Schoolplan 2011-2015

Schoolplan 2011-2015
School Lyndensteyn Adres: Brinnummer: Algemeen nummer: Faxnummer: Website: E‐mail: Directeur: Bevoegd gezag: Datum vaststelling : Hoofdstraat 1, 9244CL Beetsterzwaag 00LD 0512‐389800 0512‐383783 www.schoollyndensteyn.nl [email protected] Dhr. B. Zeinstra Stichting School Lyndensteyn Inhoud 0. Inleiding .............................................................................................................. 4 0.1 Doelen en procedures van het schoolplan .......................................................... 4 0.2 Uitgangssituatie van de school . .......................................................................... 7 0.3 Strategisch beleid .............................................................................................. 9 1. Algemene uitgangspunten . .................................................................................. 10 1.1 Missie / visie .................................................................................................... 1 0 1.2 Levensbeschouwelijke identiteit ....................................................................... 1 1 1.3 Kader Goed Onderwijs ...................................................................................... 1 2 2. Onderwijs en Leren . ............................................................................................ 14 Domein A: Opbrengsten ............................................................................................ 1 4 2.1 Opbrengsten .................................................................................................................... 14 Domein B: Zorg en Begeleiding . ................................................................................. 1 5 2.2 Ontwikkelingsperspectief.............................................................................................. 15 Domein C: Onderwijsleerproces ................................................................................ 1 7 2.3 Leerstofaanbod ............................................................................................................... 17 2.4 Leertijd ............................................................................................................................. 21 2.5 Schoolklimaat .................................................................................................................. 22 2.6 Didactisch handelen ....................................................................................................... 23 2.7 Afstemming ..................................................................................................................... 24 Domein D: Kwaliteitszorg .......................................................................................... 2 6 2.8 Systeem van kwaliteitszorg .......................................................................................... 26 3. Beleid en organisatie .......................................................................................... 29 3.1 Integraal personeelsbeleid . ............................................................................... 2 9 3.2 Professionalisering ........................................................................................... 2 9 3.3 Interne communicatie . ...................................................................................... 3 0 3.4 Externe contacten ............................................................................................ 3 1 3.5 Contacten met ouders ...................................................................................... 3 2 3.6 De schoolleiding ............................................................................................... 3 3 3.7 Inzet van middelen ........................................................................................... 3 4 3.8 Schooladministratie & procedures .................................................................... 3 4 3.9 Veiligheidsbeleid .............................................................................................. 3 4 4. Bovenschoolse netwerken . .................................................................................. 36 4.1 commissie van indicatiestelling . ........................................................................ 3 6 4.2 coördinatie ambulante begeleiding ................................................................... 3 6 4.3 begeleiding van ouders ..................................................................................... 3 7 4.4 optionele REC‐taken ......................................................................................... 3 7 5. Analyse / Vervolg schoolontwikkeling . ................................................................. 38 Kwaliteitsprofiel School Lyndensteyn mei 2012 ......................................................... 3 8 5.1 Overzicht verbeterdoelen / actiepunten . ........................................................... 3 9 5.2 Schoolontwikkelingsplan . .................................................................................. 4 3 6. Financieel beleid ................................................................................................ 49 6.1 Overzicht Inkomsten ......................................................................................... 4 9 6.2 Sponsoring ....................................................................................................... 4 9 6.3 Begrotingen (verwijzingen) ............................................................................... 5 0 7. Bijlagen ............................................................................................................. 51 7.1 Formulier vaststelling van schoolplan ............................................................... 5 1 7.2 Formulier instemming met schoolplan .............................................................. 5 2 Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 3 van 52 0.
