Inspraak C.A.J. Vlek bij Statencommissie Bestuur, Financiën en Economie van de Provincie Groningen, 22 jan. 2014 [licht ingekorte en met ‘reactie op eerste termijn’ aangevulde versie, 23 januari 2014] Onderwerp: GS-voordracht ‘Bestuurlijke organisatie in Groningen’, 7 jan. 2014, zaakno. 496811 M. de vz, geachte commissieleden, mijn naam is Charles Vlek. Ik woon in Onnen, gem. Haren, werk in Groningen en wordt betaald door het ABP. De gemeentelijke herindeling van Groningen is een overhaast en ingrijpend bestuurdersproject. Nergens anders in Nederland worden in één klap drie kwart van alle gemeenten opgeheven. Het uitgangspunt lijkt simpel. Deel 580.000 inwoners door het doelgetal van 100.000 en je houdt hooguit zes Groningse gemeenten over. Die zouden dan ‘robuust’ en ‘toekomstbestendig’ zijn. Veel Groningers begrijpen niet waarom herindeling nodig zou zijn, waarom het allemaal zo snel moet, welke fusiescenario’s realistisch zijn en welke veranderingen hieruit zouden voortvloeien. Nog nergens is er een overzichtelijke herindelingskrant of -brochure verschenen waarin deze kwesties helder uit de doeken worden gedaan. Als het gaat over draagvlak is dat een ernstig tekort. Conclusies uit recent onderzoek Effecten van gemeentelijke herindelingen zijn inmiddels goed onderzocht.1 Uit verschillende publicaties blijkt onder meer: - dat na fusie de gemeentelijke bestuurskracht toeneemt, mits goed georganiseerd; - dat gemeentelijke herindeling niet of nauwelijks kostenbesparing oplevert; - dat vergroting van gemeenten leidt tot verzwakking van de lokale democratie; - dat samenwerking via ambtelijke integratie een reëel alternatief is voor herindeling. Herindeling leidt dus tot een spagaat tussen gefuseerde bestuurskracht en lokale democratie. Daarom wil minister Plasterk meer burgerparticipatie en overheidsdeelname in dorpen en wijken. Maar daarvoor hebben we toch al de bestaande gemeenten? Is dus die nieuwe BZK-brochure: “Werken aan burgernabijheid” niet slechts een doekje voor het bloeden? Decentralisatietaken Herindeling wordt vaak gemotiveerd door de hoge kosten en inefficiëntie van het bestaande gemeentebestuur. Sinds najaar 2012 draait het echter vooral om de jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsbemiddeling. Daarbij zijn twee vragen te stellen: 1. Kan dit moeilijke werk niet even goed worden geregeld in verbeterde regionale samenwerkingsverbanden tussen bestaande gemeenten? 2. Kan het provinciebestuur hier niet beter zelf gaan optreden als regisseur en coördinator? Onmogelijk tempo, onmogelijke taakverzwaring Vorig jaar heeft de Provincie de 23 gemeenten zwaar onder druk gezet om vóór 1 december 2013 een ‘richtinggevend’ fusiebesluit te nemen. Daarbij was zelfstandig-blijven op voorhand uitgesloten. De recente ‘voordracht’ van GS (7 jan.) laat zien hoe moeilijk het nog gaat worden. 1 De genoemde onderzoeksconclusies zijn ontleend aan: M. Herweijer & M.J. Fraanje (red., 2011): ‘ Samen werken aan bestuurskracht. Intergemeentelijke samenwerking onderzocht.’ Alphen a/d Rijn. Schaap, Denters e.a. (6 nov. 2012): ‘Nieuw kabinet maakt gemeenten slechter en duurder.’ NRC-Handelsblad (Opinie). M. Allers en B. Geertsema (9 nov. 2012): ‘Kabinet rekent zich rijk met gemeentelijke opschaling’. www.mejudice.nl. M. van Twist, M.S. Schulz e.a. (mei 2013): ‘Lichte evaluatie gemeentelijke herindeling.’ Rapport Ned. School voor Openbaar Bestuur. R. Fraanje en M. Herweijer (2013): ‘Innoveren in samenwerking: een alternatief voor herindeling?’ Tijdschrift Bestuurswetenschappen, № 3, pp. 58-76. De komende tijd moeten gemeenten: (▪) een herindeling voorbereiden, (▪) hun bestuurscultuur veranderen, (▪) drie forse decentralisatietaken inbedden en (▪) ook nog wat werk overnemen van het provinciebestuur. Dat kán toch allemaal niet in het tempo en in de vorm die hierbij door de Provincie worden voorgesteld? Enkele fusievoorstellen nader bekeken - In Noord-Groningen willen 7 gemeenten een fusie verkennen ‘van Lauwerszee tot Dollard tou’ (hemelsbreed 50 km). Dat duurt nog tot in het najaar. Zou hier voldoende bestuurskracht, draagvlak en samenhang kunnen ontstaan? Kan de dienstverlening op peil blijven? - Oost-Groningen worstelt nog over werkbare combinaties. Hier lijkt de A7 te concurreren met de N33. Zou dat nieuwe ‘Westerwolde’ niet veel te klein blijven? Waarom sluit Stadskanaal zich daar niet bij aan? Waar gaat Oldambt uiteindelijk bij horen, en Pekela? - ‘Groot-Groningen’ zou, met 37% van de provinciale bevolking, een bestuurlijk waterhoofd worden. Zo komt de ‘machtige’ stad niét in beter evenwicht met de ommelandse gemeenten. Groningen zocht zelf niét naar fusiepartners. Wat komt hier dan eigenlijk ‘van onderop’, uit het ruim 200-jarige Haren en Ten Boer zelf, onder al die tijdsdruk en zonder veel keuzevrijheid? Het lijkt er dus op dat de bestuurlijke reorganisatie te snel gaat en onvoldoende doortimmerd is. Herindeling leidt misschien tot meer bestuurskracht, maar zeker tot minder democratie. Het verhaal over de noodzaak van herindeling overtuigt niet. Mogelijke fusies zijn onvoldoende uitgelegd en besproken. Op korte termijn klemmen vooral de gevreesde decentralisatietaken. Gezien deze stand van zaken laten zich drie conclusies trekken: 1. Voorlopig kunnen de 23 Groninger gemeenten beter zelfstandig blijven.2 Dan behoud je de lokale democratie die bij een radicale schaalvergroting verloren zou gaan. De komende tijd zijn de lokale besturen sowieso nodig i.v.m. met gaswinning, aardbevingen en economie. 2. Het lijkt verstandig om eerst te bekijken in hoeverre versterkte samenwerkingsverbanden tussen gemeenten kunnen voldoen aan de acht criteria van het provinciebestuur.3 3. Gezien het beperkte inwonertal zou de Provincie ook zelf kunnen gaan optreden als de ‘supergemeente’ die nu wordt voorgesteld als dé oplossing voor lokale bestuurskwalen. Aanvulling: reactie op debat in eerste termijn 1. Zo te horen zitten GS-Groningen tot hun nek in de gemeentelijke herindeling alsook, binnenkort, in de inbedding van drie decentralisatietaken. Dit is een ongelukkige samenloop van verplichtingen. Waarom niet eerst rijkstaken decentraliseren en daarna bestuurlijk reorganiseren? 2. Democratisch dilemma: voor overheveling van taken naar gemeenten “dicht bij de burger” is opschaling nodig naar fusiegemeenten waarin de afstand burger-bestuurder juist wordt vergroot. 3. Herhaalde, nog onbeantwoorde vraag: Waarom zou de Provincie niet zelf – vooralsnog – de inbedding van de drie decentralisatietaken op zich nemen? 4. Ter compensatie van fusies moeten ‘kleinschaligheid’ en ‘burgernabijheid’ worden georganiseerd. Dat kan niet zonder geld en enige organisatie. Een nieuwe, lokale bestuurslaag ligt dan om de hoek. 5. Meer empathie ‘van bovenaf’, betere publieksvoorlichting en meningspeilingen zijn vooralsnog onmisbaar. Dat kan o.m. via herindelingskranten, plaatselijke focusgroepen en keuze-enquêtes. [Onnen/Groningen, [email protected]] 2 Dit zou overigens ook de bestuurlijke werkgelegenheid in de provincie zeer ten goede komen. Draagvlak, samenhang, bestuurskracht, regionaal evenwicht, duurzaamheid, schaalniveau, gebiedsopgaven en het ‘nodale principe’. 3
© Copyright 2025 ExpyDoc