toediening goed schudden tot een homogene, witte suspensie. Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Bevat geïnactiveerd (dood) hepatitis-A-virus, stam HM 175, gekweekt op MRC-5 menselijke diploïde cellen. Hepatitis A-vaccin kan gelijktijdig met hepatitis B-vaccin of menselijk normaal immunoglobuline worden toegediend. Bevat 2-fenoxyethanol als conserveermiddel. Na primaire vaccinatie wordt gedurende tenminste 1 jaar voldoende bescherming verkregen; na revaccinatie kan dit oplopen tot 10 jaar. 720 E Havrix® komt overeen met 160 E Avaxim®. Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, erytheem, urticaria, oedeem, hypotensie, syncope, angio-oedeem, neuritis. Bijwerkingen Hoofdpijn, malaise, vermoeidheid, koorts, misselijkheid, braken, verminderde eetlust. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis A-vaccin' Datum Wijziging 01-10-2004 Havrix junior toegevoegd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 309 Hepatitis B immunoglobuline Merknaam HepBQuin Afleveringsvorm Flacon met 500 IE = 5 ml (100 IE/ml) Hepatitis B immunoglobuline F.T.G. Immunoglobulinen Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten bij voorkeur in de anterolaterale zijde van de dij of in de M. deltoideus Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 4 uur bij 4°C Bijzonderheden - Bevat glycine. Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het klinisch gebruik is dit geen beletsel. Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur brengen. Toediening moet binnen 48 uur na blootstelling plaatsvinden; daarna is het effect dubieus. Na 7 dagen is toediening zinloos. Voor gebruik van Hepatitis B immunoglobulinen; zie protocol prikaccidenten. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem. Bijwerkingen Koorts. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis B immunoglobuline' Datum Wijziging 01-10-2004 Naamswijziging merknaam. De samenstelling en productiegenschappen zijn niet gewijzigd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 310 Hepatitis B-vaccin Merknaam HB-VAX-Pro® / Fendrix® Afleveringsvorm Flacon met 10 microg = 1 ml (10 microg/ml) hepatitis B-vaccin (HB-VAX-Pro) Flacon met 40 microg = 1 ml of 20 microg = 0,5 ml (20 microg/injectiel) hepatitis B-vaccin (Fendrix) (voor dialyse-patiënten) F.T.G. Vaccins Toedieningsroute - HB-VAX-Pro: subcutaan of intramusculair - Fendrix: intramusculair Flacon voor gebruik goed schudden. Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, erytheem, urticaria, oedeem, hypotensie, syncope, angio-oedeem, neuritis. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Hoofdpijn, malaise, vermoeidheid, koorts, misselijkheid, verminderde eetlust, misselijkheid, braken, diarree, duizeligheid, spierpijn. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2009 Hepatitis B-vaccin kan gelijktijdig met hepatitis A-vaccin of menselijk normaal immunoglobuline worden toegediend. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hepatitis B-vaccin' Datum Wijziging 01-07-2002 Het vaccin bevat geen thiomersal meer als conserveermiddel 01-08-2009 Nieuw Hepatitis B-vaccin Fendrix t.b.v. dialyse-patienten Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 311 Hyaluronidase Merknaam Hyason® Afleveringsvorm Flacon met 150 IE hyaluronidase poeder voor injectievloeistof F.T.G. Ophtalmologica Oplosmiddel NaCl 0,9% Bereiden Los 150 IE hyaluronidase op in 10 ml lidocaine 2% of bupivacaine 0,25-0,5%, de concentratie is 15 IE/ml, of los 150 IE op in 1 ml oplossing NaCl 0,9%, de concentratie is 150 IE/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts Houdbaarheid Binnen een half uur na bereiden toedienen. Peribulbair: onverdund Retrobulbair: onverdund Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Onverenigbaar met Bijzonderheden Amikacine, bupivacaine, lidocaine, natriumbicarbonaat, pentobarbital, thiopental Infuus - epinefrine, heparine - Bevat methyl- en propylhydroxybenzoaat. Hyaluronidase wordt door alcohol geïnactiveerd. Eventuele resten alcohol in injectienaald- en spuit dienen daarom van tevoren te worden verwijderd met water voor injecties. Hyaluronidase wordt ook wel toegepast in geval van extravasatie van cytostatica m.n. vinca-alkaloiden. Subcutane toediening van hyaluronidase is niet geregistreerd. - Acute reacties Lokale irritatie, overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Mogelijk is er een verband tussen het gebruik van hyaluronidase en de ontwikkeling van cystoïd macula oedeem. Ten gevolge van subconjunctivale injectie: visusstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hyaluronidase' Datum Wijziging 01-03-2013 Oplosmiddel: NaCl 0,9% wordt niet meer bijgeleverd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 312 Hydrocortison Merknaam Solu-Cortef® Afleveringsvorm Ampul met 100 mg hydrocortison (als natriumsuccinaat) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Glucocorticoiden Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 100 mg hydrocortison op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 50 mg/ml. Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9% tot een concentratie van 0,1-1 mg/ml Kinderen - - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 60 mg/ml) Intraveneus als continu infuus: verdund met glucose 5% of NaCl 0,9% tot een concentratie van 0,5 mg/ml Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund: 12 uur bij 4°C Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, ampicilline, atropine, betamethason, chloorpromazine, dexamethason, digoxine, droperidol, enalaprilaat, epinefrine, fentanyl, filgrastim, 5-fluorouracil, foscarnet, furosemide, fytomenadion, insuline, isoprenaline, kanamycine, magnesiumsulfaat, morfine, neostigmine, pethidine, procaïnamide, ondansetron, oxytocine, pentazocine, pethidine, piperacilline, prednisolon, propranolol, scopolamine, suxamethonium Infuus - Onverenigbaar met amikacine, benzylpenicilline, calciumchloride, calciumgluconaat, chlooramfenicol, clindamycine, dopamine, erythromycine, famotidine, furosemide, kaliumchloride, lidocaine, natriumbicarbonaat, netilmicine, norepinefrine, theofylline, vancomycine, verapamil Y-site - ciprofloxacine, diazepam, fenytoine, gentamicine, methylprednisolon, midazolam, promethazine Infuus Bijzonderheden - amfotericine B, ampicilline, barbituraten, doxapram, heparine, kanamycine, tetracyclinen - In geval van strenge vloeistofrestrictie kan tot 3 gram aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5% worden toegevoegd. Bij een concentratie hoger dan 1 mg/ml, is de houdbaarheid beperkt tot 4 uur bij 20°C. Het oplosmiddel van Solu-Cortef® bevat benzylalcohol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 313 Acute reacties Erytheem, urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen. Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydrocortison' Datum Wijziging 01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: furosemide. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: gentamicine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 314 Hydroxocobalamine Merknaam Hydrocobamine®, Vitamine B12 Afleveringsvorm Ampul met 1 mg = 2 ml (500 microg/ml) hydroxocobalamine-hydrochloride F.T.G. Vitaminen, cobalamines Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Subcutaan: onverdund, diep spuiten Intramusculair: onverdund Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan glucose 5%, de toedieningssnelheid is 0,6-20 microg/kg/minuut Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Onverenigbaar met Cimetidine, heparine, hydrocortison, kaliumchloride Infuus - ascorbinezuur, chloorpromazine, erythromycine, magnesiumsulfaat Acute reacties Exantheem, eczeem. Zelden: anafylactische shock. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxocobalamine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 315 Hydroxyethylzetmeel Merknaam Haes-Steril®, Voluven® Afleveringsvorm Flacon met 30 gram = 500 ml (60 g/l, 6%) hydroxyethylzetmeel (200/0,5) (Voluven 6%) F.T.G. Plasmavervangingsmiddelen Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund Dosering en snelheid van toediening worden bepaald door bloedverlies en hemoconcentratie. Toedieningssnelheid maximaal 20 ml/kg/24 uur. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Bijzonderheden - Bevat 154 mmol natrium per 1000 ml. In verband met overgevoeligheidsreacties en anafylactische reacties moet de eerste 10-20 ml langzaam en onder controle worden toegediend Hydroxyethylzetmeel is mengbaar met NaCl 0,9% en glucose 5% Niet gebruiken bij patiënten met sepsis en patiënten met ernstige leverziekte Geen eerste keuze middel bij kritisch zieke patienten Acute reacties Zelden: circulatiestoornissen, bronchospasmen, anafylactische shock, hart- en ademstilstand. Bijwerkingen Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen: bloedingscomplicaties, verhoging serumamylase. Zelden: overgevoeligheidsreacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxyethylzetmeel' Datum Wijziging 01-03-2002 Hemohes is vervangen door Voluven. 01-05-2012 Afleveringsvorm: Flacon met 50 gram = 500 ml (100 g/l, 10%) is uit de handel. Tekst is aangepast. 01-07-2013 Bijzonderheden toegevoegd: - Niet gebruiken bij patiënten met sepsis en patiënten met ernstige leverziekte. – Geen eerste keuze middel bij kritisch zieke patiënten (nav nieuwe veiligheidsrichtlijn firma juni 2013). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 316 Hydroxyprogesteron Merknaam Progesteron-Depot JENAPHARM®, Proluton-depot® Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 1 ml (250 mg/ml) hydroxyprogesteroncaproaat F.T.G. Progestagenen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Bijzonderheden - Acute reacties Pijn, roodheid of zwelling op de plaats van injectie Bijwerkingen Pijnlijke borsten, libidoverlies, hoofdpijn, misselijkheid, braken, gewichtsverandering, acne en urticaria. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2009 geen Intramusculair; onverdund Bevat benzylbenzoaat en ricinusolie Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Hydroxyprogesteron' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 317 Parenteralia I Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 318 Ibuprofen Merknaam Neoprofen® Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) ibuprofen F.T.G. Prostaglandinesynthetaseremmers Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie, verdund met een gelijke hoeveelheid milliliters NaCl 0,9% Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Houdbaarheid Aangebroken ampullen direct toedienen Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats. Bijwerkingen Trombocytopenie, neutropenie, intraventriculaire hemorragie, pulmonaire hemorragie, maagdarmhemorragie, hematurie, periventriculaire leukomalacie, bronchopulmonaire dysplasie, hypoxemie, necrotiserende enterocolitis, intestinale perforatie, oligurie, vochtretentie, stijging creatinineconcentratie, afname natriumconcentratie Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2005 01-02-2014 Niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen toedienen. De lijn moet gespoeld worden tussen iedere toediening van een ander geneesmiddel in Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ibuprofen' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Merknaam gewijzigd: Neoprofen. Tekst monografie aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 319 Ibutilide Merknaam Corvert® Afleveringsvorm Flacon met 870 microg = 10 ml ibutilide oplossing voor intraveneuze infusie F.T.G. Anti-aritmica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Bijzonderheden - Acute reacties Pijn op de injectieplaats, ventricularie tachycardie, hypotensie Bijwerkingen Ventriculaire extrasystolen, SV-block, bundeltakblock, bradycardie, supraventriculaire tachycardie, QT-tijd verlenging Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2012 geen Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 50 ml NaCl 0,9% in 10 minuten 87 microgram ibutilide komt overeen met 0,1 mg ibutilidefumaraat Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ibutilide' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 320 IJzer(III)carboxymaltose Merknaam Ferinject® Afleveringsvorm Injectieflacon met 500 mg = 10 ml (50 mg/ml) ijzer(III)carboxymaltose Synoniem: Ferricarboxymaltose F.T.G. Middelen bij anemie Toedieningsroute - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, maximaal 200 mg (4 ml), de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut, na injectie moet de arm van de patient worden gestrekt Intraveneus als druppelinfuus: maximaal 1000 mg, toegevoegd aan 100250 ml NaCl 0,9% in tenminste 15 minuten Vanwege de stabiliteit moet de concentratie na verdunnen tenminste 2 mg ijzer/ml zijn. Ferinject IJzer 2-4 ml 4-10 ml 10-20 ml 100-200 mg 200-500 mg 500-1000 mg Maximale hoeveelheid NaCl 0,9% 50 ml 100 ml 250 ml Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - - Minimale toedieningstijd 6 minuten 15 minuten Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn Bij hemodialysepatienten kan ijzerhydroxidesaccharose complex direct in de veneuze zijde van het extracorporele circuit worden toegediend; de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut Overdosering van ijzer(III)carboxymaltose complex kan worden behandeld met deferoxamine. In geval van nierinsufficientie is hemodialyse noodzakelijk Acute reacties Allergische reacties Bijwerkingen Metaalsmaak, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, buikpijn, constipatie, diarree, braken, reacties op de aanprikplaats, spierpijn, hypotensie, huiduitslag, warmtegevoel, koorts, allergische reacties Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2010 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzer(III)carboxymaltose' Datum Wijziging 01-04-2012 Kopje “Overenigbaarheden” is verwijderd. Bij Bijzonderheden is verwijderd: IJzer(III)carboxymaltose complex mag niet met andere geneesmiddelen en infuusvloeistoffen worden toegediend. 01-05-2012 Afleveringsvorm: Synoniem: ferricarboxymaltose. 01-09-2012 Toedieningsroute: Intraveneus als druppelinfuus: maximaal 1000 mg, toegevoegd aan 100-250 ml NaCl 0,9% in tenminste 15 minuten. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 321 01-12-2013 Bijzonderheden: - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn. Nieuw: Acute reacties: Allergische reacties. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 322 IJzerhydroxidedextraan complex Merknaam CosmoFer® Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) ijzer(III) in de vorm van ijzer(III)hydroxidedextraan complex Synoniem: ferrihydroxidedextraancomplex F.T.G. Middelen bij anemie Toedieningsroute - - - Intramusculair: onverdund tot 2 ml per injectieplaats Intraveneus als druppelinfuus: 100-200 mg toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten, vervolgens indien geen bijwerkingen optreden rest infuus in 30 minuten Intraveneus als injectie: 100-200 mg bij voorkeur verdund in 10-20 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningssnelheid 25 mg in 1-2 minuten, vervolgens indien geen bijwerkingen optreden 10 mg per minuut Bij hoge doseringen (tot 20 mg/kg) toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten, vervolgens indien geen bijwerkingen optreden: 1,5-3 ml/uur gedurende 46 uur Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Na aanbreken van de ampul: direct gebruiken Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% of glucose 5% Bijzonderheden - - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn Diepe i.m. injectie in bovenste, buitenste bil kwadrant bij personen met normaal postuur 1 maal daags, maximaal 5 keer per week. Magere/bedlegerige patiënten 1 maal daags, 2 à 3 keer per week. Afwisselend in linker en rechter bil injecteren. Nooit in arm of ander onbedekt deel van het lichaam. IJzerhydroxidedextraan complex mag niet met andere geneesmiddelen of infuusvloeistoffen worden toegediend. Bij hemodialysepatiënten kan CosmoFer® rechtstreeks in het veneuze deel van de bloedlijn worden toegediend op dezelfde wijze als voor intraveneuze injectie. Acute reacties Anafylactische reacties, pijnlijkheid op injectieplaats Bijwerkingen Gewrichtspijn, spierpijn, koorts. Bij i.m. injectie: verkleuring huid, bloeding, vorming van steriele abcessen, weefselnecrose, atrofie. Soms: dyspnoe, maagdarmklachten, jeuk, uitslag, wazig zien, warmtegevoel, kramp, gevoelloosheid. Zelden: bewusteloosheid, verandering mentale toestand, beroerte, duizeligheid, rusteloosheid, vermoeidheid, hypotensie, angiooedeem, aritmie, pijn op borst, transpiratie, myalgie, tremor. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-06-2004 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzerhydroxidedextraan complex' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 323 01-08-2004 Enkele tekstuele wijzigingen onder de kopjes Toedieningsroute en Contraindicaties. 01-01-2012 Toedieningsroute: “Intraveneus als infusie” verwijderd. Toegevoegd: - Bij hoge doseringen (tot 20 mg/kg) toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. Toedieningssnelheid gedurende eerste 15 minuten: 25 mg in 15 minuten, vervolgens indien geen bijwerkingen optreden: 1,5-3 ml/uur gedurende 4-6 uur. 01-05-2012 Afleveringsvorm: Synoniem: ferrihydroxidedextraancomplex. 01-12-2013 Bijzonderheden: toegevoegd – Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 324 IJzerhydroxidesaccharose complex Merknaam Venofer® Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) ijzer(III)hydroxide-saccharose complex Synoniem: ferrioxidesaccharaat F.T.G. Middelen bij anemie Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut, na injectie moet de arm van de patiënt worden gestrekt Intraveneus als druppelinfuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% (per ampul van 5 ml) De toedieningssnelheid is: 100 ml in tenminste 15 minuten; 200 ml in tenminste 30 minuten; 300 ml in tenminste 1,5 uur; 500 ml in tenminste 3,5 uur Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - - - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn Bij herhaalde injecties mag maximaal 200 mg ijzerhydroxidesaccharose complex per injectie worden gegeven; als eenmalige dosis mag maximaal 500 mg worden gegeven Bij hemodialysepatiënten kan ijzerhydroxidesaccharose complex direct in de veneuze zijde van het extracorporele circuit worden toegediend; de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut IJzerhydroxidesaccharose complex mag niet met andere geneesmiddelen en infuusvloeistoffen worden toegediend Overdosering van ijzerhydroxidesaccharose complex kan worden behandeld met deferoxamine. In geval van nierinsufficiëntie is hemodialyse noodzakelijk Acute reacties Allergische reacties, pijn en jeuk op de injectieplaats Bijwerkingen Metaalsmaak, hoofdpijn, misselijkheid, braken, onjuiste gevoelsgewaarwording, maagdarmklachten, spierpijn, hypotensie, huiduitslag, warmtegevoel, koorts, allergische reacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'IJzerhydroxidesaccharose complex' Datum Wijziging 01-05-2012 Afleveringsvorm: synoniem: ferrioxidesaccharaat. 01-12-2013 Bijzonderheden: toegevoegd; - Voorzieningen voor reanimatie moeten direct beschikbaar zijn. Acute reacties: toegevoegd; Allergische reacties. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 325 Iloprost Merknaam Ilomedine® Afleveringsvorm Ampul met 50 microg = 0,5 ml (100 microg/ml) iloprost concentraat voor injectievloeistof F.T.G. Prostaglandines Oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5% Bereiden - 0,5 ml concentraat toevoegen aan 250 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De concentratie is 0,2 microg/ml. Toedieningsroute - Intraveneus met een spuitenpomp volgens onderstaand schema Schema van toediening 55-65 kg (gebaseerd op 60 kg) Dag 1 1e uur 1,8 mcg = 9 ml/uur 2 uur 2,7 mcg = 13,5 ml/uur 3e t/m 6e uur 3,6 mcg = 18 ml/uur 1e uur 3,6 mcg = 18 ml/uur 2 uur 5,4 mcg = 27 ml/uur 3e t/m 6e uur 7,2 mcg = 36 ml/uur 1e t/m 6e uur 7,2 mcg = 36 ml/uur e Dag 2 e Dag 3 65-75 kg (gebaseerd op 70 kg) Dag 1 1e uur 2,1 mcg = 10,5 of 11 ml/uur 2e uur 3,15 mcg = 15,25 of 15 ml/uur 3 t/m 6 uur 4,2 mcg = 20,5 of 21 ml/uur 1e uur 4,2 mcg = 20,5 of 21 ml/uur 2e uur 6,3 mcg = 30,75 of 31 ml/uur 3 t/m 6 uur 8,4 mcg = 41 ml/uur 1e t/m 6e uur 8,4 mcg = 41 ml/uur e Dag 2 e Dag 4 e e 75-85 (gebaseerd op 80 kg) Dag 1 Dag 2 Dag 3 1e uur 2,4 mcg = 12 ml/uur 2e uur 3,6 mcg = 18 ml/uur 3e t/m 6e uur 4,8 mcg = 24 ml/uur 1e uur 4,8 mcg = 24 ml/uur 2e uur 7,2 mcg = 36 ml/uur 3e t/m 6e uur 9,6 mcg = 48 ml/uur 1e t/m 6e uur 9,6 mcg = 48 ml/uur NB: Het ophogen van de dosering dient op geleide van bovenstaand schema te gaan. Bij bloeddrukverlaging en/of eventuele klachten van de patient dient eerst overleg plaats te vinden met de behandelend arts. Verdraagt de patient de hogere dosis niet, dan teruggaan tot de voorgaande dosering (na overleg). De patient houdt vervolgens drie dagen de dosering volgens het schema of de hoogste dosering die hij/zij verdraagt. Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 326 Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: direct gebruiken. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Bijzonderheden - 0,134 mg iloprost-tromethamine = 0,1 mg iloprost in 1 ml waterige oplossing. Mag alleen na verdunnen worden toegediend. Orale inname of contact met de slijmvliezen moet worden vermeden. Iloprost mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen. Bijwerkingen Flush, hoofdpijn, malaise, maagdarmklachten, warmtesensatie, transpiratie, zwakte, pijn in de aangetaste ledematen, paresthesieën, koorts, koude rillingen, verwardheid, agitatie, sedatie, bloeddrukveranderingen, tachycardie, aritmieën, extrasystolie, gewrichtspijn, allergische reacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Iloprost' Datum Wijziging 01-03-2010 Bereiden voor spuitenpomp verwijderd. Toedieningsroute: Intraveneus als infuus verwijderd en schema van toediening intraveneus met een spuitenpomp toegevoegd. 01-07-2013 Toedieningsroute: schema van toediening alleen kopje aangepast 55-65 kg (er stond 55-60 kg). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 327 Imipenem/cilastatine Merknaam Tienam® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg imipenem en 500 mg cilastatine (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Overige ß-lactam antibiotica Oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5% Bereiden Los 500 mg imipenem op in 100 ml infuusvloeistof. De concentratie is 5 mg/ml. Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als kortlopend infuus: 500 mg, in tenminste 60 minuten Kinderen - Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in 60 minuten toedienen (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen in NaCl 0,9%: 10 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Na oplossen in overige infuusvloeistoffen: 4 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, insuline, ondansetron, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met famotidine, heparine Y-site - amoxicilline fluconazol, lorazepam, midazolam, natriumbicarbonaat, pethidine Infuus Bijzonderheden - mannitol, Ringerlactaat - De oplossing kan licht geel kleuren. Dit beïnvloedt de werkzaamheid niet. Sterk verkleurde oplossingen niet gebruiken. Als de patiënt misselijk wordt tijdens de toediening kan de infuusnelheid worden verlaagd. Bevat 3,2 mmol natrium per 1000 mg. - Acute reacties Rash, urticaria, pruritis, anafylaxie. Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, braken, bloedbeeldafwijkingen, lever- en nierfunctiestoornissen, verwardheid, psychische reacties, convulsies. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Imipenem/cilastatine' Datum Wijziging 01-10-2009 Toegevoegd aan onverenigbaar met (Y-site): amoxicilline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 328 01-11-2010 Bereiden: Los 500 mg imipenem op in 100 ml infuusvloeistof. De concentratie is 5 mg/ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 329 Immunoglobuline, intramusculair Merknaam Gamma Quin® Afleveringsvorm Flacon met 160 mg = 1 ml plasma-eiwit, waarvan ten minste 90% immunoglobuline (IgG) F.T.G. Immunoglobulinen Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep inspuiten. Doses van meer dan 5 ml verdelen over verschillende injectieplaatsen. Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid De wegwerpspuit na aanbreken direct gebruiken. Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: exantheem. Bijwerkingen Koorts, exantheem. Zelden: misselijkheid, braken, hypotensie, tachycardie, overgevoeligheidsreacties of anafylactische reacties met inbegrip van shock. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2009 Bevat glycine. Patiënt gedurende ten minste 20 minuten na toediening onder observatie houden. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Immunoglobuline, intramusculair' Datum Wijziging 01-08-2003 Flacon met 2400 mg = 15 ml (160 mg/ml) plasma-eiwit is uit de handel. 01-10-2004 Flacon met 800 mg = 5 ml (160 mg/ml) plasma-eiwit is uit de handel. 01-12-2004 Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn niet gewijzigd. 01-12-2009 Afleveringsvorm gewijzigd van wegwerpspuit in flacon met 160 mg = 1 ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 330 Immunoglobuline, intraveneus Merknaam Nanogam® Afleveringsvorm Flacon met 2,5 g = 50 ml en 10 gram = 200 ml (50 mg/ml) immunoglobuline F.T.G. Immunoglobulinen Oplosmiddel N.v.t. Bereiden N.v.t. Toedieningsroute Intraveneus als infuus, onverdund: Begin met snelheid van 0,5 ml/kg/uur gedurende 20 min. Als dit goed verdragen wordt, kan de snelheid verhoogd worden tot 1,0 ml/kg/uur. Na weer 20 min. verhogen tot 3,0 ml/kg/uur. Voor volwassen patienten die Nanogam regelmatig toegediend krijgen en goed verdragen kan de infusiesnelheid verhoogd worden tot een maximum van 7,0 ml/kg/uur. Lichaamsgewicht 50 kg 60 kg 70 kg 80 kg 90 kg 100 kg Toedieningsschema immunoglobuline (Nanogam) volwassenen Eerste 20 min. Volgende 20 Tot einde (0,5 ml/kg/uur) min.* infusie* (1 ml/kg/uur) (3 ml/kg/uur) 20 ml op 25 ml/uur 50 ml/uur 150 ml/uur stand 999 ml/uur 20 ml op 30 ml/uur 60 ml/uur 180 ml/uur stand 999 ml/uur 20 ml op 35 ml/uur 70 ml/uur 210 ml/uur stand 999 ml/uur 20 ml op 40 ml/uur 80 ml/uur 240 ml/uur stand 999 ml/uur 20 ml op 45 ml/uur 90 ml/uur 270 ml/uur stand 999 ml/uur 20 ml op 50 ml/uur 100 ml/uur 300 ml/uur stand 999 ml/uur * Bij goede tolerantie ** Bij regelmatige toediening volwassenen Lijn vullen Max** infusiesnelheid (7ml/kg/uur) 350 ml/uur 420 ml/uur 490 ml/uur 560 ml/uur 630 ml/uur 700 ml/uur Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid In de koelkast, max. 24 uur bij kamertemperatuur Voor toedienen op kamertemperatuur laten komen Binnen de houdbaarheidstermijn kan het produkt 6 maanden bij max. 25°C bewaard worden. Het mag hierna niet opnieuw gekoeld bewaard worden Bijzonderheden - Immunoglobuline mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. De patiënt moet gedurende ten minste 20 minuten na toediening onder observatie worden gehouden. De oplossing is helder of licht opalescent, kleurloos of lichtgeel. Nanogam® bevat tussen de 250-305 mmol glucose per 1000 ml. Acute reacties Allergische reacties. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Rugpijn, hoofdpijn, misselijkheid, braken, gewrichtspijn, allergische reacties. Zelden: hypotensie. Beheergegevens Beheerder: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 Agnes Veldkamp pagina 331 Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2005 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Immunoglobuline, intraveneus' Datum Wijziging 01-10-2006 Wijzigingen onder het kopje Bijzonderheden 01-07-2011 Toedieningsroute: toedieningsschema toegevoegd. Houdbaarheid: Binnen de houdbaarheidstermijn kan het produkt 6 maanden bij max. 25°C bewaard worden. Het mag hierna niet opnieuw gekoeld bewaard worden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 332 Indocyaninegroen Merknaam ICG-pulsion® Afleveringsvorm Flacon met 25 mg indocyaninegroen poeder voor injectievloeistof F.T.G. Diagnostica Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 25 mg indocyaninegroen op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 5 mg/ml Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau VPK-arts Houdbaarheid Zie vemelde datum en temperatuur op de verpakking Bijzonderheden - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Niet toepassen bij patiënten met een overgevoeligheid voor jodium Natriummetabisulfiet in combinatie met heparine verlaagt de absorptiepiek, gebruik daarom geen heparinebuizen met natriummetabisulfiet De jodiuminhoud kan interfereren met schildkliertesten. Voer testen met radioactieve jodiumopname minstens een week na toediening uit De kleurstof kan tot 48 uur na toediening enkele laboratoriumbepalingen van bloed en/of urine beïnvloeden Acute reacties Zelden: urticaria, anafylactische shock Bijwerkingen Zelden: misselijkheid, coronairspasmen en overgevoeligheidsreacties, zoals anafylactische reacties. Bij ernstige nierfunctiestoornis lijkt het risico op anafylaxie verhoogd te zijn. De feces kan groen verkleuren Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Indocyaninegroen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 333 Indometacine Merknaam Indocid PDA® Afleveringsvorm Flacon met 1 mg indometacine (als natriumzout-trihydraat) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Prostaglandinesynthetaseremmers Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9% Bereiden Los 1 mg indometacine op in 1 of 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml respectievelijk 0,5 mg/ml Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 0,5-1 mg/ml, in 5-10 seconden Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - furosemide, insuline, kaliumchloride, natriumbicarbonaat, nitroprusside Onverenigbaar met Calciumgluconaat, cimetidine, dobutamine, dopamine, gentamicine, tobramycine, tolazoline Bijzonderheden Verder verdunnen met infuusvloeistoffen wordt afgeraden in verband met de kans op neerslaan van indometacine Acute reacties Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats Bijwerkingen Braken, opgezette buik, ileus, darmperforaties, bloedingen in maagdarmkanaal, diffuse intravasale stolling, vochtretentie, (reversibele) nierfunctievermindering, verergering van een infectie, verstoorde bloedchemie, pulmonale hypertensie, intracraniële bloeding. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2008 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Indometacine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 334 Infliximab Merknaam Remicade® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg infliximab poeder voor injectievloeistof F.T.G. Immunomodulantia Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 100 mg infliximab door omzwenken op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is 10 mg/ml. Gebruik een injectiespuit met een 21-gauge (0,8 mm) naald of kleiner. Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud. Schuimvorming tijdens het oplossen is niet ongewoon. De flacon na oplossen 5 minuten laten staan. Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%, in tenminste 2 uur via chemo infuussysteem voor infuuspomp met Baxter filter (0,22 μm) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, bij voorkeur binnen 3 uur toedienen. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - Infliximab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Aangezien infliximab een eiwit is, kan de oplossing kleine, doorschijnende deeltjes bevatten. Niet toedienen wanneer de deeltjes ondoorzichtig zijn. Bevat polysorbaat 80. Acute reacties Koorts, rillingen, jeuk, urticaria, cardiopulmonaire reacties. Bijwerkingen Myalgie, artralgie, koorts, huiduitslag, jeuk, faciaal oedeem, handoedeem, dysfagie, urticaria, droge keel, hoofdpijn. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Infliximab' Datum Wijziging 01-12-2007 Toegevoegd bij Bereiden: Gebruik een injectiespuit met een 21-gauge (0,8 mm) naald of kleiner. 01-01-2011 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%, in tenminste 2 uur via chemo infuussysteem voor infuuspomp met Baxter filter (0,22 μm) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 335 Influenzavaccin Merknaam Influvac® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 0,5 ml influenzavaccin F.T.G. Vaccins Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden De samenstelling verandert ieder jaar conform richtlijn WHO. Acute reacties Pijnlijkheid, roodheid en gevoeligheid op injectieplaats, anafylactische shock. Bijwerkingen Vermoeidheid, spierpijn, transpireren, maagdarmklachten, hoofdpijn, koorts. Zelden: neuralgie, convulsies. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Influenzavaccin' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 336 Insuline aspart intraveneus Merknaam Novorapid® Afleveringsvorm Flacon met 1000 IE = 10 ml (100 IE/ml) insuline aspart F.T.G. Insulinen Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp insuline Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken van flacon: 4 weken in de koelkast Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amiodaron, ampicilline, cefazoline, dobutamine, esmolol, famotidine, gentamicine, hydrocortison, imipenem, kaliumchloride, indometacine, labetolol, magnesiumsulfaat, midazolam, milrinon, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, oxytocine, pethidine, pentobarbital, ritodrine, tobramycine, vancomycine Infuus - Onverenigbaar met cimetidine, lidocaine, meropenem, metoclopramide, ranitidine, verapamil Y-site - digoxine, dopamine, methylprednisolon, norepinephrine, tacrolimus Infuus Bijzonderheden - barbituraten, dobutamine, fenytoine, heparine, rocuronium, theofylline, thiopental - Door adsorptie van insuline aan het oppervlak van spuiten (glas en plastics), infuusslangen en filters, lijkt de insuline-behoefte van de patiënt groter dan deze werkelijk is. Door aan de oplossing een kleine hoeveelheid albumine toe te voegen kan de adsorptie van insuline aan materiaal verminderen. - Acute reacties Zelden: urticaria, misselijkheid, braken, angio-oedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Erytheem, lipodystrofie, insulineresistentie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus' Datum Wijziging 01-06-2006 Velosulin uit de handel, vervangen door Actrapid. Sterkte en soort insuline ongewijzigd. 01-06-2008 Houdbaarheid na aanprikken van flacon: 6 weken bij 20°C 01-05-2010 Labetalol aan “Verenigbaar met” toegevoegd en bij “Onverenigbaar met” verwijderd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 337 01-06-2012 Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus. Merknaam gewijzigd: Novorapid. 01-11-2013 Houdbaarheid. Na aanprikken van flacon: 4 weken in de koelkast. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: hydrocortison, milrinon. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: meropenem, verapamil. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: methylprednisolon, tacrolimus. Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: rocuronium. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 338 Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 0,5 ml (0,5 ml=50 E) insuline aspart intraveneus (Novorapid®) met 49,5 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 1 E/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van bloedsuikergehalte Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-6 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: bevordert glycogeenvorming in de lever en de intracellulaire opname van glucose, remt de gluconeogenese Indicatie: insuline afhankelijke diabetes mellites, hyperglycemie Bijwerking: hypoglykemie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-12-2007 Bij Bereiden: Meng 0,5 ml (0,5 ml = 50 E) insuline intraveneus (Actrapid®) met 49,5 ml NaCl 0,9%. 01-06-2012 Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor volwassenen. Bereiden: Meng 0,5 ml (0,5 ml=50 E) insuline aspart intraveneus (Novorapid) met 49,5 ml NaCl 0,9%. 01-11-2013 Houdbaarheid. Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 339 Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 10 IE = 0,1 ml insuline aspart toe aan 39,9 ml NaCl 0,65%. De eindconcentratie is 0,25 IE/ml, 40 ml > 5 kg: Voeg 50 IE = 0,5 ml insuline aspart toe aan 99,5 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,5 IE/ml, 100 ml. Trek per spuit 50 ml op. Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van bloedsuikergehalte Gebruikelijke doseringen: < 5 kg: 0,05 IE/kg/uur > 5 kg: 0,1 IE/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: bevordert glycogeenvorming in de lever en de Intracellulaire opname van glucose, remt de gluconeogenese Indicatie: insuline afhankelijke diabetes mellites, hyperglycemie, coma diabeticum, keto-acidose Contraindicatie: hypoglycemie Bijwerking: hypoglycemie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-06-2012 Naam monografie aangepast: Insuline aspart intraveneus, spuitenpomp voor kinderen. Bereiden: Voeg 10 IE = 0,1 ml insuline aspart toe aan… 01-11-2013 Houdbaarheid. Flacon na aanprikken: 4 weken in de koelkast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 340 Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 IE/ml) Rekendosering: 0,05 IE/kg/uur ~ 0,2 ml/kg/uur IE/kg/uur ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,05 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 0,1 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 0,15 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 0,2 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0 0,25 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 341 Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (0,5 IE/ml) Rekendosering: 0,05 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur IE/kg/uur ml/uur 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 0,05 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 4,0 5,0 0,1 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 8,0 10,0 0,15 1,5 3,0 4,5 6,0 7,5 9,0 12,0 15,0 0,2 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 16,0 20,0 0,25 2,5 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 20,0 25,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen 50 kg Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline intraveneus, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 342 Insuline, subcutaan Merknaam Diverse insulinepreparaten Afleveringsvorm Diverse insulinepreparaten: o.a. Actrapid, Humalog, Humuline, Insulatard, Insuman, Mixtard, Novorapid, Ultratard. Er zijn gewone ampullen, ampullen voor gebruik in insulinepennen en voorgevulde wegwerppennen verkrijgbaar. F.T.G. Insulinen Toedieningsroute Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken ampullen/pensystemen: 1 maand bij 20°C, buiten invloed van licht bewaren. Bijzonderheden - - Actrapid®en Humuline regular® bevatten gewone insuline. Humalog® bevat insuline lispro, een humane insuline analogon van recombinant-DNA oorsprong. Humuline comb.® en Mixtard® bevatten combinaties van gewone en isofane insuline. Humuline NPH® en Insulatard® bevatten isofane insuline. Novorapid bevat insuline aspart. Ultratard® bevat kristallijne zinkinsuline. Dien insuline een half uur voor de maaltijd toe. Kies voor één toedieningsplaats om verandering in absorptie te voorkomen, d.w.z. kies voor de bovenarm, het bovenbeen of de buik en houdt deze toedieningsplaats aan. Vermeld na het aanbreken, gereedmaken of aanprikken altijd het tijdstip en de datum. Verwijder na injectie altijd de naald van de pen om lekken en daarmee concentratiewisseling te voorkomen. Acute reacties Zelden: urticaria, misselijkheid, braken, angio-oedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Hypoglycemie, erytheem, lipodystrofie, insulineresistentie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Insuline, subcutaan' Datum Wijziging 01-10-2006 De insulinepreparaten Monotard en Velosulin zijn uit de handel. 01-01-2013 Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 343 Interferon-alfa Merknaam Roferon®-A Afleveringsvorm Flacon met 3 ME en 9 ME interferon alfa-2a poeder voor injectievloeistof F.T.G. Immunomodulantia Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 3 ME en 9 ME interferon alfa op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is respectievelijk 3 ME/ml en 9 ME/ml. Voorzichtig schudden. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na oplossen: 2 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Bijzonderheden - - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Ter vermindering van de kans op pijn en onsteking op de injectieplaats dient de injectieplaats bij achtereenvolgende injecties te worden afgewisseld. Bij trombocytopenie of verhoogde kans op bloedingen verdient de subcutane toedieningsweg de voorkeur boven de intramusculaire toedieningsweg. Acute reacties Pijnlijkheid en ontsteking op injectieplaats. Bijwerkingen Koorts, transpireren, hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn, misselijkheid, duizeligheid, smaakverandering, diarree, tremoren, verwarring, slaperigheid, nierinsufficiëntie, hypertensie, bloedbeeldafwijkingen. Bij zeer hoge doses: convulsies, coma. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Interferon-alfa' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 344 Isoniazide Merknaam Isoniazide, INH Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 2 ml (100 mg/ml) isoniazide F.T.G. Tuberculosemiddelen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Glucose Bijwerkingen Leverfunctiestoornissen, neuropathie, encefalopathie, vermoeidheid, concentratiestoornissen, psychische veranderingen, convulsies, huidreacties. Zelden: gynaecomastie, amenorroe, Cushing-syndroom. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoniazide' Datum Wijziging 01-08-2009 Bij afleveringsvorm gewijzigd 300 mg = 5 ml (60 mg/ml) in 200 mg = 2 ml (100 mg/ml) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 345 Isoprenaline Merknaam Isoprenaline Afleveringsvorm Ampul met 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml) isoprenaline (als sulfaat) F.T.G. Anti-aritmica Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp isoprenaline Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - famotidine, hydrocortison, pancuronium, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met amiodaron, atracurium, calciumchloride, cimetidine, dobutamine, flucloxacilline, heparine, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, netilmicine, ranitidine, suxamethonium, verapamil Y-site - thiopental Infuus Bijzonderheden - barbituraten, diazepam, doxycycline, furosemide, lidocaine, natriumbicarbonaat, theofylline - Bevat natriumbisulfiet. Isoprenaline moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Bij langdurig of te frequent gebruik kan tolerantie optreden. - Bijwerkingen Nervositeit, rusteloosheid, slapeloosheid, angst, hartkloppingen, ventriculair tachycardie. Zelden: transpireren, zwakte, duizeligeheid, misselijkheid, braken. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2009 Wijziging ampullen van 1 mg = 1 ml (1 mg/ml) in 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 346 Isoprenaline, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 2,5 ml (=0,5 mg) met 47,5 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,01 mg/ml Eventueel: meng 25 ampullen (25 ml = 5 mg) met 500 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,01 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast, buiten invloed van licht bewaren Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 2 ml=0,02 mg (bolus) in 1 minuut Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 1-20 ml/uur Zie doseringsschema isoprenaline Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - - - Beheergegevens Werking: vergroot de hartfrequentie, het slagvolume en de geleidingssnelheid, verkort de refractaire periode van het hart, verhoogt de bloeddruk en werkt bronchospasmolytisch binnen enkele minuten na toedienen Indicatie: sinusbradycardie of nodale bradycardie met hemodynamische instabiliteit, overdosering ß-blokkers, prikkelgeleidingsstoornissen en aanvallen van Adam-Stokes Bijwerkingen: hoofdpijn, onrust, tremoren, aritmieën Contraindicatie: brady-tachycardieën t.g.v. digitalisintoxicatie, paroxysmale tachycardieën Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-12-2008 Isoprenaline ontleedt onder invloed van licht. Na 24 uur treedt 10% ontleding op bij kamertemperatuur 01-02-2009 Tijdelijk in verband met verbouwing ampullen van 0,2 mg = 1 ml Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 347 Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 0,01 mg/ml ml/uur microg/kg/minuut bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg 2 0,007 0,006 0,005 0,004 0,004 4 0,013 0,011 0,010 0,008 0,007 6 0,02 0,017 0,014 0,013 0,011 8 0,027 0,022 0,019 0,017 0,015 10 0,03 0,025 0,021 0,019 0,017 12 0,04 0,033 0,029 0,025 0,022 14 0,047 0,039 0,033 0,029 0,026 16 0,053 0,044 0,038 0,033 0,030 18 0,06 0,05 0,043 0,038 0,033 20 0,067 0,056 0,048 0,042 0,037 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 348 Isoprenaline, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 1,6 mg = 8 ml isoprenaline toe aan 19 ml glucose. De eindconcentratie is 60 microg/ml, 27 ml 5-20 kg: Voeg 5 mg = 25 ml isoprenaline toe aan 25 ml glucose. De eindconcentratie is 100 microg/ml, 50 ml > 20 kg: Trek 25 ampullen op onverdund. De eindconcentratie is 200 microg/ml, 25 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C, buiten invloed van licht bewaren Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 0,05-1 microg/kg/min Zie doseringsschema isoprenaline Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - - - Beheergegevens Werking: vergroot de hartfrequentie, het slagvolume en de geleidingssnelheid, verkort de refractaire periode van het hart, verhoogt de bloeddruk en werkt bronchospasmolytisch binnen enkele minuten na toedienen Indicatie: sinusbradycardie of nodale bradycardie met hemodynamische instabiliteit, overdosering ß-blokkers, prikkelgeleidingsstoornissen en aanvallen van Adam-Stokes Contraindicatie: brady-tachycardieën t.g.v. digitalisintoxicatie, paroxysmale tachycardieën Bijwerkingen: hypotensie, tachycardie, aritmieën Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-02-2009 Tijdelijk in verband met verbouwing ampullen van 0,2 mg = 1 ml Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 349 Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (60 microg/ml) Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,05 0 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,15 0,1 0,3 0,5 0,6 0,8 0,2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 0,25 0,2 0,5 0,8 1,0 1,3 0,3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 0,35 0,4 0,7 1,1 1,4 1,8 0,4 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 0,45 0,5 0,9 1,4 1,8 2,3 0,5 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 0,6 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 0,7 0,7 1,4 2,1 2,8 3,5 0,8 0,8 1,6 2,4 3,2 4,0 0,9 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5 1,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 350 Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (100 microg/ml) Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg 10 kg 12,5 kg 15 kg 20 kg 0,05 0,1 0,3 0,4 0,5 0,6 0,1 0,3 0,6 0,8 0,9 1,2 0,15 0,5 0,9 1,1 1,4 1,8 0,2 0,6 1,2 1,5 1,8 2,4 0,25 0,8 1,5 1,9 2,3 3,0 0,3 0,9 1,8 2,3 2,7 3,6 0,35 1,1 2,1 2,6 3,2 4,2 0,4 1,2 2,4 3,0 3,6 4,8 0,45 1,4 2,7 3,4 4,1 5,4 0,5 1,5 3,0 3,8 4,5 6,0 0,6 1,8 3,6 4,5 5,4 7,2 0,7 2,1 4,2 5,3 6,3 8,4 0,8 2,4 4,8 6,0 7,2 9,6 0,9 2,7 5,4 6,8 8,1 10,8 1,0 3,0 6,0 7,5 9,0 12,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 351 Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml) Rekendosering: 1,0 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 0,05 0,3 0,4 0,45 0,6 0,75 0,1 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5 0,15 0,9 1,1 1,35 1,8 2,25 0,2 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0 0,25 1,5 1,9 2,25 3,0 3,75 0,3 1,8 2,3 2,7 3,6 4,5 0,35 2,1 2,6 3,15 4,2 5,25 0,4 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0 0,45 2,7 3,4 4,05 5,4 6,75 0,5 3,0 3,8 4,5 6,0 7,5 0,6 3,6 4,5 5,4 7,2 9,0 0,7 4,2 5,3 6,3 8,4 10,5 0,8 4,8 6,0 7,2 9,6 12,0 0,9 5,4 6,8 8,1 10,8 13,5 1,0 6,0 7,5 9,0 12,0 15,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Isoprenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 352 Itraconazol Merknaam Trisporal® Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 25 ml (10 mg/ml) itraconazol F.T.G. Antimycotica Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9%, in 1 uur, de toedieningssnelheid is 1 ml/minuut (25 druppels/minuut) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen 50 ml NaCl 0,9% (bijgeleverd) Bijzonderheden - - - - Om neerslaan van itraconazol te vermijden mag geen andere medicatie via de infuuszak of de infuuslijn worden toegediend. Dien itraconazol niet toe via een centrale lijn, maar via een perifeer infuus in verband met mogelijk dichtslibben van de lijn. Zowel de ampul met itraconazol als de infuuszak met NaCl 0,9% moeten op kamertemperatuur zijn. Het gehele volume uit de ampul in één keer in de zak overbrengen. De zak voorzichtig schudden om een goede menging te verkrijgen. Gebruik voor de toediening de bijgeleverde extensielijn met tweewegkraan en 0,2 μm (-inline) filter. Spoel de extensielijn eerst met 5 tot 10 ml NaCl 0,9% via de tweewegkraan. Verbind een infuuslijn met de tweewegkraan van de extensielijn. Na de toediening de extensielijn opnieuw spoelen via de tweewegkraan met 15 tot 20 ml NaCl 0,9%. Verwijder de infuuslijn en de extensielijn en werp deze set weg. Niet hersteriliseren of hergebruiken. Bevat cyclodextrines en propyleenglycol. Bijwerkingen Dyspepsie, misselijkheid, buikpijn, constipatie, hoofdpijn, reversibele verhoging van de leverenzymen, menstruatiestoornissen, duizeligheid, allergische reacties zoals jeuk, huiduitslag, urticaria, angio-oedeem. Zelden: Stevens-Johnson syndroom, perifere neuropathie. Bij langdurig gebruik: hypokaliëmie, oedeem, hepatitis, haaruitval, braken, diarree. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Itraconazol' Datum Wijziging 01-10-2007 Bij bijzonderheden: dien itraconazol niet toe via een centrale lijn, maar via een perifeer infuus i.v.m. mogelijk dichtslibben van de lijn. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 353 Parenteralia K Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 354 Kaliumchloride Merknaam Kaliumchloride Afleveringsvorm Ampul met 20 mmol = 10 ml (2 mmol/ml, 149 mg/ml) kaliumchloride F.T.G. Electrolyten Toedieningsroute Volwassenen: - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp voor volwassenen Intraveneus als langlopend infuus Perifeer: 20 mmol in 500 ml glucose of NaCl; max. snelheid 5 mmol/uur (120/24 uur) Centraal: 20-40 mmol in 500 ml (max. concentratie 150 mmol/l); max. snelheid 20 mmol/uur Kinderen: - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie spuitenpomp voor kinderen Toedieningscategorie Categorie B en D Centrale lijn: IC Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, ampicilline, ascorbinezuur, atropine, betamethason, chloorpromazine, dexamethason, digoxine, dobutamine, droperidol, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, filgrastim, fytomenadion, granisetron, indometacine, insuline, kanamycine, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, methylergometrine, midazolam, milrinon, morfine, neostigmine, nicardipine, ondansetron, oxytocine, pancuronium, pentazocine, pethidine, prednisolon, propofol, propranolol, pyridostigmine, remifentanyl, scopolamine, suxamethonium, zidovudine Infuus - acetazolamide, acetylcysteine, amikacine, amiodaron, atracurium, bumetanide, calciumgluconaat, ceftazidim, cefuroxim, chlooramfenicol, cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, clomethiazol, coffeine, disopyramide, dopamine, doxapram, enalaprilaat, erythromycine, fentanyl, fenylefrine, flecainide, flucloxacilline, fluconazol, furosemide, heparine, hydrocortison, hydroxocobalamine, isoprenaline, ketanserine, lidocaine, metoclopramide, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, ofloxacine, piperacilline, procainamide, ranitidine, ringerlactaat, rocuronium, salbutamol, streptokinase, theofylline, thiamine, thiopental, vancomycine, vecuronium, verapamil Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen - - Onverenigbaar met neuroblastoom HR NB-1 ESIOP 60 mmol Kaliumchloride 2,5 mmol Calciumglubionaat 10 mmol Magnesiumsulfaat in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose siopel-4 10 mml Kaliumchloride 2 mmol Magnesiumsulfaat 1,5 mmol Calciumglubionaat in 500 ml NaCl/glucose Y-site - diazepam, fenytoine, methylprednisolon, promethazine, sulproston, tacrolimus Infuus Handboek Parenteralia VUmc amfotericine B, amikacine, amoxicilline, benzylpenicilline, dobutamine, geprint op 28 januari 2014 pagina 355 doxycycline, mannitol, pentobarbital Bijzonderheden - - - - Kaliumchloride dient op geleide van de serumkaliumconcentratie en het ECG te worden toegediend. Bij toedienen van >1-2 mmol/kg/dag dient de serum kaliumconcentratie 3 maal per 24 uur bepaald te worden (tijdens iedere dienst) Maximale concentratie perifere lijn: 40 mmol/l (eventueel 80 mmol/l; let op hogere kans op bijwerkingen) Maximale concentratie centrale lijn: 150 mmol/l. Met behulp van een spuitenpomp (kleiner risico op te snel inlopen en bijbehorende aritmieen) kan 1 mmol/ml toegediend worden via een centraal veneuze catheter, zie hiervoor kaliumchloride, spuitenpomp protocol voor volwassenen De maximale hoeveelheid die perifeer gegeven mag worden is 120 mmol/24 uur. In bijzondere gevallen worden op VIG1, VIG2 en VHEM onder toezicht van de supervisor hogere doseringen toegediend. Dit dient te gebeuren onder zeer frequente controle van de kaliumconcentratie in het serum. Voorwaarde hierbij is dat de patient geen interferererende comedicatie gebruikt, zoals bijvoorbeeld anti-aritmica of digoxine Te geconcentreerde kaliumconcentraties kunnen pijn op de injectieplaats en flebitis veroorzaken Te snelle toediening kan levensbedreigende artimieen veroorzaken Tijdens het toedienen dient gezorgd te worden voor een goede urineproductie Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: hyperkaliëmie met symptomen: spierzwakte, hypotensie, langzame en onregelmatige hartslag, acute hartstilstand. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride' Datum Wijziging 01-04-2004 Toevoeging bij bijzonderheden over het maximaal toedienen zonder bewaking en per infuuszak. 01-12-2005 Toevoeging bij bijzonderheden ten behoeve van zorgeenheden VIG1 en VIG2. 01-02-2007 Bijzonderheden: op VIG1 en VIG2 mogen hogere doseringen worden toegediend via een perifeer infuus in overleg met de supervisor 01-04-2007 Bij Verenigbaar met een nieuw subkopje: Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen 01-10-2007 Bij bijzonderheden verwijderd: Bij gebruik van kaliumchloride in een spuitenpomp via centrale lijn toedienen. Tot 5 ml per uur mag perifeer worden toegediend. 01-12-2007 Toedieningsroute: Perifere toediening: maximale toedieningssnelheid 5 mmol/uur. 01-02-2009 Bij verenigbaar met Infuus verwijderd: dopexamine, netilmicine en toegevoegd: fludoxacilline, hydrocortison. 01-11-2010 Toedieningsroute: De toedieningssnelheid is maximaal 20 mmol/uur via een centrale lijn. Bijzonderheden: Zonder bewaking mag maximaal 20 mmol/uur, 40 mmol per infuuszak en 80 mmol/24 uur via een centrale lijn worden toegediend. 01-02-2012 Toedieningsroute en Bijzonderheden zijn in z’n geheel aangepast. 01-12-2013 Toedieningsroute volwassenen: Intraveneus als langlopend infuus gewijzigd in; Perifeer: 20 mmol in 500 ml glucose of NaCl; max snelheid 5 mmol/uur (120/24 uur). Centraal: 20-40 mmol in 500 ml (max concentratie 150 mmol/l); max. snelheid 20 mmol/uur. Bekwaamheidsniveau: toegevoegd; centrale lijn: IC. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 356 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ascorbinezuur, esmolol, granisetron, methylergometrine, milrinon, nicardipine, pancuronium, propofol, remifentanyl. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: amikacine, clomethiazol, coffeine, fentanyl, fenylefrine, hydroxocobalamine, ringerlactaat, rocuronium, thiamine. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: tacrolimus. Overenigbaar met Infuus toegevoegd: doxycycline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 357 Kaliumchloride, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 2 flacons (20 ml=40 mmol) met 20 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 1 mmol/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp - - Doseren op geleide van de serum kaliumconcentratie. De serum kaliumconcentratie dient bij een dosering van >1-2 mmol/kg/dag 3 maal per 24 uur bepaald te worden Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-20 ml/uur Toegangsweg - Centraal (onder ECG-bewaking) Perifeer tot een pompstand van 5 mmol (5 ml) per uur = 120 mmol/24 uur Eigenschappen geneesmiddel - Indicatie: hypokaliëmie Bijwerking: pijn op de injectieplaats, tromboflebitis Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2012 Toedienen via spuitenpomp: - Doseren op geleide van de serum kaliumconcentratie. De serum kaliumconcentratie dient bij een dosering van >1-2 mmol/kg/dag 3 maal per 24 uur bepaald te worden. Toegangsweg: Centraal (onder ECG-bewaking) – Perifeer tot een pompstand van 5 mmol (5 ml) per uur = 120 mmol/24 uur. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 358 Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 1 mmol/ml Beheergegevens dosering pompstand mmol/24 uur ml/uur 20 0,8 40 1,7 60 2,5 80 3,3 120 5,0 160 6,7 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 359 Kaliumchloride, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 20 mmol = 10 ml kaliumchloride toe aan 10 ml glucose. De eindconcentratie is 1 mmol/ml, 20 ml. Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van plasmaspiegel Gebruikelijke dosering: 1-3 mmol/kg/dag Zie doseringsschema spuitenpomp voor kinderen Toegangsweg - Centraal (onder ECG-bewaking) Perifeer, tot een pompstand van 5 ml/uur. Maximaal 40 mmol/l Eigenschappen geneesmiddel - Werking: verhoogt de kaliumspiegel Indicatie: hypokaliëmie Contraindicatie: hyperkaliëmie, chronische nierinsufficiëntie, atrioventriculair block, gedecompenseerde metabole acidose Bijwerking: pijn op de injectieplaats, tromboflebitis - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-02-2012 Toedienen via spuitenpomp: Zie doseringsschema spuitenpomp voor kinderen. Toegangsweg: - Centraal (onder ECG-bewaking) – Perifeer, tot een pompstand van 5 ml/uur. Maximaal 40 mmol/l Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 360 Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-250 mmol (1 mmol/ml) Instellingen spuitenpomp (ml/uur) bij een eindconcentratie van 1 mmol/ml Toe te dienen hoeveelheid kaliumchloride(mmol) per 24 uur 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 17,5 20,0 22,5 25,0 27,5 30 35 40 45 50 60 70 80 90 100 125 150 175 200 250 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2012 Pompstand in ml/uur 0,21 0,31 0,42 0,52 0,63 0,73 0,83 0,94 1,05 1,15 1,25 1,45 1,70 1,90 2,10 2,50 2,90 3,30 3,80 4,20 5,20 6,30 7,30 8,30 10,40 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kaliumchloride, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-02-2012 Een nieuw doseringsschema Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 361 Ketanserine Merknaam Ketensin® Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml en 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) ketanserine (als waterstoftartraat) F.T.G. Antihypertensiva Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund Intraveneus/intra-arterieel als bolusinjectie: onverdund, 5 mg, in 10 seconden, zo nodig herhaald met een interval van 5 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp ketanserine Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: IC Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC Intra-arterieel: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Infuus - kaliumchloride, hydroxyethylzetmeel 6% tot een concentratie van 0,375 mg/ml Y-site Onverenigbaar met - atosiban, midazolam - chloride bevattende infuus- en injectievloeistoffen (zoals NaCl 0,9% en Ringerlactaat), behalve als de eindconcentratie ketanserine lager is dan 1 mg/ml (gebufferde) infuusvloeistoffen met een pH>4 diazepam, gelofusine, midazolam, sulproston - Bijzonderheden - Bevat propyleenglycol en wijnsteenzuur. De pH van de oplossing is 2-3. De oplosbaarheid van ketanserine neemt sterk af bij een pH>4 door vorming van de vrije base. Bij hogere concentraties dan 1 mg/ml kan in aanwezigheid van chlorideionen uitkristallisatie van ketanserine optreden. Ketanserine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Acute reacties Zelden: allergische reacties. Bijwerkingen Lusteloosheid, concentratieverlies, hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid, slaperigheid, droge mond, misselijkheid, braken, dyspepsie, oedeem. Zelden: visusstoornissen, impotentie, depressie, congestie neusslijmvlies, hypoglycemie, tachycardie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 362 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine' Datum Wijziging 01-04-2005 Uit ervaring is gebleken dat bij de spuitenpomp met een concentratie van 1 mg/ml geen problemen optreden. 01-06-2008 Bij verenigbaar met infuus hemohes veranderd in hydroxyethylzetmeel. Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-10-2009 Toegevoegd aan onverenigbaar met: diazepam, midazolam, sulproston. 01-03-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: atosiban. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 363 Ketanserine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 1 ampul (10 ml=50 mg) met 40 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 1 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: Onderhoudsdosis: 2-6 ml/uur (gynaecologie: 2-14 ml/uur) Eventueel oplaaddosis: 5-10 mg (=5-10 ml) Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: vasodilatatie, verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening, zonder reflextachycardie Indicatie: (postoperatieve) hypertensie, zwangerschapshypertensie, neurogene hypertensie Bijwerkingen: verlenging QTc-interval, ventriculaire aritmieën (zeldzaam), hoofdpijn, duizeligheid, perifeer oedeem Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 364 Ketanserine, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 10 mg = 2 ml ketanserin toe aan 48 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Voeg 50 mg = 10 ml ketanserin toe aan 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 0,25-5 microg/kg/min Eventueel oplaaddosis: 0,25-0,5 mg/kg intraveneus in 30 minuten Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: vasodilatatie, verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening, zonder reflextachycardie Indicatie: (postoperatieve) hypertensie, neurogene hypertensie Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij hypokaliëmie, brady- en tachycardie, verlengd QTc-interval, hypovolemie Bijwerkingen: verlenging QTc-interval, ventriculaire aritmieën (zeldzaam), hoofdpijn, duizeligheid, perifeer oedeem Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 365 Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (200 microg/ml) Rekendosering: 1 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,25 0,1 0,2 0,2 0,3 0,4 0,5 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8 0,75 0,2 0,5 0,7 0,9 1,1 1,0 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 1,5 0,5 0,9 1,4 1,8 2,3 2,0 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 2,5 0,8 1,5 2,3 3,0 3,8 3,0 0,9 1,8 2,7 3,6 4,5 3,5 1,1 2,1 3,2 4,2 5,3 4,0 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0 4,5 1,4 2,7 4,1 5,4 6,8 5,0 1,5 3,0 4,5 6,0 7,5 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 366 Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (1000 microg/ml) Rekendosering: 5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 30 kg 40 kg 50 kg 0,25 0,1 0,2 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8 0,5 0,2 0,8 0,5 0,6 0,9 1,2 1,5 0,75 0,2 0,5 0,7 0,9 1,4 1,8 2,3 1,0 0,3 0,6 0,9 1,2 1,8 2,4 3,0 1,5 0,5 0,9 1,4 1,8 2,7 3,6 4,5 2,0 0,6 1,2 1,8 2,4 3,6 4,8 6,0 2,5 0,8 1,5 2,3 3,0 4,5 6,0 7,5 3,0 0,9 1,8 2,7 3,6 5,4 7,2 9,0 3,5 1,1 2,1 3,2 4,2 6,3 8,4 10,5 4,0 1,2 2,4 3,6 4,8 7,2 9,6 12,0 4,5 1,4 2,7 4,1 5,4 8,1 10,8 13,5 5,0 1,5 3,0 4,5 6,0 9,0 12,0 15,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ketanserine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 367 Kinine Merknaam Chinini bihydrochloridum, Kinine Afleveringsvorm Ampul met 600 mg = 2 ml (300 mg/ml) kinine-dihydrochloride F.T.G. Antimicrobiele middelen, malariamiddelen Toedieningsroute Intraveneus als infuus: 10-20 mg/kg, toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9%, aanvankelijk in 4 uur, onderhoud 10 mg/kg, in 8-12 uur Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau Infusie: IC (VPK maximaal 1800 mg/24 uur) Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C (ref. 14) Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden Intraveneuze toediening als bolusinjectie wordt ontraden vanwege de kans op irreversibele blindheid. Acute reacties Pruritus, urticaria, blozen, dyspnoe, angio-oedeem. Bijwerkingen Duizeligheid, gehoorstoornissen, oorsuizen, tremoren, hoofdpijn, rillingen, visusstoornissen, misselijkheid. Ten gevolge van te snelle intraveneuze infusie: hypotensie, tremor, convulsies, coma. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Kinine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 368 Parenteralia L Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 369 Labetalol Merknaam Trandate® Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) labetalol-hydrochloride F.T.G. Antihypertensiva Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 50 mg = 10 ml, in tenminste 1 minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp labetalol Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met amikacine, amiodaron, ampicilline, benzylpenicilline, calciumgluconaat, cefazoline, ceftazidim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, cotrimoxazol, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, erythromycine, esmolol, famotidine, fentanyl, gentamicine, insuline, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat, metronidazol, midazolam, milrinon, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, pethidine, piperacilline, ranitidine, theofylline, tobramycine, vancomycine, vecuronium Y-site - ceftriaxon, furosemide, heparine, natriumbicarbonaat, thiopental Bijzonderheden Labetalol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Acute reacties Jeuk, huiduitslag, oedeem. Bijwerkingen Orthostatische hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, mictieklachten, urineretentie, spierkrampen, vermoeidheid, depressie, visusstoornissen, ejaculatiestoornissen. Zelden: leverfunctiestoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol' Datum Wijziging 01-10-2005 Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en afleveringsvorm is weer ampul met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml) labetalolhydrochloride. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 370 Labetalol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 3 ampullen op, onverdund De eindconcentratie is 5 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-20 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verlaagt de bloeddruk vrijwel direct na toediening Indicatie: zwangerschapshypertensie, acute ernstige hypertensie Contraindicatie: 'Sick-sinus'syndroom, 2e of 3e graads AV-blok, asthma bronchiale Bijwerking: bradycardie, orthostatische hypotensie, urineretentie, overgevoeligheidsreakties, hoofdpijn, misselijkheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-10-2005 Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml. 01-02-2009 De ampullen van 20 ml zijn weer leverbaar. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 371 Labetalol, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Onverdund toedienen, trek 10 ampullen op. De eindconcentratie is 5 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na optrekken in spuit: 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 1-3 mg/kg/uur (14) Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verlaagt de bloeddruk vrijwel direct na toediening Indicatie: acute ernstige hypertensie Contraindicatie: 'Sick-sinus'syndroom, 2e of 3e graads AV-blok, asthma bronchiale, metabole acidose, langdurige hypotensie Bijwerking: bradycardie, orthostatische hypotensie, urineretentie, overgevoeligheidsreacties, hoofdpijn, misselijkheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-10-2005 Tijdelijk ampullen 25 mg = 5 ml in plaats van 100 mg = 20 ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 372 Labetalol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (5 mg/ml) Rekendosering: 0,5 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur mg/kg/uur ml/uur 1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg 1,0 0,2 0,4 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 10,0 1,5 0,3 0,6 1,5 3,0 4,5 6,0 7,5 9,0 15,0 2,0 0,4 0,8 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 20,0 2,5 0,5 1,0 2,5 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 25,0 3,0 0,6 1,2 3,0 6,0 9,0 12,0 15,0 18,0 30,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Labetalol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 373 Lanreotide Merknaam Somatuline PR® Afleveringsvorm Flacon met 30 mg Lanreotide (als acetaat) poder voor suspensie voor injectie F.T.G. Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus Oplosmiddel Mannitol (bijgeleverd) Bereiden Trek 2 ml oplosmiddel uit de ampul in de injectiespuit met behulp van een van de bijgeleverde roze naalden. Breng het oplosmiddel langzaam over in de injectieflacon met lanreotide en laat de injectiespuit zitten. De injectieflacon niet omkeren en de inhoud 20-30 keer zacht heen en weer zwenken tot een melkachtige, homogene suspensie is verkregen. De injectieflacon niet omkeren en alle suspensie in de injectiespuit opzuigen. Trek nu de injectiespuit uit de injectieflacon, verwijder de injectienaald en verwijder de lucht uit de injectiespuit. Zet de andere roze naald op de injectiespuit en dien de injectie toe Toedieningsroute Intramusculair Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: arts Houdbaarheid Direct na oplossen gebruiken Bijzonderheden - - Somatuline PR® is een preparaat met verlengde afgifte De injectie mag alleen per diepe intragluteale injectie worden gegeven. Bij herhaalde toediening dient afwisselend in de linker of rechter bijspier te worden geïnjecteerd Bevat copolymeren, mannitol, natriumcarboxymethylcellulose en polysorbaat 80 De inhoud van de flacon bevat een extra hoeveelheid lanreotide ter compensatie van het residu dat in de injectieflacon achterblijft Suspensie mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen Acute reacties Pijn op de injectieplaats Bijwerkingen Diarree, abdominale pijn, flatulentie, anorexie, misselijkheid en braken, galsteenvorming Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2005 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lanreotide' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 374 Lenograstim Merknaam Granocyte 34® Afleveringsvorm Flacon met 33,6 miljoen IE (263 microg) lenograstim poeder voor injectievloeistof F.T.G. Hematopoëtische groeifactoren Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 33,6 miljoen IE lenograstim op in 1,05 ml oplosmiddel. Schud zachtjes tot de inhoud volledig is opgelost (ongeveer 5 seconden). De concentratie is 33,6 miljoen IE/ml. Zowel het poeder als het oplosmiddel hebben een 5% overmaat. Toedieningsroute Subcutaan: verdund of onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 20°C Bijzonderheden - - Na oplossen kan 1 ml lenograstim uit de flacon worden geëxtraheerd (Granocyte®). Na oplossen kan lenograstim nog worden verdund met NaCl 0,9%. Verdunnen van Granocyte 34® tot eindconcentraties van minder dan 0,32 miljoen IE/ml (2,5 microg/ml) wordt niet aanbevolen, d.w.z. dat 1 flacon opgelost Granocyte 34® met maximaal 100 ml NaCl 0,9% mag worden verdund. Granocyte 34® wordt gebruikt bij patiënten met een lichaamsoppervlak tot en met 1,8 m2. Lenograstim dient onder controle van het bloedbeeld te worden toegediend. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Alopecia, misselijkheid, braken, koorts, hoofdpijn, botpijn, leucocytose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lenograstim' Datum Wijziging 01-01-2013 Toedieningsroute: Subcutaan: verdund of onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 375 Levetiracetam Merknaam Keppra® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) levetiracetam F.T.G. Anti-epileptica Toedieningsroute - Intraveneus als kortlopend infuus: dosering tot 1500 mg aanvullen tot 100 ml infuusvloeistof in 15 minuten Kinderen - 5 ml = 500 mg aangevuld tot 100 ml NaCl 0,9% geeft een oplossing met een concentratie van 5 mg/ml Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% of Ringerlactaat Bijwerkingen Somnolentie en asthenie, duizeligheid, hoofdpijn, psychische stoornissen, buikpijn, misselijkheid, diarree en braken Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2007 01-08-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levetiracetam' Datum Wijziging 01-07-2011 Toedieningsroute kinderen: 5 ml = 500 mg aangevuld tot 100 ml NaCl 0,9% geeft een oplossing met een concentratie van 5 mg/ml. 01-08-2012 Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus: dosering tot 1500 mg aanvullen tot 100 ml infuusvloeistof in 15 minuten. Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%, glucose 5% of Ringerlactaat. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 376 Levofloxacine Merknaam Tavanic® Afleveringsvorm Infusievloeistof met 100 ml = 500 mg levofloxacine, 5 mg/ml F.T.G. Chinolonen, antibacterieel middel Toedieningsroute Intraveneus als infuus, in miminaal 30 minuten (250 mg) of in minimaal 60 minuten (500 mg) Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken van de rubberen stop meteen (binnen 3 uur) gebruiken Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - dexamethasondinatriumfosfaat, dobutamine, dopamine, epinefrine, fenobarbital, fentanyl, gentamicine, linezolid, lorazepam, metoclopramide, morfine, penicilline G, vancomycine Onverenigbaar met Heparine, natriumwaterstofcarbonaat Acute reacties Anafylactische reacties, angio-oedeem Bijwerkingen Slapeloosheid en nervositeit, zelden psychotische reacties, duizeligheid, hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid, flebitis, diarree, misselijkheid, pseudomembraneuze colitis, stijging leverenzymen, rash, huiduitslag, convuslies, perifere neuropathie, tendinitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-10-2009 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levofloxacine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 377 Levocarnitine Merknaam Carnitene "Sigma Tau"® Afleveringsvorm Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml) levocarnitine F.T.G. Voedingsstoffen Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 10-30 mg/kg, in 3 minuten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden Bij een glomulaire filtratiesnelheid lager dan 10 ml/min doseren op geleide van de carnitinespiegel. Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen: diarree. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levocarnitine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 378 Levomepromazine Merknaam Nozinan® Afleveringsvorm Ampul met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) levomepromazine (als hydrochloride) F.T.G. Antipsychotica, analgetica Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: toegevoegd aan gelijk volume NaCl 0,9%, in 3-5 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: VPK-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Onverenigbaar met Atropine, metoclopramide, morfine Y-site - heparine Bijzonderheden - Bevat natriumbisulfiet en benzylalcohol. Subcutane toediening wordt afgeraden wegens lokale irritatie. Levomepromazine kan ernstige ortostatische hypotensie veroorzaken. Acute reacties Rash, bronchospasmen, anafylactische shock. Bijwerkingen Extrapiramidale stoornissen, convulsies, verergering van depressie, slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen, verhoogde oogboldruk, mictiestoornissen, misselijkheid, braken, obstipatie, priapisme, ejaculatiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen, leverfunctiestoornissen. Met name bij ouderen en kinderen: opwinding, delirium. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levomepromazine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 379 Levothyroxine Merknaam Levothyroxine Afleveringsvorm Ampul met 100 microg = 1 ml (100 microg/ml) levothyroxine-natrium F.T.G. Thyreomimetica Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-3 minuten (ref. 19) Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Bijwerkingen Ten gevolge van te hoge doseringen: symptomen van hyperthyreoïdie als diarree, palpitaties, nervositeit. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Na intramusculaire toediening is de absorptie variabel. Verdunnen, direct voor toedienen, met NaCl 0,9% is mogelijk (ref. 19). Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Levothyroxine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 380 Lidocaine Merknaam Xylocaine® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml, 1%) en 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml, 2%) lidocaine-hydrochloride Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml, 5%) lidocaine-hydrochlorideanhydraat en watervrij glucose overeenkomend met 75 mg/ml glucosemonohydraat voor spinale anaesthesie (xylocaine hyperbaar) Miniplasco met 100 mg = 10 ml (10 mg/ml, 1%) en 200 mg = 10 ml (20 mg/ml, 2%) lidocaine-hydrochloride F.T.G. Anti-aritmica, lokale anaesthetica Toedieningsroute Als anti-aritmicum: - Intraveneus als bolusinjectie: 50-100 mg in 1-2 minuten - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp lidocaine Als anaestheticum: - Subcutaan: onverdund - Intramusculair: onverdund - Perineuraal: onverdund - Epiduraal: onverdund - Intrathecaal: onverdund - Intraveneus: onverdund Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau S.C.: arts I.M.: VPK I.V.: IC-arts Infusie: IC Overige toedieningen: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - ciprofloxacine, enalaprilaat, esmolol, famotidine, haloperidol, labetalol, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, propofol, streptokinase Infuus - Onverenigbaar met alteplase, amiodaron, atracurium, benzylpenicilline, calciumzouten, cardioplegie-oplossing, chlooramfenicol, cimetidine, dexamethason, digoxine, dobutamine, dopamine, erythromycine, furosemide, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, metoclopramide, milrinon, pentobarbital, procainamide, ranitidine, theofylline, verapamil Y-site - diazepam, isoprenaline, thiopental Infuus Bijzonderheden - ampicilline, cefazoline, ceftriaxon, doxycycline, epinefrine, fenytoïne, natriumbicarbonaat, norepinefrine - Intravasculaire toediening kan acute hypotensie, myocarddepressie en convulsies veroorzaken. Intraveneuze toediening van lidocaine moet onder bewaking van hemodynamische parameters plaatsvinden. Onverenigbaarheid van lidocaine met (nor)epinefrine geldt niet voor de commercieel verkrijgbare oplossing van lidocaine met epinefrine. Bij intraveneuze infusie gedurende langer dan 24 uur kan de eliminatiesnelheid afnemen. Verlaging van de infuussnelheid kan dan noodzakelijk zijn. - Acute reacties Zelden: bronchospasmen, anafylactische shock. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 381 Bijwerkingen Sufheid, paresthesieën, duizeligheid, slaperigheid. Ten gevolge van overdosering: duizeligheid, sufheid, agitatie, wazig zien, koud zweet, spraakstoornissen, tremoren, convulsies, ademdepressie, hypotensie, ritmestoornissen, cardiovasculaire collaps. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 382 Lidocaine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 50 ml (=1000 mg) lidocaine op, onverdund De eindconcentratie is 20 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Toedienen op geleide van het effect Oplaaddosis: 2,5-5 ml (50-100 mg) als bolus, onverdund Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 6-12 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het ventrikel en verlengt de refractaire periode, werking treedt 1-2 minuten na toediening in Indicatie: behandeling en preventie van ventriculaire artimieën Contraindicatie: tweede en derde graads AV-block, andere ernstige geleidingstoornissen, bradycardie Overdosering: daling van de bloeddruk, agitatie, spraakstoornissen, wazig zien, misselijkheid, uiteindelijk tremoren, convulsies en ademhalingsdepressie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 383 Lidocaine, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 500 mg = 25 ml lidocaine toe aan 25 ml glucose. De eindconcentratie is 10 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Onverdund toedienen, trek 1000 mg = 50 ml lidocaine op. De eindconcentratie is 20 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Toedienen op geleide van het effect Oplaaddosis: 0,5-1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: 20-50 microg/kg/min Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het ventrikel en verlengt de refractaire periode, werking treedt 1-2 minuten na toediening in Indicatie: behandeling en preventie van ventriculaire artimieën Contraindicatie: tweede en derde graads AV-block, andere ernstige geleidingstoornissen, bradycardie Bijwerkingen: sufheid, slaperigheid, overgevoeligheidsreacties Overdosering: hypotensie, agitatie, spraakstoornissen, wazig zien, misselijkheid, uiteindelijk tremoren, ritmestoornissen, convulsies en ademhalingsdepressie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 384 Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 mg/ml) Rekendosering: 50 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min Beheergegevens ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 20 0,1 0,2 0,4 0,5 0,6 25 0,1 0,3 0,5 0,6 0,8 30 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 35 0,2 0,4 0,6 0,8 1,1 40 0,2 0,5 0,7 1,0 1,2 45 0,3 0,5 0,8 1,1 1,4 50 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 385 Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (20 mg/ml) Rekendosering: 33,3 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 30 kg 40 kg 50 kg 20 0,3 0,6 0,9 1,2 1,8 2,4 3,0 25 0,4 0,8 1,1 1,5 2,3 3,0 3,8 30 0,5 0,9 1,4 1,8 2,7 3,6 4,5 35 0,5 1,1 1,6 2,1 3,2 4,2 5,3 40 0,6 1,2 1,8 2,4 3,6 4,8 6,0 45 0,7 1,4 2,0 2,7 4,1 5,4 6,8 50 0,8 1,5 2,3 3,0 4,5 6,0 7,5 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 386 Lidocaine-epinefrine Merknaam Lidocaine-epinefrine, Xylocaine-epinefrine® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 20 ml (5 mg/ml, 0,5%) lidocaine-hydrochloride + epinefrine 1:100.000 (10 microg/ml) Flacon met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml, 1%) lidocaine-hydrochloride + epinefrine 1:200.000 (5 microg/ml) Flacon met 400 mg = 20 ml (20 mg/ml, 2%) lidocaine-hydrochloride + epinefrine 1:200.000 (5 microg/ml) F.T.G. Lokale anaesthetica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts Houdbaarheid Na aanprikken van flacon: 24 uur bij 20°C Bijzonderheden - Lokaal: voor infiltratie- en geleidingsanaesthesie Intraveneus: voor intraveneuze regionale anaesthesie Intravasculaire toediening kan hypotensie, myocarddepressie en convulsies veroorzaken. Bevat natriumbisulfiet als anti-oxidans; bevat methylparahydroxybenzoaat als conserveermiddel. Toevoeging van epinefrine aan de injectievloeistof verlengt de duur van de anaesthesie. Acute reacties Overgevoeligheidsreacties: bronchospasmen, anafylactische shock. Bijwerkingen Sufheid, paresthesieën, duizeligheid, slaperigheid. Ten gevolge van overdosering: duizeligheid, sufheid, agitatie, wazig zien, koud zweet, spraakstoornissen, tremoren, convulsies, ademdepressie, hypotensie, ritmestoornissen, cardiovasculaire collaps. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lidocaine-epinefrine' Datum Wijziging 01-12-2007 Wijziging Afleveringsvorm in verband met nieuwe sterke van epinefrine in lidocaine van 1:200.000. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 387 Linezolid Merknaam Zyvoxid® Afleveringsvorm Infuuszak met 600 mg = 300 ml linezolid (2 mg/ml) F.T.G. Overige antibiotica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intraveneus als infuus: onverdund, in 30-120 minuten Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Amfotericine B, ceftriaxon, chloorpromazine, cotrimoxazol, diazepam, erytromycine, fenytoine, pentamidine Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische reacties, lactaatacidose Bijwerkingen Hoofdpijn, diarree, misselijkheid, candidose, metaalsmaak, leverfunctieafwijkingen, bloedbeeldafwijkingen Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2009 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Linezolid' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 388 Lorazepam Merknaam Temesta® Afleveringsvorm Ampul met 4 mg = 1 ml (4 mg/ml) lorazepam F.T.G. Anxiolytica, benzodiazepinen Toedieningsroute - - - Intramusculair: onverdund of direct voor toedienen mengen met gelijk volume NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of direct voor toedienen mengen met gelijk volume NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp lorazepam Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK I.V./Infusie Volwassenen: VPK I.V./Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, (eventueel) water voor injecties Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met Bijzonderheden aciclovir, amikacine, amoxicilline, atracurium, atropine, bumetanide, ciprofloxacine, clonidine, co-trimoxazol, dexamethason, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, famotidine, fentanyl, fluconazol, furosemide, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, metronidazol, midazolam, milrinon, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, pancuronium, pethidine, piperacilline, ranitidine, vancomycine, vecuronium, zidovudine Y-site - buprenorfine, foscarnet, imipenem, omeprazol, ondansetron, sufentanil, thiopental - Wanneer lorazepam op een gewone zorgeenheid continu wordt toegediend met behulp van een spuitenpomp dient continue controle van de saturatie plaats te vinden. Tijdens controles, elke 3 uur, dient de ademfrequentie meegenomen te worden. Bevat propyleenglycol, polyethyleenglycol en benzylalcohol. De oplossing mag na verkleuring of neerslagvorming niet meer gebruikt worden. Injectievloeistof en infuusvloeistof kunnen ontmengen in de spuit, waardoor concentratieverschillen in de oplossing kunnen optreden. Controle hierop is noodzakelijk. Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. - - Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, exantheem. Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, slaperigheid, verwardheid, spierzwakte, duizeligheid, anterograde amnesie, maagdarmstoornissen. Met name bij ouderen en kinderen: paradoxale reacties met acute opwinding, verwarring en verandering van psychische toestand. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 389 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en bij Bijzonderheden extra aandacht voor de controles op saturatie en ademfrequentie bij continue toediening van lorazepam op een gewone zorgeenheid. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 390 Lorazepam, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 2 ampullen (2 ml=8 mg) met 46 ml NaCl 0,9%. Let op een goede menging van injectievloeistof en infusievloeistof De eindconcentratie is 0,167 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Verschoon dagelijks het toedieningssysteem in verband met het risico op uitkristalliseren Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: onverdund, 0,04 mg/kg, intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 2-12 ml/uur Zie doseringsschema lorazepam Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2005 Werking: werkt hypnotisch en anxiolytisch met een lange halfwaardetijd Indicatie: sedatie op IC, alcoholonthoudingsverschijnselen, pathologische angsten en spanningen - Bijwerking: tromboflebitis, spierzwakte, huidreakties, hypotensie, ademhalingsdepressie Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2005 Houdbaarheid: verschonen toedieningssysteem Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 391 Lorazepam, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 0,167 mg/ml Beheergegevens pompstand dosering ml/uur mg/uur mg/24 uur 1 0,2 2 0,3 4 8 3 0,5 12 4 0,7 16 5 0,8 20 6 1,0 24 7 1,2 28 8 1,4 32 9 1,5 36 10 1,6 40 11 1,8 44 12 2,0 48 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lorazepam, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 392 Lymphocyten immunoglobuline Merknaam Lymphoglobuline® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) lymphocyten immunoglobuline, paard F.T.G. Sera Toedieningsroute Intraveneus als continu infuus, toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 8-12 uur. De minimale infusieduur is 6 uur. Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infusievloeistof: 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Bijzonderheden - Lymphocyten immunoglobuline moet langzaam worden toegediend in een grote vene via een centrale lijn. Voor toediening een corticosteroid en een antihistaminicum toedienen. Acute reacties Allergische reacties, rillingen, koorts, duizeligheid, hypotensie, tachycardie, braken, dyspneu. Pijn op de plaats van infusie en perifere thromboflebitis. Bijwerkingen Vertraagde allergische reacties, zoals serumziekte kunnen zich voordoen 7 tot 15 dagen na het instellen van de behandeling. Leukopenie, thrombocytopenie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2004 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Lymphocyten immunoglobuline' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 393 Parenteralia M Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 394 Magnesiumsulfaat Merknaam Magnesiumsulfaat Afleveringsvorm Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml, 20%) magnesiumsulfaat-7-water Flacon met 10 gram = 50 ml (200 mg/ml, 20%) magnesiumsulfaat-7-water F.T.G. Mineralen, magnesiumzouten Toedieningsroute - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningsnelheid is maximaal 150 mg/minuut Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-1000 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningsnelheid is meestal 1-2 gram/uur, maximaal 150 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp magnesiumsulfaat Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, amikacine, ampicilline, atosiban, cefalosporinen, co-trimoxazol, dobutamine, doxycycline, enalaprilaat, erythromycine, esmolol, famotidine, fludarabine, gentamicine, heparine, insuline, kaliumchloride, kanamycine, labetalol, metronidazol, morfine, ondansetron, paclitaxel, pethidine, piperacilline, vancomycine Infuus - benzylpenicilline, calciumgluconaat, chlooramfenicol, cisplatin, isoprenaline, metoclopramide, norepinefrine, vaminolact, verapamil Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen - - Onverenigbaar met neuroblastoom HR NB-1 ESIOP 60 mmol Kaliumchloride 2,5 mmol Calciumglubionaat 10 mmol Magnesiumsulfaat in 1,5 l NaCl 0,9% of 1,5 l glucose siopel-4 10 mml Kaliumchloride 2 mmol Magnesiumsulfaat 1,5 mmol Calciumglubionaat in 500 ml NaCl/glucose Y-site - ciprofloxacine, gelofusine, ofloxacine, oxytocine Infuus Bijzonderheden - amfotericine B, ciclosporine, clindamycine, dobutamine, hydrocortison, natriumbicarbonaat - 200 mg/ml magnesiumsulfaat-7-water = 0,8 mmol/ml magnesium Intraveneuze toediening dient langzaam te geschieden op geleide van regelmatige controle van het klinisch beeld (ademhaling, bloeddruk, kniepeesreflex, urineuitscheiding) en de magnesiumspiegel. Symptomen van overdosering, zoals maagdarmstoornissen, hypotensie, bradycardie, depressie centraal zenuwstelsel, verlies spierreflexen, ECGafwijkingen, ademhalingsdepressie en hartstilstand, worden behandeld met 1-2 gram calciumgluconaat langzaam intraveneus. - Acute reacties Ten gevolge van te snelle toediening: flushing. Bijwerkingen Diarree, hypotensie, spierzwakte, sufheid. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 395 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat' Datum Wijziging 01-04-2007 Bij Verenigbaar met een nieuw subkopje: Verenigbare combinaties in cytostatica protocollen. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-10-2009 Toegevoegd aan onverenigbaar met (Y-site): gelofusine, oxytocine 01-05-2010 Afleveringsvorm ampul met 1000 mg is gewijzigd in 500 mg = 5 ml (100 mg/ml, 10%) magnesiumsulfaat-7-water 01-03-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: atosiban. 01-11-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Infuus: vaminolact. 01-06-2012 Afleveringsvorm: Ampul met 1000 mg = 5 ml (200 mg/ml, 20%) magnesiumsulfaat-7-water. Bijzonderheden: 200 mg/ml magnesiumsulfaat-7water = 0,8 mmol/ml magnesium. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 396 Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 1 flacon op, onverdund De eindconcentratie is 200 mg/ml (=0,8 mmol/ml) Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 20-30 ml (=4-6 g) als bolusinjectie, in 5 minuten Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 5-15 ml/uur Toegangsweg Perifeer Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt anticonvulsief Indicatie: preventie en couperen van eclamptische aanval Contraindicatie: partieel of totaal AV-blok, respiratoire en/of cardiale depressie, myastenia gravis, ernstige nierfunctiestoornis Bijwerking: bij te hoge magnesiumspiegel: > 5 mmol/l: kniepeesreflex valt volledig weg > 7 mmol/l: hyperventilatie, ademstilstand > 9 mmol/l: ECG afwijkingen, aritmie, hartstilstand Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 397 Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Onverdund toedienen, de eindconcentratie is 200 mg/ml Houdbaarheid Na optrekken: 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect en de bloedspiegel Oplaaddosis: 200 mg/kg in 20 minuten Onderhoudsdosis: 20-150 mg/kg/uur (ref. 15) Toegangsweg Perifeer Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt anticonvulsief, voorkomt en reduceert pulmonaire hypertensie ten gevolge van hypoxie (ref. 15). Indicatie: preventie en couperen van eclamptische aanval Contraindicatie: partieel of totaal AV-blok, respiratoire en/of cardiale depressie, myastenia gravis, ernstige nierfunctiestoornis Bijwerking: magnesiumspiegel > 5 mmol/l: kniepeesreflex valt volledig weg. magnesiumspiegel > 7 mmol/l: hyperventilatie, ademstilstand. magnesiumspiegel > 9 mmol/l: ECG afwijkingen, aritmie, hartstilstand. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Magnesiumsulfaat, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 398 Mannitol Merknaam Mannitol Afleveringsvorm Zak met 20 gram = 100 ml en 100 gram = 500 ml (200 mg/ml, 20%) mannitol F.T.G. Osmotische diuretica Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund Dosering, concentratie en toedieningssnelheid zijn afhankelijk van de toestand en de respons van de patiënt Gebruikelijk is 100 ml in 30-60 minuten bij gebruik als osmotisch diureticum Als osmotherapie ter behandelng van verhoogde intracraniële druk wordt 100 ml in 10 minuten toegediend Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. In de koelkast kristalliseert de oplossing uit. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - cisplatin, fludarabine, fluorouracil, melfalan, ondansetron, paclitaxel, piperacilline-tazobactam, teniposide Infuus - Onverenigbaar met amfotericine B, amikacine, benzylpenicilline, cimetidine, dopamine, gentamicine, metoclopramide, natriumbicarbonaat, netilmicine, ofloxacine, tobramycine, verapamil Y-site - filgrastim Infuus Bijzonderheden - cisplatine, fenytoine, furosemide, imipenem, kaliumchloride, natriumchloride - Mannitol wordt als osmotisch diureticum samen gegeven met cytostatica zoals cisplatine en carboplatine Mannitol wordt ook gegeven ter behandeling van verhoogde intracraniële druk Oplossingen die kristallen bevatten, mogen niet gebruikt worden Oplossingen van 20% via een centrale lijn toedienen; oplossingen van 10% bij voorkeur via een centrale lijn toedienen - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria. Zelden: anafylactische shock Bijwerkingen Tromboflebitis, verstoring van de electrolytenbalans: hyponatriëmie, tremor en convulsies, hoofdpijn, verwardheid, droge mond, dorst, overvloedige diurese, duizeligheid, rillingen, koorts, congestie neusslijmvlies, pijn in de borst en armen, hypotensie, hypertensie, tachycardie. Ten gevolge van extravasatie: oedeem, necrose. Ten gevolge van te snelle toediening: waterintoxicatie, decompensatio cordis, longoedeem. Ten gevolge van hoge doseringen: acute nierinsufficiëntie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 399 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mannitol' Datum Wijziging 01-04-2002 Toedieningssnelheid gespecificeerd. 01-05-2012 Toedieningsroute toegevoegd: Gebruikelijk is 100 ml in 30-60 minuten bij gebruik als osmotisch diureticum. Als osmotherapie ter behandeling van verhoogde intracraniele druk wordt 100 ml in 10 minuten toegediend. Bijzonderheden toegevoegd: - Mannitol wordt ook gegeven ter behandeling van verhoogde intracraniele druk. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 400 Medroxyprogesteron Merknaam Depo-Provera® '150'/'500' Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 150 mg = 1 ml (150 mg/ml) medroxyprogesteronacetaat Flacon met 500 mg = 3,3 ml (150 mg/ml) medroxyprogesteronacetaat F.T.G. Progestagenen Toedieningsroute Intramusculair: onverdund, diep inspuiten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden Bevat polysorbaat 80, methyl- en propylhydroxybenzoaat, en macrogol 4000. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische shock. Bijwerkingen Doorbraakbloeding, misselijkheid, braken, gewichtsverandering, hoofdpijn, duizeligheid, vochtretentie, pijnlijke borsten. Zelden: tromboflebitis, longembolie, leverfunctiestoornis. Ten gevolge van hoge doseringen: onderdrukking bijnierschorsfunctie (syndroom van Cushing), gluteaal abces. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Medroxyprogesteron' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 401 Meningokokkenvaccin Merknaam Meningitec® Afleveringsvorm Flacon met 10 microg = 0,5 ml meningokokkenvaccin suspensie voor injectie F.T.G. Vaccins Toedieningsroute Intramusculair: onverdund, bij voorkeur anterolateraal in de dij bij zuigelingen en in de deltoïdspier bij oudere kinderen, adolescenten en volwassenen Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, erytheem, zwelling. Bijwerkingen Koorts, prikkelbaarheid, vermoeidheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2004 Bevat 10 microg Neisseria meningitidis C polysaccharide Meningitec moet voor gebruik goed worden geschud Meerdere vaccins op verschillende plaatsen toedienen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Meningokokkenvaccin' Datum Wijziging 01-04-2004 Meningovax is uit de handel Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 402 Mepivacaine Merknaam Scandicaine® Afleveringsvorm Flacon met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml, 1%) en 200 mg = 10 ml (20 mg/ml, 2%) mepivacaine-hydrochloride F.T.G. Lokale anaesthetica Toedieningsroute Lokaal: voor geleidings-, infiltratie- en epiduraal anaesthesie: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Lokaal: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden Glazen flacons bevatten methylparahydroxybenzoaat. Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Meestal ten gevolge van te snelle toediening, overdosering of onbedoelde intravasculaire toediening: spraakstoornissen, licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, wazig zien, tremor, sufheid, convulsies, bewusteloosheid, ademstilstand, hypotensie, myocarddepressie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mepivacaine' Datum Wijziging 01-12-2006 Inhoud flacon gewijzigd van 200 mg in 50 mg. 01-05-2009 Afleveringsvorm: 400 mg = 20 ml is gewijzigd in 200 mg = 10 ml (20 mg/ml, 2%) mepivacaine-hydrochloride. 01-06-2009 Afleveringsvorm: 50 mg = 5 ml is uit de handel, vervangen door 200 mg = 20 ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 403 Mercapto-ethaansulfonzuur Merknaam Uromitexan®, Mesna Afleveringsvorm Ampul met 400 mg = 4 ml (100 mg/ml) mercapto-ethaansulfonzuurnatrium F.T.G. Antidota, mucolytica Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als injectie: onverdund, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9% tot een concentratie van 20 mg/ml, in 15-30 minuten Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan glucose 5% of NaCl 0,9% Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose 5% of NaCl 0,9% tot een concentratie van 20 mg/ml, in 30 minuten Intraveneus als langlopend infuus: aangevuld met glucose 5% of NaCl 0,9% tot 48 ml, in 24 uur Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, filgrastim, fludarabine, melfalan, ondansetron, piperacilline Infuus - Onverenigbaar met Bijzonderheden cyclofosfamide, ifosfamide Infuus - carboplatine, cisplatine - Mercapto-ethaansulfonzuur wordt gebruikt ter voorkoming van toxische effecten op de blaas en lagere urinewegen bij gebruik van cytostatica zoals cyclofosfamide en ifosfamide. Bevat 0,6 mmol natrium per ml. - Acute reacties Zelden: urticaria, jeuk, oedeem, hypotensie, anafylactische shock. Bijwerkingen Ulceraties en blaren in slijmvliezen, koorts, tachycardie, maagdarmstoornissen, hoofdpijn, moeheid, leukopenie, gewrichtspijn. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mercapto-ethaansulfonzuur' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 404 MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 2 tot 12 ampullen op, afhankelijk van de pompstand, onverdund. De eindconcentratie is 100 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op basis van cytostatiucm dosering Gebruikelijke pompstanden zijn 0,2-4 ml/uur Zie doseerschema mercapto-ethaansulfonzuurnatrium Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - - Beheergegevens Werking: ontgiftigt de metabolieten van oxazafosforinen (bv. cyclofosfamide) in de urine, doordat de SH-groepen van mesna met deze stofwisselingsproducten reageren en daarmee de toxiciteit opheffen. De cytostatische werkzaamheid van deze preparaten wordt daarbij niet beïnvloed Indicatie: ter voorkoming en het onder controle houden van de toxische werking van de oxazafosforinen (cyclofosfamide, ifosfamide) op de blaas en lagere urinewegen Contraindicatie: gestoorde lever- en nierfunctie. Bekende overgevoeligheid voor mesna of andere mercaptoverbindingen Bijwerking: soms overgevoeligheidsreacties zoals jeuk, huiduitslag en lokaal oedeem Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2006 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 405 MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, doseringsschema spuitenpomp volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 100mg/ml Beheergegevens pompstand dosering ml/uur mg/24 uur 0,2 480 0,4 960 0,5 1200 0,6 1440 0,8 1920 1,0 2400 1,2 2880 1,4 3360 1,6 3840 1,8 4320 2,0 4800 2,5 6000 3,0 7200 3,5 8400 4,0 9600 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2006 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'MercaptoEthaansulfonzuurnatrium, doseringsschema spuitenpomp volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 406 Meropenem Merknaam Meronem® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg meropenem (als 3-water) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Overige beta-lactam antibiotica Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 500 mg meropenem op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in NaCl 0,9% (1-20 mg/ml): 8 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Na verdunnen in glucose 5% (1-20 mg/ml): 3 uur bij 20°C of 12 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 15-30 minuten Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - atropine, digoxine, vancomycine Infuus - aminofylline, cimetidine, dexamethason, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, fenobarbital, fluconazol, furosemide, gentamicine, heparine, insuline, magnesiumsulfaat, mannitol, metoclopramide, morfine, norepinefrine, ranitidine Onverenigbaar met Aciclovir, amfotericine B, calciumgluconaat, ciprofloxacine, diazepam, doxycycline, metronidazol, ondansetron, zidovudine Bijzonderheden Bevat 4 mmol natrium per 1000 mg. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, urticaria, pruritus. Bijwerkingen Tromboflebitis, buikpijn, misselijkheid, braken, hoofdpijn, paresthesieën, orale en vaginale candidose, reversibele trombocytose, eosinofilie, trombocytopenie, neutropenie, leverfunctiestoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Meropenem' Datum Wijziging 01-12-2011 Toegevoegd aan Onverenigbaar met: ciprofloxacine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 407 Methadon Merknaam Methadon Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) methadon-hydrochloride F.T.G. Opioiden Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in NaCl 0,9%: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneuze toediening als bolusinjectie, onverdund of toegevoegd aan 25 ml NaCl 0,9%, is mogelijk, maar wordt niet aangeraden in verband met grote interindividuele variatie in effect en bijwerkingen. Methadon valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Acute reacties Urticaria, pruritus, anafylactische reacties. Bijwerkingen Sedering, ademhalingsdepressie, hoestdemping, stemmingsveranderingen, misselijkheid, braken, obstipatie, urineretentie. Ten gevolge van langdurige toediening: gewenning, verslaving. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-05-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methadon' Datum Wijziging 01-05-2010 Afleveringsvorm ampul met 10 mg is gewijzigd in ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 408 Methohexitalnatrium Merknaam Brietal Afleveringsvorm Flacon met 500 mg methohexitalnatrium poeder voor injectievloeistof F.T.G. Anesthetica Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 500 mg methohexitalnatrium op in 50 ml water voor injecties. De concentratie is 10 mg/ml. Trek 40 ml NaCl 0,9% op in een spuit van 50 ml. Trek 10 ml methohexitaloplossing 10 mg/ml op in een spuit van 10 ml. Voeg de 10 ml methohexitaloplossing toe aan de 40 ml NaCl 0,9% en meng De concentratie is nu 2 mg/ml Toedieningsroute Volwassenen: Intra-arterieel in de arterie carotis voor WADA test Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Injectie: Arts Houdbaarheid Na verdunnen: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Gezien toepassing niet uitgewerkt Onverenigbaar met Gezien toepassing niet uitgewerkt Acute reacties Ademhalingsdepressie, apnoe of hypotensie Bijwerkingen Tromboflebitis, pijn op de plaats van de injectie, laryngo- en bronchospasmus, hoesten, hikken, niezen, verhoogde skeletspieractiviteit (van spiertrekkingen tot convulsieve bewegingen), hoofdpijn, misselijkheid en braken Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2013 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methohexitalnatrium' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 409 Methyleenblauw Merknaam Methylthionine Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) methylthionine Flacon met 15 mg = 30 ml (0,5 mg/ml) methylthionine F.T.G. Antidota, diagnostica Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 10 mg/ml, in 5 minuten Intraveneus als continu infuus: onverdund 0,5 mg/ml, of toegevoegd aan NaCl 0,9% (ref. 22) Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - Methyleenblauw mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Methyleenblauw wordt gebruikt als antidotum bij vergiftigingen met o.a. nitraten. Wordt ook lokaal gebruikt voor de diagnostiek van fistels. Acute reacties Ten gevolge van subcutane injectie: anafylactische reacties. Bijwerkingen Blauwkleuring urine. Ten gevolge van hoge doseringen: misselijkheid, braken, buikpijn, duizeligheid, hoofdpijn, hypertensie, transpireren, verwardheid, dyspnoe, precordiale pijn, vorming van methemoglobine, cyanose. Ten gevolge van subcutane injectie of extravasatie: necrotische abcessen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methyleenblauw' Datum Wijziging 01-03-2002 Flacon met 15 mg = 30 ml (0,5 mg/ml) methylthionine toegevoegd. 01-06-2005 Bij Toedieningsroute toegevoegd: intraveneus mbv spuitenpomp. 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 410 Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 25 ampullen (50 ml = 500 mg) optrekken De eindconcentratie is 10 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-16 ml/uur Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-06-2005 geen Werking: vaatvernauwing Indicatie: septische shock Bijwerkingen: misselijkheid, buikpijn, hypertensie, transpireren Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methyleenblauw, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 411 Methylergometrine Merknaam Methergin® Afleveringsvorm Ampul met 0,2 mg = 1 ml (0,2 mg/ml) methylergometrinewaterstofmaleaat F.T.G. Uterustonica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.V. Volwassenen: IC I.M. Volwassenen: VPK-arts I.M. Kinderen: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund met 5 ml NaCl 0,9%, langzaam Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Bijzonderheden Y-site - heparine, hydrocortison, kaliumchloride - De werking treedt na intraveneuze toediening na 15-30 seconden in en na intramusculaire toediening na 2-5 minuten. De pH van de oplossing is ongeveer 3. - Acute reacties Anafylactische reacties: hypotensie, dyspnoe, collaps, shock. Bijwerkingen Buikpijn, misselijkheid, braken, transpireren, duizeligheid, hoofdpijn. Zelden: hypertensie (met name ten gevolge van te snelle toediening en in combinatie met regionale anaesthesie en vasoconstrictoren), bradycardie of tachycardie, pijn op de borst, perifere vasospastische reacties. Met name patiënten met hypertensie of eclampsie kunnen ongewoon gevoelig zijn voor het hypertensief effect. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylergometrine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 412 Methylnaltrexon Merknaam Relistor Afleveringsvorm Flacon met 12 mg = 0,6 ml (20 mg/ml) methylnaltrexonbromide F.T.G. Antidota Toedieningsroute Subcutaan, onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na optrekken in de injectiespuit 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht Bijzonderheden - Methylnaltrexon mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden toegediend Bevat glycine en natriumcalciumedetaat Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats Bijwerkingen Buikpijn, misselijkheid, diarree, flatulentie, duizeligheid Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2008 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylnaltrexon' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 413 Methylprednisolon, intramusculair Merknaam Depo-Medrol® Afleveringsvorm Flacon met 40 mg = 1 ml methylprednisolonacetaat suspensie F.T.G. Glucocorticoïden Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund, diep spuiten, in de M.glutaeus - Intrabursaal: onverdund - Intrasynoviaal: onverdund - Intra-articulair: onverdund - Periarticulair: onverdund - Intralaesionaal: onverdund Flacon voor gebruik goed schudden! Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 4°C Bijzonderheden - - Methylprednisolon kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, worden toegevoegd aan lidocaine 1%, of er kan gekozen worden voor kant-enklaar Depo-Medrol® met lidocaine. Methylprednisolonacetaat mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Bevat macrogol 4000 en myristylpicolinium. Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling, jeuk, angio-oedeem, bronchospasmen. Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, spierzwakte. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, intramusculair' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 414 Methylprednisolon, intraveneus Merknaam Solu-Medrol® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg methylprednisolon (als natriumsuccinaat) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Glucocorticoiden Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 500 mg methylprednisolon op in 8 ml water voor injecties. De concentratie is 62,5 mg/ml. Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: dosis tot maximaal 250 mg, in tenminste 5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: dosis hoger dan 250 mg in 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 30 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp methylprednisolon Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, cisplatine, cyclofosfamide, cytarabine, doxorubicine, enalaprilaat, famotidine, fludarabine, methotrexaat, metronidazol, midazolam, morfine, pethidine, piperacilline, teniposide Infuus - Onverenigbaar met amfotericine B, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, dopamine, famotidine, heparine, metoclopramide, natriumbicarbonaat, norepinefrine, ranitidine, theofylline, verapamil Y-site - allopurinol, ciprofloxacine, filgrastim, insuline, kaliumchloride, ondansetron, propofol, thiopental, tolazoline Infuus - benzylpenicilline, calciumgluconaat, doxapram Bijzonderheden - Bevat 2,7 mmol natrium per 1000 mg. Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling, jeuk, angio-oedeem, bronchospasmen, tachycardie. Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte. Ten gevolge van snelle toediening: misselijkheid, braken, vieze smaak. Ten gevolge van snelle toediening van hoge doseringen: aritmieën, collaps, hartstilstand. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 415 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, intraveneus' Datum Wijziging 01-02-2009 Bij Verenigbaar met Infuus is kaliumchloride verwijderd. 01-01-2013 Oplosmiddel: water voor injecties. Benzylalcohol wordt niet meer bijgeleverd. 01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 416 Methylprednisolon, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 6 flacons (=3 g) methylprednisolon op in 6 x 8 ml water voor injecties. Vul aan tot 50 ml met water voor injecties. De eindconcentratie is 60 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Dosering is afhankelijk van gewicht van de patiënt Oplaaddosis: 30 mg/kg Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstand is: 5-9 ml/uur gedurende 24 uur Zie doseringsschema methylprednisolon Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: zou beschermend werken tegen afbraak/verval van de celmembraan van de zenuwcel Indicatie: acute traumatische dwarslaesie Contraindicatie: acute infectieuze processen, overgevoeligheid Bijwerking: na snelle intraveneuze toediening van hoge dosis (meer dan 500 mg in minder dan 10 minuten): hartartitmieën, circulatoire collaps, hartstilstand. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 417 Methylprednisolon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 60 mg/ml Beheergegevens lich.gewicht oplaaddosis pompstand onderhoudsdosis kg mg ml/uur 30-40 1200 3 40-50 1500 4 50-60 1800 5 60-70 2100 6 70-80 2400 7 80-90 2700 8 90-100 3000 9 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Methylprednisolon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 418 Metoclopramide Merknaam Primperan® Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) metoclopramide-hydrochloride (als 1-water) F.T.G. Anti-emetica Toedieningsroute Volwassenen - Subcutaan: onverdund 5 mg/ml Intramusculair: onverdund 5 mg/ml Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 10 mg/min Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 15 minuten Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Kinderen - Subcutaan: onverdund 5 mg/ml Intramusculair: onverdund 5 mg/ml Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 5 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 10 mg/min Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten Intraveneus als langlopend infuus: aangevuld met NaCl 0,9% of glucose 5% tot 48 ml Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK I.V.: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, bleomycine, ciprofloxacine, cisplatine, cyclofosfamide, cytarabine, doxorubicine, droperidol, filgrastim, fluconazol, fludarabine, fluorouracil, folinezuur, foscarnet, heparine, melfalan, methotrexaat, mitomycine, ondansetron, paclitaxel, piperacilline, propofol, sufentanil, teniposide, vinblastine, vincristine, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met ascorbinezuur, atropine, chloorpromazine, cimetidine, clindamycine, dexamethason, droperidol, famotidine, fentanyl, fosfaat, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat, mannitol, meropenem, methylprednisolon, midazolam, morfine, pethidine, promethazine, ranitidine, scopolamine, theofylline, verapamil Y-site - allopurinol, benzylpenicilline, cefalosporinen, furosemide Infuus - calciumgluconaat, chlooramfenicol, erythromycine, natriumbicarbonaat Bijzonderheden - Metoclopramide iv is alleen bij kinderen van 1-18 jaar geïndiceerd bij ernstige misselijkheid en braken met bekende oorzaak, waarvan behandeling met andere middelen ineffectief is gebleken Bijwerkingen Slaperigheid, moeheid, obstipatie, diarree. Met name bij kinderen en ten gevolge van hoge doseringen: extrapiramidale stoornissen en convulsies. Zelden: ademdepressie, aritmieën. Beheergegevens Beheerder: Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 Agnes Veldkamp pagina 419 Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoclopramide' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-03-2012 Nieuw kopje Bijzonderheden: Metoclopramide iv is alleen bij kinderen van 118 jaar geïndiceerd bij ernstige misselijkheid en braken met bekende oorzaak, waarvan behandeling met andere middelen ineffectief is gebleken. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 420 Metoprolol Merknaam Selokeen® Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) metoprololtartraat F.T.G. ß-blokkers Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9 of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 1 mg/ml Intraveneus met behulp van een spuitenpomp: zie het geneesmiddelprotocol spuitenpomp metoprolol Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - alteplase, morfine, pethidine Bijzonderheden Metoprolol moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Bijwerkingen Orthostatische hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, verstopte neus, dromen, hoofdpijn, maagpijn, misselijkheid, diarree, vermoeidheid, droge mond, mictieklachten, visusstoornissen, huidreacties, lusteloosheid, krampaanvallen, koude extremiteiten. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2004 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging aanduiding bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 421 Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 5 ampullen (25 mg = 25 ml) metoprolol met 25 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 0,5 mg/ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200 C Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: 5 mg = 5 ml intraveneus als bolusinjectie Onderhoud: afhankelijk van hemodynamische parameters en ECG, veelal 2 mg/uur na opbouwschema Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: vermindert de invloed van adrenerge prikkels op het hart, vermindert het hartminuutvolume en het cardiale zuurstofverbruik. Tevens wordt de AV-geleiding vertraagd en treedt een antihypertensief effect op. Indicatie: ritmestoornissen, met name supraventriculaire tachycardieën Contraindicatie: “sick-sinus”-syndroom, 2e en 3e graads AV-blok Bijwerking: hypotensie, bradycardie, bronchospasmen, hartfalen, hoofdpijn, duizeligheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2004 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 422 Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml pompstand Beheergegevens dosering ml/uur mg/uur mg/24 uur 1,0 0,50 12 1,5 0,75 18 2,0 1,00 24 2,5 1,25 30 3,0 1,50 36 3,5 1,75 42 4,0 2,00 48 4,5 2,25 54 5,0 2,50 60 5,5 2,75 66 6,0 3,00 72 6,5 3,25 78 7,0 3,50 84 7,5 3,75 90 8,0 4,00 96 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2004 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metoprolol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 423 Metronidazol Merknaam Metronidazol Afleveringsvorm Flacon of zak met 500 mg = 100 ml (5 mg/ml) metronidazol (in fosfaatbuffer) F.T.G. Overige antibiotica Toedieningsroute Volwassenen en kinderen Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in minimaal 20 minuten, de toedieningssnelheid is maximaal 25 mg/minuut (neonatologie: zo nodig verdunnen met glucose 5%) Draag handschoenen, werk in de LAF-kast Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Buiten invloed van licht, zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Niet bij 4°C bewaren. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, amiodaron, amoxicilline, enalaprilaat, esmolol, fluconazol, foscarnet, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, midazolam, morfine, pethidine Infuus - Onverenigbaar met aminoglycosiden, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, disopyramide, fluconazol, gentamicine, heparine, hydrocortison, theofylline Y-site - filgrastim, meropenem Infuus - dopamine, ciprofloxacine Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Tromboflebitis, metaalsmaak, maagdarmstoornissen, leukopenie, stomatitis, hoofdpijn, duizeligheid, antabus-effect. Ten gevolge van langdurig gebruik: sensibiliteitsstoornissen, ataxie. Ten gevolge van hoge doseringen: donkerbruinverkleuring van de urine. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Metronidazol' Datum Wijziging 01-10-2008 Ciprofloxacine is niet verenigbaar met maar onverenigbaar met Infuus. 01-01-2011 Toegevoegd aan Verenigbaar met Y-site: amoxicilline. 01-05-2013 Toedieningsroute: (neonatologie: zo nodig verdunnen met glucose 5%) Toegevoegd: Draag handschoenen, werk in de LAF-kast. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: midazolam. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: gentamicine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 424 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 425 Midazolam Merknaam Dormicum® Afleveringsvorm Ampul met 15 mg = 3 ml en 50 mg = 10 ml (5 mg/ml) midazolam (als hydrochloride) F.T.G. Benzodiazepinen Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair/subcutaan: onverdund (5 mg/ml) Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp midazolam Kinderen - Intramusculair: onverdund (5 mg/ml) Intraveneus als bolusinjectie: verdund,met NaCl 0,9% of glucose tot 1 mg/ml de toedieningssnelheid is maximaal 2 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: toegevoegd aan NaCl 0.9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml (maximale concentratie bij vochtbeperking is 5 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.M./SC: VPK I.V.: G-VPK-arts Infusie Volwassenen: VPK Infusie Kinderen: IC Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amikacine, amiodaron, calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim, ciprofloxacine, clindamycine, dexmedetomidinehydrochloride, digoxine, dopamine, epinefrine, erythromycine, esmolol, famotidine, fluconazol, gentamicine, haloperidol, heparine, insuline, kaliumchloride, ketanserine, labetalol, lorazepam, methylprednisolon, metronidazol, milrinon, nicardipine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, ondansetron, pancuronium, piperacilline, propofol, ranitidine, remifentanil, rocuronium, sufentanil, theofylline, tirofiban, tobramycine, vancomycine, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met atracurium, atropine, buprenorfine, chloorpromazine, cimetidine, droperidol, fentanyl, metoclopramide, morfine, pethidine, promethazine, scopolamine Y-site - amoxicilline, ampicilline, bumetanide, ceftazidim, cefuroxim, clonidine, cotrimoxazol, dexamethason, dobutamine, foscarnet, furosemide, hydrocortison, imipenem, natriumbicarbonaat, omeprazol, ringerlactaat, thiopental Infuus Bijzonderheden - pentobarbital, ranitidine - Bij het gebruik van midazolam injectievloeistof is met name bij intraveneuze toediening ademhalingsdepressie en -stilstand gezien, in sommige gevallen resulterend in cerebrale hypoxie of dood. Bij de toediening van midazolam i.v. dient de antagonist flumazenil in de direct nabijheid voorhanden te zijn. Wanneer midazolam op een gewone zorgeenheid continu wordt toegediend met behulp van een spuitenpomp dient continue controle van de saturatie plaats te vinden. Tijdens controles, elke 3 uur, dient de ademfrequentie meegenomen te worden. - Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 426 - - Het effect treedt op na ca. 2 minuten bij i.v. toediening en na ca. 20 minuten bij i.m. toediening. Binnen 3 uur na parenterale toediening mag de patient het ziekenhuis niet verlaten; daarna liefst onder begeleiding. Binnen 12 uur mag de patient geen voertuigen of machines besturen. De pH van de oplossing is ongeveer 3. Acute reacties Kortdurende apnoe. Ten gevolge van te snelle toediening: kans op ademhalingsstilstand. Bijwerkingen Pijnlijkheid op injectieplaats, tromboflebitis, amnesie, misselijkheid, braken, duizeligheid, spierzwakte, verwardheid, ataxie, dubbelzien. Bij kinderen en ouderen kunnen paradoxale reactie optreden: onrust, opwinding, prikkelbaarheid, woede-aanvallen, hallucinaties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam' Datum Wijziging 01-03-2002 De ampul van 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) is uit het assortiment. 01-04-2002 Voor een bolusinjectie moet de oplossing verdund worden. 01-08-2004 Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: propofol. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding en bij Bijzonderheden extra aandacht voor de controles op saturatie en ademfrequentie bij continue toediening van midazolam op een gewone zorgeenheid. 01-09-2010 Toegevoegd bij Toedieningsroute (volwassenen) en Bekwaamheidsniveau: subcutaan. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: dexmedetomidinehydrochloride, remifentanil, rocuronium, tirofiban. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: ringerlactaat. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 427 Midazolam, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 1 ampul (50 mg = 10 ml) met 40 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 1 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2,5-40 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Werking: intensieve sederende en slaapinducerende werking binnen enkele minuten na toediening, tevens anticonvulsief en spierrelaxerend - Indicatie: sedatie op de IC - Bijwerking: hypotensie - Contraindicatie: myasthenia gravis Bij staken van de behandeling kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 428 Midazolam, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 10 kg: Voeg 50 mg = 10 ml toe aan 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml. > 10 kg: Onverdund toedienen, trek (afhankelijk van de pompstand) 4-5 ampullen op. De eindconcentratie is 5 mg/ml. Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Eventueel oplaaddosis: 0,2 mg/kg Gebruikelijke doseringen: 0,05-0,3 mg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: intensieve sederende en slaapinducerende werking binnen enkele minuten na toediening, tevens anticonvulsief en spierrelaxerend Indicatie: sedatie op de IC Contraindicatie: myasthenia gravis Bijwerking: hypotensie, spierzwakte, ataxie, misselijkheid, tromboflebitis. Paradoxale reacties bij kinderen: onrust, opwinding, prikkelbaarheid, hallucinaties. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-09-2012 Bereiden: omslagpunt gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar onverdund toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 429 Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 10 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 10 KG (1,0 mg/ml) Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur ml/uur Beheergegevens mg/kg/uur 1 kg 2 kg 5 kg 0,05 0,1 0,1 0,3 0,1 0,1 0,2 0,5 0,15 0,2 0,3 0,8 0,2 0,2 0,4 1,0 0,25 0,3 0,5 1,3 0,3 0,3 0,6 1,5 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 10 KG' Datum Wijziging 01-09-2012 Omslagpunt is gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar onverdund toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 430 Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 10 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 10 KG (5 mg/ml) Rekendosering: 0,5 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur mg/kg/uur ml/uur 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 0,05 0,1 0,2 0,3 0,3 0,4 0,5 0,10 0,2 0,4 0,5 0,6 0,8 1,0 0,15 0,3 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5 0,20 0,4 0,8 1,0 1,2 1,6 2,0 0,25 0,5 1,0 1,3 1,5 2,0 2,5 0,30 0,6 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Midazolam, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 10 KG' Datum Wijziging 01-09-2012 Omslagpunt is gewijzigd van 2 kg naar 10 kg voor verdund naar onverdund toedienen. Doseringsschema’s spuitenpomp zijn ook aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 431 Milrinon Merknaam Corotrope® Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 10 ml (1 mg/ml) milrinon (als lactaat) F.T.G. Overige middelen bij decompensatio cordis Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan 10-20 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 10 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp milrinon Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: 4 Infusie: 3 Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, NaCl 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met atroprine, calciumchloride, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, fentanyl, heparine, insuline, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, norepinefrine, propranolol, ranitidine, vecuronium, verapamil Y-site - furosemide, imipenem-cilastatine Infuus - bumetanide Bijzonderheden Milrinon dient onder bewaking van hemodynamische parameters te worden toegediend. Bijwerkingen Aritmieën, hypotensie, angina pectoris, hoofdpijn. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2007 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 432 Milrinon, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 1 ampul 10 mg = 10 ml milrinon toe aan 40 ml NaCl 0,9% of glucose 5%; de eindconcentratie is 0,2 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: - aanvankelijk: 50 microg/kg intraveneus als bolusinjectie, in 10 minuten - onderhoud: 22,5-45 microg/kg/uur, de toedieningssnelheid is maximaal 1,13 mg/kg/24 uur gedurende maximaal 48 uur Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2007 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 433 Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA, bij een eindconcentratie van 0,2 mg/ml Beheergegevens ml/uur microg/minuut mg/uur 5,0 17 1,0 7,5 25 1,5 10,0 33 2,0 12,5 42 2,5 15,0 50 3,0 17,5 58 3,5 20,0 67 4,0 22,5 75 4,5 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2007 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Milrinon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 434 Morfine Merknaam Morfine Afleveringsvorm Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml), 10 mg = 1 ml en 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) morfine-hydrochloride F.T.G. Opioiden Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter Intramusculair: onverdund 1-10 mg/ml Intraveneus als bolusinjectie: onverdund 2,5-15 mg, in 4-5 minuten Intraveneus als kortlopend of continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,1-1 mg/ml Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp morfine (1 mg/ml) en morfine forte (10 mg/ml) Epiduraal: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Intrathecaal: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK I.V.: G-VPK Overige toedieningen: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - allopurinol, amikacine, amiodaron, ampicilline, atenolol, benzylpenicilline, bumetanide, calciumchloride, cefalosporinen, chlooramfenicol, cisplatin, clindamycine, co-trimoxazol, cyclofosfamide, cytarabine, dexamethason, digoxine, dopamine, doxorubicine, doxycycline, enalaprilaat, epinefrine, erythromycine, esmolol, famotidine, filgrastim, fludarabine, foscarnet, gentamicine, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, kanamycine, labetalol, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, melfalan, methotrexaat, methylprednisolon, metoprolol, metronidazol, milrinon, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, paclitaxel, pancuronium, piperacilline, propofol, propranolol, teniposide, theofylline, tobramycine, vancomycine, vecuronium, warfarine, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met atracurium, atropine, bupivacaine, cimetidine, clonidine, dobutamine, droperidol, fentanyl, fluconazol, meropenem, metoclopramide, midazolam, milrinon, ondansetron, ranitidine, scopolamine, suxamethonium, verapamil Y-site - aciclovir, furosemide Infuus - fenobarbital, fenytoine, fluorouracil, haloperidol, heparine, natriumbicarbonaat, pentobarbital, pethidine, theofylline, thiopental Bijzonderheden Morfine valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Acute reacties Urticaria, pruritus, bronchoconstrictie, anafylaxie. Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken, droge mond, stemmingsveranderingen, miosis, hypothermie, spasmen van de gladde spieren met obstipatie, galkoliek en urineretentie, zweten, duizeligheid, bradycardie. Ten gevolge van langdurige subcutane toediening: weefselirritatie en pijn. Ten gevolge van intraveneuze toediening: tromboflebitis. Ten gevolge van herhaald aanprikken bij intrathecale toediening: sepsis. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 435 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2009 Bij toedieningsroute via spuitenpomp toegevoegd: (1 mg/ml) en morfine forte (10 mg/ml) 01-03-2011 Bij Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend of continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,1-1 mg/ml. 01-01-2012 Afleveringsvorm: Ampul met 2 mg = 2 ml (1 mg/ml), 10 mg = 1 ml en 100 mg = 10 ml (10 mg/ml) morfine-hydrochloride. 01-01-2013 Toedieningsroute: Subcutaan: onverdund, kan via Insuflon verblijfscatheter. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 436 Morfine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 5 ampullen (5 ml=50 mg) met 45 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 1 mg/ml Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine forte 10 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Pompstanden: 1-10 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2009 Werking: vermindert pijn Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock Bijwerking: ademhalingsdepressief, braken, misselijkheid, verslavende werking Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2009 Bij Bereiden toegevoegd: Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine forte 10 mg/ml Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 437 Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 50 ml = 50 mg (1 mg/ml) Beheergegevens pompstand dosering ml/uur mg/24 uur 0,4 10 0,8 20 1,2 30 1,7 40 2,1 50 2,5 60 2,9 70 3,3 80 3,7 90 4,2 100 5,0 120 5,8 140 6,7 160 7,5 180 8,3 200 10,0 240 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2006 01-12-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-12-2006 Nauwkeurigheid pompstand in tabel aangepast naar 1 decimaal. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 438 Morfine, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 20 kg: Voeg 5 mg = 0,5 ml morfine toe aan 49,5 ml glucose. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 50 ml > 20 kg: Voeg 50 mg = 5 ml morfine toe aan 45 ml glucose. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml INEO Voeg 2 mg = 2 ml (2 ml van een 1 mg/ml oplossing) toe aan 18 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 20 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Eventueel oplaaddosis: 0,1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosering: 10-40 microg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: vermindert pijn Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock Contraindicatie: acute ademhalingsdepressie, cyanose, hersentrauma, verhoogde intracraniële druk. Bij epidurale toediening: sepsis, verhoogde bloedingsneiging. Bijwerking: ademhalingsdepressie, misselijkheid, braken, duizeligheid, obstipatie, bradycardie, tromboflebitis. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-09-2011 Bereiden toegevoegd: INEO: Voeg 2 mg = 2 ml (2 ml van een 1 mg/ml oplossing) toe aan 18 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 20 ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 439 Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 20 KG (100 microg/ml) Rekendosering: 10 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/uur ml/uur 1 kg 2 kg 5 kg 8 kg 10 kg 15 kg 20 kg 10 0,1 0,2 0,5 0,8 1,0 1,5 2,0 15 0,2 0,3 0,8 1,2 1,5 2,3 3,0 20 0,2 0,4 1,0 1,6 2,0 3,0 4,0 25 0,3 0,5 1,3 2,0 2,5 3,8 5,0 30 0,3 0,6 1,5 2,4 3,0 4,5 6,0 35 0,4 0,7 1,8 2,8 3,5 5,3 7,0 40 0,4 0,8 2,0 3,2 4,0 6,0 8,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 20 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 440 Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (1000 microg/ml) Rekendosering: 100 microg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/uur ml/uur 20 kg 25 kg 30 kg 35 kg 40 kg 50 kg 10 0,2 0,3 0,3 0,4 0,4 0,5 15 0,3 0,4 0,5 0,5 0,6 0,8 20 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 1,0 25 0,5 0,6 0,8 0,9 1,0 1,3 30 0,6 0,8 0,9 1,1 1,2 1,5 35 0,7 0,9 1,1 1,2 1,4 1,8 40 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 2,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 441 Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 5 ampullen (50 ml = 500 mg) op, onverdund De eindconcentratie is 10 mg/ml Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine 1 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Pompstanden: 1-3 ml/uur Toegangsweg I.V. Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2003 01-02-2009 Werking: vermindert pijn Indicatie: hevige pijn, ernstige dyspnoe bij cardiogene shock Bijwerking: ademhalingsdepressief, braken, misselijkheid, verslavende werking Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine forte, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2009 Bij Bereiden toegevoegd: Let op: er is ook een spuitenpompprotocol morfine 1 mg/ml Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 442 Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 1 ml = 10 mg, 50 ml = 500 mg (10 mg/ml) Beheergegevens pompstand dosering ml/uur mg/24 uur 0,8 200 0,9 220 1,0 240 1,1 260 1,2 280 1,3 310 1,4 340 1,5 360 1,6 380 1,7 410 1,8 430 1,9 460 2,0 480 2,1 500 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2003 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Morfine forte, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 443 Mycofenolaatmofetil Merknaam Cellcept® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg mycofenolaatmofetil (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Immunosuppressiva Oplosmiddel Glucose 5% Bereiden Los 500 mg mycofenolaatmofetil op in 14 ml glucose 5%. Het eindvolume is 15 ml. De concentratie is 33 mg/ml. Voeg vervolgens 70 ml glucose 5% toe (6 mg/ml) Toedieningsroute Intraveneus als infuus in 2 uur: verdund met glucose 5% tot een concentratie van 6 mg/ml in twee uur. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau VPK Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 5 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Dopamine, norepinefrine, vancomycine Onverenigbaar met NaCl 0,9%, Ringerlactaat Bijzonderheden - Mycofenolaatmofetil mag nooit toegediend worden door middel van een bolus injectie. Mycofenolaatmofetil mag niet gemengd worden of via dezelfde catheter tezamen met andere intraveneuze geneesmiddelen worden toegediend. Acute reacties Zeer zelden: flebitis, trombose, angio-oedeem en anafylaxie. Bijwerkingen Diarree, leukopenie, sepsis, braken, verhoogde frequentie van bepaald soorten infecties (o.a. CMV/candida mucocutaneus/Herpes simplex). Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-06-2005 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Mycofenolaatmofetil' Datum Wijziging 01-10-2007 Toegevoegd: verenigbaar met dopamine, norepinefrine, vancomycine. 01-03-2010 Bereiden: Voeg vervolgens 70 ml glucose 5% toe (6 mg/ml). Toedieningsroute: Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met glucose 5% tot een concentratie van 6 mg/ml in twee uur. 01-08-2013 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus in 2 uur: verdund met glucose 5% tot een concentratie van 6 mg/ml in twee uur. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 444 Parenteralia N Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 445 Nadroparine Merknaam Fraxiparine® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 2850 IE AXa = 0,3 ml, 3800 IE AXa = 0,4 ml, 5700 IE AXa = 0,6 ml en 7600 IE AXa = 0,8 ml (9500 IE AXa/ml) nadroparine (calciumzout) F.T.G. Laag moleculaire heparinen Bereiden Kinderen (neonaten) Nadroparine kan worden verdund in NaCl 0,9% om een volume van minimaal 0,2 ml te verkrijgen Toedieningsroute Subcutaan: bij voorkeur in antero- en postlaterale buikgordel, buiten de periumbilicale streek, of van het anterolaterale deel van het bovenbeen, de aanwezige luchtbel in de spuit niet verwijderen; de injectieplaats niet masseren Kan via Insuflon verblijfscatheter Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in NaCl: 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, water voor injectie Bijzonderheden - 1 AXa IC-E komt overeen met 0,38 AXa IE (AXa = anti-Xa-activiteit, IE = internationale eenheden, IC-E = Institut Choay-Eenheden) 6 mg protamine-hydrochloride neutraliseert ongeveer 950 IE AXa (0,1 ml) nadroparine Acute reacties Zelden: erytheem, asthma bronchiale, koorts, collaps, vaatkrampen. Bijwerkingen Hematomen rond de injectieplaats. Zelden: huidnecrose, trombocytopenie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nadroparine' Datum Wijziging 01-02-2012 Nieuw: Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%, water voor injectie. Bereiden: Kinderen (neonaten): Nadroparine kan worden verdund in NaCl 0,9% om een volume van minimaal 0,2 ml te verkrijgen. Toegevoegd Houdbaarheid: Na verdunnen in NaCl: 24 uur bij 4°C 01-01-2013 Toedieningsroute: toegevoegd: Kan via Insuflon verblijfscatheter. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 446 Naloxon Merknaam Narcan®, Afleveringsvorm Ampul met 0,4 mg = 1 ml (0,4 mg/ml) naloxon-hydrochloride F.T.G. Antidota Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of verdund in glucose 5% of NaCl 0,9%, in 15-30 seconden, zo nodig na 2-3 minuten herhalen Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp naloxon Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK I.V.: G-VPK-arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - Bij patiënten met afhankelijkheid aan opioiden kan abrupte en complete antagonering resulteren in een acuut abstinentiesyndroom. De pH van de oplossing is ongeveer 3,5. Acute reacties Zelden: netelroos, neusverkoudheid, dyspnoe, angio-oedeem, longoedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, braken, zweten, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies, hartstilstand. Ten gevolge van hoge doseringen: opwinding, hypertensie, opheffing analgesie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon' Datum Wijziging 01-04-2003 Ampul met 0,04 mg = 2 ml (Narcan Neonataal®) is uit de handel 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 447 Naloxon, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Voeg 5 ampullen (0,4 mg = 1 ml) toe aan 45 ml glucose 5% of NaCl 0,9% De eindconcentratie is 40 microg/ml Houdbaarheid Na optrekken: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke doseringen: aanvankelijk: 0,4 mg intraveneus als bolusinjectie onderhoud: 0,2-0,4 mg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - - Beheergegevens Werking: vermindert de ademhalingsdepressie van opiaten, zonder de analgetische werking te beïnvloeden. Indicatie: bij (vermoede) overdosering van opiaten, post-operatief om de ademhalingsdepressie van opiaten geheel of gedeeltelijk op te heffen, bij asphyxia neonatorum Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij opiaatverslaafden en bij pasgeborenen van verslaafde moeders, wegens de kans op acuut ontrekkingssyndroom en bij ernstig cardiovasculaire aandoeningen Bijwerkingen: misselijkheid, braken, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies. Zelden overgevoeligheidsreacties. Overdosering: opwinding, hypertensie, opheffing analgesie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 448 Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 40 microg/ml Beheergegevens ml/uur mg/uur mg/24 uur 2,5 0,1 2,4 5,0 0,2 4,8 7,5 0,3 7,2 10,0 0,4 9,6 12,5 0,5 12,0 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 449 Naloxon, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 1,6 mg = 4 ml naloxon toe aan 12 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml, 16 ml Houdbaarheid Na optrekken: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke dosering: 0,02 mg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - - Beheergegevens Werking: vermindert de ademhalingsdepressie van opiaten, zonder de analgetische werking te beïnvloeden. Indicatie: bij (vermoede) overdosering van opiaten, post-operatief om de ademhalingsdepressie van opiaten geheel of gedeeltelijk op te heffen, bij asphyxia neonatorum Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij opiaatverslaafden en bij pasgeborenen van verslaafde moeders, wegens de kans op acuut ontrekkingssyndroom en bij ernstig cardiovasculaire aandoeningen Bijwerkingen: misselijkheid, braken, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies. Zelden overgevoeligheidsreacties. Overdosering: opwinding, hypertensie, opheffing analgesie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 450 Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (0,02 mg/ml) Rekendosering: 0,01 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur mg/kg/uur 0,02 Beheergegevens ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Naloxon, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 451 Nandrolon Merknaam Deca-Durabolin® Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) nandrolondecanoaat in olie F.T.G. Anabole steroïden Toedieningsroute Intramusculair: diep spuiten, bij voorkeur in de M. glutaeus Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden Bevat arachisolie als oplosmiddel en benzylalcohol als conserveermiddel. Bijwerkingen Leverfunctiestoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik van hoge doseringen: psychische onrust, verminderde glucosetolerantie, slaapstoornissen, agressief gedrag, amyotrofische laterale sclerose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nandrolon' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 452 Natalizumab Merknaam Tysabri® Afleveringsvorm Flacon met concentraat voor oplossing voor infusie met 300 mg = 15 ml (20 mg/ml) natalizumab F.T.G. Middelen bij multiple sclerose Oplosmiddel Natriumchloride 0,9% Bereiden Verwijder 15 ml concentraat van oplossing voor infusie uit de injectieflacon. Voeg deze 15 ml toe aan 100 ml natriumchloride 0,9% oplossing voor injectie. Keer de oplossing voorzichtig, zodat deze volledig wordt gemengd. Niet schudden. Gebruik het product niet wanneer het product niet kleurloos, helder tot iets melkachtig is of als er vreemde deeltjes waargenomen worden. Toedieningsroute Intraveneus als infuus: in 1 uur (2 ml/min) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen direct toedienen, of binnen 8 uur indien opgeslagen tussen 2°C en 8°C. Laat het product voor infusie wel op kamertermperatuur komen. Bijzonderheden - Acute reacties Systemische bijwerkingen Bijwerkingen Urineweginfecties, urticaria, hoofdpijn, duizeligheid, braken, misselijkheid, artralgie, rigitor, perexie, vermoeidheid, anafylactische shock Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2007 geen Mag NIET als bolusinjectie toegediend worden Mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen of oplosmiddelen Patiënt observeren tijdens en tot een uur na infusie. Er moeten middelen beschikbaar worden gehouden voor de behandeling van overgevoeligheidsreacties. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natalizumab' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 453 Natriumbenzoaat Merknaam Natriumbenzoaat Afleveringsvorm Injectieflacon met 2250 mg = 10 ml (225 mg/ml) natriumbenzoaat, concentraat voor injectievloeistof Toedieningsroute - - Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9%. De maximale concentratie is 25 mg/ml. Infusiesnelheid: start 250 mg/kg in 90 minuten, gevolgd door 250-500 mg/kg/24 uur continu infuus Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% in 30 minuten. De maximale concentratie is 25 mg/ml Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in NaCl 0,9% 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Onverenigbaar met Zuren, calciumzouten en ijzerzouten Bijwerkingen Allergische reacties: utricaria en maag-darmklachten Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2003 01-09-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumbenzoaat' Datum Wijziging 01-09-2012 Afleveringsvorm gewijzigd: Injectieflacon met 2250 mg = 10 ml (225 mg/ml) natriumbenzoaat, concentraat voor injectievloeistof. Toedieningsroute gewijzigd: Intraveneus als langlopend infuus, Infusiesnelheid: start 250 mg/kg in 90 minuten, gevolgd door 250-500 mg/kg/24 uur continu infuus. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 454 Natriumbicarbonaat Merknaam Natriumwaterstofcarbonaat Afleveringsvorm Flacon met 1,4 gram = 100 ml (14 mg/ml, 1,4%) natriumbicarbonaat Flacon met 4,2 gram = 100 ml (42 mg/ml, 4,2%) natriumbicarbonaat Flacon met 8,4 gram = 100 ml (84 mg/ml, 8,4%) natriumbicarbonaat F.T.G. Electrolyten en mineralen Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: 8,4% (neonaten en kinderen <2 jaar 4,2%), de toedieningssnelheid is maximaal 84-168 mg/kg/min Intraveneus als infuus: 1,4%, 4,2% of 8,4%, de toedieningssnelheid is 100 ml in 30-60 minuten Neonaten en kinderen jonger dan 2 jaar, maximaal 4,2% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, ceftriaxon, famotidine, filgrastim, indometacine, insuline, methylprednisolon, morfine, piperacilline-tazobactam, tolazoline, vancomycine Infuus - Onverenigbaar met amfotericine B, amikacine, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, erythromycine, esmolol, fenobarbital, fentanyl, fenytoine, flucloxacilline, furosemide, fytomenadion, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, kanamycine, mannitol, netilmicine, ofloxacine, oxytocine, theofylline, thiopental, verapamil Y-site - allopurinol, amiodaron, amoxicilline, calciumzouten, ciprofloxacine, dopamine, folinezuur, imipenem, labetalol, midazolam, ondansetron, verapamil Infuus Bijzonderheden - ascorbinezuur, atropine, benzylpenicilline, cefotaxim, ceftazidim, diazepam, dobutamine, doxycycline, epinefrine, isoprenaline, lidocaine, magnesiumzouten, metoclopramide, milrinon, morfine, norepinefrine, pentobarbital, promethazine, streptomycine, suxamethonium, tetracycline, vancomycine - Bevat 11,9 mmol natrium en bicarbonaat per 1000 mg natriumbicarbonaat. 4,2% respectievelijk 8,4% oplossing bevat 500 mmol respectievelijk 1000 mmol natrium en bicarbonaat per liter. De concentratie 14 mg/ml is iso-osmotisch. Natriumbicarbonaat kan, na menging met "zure" geneesmiddelen, kooldioxide vormen. Natriumbicarbonaat kan bij combinatie met glucose-oplossingen in een gele oplossing resulteren. - Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen: metabole alkalose, overvulling, hypernatriëmie, hypokaliëmie. Ten gevolge van extravasatie: tromboflebitis, weefselnecrose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: 16-06-2001 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 455 Laatste wijziging: 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumbicarbonaat' Datum Wijziging 01-10-2002 Verenigbaar met: droperidol en morfine zijn verwijderd. Onverenigbaar met: amoxicilline, dopamine, labetalol en morfine vallen onder Y-site i.p.v. Infuus en codeine, fenobarbital, pentazocine en secobarbital zijn verwijderd 01-04-2006 Toevoeging toedieningssnelheid bij toedieningsroute intraveneus als infuus 01-06-2006 Morfine toegevoegd onder kopjes verenigbaar met Y-site en onverenigbaar met infuus. Verwijderd bij onverenigbaar met Y-site 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-12-2009 Bij Toedieningsroute intraveneus als bolusinjectie kinderen <2 jaar teoegevoegd Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 456 Natriumchloride 30% Merknaam Natriumchloride 30% Afleveringsvorm Ampul met 3 gram = 10 ml (300 mg/ml, 30%) natriumchloride F.T.G. Electrolytoplossingen Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml water voor injecties Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Water voor injecties Bijzonderheden Bevat 118 mg natrium per ml. Dit komt overeen met 5,1 mmol per ml. Bijwerkingen Ten gevolge van hoge doseringen: overvulling, hypernatriëmie, hopokaliëmie. Ten gevolge van extravasatie: tromboflebitis, weefselnecrose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumchloride 30%' Datum Wijziging 01-10-2002 Het aantal mg natrium per ml is gewijzigd, dit stond foutief vermeld. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 457 Natriumperchloraat Merknaam Natriumperchloraat Afleveringsvorm Ampul met 40 mg = 2 ml (20 mg/ml) natriumperchloraat F.T.G. Diagnostica Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: IC I.V. Kinderen: VPK-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden 40 mg komt overeen met 0,33 mmol natriumperchloraat Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, aplastische anemie, agranulocytose, trombocytopenie, leukopenie. Zelden: nefrotisch syndroom. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumperchloraat' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 458 Natriumthiosulfaat Merknaam Natriumthiosulfaat Afleveringsvorm Ampul met 2,5 gram = 10 ml (250 mg/ml, 25%) natriumthiosulfaat F.T.G. Antidota Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 750-1250 mg/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,65% of NaCl 0,9% in 10-20 minuten Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan 1000 ml NaCl 0,65% in 6 uur. Lokaal bij extravasatie: toegevoegd aan water voor injecties tot een concentratie van 40-100 mg/ml, 4-5 ml in het gebied injecteren Toedieningscategorie Categorie A, B Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: VPK Lokaal bij extravasatie: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 200 C Infuusvloeistoffen NaCl 0,65%, NaCl 0,9% Bijzonderheden - - Bevat 2,1 mmol natrium per ml. Natriumthiosulfaat wordt toegepast als antidotum bij cyanideintoxicaties, voorafgegaan door toedienen van dimethylaminofenol en ter vermindering van de toxiciteit van platinaverbindingen Natriumthiosulfaat is een hyperosmolaire vloeistof. Om de hyperosmolariteit te verlagen kan gekozen worden voor NaCl 0,65%. Bijwerkingen Osmotische storingen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Natriumthiosulfaat' Datum Wijziging 01-07-2002 Toegevoegd als infuusvloeistof; zie toedieningsroute, toedieningscategorie, bekwaamheidsniveau, houdbaarheid en bijzonderheden 01-10-2002 Bij bijzonderheden natriumnitriet vervangen door dimethylaminofenol. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 459 Neomycine/Prednisolon blaasspoeling 1%/0,02% Bereiden Voeg 0,8 ml prednisolon-injectievloeistof 25 mg/ml toe aan 100 ml neomycinesulfaat blaasspoeling 1%. De eindconcentratie is 10 mg/ml neomycinesulfaat, 0,2 mg/ml prednisolon. Direct na bijspuiten kan een neerslag ontstaan, dat verdwijnt na omzwenken. Als de vloeistof troebel blijft mag deze niet worden toegepast. Houdbaarheid 24 uur na bereiden Toedieningsroute Blaasspoeling De maximale dosering van de blaasspoeling is 500 ml/24 uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: neomycine is een aminoglycoside-antibioticum. Prednisolondinatriumfosfaat is een corticosteroide en werkt ontstekingsremmend Indicatie: blaasspoeling bij cystitis Contraindicatie: overgevoeligheid Bijwerking: overgevoeligheidsreacties. Na lokale toediening in de blaas kan geringe opname plaatsvinden, wat tot systemische bijwerkingen kan leiden. De belangrijkste bijwerkingen van aminoglycosiden zijn ototoxiciteit en nefrotoxiciteit. De belangrijkste bijwerkingen van prednisolon zijn vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid en spierzwakte Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2002 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neomycine/Prednisolon blaasspoeling 1%/0,02%' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 460 Neostigmine Merknaam Neostigmine Afleveringsvorm Ampul met 0,5 mg = 1 ml (0,5 mg/ml) neostigmine-methylsulfaat F.T.G. Parasympathicomimetica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: IC I.V.: G-VPK-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Buiten invloed van licht bewaren. Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp neostigmine Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - hydrocortison, kaliumchloride Infuus - heparine, netilmicine, pentobarbital, thiopental Bijzonderheden Gelijktijdige toediening met atropine kan de bijwerkingen van neostigmine beperken. Acute reacties Misselijkheid, braken, speekselvloed, diarree, buikkrampen, zweten, miosis, bradycardie, bronchospasmen. Bijwerkingen Visusstoornissen, hoofdpijn, tranenvloed, spierkrampen, algemeen zwaktegevoel. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neostigmine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 461 Neostigmine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 10 ampullen (10 ml=5 mg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 4-8 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: parasympathicomimetisch, remt reversibel cholinesterase Indicatie: paralytisch ileus (myasthenia gravis, blaasatonie, ter antagonering van niet-depolariserende spierrelaxantia) Contraindicatie: asthma bronchiale, hyperthyreoidie, mechanische obstructie van maagdarmkanaal, galwegen en urinewegen, verse naad in maag of darm (< 5 dagen) Bijwerking: speekselvloed, toename sputumproductie, misselijkheid en braken, miosis, bradycardie, bronchospasmen Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Neostigmine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 462 Nicardipine Merknaam Cardene® Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) nicardipine-hydrochloride F.T.G. Calciumantagonisten Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp nicardipine Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, cotrimoxazol, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, epinefrine, erythromycine, esmolol, famotidine, fentanyl, fosfaten, gentamicine, hydrocortison, kaliumchloride, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, metronidazol, midazolam, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, piperacilline, ranitidine, theofylline, vancomycine, vecuronium Y-site - furosemide, heparine, thiopental Infuus - natriumbicarbonaat, Ringerlactaat Bijzonderheden Bij perifere of centrale toediening wordt aangeraden elke 12 respectievelijk 24 uur een andere injectieplaats te kiezen. Acute reacties Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats. Bijwerkingen Hoofdpijn, misselijkheid, braken, hypotensie, tachycardie, oedeem. Zelden: ECG-afwijkingen, orthostatische hypotensie, ritmestoornissen, duizeligheid, transpireren, polyurie, paralytische ileus. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 463 Nicardipine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 5 ampullen (25 ml = 25 mg) met 25 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 0,5 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen zijn: 3-15 mg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verlaagt de perifere arteriële weerstand, verhoogt de coronaire doorbloeding, vermindert zuurstofbehoefte van het hart Indicatie: instabiele angina pectoris, ernstige hypertensie Contraindicatie: hypotensie, shock, verhoogde intracraniële druk Bijwerking: hartkloppingen, bloeddrukdaling, flush, hoofdpijn, misselijkheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-10-2002 Wijziging doseringsschema in verband met grootte toe te dienen volumina. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 464 Nicardipine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml Beheergegevens ml/uur mg/uur mg/24 uur 6 3 72 8 4 96 10 5 120 12 6 144 14 7 168 16 8 192 18 9 216 20 10 240 22 11 264 24 12 288 26 13 312 28 14 336 30 15 360 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nicardipine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-10-2002 Wijziging doseringsschema in verband met grootte toe te dienen volumina. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 465 Nimodipine Merknaam Nimotop® Afleveringsvorm Flacon met 10 mg = 50 ml (0,2 mg/ml) nimodipine F.T.G. Calciumantagonisten Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp nimodipine Nimodipine moet met behulp van bijgeleverd slangensysteem worden toegediend. Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: IC Houdbaarheid Onverdund: 10 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Bijzonderheden Y-site - glucose 5%, hydroxyethylzetmeel, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat, mannitol - Nimodipine mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden toegediend. Nimodipine moet gelijktijdig met een electrolytenoplossing of glucoseoplossing via een Y-site worden toegediend. Voor het bereiken van een voldoende verdunning, wordt aanbevolen, dat het volume van de gelijktijdig gegeven infuusvloeistoffen niet minder bedraagt dan 1000 ml per dag. Nimodipine kan in het toedieningssysteem bij andere infuusvloei-stoffen uitkristalliseren. De spuitenpomp mag daarom na het in werking stellen niet langer dan 10 minuten worden stilgezet. Nimodipine wordt geadsorbeerd door PVC. Toedienen van nimodipine dient plaats te vinden met het speciaal bijgesloten polyethyleen infuusmateriaal. Bevat 20% ethanol en polyethyleenglycol 400. Nimodipine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. - - - Bijwerkingen Tromboflebitis, hoofdpijn, warmtegevoel, blozen, bloeddrukdaling, misselijkheid, braken, voorbijgaande stijging van de transaminasen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nimodipine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 466 Nimodipine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 1 fles onverdund optrekken De eindconcentratie is 0,2 mg/ml Houdbaarheid 10 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: Startdosis: 2-5 ml/uur gedurende 2 uur Onderhoudsdosis: 10 ml/uur Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verwijdt cerebrale vaten en voorkomt spasmen van cerebrale vaten Indicatie: profylaxe van ischaemische uitvalsverschijnselen, veroorzaakt door arteriele spasmen ten gevolge van subarachnoidale bloedingen Contraindicatie: hypotensie en shock Bijwerking: bloeddrukdaling, lichte toe- of afname van hartfrequentie, flushing, misselijkheid, tromboflebitis Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nimodipine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 467 Nitroglycerine Merknaam Nitro Pohl® Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 5 ml en 25 mg = 25 ml (1 mg/ml) nitroglycerine F.T.G. Nitraten Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp nitroglycerine Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: G-VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amiodaron, atracurium, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, fluconazol, haloperidol, insuline, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine, nicardipine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, propofol, ranitidine, streptokinase, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met dobutamine, dopamine, enalaprilaat, furosemide, heparine, lidocaine, theofylline, verapamil Y-site - alteplase, natriumbicarbonaat Infuus Bijzonderheden - fenytoine - Nitroglycerine is vluchtig (bevat ethanol). Nitroglycerine kan in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten (glas en plastics), infuusslangen en filters adsorberen. Nitroglycerine moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. - Bijwerkingen Drukkende hoofdpijn, hypotensie, hartkloppingen. Zelden: methemoglobinemie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-07-2011 Onverenigbaar met: natriumbicarbonaat toegevoegd. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 468 Nitroglycerine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 1 ampul (25 ml = 25 mg) met 25 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,5 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn 1-10 ml/uur Zie doseringsschema nitroglycerine Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: veroorzaakt perifere vaatverwijding Indicatie: o.a. onstabiele angina pectoris, linkszijdige decompensatio cordis, hypertensie, oesophagusvaricesbloeding Bijwerking: hypotensie, tachycardie, hoofdpijn Contraindicatie: shock Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 469 Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 0,5 mg/ml ml/uur Beheergegevens microg/kg/minuut bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg 1 0,2 0,1 0,1 0,1 0,1 2 0,3 0,3 0,2 0,2 0,2 3 0,5 0,4 0,4 0,3 0,3 4 0,7 0,6 0,5 0,4 0,4 5 0,8 0,7 0,6 0,5 0,5 6 1 0,8 0,7 0,6 0,6 7 1,2 1,0 0,8 0,7 0,7 8 1,3 1,1 1,0 0,8 0,7 9 1,5 1,3 1,1 0,9 0,8 10 1,7 1,4 1,2 1,0 0,9 12 2 1,7 1,4 1,3 1,1 14 2,3 1,9 1,7 1,5 1,3 16 2,7 2,2 1,9 1,7 1,5 18 3 2,5 2,1 1,9 1,7 20 3,3 2,8 2,4 2,1 1,9 22 3,7 3,1 2,6 2,3 2,0 24 4,0 3,3 2,9 2,5 2,2 26 4,3 3,6 3,1 2,7 2,4 28 4,7 3,9 3,3 2,9 2,6 30 5,0 4,2 3,6 3,1 2,8 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 470 Nitroglycerine, spuitenpomp voor kinderen Afleveringsvorm Ampul met 25 mg = 25 ml (1 mg/ml) nitroglycerine F.T.G. Nitraten Bereiden < 5 kg: Voeg 12,5 mg =1 2,5 ml toe aan 37,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,25 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Voeg 25 mg = 25 ml toe aan 25 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,5 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosis: 0,1-0,5 microg/kg/min Onderhoudsdosis: 1-10 microg/kg/min Zie doseringsschema nitroglycerine Toegangsweg - Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Alteplase, atracurium, dobutamine, dopamine, enalaprilaat, fentanyl, fluconazol, furosemide, haloperidol, heparine, labetalol, lidocaine, nitroprusside, pancuronium, ranitidine, streptokinase, theofylline, vecuronium, verapamil Onverenigbaar met Alteplase Bijzonderheden - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens - Nitroglycerine is vluchtig Nitroglycerine kan in wisselende mate aan het oppervlak van spuiten, infuusslangen en filters adsorberen Nitroglycerine moet onder bewaking van de bloeddruk en de hartfrequentie worden toegediend Werking: veroorzaakt perifere vaatverwijding Indicatie: o.a. linkszijdige decompensatio cordis, hypertensie, oesophagusvaricesbloeding, pre load reductie Contraindicatie: shock, verhoogde intracraniële druk, Bijwerking: hypotensie, tachycardie, hoofdpijn, methemoglobinemie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 471 Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 mg/ml) Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,6 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 472 Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (0,5 mg/ml) Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 30 kg 40 kg 50 kg 0,1 0,1 0,1 0,2 0,2 0,4 0,5 0,6 0,2 0,1 0,2 0,4 0,5 0,7 1,0 1,2 0,3 0,2 0,4 0,5 0,7 1,1 1,4 1,8 0,4 0,2 0,5 0,7 1,0 1,4 1,9 2,4 0,5 0,3 0,6 0,9 1,2 1,8 2,4 3,0 0,6 0,4 0,7 1,1 1,4 2,2 2,9 3,6 0,7 0,4 0,8 1,3 1,7 2,5 3,4 4,2 0,8 0,5 1,0 1,4 1,9 2,9 3,8 4,8 0,9 0,5 1,1 1,6 2,2 3,2 4,3 5,4 1,0 0,6 1,2 1,8 2,4 3,6 4,8 6,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroglycerine, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 473 Nitroprusside Merknaam Nitroprusside Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) nitroprusside-natrium-dihydraat infuusconcentraat F.T.G. Vasodilatantia bij hypertensie Toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp nitroprusside Toedieningscategorie Categorie D Bekwaamheidsniveau Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - atracurium, dobutamine, dopamine, esmolol, famotidine, indometacine, insuline, midazolam, morfine, nitroglycerine, pancuronium, propofol, theofylline, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met cimetidine, enalaprilaat, heparine, lidocaine, ranitidine, verapamil Y-site - haloperidol Infuus Bijzonderheden - atracurium - Nitroprusside moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Bij langdurige toediening dienen de cyanide- en thiocyanaatspiegels in bloed en plasma te worden gecontroleerd: ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen en bij lever- en nierfunctiestoornissen kan een cyanide-intoxicatie ontstaan. Symptomen van cyanide-intoxicatie kunnen zijn: toegenomen ademfrequentie, mydriasis, metabole acidose en coma. Nitroprusside is uiterst lichtgevoelig: de oplossing moet direct met behulp van aluminiumfolie tegen het licht beschermd worden. Nitroprusside-oplossingen zijn lichtbruin gekleurd; oplossingen, die blauw/groen van kleur zijn, mogen niet meer worden gebruikt. - - Bijwerkingen Ten gevolge van te snelle toediening: misselijkheid, braken, transpireren, hoofdpijn, hartkloppingen, angst, spiertrekkingen, retrosternale beklemming, buikpijn. Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen, ten gevolge van toxiciteit van cyanide en thiocyanaat: metabole acidose, hypotensie, hypothyreoïdie, huiduitslag, desorientatie, delirium, toxische psychose, bewustzijnsverlies, tachypnoe, mydriasis, coma. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 474 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 475 Nitroprusside, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5% De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Buiten invloed van licht m.b.v. aluminiumfolie, ook om het toedieningssysteem Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn (toediening korter dan 3 uur): Aanvang: 1- 4 ml/uur Gemiddeld: 10-15 ml/uur Maximaal: 30-50 ml/uur Langdurige toediening: max. 7-15 ml/uur Zie doseringsschema nitroprusside Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening Indicatie: o.a. bij hypertensieve crisis, maligne hypertensie, ter verlaging van de afterload bij acute decompensatio cordis Verschijnselen bij overdosering: tachypnoe bij blozend gelaat, braken, duizeligheid, acidose, slaperigheid, wijde pupillen, hallicunaties en bewustzijnverlies Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2004 De gele infuusslangetjes zijn uit de handel. De huidige infuussystemen zijn geschikt voor de toediening van nitroprusside, maar dienen omwikkeld te worden met aluminiumfolie. 01-03-2010 Bereiden: Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 476 Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 1 mg/ml ml/uur Beheergegevens microg/kg/minuut bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg 0.5 0.2 0.1 0.1 0.1 0.1 1 0.3 0.3 0.2 0.2 0.2 1.5 0.5 0.4 0.4 0.3 0.3 2 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 2.5 0.8 0.7 0.6 0.5 0.5 3 1.0 0.8 0.7 0.6 0.6 3.5 1.2 1.0 0.8 0.7 0.7 4 1.3 1.1 1.0 0.8 0.7 4.5 1.5 1.3 1.1 0.9 0.8 5 1,6 1.4 1.2 1.0 0.9 6 2.0 1.8 1.5 1.3 1.1 7 2.3 1.9 1.7 1.5 1.3 8 2.7 2.2 1.9 1.7 1.5 9 3.0 2.5 2.1 1.9 1.7 10 3.3 2.8 2.4 2.1 1.9 15 5.0 4.2 3.6 3.1 2.8 20 6.6 5.5 4.7 4.1 3.7 25 8.3 6.9 5.9 5.2 4.6 30 10.0 8.3 7.1 6.3 5.5 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 477 Nitroprusside, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 12,5 mg = 0,5 ml nitroprusside toe aan 49,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 0,25 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Voeg 50 mg = 2 ml nitroprusside toe aan 48 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren m.b.v. aluminiumfolie, ook om het toedieningssysteem Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke doseringen: 0,5-8 microg/kg/uur Zie doseringsschema nitroprusside Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verlaagt de bloeddruk binnen enkele minuten na toediening, verlaagt de preload en afterload Indicatie: o.a. bij hypertensieve crisis, maligne hypertensie, ter verlaging van de afterload bij acute decompensatio cordis Contraindicatie: lever- en nierfunctiestoornissen Bijwerkingen: bij te snelle toediening: misselijkheid, braken, hartkloppingen, angst, spiertrekkingen. Overdosering: tachypnoe bij blozend gelaat, braken, duizeligheid, acidose, slaperigheid, wijde pupillen, hallucinaties en bewustzijnverlies Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-02-2004 De gele infuusslangetjes zijn uit de handel. De huidige infuussystemen zijn geschikt voor de toediening van nitroprusside, maar dienen omwikkeld te worden met aluminiumfolie. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 478 Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (0,25 mg/ml) Rekendosering: 2,5 microg/kg/min ~ 0,6 ml/kg/uur microg/kg/min Beheergegevens ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,5 0,1 0,2 0,4 0,5 0,6 1,0 0,2 0,5 0,7 1,0 1,2 2,0 0,5 1,0 1,4 1,9 2,4 2,5 0,6 1,2 1,8 2,4 3,0 3,0 0,7 1,4 2,2 2,9 3,6 4,0 1,0 1,9 2,9 3,8 4,8 5,0 1,2 2,4 3,6 4,8 6,0 6,0 1,4 2,9 4,3 5,8 7,2 7,0 1,7 3,4 5,0 6,7 8,4 8,0 1,9 3,8 5,8 7,7 9,0 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 479 Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (1 mg/ml) Rekendosering: 5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 30 kg 40 kg 50 kg 0,5 0,2 0,3 0,5 0,6 0,9 1,2 1,5 1,0 0,3 0,6 0,9 1,2 1,8 2,4 3,0 2,0 0,6 1,2 1,8 2,4 3,6 4,8 6,0 2,5 0,8 1,5 2,3 3,0 4,5 6,0 7,5 3,0 0,9 1,8 2,7 3,6 5,4 7,2 9,0 4,0 1,2 2,4 3,6 4,8 7,2 9,6 12,0 5,0 1,5 3,0 4,5 6,0 9,0 12,0 15,0 6,0 1,8 3,6 5,4 7,2 10,8 14,4 18,0 7,0 2,1 4,2 6,3 8,4 12,6 16,8 21,0 8,0 2,4 4,8 7,2 9,6 14,4 19,2 24,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Nitroprusside, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 480 Noradrenaline Merknaam Noradrenaline, norepinefrine Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) noradrenaline (als waterstoftartraat) F.T.G. Sympathicomimetica, antihypotensiva Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 8-12 microg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp noradrenaline Perineuraal: toegevoegd aan een lokaal anaestheticum Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC Perineuraal: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amiodaron, ciprofloxacine, dexmedetomidinehydrochloride, dopamine, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, furosemide, haloperidol, heparine, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine, mycofenolaatmofetil, nicardipine, nitroglycerine, remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium, tigecycline, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met amikacine, calciumzouten, cimetidine, dobutamine, fentolamine, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, meropenem, methylprednisolon, netilmicine, ranitidine, suxamethonium, verapamil Y-site - atropine, insuline, thiopental Infuus Bijzonderheden - barbituraten, fenytoine, lidocaine, natriumbicarbonaat, oxytocine, streptomycine, theofylline - Bevat natriumbisulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken. Noradrenaline kan weefselnecrose veroorzaken op de injectieplaats. Bij voorkeur via een grote vene toedienen. Bij extravasatie: Het ischemische gebied zo spoedig mogelijk met 5-10 mg fentolamine (Regitine®) in 10-15 ml NaCl 0,9% met behulp van een fijne naald onderhuids infiltreren. Noradrenaline moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. De pH van de oplossing is ongeveer 3,5. - - Bijwerkingen Hoofdpijn, duizeligheid. zwakheid, tremor, bleekheid, ademhalingsmoeilijkheden, precordiale pijn, rusteloosheid, angst, slapeloosheid, hartkloppingen, bradycardie, mogelijk fatale aritmie, zwelling schildklier. Ten gevolge van langdurige toepassing: oedeem, bloedingen, myocarditis, necrose van ingewanden, lever of nieren. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 481 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-01-2012 Afleveringsvorm: Ampul met 5 mg = 5 ml (1 mg/ml) norepinefrine (als waterstoftartraat). 01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: ciprofloxacine, dexmedetomidinehydrochloride, heparine, mycofenolaatmofetil, remifentanyl, ringerlactaat, rocuronium, tigecycline. Verenigbaar met Infuus toegevoegd: fentolamine. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: atropine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 482 Noradrenaline, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 2 ampullen (5 ml=5 mg) met 40 ml glucose 5% De eindconcentratie is 0,2 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur, buiten invloed van licht bewaren Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-10 ml/uur Zie doseringsschema noradrenaline Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk Indicatie: 2e keus bij hypotensie ten gevolge van shock, obstructieve shock, RV-falen Bijwerkingen: palpitaties, hartritmestoornissen, bradycardie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-06-2008 Bereiden: meng 2 ampullen (5 ml = 5 mg) met 40 ml glucose 5%. Houdbaarheid: 24 uur bij kamertemperatuur, buiten invloed van licht bewaren 01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 483 Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 0,2 mg/ml ml/uur Beheergegevens microg/kg/minuut bij 50 kg bij 60 kg bij 70 kg bij 80 kg bij 90 kg 0,1 0,007 0,006 0,005 0,004 0,004 0,5 0,033 0,027 0,024 0,021 0,019 1 0,07 0,06 0,05 0,04 0,04 2 0,13 0,11 0,10 0,08 0,07 3 0,20 0,17 0,14 0,13 0,11 4 0,27 0,22 0,19 0,17 0,15 5 0,33 0,28 0,24 0,21 0,19 6 0,40 0,33 0,29 0,25 0,22 7 0,47 0,39 0,33 0,29 0,26 8 0,53 0,44 0,38 0,33 0,30 9 0,6 0,5 0,43 0,38 0,33 10 0,67 0,56 0,48 0,42 0,37 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 484 Noradrenaline, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 2,5 mg = 2,5 ml toe aan 39 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 60 microg/ml, 41,5 ml 5-20 kg: Voeg 5 mg = 5 ml toe aan 45 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 100 microg/ml, 50 ml > 20 kg: Voeg 10 mg = 10 ml toe aan 40 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 200 microg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20 °C, buiten invloed van licht bewaren. Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Zie doseringsschema noradrenaline Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verhoogt de vaatweerstand en de bloeddruk Indicatie: 2e keus bij hypotensie ten gevolge van shock, obstructieve shock, RV-falen Contraindicatie: voorzichtigheid geboden bij neiging tot aritmie, diabetes mellitus Bijwerkingen: palpitaties, hartritmestoornissen, bradycardie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 485 Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (60 microg/ml) Rekendosering: 0,1 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min Beheergegevens ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,05 0,1 0,1 0,2 0,2 0,3 0,075 0,1 0,2 0,2 0,3 0,4 0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,125 0,1 0,3 0,4 0,5 0,6 0,15 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8 0,2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 0,3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 0,4 0,4 0,8 1,2 1,6 2,0 0,5 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging 01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 486 Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN 5-20 KG (100 microg/ml) Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,3 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg Beheergegevens 15 kg 20 kg 0,05 0,2 10 kg 12,5 kg 0,3 0,4 0,5 0,6 0,075 0,2 0,5 0,6 0,7 0,9 0,1 0,3 0,6 0,8 0,9 1,2 0,125 0,4 0,8 0,9 1,1 1,5 0,15 0,5 0,9 1,1 1,4 1,8 0,2 0,6 1,2 1,5 1,8 2,4 0,3 0,9 1,8 2,3 2,7 3,6 0,4 1,2 2,4 3,0 3,6 4,8 0,5 1,5 3,0 3,8 4,5 6,0 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen van 5 tot 20 KG' Datum Wijziging 01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 487 Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 20 KG (200 microg/ml) Rekendosering: 0,5 microg/kg/min ~ 0,15 ml/kg/uur microg/kg/min Beheergegevens ml/uur 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 0,05 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 0,075 0,5 0,6 0,7 0,9 1,1 0,1 0,6 0,8 0,9 1,2 1,5 0,125 0,8 0,9 1,1 1,5 1,9 0,15 0,9 1,1 1,4 1,8 2,3 0,2 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0 0,3 1,8 2,3 2,7 3,6 4,5 0,4 2,4 3,0 3,6 4,8 6,0 0,5 3,0 3,8 4,5 6,0 7,5 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Noradrenaline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 20 KG' Datum Wijziging 01-01-2012 Gewijzigd: Doseringsschema kinderen > 20 kg (200 microg/ml) en rekendosering 0,5 microg/kg/min ~ 0,15 ml/kg/uur. Het schema is aangepast. 01-08-2013 Naamgeving officieel veranderd van norepinefrine naar noradrenaline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 488 Parenteralia O Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 489 Obidoxim Merknaam Toxogonin® Afleveringsvorm Ampul met 250 mg = 1 ml (250 mg/ml) obidoxim-dichloride F.T.G. Antidota Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: IC I.V.: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Obidoxim dient alleen intramusculair toegediend te worden indien intraveneuze toediening niet mogelijk is. Wordt altijd in combinatie met atropine toegepast; de behandeling kan worden gestart voordat atropine wordt toegediend. Kan zo nodig verdund worden met NaCl 0,9%. Bijwerkingen Ventriculaire aritmieën, leverbeschadiging (necrose, cholestatische icterus). Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Obidoxim' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 490 Octreotide Merknaam Sandostatine® Afleveringsvorm Ampul met 50 microg = 1 ml (50 microg/ml), 100 microg = 1 ml (100 microg/ml), 500 microg = 1 ml (500 microg/ml) en 1000 microg = 5 ml (200 microg/ml) octreotide (als acetaat) F.T.G. Hypothalamushormonen Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% tot een concentratie van 10-250 microg/ml, in 3 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp octreotide Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./Infusie: VPK I.V. Volwassenen: IC I.V. Kinderen: VPK-arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - Octreotide mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. De oplossing voor injectie vóór toediening op kamertemperatuur laten komen. De injecties toedienen tussen de maaltijden in of bij het slapen gaan en steeds op een wisselende plaats. De intraveneuze toedieningswijze van octreotide is niet geregistreerd, en is vanwege de bijwerkingen alleen geïndiceerd bij de behandeling van oesophagusbloedingen. Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, zwelling. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, buikkrampen, flatulentie, steatorroe, in zeldzame gevallen lijkend op acute darmobstructie. Ten gevolge van langdurige toediening: verminderde glucosetolerantie, galsteenvorming, leverfunctiestoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 491 Octreotide, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 5 ampullen (5 ml=500 microg) octreotide met 45 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 10 microg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 2-5 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: remt de secretie van peptiden van het endocriene systeem van maagdarmkanaal en pancreas en van groeihormoon Indicatie: bloedende oesophagusvarices, pancreatitis, duodenumlekkage, acromegalie, endocriene tumoren van maagdarmkanaal en pancreas Bijwerking: tromboflebitis, maag-darmstoornissen, verstoring glucosetolerantie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2003 Gebruik van 5 ampullen van 0,1 mg/ml voor de spuitenpomp Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 492 Octreotide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 10 microg/ml pompstand Beheergegevens dosering ml/uur microg/uur microg/24 uur 1,0 10 240 1,5 15 360 2,0 20 480 2,5 25 600 3,0 30 720 3,5 35 840 4,0 40 960 4,5 45 1080 5,0 50 1200 5,5 55 1320 6,0 60 1440 6,5 65 1560 7,0 70 1680 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Octreotide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 493 Olanzapine Merknaam Zyprexa® Afleveringsvorm Flacon met 10 mg olanzapine poeder voor injectievloeistof F.T.G. Anti-psychotica Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Toedienings route Grootte flacon Toe te voegen water Eindconcentratie Toe te dienen dosis I.M. Injectie volume mg ml mg/ml mg ml 11,0 2,1 5,0 10 2,0 11,0 2,1 5,0 7,5 1,5 11,0 2,1 5,0 5 1,0 Werkwijze: - Voeg het water voor injecties toe in de olanzapine flacon. - Zwenk de flacon net zo lang totdat de inhoud volledig is opgelost en een geel gekleurde oplossing wordt verkregen. - Zuig de injectievolume op voor de gewenste dosis olanzapine Toedieningsroute Intramusculair: diep in een grote spier spuiten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M: VPK Houdbaarheid Na reconstitutie: 1 uur bij 20°C. Bijzonderheden - Bijwerkingen Slaperigheid, orthostatische hypotensie, irritatie op de injectieplaats Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2008 geen Gebruik de oplossing meteen binnen 1 uur na reconstructie Niet intraveneus of subcutaan toedienen Olanzapine poeder voor oplossing voor injectie kan alleen worden gereconstitueerd met water voor injectie. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Olanzapine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 494 Omegaven-3-olie Merknaam Omegaven® Afleveringsvorm Flacon met 100 ml emulsie voor infusie F.T.G. Dieetpreparaten en voedingsmiddelen Bereiden De flacon dient omgeschud te worden voor gebruik Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Binnen 24 uur gebruiken nadat de flacon uit de koelkast is gehaald (inclusief toedieningstijd) Intraveneus: de maximale infusiesnelheid is 0,5 ml Omegaven/kg/uur Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Infuus - Calcium, heparine Bijzonderheden - 100 ml van de emulsie bevat 10,0 g zeer geraffineerde visolie Indien het gehalte aan triglyceriden tijdens de infusie tot boven de 3 mmol/l stijgt moet de infusie gestopt worden en indien nodig voortgezet worden met een lagere dosis Acute reacties Anafylactische reactie Bijwerkingen Lichte stijging lichaamstermperatuur, rillingen, blozen of cyanose, misselijkheid, braken, dyspnoe, hoofdpijn, priapisme (zelden), verandering bloeddruk Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2009 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Omegaven-3-olie' Datum Wijziging 01-07-2011 Onverenigbaar met: subkopje Infuus. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 495 Ondansetron Merknaam Zofran®, Zofran Kind® Afleveringsvorm Ampul met 4 mg = 2 ml (Zofran Kind®) en 8 mg = 4 ml (2 mg/ml) ondansetron (als hydrochloride) F.T.G. Anti-emetica, 5HT 3 -receptorantagonisten Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 15 minuten Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,3 mg/ml, in 30 minuten Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amikacine, atracurium, atropine, bleomycine, carboplatin, carmustine, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, cefuroxim, chloopromazine, cimetidine, cisplatin, clindamycine, cyclofosfamide, cytarabine, dacarbazine, dactinomycine, daunorubicine, dexamethason, doxorubicine, doxycycline, droperidol, etoposide, famotidine, filgrastim, fluconazol, fludarabine, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, ifosfamide, imipenem, kaliumchloride, magnesiumsulfaat, mannitol, melfalan, mercaptoethaansulfonzuur, methotrexaat, metoclopramide, midazolam, mitomycine, mitoxanthrone, morfine, paclitaxel, piperacilline/tazobactam, promethazine, ranitidine, teniposide, vancomycine, vinblastine, vincristine, zidovudine Infuus - pethidine Onverenigbaar met Aciclovir, allopurinol, amfotericine B, , fluorouracil, furosemide, ganciclovir, lorazepam, meropenem, methylprednisolon, natriumbicarbonaat, piperacilline, theofylline Bijzonderheden - Ondansetron mag niet in dezelfde spuit of infuuszak worden gemengd met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen. De pH van de oplossing is ongeveer 3,5. Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Hoofdpijn, opvliegingen, warmtegevoel in perineum, obstipatie, buikpijn, diarree, tromboflebitis. Ten gevolge van te snelle toediening: visusstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 496 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ondansetron' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 497 Oxytocine Merknaam Syntocinon® Afleveringsvorm Ampul met 5 IE = 1 ml (5 IE/ml) oxytocine F.T.G. Hormonale oxytocica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie Volwassenen: G-VPK I.V. Volwassenen: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp oxytocine Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, pethidine Infuus - Onverenigbaar met chlooramfenicol, natriumbicarbonaat, netilmicine, verapamil Y-site - magnesiumsulfaat Infuus Bijzonderheden - diazepam, hydrocortison, norepinefrine - Bevat chloorbutanol. Intramusculaire toediening van oxytocine is moeilijk te reguleren en kan leiden tot overdoseringsverschijnselen. Langdurige toediening van hoge doses oxytocine dient bij voorkeur met behulp van een spuitenpomp te gebeuren, omdat anders teveel infuusvloeistof wordt toegediend waardoor er risico is voor waterintoxicatie. De pH van de oplossing is ongeveer 3. - - Acute reacties Allergische reacties als dyspnoe, hypotensie, anafylactische shock. Bijwerkingen Voorbijgaande hypotensie met flushing en reflextachycardie, misselijkheid, braken hoofdpijn, hyperstimulatie van de uterus. Ten gevolge van langdurige toediening van hoge doseringen: waterintoxicatie met maternale en foetale hyponatriëmie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-12-2009 Toegevoegd aan Onverenigbaar met (Y-site): magnesiumsulfaat Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 498 Oxytocine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 1 ampul (1 ml=5 IE) oxytocine met 49 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. Trek op in een spuit van 50 ml. De eindconcentratie is 100 mIE/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-18 ml/uur Zie doseringsschema oxytocine Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: veroorzaakt contracties van de uterus Indicatie: inleiding van baring, stimuleren van weeënactiviteit, voorkoming of behandeling secundaire hemorragie Contraindicatie: wanverhouding schedel kind/bekken vrouw, slechte harttonen en/of meconiumhoudend vruchtwater, verkeerde ligging kind, littekens uterus Bijwerking: hypertonie van de uterus, overgevoeligheidsreakties, maagdarmstoornissen, hypotensie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 499 Oxytocine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 100 mIE/ml Beheergegevens ml/uur mIE/minuut mIE/uur 1,2 2 120 2,4 4 240 3,6 6 360 4,8 8 480 6,0 10 600 7,2 12 720 8,4 14 840 9,6 16 960 10,8 18 1080 12,0 20 1200 13,2 22 1320 14,4 24 1440 15,6 26 1560 16,8 28 1680 18,0 30 1800 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Oxytocine, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 500 Parenteralia P Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 501 Palifermin Merknaam Kepivance® Afleveringsvorm Flacon met 6,25 mg palifermin poeder voor injectie F.T.G. Overige Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 6,25 mg palifermin op in 1,2 ml water voor injecties. De concentratie is 5 mg/ml Tijdens het oplossen de flacon voorzichtig zwenken, niet schudden Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Na oplossen 1 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, huiduitslag, urticaria en pruritus Bijwerkingen Smaakverandering, verdikking of verkleuring van mond/tong, arthralgie, oedeem en koorts Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-10-2006 geen Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend Bevat polysorbaat 20, mannitol, L-histidine en sucrose Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Palifermin' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 502 Palivizumab Merknaam Synagis® Afleveringsvorm Flacon met 50 mg en 100 mg palivizumab poeder voor injectievloeistof F.T.G. Immunoglobulinen Oplosmiddel Water voor injecties, 1 ml (bijgeleverd) Bereiden Voeg langzaam (om schuimen te voorkomen) aan een flacon met 50 mg palivizumab 0,6 ml water voor injecties (bijgeleverd) toe. De concentratie is 100 mg/ml. Voeg langzaam (om schuimen te voorkomen) aan een flacon met 100 mg palivizumab 1,0 ml water voor injecties (bijgeleverd) toe. De concentratie is 100 mg/ml. Meng door voorzichtig omzwenken gedurende 30 seconden. Flacon niet schudden! De palivizumab-oplossing moet minstens 20 minuten bij kamertemperatuur staan tot de oplossing helder is geworden. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Na reconstitutie: 3 uur bij 20°C Bijzonderheden - - Intramusculair: bij voorkeur anterolateraal in de dij: onverdund. Injectiehoeveelheden groter dan 1 ml dienen in verdeelde doses gegeven te worden. Palivizumab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend. De 50 mg flacon Synagis bevat 73 mg palivizumab. Na toevoeging van 0,60 ml water voor injecties ontstaat een oplossing met een volume van 0,73 ml, de eindconcentratie is 100 mg/ml. Aangezien het een stroperige oplossing is, zal ca 0,50 ml van de oplossing opgetrokken kunnen worden, overeenkomend met 50 mg. De 100 mg flacon Synagis bevat 122 mg palivizumab. Na toevoeging van 1,0 ml water voor injecties ontstaat een oplossing met een volume van 1,22 ml, de eindconcentratie is 100 mg/ml. Aangezien het een stroperige oplossing is, zal ca. 1,0 ml van de oplossing opgetrokken kunnen worden, overeenkomend met 100 mg. Bijwerkingen Koorts, nervositeit, reactie op de injectieplaats, uitslag, diarree, bovenste luchtweginfecties, rhinitis, hoesten, piepend ademhalen of hijgen, toename van ASAT en ALAT, leukopenie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-01-2011 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Palivizumab' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 503 Pamidroninezuur Merknaam APD®, Pamidronaat Afleveringsvorm Flacon met 90 mg = 30 ml (3 mg/ml) dinatriumpamidronaat F.T.G. Calciumregulerende middelen, bisfosfonaten Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%. De maximale concentratie is 90 mg/250 ml, de toediensnelheid is maximaal 60 mg/uur Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Bisfosfonaten, calcium-bevattende infuusvloeistoffen Bijzonderheden Intraveneuze bolusinjectie is niet mogelijk i.v.m. kans op calciumneerslagen in de nier en de kans op ernstige lokale reakties en tromboflebitis. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Tromboflebitis, koorts, malaise, hoofdpijn, metaalsmaak, spierpijn, hypotensie, hypertensie, lymfopenie en granulocytopenie, hypofosfatemie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, voorbijgaande temperatuursverhoging. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pamidroninezuur' Datum Wijziging 01-02-2007 Toedieningsroute: maximale concentratie 90 mg/250 ml, toediensnelheid is maximaal 60 mg/uur 01-04-2008 Afleveringsvorm: overgaan van ampul van 10 ml naar flacon van 30 ml met dezelfde sterke Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 504 Pancuronium Merknaam Pavulon® Afleveringsvorm Ampul met 4 mg = 2 ml (2 mg/ml) pancuroniumdibromide F.T.G. Niet-depolariserende spierrelaxantia Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: IC-arts Infusie: IC Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp pancuronium Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aminofylline, cefuroxim, cefazoline, cimetidine, co-trimoxazol, dobutamine, dopamine, epinefrine, esmolol, etomidaat, fentanyl, fluconazol, gentamicine, hydrocortison, isoprenaline, kaliumchloride, lorazepam, midazolam, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, ranitidine, vancomycine, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met heparine, verapamil Y-site - diazepam, furosemide Infuus - barbituraten Bijzonderheden Pancuronium moet onder bewaking van de ademhaling en adequate sedatie worden toegediend. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Tijdelijke verlaging intra-oculaire druk, miosis, toename polsfrequentie en hartminuutvolume, stijging arteriële bloeddruk, huiduitslag. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pancuronium' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: furosemide. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 505 Panitumumab Merknaam Vectibix® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 5 ml (20 mg/ml) en 400 mg = 20 ml (20 mg/ml) panitumumab infuusconcentraat F.T.G. Immunomodulantia Bereiden Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan Verdun een benodigde hoeveelheid tot 1000 mg panitumumab in 0,9% natriumchloride oplossing voor injectie tot een eindvolume van 100 ml. De flacon niet schudden of krachtig bewegen. Maximale eindconcentratie is 10 mg/ml. Doseringen hoger dan 1000 mg worden verdund tot een eindvolume van 150 ml. De verdunde oplossingen dienen door voorzichtig omkeren te worden gemengd, niet schudden Toedieningsroute - Intraveneus als infuus, dosering < of gelijk aan 1000 mg: verdund in NaCl 0,9% tot 100 ml via een infuuspomp in 60 minuten Intraveneus als infuus, dosering > 1000 mg: verdund in NaCl 0,9% tot 150 ml via een infuuspomp in 90 minuten Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK-arts Houdbaarheid Direct toedienen Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Panitumumab dient niet gemengd te worden met andere geneesmiddelen Bijzonderheden - - - De infusielijn dient voor en na panitumumab toediening te worden gespoeld met natriumchloride-oplossing om vermenging met andere geneesmiddelen of I.V.-oplossingen te vermijden Bij acuut ontstaan of verergering van pulmonale symptomen dient de behandeling direct onderbroken te worden en dienen de symptomen te worden onderzocht. Hulpstoffen: natriumchloride, natriumacetaat-trihydraat, ijsazijn, water voor injectie Acute reacties Infusiereacties inclusief koude rillingen, koorts, dyspnoe Bijwerkingen Dermatologische reacties, diarree, vermoeidheid, infusiereacties, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hypokaliëmie, dehydratie, misselijkheid, braken dyspnoe, hoesten, hoofdpijn, conjunctivitis, groei van oogwimpers, verhoogde traanscheiding, oculaire hyperemie, droge ogen, oogpruritis, stomatitis, slijmvliesontsteking, onycholyse, overmatige haargroei, alopecia, droge neus, droge mond, longembolie Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2009 01-02-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Panitumumab' Datum Wijziging 01-02-2012 Bereiden toegevoegd: Bereiden in de LAF-kast met handschoenen aan. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 506 Pantoprazol Merknaam Pantozol® Afleveringsvorm Flacon met 40 mg pantoprazol (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Secretieremmende middelen, protonpompremmers Oplosmiddel NaCl 0,9% Bereiden Los 40 mg pantoprazol op in 10 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 4 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 12 uur bij 20°C Na verdunnen in infuusvloeistof: direct toedienen. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 2-15 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp pantoprazol Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - ciprofloxacine, dobutamine, epinefrine, gentamicine, heparine, octreotide Onverenigbaar met Pantoprazol mag niet tegelijk met andere dan de onder verenigbaarheden genoemde geneesmiddelen worden toegediend Bijzonderheden - Bijwerkingen Hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik, flatulentie, huidreacties, duizeligheid, vochtophoping in de benen, koorts, afsluiting van een ader door een bloedstolsel, beginnende neerslachtigheid, wazig zien. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2006 Bevat natriumedetaat De pH van de oplossing is ongeveer 9 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pantoprazol' Datum Wijziging 01-03-2002 Toedieningsroute intraveneus als infuus toegevoegd. 01-06-2004 Houdbaarheid is verlengd van 6 naar 12 uur conform nieuwe gegevens fabrikant. 01-04-2006 Gewijzigde tekst bij de nieuwe kopjes “verenigbaar met” en “overenigbaar meet”en bij “bijzonderheden”. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 507 Pantoprazol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 40 mg pantoprazol op in 50 ml NaCl 0,9% De concentratie is 0,8 mg/ml Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp De toedieningssnelheid is 8 mg/uur (pompstand: 10 ml/uur) Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2004 Werking: remming van de maagzuursecretie Indicatie: ulcus duodeni, ulcus ventriculi, reflux-oesophagitis Bijwerking: hoofdpijn, diarree, misselijkheid, pijn in de bovenbuik, flatulentie, huidreacties, duizeligheid, koorts, wazig zien Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pantoprazol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-06-2004 Houdbaarheid is verlengd van 6 naar 12 uur conform nieuwe gegevens fabrikant. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 508 Paracetamol Merknaam Perfalgan Afleveringsvorm Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml) en 1.000 mg = 100 ml (10 mg/ml) paracetamol F.T.G. Analgetica Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund in 15 minuten Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infuus: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Bijzonderheden Y-site - glucose 5%, NaCl 0,9% - Het wordt aangeraden om, zodra deze toedieningsweg mogelijk is, een geschikte orale toedieningsvorm te gebruiken Bevat cysteïne Paracetamol is slecht oplosbaar in water en mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend Niet in de koelkast bewaren of invriezen De analgetische werking start binnen 5 tot 10 minuten na aanvang van de toediening. Het maximale effect wordt binnen 1 uur verkregen en houdt 46 uur aan LET OP: voor neonaten en zuigelingen zijn zeer kleine volumes nodig. - - Acute reacties Pijn op injectieplaats. Bijwerkingen Malaise, hypotensie, verhoogde lever transminasen spiegels, huiduitslag, anafylactische shock (zeer zelden), thrombocytopenie Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-10-2006 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Paracetamol' Datum Wijziging 01-04-2009 Nieuw: Verenigbaar met Y-site glucose5%, NaCl 0,9% 01-04-2012 Afleveringsvorm: toegevoegd Flacon met 500 mg = 50 ml (10 mg/ml). 01-05-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - LET OP: voor neonaten en zuigelingen zijn zeer kleine volumes nodig. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 509 Paricalcitol Merknaam Zemplar® Afleveringsvorm Ampul met 5 microgram/ml paricalcitol F.T.G. Calciumregulerend middel Oplosmiddel Water voor injectie, propyleenglycol, ethanol (20% v/v) Toedieningsroute Toedienen via een hemodialyse toegang als i.v. bolus Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Bijzonderheden - Acute reacties Bij overdosering: hypercalciemie De oplossing bevat 30% v/v propyleenglycol, bij overdosering dient rekening te worden gehouden met het toxische effect (CNS uitval, hemolyse en melkzuuracidose). Aangezien propyleenglycol middels de dialyse geëlimineerd wordt, is de kans hierop echter klein Bijwerkingen Hypercalciemie, endocriene aandoeningen, smaakstoornissen, jeuk aan huid Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2006 geen Mag niet worden gemengd met andere farmaca Propyleenglycol vertoont interactie met heparine en neutraliseert het effect daarvan. Daarom op een andere injectietoegang toedienen dan heparine Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Paricalcitol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 510 Patentblauw Merknaam Bleu Patenté V® Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) patentblauwnatrium F.T.G. Diagnostica Toedieningsroute Subcutaan: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C. Volwassenen: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden Wordt gebruikt voor zichtbaar maken van lymfevaten. Acute reacties Erytheem, urticaria, pruritus. Blauwverkleuring van de huid. Bijwerkingen Misselijkheid, hypotensie, tremor. Zelden: shock, dyspnoe, laryngospasme. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Patentblauw' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 511 Pegvisomant Merknaam Somavert® Afleveringsvorm Injectieflacon met 10 mg pegvisomant poeder voor injectie F.T.G. Hypofyse- en hypothalamushormonen Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 10 mg pegvisomant op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 10 mg/ml Toedieningsroute Subcutaan Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau VPK Houdbaarheid Injectieflacons bewaren in de koelkast. Na reconstitutie direct toedienen Bijzonderheden - Bijwerkingen Reacties op de injectieplaats (de plaats van injectie dient dagelijks gewisseld te worden om lipohypertrofie te voorkomen), zweten, hoofdpijn en asthenie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2008 geen Het poeder dient voorzichtig opgelost te worden met een langzame, draaiende beweging van de flacon Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pegvisomant' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 512 Pentamidine Merknaam Pentacarinat® Afleveringsvorm Ampul met 300 mg pentamidine-di-isetionaat poeder voor injectievloeistof F.T.G. Antiprotozoica Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden - Intramusculair: los 300 mg pentamidine op in 3 ml water voor injecties. De concentratie is 100 mg/ml. Intraveneus: los 300 mg pentamidine op in 3-5 ml water voor injecties. De concentratie is 60-100 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Intramusculair: onverdund, diep Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-250 ml glucose 5% of NaCl 0,9%, in tenminste 60 minuten Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - zidovudine Onverenigbaar met Cefalosporinen, fluconazol, foscarnet, interleukine-2 Bijzonderheden - Toediening van pentamidine moet onder controle van bloedbeeld, bloedglucose en lever- en nierfunctie plaatsvinden. Intraveneuze toediening heeft de voorkeur in verband met lokale toxische effecten na intramusculaire toediening. Om de kans op hypotensie te verminderen dient de patiënt tijdens en gedurende 30 minuten na de toediening te liggen. Pentamidine kan ook worden gebruikt als vernevelingsvloeistof. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, flushing, urticaria. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Hypotensie, aritmieën, tromboflebitis, pancreatitis, diabetisch coma, acute nierfunctiestoornis, anemie, duizeligheid, misselijkheid, braken, veranderde smaak, induratie, abcesvorming, spiernecrose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pentamidine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 513 Pethidine Merknaam Pethidine Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) pethidine-hydrochloride F.T.G. Opioiden Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: zeer langzaam, bij voorkeur verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot 10 mg/ml in 3-5 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, de toedieningssnelheid is 15-35 mg/uur Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./Infusie: VPK I.V.: G-VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aminoglycosiden, ampicilline, atenolol, benzylpenicilline, bumetanide, cefalosporinen, chlooramfenicol, clindamycine, cotrimoxazol, dexamethason, dobutamine, dopamine, doxycycline, erythromycine, fluconazol, granisetron, heparine, hydrocortison, insuline, kaliumchloride, labetalol, lidocaine, magnesiumsulfaat, methylprednisolon, metoprolol, metronidazol, oxytocine, piperacilline, propanolol, propofol, vancomycine Infuus - Onverenigbaar met droperidol, gentamicine, metoclopramide, midazolam, ondansetron, ranitidine, suxamethonium, verapamil Y-site - aciclovir, allopurinol, flucloxacilline, furosemide, imipenem, tetracycline Infuus Bijzonderheden - barbituraten, diazepam, fenytoine, heparine, morfine, natriumbicarbonaat, theofylline - Pethidine valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Pethidine kan ademhalingsdepressie, hypotensie en tachycardie veroorzaken. Intraveneuze toediening wordt niet aanbevolen. Gezien de cumulatie van de metaboliet norpethidine is pethidine minder geschikt voor chronische toediening. - Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Tromboflebitis, duizeligheid, misselijkheid, braken, ademhalingsdepressie, sedering, zwakte, obstipatie, urineretentie, dysforie, verwardheid, opwinding, nachtmerries, convulsies. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pethidine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 514 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: gentamicine, midazolam. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 515 Piperacilline Merknaam Pipcil® Afleveringsvorm Flacon met 2000 mg en 4000 mg piperacilline (als natriumzout) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Breed-spectrum penicillinen Oplosmiddel Water voor injecties. Alleen voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald) Bereiden Volwassenen Toedienings route grootte flacon toe te voegen water verkregen eindconcenoplossing tratie mg ml ml mg/ml I.M. 2000 4 5 400 I.V./Infusie 2000 11 12,5 160 4000 22 25 160 Toedienings route grootte flacon toe te voegen water mg ml ml mg/ml I.V./Infusie 2000 18 20 100 4000 37 40 100 Kinderen Toedieningsroute verkregen eindconcenoplossing tratie Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 20 mg/ml, in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 20 mg/ml (ref. 17)) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, allopurinol, diltiazem, enalaprilaat, esmolol, famotidine, granisetron, heparine, labetalol, lorazepam, magnesiumsulfaat, midazolam, morfine, pethidine, ranitidine, theofylline, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met clindamycine, flucloxacilline, fluconazol, hydrocortison, kaliumchloride, ofloxacine, verapamil Y-site - filgrastim, fluconazol, ondansetron, vancomycine, ciprofloxacine Infuus Handboek Parenteralia VUmc aminoglycosiden, ciprofloxacine geprint op 28 januari 2014 pagina 516 Bijzonderheden Bevat 2 mmol natrium per 1000 mg. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, huidreacties, anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, diep veneuze trombose, diarree, misselijkheid, hematomen, braken, bloedbeeldafwijkingen, koorts, hoofdpijn, duizeligheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piperacilline' Datum Wijziging 01-02-2003 Wijziging in de hoeveelheden toe te voegen water per ml bij toedieningsroute I.V./Infusie 01-10-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over het gebruik van NaCl 0,9% 01-04-2008 Bij verenigbaar met ciprofloxacine van infuus naar Y-site en bij onverenigbaar met ciprofloxacine toegevoegd bij infuus. 01-07-2010 Ciprofloxacine verwijderd bij Verenigbaar met (Y-site) en toegevoegd aan Onverenigbaar met (Y-site). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 517 Piperacilline/tazobactam Merknaam Tazocin® Afleveringsvorm Flacon met 4000 mg piperacilline en 500 mg tazobactam poeder voor injectievloeistof F.T.G. Breed-spectrum penicillinen Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bereiden Los 4000/500 mg piperacilline/tazobactam op in 20 ml oplosmiddel. De concentratie is 200/25 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund 4 uur 20°C of 48 uur bij 4°C en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, ringerlactaat Intraveneus als langzame bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 20-30 minuten Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met amikacine, bumetanide, buprenorfine, calciumfolinaat, calciumgluconaat, cimetidine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, dopamine, enalapril, fluconazol, furosemide, gentamicine, heparine, hydrocortison, kaliumchloride, lorazepam, magnesiumsulfaat, mannitol, mesna, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, morfine, natriumbicarbonaat, ondansetron, pethidine, ranitidine, remifentanil, theofylline, zidovudine Y-site - aciclovir, albumine, amfotericine B, chloorpromazine, dobutamine, doxycycline, droperidol, famotidine, haloperidol, natriumbicarbonaat, netilmicine, prochloorperazine, promethazine, tobramycine, vancomycine Bijzonderheden Bevat 2,35 mmol natrium per 1000 mg piperacilline. Bevat citroenzuur en dinatriumedetaat. Acute reacties Pijnlijkheid op de injectieplaats, huidreacties, anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, diep-veneuze trombose, diarree, misselijkheid, braken, koorts, hoofdpijn, duizeligheid, hematomen, bloedbeeldafwijkingen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piperacilline/tazobactam' Datum Wijziging 01-08-2007 Amikacine en gentamicine toegevoegd onder kopje Verenigbaar met (Y-site), netilmicine en tobramycine toegevoegd onder kopje Onverenigbaar met (Ysite) en ringerlactaat toegevoegd bij infuusvloeistoffen. Verder toevoeging bij Bijzonderheden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 518 01-03-2011 Houdbaarheid: Onverdund 4 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 48 uur bij 4°C Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 519 Piritramide Merknaam Dipidolor® Afleveringsvorm Ampul met 20 mg = 2 ml (10 mg/ml) piritramide F.T.G. Opioiden Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V.: G-VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Acute reacties Pruritus, urticaria, anafylactische reacties. Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, sedatie, hoestdemping, stemmingsveranderingen, miosis, hypothermie, misselijkheid, braken, obstipatie, droge mond, transpireren, hypotensie, bradycardie, galkoliek, urineretentie, psychische en fysieke afhankelijkheid, tolerantie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2012 Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Opmerking: voor kinderen tot en met 50 kg dient voor een bolusinjectie de oplossing te worden verdund tot 1 mg/ml. Piritramide valt onder de bepalingen van de Opiumwet. Piritramide kan na intraveneuze toediening ademhalingsdepressie veroorzaken. Bij voorkeur gebruiken voor anesthesie en onder beademing toepassen (m.u.v. de verkoeverkamer en bij PCA-pompen) Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Piritramide' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-03-2010 Bijzonderheden: Piritramide kan na intraveneuze toediening ademhalingsdepressie veroorzaken. Bij voorkeur gebruiken voor anesthesie en onder beademing toepassen (m.u.v. de verkoeverkamer en bij PCApompen). 01-01-2012 Toegevoegd bij Toedieningsroute: Opmerking: voor kinderen tot en met 50 kg dient voor een bolusinjectie de oplossing te worden verdund tot 1 mg/ml. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 520 Plerixafor Merknaam Mozobil Afleveringsvorm Injectieflacon met 24 mg plerixafor in 1,2 ml oplossing (20 mg/ml) F.T.G. Immunomodulantia Toedieningsroute Subcutane injectie Toedieningscategorie Categorie A Houdbaarheid Zie vermelde datum op de verpakking, geen speciale opslagcondities zijn noodzakelijk Na openen: direct gebruiken Bijzonderheden - Plerixafor mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen of infuusvloeistoffen worden toegedien Heldere, kleurloze tot lichtgele oplossing 1 ml bevat ongeveer 5 mg (0,2 mmol) natrium pH = 6.0 – 7.5 Osmolaliteit = 260 – 320 mOsm/kg Acute reacties Reacties op de injectie- of infusieplaats, urticaria, periorbitale zwelling, dyspneu of hypoxie Bijwerkingen Diarree, misselijkheid en reacties op injectie- of infusieplaats Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2013 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Plerixafor' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 521 Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin Merknaam Synflorix® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 0,5 ml suspensie voor injectie pneumokokkenvaccin F.T.G. Vaccins Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin bevat 10 pneumokokkenserotypen Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, lokaal erytheem. Zelden: anafylactische reactie. Bijwerkingen Zelden: exantheem, koorts, artralgie, paresthesieën. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2010 01-11-2011 Intramusculair: bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal halverwege de dij Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin conjugaat vaccin' Datum Wijziging 01-11-2011 Naam Monografie gewijzigd in: Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin, was Pneumokokkenvaccin-13 valent. Merknaam veranderd: Synflorix, was Prevenar. Bijzonderheden gewijzigd in: Pneumokokkenvaccin-10 valent conjugaat vaccin bevat 10 pneumokokken-serotypen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 522 Pneumokokkenvaccin-23 valent Merknaam Pneumovax-23® Afleveringsvorm Flacon met 0,5 ml pneumokokkenvaccin F.T.G. Vaccins Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal halverwege de dij Pneumokokkenvaccin-23 valent bevat 25 microg polysacchariden van elk van 23 typen Streptococcus pneumoniae en is bedoeld voor vaccinatie van kinderen> 2 jaar en volwassenen. Bevat fenol als conserveermiddel. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, lokaal erytheem. Zelden: anafylactische reactie. Bijwerkingen Zelden: exantheem, koorts, artralgie, paresthesieën. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pneumokokkenvaccin-23 valent' Datum Wijziging 01-11-2010 Naam aangepast: Pneumokokkenvaccin-23 valent. Toedieningsroute: Intramusculair: onverdund bij voorkeur in de M. deltoideus of lateraal halverwege de dij. Bijzonderheden: Pneumokokkenvaccin-23 valent bevat 25 microg polysacchariden van elk van 23 typen Streptococcus pneumoniae en is bedoeld voor vaccinatie van kinderen > 2 jaar en volwassenen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 523 Polidocanol Merknaam Aethoxysklerol® Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml, 0,5%), 20 mg = 2 ml (10 mg/ml, 1%), 40 mg = 2 ml (20 mg/ml, 2%), 60 mg = 2 ml (30 mg/ml, 3%) polidocanol F.T.G. Varicosclerosende middelen Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Flacon na aanprikken: 24 uur bij 4°C Bijzonderheden - - Bevat 5% alcohol. Extravasatie moet worden voorkomen, omdat dit blijvend littekens kan veroorzaken. Intra-arterieel toedienen moet worden voorkomen, omdat hierbij ernstige necrose van ledematen kan ontstaan. In een horizontaal of 30°-45° hoger liggend been injecteren, als schuim of middels de "air-block" techniek. Kleine varices worden met de 0,5%- of met de 1%-oplossing, middelgrote met de 2%-oplossing en grote met de 3%-oplossing behandeld. Maatregelen bij paraveneuze injectie: 5-20 ml NaCl 0,9% met hyaluronidase injecteren op de injectieplaats. Maatregelen bij intra-arteriële injectie: 5-10 ml lidocaine 1% of 2% en heparine 500 IE injecteren, been in watten hullen en naar beneden plaatsen. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, anafylactische shock, orthostatische collaps. Bijwerkingen Irreversibele verkleuring van de injectieplaats, prutitus, necrose en ulceraties op de injectieplaats. Zelden: diep veneuze trombose, embolie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Polidocanol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 524 Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij mediastinitis Bereiden Gebruik een 1 liter NaCl 0,9% infuuszak. Haal hier 100 ml NaCl 0,9% uit. Voeg 100 ml Betadine®-oplossing (= povidon-jood-oplossing 10%) toe aan de overgebleven 900 ml NaCl 0,9% in de infuuszak. Eindconcentratie: Povidon-jood 1%. Houdbaarheid Na bereiden: 24 uur bij kamertemperatuur Toedieningsroute Spoelsysteem Snelheid: 1 liter/24 uur (0,69 ml/min) Bijzonderheden Let er op dat Betadine®-oplossing wordt gebruikt. Gebruik niet de alcohol, scrub, shampoo, etc. Betadine®-oplossing is een product dat autogeen steriel is. Na toevoeging aan 900 ml steriele NaCl 0,9% ontstaat een steriele spoelvloeistof. Eigenschappen geneesmiddel - - - Beheergegevens Werking: antimicrobieel middel met een breed werkingsspectrum Indicatie: irrigatie bij ernstige mediastinitis Contra-indicaties: overgevoeligheid voor povidon-jood. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een afwijkende schildklierfunctie, patiënten met een verminderde nierfunctie en bij patiënten met verminderde leverfunctie Bijwerkingen: overgevoeligheid, verandering van de schildklierfunctie (hyperthyreoïdie, hypothyreoïdie). Verder zijn gemeld: koorts, diarree, neutropenie, metabole acidose, hypernatriëmie, aritmieën, insulten, veranderingen in de leverfunctie en veranderingen in de mentale status. Voorzorgen: tijdens de irrigatie dient de schildklierfunctie en de leverfunctie regelmatig te worden gecontroleerd Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-10-2002 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Povidon-jood 1%, spoelvloeistof bij mediastinitis' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 525 Prednisolon Merknaam Prednisolon® Afleveringsvorm Ampul met 25 mg prednisolonnatriumsuccinaat poeder voor injectievloeistof F.T.G. Glucocorticoiden Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 25 mg prednisolonnatriumsuccinaat op in 1 ml water voor injecties De concentratie is 25 mg/ml Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 25 mg/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 20 minuten Intraveneus als langlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Intra-/peri-articulair: onverdund Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 30 minuten Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK I.V./Infusie: VPK Overige toedieningen: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Benzylpenicilline, heparine, kaliumchloride Bijzonderheden 25 mg prednisolonnatriumsuccinaat komt overeen met 18,7 mg prednisolon Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Vochtretentie, duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, spierzwakte. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Prednisolon' Datum Wijziging 01-03-2009 Prednisolon injectievloeistof is vervangen door poeder voor injectie. Afleveringsvorm is aangepast. 01-10-2009 Het kopje Onverenigbaar met is verwijderd. Toegevoegd is het kopje Verenigbaar met: benzylpenicilline, heparine, kaliumchloride. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 526 Prilocaine Merknaam Prilocaine® Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml, 2%) prilocaïne-hydrochloride F.T.G. Lokale anaesthetica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Zelden anafylactische shock. Bijwerkingen Methemoglobinemie, cyanose, paresthesieën. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-01-2012 Lokaal: voor infiltratie-, geleidings- en epiduraalanaesthesie Intraveneus: voor intraveneuze regionale anaesthesie Prilocaïne niet tegelijk met andere geneesmiddelen laten inlopen. Intravasculaire toediening kan hypotensie, myocarddepressie en convulsies veroorzaken. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Prilocaine' Datum Wijziging 01-01-2012 Afleveringsvorm gewijzigd: Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml, 2%) prilocaine-hydrochloride. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 527 Procainamide Merknaam Pronestyl® Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg = 10 ml (100 mg/ml) procainamide-hydrochloride F.T.G. Anti-aritmica Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 50 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp procainamide Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - heparine, hydrocortison, kaliumchloride, ranitidine Infuus - Onverenigbaar met amiodaron, atracurium, dobutamine, lidocaine, netilmicine, verapamil Y-site - fenytoine, milrinon Infuus Bijzonderheden - esmolol - Bevat natriumbisulfiet en benzylalcohol. Toediening van procainamide moet onder bewaking van hemodynamische parameters en het ECG plaatsvinden. Donkergekleurde oplossingen dienen niet te worden toegediend. - Acute reacties Angio-oedeem, urticaria, pruritus. Bijwerkingen Geleidingsstoornissen, hypotensie, misselijkheid, braken, diarree, bittere smaak, duizeligheid, koorts, spierpijn, depressie, agranulocytose, hemolytische anemie, trombocytopenie, leukopenie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur. Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 528 Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 2 flacons (20 ml=2000 mg) procainamide met 20 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 50 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: onverdund, 200-1000 mg procainamide, intraveneus als bolusinjectie, maximaal 50 mg/minuut Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 2-5 ml/uur Zie doseringsschema procainamide Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het hart en vertraagt de geleidingssnelheid van impulsen in het hart, negatief inotroop Indicatie: (supra)-ventriculaire ritmestoornissen Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis, ernstige decompensatio cordis Bijwerking: misselijkheid, braken, huidreakties, psychose met hallucinaties, koorts, gewrichts-en spierpijn Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-02-2014 Bereiden: Meng 2 flacons (20 ml=2000 mg) procainamide met 20 ml NaCl 0,9%. Houdbaarheid: 24 uur bij kamertemperatuur. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 529 Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 50 mg/ml Pompstand Beheergegevens Dosering ml/uur mg/minuut mg/uur mg/24 uur 2,1 1,8 104 2500 2,5 2,1 125 3000 2,9 2,4 145 3500 3,3 2,8 166 4000 3,8 3,1 188 4500 4,2 3,5 208 5000 4,6 3,8 230 5500 5,0 4,2 250 6000 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 530 Procainamide, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Voeg 500 mg = 5 ml procainamide toe aan 45 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 10 mg/ml, 50 ml > 5 kg: Voeg 2000 mg = 20 ml procainamide toe aan 20 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 50 mg/ml, 40 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: onverdund, 2 mg/kg procainamide, intraveneus als bolusinjectie, in 5 minuten Onderhoudsdosis: 20-80 microg/kg/min Zie doseringsschema procainamide Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: vermindert de prikkelbaarheid van het hart en vertraagt de geleidingssnelheid van impulsen in het hart, negatief inotroop Indicatie: (supra)-ventriculaire ritmestoornissen Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis, ernstige decompensatio cordis, myasthenia gravis Bijwerking: geleidingsstoornissen, hypotensie, misselijkheid, braken, huidreacties, koorts, gewrichts-en spierpijn, hallucinaties, bloedbeeldafwijkingen Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-02-2014 Bereiden < 5 kg: Voeg 500 mg = 5 ml procainamide toe aan 45 ml NaCl 0,9%. > 5 kg: Voeg 2000 mg = 20 ml procainamide toe aan 20 ml NaCl 0,9%. Houdbaarheid: Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij kamertemperatuur. Infuusvloeistoffen: NaCl 0,9%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 531 Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (10 mg/ml = 10000 microg/ml) Rekendosering: 16,7 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur ml/uur microg/kg/min Beheergegevens 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 20 0,1 0,2 0,4 0,5 0,6 30 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 40 0,2 0,5 0,7 1,0 1,2 50 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 60 0,4 0,7 1,1 1,4 1,8 70 0,4 0,8 1,3 1,7 2,1 80 0,5 1,0 1,4 1,9 2,4 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 532 Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (50 mg/ml = 50000 microg/ml) Rekendosering: 83,5 microg/kg/min ~ 0,1 ml/kg/uur microg/kg/min ml/uur 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 20 0,1 0,2 0,4 0,5 0,6 0,7 1,0 1,2 30 0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,4 1,8 40 0,2 0,5 0,7 1,0 1,2 1,4 1,9 2,4 50 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 2,4 3,0 60 0,4 0,7 1,1 1,4 1,8 2,2 2,9 3,6 70 0,4 0,8 1,3 1,7 2,1 2,5 3,4 4,2 80 0,5 1,0 1,4 1,9 2,4 2,9 3,8 4,8 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Procainamide, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 533 Promethazine Merknaam Promethazine® Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) promethazine (als hydrochloride) F.T.G. Fenothiazinen, antihistaminica Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund, diep Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan 5-10 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 25 mg/minuut Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - ciprofloxacine, fluconazol, ondansetron Infuus - Onverenigbaar met amikacine, atropine, droperidol, metoclopramide, midazolam, netilmicine, pentazocine, pethidine, ranitidine Y-site - cefalosporinen, furosemide, kaliumchloride, heparine, hydrocortison, methylprednisolon, piperacilline-tazobactam Infuus Bijzonderheden - barbituraten, benzylpenicilline, chlooramfenicol, fenytoine, flucloxacilline, morfine, natriumbicarbonaat, theofylline - Bevat kalium- en natriumsulfiet. Deze stoffen kunnen allergische reacties veroorzaken. Perivasculaire extravasatie en intra-arteriële toediening van de onverdunde oplossing kan leiden tot ernstige weefselbeschadiging. - Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Tromboflebitis, duizeligheid, moeheid, slecht coördinatievermogen, maagdarmstoornissen, droge mond, accomodatiestoornissen, urineretentie, spierslapte, tachycardie, bradycardie, hypotensie, veneuze trombose op injectieplaats, fotosensibiliteit. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Promethazine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Verenigbaar met Infuus toegevoegd: midazolam. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 534 Propofol Merknaam Diprivan® Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 20 ml (10 mg/ml) propofol Flacon met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml) propofol Voorgevulde spuit met 1000 mg = 50 ml (20 mg/ml) propofol F.T.G. Algemene anaesthetica Toedieningsroute - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, toedieningssnelheid is 40 mg (= 4 ml) in 10 seconden, bij patiënten met verhoogd risico (ASA III en IV) 20 mg (= 2 ml) in 10 seconden Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp propofol Bij kinderen langzaam toedienen tot klinische tekenen van anaesthesie verschijnen Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: IC I.V. Kinderen: IC-arts Infusie: G-VPK Houdbaarheid Onverdund in spuit 12 uur bij 20°C. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met Bijzonderheden alfentanil, bumetanide, dexamethason, dobutamine, dopamine, droperidol, esketamine, esmolol, fentanyl, furosemide, granisetron, heparine, kaliumchloride, lidocaine, metoclopramide, midazolam, morfine, nitroglycerine, nitroprusside, pethidine, ranitidine, remifentanil, ringerlactaat, sufentanil, suxamethonium, theofylline, tigecycline, vancomycine, vecuronium Y-site - amikacine, amfotericine B, atracurium, calciumchloride, diazepam, fenytoine, gentamicine, methylprednisolon, netilmicine, tobramycine - Propofol injectievloeistof is gevoelig voor microbiologische contaminatie. Een injectieflacon mag niet meer dan 1x worden aangeprikt in verband met infectierisico van patiënten. Na het openen van de ampul dient propofol onmiddellijk aseptisch te worden opgetrokken in een steriele injectiespuit of een toedieningsset. Bij desinfectie van het aanprikpunt dient gebruik gemaakt te worden van alcohol 70%. De toediening moet onmiddellijk gebeuren en een aangehangen spuit mag maximaal 12 uur lopen. Alle aangebroken verpakkingen dienen na gebruik/aanprikken meteen weggegooid te worden Cave langdurige toepassing van propofol bij kinderen! Gelijktijdige toediening met andere infuusvloeistoffen dient zo dicht mogelijk bij de patiënt plaats te vinden. Wanneer propofol wordt gemengd met glucose 5% mag de eindconcentratie niet lager zijn dan 2 mg/ml. Na verdunnen is de houdbaarheid maximaal 6 uur Het oplosmiddel is Intralipid®; bevat 1,1 kcal/ml. Propofol kan pijn en tromboflebitis op de injectieplaats veroorzaken. Om de pijn te verminderen, wordt toediening in een grote vene aanbevolen. Eventueel kan propofol direct voor toedienen gemengd worden met lidocaine 1% (1 ml lidocaine 1% toevoegen aan 20 ml propofol 10 mg/ml) of met alfentanil (1 ml alfentanil toevoegen aan 20-50 ml propofol 10 mg/ml). Propofol mag niet via een membraanfilter worden toegediend. - - - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Tromboflebitis. Bij aanvang toediening: excitatie, hypotensie, apnoe. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 535 Bij ontwaken: misselijkheid, braken, hoofdpijn, post-operatieve koorts. Zelden: erytheem, bronchospasmen, convulsies, longoedeem. Ten gevolge van langdurige toediening: groenverkleuring van de urine. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol' Datum Wijziging 01-12-2002 De houdbaarheid van onverdunde propofol is conform de bijsluiter aangepast van 6 uur naar 12 uur. 01-08-2004 Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: midazolam. 01-04-2006 Onder kopje Verenigbaar met (Y-site) toegevoegd: ringerlactaat. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-12-2008 N.a.v. microbiologische besmetting van patiënten via propofol injectievloeistof in een ander ziekenhuis extra aandacht voor de houdbaarheid en risico’s op contaminatie. 01-10-2009 Houdbaarheid: alleen onverdund in spuit 12 uur bij 20°C. Het kopje Infuusvloeistoffen is verwijderd. Bij bijzonderheden eerste aandachtstreepje zijn richtlijnen van de inspectie toegevoegd. 01-01-2012 Bijzonderheden (1e aandachtstreepje): - De toediening moet onmiddellijk gebeuren en een aangehangen spuit mag maximaal 12 uur lopen. 01-06-2012 Bijzonderheden: toegevoegd “Bij desinfectie van het aanprikpunt dient gebruik gemaakt te worden van alcohol 70%” “Na verdunnen is de houdbaarheid maximaal 6 uur” “Alle aangebroken verpakkingen dienen na gebruik/aanprikken meteen weggegooid te worden”. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: esketamine, granisetron, pethidine, theofylline, tigecycline, vancomycine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 536 Propofol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 1 flacon op, onverdund De eindconcentratie is 20 mg/ml Houdbaarheid Na optrekken in spuit: 12 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 2-2,5 mg/kg als bolus Onderhoudsdosis: gebruikelijke pompstanden zijn: 15-50 ml/uur (voor sedatie IC: 7-15 ml/uur) Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2008 Werking: werkt anaesthetisch Indicatie: inductie en onderhoud anesthesie, sedatie Contraindicatie: overgevoeligheid propofol Bijwerking: geringe excitatie, apnoe, bradycardie, tromboflebi tis, convulsies Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-12-2002 De houdbaarheid van onverdunde propofol is conform de bijsluiter aangepast van 6 uur naar 12 uur. 01-12-2008 N.a.v. microbiologische besmetting van patiënten via propofol injectievloeistof in een ander ziekenhuis extra aandacht voor de houdbaarheid en risico’s op contaminatie. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 537 Propofol, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Trek aseptisch 1 ampul op, onverdund. De eindconcentratie is 10 mg/ml Houdbaarheid Na optrekken in spuit: 12 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 2-4 mg/kg intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: 4-5 mg/kg/uur. (Voor sedatie op de IC: 1-2 mg/kg/uur.) Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt anaesthetisch Indicatie: inductie en onderhoud anaesthesie, sedatie Contraindicatie: overgevoeligheid propofol. Voorzichtigheid is geboden bij toediening bij jonge kinderen, bij cardiale en respiratoire aandoeningen, lever- en nierfunctiestoornis, epilepsie. Bijwerking: geringe excitatie, hypotensie, apnoe, bradycardie, tromboflebitis, convulsies, bronchospasmen. Bij langdurige toediening: groenverkleuring van de urine. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-06-2008 Houdbaarheid: na optrekken in spuit: 12 i.p.v. 6 uur bij 20°C 01-10-2009 Wijziging Bereiden: Trek aseptisch 1 ampul op, onverdund. Het kopje Infuusvloeistoffen is verwijderd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 538 Propofol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (10 mg/ml) Rekendosering: 1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur mg/kg/uur ml/uur 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 35 kg 40 kg 50 kg 1,0 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 5,0 1,5 1,5 2,3 3,0 3,8 4,5 5,3 6,0 7,5 2,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 10,0 2,5 2,5 3,8 5,0 6,3 7,5 8,8 10,0 12,5 3,0 3,0 4,5 6,0 7,5 9,0 10,5 12,0 15,0 3,5 3,5 5,3 7,0 8,8 10,5 12,3 14,0 17,5 4,0 4,0 6,0 8,0 10,0 12,0 14,0 16,0 20,0 4,5 4,5 6,8 9,0 11,3 13,5 15,8 18,0 22,5 5,0 5,0 7,5 10,0 12,5 15,0 17,5 20,0 25,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Propofol, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 539 Protamine Merknaam Protamine 1000 Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml, 1000 IE/ml) protamine-hydrochloride F.T.G. Antidota Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 20 mg/minuut en 50 mg/10 minuten Intraveneus als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Infuus - Onverenigbaar met cimetidine, ranitidine, verapamil Y-site - furosemide Bijzonderheden - 10 mg protamine neutraliseert ongeveer 1000 IE heparine. Protamine is minder actief bij overdosering van laag moleculaire heparinen. De verlenging van de stollingstijd door laag moleculaire heparinen wordt volledig door protamine geneutraliseerd, maar van de anti-Xa activiteit wordt slechts 25-50% tenietgedaan. Acute reacties Longoedeem, hypotensie, anafylactische shock. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, vermoeidheid. Ten gevolge van te snelle toediening: hypotensie, bradycardie, dyspnoe, warmtegevoel, hematomen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protamine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-12-2008 Toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten. 01-02-2014 Nieuw kopje Onverenigbaar met Y-site: furosemide. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 540 Protrombinecomplex Merknaam Beriplex®, P/N 250, Vierstollingsfactorenconcentraat Afleveringsvorm Flacon met ongeveer 250 IE (aantal eenheden per flacon kan wisselen) protrombinecomplex poeder voor injectievloeistof F.T.G. Haemostatica Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Breng flacon met poeder voor injectie en oplosmiddel op kamertemperatuur voor oplossen. Los 250 IE protrombinecomplex op in 10 ml oplosmiddel (voor overbrengen en hanteren van de mixvial2 verpakking, zie gebruiksaanwijzing). Tijdens het oplossen dient de flacon niet geschud te worden om schuimvorming te voorkomen. NB: Indien de flacon niet vacuum is de flacon niet gebruiken en retour naar apotheek. Gebruik een nieuwe flacon. Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 210 IE/minuut (8 ml/minuut). De bereide oplossing dient toegediend te worden via een afzonderlijke infusielijn. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 8 uur bij 25°C Bijzonderheden - Beriplex mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Bevat per ml tenminste 20 IE factor II, 10 IE factor VII, 20 IE factor IX en 22 IE factor X. Heldere, licht opaalachtige oplossing. Gebruik geen oplossing die troebel is of neerslag bevat Acute reacties Urticaria. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Koorts, koude rillingen, hoofdpijn, misselijkheid, slaperigheid, lethargie, blozen, tintelingen, bloeddrukschommelingen. Ten gevolge van hoge doseringen: trombo-embolische complicaties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protrombinecomplex' Datum Wijziging 01-04-2009 Wijziging merknaam in Beriplex P/N 250. Toedieningssnelheid is 210 IE/min (8 ml/minuut). De bereide oplossing toedienen via een afzonderlijke infusielijn. Houdbaarheid: 8 uur bij 25oC. Zie ook bijzonderheden. 01-09-2011 Toegevoegd bij Bereiden: NB: Indien de flacon niet vacuum is de flacon niet gebruiken en retour naar apotheek. Gebruik een nieuwe flacon. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 541 Protrombinecomplex, geactiveerd Merknaam Feiba Afleveringsvorm Flacon met 1000 EH geactiveerd protrombinecomplex gevriesdroogd poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie F.T.G. Haemostatica Bereiden - - - - Warm de ongeopende injectieflacon met oplosmiddel (water voor injecties) op tot kamertemperatuur (15-25°C) Verwijder de beschermkapjes van beide flacons en reinig de rubberen stop In de verpakking is een speciale transfernaald ingesloten. Verwijder een van de beschermkapjes van de transfernaald. Druk de vrije naald door de rubberen stop van de injectieflacon met oplosmiddel Neem het andere beschermkapje van de transfernaald zonder het vrije uiteinde van de naald aan te raken Draai de injectieflacon met oplosmiddel om en druk de vrije naald door de injectieflacon met gevriesdroogd poeder. Door het vacuum wordt het oplosmiddel opgezogen in de injectieflacon met gevriesdroogd poeder Trek de naald en de injectieflacon met oplosmiddel tegelijk uit de injectieflacon met gevriesdroogd poeder. Versnel het oplossingsproces door de flacon voorzichtig om te zwenken Zodra het poeder volledig is opgelost, duw de ingesloten ontluchtingsnaald in de injectieflacon om het gevormde schuim te laten verdwijnen. Verwijder de ontluchtingsnaald Toedieningsroute Intraveneuze injectie, de maximale toedieningssnelheid is 2 EH/kg lichaamsgewicht per minuut Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid De inhoud van de flacon is voor eenmalig gebruik. De gereconstitueerde oplossing moet onmiddellijk worden toegediend Bijzonderheden - Bijwerkingen Overgevoeligheidsreacties Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2013 geen De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes zijn Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Protrombinecomplex, geactiveerd' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 542 Pyridoxine Merknaam Pyridoxine, Vitamine B6 Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 1 ml (50 mg/ml) pyridoxine-hydrochloride F.T.G. Vitamines Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Andere wateroplosbare vitaminen Bijzonderheden Pyridoxine is een bestanddeel van totaal parenterale voeding. Acute reacties Zelden: allergische reacties. Bijwerkingen Ten gevolge van langdurige toediening: ataxie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Pyridoxine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 543 Parenteralia Q Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 544 Parenteralia R Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 545 Ranitidine Merknaam Zantac® Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 2 ml (25 mg/ml) ranitidine (als hydrochloride) F.T.G. H 2 -antagonisten bij peptische aandoeningen Toedieningsroute Volwassenen - - Intraveneus als bolusinjectie: geadviseerd wordt: 50 mg = 2 ml toegevoegd aan 18 ml NaCl 0,9% of glucose 5%; lagere verdunning kan, mits de maximale toedieningssnelheid van 25 mg/minuut niet wordt overschreden Intraveneus als kortlopend infuus: 50 mg = 2 ml toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in tenminste 20 minuten Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp ranitidine Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 2,5 mg/ml, langzaam Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 0,5 mg/ml, in 30 minuten (ref. 17) (maximale concentratie bij vochtbeperking is 2,5 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, atracurium, ceftazidim, cefuroxim, ciprofloxacine, esmolol, fentanyl, filgrastim, fluconazol, granisetron, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, ondansetron, pancuronium, piperacilline, piperacilline-tazobactam, procainamide, propofol, thiopental, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met amikacine, benzylpenicilline, chlooramfenicol, dexamethason, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, flucloxacilline, furosemide, gentamicine, heparine, insuline, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, meropenem, methylprednisolon, nitroprusside, norepinefrine, pethidine, promethazine, protamine, theofylline, tobramycine, vancomycine Infuus - amfotericine B, cefazoline, ceftazidim, cefuroxim, clindamycine, diazepam, fenobarbital, midazolam Acute reacties Zelden: urticaria, rash, koorts, anafylactische shock. Bijwerkingen Zelden: reversibele leverfunctiestoornissen, bloedbeeldafwijkingen, hoofdpijn, duizeligheid, verwardheid, depressie, bradycardie, hypotensie, visusstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 546 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ranitidine' Datum Wijziging 01-03-2002 Toedieningsroute volwassenen: mag intraveneus als kortlopend infuus ook worden toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 547 Ranitidine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 6 ampullen (12 ml=300 mg) met 36 ml NaCl 0,9% of glucose 5% De eindconcentratie is 6,25 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstand is: 2 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: remt de basale en gestimuleerde maagzuursecretie Indicatie: slokdarm/maag/duodenumbloedingen, Zollinger Ellisonsyndroom, ernstige reflux-oesophagitis Bijwerking: overgevoeligheidsreakties, hoofdpijn, stijging leverenzymen Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ranitidine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 548 Rasburicase Merknaam Fasturtec® Afleveringsvorm Flacon met 1,5 mg rasburicase poeder voor infusie + ampul met 1 ml oplosmiddel. F.T.G. Overige jichtmiddelen Oplosmiddel Water voor injecties met poloxamer 188 (meegeleverd) Bereiden Los 1,5 mg rasburicase op in 1 ml oplosmiddel (meegeleverd). De concentratie is 1,5 mg/ml. Toedieningsroute Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9%, in 30 minuten. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen: 24 uur bij 2-8°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Glucose 5% Bijzonderheden - Rasburicase mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen of geneesmiddelen worden toegediend. Rasburicase katalyseert de omzetting van urinezuur tot allantoïne, waarbij waterstofperoxide ontstaat. Dit kan aanleiding geven tot o.a. hemolytische anemie. Acute reacties Allergische reacties: huidreacties, bronchospasmen. Bijwerkingen Koorts, misselijkheid, braken diarree, hoofdpijn, huiduitslag, bronchopasmen, zelden: hemolytische anemie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-10-2002 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rasburicase' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 549 Refludan Merknaam Refludan® Afleveringsvorm Lepirudine 50 mg poeder voor oplossing voor injectie of intraveneuze infusie F.T.G. Antithrombotica Oplosmiddel Water voor injecties of natriumchloride 0,9% Bereiden Lepirudine 50 mg: spuit 1 ml water injecties of NaCl 0,9% in de vacuümflacon en schud deze voorzichtig. Binnen 3 minuten ontstaat een heldere oplossing De eindconcentratie is 50 mg/ml Toedieningsroute - - Intraveneus als bolusinjectie: verdund met 9 ml NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 5 mg/ml. De injectie moet langzaam worden toegediend Continue intraveneuze infusie: oplossing met een concentratie van 2 mg/ml (persfusiepomp op geleide van het lichaamsgewicht) Lichaamsgewicht (kg) 50 60 70 80 90 100 = of > 110 Infuussnelheid (ml/uur) Dosering 0,15 mg/kg Lichaamsgewicht per uur 3,8 4,5 5,3 6,0 6,8 7,5 8,3 Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen onmiddellijk gebruiken Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij kamertemperatuur (20°C) Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% en glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - amiodaron Onverenigbaar met Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen Bijzonderheden - Voor toediening dient de oplossing op kamertemperatuur gebracht te worden Gebruik geen oplossingen die troebel zijn of deeltjes bevatten Acute reacties Pijnlijkheid en roodheid op injectieplaats, allergische huidreacties, jeuk, opvliegers, koorts, rillingen, anafylactische/anafylactoide reacties Bijwerkingen Bloedingen: anemie, bloeduitstortingen, bloedingen op de plaats van injectie, neusbloedingen, bloed in urine, bloedingen van de maag of de darmen, vaginale bloedingen, rectale bloedingen, longbloedingen, bloedingen in de borstholte na een operatie en hersenbloedingen Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-10-2008 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 550 "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Refludan' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 551 Remifentanil Merknaam Ultiva® Afleveringsvorm Flacon met 2 mg remifentanil (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Analgetica, opioiden Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5% Bereiden Los 2 mg remifentanil op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 1 mg/ml. Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in minimaal 30 seconden Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen Intraveneus PCA: zie geneesmiddelenprotocol remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: IC-arts I.V. Kinderen: IC-arts Infusie: IC PCA gynaecologie: gynaecologen, geautoriseerde AIOS en klinisch verloskundigen Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, 0,45%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met Bijzonderheden aciclovir, alfentanil, amikacine, amrinon, bumetanide, buprenorfine, calciumgluconaat, cefazoline, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim, cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, diazepam, digoxine, dobutamine, dopamine, doxycycline, droperidol, enalaprilaat, epinefrine, esmolol, famotidine, fentanyl, fenylefrine, fluconazol, furosemide, ganciclovir, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, imipenem, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam, magnesiumsulfaat, mannitol, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, midazolam, morfine, natriumbicarbonaat, netilmicine, nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron, pethidine, piperacilline/tazobactam, procainamide, prochloorperazine, promethazine, propofol, ranitidine, sufentanil, theofylline, thiopental, tobramycine, vancomycine, zidovudine Infuus - amfotericine B, chloorpromazine - Bolusinjectie wordt niet aanbevolen. Remifentanil dient te worden toegediend onder monitoring van de ademhalings- en cardiovasculaire functies. Het analgetische effect van remifentanil is binnen vijf minuten na stopzetten van het infuus verdwenen. - Bijwerkingen Misselijkheid, braken, hypotensie, spierrigiditeit, rillen, bradycardie, acute ademhalingsdepressie, apnoe, hypoxie, constipatie, sedatie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 552 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil' Datum Wijziging 01-02-2005 Geneesmiddelprotocol Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen toegevoegd. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-07-2012 Afleveringsvorm: alleen 2 mg aanwezig. Toedieningsroute: - Intraveneus PCA: zie geneesmiddelenprotocol remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen. Bekwaamheidsniveau: PCA gynaecologie: gynaecologen, geautoriseerde AIOS en klinisch verloskundigen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 553 Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 2 mg remifentanil op in 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 50 microg/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosering algemeen: 50 microg/kg/uur gedurende 2-3 min. Onderhoudsdosering: zie behandelprotocollen Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening. Het analgetisch effect is binnen 3-5 minuten na stopzetten van het infuus verdwenen. Indicatie: anaesthesie-analgeticum, acute pijnbestrijding Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis Bijwerkingen: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, spierrigiditeit, misselijkheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2005 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-01-2012 Bereiden: Los 2 mg remifentanil op in 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 50 microg/ml. Toedienen via spuitenpomp: Oplaaddosering algemeen: 50 microg/kg/uur gedurende 2-3 min. Onderhoudsdosering: zie behandelprotocollen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 554 Remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 2 mg remifentanil op in 100 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 20 microg/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Patient doseert zelf op geleide van effect Iedere bolus bevat 30 microg remifentanil, aanpassingen van 20 tot 40 microg zijn mogelijk, zie behandelprotocol gynaecologie Toegangsweg IV Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt sterk analgetisch binnen enkele minuten na toediening. Het analgetisch effect is binnen 3-5 minuten na stopzetten van het infuus verdwenen. Indicatie: acute pijnbestrijding bij partus Contraindicatie: voorzichtigheid bij myasthenia gravis Bijwerkingen: ademhalingsdepressie, bradycardie, hypotensie, spierrigiditeit, misselijkheid Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2012 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Remifentanil PCA, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 555 Rhesus (D) immunoglobuline Merknaam RheDQuin Afleveringsvorm Flacon met 375 IE = 2 ml (187,5 IE/ml) en 1000 IE = 2 ml (500 IE/ml) Rhesus (D) immunoglobuline F.T.G. Immunoglobulinen Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten bij voorkeur in de M. deltoideus Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na aanprikken: 4 uur bij 4°C Bijzonderheden - Bevat glycine en thiomersal. Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het klinisch gebruik is dit geen beletsel. Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur brengen. Toediening moet binnen 48 uur na bevalling of ingreep plaatsvinden; daarna is het effect dubieus. Na 14 dagen is toediening zinloos. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem. Bijwerkingen Koorts. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rhesus (D) immunoglobuline' Datum Wijziging 01-12-2004 Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn niet gewijzigd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 556 Rifampicine Merknaam Rifadin® Afleveringsvorm Flacon met 600 mg rifampicine poeder voor injectievloeistof F.T.G. Tuberculosemiddelen Oplosmiddel Oplosmiddel (bijgeleverd) Bereiden Los 600 mg rifampicine op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 60 mg/ml. Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als infuus: 600 mg toegevoegd aan 500 ml glucose 5%, in 13 uur Kinderen - Intraveneus als infuus: verdund met glucose 5% tot een concentratie van 1 mg/ml, in 2 uur (maximale concentratie bij vochtbeperking is 6 mg/ml; in verband met de houdbaarheid dient de dosis dan binnen 30 minuten te worden toegediend) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 20°C buiten invloed van licht. Na verdunnen in infuusvloeistof: 6 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Bijzonderheden - - Rifampicine dient niet gelijktijdig met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen toegediend te worden. Na toediening van rifampicine kan rode verkleuring van urine, zweet, sputum en traanvocht optreden. Dit kan verkleuring van zachte contactlenzen en kleding veroorzaken. Bij langdurige toepassing dienen de leverfunctie en het bloedbeeld regelmatig te worden gecontroleerd. In geval van volumerestrictie kan 600 mg aan 100 ml glucose 5% worden toegevoegd en in 30 minuten worden toegediend. Het bijgeleverde oplosmiddel bevat 0,05 mg polysorbaat 80 per ml. In glucose 5% en NaCl 0,9% lost rifampicine niet op. Rifampicine mag niet intramusculair of subcutaan worden toegediend. Extravasatie moet worden voorkomen. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, rash, overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Tromboflebitis, maagdarmstoornissen, leverfunctiestoornissen, sufheid, hoofdpijn, duizeligheid, koorts, dyspnoe, spierzwakte, ataxie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rifampicine' Datum Wijziging 01-10-2009 Houdbaarheid: na verdunnen in infuusvloeistof 6 i.p.v. 4 uur en na oplossen 24 uur bij 20°C buiten invloed van licht. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 557 Ringerlactaat Merknaam Ringerlactaat Afleveringsvorm Zak met 500 of 1000 ml Ringerlactaat infuusvloeistof F.T.G. Electrolytoplossingen Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als infuus: onverdund Kinderen - Intraveneus als infuus: onverdund Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Acetazolamide, aciclovir, albumine, allopurinol, amikacine, ascorbinezuur, benzylpenicilline, calciumglubionaat, cefotaxim, ceftazidim, ceftriaxon, chlooramfenicol, chloorpromazine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, fenobarbital, flucloxacilline, fluconazol, folinezuur, furosemide, heparine, hydrocortison, gentamicine, kaliumchloride, lidocaine, lorazepam, metoclopramide, morfine, nitroglycerine, norepinefrine, ondansetron, pentobarbital, piperacilline, promethazine, ranitidine, tobramycine, vancomycine Onverenigbaar met Amfotericine B, amoxicilline, diazepam, fenytoine, haloperidol, imipenem, midazolam, natriumkaliumfosfaat, natriumbicarbonaat Bijzonderheden Bevat per liter: natriumchloride 6 gram, calciumchloride –2– water 0,28 gram, kaliumchloride 0,4 gram en natriumlactaat 3,3 gram. Dit komt overeen met 131 mmol natrium, 1,8 mmol calcium, 5,4 mmol kalium en 29 mmol lactaat. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ringerlactaat' Datum Wijziging 01-10-2002 Aan Verenigbaar met is heparine toegevoegd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 558 Risperidon depot Merknaam Risperdal Consta® Afleveringsvorm Flacon met 25 mg en 37,5 mg Risperidon poeder voor suspensie voor injectie F.T.G. Antipsychoticum Oplosmiddel Polysorbaat 20 oplosmiddel (bijgeleverd in injectiespuit) Bereiden Laat het geneesmiddel en oplosmiddel eerst op kamertemperatuur komen. Bevestig een van de Hypoint-naalden op de injectiespuit. Spuit al het oplosmiddel in de flacon met poeder. Verwijder de naald. Schud de flacon krachtig gedurende tenminste 10 seconden. Het mengen is voltooid wanneer alle poeder volledig is gedispergeerd en de suspensie homogeen, dik en melkachtig van kleur is. Verwissel de ene Hypoint-naald voor de andere Hypoint-naald. Houdt de injectieflacon rechtop en zuig alle suspensie uit de flacon. Trek nu de injectiespuit uit de injectieflacon en verwijder de Hypointnaald. Zet de Needle-Pro naald op de injectiespuit, verwijder de lucht uit de injectiespuit en dien de injectie toe Toedieningsroute Intramusculair Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: arts Houdbaarheid Bij kamertemperatuur 6 uur. Voor gebruik schudden tot homogene suspensie Bijzonderheden - Risperdal Consta® is een preparaat met verlengde afgifte, de werking start na ca 3 weken en duurt tot ca 5 weken na injectie De injectie mag alleen per diepe intragluteale injectie worden gegeven en dient afwisselend in de linker of rechter bilspier te worden geïnjecteerd Bevat o.a. lactide-co-glycolide-polymeer, polysorbaat 20 en carmellosenatrium Suspensie mag niet worden gemengd met andere geneesmiddelen Acute reacties Pijn op de injectieplaats Bijwerkingen O.a. trillen, niet stil kunnen zitten, toegenomen speekselproductie, traagheid, vermoeidheid Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2005 01-04-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Risperidon depot' Datum Wijziging 01-04-2006 Toevoeging bij afleveringsvorm: 37,5 mg Risperidon poeder Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 559 Rituximab Merknaam MabThera® Afleveringsvorm Flacon met 100 mg = 10 ml en 500 mg = 50 ml (10 mg/ml) rituximab F.T.G. Immunomodulantia Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 1-4 mg/ml. Infusiesnelheid: bij de eerste toediening 50 mg/uur, eventueel iedere 30 minuten verhogen met 50 mg/uur tot een maximum van 400 mg/uur. Bij de volgende toedieningen starten met een infusiesnelheid van 100 mg/uur, eventueel iedere 30 minuten verhogen met 100 mg/uur tot een maximum van 400 mg/uur. Toedieningscategorie Categorie B en C Bekwaamheidsniveau Infusie: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Acute reacties Koorts, rillingen, allergische reacties. Indien een allergische reactie optreedt, kan de toediening worden onderbroken of de toedieningssnelheid verminderd, zodat symptoombestrijding kan plaatsvinden. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, rash, vermoeidheid, hoofdpijn, jeuk, bronchospasmen, dyspnoe, angiooedeem, rhinitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rituximab' Datum Wijziging 01-02-2004 Januari 2004: flacon van 50 ml opgenomen in het assortiment. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 560 Rocuronium Merknaam Esmeron® Afleveringsvorm Ampul met 50 mg = 5 ml (10 mg/ml) rocuroniumbromide F.T.G. Spierrelaxantia Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V.: IC-arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C De ampullen in de koelkast bewaren bij 2-8°C. De ampullen zijn buiten de koelkast bij een temperatuur tot 30°C maximaal 12 weken houdbaar. Eenmaal buiten de koelkast bewaard mag het product niet teruggeplaatst worden. De bewaartermijn mag de uiterste houdbaarheidstermijn niet overschrijden. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intraveneus als injectie: onverdund Intraveneus als infuus: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Alfentanil, amoxicilline, ceftazidim, cefuroxim, cimetidine, clonazepam, clonidine, dobutamine, dopamine, epinefrine, esmolol, fentanyl, gentamicine, heparine, isoprenaline, kaliumchloride, esketamine, labetalol, lidocaine, mannitol, metoclopramide, metoprolol, midazolam, milrinon, morfine, natriumbicarbonaat, nifedipine, nimodipine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, pancuronium, pethidine, promethazine, ranitidine, sufentanil, suxamethonium, vecuronium, verapamil Onverenigbaar met Amfotericine B, azathioprine, cefazoline, dexamethason, diazepam, enoximon, erythromycine, famotidine, furosemide, gallamine, hydrocortison, insuline, prednisolon, thiopental, trimethoprim, vancomycine Bijzonderheden - Acute reacties Zelden: urticaria, anafylactische reacties. Bijwerkingen Jeuk, erytheem op injectieplaats, bronchospasmen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2008 De ampullen dienen in de koelkast bewaard te worden. Het product is buiten de koelkast maximaal 12 weken bij kamertemperatuur houdbaar. Eenmaal buiten de koelkast bewaard mag het product niet teruggeplaatst worden. Vermeld op de verpakking wanneer het product buiten de koelkast is geplaatst. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rocuronium' Datum Wijziging 01-03-2002 Spuitenpomp voor volwassenen toegevoegd. 01-10-2003 Ampullen van 5 ml i.p.v. 10 ml. De sterkte is ongewijzigd. 01-06-2008 Handboek Parenteralia VUmc Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding geprint op 28 januari 2014 pagina 561 01-10-2008 Uitbreiding “Houdbaarheid” en toevoeging “Bijzonderheden” Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 562 Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Trek 4 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) onverdund op. De eindconcentratie is 10 mg/ml. Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect; pompstand kan per patiënt worden aangepast door de mate van relaxatie te monitoren door middel van relaxografie c.q. myotest. Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,5 - 4 ml/uur. Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na toediening. Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld in verband met intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens mechanische ventilatie op de IC. Bijwerkingen: zelden overgevoeligheidsreacties, hypotensie. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2002 01-10-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Rocuronium, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-10-2003 Ampullen van 5 ml i.p.v. 10 ml. De sterkte is ongewijzigd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 563 Ropivacaine Merknaam Naropin® Afleveringsvorm Ampul met 150 mg = 20 ml (7,5 mg/ml, 0,75%) en 40 mg = 20 ml (2 mg/ml, 0,2%) ropivacaine hydrochloride Infuuszak met 400 mg = 200 ml (2 mg/ml, 0,2%) ropivacaine hydrochloride F.T.G. Locale anaesthetica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Infuusvloeistoffen Glucose 5% Lokaal voor infiltratieanaesthesie: 2 mg/ml Epiduraal als bolusinjectie: 2-7,5 mg/ml Epiduraal als infuus: 2 mg/ml. De toedieningssnelheid is afhankelijk van de plaats van injectie gebruikelijk 6-14 ml/uur Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - methylprednisolon Infuus - Clonidine, fentanyl, morfine, sufentanil Onverenigbaar met Natriumbicarbonaat Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, hypotnesie, misselijkheid. Bijwerkingen Paresthesieën, duizeligheid, hoofdpijn, urineretentie, koorts, stijfheid, rugpijn. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-10-2007 geen Ropivacaine slaat neer in alkalisch milieu Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Ropivacaine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 564 Parenteralia S Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 565 Salbutamol Merknaam Ventolin® Afleveringsvorm Ampul met 500 microg = 1 ml (0,5 mg/ml) salbutamol (als sulfaat) F.T.G. Sympathicomimetica bij CARA Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau S.C./I.M.: VPK I.V.: IC-arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, langzaam Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp salbutamol Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Bijzonderheden Infuus - kaliumchloride - Salbutamol dient onder bewaking van hemodynamische parameters, het ECG en serumkaliumconcentraties te worden toegediend. De inhalatie vloeistof mag intraveneus gegeven worden. Meng 1 ampul 25 mg = 10 ml met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,5 mg/ml. - Acute reacties Zelden: urticaria, angio-oedeem, bronchospasmen, hypotensie, collaps. Bij kinderen: hyperactiviteit, hallucinaties. Na intramusculaire toediening: pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Tachycardie, hartkloppingen, tremor, nervositeit. Zelden: misselijkheid, braken, toename van de eetlust, hoofdpijn, spierkramp, bloeddrukschommelingen, transpireren, verwijde pupillen, slapeloosheid, hyperglycemie, hypokaliëmie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol' Datum Wijziging 01-06-2008 Bijzonderheden: de inhalatie vloeistof mag intraveneus gegeven worden. Meng 1 ampul 25 mg = 10 ml met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,5 mg/ml. Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 566 Salbutamol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 10 ampullen (10 ml=5000 microg) met 40 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 100 microg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Dosering: 3-20 microg/min, op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 1-10 ml/uur Zie doseringsschema salbutamol Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Werking: direct werkend, selectief ß2-sympathicomimeticum Indicatie: status asthmaticus Contraindicatie: hyperthyroïdie, ritmestoornissen en hypokaliëmie Bijwerking: tremor, tachycardie, perifere vaatverwijding, hyperglycemie, acidose en hypokaliëmie Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 567 Salbutamol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 100 microg/ml Beheergegevens pompstand dosering ml/uur microg/uur 1 100 2 200 3 300 4 400 5 500 6 600 7 700 8 800 9 900 10 1000 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Salbutamol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 568 Selenium Merknaam Selenase® Afleveringsvorm Injectieflacon met 500 microg = 10 ml mg (50 microg/ml) selenium (als natriumseleniet pentahydraat) F.T.G. Electrolyten en mineralen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK I.V.: IC Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Intraveneus als bolusinjectie Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% in 6-8 uur Intramusculair Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Y-site - ascorbinezuur Bijzonderheden - 500 microg selenium komt overeen met 6,4 micromol Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2006 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Selenium' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 569 Sildenafil Merknaam Revatio® Afleveringsvorm Flacon met 12,5 ml = 10 mg (0,8 mg/ml) sildenafil (als citraat) F.T.G. Fosfodiesterase type 5-remmers, pulmonale antihypertensiva Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneuze bolusinjectie van 10 mg = 12,5 ml (aanbevolen dosering) Er is geen verdunning of reconstitutie nodig bij dit middel Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: Arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Acute reacties Acute vermindering of verlies van gezichtsvermogen Bijwerkingen Blozen, flatulentie, hoofdpijn, lage bloeddruk, misselijkheid, opvliegers. Zeldzaam: priapisme, plotselinge doofheid Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-07-2011 01-09-2011 Heldere, kleurloze oplossing Hulpstoffen zijn glucose en water voor injecties Geen speciale bewaarcondities voor dit geneesmiddel Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sildenafil' Datum Wijziging 01-09-2011 Afleveringsvorm gewijzigd in flacon met 12,5 ml = 10 mg (0,8 mg/ml) sildenafil (als citraat). Tekst bij Toedieningsroute en Houdbaarheid aangepast. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 570 Soja-olie, gezuiverd Merknaam Intralipid® Afleveringsvorm Flacon met 200 mg/ml gezuiverde soja-olie; 100 ml en 500 ml emulsie voor infusie F.T.G. Dieetpreparaten en voedingsmiddelen Bereiden De zak dient omgezwenkt te worden voor gebruik Toedieningsroute Intraveneus Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Binnen 24 uur gebruiken nadat de flacon uit de koelkast is gehaald (inclusief toedienieningstijd) Infuusvloeistoffen N.v.t. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Soluvit, Vitintra Bijzonderheden - Voor volwassenen dient de duur van het 500 ml infuus tenminste 5 uur te zijn (100 ml per uur) Voor kinderen geldt dat de infuussnelheid maximaal 0,85 ml per kg per uur mag zijn De serum triglyceridespiegel dient dagelijks te worden gecontroleerd Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met nier- en leverfunctiestoornissen Acute reacties Anafylactische reactie Bijwerkingen Lichte stijging lichaamstemperatuur, rillingen, misselijkheid, braken, dyspnoe, hoofdpijn, priapisme (zelden), verandering bloeddruk, huiduitslag Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2013 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Soja-olie, gezuiverd' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 571 Somatoreline Merknaam GHRH, Somatobiss® Afleveringsvorm Flacon met 50 microg somatoreline (als acetaat-x-water) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus Oplosmiddel NaCl 0,9% (bijgeleverd) Bereiden Los 50 microg somatoreline op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 50 microg/ml. Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 30 seconden Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden Somatoreline wordt gebruikt bij diagnostisch onderzoek van de hypofysefunctie en is bedoeld voor eenmalige toediening. Acute reacties Hot flushes. Bijwerkingen Kortdurend reuk- en smaakstoornissen. Zelden: hoofdpijn. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatoreline' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 572 Somatostatine Merknaam Somatostatine® Afleveringsvorm Ampul met 250 microg somatostatine (als acetaat) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Hypothalamushormonen Oplosmiddel NaCl 0,9% (bijgeleverd) Bereiden Los 250 microg somatostatine op in 1 ml oplosmiddel. De concentratie is 250 microg/ml. Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: 250 microg in tenminste 1 minuut Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.V.: IC Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen. Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Bijwerkingen Ten gevolge van snelle toediening: warmtegevoel, misselijkheid. Verlaging, en later verhoging, van het bloedsuikergehalte. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatostatine' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 573 Somatropine Merknaam Zomacton® Afleveringsvorm Flacon met 4 mg somatropine poeder voor injectievloeistof F.T.G. Hypofysevoorkwabhormonen Oplosmiddel Zoutoplossing (bijgeleverd) Bereiden Los 4 mg somatropine op in 3,2 ml oplosmiddel, de concentratie is 1,3 mg/ml. Niet schudden tijdens de bereiding! Toedieningsroute Subcutaan: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 14 dagen bij 4°C, buiten invloed van licht. Bijzonderheden - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Oedeem, hypertensie, gewrichtspijn, paresthesieën, hypothyreoïdie, hoofdpijn, hyperglycemie, glucosurie. Ten gevolge van intramusculaire toediening: hypoglycemie. Zelden: benigne intracraniale hypertensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2006 1 mg komt overeen met 3 IE Bevat mannitol en benzylalcohol. Subcutane toediening is minder pijnlijk dan intramusculaire toediening en geeft een regelmatiger therapeutisch effect. Om atrofie te voorkomen wordt aanbevolen van injectieplaats te wisselen. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Somatropine' Datum Wijziging 01-02-2006 Wijziging houdbaarheid van 24 uur in 14 dagen bij 40C, buiten invloed van licht en wijziging afleveringsvorm in flacon met 4 mg. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 574 Sotalol Merknaam Sotacor® Afleveringsvorm Ampul met 40 mg = 4 ml (10 mg/ml) sotalol-hydrochloride F.T.G. ß-blokkers, anti-aritmica Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden Sotalol moet onder bewaking van hemodynamische parameters en het ECG worden toegediend. Bijwerkingen Dyspnoe, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, koude extremiteiten, bronchospasmen, bradycardie, hypotensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Intraveneus als bolusinjectie: 20-120 mg, in 10 minuten Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp Sotalol Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol' Datum Wijziging 01-02-2004 Er bestaat geen spuitenpompprotocol. 01-02-2007 Toedieningsroute: intraveneus met behulp van spuitenpomp 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 575 Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 12 ampullen (48 ml=480 mg) optrekken De eindconcentratie is 10 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect, ECG en hemodynamische parameters Gebruikelijke pompstanden zijn aanvankelijk: 0,5-1,5 mg/kg in 10 min. Onderhoud: 0,2-0,5 mg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Indicatie: acute ventriculaire aritmieën, geprogrammeerde electrische stimulatie, hypertensie Bijwerking: dyspnoe, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, koude extremiteiten, bronchospasmen, bradycardie, hypotensie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2007 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 576 Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 10 mg/ml pompstand Beheergegevens dosering ml/uur mg/uur mg/24 uur 1,0 10 240 2,0 20 480 3,0 30 720 4,0 40 960 5,0 50 1200 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2007 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sotalol, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 577 Spoorelementen Merknaam Peditrace®, Addamel-N® Afleveringsvorm Ampul met 10 ml spoorelementen F.T.G. Electrolyten en mineralen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, 20%, Ringerlactaat, NaCl/glucose Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml infuusvloeistof, in 6-8 uur Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Bijzonderheden Infuus - cimetidine - Spoorelementen zijn een bestanddeel van totaal parenterale voeding (TPV). Oplossingen niet onverdund toedienen. Spoorelementen worden op gezette tijden in de apotheek aan TPV toegevoegd. Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur. Peditrace® bevat per ampul: zink 38 micromol, koper 3,2 micromol, mangaan 0,18 micromol, selenium 0,25 micromol, fluoride 30 micromol, jodide 0,079 micromol. Addamel-N® bevat per ampul: ijzer 20 micromol, zink 100 micromol, mangaan 5 micromol, selenium 0,4 micromol, koper 20 micromol, chroom 0,2 micromol, molybdeen 0,2 micromol, fluoride 50 micromol, jodide 1 micromol - - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-11-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Spoorelementen' Datum Wijziging 01-10-2003 Tracutil® is vervangen door Nutritrace® . De samenstelling is gelijk. 01-02-2008 Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus: 1 ampul toegevoegd aan 2000 ml structokabiven. 01-05-2009 Toedieningsroute: Intraveneus als langlopend infuus: 1 ampul toegevoegd aan 2000 ml StructoKabiven, 2500 ml Nutriflex Lipid Plus of 2000 ml Nutriflex Plus 48/150. Bij bijzonderheden zijn twee nieuwe opmerkingen (3e en 4e) toegevoegd. 01-12-2009 Toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus verwijderd. Bij bijzonderheden is 4e opmerking (toevoegen van spoorelementen etc.) verwijderd. Bij opmerking 3: spoorelementen worden in de apotheek van maandag t/m vrijdag (08.00-13.00 uur) aan TPV toegevoegd 01-11-2013 Merknaam: Nutritrace gewijzigd in Addamel-N. Afleveringsvorm: ampul met 10 ml spoorelementen. Bijzonderheden: Addamel-N bevat per ampul: ijzer 20 micromol, zink 100 micromol, mangaan 5 micromol, selenium 0,4 micromol, koper 20 micromol, chroom 0,2 micromol, molybdeen 0,2 micromol, fluoride 50 micromol, jodide 1 micromol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 578 Streptokinase Merknaam Streptase® Afleveringsvorm Flacon met 250.000 IE en 1.500.000 IE streptokinase poeder voor injectievloeistof F.T.G. Trombolytica Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5% Bereiden - Toedieningsroute - Los 250.000 IE streptokinase op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 50.000 IE/ml. Los 1.500.000 IE streptokinase op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 150.000 IE/ml. Voorzichtig oplossen. Niet schudden i.v.m. schuimvorming. Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5%, 500.000-1.500.000 IE in 1 uur Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp streptokinase intraveneus Intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp streptokinase intra-arterieel Intracoronair Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: G-VPK-arts I.V. Kinderen: arts Infusie: G-VPK Intra-arterieel: IC Intracoronair: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - dobutamine, dopamine, heparine, lidocaine, nitroglycerine Onverenigbaar met Dextran 40 Bijzonderheden - Voor toediening van streptokinase moeten stollingstijden bepaald zijn. De werking wordt geantagoneerd door tranexaminezuur (Cyklokapron®). In de oplossing kunnen enkele vlokjes ontstaan. Oplossingen met veel vlokjes mogen niet worden gebruikt. Streptokinase wordt niet toegediend als de patient het al eerder heeft gehad in verband met de verhoogde kans op acute reacties. Acute reacties Bronchospasmen, anafylactische shock. Bijwerkingen Haemorrhagieën, huiduitslag, misselijkheid, koorts, voorbijgaande hypotensie, aritmieën. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 579 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-07-2011 Bijzonderheden: Streptokinase wordt niet toegediend als de patient het al eerder heeft gehad in verband met de verhoogde kans op acute reacties. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 580 Streptokinase voor systemische toediening, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden - Oplaaddosis: Los 1 flacon (250.000 IE) op in 25 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml. Onderhoudsdosis: Los 2 flacons (500.000 IE) op in 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml. Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur 24 uur in de koelkast Toedienen via spuitenpomp - Oplaaddosis: 25 ml (=250.000 IE) in 30 minuten (pompstand is 50 ml/uur) Onderhoudsdosis: doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke pompstand is: 10 ml(= 100.000 IE)/uur gedurende 24 uur Toegangsweg Perifeer Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch Indicatie: grote longembolie, hoge diepe veneuze trombose, getromboseerde shunts Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts Contraindicatie: bloedingsneiging, CVA < 6 maanden, ulcus < 6 maanden, menstruatie, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), recente operatie Relatieve contraindicatie: recente behandeling met streptokinase < 6 maanden Voor behandeling myocardinfarct en voor lokale behandeling van arteriële of veneuze thrombose gelden andere protocollen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor systemische toediening, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-07-2011 Toedienen via spuitenpomp: Gebruikelijke pompstand is: 10(= 100.000 IE)/uur gedurende 24 uur. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 581 Streptokinase voor behandeling myocardinfarct, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 1 flacon (1.500.000 IE) op in 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 30.000 IE/ml. Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur 24 uur in de koelkast Toedienen via spuitenpomp 50 ml (= 1.500.000 IE) in 30-60 minuten toedienen. De pompstand is 100 ml/uur. Toegangsweg Perifeer Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch Indicatie: myocardinfarct < 6 uur van vermoedelijk begin Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts Relatieve contraindicatie: bloedingsneiging, CVA < 6 maanden, ulcus < 6 maanden, menstruatie, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), recente operatie, recente behandeling met streptokinase < 6 maanden Voor systemische toediening en voor lokale behandeling van arteriële of veneuze thrombose gelden andere protocollen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor behandeling myocardinfarct, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-07-2011 Toedienen via spuitenpomp: 50 ml (= 1.500.000 IE) in 30-60 minuten toedienen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 582 Streptokinase voor lokale toediening, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 1 flacon (250.000 IE) op in 250 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. Trek op in spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 1.000 IE/ml. Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur 24 uur in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Lokaal toedienen op geleide van het effect. Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-10 ml/uur Toegangsweg Perifeer Eigenschappen geneesmiddel - Werking: werkt thrombolytisch Indicatie: lokale trombose Bijwerking: bloedingen, allergische reakties, koorts Voor behandeling myocardinfarct en voor systemische toediening gelden andere protocollen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase voor lokale toediening, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 583 Streptokinase, spuitenpomp voor kinderen Bereiden - Oplaaddosis: Los 1 flacon (250.000 IE) op in 25 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml. Onderhoudsdosis: Los 2 flacons (500.000 IE) op in 50 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 10.000 IE/ml. Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosis: 4400 IE/kg in 20 minuten Onderhoudsdosis: 4400 IE/kg/uur Zie doseringsschema streptokinase Toegangsweg Perifeer Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt thrombolytisch Indicatie: grote longembolie, hoge diep veneuze trombose, getromboseerde shunts Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente operatie, recent trauma. Voorzichtigheid geboden bij recente behandeling met streptokinase < 6 maanden, bij aanwezigheid van catheter. Bijwerking: bloedingen, allergische reacties, koorts, voorbijgaande hypotensie, aritmieën. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 584 Streptokinase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (10.000 IE/ml) Rekendosering: 1000 IE/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur ml/uur IE/kg/uur 1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg 0,4 0,9 2,2 4,4 8,8 11,0 13,2 22,0 4400 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptokinase, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 585 Streptomycine Merknaam Streptomycine Afleveringsvorm Flacon met 1000 mg streptomycine (als sulfaat) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Aminoglycosiden Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 1000 mg streptomycine op in 3,5 ml water voor injecties. De concentratie is 250 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Intramusculair: onverdund, diep in een grote spier toedienen Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9%, in 1 uur Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met Bijzonderheden esmolol Infuus - amfotericine B, barbituraten, cefalosporinen, erythromycine, fenytoine, heparine, natriumbicarbonaat, norepinefrine, penicillinen - Intraveneuze toediening heeft niet de voorkeur. Verkleuring van de oplossing heeft geen invloed op de therapeutische werkzaamheid. Streptomycine is alleen op artsenverklaring verkrijgbaar. - Acute reacties Rash, urticaria, koorts, bronchospasmen. Streptomycine vertoont kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden. Bijwerkingen Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, koorts, braken. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Streptomycine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 586 Sufentanil Merknaam Sufenta® Afleveringsvorm Ampul met 250 microg = 5 ml (50 microg/ml) en 50 microg = 10 ml (5 microg/ml) sufentanil (als citraat) F.T.G. Opioiden Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% in tenminste 2 minuten Epiduraal: onverdund of toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een eindvolume van 10 ml Epiduraal als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: IC I.V. Kinderen: IC-arts Infusie: IC Epiduraal: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Na optrekken in medicatiecassette: 48 uur bij 32°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - atropine, dexamethason, diazepam, etomidaat, fenobarbital, haloperidol, metoclopramide, midazolam, prochloorperazine, propofol Infuus - Onverenigbaar met Bijzonderheden bupivacaine Y-site - lorazepam, fenytoine - Sufentanil wordt voor langdurig epiduraal gebruik in een medicatiecassette toegepast. Sufentanil valt onder de bepalingen van de Opiumwet. - Acute reacties Allergische reacties. Bijwerkingen Ademhalingsdepressie, bradycardie, bronchospasmen, spierrigiditeit, misselijkheid. Na epidurale toediening tevens braken, pruritus, bloeddrukschommelingen, hypothermie, urineretentie, hoofdpijn. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sufentanil' Datum Wijziging 01-10-2006 Bij toedieningsroute Intraveneus met behulp van spuitenpomp verwijderd 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-08-2008 Wijziging merknaam in Sufenta en toevoeging van ampul met 50 microg = 10 ml (5 microg/ml) Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 587 Sugammadex Merknaam Bridion® Afleveringsvorm Injectievloeistof 100 mg/ml, 2 ml en 5 ml flacon. F.T.G. Antidota, werkzaam tegen perifeer werkende spierrelaxantia Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie Bekwaamheidsniveau VPK-arts Houdbaarheid Ongeopende verpakkingen dienen koel bewaard te worden. Na aanprikken in koelkast bewaren en binnen 24 uur gebruiken Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, Ringerlactaat, Ringeroplossing Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Ondansetron, ranitidine, verapamil Acute reacties Milde allergische reactie (huiduitslag) Bijwerkingen Metaalsmaak of bittere smaak Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-10-2009 01-07-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sugammadex' Datum Wijziging 01-07-2012 Afleveringsvorm toegevoegd: 5 ml flacon. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 588 Sulproston Merknaam Nalador® Afleveringsvorm Ampul met 500 microg sulproston poeder voor injectievloeistof F.T.G. Hormonale oxytocica Oplosmiddel NaCl 0,9% Bereiden Los 500 microg sulproston op in 2 ml NaCl 0,9%. De concentratie is 250 microg/ml. Verdun door tot de gewenste concentratie met NaCl 0,9%. Toedieningsroute - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp sulproston Intramuraal-cervicaal: 12,5 microg/ml Extra-amnionaal: 12,5-50 microg/ml Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau Infusie Volwassenen: VPK Overige toedieningen Volwassenen: arts Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 4°C Bij voorkeur direct voor gebruik bereiden. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Bijzonderheden Y-site - kaliumchloride - Sulproston moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Intra-arteriele toediening moet worden voorkomen i.v.m. het optreden van lokale arteriitis met necrose. Intramusculaire toediening wordt sterk ontraden, omdat hierbij ernstige bijwerkingen zijn opgetreden, met incidenteel een fatale cardiopulmonaire insufficiëntie. Bevat polyvinylpyrolidon (povidon, PVP) en trometamol. - - Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, koorts, koude rillingen, hoofdpijn, duizeligheid, sufheid, blozen, pijnlijke hypertone uteruscontracties, nabloedingen, retentio placentae, hypotensie, bradycardie, reversibele nierfunctiestoornissen, myocardischemie. Bij epilepsie-patiënten: convulsies. Zelden: shock, weeënstorm, gynaecologische complicaties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sulproston' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 589 Sulproston, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 2 ampullen (=1000 microg) sulproston op in 50 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 20 microg/ml Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Gebruikelijke pompstanden zijn: 5-10 ml/uur, maximaal 12,5 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: veroorzaakt contractie van de uterus en dilatatie van de cervix Indicatie: cervixdilatatie, abortusinductie, inleiding geboorte bij intrauteriene vruchtdood, postpartale atonische bloeding Contraindicatie: asthma bronchiale, decompensatio cordis, ernstige hypertensie, ernstige nier- en leverfunctiestoornis Bijwerking: pijn, misselijkheid, temperatuurverhoging, pijn op de borst, bronchoconstrictie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sulproston, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 590 Sumatriptan Merknaam Imigran® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 6 mg = 0,5 ml (12 mg/ml) sumatriptan (als succinaat) F.T.G. Migrainemiddelen Toedieningsroute Subcutaan: bij voorkeur in bovenarm of bovenbeen Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, overgevoeligheidsreacties. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Warmtegevoel, drukkend gevoel, opvliegers, duizeligheid, hypotensie, bradycardie, tachycardie, palpitaties, zwakte, vermoeidheid, slaperigheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Sumatriptan' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 591 Suxamethonium Merknaam Succinylcholine Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 2 ml (50 mg/ml) suxamethoniumdichloride F.T.G. Depolariserende spierrelaxantia Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 10-30 seconden Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp suxamethonium Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - kaliumchloride, propofol Infuus - Onverenigbaar met Bijzonderheden amikacine, heparine, isoprenaline, morfine, norepinefrine, pethidine Infuus - barbituraten, fenytoine, furosemide, natriumbicarbonaat, theofylline - Suxamethonium moet onder anaesthesie en beademing worden toegediend. In geval van overdosering en verlengde neuromusculaire blokkade moet de patiënt mechanisch beademd blijven en dient een cholinesteraseremmer (neostigmine), eventueel in combinatie met atropine, als antidotum te worden toegediend. - Bijwerkingen Voorbijgaande intra-oculaire drukverlaging, verlengde apnoe, hypotensie, bronchospasmen, ernstige hartritmestoornissen, maligne hyperthermie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Suxamethonium' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: propofol. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 592 Parenteralia T Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 593 Tacrolimus Merknaam Prograft® Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 1 ml (5 mg/ml) tacrolimus. Concentraat voor oplossing voor infusie F.T.G. Immunosuppressivum Oplosmiddel NaCl 0,9% Toedieningsroute - - Intraveneus als continu infuus: 1 ampul toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De concentratie is dan 0,01 mg/ml = 1 mg per 100 ml Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp Tacrolimus Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau I.V: VPK Houdbaarheid 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Y-site - Aminophylline, amfotericine B, anidulafungin, benzylpenicilline, calciumglubionaat, cefazoline, ceftazidim, ceftriaxon, cefuroxim, cimetidine, ciprofloxacine, clindamycine, co-trimoxazol, dexamethason, digoxine, dobutamine, dopamine, doxycycline, erythromycine, esmolol, fenytoine, fluconazol, folinezuur, furosemide, gentamicine, haloperidol, heparine, hydrocortison, imipenem/cilastatin, insuline, kaliumchloride, lorazepam, methylprednisolon, metoclopramide, metronidazol, morfine, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, piperacilline, propranolol, ranitidine, salbutamol, tobramycine, vancomycine Onverenigbaar met Aciclovir, ganciclovir Bijzonderheden - Tacrolimus bevat ricinus olie en ethanol; is onverenigbaar met PVC plastics (de standaard infuuszakken binnen VUmc zijn PVC-vrij) Intraveneuze toediening mag niet langer dan 7 dagen achtereen plaatsvinden. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met de diagnose of verdenking op congenitaal verlengd QT syndroom. Acute reacties Bij overdosering: tremor, hoofdpijn, misselijkheid, braken, infecties, urticaria, lethargie, lever- en nierfunctiestoornissen. Bijwerkingen Verhoogde vatbaarheid voor infecties, benigne en maligne neoplasmata, diarree, misselijkheid, braken, hypertensie, nierfunctiestoornissen, hyperglykemie, hyperkaliëmie, diabetes mellitus, tremor, hoofdpijn, slapeloosheid. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2007 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 594 01-11-2010 Toedieningsroute: Intraveneus als continu infuus: 1 ampul toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose. De concentratie is dan 0,01 mg/ml = 1 mg per 100 ml. Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp Tacrolimus. Nieuw kopje: Onverenigbaar met (Y-site). Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 595 Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Voeg 0,1 ml = 0,5 mg toe aan 49,9 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 0,01 mg/ml, 50 ml Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Toedienen via spuitenpomp Doseren volgens protocol Gebruikelijke pompstanden zijn: 1,5 tot 12,5 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2010 geen Werking: immuunsuppressivum Indicatie: profylaxe van afstoting van niertransplantaten Bijwerking: diarree, misselijkheid, hypertensie, nierfunctiestoornissen, hyperglycemie, hyperkaliemie Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 596 Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 0,01 mg/ml Beheergegevens pompstand dosering ml/uur mg/24 uur 1,7 0,4 2,5 0,6 3,3 0,8 4,2 1,0 5,0 1,2 5,8 1,4 6,7 1,6 7,5 1,8 8,3 2,0 9,2 2,2 10,0 2,4 10,8 2,6 11,7 2,8 12,5 3,0 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-11-2010 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tacrolimus, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 597 Teicoplanine Merknaam Targocid® Afleveringsvorm Flacon met 200 mg teicoplanine poeder voor injectievloeistof F.T.G. Overige antibacteriële middelen Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 200 mg teicoplanine op in 3 ml oplosmiddel. Rol de flacon zachtjes heen en weer om het poeder op te lossen en schuimvorming te voorkomen. Als toch schuimvorming ontstaat een kwartier wachten tot dit verdwijnt. De concentratie is 66,7 mg/ml. Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 20-50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 20-30 minuten Neonaten en kinderen tot 12 jaar - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met 20-50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 20-30 minuten Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen: 24 uur bij 4°C Na verdunnen in infuusvloeistof: binnen 20-30 minuten toedienen. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Aminoglycosiden, ceftazidim, ciprofloxacine Bijzonderheden - Toepassing is gereserveerd voor meticilline resistente stafylococcen (MRSstammen). Monotherapie kan leiden tot recidieven en soms mislukte behandelingen. Voorzichtigheid is geboden bij overgevoeligheid voor vancomycine (kruisovergevoeligheid). Acute reacties Op de injectieplaats: pijn, flebitis, roodheid en abcesvorming. Bijwerkingen Overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag, erytheem, jeuk, koorts, bronchospasmen, anafylaxie, eosinofilie, leukopenie, trombocytopenie, maagdarmstoornissen, lever- en nierfunctiestoornissen, gehoorverlies, oorsuizen, evenwichtsstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Teicoplanine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 598 Temsirolimus Merknaam Torisel Afleveringsvorm Flacon met 25 mg = 1 ml (25 mg/ml) temsirolimus. Concentraat voor oplossing voor infusie F.T.G. Immunomodulantium Oplosmiddel Een flacon temsirolimus bevat 1,2 ml concentraat dat 30 mg temsirolimus bevat. Aan deze flacon wordt 1,8 ml van het meegeleverde verdunningsmiddel toegevoegd. Er wordt nu een oplossing verkregen met een totaal volume van 3,0 ml; de eindconcentratie van deze oplossing is 10 mg/ml Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau I.V: VPK Houdbaarheid Na verdunnen is het concentraat 24 uur houdbaar bij kamertemperatuur. Na verdere verdunning met NaCl 0,9% is de infusievloeistof 6 uur houdbaar bij kamertemperatuur, mits beschermd tegen licht. Infuusvloeistoffen 250 ml NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Het concentraat dient voor toedienen altijd eerst verdund te worden met het bijgevoegde oplosmiddel, voordat het wordt toegevoegd aan de infusievloeistof NaCl 0,9%. De oplossing is niet verenigbaar met andere geneesmiddelen Bijzonderheden - - Het concentraat bevat ethanol, tocoferol, propyleenglycol en citroenzuur. Het verdunningsmiddel bevat polysorbaat 80, macrogol 400 en ethanol. Zowel het concentraat als het oplosmiddel dienen vrij van deeltjes te zijn voor verdunning. Voor het toedienen dient het bereide infuus visueel geinspecteerd te worden op deeltjes. Temsirolimus dient beschermd te worden tegen overmatig licht. De oplossing van temsirolimus is niet verenigbaar met PVC-houdend materiaal. Voor het toedienen van temsirolimus dient een antihistaminicum intraveneus gegeven te worden. Acute reacties Anafylactische reacties, angio-oedeem Bijwerkingen Verhoogde vatbaarheid voor infecties, diarree, misselijkheid, braken, hypertensie, nierfunctiestoornissen, hyperglykemie, hypokaliëmie, diabetes mellitus, mucositis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2009 01-01-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Temsirolimus' Datum Wijziging 01-01-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - Zowel het concentraat als het oplosmiddel dienen vrij van deeltjes te zijn voor verdunning. Voor het toedienen dient het bereide infuus visueel geïnspecteerd te worden op deeltjes. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 599 Terlipressine Merknaam Glypressin® Afleveringsvorm Flacon met injectievloeistof 8,5 ml = 1 mg terlipressine acetaat. De vloeistof bevat 0,1 mg terlipressine/ml F.T.G. Hormonen van de neurohypofyse en hypothalamus Oplosmiddel Oplosmiddel (bijgeleverd) Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau - Houdbaarheid De flacons dienen in de koelkast bewaard te worden Bijzonderheden - - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in 1 minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen I.V.: IC Spuitenpomp: VPK met extra controles Terlipressine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend 1 mg terlipressine acetaat komt overeen met 0,85 mg terlipressine De pH van de oplossing is ongeveer 3-4 Toediening van Terlipressine is een handeling die op een gewone verpleegafdeling uitvoerbaar is. Bij het begin van de behandeling moet de bloeddruk gedurende 4 uur elk uur gemeten worden. Daarna minimaal 3 dd. Tevens dient men (arts en verpleging) bedacht te zijn op “pijn op de borst” en hier zo nodig naar te vragen. Er dient een ECG gemaakt te worden voor start van de behandeling, 1-3 uur na start van de behandeling en daarna dagelijks Tijdens de behandeling moeten hartslag en vochtbalans gecontroleerd worden Acute reacties Hypertensie, bradycardie, bronchoconstrictie. Bijwerkingen Perifere vasoconstrictie, toename darmmotiliteit, zwakke antidiuretische werking, hoofdpijn Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2002 01-10-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Terlipressine' Datum Wijziging 01-12-2005 Bij Toedieningsroute: zie Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen. 01-12-2006 Toevoeging bij Bekwaamheidsniveau en Bijzonderheden in het geval de Terlipressine op de verpleegafdeling wordt toegediend. 01-04-2007 Wijziging bij Bijzonderheden over het toedienen van Terlipressine op de verpleegafdeling. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-12-2008 Houdbaarheid: 12 uur bij 4°C 01-10-2009 De afleveringsvorm is injectievloeistof 8,5 ml = 1 mg terlipressine acetaat geworden. Hierdoor is Bereiden verwijderd en Houdbaarheid aangepast. 01-10-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - Tijdens de behandeling moeten hartslag en vochtbalans gecontroleerd worden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 600 Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden 6-10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,2-10 ml/uur Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: vasoconstrictief in met name de tractus digestivus en de uterus Indicatie: behandeling van bloedingen in de tractus digestivus, in de eerste plaats oesophagusvarices Contraindicatie: Bijwerkingen: toename darmmobiliteit, hypertensie, bradycardie, bronchoconstrictie, uteruscontractie, hoofdpijn Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2005 01-10-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Terlipressine, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-10-2009 Terlipressine wordt geleverd als injectievloeistof. Het kopje Bereiden is aangepast. De eindconcentratie is 0,1 mg/ml Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 601 Tetanus immunoglobuline Merknaam TetaQuin Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 250 IE = 2 ml (125 IE/ml) Tetanus immunoglobuline (menselijk) F.T.G. Immunoglobulinen Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Na optrekken in spuit: 3 uur bij 4°C Bijzonderheden - - Oplossing in wegwerpspuit bevat glycine. Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling of een kleine hoeveelheid neerslag ontstaan. Voor het klinisch gebruik is dit geen beletsel. Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur brengen. Tetanus immunoglobuline bewerkstelligt passieve immunisatie. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Zelden: koorts, exantheem. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-10-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetanus immunoglobuline' Datum Wijziging 01-03-2002 Tetuman Berna is uit de handel. 01-10-2004 Naamswijziging merknaam. De samenstelling en producteigenschappen zijn niet gewijzigd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 602 Tetanusvaccin Merknaam Anti-Tetanus vaccin, Te Anatoxal Berna® Afleveringsvorm Ampul of wegwerpspuit met minimaal 40 IE = 0,5 ml (minimaal 80 IE/ml) tetanustoxoïde (aan aluminiumfosfaat geadsorbeerd) F.T.G. Vaccins Toedieningsroute Intramusculair: langzaam, diep spuiten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking (niet laten bevriezen). Na oplossen: 3 uur bij 4°C Bijzonderheden - Bevat thiomersal en aluminiumfosfaat. Tijdens de bewaarperiode kan een lichte troebeling ontstaan. Voor het klinisch gebruik is dit geen beletsel. Bij voorkeur voor gebruik de injectievloeistof op kamertemperatuur brengen. Voor gebruik goed schudden. Tetanustoxoïde bewerkstelligt actieve immunisatie. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, exantheem. Bijwerkingen Koorts, malaise. Zelden: overgevoeligheidsreacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetanusvaccin' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 603 Tetracosactide Merknaam Synacthen® Afleveringsvorm Ampul met 250 microg = 1 ml (250 microg/ml) tetracosactide (als hexaacetaat) F.T.G. Hypofysevoorkwabhormonen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 4 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria, pruritus, flush, dyspnoe, anafylactische shock. Bijwerkingen Natrium- en waterretentie, hypertensie, hypokaliëmie, hyperglycemie, psychische veranderingen, ulcus pepticum, hyperpigmentatie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Intramusculair: 250 microg/ml Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 250 microg/ml in 2 minuten Intraveneus als infuus: 250 microg/ml, toegevoegd aan 50-250 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in maximaal 4 uur Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tetracosactide' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 604 Theofylline Merknaam Theofylline Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml) theofylline (als meglumine) F.T.G. Bronchospasmolytica Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: zéér langzaam (de toedieningssnelheid maximaal 20 mg/minuut) Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 20-30 minuten Intraveneus met behulp van volumetrische infuuspomp: toegevoegd aan 500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp theofylline Toedieningscategorie Categorie A en C Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK I.V.: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen Glucose 5%, 10%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, ceftazidim, enalaprilaat, erytromycine, famotidine, filgrastim, fluconazol, foscarnet, granisetron, haloperidol, heparine, labetalol, morfine, netilmicine, pancuronium, piperacilline-tazobactam, propofol, tolazoline, vecuronium Infuus - Onverenigbaar met chlooramfenicol, cimetidine, dexamethason, dopamine, esmolol, fenobarbital, flumazenil, furosemide, hydrocortison, kaliumchloride, lidocaine, meropenem, metoclopramide, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, pentobarbital, prednisolon (ref. 23), ranitidine Y-site - amiodaron, ciprofloxacine, dobutamine, ondansetron Infuus - atracurium, benzylpenicilline, calciumglubionaat, ceftazidim, ceftriaxon, chloorpromazine, clindamycine, epinefrine, heparine, insuline, methadon, morfine, norepinefrine, promethazine, vancomycine, verapamil Bijzonderheden - Intramusculaire toediening is pijnlijk en wordt afgeraden. Theofylline in glucose 5% kan geel verkleuren. Indien een patiënt nog niet eerder een theofylline preparaat heeft gebruikt, kan een oplaaddosis gegeven worden. Acute reacties Tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen en bloeddrukdaling ten gevolge van te snelle intraveneuze toediening. Bijwerkingen Hoofdpijn, prikkelbaarheid, misselijkheid, braken. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 605 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline' Datum Wijziging 01-07-2002 Heparine en aminofylline zijn niet verenigbaar als infuus, wel in de Y-site. 01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-09-2011 Afleveringsvorm gewijzigd: Ampul met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml) theofylline (als meglumine). 01-02-2014 Onverenigbaar met Infuus toegevoegd: heparine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 606 Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 2 ampullen (20 ml = 400 mg) met 30 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 8 mg/ml theofylline Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur en in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Dosering: 6-12 mg/kg/dag Gebruikelijke pompstanden zijn: 3-9 ml/uur Zie doseringsschema theofylline Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: veroorzaakt bronchodilatatie Indicatie: bronchospasmen bij asthma bronchiale, chronische bronchitis, longemfyseem Contraindicatie: acuut hartinfarct Bijwerking: tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen, convulsies, kaliumverlies Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd. 01-09-2011 Bereiden gewijzigd: Meng 2 ampullen (20 ml = 400 mg) met 30 ml NaCl 0,9%. De eindconcentratie is 8 mg/ml theofylline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 607 Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen DOSERINGSSCHEMA, 8 mg/ml theofylline Beheergegevens pompstand dosering ml/uur mg/uur mg/24 uur 3 24 576 4 32 768 5 40 960 6 48 1152 7 56 1344 8 64 1536 9 72 1728 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 608 Theofylline, spuitenpomp voor kinderen Bereiden Voeg 80 mg = 4 ml theofylline toe aan 46 ml glucose 5% De eindconcentratie is 1,6 mg/ml theofylline Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen Glucose, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: neonaten: 0,16 mg/kg/uur kinderen < 1 jr: 0,16-0,72 mg/kg/uur kinderen 1-9 jr: 0,64 mg/kg/uur kinderen > 9 jr: 0,4 mg/kg/uur Zie doseringsschema theofylline Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: veroorzaakt bronchodilatatie Indicatie: bronchospasmen bij asthma bronchiale, chronische bronchitis, longemfyseem Contraindicatie: voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen, decompensatio cordis, ernstige longafwijkingen, acute virale infecties Bijwerking: tachycardie, ventriculaire ritmestoornissen, convulsies, kaliumverlies Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd. 01-09-2011 Bereiden gewijzigd: Voeg 80 mg = 4 ml theofylline toe aan 46 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1,6 mg/ml theofylline. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 609 Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen DOSERINGSSCHEMA KINDEREN (1,6 mg/ml) Rekendosering: 0,8 mg/kg/uur ~ 0,5 ml/kg/uur mg/kg/uur ml/uur 1 kg 2 kg 5 kg 10 kg 20 kg 25 kg 30 kg 50 kg 0,16 0,1 0,2 0,5 1,0 2,0 2,5 3,0 5,0 0,24 0,2 0,3 0,8 1,5 3,0 3,8 4,5 7,5 0,32 0,2 0,4 1,0 2,0 4,0 5,0 6,0 10,0 0,40 0,3 0,5 1,3 2,5 5,0 6,3 7,5 12,5 0,48 0,3 0,6 1,5 3,0 6,0 7,5 9,0 15,0 0,56 0,4 0,7 1,8 3,5 7,0 8,8 10,5 17,5 0,64 0,4 0,8 2,0 4,0 8,0 10,0 12,0 20,0 0,72 0,5 0,9 2,3 4,5 9,0 11,3 13,5 22,5 0,80 0,5 1,0 2,5 5,0 10,0 12,5 15,0 25,0 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2004 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Theofylline, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging 01-08-2004 Per 01-08-2004 is de naam van aminofylline ampullen 500 mg=5 ml veranderd in theofylline 400 mg=5 ml. De samenstelling van het product is ongewijzigd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 610 Thiamine Merknaam Thiamine, Vitamine B1 Afleveringsvorm Ampul met 100 mg = 1 ml (100 mg/ml) thiamine-hydrochloride F.T.G. Vitamines Toedieningsroute - Subcutaan: onverdund Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 50 mg/minuut Intraveneus als infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau S.C./I.M./I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: direct toedienen. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - famotidine Infuus - Onverenigbaar met Bijzonderheden andere wateroplosbare vitaminen, kaliumchloride Infuus - barbituraten, erythromycine, fenytoine, furosemide, ijzerzouten, kanamycine, natriumbicarbonaat, natriumbisulfiet, streptomycine - Thiamine wordt in de apotheek door middel van een combinatiepreparaat aan totaal parenterale voeding toegevoegd. Hoewel intraveneuze toediening door de fabrikant wordt ontraden vanwege de kans op anafylactische reacties is uit onderzoek gebleken dat er geen verschil is in incidentie van deze reacties tussen de verschillende parenterale toedieningswegen. - Acute reacties Zelden: warmtegevoel, jeuk, urticaria, transpireren, angio-oedeem, hypotensie, anafylactische shock. Na herhaalde toediening neemt de kans hierop toe. Bijwerkingen Tromboflebitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiamine' Datum Wijziging 01-06-2005 Toevoeging onder het kopje Bijzonderheden over het intraveneus toedienen van Thiamine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 611 Thiopental Merknaam Nesdonal® Afleveringsvorm Flacon met 500 mg thiopentalnatrium poeder voor injectievloeistof F.T.G. Algemene anaesthetica, barbituraten Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5% Bereiden Los 500 mg thiopental op in 20 ml oplosmiddel. De concentratie is 25 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: G-VPK-arts Infusie: IC Houdbaarheid Bij voorkeur direct voor gebruik bereiden. Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C of 4°C Infuusvloeistoffen Water voor injecties, NaCl 0,9%, glucose 5% Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, 25 mg/ml, langzaam Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp thiopental Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - fentanyl, milrinon, nitroglycerine, ranitidine Infuus - Onverenigbaar met chlooramfenicol, fenobarbital, hydrocortison, kaliumchloride, natriumbicarbonaat, oxytocine, pentobarbital, theofylline Y-site - alfentanil, ascorbinezuur, atracurium, atropine, clindamycine, diltiazem, dobutamine, dopamine, efedrine, epinefrine, fenylefrine, furosemide, isoprenaline, labetalol, lidocaine, lorazepam, midazolam, morfine, nicardipine, norepinefrine, pancuronium, sufentanil, suxamethonium, vecuronium Infuus Bijzonderheden - amikacine, benzylpenicilline, doxapram, insuline, methadon, pethidine, prochloorperazine, promethazine - Thiopental is sterk alkalisch (de pH van de oplossing is 10,5) en mag slechts met enkele geneesmiddelen worden toegediend. Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. Thiopental dient onder bewaking van de ademhaling te worden toegediend. - Acute reacties Overgevoeligheidsreacties. Ten gevolge van te snelle injectie: ademdepressie, apnoe. Bijwerkingen Hoesten, niezen, geeuwen, laryngospasmen, hypotensie, aritmiën, verlengde slaperigheid, koorts, spierpijn, zwakte, tromboflebitis. Ten gevolge van extravasatie: neuritis, weefselnecrose, met name bij een concentratie groter dan 25 mg/ml. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 612 Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiopental' Datum Wijziging 15-08-2005 Flacons van 1000 mg in plaats van 500 mg 15-12-2005 Flacons van 1000 mg weer vervangen door 500 mg 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 613 Thiopental, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 2 flacons (=1000 mg) thiopental op in 40 ml NaCl 0,9% De eindconcentratie is 25 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect/EEG Toegangsweg Centraal Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: werkt snel anaesthetisch en sedatief Indicatie: inleiding bij algehele anaesthesie, sedatie bij IC-patiënten, status epilepticus Contraindicatie: ernstige lever- en nierfunctiestoornis Bijwerking: tromboflebitis, apnoe, hypotensie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 15-12-2005 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thiopental, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging 15-08-2005 Flacons van 1000 mg in plaats van 500 mg 15-12-2005 Flacons van 1000 mg weer vervangen door 500 mg Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 614 Thymocytenglobuline Merknaam Thymoglobuline®, ATG Afleveringsvorm Flacon met 25 mg antihumaan thymocytenglobuline, konijn poeder voor infusievloeistof F.T.G. Sera Oplosmiddel Oplosmiddel (water voor injectie, bijgeleverd) Bereiden Los 25 mg thymocytenglobuline op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 5 mg/ml Trek zoveel flacons op als nodig is in 1 grote spuit. Voeg de inhoud van de spuit in 1x toe aan de infuuszak Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus, toegevoegd aan 100-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in minimaal 4 uur Toedieningscategorie Categorie B en C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen 24 uur bij 4oC Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Bijzonderheden - Thymocytenglobuline mag niet met andere geneesmiddelen, infusieoplossingen of bloed worden toegediend Thymocytenglobuline moet langzaam worden toegediend in een grote vene via een centrale lijn Voor toediening een corticosteroid en een anthistaminicum toedienen Acute reacties Rillingen, koorts, duizeligheid, hypotensie, tachycardie, braken, dyspneu. Pijn op de plaats van infusie en perifere thromboflebitis Bijwerkingen Vertraagde allergische reacties, zoals serumziekte kunnen zich voordoen 7 tot 15 dagen na het instellen van de behandeling. Leukopenie, thrombocytopenie, over-immuunsuppressie Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2004 01-03-2013 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Thymocytenglobuline' Datum Wijziging 01-12-2004 Extra merknaam. De samenstelling en producteigenscahppen zijn niet gewijzigd. 01-02-2007 Bijzonderheden: niet met andere geneesmiddelen, infusieoplossingen of bloed toedienen. 01-03-2013 Bij Bereiden toegevoegd: Trek zoveel flacons op als nodig is in 1 grote spuit. Voeg de inhoud van de spuit in 1x toe aan de infuuszak. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 615 Tigecycline Merknaam Tygacil® Afleveringsvorm Flacon met 50 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor intraveneuze infusie F.T.G. Tetracyclinen Bereiden Los 50 mg tigecycline op in 5,3 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De concentratie is 10 mg/ml Toedieningsroute Intraveneus als infuus, toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De gewenste concentratie is 0,25-1 mg/ml. In 30-60 minuten in laten lopen Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Voor eenmalig gebruik; ongebruikte oplossing weggooien Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - dobutamine, dopamine HCI, natriumchloride, ranitidine HCI, ringer’s lactaat, theofylline, amikacine, gentamycine, haloperidol, morfine, norepinefrine, lidocaine HCI, kaliumchloride, piperacilline/tazobactam (EDTA formulering), propofol, tobramycine, metoclopramide Onverenigbaar met Amfotericine B, amfotericine B lipide complex, diazepam Bijzonderheden - Acute reacties Urticaria, pijn op de injectieplaats Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, dyspepsie, duizeligheid, tromboflebitis, acute pancreatitis, verhoging leverenzymen, stollingsstoornissen, ontsteking op injectieplaats Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2008 01-07-2013 Let op: de oplossing dient geel tot oranje van kleur te zijn; is dit niet het geval, gooi dan de oplossing weg Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tigecycline' Datum Wijziging 01-07-2013 Toedieningsroute: Intraveneus als infuus, toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De gewenste concentratie is 0,25-1 mg/ml. In 30-60 minuten in laten lopen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 616 Tirofiban Merknaam Aggrastat® Afleveringsvorm Flacon met 12,5 mg = 250 ml (0,05 mg/ml) tirofiban (als hydrochloridemonohydraat) F.T.G. Trombocytenaggregatieremmers Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus: onverdund, de toedieningssnelheid is gedurende de eerste 30 minuten 0,4 microg/kg/minuut en vervolgens 0,1 microg/kg/minuut Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met atropine, dobutamine, dopamine, epinefrine, famotidine, heparine, kaliumchloride, lidocaine, midazolam, morfine, nitroglycerine, propranolol Y-site - diazepam Acute reacties Soms acute verlaging van het aantal trombocyten. Bijwerkingen Bloedingen, meestal licht van aard, met name in het gebied rond de a. femoralis waar de catheter wordt ingebracht. Misselijkheid, koorts, hoofdpijn. Tirofiban in combinatie met acetylsalicylzuur en ongefractioneerde heparine gaat vaker gepaard met bloedingen dan acetylsalicylzuur en heparine alleen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-12-2003 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tirofiban' Datum Wijziging 01-12-2003 Inhoud verpakking is veranderd van 50 ml in 250 ml en aanvulling bij verenigbaar en onverenigbaar met. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 617 Tobramycine Merknaam Tobramycine® Afleveringsvorm Ampul met 80 mg = 2 ml (40 mg/ml) tobramycine (als sulfaat) F.T.G. Aminoglycosiden Toedieningsroute Volwassenen - Intramusculair: onverdund Intraveneus als kortlopend infuus: totale dosis toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in 30 minuten Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml) Kinderen - - Intramusculair: onverdund Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 10 mg/ml in 30 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is 40 mg/ml) Intrathecaal: onverdund (2 mg/ml) Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Intrathecaal: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - aciclovir, amiodaron, enalaprilaat, esmolol, fentanyl, filgrastim, fluconazol, granisetron, insuline, labetalol, midazolam, morfine, pethidine, theofylline, zidovudine Infuus - calciumgluconaat, ciprofloxacine, clindamycine, doxapram, furosemide, metronidazol, ranitidine, verapamil Onverenigbaar met cefalosporinen, heparine, magnesiumsulfaat, penicillinen, propofol Bijzonderheden - Tijdstip van toediening nauwkeurig noteren in verband met bloedspiegelbepaling. Bevat natriumpyrosulfiet. Deze stof kan allergische reacties veroorzaken. Tobramycine vertoont kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden. Acute reacties Rash, urticaria, koorts. Bijwerkingen Nefro- en ototoxiciteit, duizeligheid, spierzwakte of onderdrukking van de ademhaling door neuromusculaire blokkade, hoofdpijn, misselijkheid, braken. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-04-2007 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tobramycine' Datum Wijziging 01-04-2007 Bij Toedieningsroute Volwassenen en Kinderen intraveneus: dosis gewijzigd. bij Bijzonderheden: Tijdstip van toediening nauwkeurig vermelden in verband met bloedspiegelbepaling. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 618 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 619 Tocilizumab Merknaam RoActemra® Afleveringsvorm Flacon met 200 mg = 10 ml (20 mg/ml) tocilizumab, concentraat voor infusie F.T.G. Immunomodulantia Bereiden - - Voor toediening: visuele controle op deeltjes of verkleuring. Oplossing moet helder tot bijna doorschijnend, kleurloos tot licht geel en vrij van zichtbare deeltjes zijn Voeg het juiste aantal ml tocilizumab concentraat toe aan 100 ml NaCl 0,9%. Meng voorzichtig door de infuuszak om te keren, om schuimen te voorkomen Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% in 60 minuten Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Bijzonderheden - Acute reacties Anafylaxie; zeer ernstige overgevoeligheidsreacties. Deze reacties kunnen ernstiger zijn en mogelijk fataal verlopen bij patiënten die tijdens eerdere infusies overgevoeligheidsreacties hebben gehad. Als een dergelijke reactie optreeedt, moet toediening direct en permanent gestaakt worden. Bijwerkingen Bovenste luchtweginfecties, cellulitis, pneumonie, orale herpes simplex, herpes zoster, ulceraties in de mond, gastritis, huiduitslag, pruritus, hoofdpijn, duizeligheid, stijging levertransaminasen, hypertensie, leukopenie, neutropenie, hypercholesterolemie, conjunctivitis, diverticulitis, stomatitis, urticaria, stijging totale bilirubine, hypertriglyceridemie, overgevoeligheidsreacties Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-09-2010 01-03-2011 Flacons in de koelkast bewaren bij 4°C Flacon in buitenverpakking houden ter bescherming tegen licht Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tocilizumab' Datum Wijziging 01-03-2011 Acute reacties: Anafylaxie; zeer ernstige overgevoeligheidsreacties. Deze reacties kunnen ernstiger zijn en mogelijk fataal verlopen bij patiënten die tijdens eerdere infusies overgevoeligheidsreacties hebben gehad. Als een dergelijke reactie optreedt, moet toediening direct en permanent gestaakt worden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 620 Totale parenterale voeding Nutriflex Lipid plus Merknaam Nutriflex Lipid plus® Afleveringsvorm Nutriflex Lipid plus infuuszak 2500 ml met 3 compartimenten die gemengd moeten worden voor intraveneuze infusie F.T.G. Parenterale voeding Bereiden - - Verwijder de beschermende omzak. Vouw voor gebruik de zak uit en plaats deze op een stevige ondergrond. Open de lasnaden van de bovenste twee compartimenten door met beide handen druk uit te oefenen. Meng kort de inhoud van de zak. Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd, worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en spoorelementen Toedieningsroute Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2 ml/kg/uur. Toegangsweg Centraal Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na mengen van de componenten 4 dagen bij 4°C plus 48 uur bij 20°C, na aanprikken 24 uur bij 20°C. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met - Geen andere geneesmiddelen toevoegen Bijzonderheden - Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend De maximale dagelijkse dosering bedraagt 40 ml/kg Nutriflex Lipid plus bevat per 2500 ml: 300 g glucose, 4,68 g natriumdiwaterstoffosfaat, 13,16 mg zinkacetaat, 50 g sojaolie, 50 g middellange keten triglyceriden, 96 g aminozuren, 1,95 g natriumhydroxide, 1,0 g natriumchloride, 0,55 g natriumacetaat, 6,87 g kaliumacetaat, 1,72 g magnesiumacetaat -4-water, 1,18 g calciumchloride. Hoeveelheid aminozuren 96 g/2500 ml Totaal stikstof 13,6 g/2500 ml Hoeveelheid koolhydraten 300 g/2500 ml Hoeveelheid vetten 100 g/2500 ml Energie totaal: 2530 kcal/2500 ml - Acute reacties Koorts, blozen, rillingen, ademnood, misselijkheid en braken, overgevoeligheidsreacties Bijwerkingen Hoofdpijn, cyanose, hypertensie, hypotensie, overbelastingsyndroom (hepatomegalie, splenomegalie, vetinfiltratie, leucopenie, trombopenie, stollingsstoornissen) Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-02-2008 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Nutriflex Lipid plus' Datum Wijziging 01-06-2008 Verenigbaar met: multivitamine, spoorelementen Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 621 01-05-2009 Bij Bereiden is een opmerking (2e) toegevoegd. Verenigbaar met: vitaminen, spoorelementen. Bij Bijzonderheden aminozuren 96 g toegevoegd 01-12-2009 Bij Bereiden is 2e opmerking aangepast. Verenigbaar met gewijzigd: geen andere geneesmiddelen toevoegen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 622 Totale parenterale voeding Nutriflex Plus 48/150 Merknaam Nutriflex Plus 48/150® Afleveringsvorm Nutriflex Plus 48/150 infuuszak 2000 ml met 2 compartimenten die gemengd moeten worden voor intraveneuze infusie F.T.G. Parenterale voeding Bereiden - - Verwijder de beschermende omzak. Vouw voor gebruik de zak uit en plaats deze op een stevige ondergrond. Open de lasnaad door met beide handen druk uit te oefenen op een compartiment van de zak. Meng kort de inhoud van de zak. Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd, worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en spoorelementen Toedieningsroute Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2 ml/min. Toegangsweg Centraal Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na mengen van de componenten 6 dagen bij 4°C plus 48 uur bij 20°C, na aanprikken 24 uur bij 20°C. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met - Geen andere geneesmiddelen toevoegen Bijzonderheden - Mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend Nutriflex Plus 48/150 bevat per 2000 ml: 300 g glucose, 96 g aminozuren, 74,4 mmol natrium, 50 mml kalium, 7,2 mmol calcium, 11,4 mmol magnesium, 70,6 mmol chloride, 40 mml fosfaat, 45,8 mmol acetaat. Hoeveelheid aminozuren 96 g/2000 ml Totaal stikstof 13,6 g/2000 ml Hoeveelheid koolhydraten 300 g/2000 ml Energie totaal: 1580 kcal/2000 ml Nutriflex Plus 48/150 is een vetvrije parenterale voeding - - Acute reacties Koorts, blozen, rillingen, ademnood, misselijkheid en braken, overgevoeligheidsreacties Bijwerkingen Acidose door aminozuren en osmotische diurese door de hoge osmolariteit. Bij te snel infunderen kunnen optreden: storingen van de electrolytenhuishouding, hyperglykemie, braken transpireren en flushes. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-05-2009 01-12-2009 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Nutriflex Plus 48/150' Datum Wijziging 01-12-2009 Bij Bereiden is 2e opmerking aangepast. Verenigbaar met gewijzigd: geen andere geneesmiddelen toevoegen. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 623 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 624 Totale parenterale voeding Olimel N9 Merknaam Olimel N9® Afleveringsvorm Infuuszak met drie compartimenten (glucose-oplossing, vetemulsie en aminozuren + elektrolieten) 2000 ml F.T.G. Parenterale voeding Bereiden - - Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd, worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en spoorelementen Indien een zak uit de noodkast wordt gebruikt, kan de zak op de volgende wijze voor toediening gereed worden gemaakt: Verwijder de omzak Rol de zak vanaf de bovenkant met beide handen op zodat de naden die de compartimenten scheiden breken Meng de inhoud door de zak minstens drie keer om te keren Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus in 24 uur. Via centrale lijn. Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na mengen compartimenten 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met - Geen andere geneesmiddelen toevoegen Bijzonderheden - Bevat per 2000 ml 113,9 g aminozuren, 18 g stikstof, 80 g vet en 220 g glucose Bevat per 2000 ml 70 mmol natrium, 60 mmol kalium, 8 mmol magnesium, 7 mmol calcium, 30 mmol fosfaat Bevat per 2000 ml 2140 kcal Indien de patiënt Olimel N9 krijgt zonder vitaminen en spoorelementen kan de intranetsite van de afdeling diëtetiek worden geraadpleegd over de noodzaak tot suppletie. - Acute reacties Anafylactische reacties Bijwerkingen Misselijkheid, hoofdpijn, stijging lichaamstemperatuur, verhoging leverenzymen Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-05-2011 01-09-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding Olimel N9' Datum Wijziging 01-09-2011 Toegevoegd Toedieningsroute: Via centrale lijn. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 625 Totale parenterale voeding SmofKabiven Merknaam SmofKabiven® Afleveringsvorm Infuuszak met drie compartimenten (glucose-oplossing, vetemulsie en aminozuren + elektrolieten) 1970 ml F.T.G. Parenterale voeding Bereiden - Voeg de drie compartimenten samen volgens de bijgeleverde gebruiksaanwijzing en meng tot homogeen Parenterale voedingen die op maandag t/m vrijdag zijn aangevraagd, worden in de apotheek gemengd en gesuppleerd met vitaminen en spoorelementen Toedieningsroute Intraveneus als langlopend infuus in 24 uur. Via centrale lijn Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na mengen compartimenten 24 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met - Geen andere geneesmiddelen toevoegen Bijzonderheden - Bevat per 1970 ml 100 g aminozuren, 16 g stikstof, 75 g vet en 250 g glucose Bevat per 1970 ml 80 mmol natrium, 60 mmol kalium, 10 mmol magnesium, 5 mmol calcium, 25 mmol fosfaat, 0,08 mmol zink Bevat per 1970 ml 2200 kcal Indien de patiënt SmofKabiven krijgt zonder vitaminen en spoorelementen kan de intranetsite van de afdeling diëtetiek worden geraadpleegd over de noodzaak tot suppletie. - Acute reacties Anafylactische reacties Bijwerkingen Misselijkheid, hoofdpijn, stijging lichaamstemperatuur, verhoging leverenzymen Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2012 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Totale parenterale voeding SmofKabiven' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 626 Tranexaminezuur Merknaam Tranexaminezuur Afleveringsvorm Ampul met 500 mg = 5 ml (100 mg/ml) tranexaminezuur F.T.G. Haemostatica Toedieningsroute Volwassenen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 100 mg/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-500 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, de toedieningssnelheid is maximaal 100 mg/minuut Kinderen - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is maximaal 100 mg/minuut Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 10 mg/ml, in 30 minuten Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Acute reacties Ten gevolge van te snelle injectie: duizeligheid, hypotensie. Bijwerkingen Misselijkheid, braken, diarree. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tranexaminezuur' Datum Wijziging 01-03-2002 Toedieningsroute volwassenen: mag intraveneus als kortlopend infuus ook worden toegevoegd aan 50 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 627 Trastuzumab Merknaam Herceptin® Afleveringsvorm Flacon met 150 mg trastuzumab poeder voor injectievloeistof F.T.G. Immunomodulantia Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 150 mg trastuzumab door omzwenken op in 7,2 ml water voor injecties. De concentratie is 21 mg/ml. Tijdens het oplossen dient de flacon niet te worden geschud. Schuimvorming tijdens het oplossen is niet ongewoon. De flacon na oplossen 5 minuten laten staan. Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 250 ml NaCl 0,9%, in 90 minuten. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na oplossen en verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20oC, bij voorkeur binnen 3 uur toedienen Infuusvloeistoffen NaCl 0,9% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Glucose 5% Bijzonderheden - Trastuzumab mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Bevat polysorbaat 20. Acute reacties Koorts, rillingen, angio-oedeem, urticaria, cardiopulmonaire reacties in zeldzame gevallen met fatale afloop. Bijwerkingen Buikpijn, astenie, pijn op de borst, rillingen, koorts, hoofdpijn, pijn, diarree, misselijkheid, braken, artralgie, myalgie, huiduitslag. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-08-2003 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Trastuzumab' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 628 Triamcinolonacetonide Merknaam Kenacort-A® Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) en 40 mg = 1 ml (40 mg/ml) triamcinolonacetonide F.T.G. Glucocorticoïden Toedieningsroute - Intramusculair: onverdund 20-40 mg/ml, diep, langzaam spuiten, bij voorkeur in de M. glutaeus - Intra-articulair: 10-40 mg/ml - Intrasynoviaal: 10-40 mg/ml - Intradermaal: 10 mg/ml - Intralaesionaal: 10 mg/ml Ampul of flacon voor gebruik krachtig schudden. Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Alle toedieningen: arts Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Intraveneuze toepassing is niet toegestaan; toepasbaar voor intramusculaire, -articulaire, -laesionale, -synoviale en bursale injectie. Oplossingen kunnen zonodig voor intra- en sublaesionale toedieningen verdund worden. Triamcinolonacetonide kan, ter vermindering van de pijn bij injectie, ook opgelost worden in lidocaine 0,5-1%. Acute reacties Pijnlijkheid en irritatie op injectieplaats, urticaria, erytheem, angio-oedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Natrium- en vochtretentie, hartfalen, hypertensie, spierzwakte en -atrofie, osteoporose, ulcus pepticum, vertraagde wondgenezing, convulsies, duizeligheid, hoofdpijn, menstruatiestoornissen, psychische stoornissen,gewichtstoename, verhoogde oogboldruk, pijnloze destructie van het gewricht op injectieplaats, kristalsynovitis, plaatselijke subcutane atrofie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Triamcinolonacetonide' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 629 Triptoreline Merknaam Decapeptyl-CR® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 3,75 mg triptoreline (als acetaat, in microcapsules) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Hypothalamushormonen Oplosmiddel Suspendeervloeistof (bijgeleverd) Bereiden Suspendeer 3,75 mg microcapsules met triptoreline in 1 ml suspendeervloeistof. De concentratie is 3,75 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau S.C./I.M. Volwassenen: VPK Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen. Bijzonderheden - Bijwerkingen Pijnlijkheid op injectieplaats, opvliegers, verminderd libido, impotentie, gynaecomastie, testisatrofie, hypertensie, transpireren, atrofie vaginaslijmvlies, doorbraakbloedingen, hoofdpijn, vermoeidheid, slaapstoornissen. Ten gevolge van langdurig gebruik: verminderde botdichtheid. Met name bij kinderen: overgevoeligheidsreacties. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Sucbutaan: onverdund, 0,1-0,5 mg/ml Intramusculair: onverdund, 3,75 mg/ml De microcapsules met triptoreline bewerkstelligen een vertraagde afgifte. De suspendeervloeistof bevat polysorbaat en dextran. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Triptoreline' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 630 Trometamol Merknaam Tris Afleveringsvorm Flacon met 30 mmol = 100 ml (0,3 Molair, 0,3 mmol/ml, 36 mg/ml) trometamol F.T.G. Alkaliserende middelen Toedieningsroute Intraveneus als infuus: onverdund, in tenminste 1 uur. Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 20°C Bijzonderheden - Toediening dient plaats te vinden onder controle van de pH, pCO 2 en electrolytenhuishouding. Trometamol mag niet perifeer worden toegediend. Bijwerkingen Tromboflebitis, ademhalingsdepressie, hypoglycemie, levercelnecrose, hyperkaliëmie. Ten gevolge van te snelle toediening: metabole alkalose. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Trometamol' Datum Wijziging 01-03-2002 Trometamol mag niet perifeer worden toegediend. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 631 Tyfusvaccin Merknaam Typhim Vi® Afleveringsvorm Wegwerpspuit met 25 microg = 0,5 ml (50 microg/ml) tyfusvaccin F.T.G. Vaccins Toedieningsroute Intramusculair: onverdund Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Acute reacties Roodheid en pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Lichte verhoging. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Bevat kapselantigeen van Salmonella typhi. Bevat fenol als conserveermiddel. Vi = virulentie antigeen. Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Tyfusvaccin' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 632 Parenteralia U Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 633 Urokinase Merknaam Urokinase Afleveringsvorm Flacon met 50.000 IE en 500.000 IE urokinase poeder voor injectievloeistof F.T.G. Trombolytica Oplosmiddel Water voor injecties, NaCl 0,9% Bereiden Los 50.000 IE urokinase op in 2 ml oplosmiddel. De concentratie is 25.000 IE/ml. Los 500.000 IE urokinase op in 10 ml oplosmiddel. De concentratie is 50.000 IE/ml. Toedieningsroute - Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp urokinase intraveneus Intra-arterieel met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp urokinase intra-arterieel Intraveneus in injectiepoorten, catheters, e.d.: 5.000-25.000 IE in NaCl 0,9% of glucose 5% Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Intra-arterieel: IC Overige toedieningen: arts Houdbaarheid Direct na bereiden toedienen. Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Infuus - heparine Bijzonderheden - Urokinase moet onder bewaking van de stollingsparameters worden toegediend. Acute reacties Huiduitslag, misselijkheid, bronchospasmen, anafylactische shock. Bijwerkingen Bloedingen op injectieplaats, gastro-intestinale bloedingen, zelden: cerebrale bloedingen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase' Datum Wijziging 01-03-2002 Spuitenpomp voor volwassenen intra-arterieel en intraveneus toegevoegd. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-07-2011 Kopje Verenigbaar met (infuus) toegevoegd. Bij Bijzonderheden verwijderd: Urokinase wordt hoofdzakelijk gebruikt indien er contra-indicaties voor streptokinase zijn. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 634 Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel Bereiden Los 500.000 IE urokinase op in 100 ml NaCl 0,9%. Verdeel de oplossing over 2 spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 5.000 IE/ml, 50 ml. Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur of 24 uur in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: de startdosis is 10 ml(= 50.000 IE)/uur Zie doseringsschema urokinase, intra-arterieel. Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt thrombolytisch. Indicatie: behandeling van ernstige ischemie van de extremiteiten op basis van (progressieve) trombose (ischemie korter bestaand dan twee weken). Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente operatie, recent trauma. Voorzichtigheid is geboden bij aanwezigheid van een catheter. Bijwerkingen: bloedingen op de injectieplaats, gastro-intestinale bloedingen, zelden cerebrale bloedingen. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2002 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel' Datum Wijziging 01-07-2011 Bereiden: Los 500.000 IE urokinase op in 100 ml NaCl 0,9%. Verdeel de oplossing over 2 spuiten van 50 ml. De eindconcentratie is 5.000 IE/ml, 50 ml. Toedienen via spuitenpomp: Gebruikelijke doseringen: de startdosis is 10 ml(= 50.000 IE)/uur. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 635 Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel DOSERINGSSCHEMA, 10.000 IE/ml Beheergegevens ml/uur IE/minuut IE/uur 6 1.000 60.000 12 2.000 120.000 24 4.000 240.000 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2002 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intra-arterieel' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 636 Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus Bereiden Los 500.000 IE urokinase op in 25 ml NaCl 0,9% of glucose 5%. De eindconcentratie is 20.000 IE/ml, 25 ml. Houdbaarheid 12 uur bij kamertemperatuur of 24 uur in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosis: 150.000-250.000 IE in 10-20 minuten. Onderhoudsdosis: 100.000-250.000 IE per uur, na 24 uur zo nodig verhogen. Zie doseringsschema urokinase, intraveneus. Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: werkt thrombolytisch. Indicatie: bij contraindicatie voor streptokinase. Contraindicatie: bloedingsneiging, menstruatie, ulcus < 6 maanden, hypertensie (diastole > 110 mm Hg), intracraniële tumor, sepsis, recente operatie, recent trauma. Voorzichtigheid is geboden bij aanwezigheid van een catheter. Bijwerking: bloedingen op de injectieplaats, gastro-intestinale bloedingen, zelden cerebrale bloedingen. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2002 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 637 Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus DOSERINGSSCHEMA, 20.000 IE/ml Beheergegevens ml/uur IE/uur MIE/24 uur 2,0 40.000 0,96 3,0 60.000 1,44 5,0 100.000 2,4 7,5 150.000 3,6 10,0 200.000 4,8 12,5 250.000 6,0 15,0 300.000 7,2 17,5 350.000 8,4 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-03-2002 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Urokinase, doseringsschema spuitenpomp voor volwassenen, intraveneus' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 638 Parenteralia V Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 639 Valproinezuur Merknaam Orfiril® Afleveringsvorm Ampul met 300 mg = 3 ml (100 mg/ml) natriumvalproaat F.T.G. Anti-epileptica Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, in 3-5 minuten Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% IC-kinderen - Maak een oplossing van 8 mg/ml door 4 ml = 400 mg toe te voegen aan 50 ml NaCl 0,9% Of door 8 ml = 800 mg toe te voegen aan 100 ml NaCl 0,9% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V. Volwassenen: VPK I.V. Kinderen: IC Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose Bijzonderheden - Valproinezuur mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen over één lijn toegediend worden. De pH van de oplossing is ongeveer 7. Bevat 6 mmol natrium per 1000 mg. Bijwerkingen Leverfunctiestoornissen, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, tremor, slaperigheid, stupor en gedragsstoornissen, milde, reversibele beenmergdepressie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-07-2011 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Valproinezuur' Datum Wijziging 01-04-2008 Afleveringsvorm: overgegaan van flacon 400 mg injectiepoeder (Depakine) op ampul injectievloeistof 300 mg = 3 ml (100 mg/ml) (Orfiril) 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding 01-07-2011 Toedieningsroute IC kinderen: Maak een oplossing van 8 mg/ml door 4 ml = 400 mg toe te voegen aan 50 ml NaCl 0,9% of door 8 ml = 800 mg toe te voegen aan 100 ml NaCl 0,9%. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 640 Vaminolact Merknaam Vaminolact® Afleveringsvorm Vaminolact flacon 100 en 500 ml F.T.G. Parenterale voeding Toedieningsroute Intraveneus als continu infuus. De maximale infuussnelheid bedraagt 2 ml/kg/uur. Toegangsweg Centraal Toedieningscategorie Categorie C Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na aanprikken 24 uur bij 20°C Na mengen met aangegeven verenigbare zouten: 12 uur bij 20°C Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Natriumchloride, kaliumchloride, calciumglubionaat, magnesiumsulfaat. Bijzonderheden - - Vaminolact bevat per ml: 6,3 mg alanine, 4,1 mg arginine, 4,1 mg asparaginezuur, 1 mg cysteine, 2,7 mg phenylalanine, 7,1 mg glutaminezuur, 2,1 glycine, 2,1 mg histidine, 3,1 mg isoleucine, 7 mg leucine, 5,6 mg lysine, 1,3 mg methionine, 5,6 mg proline, 3,8 mg serine, 0,3 mg taurine, 3,6 mg threonine, 1,4 mg tryptofaan, 0,5 mg tyrosine, 3,6 mg valine Hoeveelheid aminozuren 65,3 g/l Totaal stikstof 9,3 g/l mag niet tegelijkertijd met andere geneesmiddelen worden toegediend. de oplossing is helder tot lichtgeel gekleurd. Acute reacties Misselijkheid en braken, flush, zweten, tromboflebitis, pijn op de injectieplaats Bijwerkingen Overgevoeligheidsreacties, verhoging leverenzymwaarden Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-06-2008 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vaminolact' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 641 Vancomycine Merknaam Vancomycine Afleveringsvorm Flacon met 500 mg vancomycine (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof Flacon met 1000 mg vancomycine (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof F.T.G. Overige antibiotica Oplosmiddel Water voor injecties. Voor het kortlopende of continue infuus mag ook NaCl 0,9% gebruikt worden (met behulp van transfernaald) Bereiden Los 500 mg vancomycine op in 10 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml Los 1000 mg vancomycine op in 20 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml Toedieningsroute Volwassenen - - Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 100 ml NaCl 0,9% of glucose 5%, in minimaal 60 minuten; de toedieningssnelheid is maximaal 10 mg/minuut, de concentratie is maximaal 5 mg/ml (bij vochtbeperking eventueel 10 mg/ml) Intraveneus als continu infuus: toegevoegd aan NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van maximaal 5 mg/ml Intrathecaal: onverdund (10 mg/ml) Kinderen - - Intraveneus als kortlopend infuus: verdund met NaCl 0,9% of glucose 5% tot een concentratie van 5 mg/ml, in 60 minuten (maximale concentratie bij vochtbeperking is ook 5 mg/ml) (ref. 17) Intrathecaal: verdund met NaCl 0,9% tot een concentratie van 5 mg/ml Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Intrathecaal: arts Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, 10%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - acetylcysteine, aciclovir, amiodaron, ciclosporine, enalaprilaat, erythromycine, esmolol, fentanyl, filgrastim, fluconazol, granisetron, insuline, labetalol, levofloxacine, lorazepam, magnesiumsulfaat, meropenem, midazolam, morfine, mycofenolaatmofetil, natriumbicarbonaat, nicardipine, ondansetron, pancuronium, pethidine, propofol, remifentanil, ringerlactaat, tolazoline, vecuronium, zidovudine Infuus - Onverenigbaar met amikacine, atracurium, calciumgluconaat, cimetidine, hydrocortison, kaliumchloride, ofloxacine, ranitidine, verapamil Y-site - albumine, benzylpenicilline, ceftazidim, ceftriaxon, foscarnet, fytomenadion, heparine, piperacilline, piperacilline-tazobactam, sulfadiazine, tacrolimus Infuus - bivalirudine, barbituraten, chlooramfenicol, dexamethason, fenytoine, natriumbicarbonaat, rocuronium, theofylline Bijzonderheden - Bij voorkeur via een centrale lijn toedienen. Vancomycine is bijzonder irriterend voor weefsels; extravasatie moet worden vermeden. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 642 Acute reacties Urticaria, exantheem. Zelden: anafylactische shock. Bijwerkingen Tromboflebitis, misselijkheid, koude rillingen, koorts. Ten gevolge van te snelle toediening, soms echter ook bij langzaam toegediende therapeutische doseringen, bij combinatie met anaesthetica of bij intraperitoneale toediening: "Red-man" syndroom met erytheem op hoofd, hals, borst en rug, soms met jeuk en hypotensie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vancomycine' Datum Wijziging 01-10-2005 Toevoeging bij oplosmiddel over gebruik NaCl 0,9% 01-05-2010 Bij Toedieningsroute Volwassenen toegevoegd: (bij vochtbeperking eventueel 10 mg/ml). 01-07-2012 Merknaam: vancomycine. Afleveringsvorm toegevoegd: Flacon met 1000 mg vancomycine (als hydrochloride) poeder voor injectievloeistof. Bereiden toegevoegd: Los 1000 mg vancomycine op in 20 ml water voor injecties. De concentratie is 50 mg/ml. 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site toegevoegd: acetylcysteine, levofloxacine, mycofenolaatmofetil, nicardipine, remifentanyl, ringerlactaat. Onverenigbaar met Y-site toegevoegd: tacrolimus. Onverenigbaar met infuus toegevoegd: bivalirudine, rocuronium. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 643 Varicella Zoster immunoglobuline Merknaam Anti-Varicella Zoster immunoglobuline Afleveringsvorm Ampul met 200 IE = 2 ml (100 IE/ml) Varicella Zoster immunoglobuline F.T.G. Immunoglobulinen Toedieningsroute Intramusculair: langzaam en diep spuiten, 4 ml bij volwassenen en kinderen > 20 kg; 2 ml bij kinderen < 20 kg Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - - Bij hemorragische diathese kan overwogen worden het preparaat eventueel subcutaan te geven. Effect is dan echter niet meer gegarandeerd. Bevat glycine en thiomersal. De eiwitconcentratie van de oplossing bedraagt 100-180 mg/ml. Bij voorkeur de injectievloeistof voor gebruik op kamertemperatuur brengen. De toepassing van Varicella Zoster immunoglobuline dient protocollair plaats te vinden. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, urticaria. Bijwerkingen Koorts. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Varicella Zoster immunoglobuline' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 644 Vecuronium Merknaam Norcuron® Afleveringsvorm Flacon met 10 mg vecuroniumbromide poeder voor injectievloeistof F.T.G. Niet-depolariserende spierrelaxantia Oplosmiddel Water voor injecties (bijgeleverd) Bereiden Los 10 mg vecuroniumbromide op in 5 ml oplosmiddel. De concentratie is 2 mg/ml. Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: IC-arts Infusie: IC Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp vecuronium Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - Onverenigbaar met aminofylline, cefazoline, cefuroxim, cimetidine, co-trimoxazol, dobutamine, dopamine, epinefrine, esmolol, fentanyl, fluconazol, gentamicine, heparine, hydrocortison, isoprenaline, labetalol, lorazepam, midazolam, milrinon, morfine, nicardipine, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, propofol, ranitidine, vancomycine Y-site - diazepam, etomidaat, furosemide, natriumbicarbonaat, thiopental Bijzonderheden Vecuronium moet onder bewaking van de ademhaling en adequate sedatie worden toegediend. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Zelden: urticaria, flushing, bronchospasmen, hypotensie, tachycardie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium' Datum Wijziging 01-07-2002 Bij de onverenigbaarheden toegevoegd dat het om de Y-site gaat. 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 645 Vecuronium, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties 5 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) optrekken De eindconcentratie is 4 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur of in de koelkast Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect; pompstand kan per patiënt worden aangepast door de mate van relaxatie te monitoren door middel van relaxografie c.q. myotest Gebruikelijke pompstanden zijn: 0,5 - 3,0 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na toediening Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld i.v.m. intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens mechanische ventilatie op IC Bijwerkingen: overgevoeligheidsreakties, hypotensie Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 646 Vecuronium, spuitenpomp voor kinderen Bereiden < 5 kg: Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties. Voeg 10 mg = 2,5 ml vecuronium toe aan 7,5 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml, 10 ml > 5 kg: Los 10 mg vecuronium op in 2,5 ml water voor injecties. Onverdund toedienen, trek 5 tot 10 ampullen (afhankelijk van de pompstand) op. De eindconcentratie is 4 mg/ml. Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 4°C of 20°C Infuusvloeistoffen Glucose 5%, NaCl 0,9%, NaCl/glucose Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect. Gebruikelijke doseringen: Oplaaddosis: 0,1 mg/kg intraveneus als bolusinjectie Onderhoudsdosis: 0,05-0,3 mg/kg/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - - Beheergegevens Werking: verslapt de dwarsgestreepte spieren binnen enkele seconden na toediening Indicatie: relaxatie van dwarsgestreept spierweefsel bijvoorbeeld i.v.m. intubatie, chirurgische relaxatie tijdens operatieve ingrepen, eventueel tijdens mechanische ventilatie op IC Contraindicatie: voorzichtigheid bij respiratoire insufficiëntie, bij neuromusculaire aandoeningen. Bijwerkingen: overgevoeligheidsreacties, hypotensie, tachycardie, bronchospasmen Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, spuitenpomp voor kinderen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 647 Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN < 5 KG (1 mg/ml) Rekendosering: 0,1 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur mg/kg/uur Beheergegevens ml/uur 1 kg 2 kg 3 kg 4 kg 5 kg 0,05 0,1 0,1 0,2 0,2 0,3 0,1 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,15 0,2 0,3 0,5 0,6 0,8 0,2 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 0,25 0,3 0,5 0,8 1,0 1,3 0,3 0,3 0,6 0,9 1,2 1,5 Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen lichter dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 648 Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG DOSERINGSSCHEMA KINDEREN > 5 KG (4 mg/ml) Rekendosering: 0,4 mg/kg/uur ~ 0,1 ml/kg/uur mg/kg/uur ml/uur 5 kg 10 kg 15 kg 20 kg 25 kg 30 kg 40 kg 50 kg 0,05 0,1 0,1 0,2 0,3 0,3 0,4 0,5 0,6 0,1 0,1 0,3 0,4 0,5 0,6 0,8 1,0 1,3 0,15 0,2 0,4 0,6 0,8 0,9 1,1 1,5 1,9 0,2 0,3 0,5 0,8 1,0 1,3 1,5 2,0 2,5 0,25 0,3 0,6 0,9 1,3 1,6 1,9 2,5 3,1 0,3 0,4 0,8 1,1 1,5 1,9 2,3 3,0 3,8 Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vecuronium, doseringsschema spuitenpomp voor kinderen zwaarder dan 5 KG' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 649 Verapamil Merknaam Isoptin® Afleveringsvorm Ampul met 5 mg = 2 ml (2,5 mg/ml) verapamil-hydrochloride F.T.G. Calcium-antagonisten Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund, de toedieningssnelheid is 5 mg/minuut Intraveneus met behulp van spuitenpomp: zie geneesmiddelprotocol spuitenpomp verapamil Toedieningscategorie Categorie A en D Bekwaamheidsniveau I.V.: arts Infusie: IC Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - ciprofloxacine, famotidine Infuus - Onverenigbaar met amiodaron, atropine, benzylpenicilline, calciumzouten, cefazoline, cefotaxim, chlooramfenicol, cimetidine, clindamycine, dexamethason, diazepam, digoxine, dobutamine, dopamine, epinefrine, erythromycine, fenobarbital, fentolamine, fenytoine, furosemide, gentamycine, heparine, hydrocortison, insuline, isoprenaline, kaliumchloride, lidocaine, magnesiumsulfaat, mannitol, methylprednisolon, metoclopramide, morfine, naloxon, natriumbicarbonaat, nitroglycerine, nitroprusside, norepinefrine, oxytocine, pancuronium, pentobarbital, pethidine, piperacilline, procainamide, propranolol, protamine, tobramycine, tolazoline, vancomycine Y-site - albumine, natriumbicarbonaat Infuus - amfotericine B, co-trimoxazol, flucloxacilline, theofylline Bijzonderheden Verapamil moet onder bewaking van hemodynamische parameters worden toegediend. Acute reacties Zelden: erytheem, jeuk. Bijwerkingen Hypotensie, bradycardie, hartinsufficiëntie, AV-blokkade, zelden: asystolie. Obstipatie, misselijkheid, nervositeit, duizeligheid, moeheid, oedeem aan de enkels. Zelden: hoofdpijn, spierpijn, gynaecomastie (met name ten gevolge van langdurige toediening bij ouderen), hyperprolactinemie, galactorroe. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Verapamil' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 650 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 651 Verapamil, spuitenpomp voor volwassenen Bereiden Meng 10 ampullen (20 ml=50 mg) met 30 ml glucose 5%. De eindconcentratie is 1 mg/ml Houdbaarheid 24 uur bij kamertemperatuur Toedienen via spuitenpomp Doseren op geleide van het effect Oplaaddosis: 5-10 mg, onverdund, toedieningssnelheid is 1 mg/minuut Onderhoudsdosis: komt niet vaak voor, op afspraak arts Pompstanden zijn sterk wisselend; van 10-40 ml/uur Toegangsweg - Eigenschappen geneesmiddel - Beheergegevens Werking: verbetert cardiale perfusie, verlaagt de afterload, negatief inotroop, anti-aritmisch Indicatie: paroxysmale supraventriculaire tachycardie Bijwerking: hypotensie, bradycardie, decompensatio cordis, AVgeleidingsstoornissen, AV-blok, asystolie, obstipatie, hoofdpijn Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Verapamil, spuitenpomp voor volwassenen' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 652 Vitamine B-complex forte Merknaam Vitamine B-complex forte Afleveringsvorm Ampul met 2 ml vitamine B-complex forte F.T.G. Vitaminen Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.M./Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 12 uur bij 20°C, buiten invloed van licht. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Intramusculair: onverdund Intraveneus als infusie: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5% in 30-60 minuten Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Ascorbinezuur, fytomenadion Bijzonderheden - Intraveneuze toediening wordt niet aangeraden, behalve als intramusculaire toediening niet mogelijk is. Bevat per ml: thiamine 25 mg, riboflavine 5 mg, nicotinamide 50 mg, pyridoxine 5 mg, dexpanthenol 5 mg. Acute reacties Overgevoeligheidsreacties ten gevolge van thiamine: warmtegevoel, jeuk, urticaria, transpireren, rusteloosheid, benauwdheid, hypotensie. Zelden: angio-oedeem, anafylactische shock. Bijwerkingen Ten gevolge van intramusculaire toediening: pijnlijkheid en weefselbeschadiging op injectieplaats. Ten gevolge van intraveneuze toediening: tromboflebitis. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitamine B-complex forte' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 653 Vitaminen, multi- (vet oplosbaar) Merknaam Vitintra Infant® Afleveringsvorm Ampul 10 ml met in vet oplosbare multi-vitaminen voor kinderen, infuusconcentraat F.T.G. Vitaminen Toedieningsroute Intraveneus als infuus: toegevoegd aan Intralipid®, maximaal 10 ml per 24 uur Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Infusie: VPK Houdbaarheid Na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C Infuusvloeistoffen Intralipid 10%, 20% Bijzonderheden - Beheergegevens Vitintra® kan worden gebruikt om Soluvit N® op te lossen, waarna de oplossing aan Intralipid® kan worden toegevoegd. Vitintra Infant® bevat per ml: 230 IE (69 microg) retinol, 40 IE (1 microg) ergocalciferol, 20 microg fytomenadion, 0,7 IE (0,64 mg) dl-α-tocoferol. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-03-2002 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (vet oplosbaar)' Datum Wijziging 01-03-2002 Vitintra Adult® is uit het assortiment. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 654 Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar) Merknaam Cernevit® Afleveringsvorm Flacon met in water en in vet oplosbare multi-vitaminen (met uitzondering van vitamine K) voor volwassenen en voor kinderen ouder dan 11 jaar, infuusconcentraat F.T.G. Vitaminen Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los Cernevit® op in 5 ml water voor injecties. Toedieningsroute - Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in water voor injecties of glucose 5%, langzaam in 10 minuten Intraveneus als kortlopend infuus: toegevoegd aan 50-100 ml NaCl 0,9% of glucose 5-50% Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht bewaren en toedienen. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5-50%, Intralipid® 10%, 20% Bijzonderheden - - Beheergegevens Vitaminen zijn een bestanddeel van totaal parenterale voeding (TPV) Cernevit® wordt op gezette tijden in de apotheek aan TPV toegevoegd. Deze tijden zijn: maandag t/m vrijdag van 08.00-13.00 uur. Bij start van TPV in de avonden en weekenden is het bijna nooit nodig om direct vitaminen te geven. Alleen bij kans op het refeedingsyndroom moeten vitaminen direct worden gestart met de TPV (zie intranetsite afdeling dietetiek) Cernevit® bevat per flacon: retinolpalmitaat 3500 IE, colecalciferol 220 IE, dl-α-tocoferol 10,2 mg, ascorbinezuur 125 mg, cocarboxylase-4-water 5,8 mg, riboflavine-natriumfosfaat 5,7 mg, pyridoxine-hydrochloride 5,5 mg, cyanocobalamine 6 microg, foliumzuur 414 microg, dexpanthenol 16,2 mg, biotine 69 microg, nicotinamide 46 mg. Bevat glycocholzuur. Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2002 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)' Datum Wijziging 01-04-2004 Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als kortlopend infuus. 01-02-2008 Toegevoegd aan toedieningsroute: intraveneus als langlopend infuus: 2 ampullen toegevoegd aan 2000 ml structokabiven. 01-05-2009 Toedieningsroute: Intraveneus als langlopend infuus: 2 ampullen toegevoegd aan 2000 ml StructoKabiven, 2500 ml Nutriflex Lipid Plus of 2000 ml Nutriflex Plus 48/150. Bij Bijzonderheden zijn drie opmerkingen (1e, 2e en 3e) toegevoegd. 01-12-2009 Bij Toedieningsroute is Intraveneus als langlopend infuus verwijderd. Bij Bijzonderheden zijn 2e en 3e opmerking aangepast ivm het toevoegen van Cernevit door de apotheek op maandag t/m vrijdag 01-05-2012 Afleveringsvorm: Flacon met in water en in vet oplosbare multi-vitaminen (met uitzondering van vitamine K) voor volwassenen en voor kinderen ouder dan 11 jaar, infuusconcentraat. geprint op 28 januari 2014 pagina 655 Handboek Parenteralia VUmc Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 656 Vitaminen, multi- (water oplosbaar) Merknaam Soluvit N® Afleveringsvorm Flacon 10 ml met in water oplosbare multi-vitaminen, infuusconcentraat F.T.G. Vitaminen Oplosmiddel Water voor injecties, glucose 5-50%, Vitintra®, Intralipid® 10%, 20% Bereiden Los Soluvit N® op in 10 ml oplosmiddel. Toedieningsroute Intraveneus als bolusinjectie: onverdund in water voor injecties of glucose 5%, langzaam Toedieningscategorie Categorie A en B Bekwaamheidsniveau I.V.: VPK Houdbaarheid Onverdund en na verdunnen in infuusvloeistof: 24 uur bij 20°C, buiten invloed van licht bewaren en toedienen. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5-50% Bijzonderheden - - Soluvit N® bevat per flacon: natriumascorbaat 113 mg, foliumzuur 400 microg, nicotinamide 40 mg, thiamine-mononitraat 3,1 mg, riboflavinenatriumfosfaat 4,9 mg, pyridoxine-hydrochloride 4,9 mg, cyanocobalamine 5,0 microg, natriumpantothenaat 16,5 mg en biotine 60 microg. Bevat glycine, natriumedetaat en methylparahydroxybenzoaat. Dosering voor volwassenen 10 ml/dag. Neonaten 1 ml/kg/dag, max 10 ml/dag Acute reacties Zelden: overgevoeligheidsreacties (tengevolge van thiamine). Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-08-2006 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Vitaminen, multi- (water oplosbaar)' Datum Wijziging 01-03-2002 Cernevit® verplaatst naar monografie ‘Vitaminen, multi- (vet en water oplosbaar)’. 01-08-2006 Dosering voor neonaten 1 ml/kg/dag, max 10 ml/dag toegevoegd. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 657 Voriconazol Merknaam VFend® Afleveringsvorm Flacon met 200 mg voriconazol poeder voor infusievloeistof F.T.G. Antimycotica Oplosmiddel Water voor injecties Bereiden Los 200 mg voriconazol op in 19 ml water voor injecties. De concentratie is 10 mg/ml Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infuus: VPK Houdbaarheid 24 uur bij 4°C Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, NaCl/glucose, glucose 5% Intraveneus als infuus: toegevoegd aan 100-500 ml infuusvloeistof tot een concentratie van 2-5 mg/ml, in 1-2 uur. De maximale infuussnelheid is 3 mg/kg/uur Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Bijzonderheden Infuus - natriumbicarbonaat - Voriconazol mag niet met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen over een lijn worden toegediend. Bevat sulfobutylether beta-cyclodextrine (SBECD). Voriconazol mag niet als bolusinjectie worden toegediend. - Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats, overgevoeligheid, blozen, misselijkheid, koorts, transpiratie, verhoogde hartslag, ademnood, tromboflebitis. Bijwerkingen Koorts, hoofdpijn, abdominale pijn, hypotensie, misselijkheid, braken, diarree, trombocytopenie, anemie, leucopenie, pancytopenie, perpura, perifeer oedeem, duizeligheid, hallucinaties, verwardheid, angst, depressie, visusstoornissen. Vanwege aanwezigheid SBECD mag voriconazol i.v. maximaal 6 maanden worden gebruikt. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2003 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Voriconazol' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 658 Parenteralia W Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 659 Warfarine Merknaam Warfarine Afleveringsvorm Ampul met 10 mg = 2 ml (5 mg/ml) warfarine-natrium F.T.G. Anticoagulantia Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M./I.V.: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Infuusvloeistoffen NaCl 0,9%, glucose 5%, NaCl/glucose, Ringerlactaat Bijzonderheden - Intramusculair: onverdund Intraveneus als bolusinjectie: onverdund Warfarine mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Bevat ethanol en propyleenglycol. Warfarine wordt op geleide van de stollingstijden gedoseerd. De werking kan met vitamine K worden geantagoneerd. Warfarine is een niveau 2 product. Acute reacties Zelden: allergische reacties. Bijwerkingen Hemorragie. Zelden: huidnecrose, haaruitval, koorts, maagdarmstoornissen. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 geen Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Warfarine' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 660 Parenteralia Y Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 661 Parenteralia Z Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 662 Zidovudine Merknaam Retrovir® Afleveringsvorm Flacon met 20 ml zidovudine concentraat voor oplossing voor infusie (10 mg/ml) F.T.G. Antiretrovirale middelen Bereiden De aanbevolen dosis is 1 mg/kg of 2 mg/kg iedere 4 uur. De benodigde dosis dient toegevoegd te worden aan glucose 5%. De eindconcentratie dient ongeveer 2 mg/ml tot 4 mg/ml te zijn. Bereken het aantal ml concentraat dat nodig is en voeg dit toe aan een infuuszakje glucose 5% Toedieningsroute Intraveneus: gedurende 1 uur Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infuus: VPK Houdbaarheid De inhoud van de flacon is voor eenmalig gebruik. De bereide infusen zijn 24 uur houdbaar in de koelkast Infuusvloeistoffen Glucose 5% Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Verenigbaar met Y-site - vancomycine Bijzonderheden - De gereconstitueerde oplossing moet helder en vrij van zichtbare deeltjes zijn Bijwerkingen Anemie, neutropenie, leukopenie, hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, braken, afwijkende leverfunctiewaarden Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-01-2012 01-02-2014 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zidovudine' Datum Wijziging 01-02-2014 Verenigbaar met Y-site: vancomycine. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 663 Zoledroninezuur Merknaam Aclasta® Afleveringsvorm Flacon met 5 mg = 100 ml (0,05 mg/ml) zoledroninezuur F.T.G. Calciumregulerende middelen, bisfosfonaten Toedieningsroute - Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infuus: VPK Houdbaarheid Na aanprikken: 24 uur bij 4°C Intraveneus als kortlopend infuus: onverdund, in minimaal 15 minuten Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Calciumbevattende infuusvloeistoffen Bijzonderheden - Zoledroninezuur mag niet tegelijk met andere geneesmiddelen worden toegediend Het gebruik van zoledroninezuur is gecontraindiceerd bij een creatinine klaring < 35 ml/min Voorafgaand aan iedere toediening dient de creatinineklaring te worden bepaald Het wordt aanbevolen om patient voldoende calcium en vitamine D voor te schrijven Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats Bijwerkingen Koorts, myalgie, griepachtige symptomen, artralgie, hoofdpijn, hypocalciemie Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-04-2008 01-05-2012 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zoledroninezuur' Datum Wijziging 01-05-2012 Bijzonderheden toegevoegd: - Het gebruik van zoledroninezuur is gecontraindiceerd bij een creatinine klaring < 35 ml/min. – Voorafgaand aan iedere toediening dient de creatinineklaring te worden bepaald. – Het wordt aanbevolen om patient voldoende calcium en vitamine D voor te schrijven. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 664 Zoutzuur Merknaam HCl, waterstofchloride Afleveringsvorm Flacon met 75 mmol = 500 ml (150 mmol/l, 0,15M) HCl F.T.G. Aanzurende middelen Toedieningsroute Intraveneus als infusie via een centrale lijn: onverdund met een snelheid van maximaal 0,2 mmol/kg/uur (voor een patient van 70 kg is dit dus ongeveer 100 ml/uur) Toedieningscategorie Categorie B Bekwaamheidsniveau Infusie: IC Houdbaarheid Na aanprikken : 24 uur bij kamertemperatuur. Bijzonderheden - Bevat 75 mmol waterstof (H) en 75 mmol chloride (Cl) per 500 ml. Zoutzuur infuus mag niet tegelijk met andere infuusvloeistoffen en geneesmiddelen worden toegediend. Zoutzuur infuus mag niet via een perifere lijn worden toegediend. De bloedgassen en elektrolyten van de patient dienen zorgvuldig gecontroleerd te worden tijdens toediening van zoutzuur infuus. De infusievloeistof is hypotoon. Acute reacties Irritatie, thromboflebitis, weefselnecrose. Bij te snelle infusie: hemolyse Bijwerkingen (respiratoire) acidose Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-12-2003 01-06-2008 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zoutzuur' Datum Wijziging 01-06-2008 Wijziging bekwaamheidsniveau, zie toelichting bij Inleiding Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 665 Zuclopentixol Merknaam Cisordinol®, Cisordinol Depot® Afleveringsvorm Ampul met 200 mg = 1 ml (200 mg/ml) zuclopentixoldecanoaat in olie (Cisordinol Depot®) F.T.G. Antipsychotica Toedieningsroute Intramusculair: diep spuiten Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau I.M. Volwassenen: VPK Houdbaarheid Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking. Bijzonderheden - Zuclopentixol mag niet tegelijk met andere injectievloeistoffen worden toegediend. De Depotinjectie bevat als oplosmiddel plantaardige olie (Viscoleo) Maximale concentraties worden bereikt bij de gewone injectie na 2-6 uur en bij de Depotinjectie na 1 week. Acute reacties Pijnlijkheid op injectieplaats. Bijwerkingen Extrapiramidale effecten, convulsies, verergering van de depressie, sufheid, slaperigheid, orthostatische hypotensie, droge mond, visusstoornissen, obstipatie, urineretentie, opwinding en delirium (met name bij ouderen en kinderen), leverfunctiestoornissen, hyperprolactinemie. Ten gevolge van langdurig gebruik: gynaecomastie. Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 16-06-2001 01-11-2010 Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zuclopentixol' Datum Wijziging 01-12-2007 Bij Afleveringsvorm: Ampul met 10 mg = 1 ml (10 mg/ml) zuclopentixol (als dihydrochloride) is uit de handel. 01-11-2010 Acutard uit het assortiment. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 666 Zwavelhexafluoride Merknaam Sonovue® Afleveringsvorm Flacon met 25 mg poeder en 1 voorgevulde spuit met 5 ml natriumchloride 0,9% F.T.G. Contrastmiddelen Oplosmiddel 5 ml natriumchloride 0,9% in een voorgevulde spuit Bereiden Via het septum van de flacon wordt 5 ml NaCl 0,9% toegevoegd aan de inhoud van de flacon. De flacon wordt vervolgens 20 seconden stevig geschud totdat het lyofilisaat volledig is opgelost. Na reconstitutie bevat 1 ml van de bereide suspensie 8 microliter zwavelhexafluoride in de microluchtbellen. Dit komt overeen met 45 microgram Toedieningsroute Intraveneus als injectie Toedieningscategorie Categorie A Bekwaamheidsniveau Arts Houdbaarheid 6 uur na reconstitutie Bijzonderheden - Beheergegevens Beheerder: Agnes Veldkamp Eerste versie: Laatste wijziging: 01-05-2012 geen De suspensie is na reconstitutie wit, ondoorzichtig en melkachtig. Wanneer dit niet het geval is moet het produkt weggegooid worden Een print van deze monografie is alleen geldig indien de datum vermeld na "Laatste wijziging" gelijk is aan de datum op het intranet. Overzicht wijzigingen bij Monografie 'Zwavelhexafluoride' Datum Wijziging Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 667 Merknaam In de titel van de monografie staat de generieke naam van het geneesmiddel vermeld. Achter het kopje "merknaam" staan de merknaam en eventuele synoniemen van het geneesmiddel. Afleveringsvorm Toedieningsvorm van het geneesmiddel, zoals het in de handel is, dan wel zoals het wordt bereid in de apotheek. Dit kan zijn in oplossing in een ampul, flacon, zak of (wegwerp)spuit dan wel in poedervorm in een flacon of ampul. De totale hoeveelheid en/of de concentratie van het geneesmiddel in de doseervorm worden vermeld. Indien het geneesmiddel in een bepaalde chemische verbinding aanwezig is, wordt dit eveneens vermeld. F.T.G. Farmacotherapeutische groep, waartoe het geneesmiddel behoort. Hierbij is zoveel mogelijk de indeling van het Farmacotherapeutisch Kompas aangehouden. Oplosmiddel Indien het geneesmiddel in poedervorm afgeleverd wordt, dient het preparaat eerst in een bepaald oplosmiddel te worden opgelost. In enkele gevallen wordt het oplosmiddel met het geneesmiddel bijgeleverd; dit wordt dan in de monografie aangegeven met de tekst: "(bijgeleverd)". Bereiden De wijze waarop en de hoeveelheid waarin het geneesmiddel, indien van toepassing, opgelost moet worden. Tevens wordt de eindconcentratie vermeld. Transfernaalden om poeder voor injectie op te lossen, kunnen alleen worden gebruikt indien het oplosmiddel NaCl 0,9%, glucose 5% of NaCl/glucose is. Transfernaalden kunnen alleen worden gebruikt indien de gehele inhoud van de flacon of ampul dient te worden toegediend. Hiertoe dient eerst de transfernaald op het aanprikpunt van het infuus te worden gezet, vervolgens wordt met de andere kant van de naald de flacon met geneesmiddel aangeprikt. Door knijpen en zwenken wordt infuusvloeistof in de flacon gebracht en wordt het poeder opgelost; het opgeloste poeder wordt tenslotte via de naald in de infuusvloeistof gebracht. Toedieningsroute De wijzen waarop het geneesmiddel kan worden toegediend. Indien het geneesmiddel in oplossing verder moet worden verdund, staat dit vermeld bij de betreffende toedieningswijze, waarbij de benodigde infuusvloeistof is aangegeven. De infuusvloeistoffen die de voorkeur hebben, zijn NaCl 0,9%, glucose 5% en de gebruikelijke combinatie NaCl met glucose, aangeduid als NaCl/glucose. Indien er geen hoeveelheden staan genoemd mag elke dosis aan het genoemde volume worden toegevoegd. Indien van toepassing is de duur van toediening van de geneesmiddeloplossing vermeld, zo nodig met een maximale toedieningssnelheid. In het algemeen wordt onder een kortlopend infuus verstaan in 15-30 minuten en onder een langlopend infuus 8-24 uur, tenzij een andere tijd is genoemd. Hierbij is uitgegaan van gebruikelijke doseerhoeveelheden. Als een geneesmiddel als bolusinjectie en als kortlopend infuus mag worden toegediend wordt voor het kortlopende infuus een hoeveelheid infuusvloeistof van 100 ml aanbevolen. Bij vochtbeperking kan het geneesmiddel eventueel aan 50 ml infuusvloeistof worden toegevoegd, maar de onnauwkeurigheid van de toegediende dosis is groter omdat er relatief meer lucht in de zakjes van 50 ml zit en meer residu achterblijft. Voor een aantal geneesmiddelen is een protocol opgenomen voor het bereiden van een oplossing in een spuitenpomp. Voor spuitenpompen mag uit veiligheidsoverwegingen NIET van de vastgestelde concentratie worden afgeweken. Bij de toedieningsroute wordt dan verwezen naar het protocol dat achteraan de monografie is opgenomen. Met uitzondering van de spuitenpompprotocollen, waar de gebruikelijke doseringen zijn vermeld, zijn in de monografieën geen doseringen opgenomen. Toedieningscategorie Aan het geneesmiddel met de daarbij behorende toedieningswijze is een indicatiestelling voor het gebruik van infuus- en spuitenpompen toegekend. Er is uitgegaan van het Handboek "Codering van geneesmiddelen voor parenterale toediening" van het VU Ziekenhuis, opgesteld door de toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU ziekenhuis, vierde uitgave, 1997. Er is een indeling in vier categorieën gemaakt, respectievelijk A, B, C en D. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 668 Categorie A Middelen die met behulp van een injectiespuit rechtstreeks worden toegediend: intraveneus, intramusculair, subcutaan, intra-arterieel, intracardiaal etc. Categorie B Middelen die met een handgestuurd infuussysteem, dus zonder pomp, mogen worden toegediend. Indien de situatie dit vereist (bijv. volumebeperking, heveleffecten) kan het nodig zijn om middelen uit deze groep toe te dienen door middel van een infuus- of spuitenpomp. Categorie C Middelen die met behulp van een volume-gestuurde infuuspomp moeten worden toegediend. Categorie D Middelen die uitsluitend door middel van een spuitenpomp mogen worden toegediend, omdat een continue toedieningssnelheid vereist is. Bij de keuze van parenteralia die onder categorie D vallen heeft met name een korte eliminatiehalfwaardetijd (t 1/2 ) en een smalle therapeutische breedte (verschil tussen therapeutische en toxische spiegel) een rol gespeeld. Een geneesmiddel kan in meerdere toedieningscategorieën ingedeeld zijn, bijvoorbeeld indien aanvankelijk een intraveneuze bolusinjectie als oplaaddosis gegeven wordt (categorie A) en vervolgens een onderhoudsdosering met behulp van een spuitenpomp wordt gegeven (categorie D). Bekwaamheidsniveau Zie het onderwerp “Bekwaamheid van verpleegkundigen voor het parenteraal toedienen van geneesmiddelen” in de inleiding. Houdbaarheid Er wordt in dit Handboek uitgegaan van de microbiologische houdbaarheid, tenzij deze langer is dan de chemische houdbaarheid. De maximale houdbaarheid voor het op de afdeling bereide geneesmiddel wordt in onverdunde en/of verdunde vorm vermeld. Tevens wordt de bewaartemperatuur vermeld. 20°C komt overeen met kamertemperatuur, 4°C met koelkast. Indien er onder "Toedieningscategorie" alleen categorie A staat vermeld, wordt er van uitgegaan dat de injectiespuit direct voor toedienen wordt bereid. Bij het item "Houdbaarheid" wordt dan verwezen naar de houdbaarheid van de flacon of ampul door middel van "Zie vermelde datum en temperatuur op de verpakking". De hieronder gegeven houdbaarheden zijn de maximale houdbaarheden: Multidose flacon, injectieflacon na aanprikken Niet geconserveerd: - 12 uur bij 20°C of 24 uur bij 4°C Geconserveerd: - 24 uur bij 20°C - 1 maand bij 4°C Wanneer het onduidelijk is of een geneesmiddel al dan niet is geconserveerd, kan men contact opnemen met de apotheek. Spuit voor IV-toediening of spuitenpomp - 24 uur bij 20°C Infusievloeistof flacon of zak na aanprikken - 24 uur bij 20°C Insuline Niet aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon: - 4°C, zie verpakking - 1 maand* bij 20°C Aangebroken verpakking van een Novolet, Penfill of insulineflacon: - 1 maand* bij 4°C of 20°C (Penfill pen niet in de koelkast bewaren!) * mits de op de verpakking vermelde houdbaarheid niet wordt overschreden Aangebroken ampullen direct toedienen, niet houdbaar Toediening via vol.infuuspomp Geen tekst Infuusvloeistoffen Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 669 De hier vermelde infuusvloeistoffen kunnen gebruikt worden voor het verdunnen en toedienen van het geneesmiddel. Verenigbaar met Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel gevallen kan het echter noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Y-site op één lijn, of samengevoegd in één compartiment (infuuszak of spuit) toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen fysisch en chemisch verenigbaar zijn. Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in het geval dat er onderzoek gedaan is, heeft men te maken met specifieke omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties, infuusvloeistoffen, toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden kan een combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen. Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te combineren geneesmiddelen, waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen (on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via één compartiment anderzijds (aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus. Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de (on)verenigbaarheid voor toedieningen zowel via Y-site als via één compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat verenigbaarheden via een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden bij toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet zo is. Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één lijn of in één compartiment wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder "Bijzonderheden" (bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening). Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en TPV wordt sterk afgeraden. Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt en het wel wenselijk is deze geneesmiddelen te combineren, wordt aangeraden een ziekenhuisapotheker te raadplegen. Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te controleren of geneesmiddelen of mengsels van geneesmiddelen in één toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist wordt (heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een eventuele ontleding van één of beide geneesmiddelen. Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten beschouwing gelaten. Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Onverenigbaar met Bij voorkeur worden geneesmiddelen niet door één lijn toegediend. In veel gevallen kan het echter noodzakelijk zijn meerdere geneesmiddelen via een Y-site op één lijn, of samengevoegd in één compartiment (infuuszak of spuit) toe te dienen. Van belang hierbij is of de te combineren geneesmiddelen fysisch en chemisch verenigbaar zijn. Over de verenigbaarheden van geneesmiddelen is relatief weinig bekend en in het geval dat er onderzoek gedaan is, heeft men te maken met specifieke omstandigheden (o.a. bepaalde concentraties, infuusvloeistoffen, toedieningssystemen en temperatuur). Onder verschillende omstandigheden kan een combinatie van geneesmiddelen zich anders gedragen. Toch is er geprobeerd een algemene uitspraak te doen over een aantal te combineren geneesmiddelen, waarbij is uitgegaan van de gebruikelijke concentraties voor toedienen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen (on)verenigbaarheden via een Y-site enerzijds (aangeduid als "Y-site") en via één compartiment anderzijds (aangeduid als "Infuus"). Er is geen verschil gemaakt tussen (on)verenigbaarheden in een spuit of een infuus. Indien er geen toedieningssysteem (Y-site of infuus) vermeld wordt, geldt de (on)verenigbaarheid voor toedieningen zowel via Y-site als via één compartiment. Hierbij is redelijkerwijs aangenomen dat verenigbaarheden via een infuus ook gelden voor toediening via Y-site, en dat onverenigbaarheden bij toediening via Y-site ook gelden voor een infuus, terwijl dit omgekeerd niet zo is. Over de stabiliteit van mengsels van meer dan twee geneesmiddelen op één lijn of in één compartiment wordt geen uitspraak gedaan. Uitzonderingen voor verenigbaarheden in één spuit zijn apart vermeld onder "Bijzonderheden" (bijvoorbeeld cefalosporinen met lidocaine bij i.m. toediening). Het toedienen van combinaties van geneesmiddelen met bloedproducten en TPV wordt sterk afgeraden. Indien de beoogde combinatie van geneesmiddelen niet vermeld wordt en het wel wenselijk is deze geneesmiddelen te combineren, wordt aangeraden een ziekenhuisapotheker te raadplegen. Indien twee geneesmiddelen onverenigbaar zijn dient tussen beide toedieningen het infuussysteem te worden gespoeld met een basis infuusoplossing (meestal NaCl 0,9%). Voor een standaard Y-systeem met druppelkamer dient met tenminste 35 ml (=volume van het toedieningssysteem) gespoeld te worden. Het is altijd de verantwoordelijkheid van degene die toedient om te controleren of geneesmiddelen of mengsels van geneesmiddelen in één toedieningslijn of in één compartiment zich gedragen zoals vereist wordt (heldere oplossing, vrij van deeltjes). Dit is echter nog geen garantie voor een eventuele ontleding van één of beide geneesmiddelen. Farmacologische interacties tussen geneesmiddelen zijn hier buiten beschouwing gelaten. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 670 Let op: als een geneesmiddel niet genoemd is bij het kopje: “verenigbaar met” of “onverenigbaar met” dan is niet bekend of de middelen tegelijkertijd gegeven kunnen worden en dan is het tegelijkertijd toedienen van de middelen dus NIET toegestaan (zowel niet via de Y-site als via het infuus) Bijzonderheden Algemene opmerkingen die van belang kunnen zijn bij het bereiden of toedienen van het geneesmiddel. Bijvoorbeeld aanwezigheid van hulpstoffen, hoeveelheid natrium of kalium, pH van de oplossing. Acute reacties De hier vermelde reacties kunnen tijdens of direct na de toediening van het geneesmiddel optreden, en zijn dus voor de verpleegkundige die het geneesmiddel toedient van groot belang. Bijwerkingen Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen tijdens gebruik en ook op langere termijn optreden en zijn relatief onafhankelijk van de toedieningswijze. De belangrijkste bijwerkingen zijn hier vermeld. Toedienen via spuitenpomp Voor het nauwkeurig toedienen van geneesmiddelen worden infusie- of spuitenpompen gebruikt. Voor de toediening van kleine volumina (200 ml/dag of minder, bij volwassenen) wordt vooral gebruik gemaakt van een spuitenpomp (perfusor). Er bestaan verschillende typen pompen voor specifieke toepassingen, zoals bijvoorbeeld voor continu epiduraal of spinaal toedienen van geneesmiddelen. In de pediatrie worden veel spuitenpompen ingezet; bij grotere kinderen komen ook infusiepompen in aanmerking. In het algemeen worden kortwerkende middelen via een perfusor toegediend (dopamine, heparine, insuline). Deze toediening wordt ook gebruikt bij stuurbare middelen zoals propofol, spierrelaxantia, opiaten en middelen die in een bepaalde tijd moeten inlopen, zoals cytostatica en totale parenterale voeding. In het Handboek zijn diverse schema’s opgenomen voor geneesmiddelen die altijd of vaak via een spuitenpomp worden toegediend. Bij neonaten en jonge kinderen worden in het algemeen spuitenpompen toegepast die gebruik maken van spuiten van 10-20 ml. In de spuitenpompprotocollen staat onder het kopje Toegangsweg “centraal” genoemd als het toe te dienen middel alleen via een centrale lijn gegeven mag worden. Als dit niet het geval is staat er een -. Van de in het handboek vastgelegde concentraties voor spuitenpompen mag om veiligheidsredenen NIET worden afgeweken. Toegangsweg Tekst volgt nog Eigenschappen geneesmiddel Tekst volgt nog Beheergegevens Verantwoordelijkheden De apotheek is verantwoordelijk voor de inhoud van de wijzigingen en voor het up-to-date houden van de handboeken op het intranet. De afdeling is ervoor verantwoordelijk dat er uitsluitend met de meest recente versies wordt gewerkt. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 671 ref. 1 Dijkstra HH, Dessing-de Lang MLJ (red.). Repertorium Nederlandse associatie van de farmaceutische industrie Utrecht; 1998-1999 ref. 2 Trissel LA. Handbook on Injectable Drugs 10th Ed. American Society of Hospital Pharmacists; 1998 ref. 3 King JC. Guide to Parenteral Admixtures Pacemarq Inc. St. Louis; 1999 ref. 4 Informatorium Medicamentorum. Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1999 ref. 5 Mc Envoy GK (red.) Drug Information:American Hospital Formulary Service. American Society of Hospital Pharmacists Bethesda; 1997 ref. 6 Kuy A vd (red.) Farmacotherapeutisch Kompas. Centrale Medische Pharmaceutische Commissie van de Ziekenfondsraad Amstelveen, Ed. XIV; 1999 ref. 7 Codering van geneesmiddelen voor parenterale toediening. Toetsingscommissie grensafbakening verpleegkunde-geneeskunde VU Ziekenhuis, vierde uitgave; 1997 ref. 8 Formularium der Nederlandse Apothekers. LNA Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie Den Haag; 1994 ref. 9 Reynolds EF (red.) Martindale The Extra Pharmacopoeia 30e Ed. The Pharmaceutical Press London; 1993 ref. 10 Gelman CR, Rumack BH (red.) DRUGDEX Information System Vol 81 Micromedex Inc. Denver; 1999 ref. 11 Iowa Drug Information Service System CD Rom 1985-1999 ref. 12 Cohen MR. Intraveneus use of haloperidol. Hosp Pharm 1987; 22:306-7 ref. 13 Butler HE, Moody HR. Hyoscine-N-butylbromide by intraveneus infusion. Med J Aust 1987; 147: 315-6 Salomone T. Effects of sympathomimetics isometheptene and anticholinergic hyoscine-n-butylbromide on glucose and insulin respons to oral glucose load. Curr ther research 1985; 37,4: 695-700 ref. 14 Lerhiatbundit S. Stability of quinine dihydrochloride in commonly used intraveneus solutions. J Clin Pharm Ther 1993; 18: 343-5 ref. 15 Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 672 Drug information rounds. Octreotide or vasopressin for bleeding of esophageal varices. Ann Pharmacotherapy 1997; 31: 237-8 ref. 16 Chiu MF, Schwartz ML. Visual compatibility of injectable drugs used in the intensive care unit. Am J HealthSyst Pharm 1997; 54: 64-5 ref. 17 Gura KM. Parenteral drug administration guidelines for the pediatric patient: one hospital's recommendations. Hosp Pharm 1993; 28: 221-3, 227-8, 239-42 ref. 18 Elmore RL e.a. Stability and compatibility of admixtures of intraveneus ciprofloxacin and selected drugs. Clinical Therapeutics 1996 (18); 2: 246-255 ref. 19 Klaus JR, Knodel LC, Kavanagh RE. Administration Guidelines for Parenteral Drug Therapy. Part II: Adult Patients (Review). Journal of Pharmacy Technology 5, July/August 1989; 153 179 ref. 20 Patel PR. Compatibility of meropenem with commonly used injectable drugs. Am J Health-Syst Pharm 1996; 53: 2853-5 ref. 21 Bos JM, van Loenen AC, Dekker GA. Farmacotherapie bij dreigende vroeggeboorte: hoe effectief zijn weeënremmers? Pharm Weekbl 1996 (131); 4: 1272-8 ref. 22 Berlin G, Brodin B, Hilden J, Mårtensson J. Acute dapsone intoxication: a case treated with continuous infusion of methylene blue, forced diuresis and plasma exchange. Clin Toxicol 1985; 22(6), 537-48 ref. 23 Cilissen J, van der Kuy P-HM, Hooymans PM. Fysische en chemische stabiliteit van een mengsel van prethcamide, aminofylline en prednisolon. Ziekenhuisfarmacie 1996 (12); 234-5 ref. 24 Mann HJ et al. Physical and chemical compatibility of drotrecogin alfa (activated) with 34 drugs during simulated Y-site administration. Am J Health-Syst Pharm 2004;61:2664-71 Noortje Swart Indien u opmerkingen en/of vragen heeft over een monografie, kunt u deze e-mailen naar Noortje Swart. Vermeld in de e-mail s.v.p. duidelijk welke monografie het betreft. Agnes Veldkamp Indien u opmerkingen en/of vragen heeft over een monografie, kunt u deze e-mailen naar Agnes Veldkamp. Vermeld in de e-mail s.v.p. duidelijk welke monografie het betreft. Handboek Parenteralia VUmc geprint op 28 januari 2014 pagina 673
© Copyright 2024 ExpyDoc