INLEIDING 0.1
DOELEN EN PROCEDURES VAN HET SCHOOLPLAN DOELEN EN FUNCTIE VAN HET SCHOOLPLAN Dit schoolplan is het beleidsdocument van onze school. In dit schoolplan formuleren we onze doel‐
stellingen en prioriteiten voor de komende periode. Dit schoolplan geeft houvast bij initiatieven in de school die erop gericht zijn om de kwaliteit van het onderwijs te handhaven en verbeteren. Het schoolplan heeft dus vooral de functie van beleidsdocu‐
ment. Het schoolplan wordt in principe vastgesteld voor een periode van 4 jaar. In overleg met het bevoegd gezag, de MR en de inspectie van het onderwijs heeft de school besloten het vastgestelde schoolplan van 2011 te vervangen voor een nieuw schoolplan voor de periode van 2012‐2015. Ach‐
terliggende overwegingen daarbij zijn geweest: in 2011 is een schoolplan geschreven en vastgesteld door een interim‐directie. Naar de mening van de nieuwe directie voldeed dit document niet aan bovengenoemde functionaliteit. Ook de inspectie van het onderwijs maakte kritische kanttekeningen over de functionaliteit van het plan tijdens haar kwaliteitsonderzoek in 2011. Wij stellen het beleid voor de periode 2012‐2015 vast met betrekking tot:  onderwijskundig beleid;  personeelsbeleid;  beleid m.b.t. bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs (kwaliteitszorg);  overige beleidsterreinen (algemeen strategisch, financieel, materieel en relationeel). Wij gebruiken dit schoolplan voor planmatige schoolontwikkeling. Wij brengen een dialoog op gang over het kwaliteit van het onderwijs en het onderwijsbeleid van de school. Wij voeren deze dialoog met teamleden, directie, ouders en bestuur. Tenslotte is het schoolplan ook bedoeld als verantwoording aan het bevoegd gezag en de overheid: het schoolplan wordt in ontvangst genomen door de inspectie en bij schoolbezoek getoetst aan de werkelijke situatie. GEBRUIKTE DIAGNOSE‐INSTRUMENTEN T.B.V. STERK/ZWAK‐ANALYSE Bij het opstellen van de verbeterdoelen in de schoolontwikkeling voor de komende 3 jaar is gebruik gemaakt van de volgende diagnose‐instrumenten:  Interne kwaliteitsmetingen - Quickscan (WMK): een brede zelfevaluatie van alle beleidsterreinen; - Diagnoses (WMK): cyclische en gedetailleerde zelfevaluatie van een aantal domeinen; - Vragenlijst ouders: vragenlijst met vragen over relevante beleidsterreinen.  Externe kwaliteitsmeting - Inspectieonderzoeken. De uitgebreide resultaten van de verschillende metingen en de daaruit volgende analyse kunt u terug vinden in het kwaliteitshandboek van de school. Verder wordt de uitslag van de metingen periodiek vastgelegd in het kwaliteitsprofiel (hoofdstuk 5.1) als basis voor verdere planning. DE TOTSTANDKOMING EN STATUS VAN ONS SCHOOLPLAN Dit schoolplan is opgesteld door de directeur en de schoolontwikkelaar van de school. Het doel van dit schoolplan is de actuele situatie van de school in beeld te brengen, en een goede aansluiting te maken bij het verbeterplan (december 2011 ‐ juli 2012). Teamleiders en teamleden hebben gegevens aangeleverd, en meegedacht over de invulling van de verschillende hoofdstukken. In dit schoolplan maken we een koppeling tussen de beleidsterreinen en de kwaliteitscyclus, we be‐
spreken de ontwikkelingen met alle betrokken geledingen op school. Nog niet alle beschreven on‐
derdelen en afgenomen vragenlijsten zijn besproken in het team. We realiseren ons dat de huidige situatie van dit schoolplan nog niet de status heeft van ‘doordacht en gedragen door het team’. Dit is Pagina 4 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 het doel en de gewenste situatie voor de komende jaren. Onderdelen die nog besproken moeten worden zijn: leerlingenzorg, de analyse en bespreekpunten vanuit de vragenlijsten en de ouderen‐
