Letterkennis in groep ½

Letterkennis in groep ½
Om te beginnen dit:
Kleuters “leren” in feite geen letters. In principe kent een kleuter in januari groep 2 8 letters,
zomaar vanzelf. Nu zijn er jammer genoeg kleuters die het niet vanzelf leren om wat voor
reden dan ook. Daarom bieden we bij elk thema 1 of 2 letters op een speelse kleuter-eigen
manier aan. Dus multi-sensorieel: kijken, luisteren en doen.
Kleuters “schrijven” ook geen letters. Ze tekenen letters als motorisch ondersteuning. Dat
tekenen doen ze met zoveel mogelijk verschillende materialen. Dus ook met vingers in het
zand, scheerschuim, verf, met dikke en dunne kwasten, krijtjes, potloden. Ook letters lopen
en/of rijden met de karren is erg effectief, evenals letters kleien. De letters blijven wel
zichtbaar in de klas hangen of liggen en worden vaak herhaald.
Aantal letters:
Over het aantal aan te bieden letters in groep ½ zijn geen uitspraken te doen. Je biedt een
uitdagende leeromgeving aan, dus ook wat betreft beginnende geletterdheid. Met letters
spelen is daar een klein onderdeel van. Kleuters leren zo dat letters een functie hebben in de
communicatie van mensen, doordat je er woorden van maakt om te lezen en te schrijven. In
de uitdagende leeromgeving koppel je per thema 1 of 2 logische letters aan het thema. De
hoeveelheid maakt daarbij niet uit.
Welke letters:
Het is aan te raden letters aan te bieden die zo weinig mogelijk op elkaar lijken wat betreft
klank of beeld. Dus kies bijvoorbeeld 1 letter uit de volgende lettergroepen:
ie – ei
ei-ij
au- ou
b-p-d
ui-eu-u
z-s
v-f
c-x-y-q worden niet aangeboden.
Je kunt je beperken in groep 1-2 door het aanbieden van korte klanken en medeklinkers.
Screening Oudste Kleuters:
Als in januari groep 2 blijkt dat een kleuter o.a. zwak is in letterbenoemen en invented
(inventieve) spelling, ga je echt gericht letters aanbieden in een voorschotbenadering.
Belangrijk is dan om te observeren of de kleuter de letters kan onthouden als ze gericht
worden aangeboden. Als dit namelijk een probleem is, kan dit wijzen op een
automatiseringsprobleem.
Een leerling die zwak is in auditieve synthese en/of analyse, hoeft geen risicoleerling voor
lezen en spellen in groep 3 te zijn. Wel is het zo dat alle zwakke lezers in groep 3 daar
moeite mee hebben.
De combinatie van zwakke letterkennis en zwak fonemisch bewustzijn moet altijd een
waarschuwingssignaal zijn. Vooral als er ook nog sprake is van erfelijkheid en/of een
logopediegeschiedenis.
Terry van de Beek
www.dyadon.nl