quête. School Lyndensteyn brengt in het najaar van 2012, op schoolniveau, haar sterkte en zwakte opnieuw in beeld (SWOT). De resultaten hiervan gebruiken we voor ons beleid. Op schoolniveau vormen de kwaliteitspeilingen, die volgens de vastgestelde cyclus worden uitge‐
voerd, de basis voor een actueel kwaliteitsprofiel van de school. De uitkomsten van de verschillende (zelf‐)evaluaties en externe onderzoeken zijn vertaald in actie‐
punten. Naast deze actiepunten vormen de bovenschoolse strategische beleidskeuzes, de opbreng‐
sten van de vorige schoolplanperiode, het jaarverslag, maar ook de keuzes van het onderwijskundig management, de basis voor een analyse op schoolniveau. Op basis van deze analyse worden de beleidskeuzes en verbeterdoelen voor de komende 3 jaar per domein vastgelegd en vertaald naar een realistische planning in het zgn. schoolontwikkelingsplan (hoofdstuk 5.3). AMBITIENIVEAU Bij de beoordeling van de uitgangspunten zoals vastgelegd in de kwaliteitskaart, streeft de school minimaal naar een ‘ruim voldoende’‐beoordeling door de respondenten. Dit betekent in de gemid‐
delde kwaliteitspeilingen een score tussen 3,00 en 3,50. Scores van interne peilingen die onder de 3,00 liggen, leiden veelal tot verbeterdoelen. Met de uitkomsten van vragenlijsten stellen wij onze ambitie naar boven bij. Onvoldoende scores van externe peilingen (inspectie) leiden altijd tot verbeterdoelen. OPSTELLEN VAN HET JAARPLAN Nadat het schoolplan is vastgesteld wordt het eerste jaarplan opgesteld. Binnen het jaarplan wordt het volgende onderscheid gemaakt:  trajecten gericht op ‘visiebepaling’;  trajecten gericht op ‘praktijkervaring’;  trajecten gericht op ‘implementatie’;  trajecten gericht op ‘borging’. Voor elk traject worden de doelen geformuleerd (SMART) en tevens wordt vastgelegd, welke concre‐
te opbrengst(en) er aan het eind van het traject gerealiseerd dienen te zijn. Vervolgens worden be‐
langhebbenden geïnformeerd. De directie verdeelt, in overleg met de intern begeleiders, de trajecten over het schooljaar, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de ‘reguliere werkzaamheden’ van de betrokken teamleden, ter voorkoming van een te grote ‘piekbelasting’. Piekbelasting kan zich voordoen in de periodes van de leerlingzorgcyclus waarin toetsen worden afgenomen, analyses worden gemaakt, rapportages worden ingevuld en met ouders de rapportages en voortgang worden besproken. Tevens wordt door de directie bepaald, in overleg met de intern begeleider, in hoeverre er externe deskundigen worden ingeschakeld bij de uitvoering van de trajecten. UITVOERING VAN HET JAARPLAN De trajecten worden uitgevoerd volgens een van te voren vastgesteld stappenplan, met daaraan gekoppeld een duidelijk tijdpad. Vervolgens wordt vastgelegd, wie er verantwoordelijk is voor de coördinatie en de uitvoering. Bij de uitvoering maken we een duidelijk onderscheid tussen de rol van de teamleider, schoolontwikkelaar, directeur en de intern begeleider. De rol van de teamleider en directeur zijn vooral gericht op de borging. De rol van de intern begelei‐
der is vooral gericht op de leerlingenzorg en op de ondersteuning bij de trajecten gericht op visiebe‐
paling, praktijkervaring en invoering (samen, en in overleg met de schoolontwikkelaar en teamlei‐
der). De schoolontwikkelaar draagt de zorg voor de uitvoering van de planmatige schoolontwikkeling, binnen de kaders van het inspectiekader. De directeur verzorgt de algehele coördinatie. Gedurende het traject wordt de voortgang van de uit te voeren activiteiten en stappen vastgelegd in het conceptjaarverslag, zodat de voortgang van het traject voor alle belanghebbenden zichtbaar is. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 5 van 52 Op basis van deze verslaggeving wordt aan het eind van het traject het eindverslag opgesteld, met eventueel aanbevelingen t.b.v. het vervolgtraject. JAARVERSLAG PER SCHOOLJAAR Het eindverslag van elk traject wordt opgenomen in het jaarverslag. Op basis van het schoolontwik‐
kelingsplan (planning voor 4 jaar) en het jaarverslag wordt het jaarplan voor het volgende schooljaar opgesteld. Nadat het team is geïnformeerd, ligt het ter inzage op school. VASTLEGGEN EN VASTSTELLEN HERNIEUWDE SITUATIE Indien de resultaten van de verbetertrajecten gevolgen heeft voor het beleid tot dusver, kan de ‘hui‐
dige situatie’ o.a. worden geactualiseerd in het document: “Schoolplan 2011‐2015, actuele versie”. De hernieuwde huidige situatie blijft hiermee, volgens het cyclisch proces van kwaliteitszorg, altijd actueel. Bij het formuleren van het nieuwe schoolplan in 2015 zijn de beschikbare gegevens daarmee up‐to‐date. Overigens blijft het vastgestelde document Schoolplan 2011‐2015, zoals vastgesteld door bevoegd gezag, formeel het leidende document. Daarnaast worden relevante veranderingen o.a. vastgelegd in de volgende beleidsdocumenten:  De map Kader Goed Onderwijs (start in december 2011)  Kwaliteitshandboek (start in december 2011)  Map Leerlingenzorg (start in december 2011)  Instructiemappen per vakgebied (start schooljaar 2012‐2013) EVALUATIE SCHOOLPLAN In het schooljaar 2014‐2015 zal het volledige schoolplan worden geëvalueerd en geanalyseerd vol‐
gens bovenstaande systematiek. Daarbij zullen alle geledingen ‐ dus ook de ouders ‐ worden betrok‐
ken. VERWIJZINGEN NAAR AANVULLENDE INFORMATIE In dit schoolplan zal worden verwezen naar bestaande beleidsdocumenten, procedures, afspraken en andere bronnen. Het gaat daarbij om de volgende documenten:  Map Kader Goed Onderwijs: verantwoording van het onderwijskundig beleid van de school.  Kwaliteitshandboek: actuele gegevens kwaliteitspeilingen en schoolontwikkeling.  Map Leerlingenzorg: verantwoording van beleid op het gebied van leerlingenzorg.  Strategisch beleidsplan 2008‐2011 School Lyndensteyn  Schoolplan 2011‐2015 Pagina 6 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 0.2
UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL LEERLINGENPOPULATIE (UITGANGSSITUATIE) School Lyndensteyn is een (V)SO Mytyl/Tyltyl school, en verzorgt onderwijs aan de volgende doel‐
groepen:  leerlingen met een lichamelijke handicap;  leerlingen met een meervoudige handicap;  leerlingen met een langdurige ziekte;  leerlingen met epilepsie;  andere leerlingen met een indicatie die een plaatsing op School Lyndensteyn mogelijk maakt. Het onderwijs is mogelijk aan leerlingen in de leeftijd van vier tot twintig jaar. In individuele gevallen kan leertijdverlenging aangevraagd worden na het twintigste levensjaar op grond van artikel 39, lid 4 van de Wet op de Expertisecentra. Het onderwijs onderscheidt zich van andere onderwijsvormen door de specifiek op de doelgroep gerichte expertise en de wijze waarop vorm en inhoud worden bepaald van het onderwijs en de on‐
derwijsdoelen. In voorwaardenscheppende zin levert Revalidatie Friesland specifieke revalidatiege‐
neeskundige expertise en zorgt er samen met de school voor dat de revalidatiegeneeskundige be‐
handeling een meerwaarde heeft voor het onderwijs aan de individuele leerling. Iedere leerling heeft vanaf het schooljaar 2011 ‐ 2012 een handelingsplan (onderwijs). Daarnaast zijn er ook leerlingen met een behandelplan (revalidatie). De handelingsplannen en behandelplannen zijn nog niet opti‐
maal op elkaar afgestemd. Daarnaast zorgt de school voor veel individuele aandacht in de klas. Dit om door voldoende gespecialiseerde gekwalificeerde klassenbemensing onderwijs en zorg op maat te kunnen bieden met een overwegend orthopedagogische en orthodidactische benaderingswijze. GEGEVENS VAN LERAREN EN DIRECTIE (UITGANGSSITUATIE)
Aanvankelijk was School Lyndensteyn onderdeel van Revalidatie Friesland. Er is een scheiding door‐
gevoerd in 2006 waardoor School Lyndensteyn een eigen bevoegd gezag kreeg. Stichting School Lyn‐
densteyn is opgericht in 2006, en kent één school. De school kent een Raad van Beheer. Deze Raad wordt gevormd door drie algemene, toezichthou‐
dende, bestuurders en twee dagelijkse bestuurders. Tot oktober 2011 was één lid van het dagelijks bestuur schoolleider. Vanaf oktober 2011 bestaat de Raad van Beheer uit: dhr. C. Joosen dhr. M.F. Koopmans dhr. J. Schagen mw. L. Jacobi mw. Fuhler ‐ voorzitter; ‐ toezichthoudend bestuurder; ‐ toezichthoudend bestuurder; ‐ toezichthoudend bestuurder; ‐ toezichthoudend bestuurder. School Lyndensteyn kent verder: dhr. G. Diever dhr. B. Zeinstra mw. J. Nieuwhuis dhr. M. Havinga dhr. T. Fabriek ‐ bovenschools bestuurder; ‐ directeur a.i.; ‐ teamleider AB; ‐ teamleider SO a.i.; ‐ Teamleider VSO a.i. Het onderwijs op School Lyndensteyn wordt verzorgd door leraren basisonderwijs en leraren voort‐
gezet onderwijs. Zij beschikken allen over de vereiste opleiding en een aanvullende opleiding Speciaal Onderwijs dan wel een vergelijkbare opleiding. De leraren zijn ingezet als groepsleerkracht, vakleerkracht, als on‐
derwijskundig specialist en/of als klassenmentor op de school. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 7 van 52 De klassenmentoren zijn de spil in de zorg voor onze onderwijskwaliteit en zij worden daarbij onder‐
steund door:  intern begeleiders;  ambulante begeleiding;  schoolontwikkelaar;  vakleraren;  assistenten die zich bekwaamd hebben in de zorgvraagstukken rond de leerlingen;  leraren die zich bekwaamd hebben in een specifiek specialisme waaronder taalontwikkeling, re‐
kenontwikkeling, remedial teaching, stagebegeleiding en arbeidstoeleiding, nazorg, dyslexie, au‐
tisme en ambulante begeleiding;  gedragsdeskundigen;  maatschappelijk werkster;  externe deskundigen;  systeembeheerder;  ICT‐beleidsmedewerker;  medewerkers technisch onderhoud van de gebouwen en inventaris;  medewerkers financiële zaken;  medewerkers leerlingadministratie;  medewerkers personeelszaken. School Lyndensteyn 2011‐2012 afdeling SO VSO functie LEID OP OOP LEID OP OOP FTE 1,00 14,45 16,51 1,00 14,75 13,75 afdeling
ALG
AB functie
LEID
OP
OOP
LEID
OP
OOP
FTE
1,00
2,08
6,50
0,8
11,1
1,1
Totaal aantal werknemers in dienst: 115 (SO,VSO en AB) 22 personen werken op 2 afdelingen. 4 personen werken op 3 afdelingen. SITUERING VAN DE SCHOOL (UITGANGSSITUATIE) School Lyndensteyn ligt in de bosrijke omgeving van Beetsterzwaag, er is een snelle verbinding met de A7. Direct ernaast, en met een gang verbonden, ligt het gebouw van Revalidatie Friesland. Revali‐
datie Friesland biedt door de expertise in kinderrevalidatie een expliciete aanvullende meerwaarde voor ons onderwijs en de ambulante begeleiding. School Lyndensteyn werkt nauw samen met de afdeling kinderrevalidatie van Revalidatie Friesland. Uitgangspunt daarbij is dat onderwijs en revali‐
datie op elkaar afgestemd worden. Daarbij hebben School Lyndensteyn en Revalidatie Friesland ieder een eigen verantwoordelijkheid. De beide organisaties en de ouders bepalen samen waar het accent voor de komende periode voor een leerling ligt. Ligt het accent op leren, dan gaan we de behandelfrequenties aanpassen. Ligt het accent op revalideren, dan passen we de onderwijsleertijd aan. Om dit verantwoord te kunnen bepa‐
len, is goede afstemming met ouders nodig. Vanuit school én vanuit het revalidatiecentrum wordt een advies voorgelegd waar vanuit de professionele kennis van school en centrum, het accent voor de komende periode zou moeten liggen. Dit voorstel wordt aan ouders voorgelegd om gezamenlijk tot besluitvorming te komen. In het voortgezet speciaal onderwijs kan het zijn dat ook de leerling zelf meedenkt. Achter de school ligt de vernieuwde manege, waar leerlingen therapeutisch kunnen paardrijden. School Lyndensteyn heeft een goed onderhouden gebouw en is een sfeervolle leeromgeving voor de leerlingen. De school betrekt haar leerlingen uit Friesland inclusief de Friese Waddeneilanden en delen van aan‐
grenzende provincies. Bijna alle leerlingen zijn thuiswonend, dit betekent dat de meeste leerlingen door middel van taxivervoer naar school gebracht moeten worden. Pagina 8 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 Kinderen die kort of langdurig op het revalidatiecentrum verblijven worden altijd op school geplaatst. Leerkrachten onderhouden dan een nauw contact met de reguliere school van de leerling (regulier hoeft hierbij niet altijd de basisschool te zijn). Er zijn veel leerlingen die jaarlijks kortdurend de school bezoeken. 0.3
STRATEGISCH BELEID TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN (PROGNOSES) Kenmerken van School Lyndensteyn in 2015  School Lyndensteyn biedt zeer gespecialiseerd onderwijs aan 200 tot 300 leerlingen. Deze leer‐
lingen hebben onderwijsbeperkingen die terug te voeren zijn op een lichamelijke handicap, een meervoudige handicap of een chronisch ziektebeeld. In het ondersteuningsprofiel is beschreven welke voorzieningen en welke ondersteuning School Lyndensteyn kan bieden voor de leerlingen. De inschrijving kan zowel tijdelijk als langdurig zijn.  De meerwaarde van het onderwijs is gebaseerd op de specifieke expertise inzake de doelgroep en de samenwerking met Revalidatie Friesland, de Epilepsie Instellingen Nederland, het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie, de expertisekringen van het Landelijk Expertisecentrum Speciaal Onderwijs en de onderwijskenniskringen in de regio.  School Lyndensteyn beschikt over een zeer gespecialiseerd Kenniscentrum ten bate van de doel‐
groep op de lesplaats van de school zelf, als ook voor leerlingen bij andere onderwijsinstellingen. Zo mogelijk maakt dit Kenniscentrum deel uit van een Kenniscentrum waarin bijvoorbeeld Revali‐
datie Friesland, de Epilepsie Instellingen en andere organisaties voor speciaal onderwijs participe‐
ren.  School Lyndensteyn speelt een actieve rol in de ketenzorg die ontwikkeld is voor leerlingen die binnen de doelgroep vallen. Tot deze keten behoren alle instellingen die een rol spelen in de zorg voor de leerling, van vervoersbedrijf tot onderwijs en van zorginstelling tot centrum voor jeugd en gezin.  School Lyndensteyn biedt kwalitatief goed onderwijs dat vervolgens resulteert in een, door de onderwijsinspectie toegekend, blijvend basisarrangement.  School Lyndensteyn scoort minimaal voldoende op de volgende aandachtsgebieden volgens de vastgestelde CPS‐indicatoren: - strategisch beleid (missie, visie, strategisch beleid, doelen, competenties en inzet); - personeelsbeleid (relatie schoolplan, samenhang, welzijn, professionele ontwikkeling, afstem‐
ming); - integraal personeelsbeleid als cyclisch proces (implementatie, tijdpad, evaluatie en verslagleg‐
ging, borging).  School Lyndensteyn maakt de integrale samenhang tussen de ontwikkeling van alle beleidsdocu‐
menten en de daaruit voortvloeiende implementatie en borging zichtbaar volgens de Plan‐, Do‐, Check‐ and Act‐cyclus. SWOT‐ANALYSE Een hernieuwde SWOT‐analyse van de specifieke situatie van School Lyndensteyn zal plaatsvinden in oktober 2012. Het doel van de SWOT analyse is te weten of er op school een heldere focus is, een duidelijke missie en visie. In hoever zijn de kernwaarden (beschreven in het vorige schoolplan) bekend en actueel op schoolniveau? Is er een eenduidige vertaling van de kernwaarden naar de dagelijkse onderwijsprak‐
tijk? STRATEGISCH BELEID Er is op School Lyndensteyn een strategisch beleidsplan (2008‐2011) dat is opgesteld door het toen‐
malige MT. Het nieuwe MT zal het strategisch beleidsplan opnieuw beschrijven. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 9 van 52 1.
ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 1.1
MISSIE / VISIE HUIDIGE SITUATIE De visie van de school luidt als volgt: School Lyndensteyn is het expertisecentrum voor onderwijs aan lichamelijk en meervoudig gehandicapte leerlingen en aan langdurig zieke leerlingen van 4 tot 20 jaar. Deze expertise wordt ingezet in de regio en waar nodig geconcentreerd binnen School Lyn‐
densteyn te Beetsterzwaag. Ontwikkelend onderwijs vormt het uitgangspunt van ons denken en handelen. Leerlingen worden ingeleid in betekenissen die de samenleving van belang acht; ons on‐
derwijs is meertalig om de leerlingen goed voor te bereiden op hun rol als wereldburger en als deel‐
nemer aan de directe leefomgeving. Wij willen de leerling voortdurend laten reiken naar een hoger niveau door een appél te doen op de zone van de naastgelegen ontwikkeling. Dus ons onderwijs is per definitie uitdagend en betekenisvol. Het revalidatieprogramma is erop gericht deze ontwikkeling te versterken. We kiezen voor het uitgangspunt ‘Regulier waar ’t kan, speciaal waar ’t moet’. School Lyndensteyn is een school voor bijzonder onderwijs op algemene grondslag. Er is respect voor ieders religie of levensbeschouwing. Het motto: ‘Wês grutsk op dysels en wiis mei in oar’ geeft aan hoe medewerkers en leerlingen met elkaar omgaan. De missie van school Lyndensteyn is als volgt geformuleerd: “School Lyndensteyn wil de leerlingen toerusten op een zo volwaardig mogelijke plaats in de maatschappij, waarbij gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke graad van autonomie. Na het verlaten van de school is de leerling in staat te participeren in een voortdurend veranderende en complexe samenleving. De onderwijsbehoefte van de leerling wordt vertaald in een onderwijs‐ (en revalidatie‐)programma.” Als kernwaarden van de school heeft het bestuur en MT de volgende begrippen geformuleerd:  goed onderwijs voor de specifieke doelgroepen (opbrengsten realiseren, leerrendement vaststel‐
len);  professioneel (krijgen, geven, nemen en afleggen van verantwoordelijkheid);  toekomstgericht (gericht op ontwikkeling van de organisatie);  respectvol (omkijkend naar elkaar);  ambitieniveau (leerlingen kunnen zich op school optimaal ontwikkelen, met een zo hoog mogelijk resultaat). Onderzoek heeft uitgewezen dat goed meertalig onderwijs positieve gevolgen heeft voor de ontwik‐
keling van kinderen. School Lyndensteyn is tweetalig, dit betekent dat het Nederlands en het Fries gebruikt worden als instructie‐ en omgangstaal. Er is aandacht voor de geschiedenis en de cultuur van de eigen regio en provincie, dit conform de huidige onderwijs wet‐ en regelgeving. GEWENSTE SITUATIE Deze kernwaarden zullen moeten worden uitgebouwd tot een concrete vertaling. Wat betekenen deze kernwaarden in de dagelijkse omgang met leerlingen en elkaar. De kernwaarden verplichten de medewerkers min of meer tot bezinning, communicatie, stellingname enz. De kernwaarden vormen de principes, de beginselen die voor alle medewerkers en leerlingen binnen de school richtinggevend zijn voor het handelen, beschrijven en de professionele cultuur. Dit zal zichtbaar moeten worden binnen de school en met name ook binnen de groepen in het onderwijs en het schoolklimaat. Voor dit onderdeel gaat de school haar uitgangspunten vastleggen in een kwaliteitskaart. Deze kwali‐
teitskaart beschrijft de uitgangspunten in zgn. indicatoren. Bij het opstellen van deze uitgangspunten worden de wettelijk eisen als uitgangspunt gebruikt (inspectiekader, WEC), waar nodig aangevuld Pagina 10 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 met specifieke kwaliteitseisen van de school. De kwaliteitskaart geeft dus aan welke kwaliteit de school voor dit onderdeel belooft en hoe men dat terug kan zien in de onderwijspraktijk. De kwali‐
teitskaart voor dit onderdeel komt in het ‘kwaliteitshandboek’ en in de map ‘Kader Goed Onderwijs' van de school. Missie en visie is besproken met het team. BEOORDELING & ANALYSE Er zijn nog geen interne kwaliteitspeilingen gedaan, omdat er nog geen kwaliteitskaart is vastgesteld. ACTIEPUNTEN  Zijn onze kernwaarden nog actueel terug te vinden in de ontwikkelingen van de school.  De school vertaalt haar uitgangspunten bij de domeinen: Opbrengsten, Zorg & begeleiding, On‐
derwijs en leren en Zorg voor kwaliteit.  Het motto: ”Wês grutsk op dysels en wiis mei in oar” is een belangrijke drijfveer voor het dagelijk‐
se handelen van de medewerkers. Dit motto zal in de verschillende beleidsterreinen duidelijk te‐
rug te vinden zijn. 1.2
LEVENSBESCHOUWELIJKE IDENTITEIT HUIDIGE SITUATIE School Lyndensteyn is een school voor Bijzonder onderwijs op algemene grondslag. Dit betekent dat we uitgaan van de gelijkwaardige betekenis van levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromin‐
gen voor ons onderwijs. In ons onderwijs is de normen‐ en waardenoverdracht gericht op het door de leerling kunnen op‐
bouwen van een eigen levensbeschouwing. Een levensbeschouwing van waaruit de leerling een eigen inbreng kan hebben. Dit met respect voor de levens‐ en maatschappijbeschouwing van anderen. We besteden structureel en expliciet aandacht aan geestelijke stromingen. We vinden het belangrijk, dat leerlingen op een goede wijze met elkaar omgaan en dat ze respect hebben voor de mening en visie van anderen. We besteden aandacht aan levensbeschouwing en geestelijke stromingen bij verschillende vakken (integraal). Het motto: ‘Wês grutsk op dysels en wiis mei in oar’ geeft aan hoe medewerkers en leerlingen met elkaar omgaan. GEWENSTE SITUATIE Voor dit onderdeel heeft de school haar uitgangspunten vastgelegd in een kwaliteitskaart. De kwali‐
teitskaart geeft aan welke kwaliteit de school voor dit onderdeel belooft en hoe men dat terug kan zien in de onderwijspraktijk. De kwaliteitskaart voor dit onderdeel komt in het ‘kwaliteitshandboek’ en in de map ‘Kader Goed Onderwijs’ van de school. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse op basis van interne en externe kwaliteitspeilingen kan nog niet worden beoor‐
deeld. ACTIEPUNTEN  Afspraken maken over hoe we aandacht geven aan onze identiteit. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 11 van 52 1.3
KADER GOED ONDERWIJS HUIDIGE SITUATIE Het onderwijsconcept van School Lyndensteyn is gestoeld op de theorieën van Vygotsky. Het ontwik‐
kelend onderwijs is het meest bepalend voor onze onderwijsvisie. Vygotsky legde daarvoor in de dertiger jaren de grondslagen. Er wordt niet alleen een samenhangende theorie over kinderlijke ontwikkeling geboden, maar ook een onderwijspedagogische theorie die duidelijk maakt hoe ontwik‐
keling en leren van (jonge) kinderen te bevorderen. Van Parreren en vooral Van Oers hebben de Vy‐
gotskiaanse principes toegankelijk gemaakt voor de praktijk van ons onderwijs. Zone‐van‐de‐naaste‐ontwikkeling: Vygotsky’s idee was, dat het kind zich weliswaar door eigen activi‐
teit en initiatief ontwikkelt, maar dat de inhoudelijke verworvenheden die het in die ontwikkeling opdoet uit de sociale omgeving en uit de hem omringende cultuur stammen. Anders gezegd moet een kind zin hebben om te leren, moet het initiatief tonen, maar zal de volwassene (of een andere meer wetende partner) zorgen voor de te verwerven inhouden. Leren in samenspraak dus. Een be‐
langrijke gedachte van Vygotsky is dat het onderwijs aan de ontwikkeling van een kind vooruit moet lopen. Je moet juist die zaken in het onderwijs aan de orde stellen, die het kind nog net niet begrijpt of zelf kan. Alleen dan kan het kind in de onderwijsdialoog nieuwe cognitieve instrumenten verwer‐
ven: nieuwe begrippen, principes en werkwijzen. Maar het onderwijs moet ook weer niet te ver op de bereikte ontwikkelingsstand van het kind vooruit lopen. Het moet zich richten op datgene wat voor het kind in zijn ‘zone‐van‐naaste‐ontwikkeling’ ligt. Vygotsky was duidelijk een voorstander van ontwikkelend en niet van volgend onderwijs. Vanuit dit algemene onderwijskundig kader zijn voor alle onderdelen van het nieuwe inspectiekader beschrijvingen opgenomen. Bij het beschrijven van de onderwijskundige domeinen zal waar mogelijk verwezen worden naar deze map ‘Kader Goed Onderwijs’. Per onderdeel zal worden aangegeven of de algemene beschrijving dekkend is voor School Lyn‐
densteyn, of dat er een nadere beschrijving of afstemming nodig is. In dat geval wordt aangegeven wanneer afstemming en vaststelling van dit domein is gepland in de meerjarenplanning. Zie ‘School‐
ontwikkelplan’ (hfdst. 5.3). GEWENSTE SITUATIE Voor het beschrijven van de gewenste situatie maakt School Lyndensteyn gebruik van zgn. kwaliteits‐
kaarten. Ook voor dit onderdeel heeft de school haar uitgangspunten vastgelegd in een kwaliteits‐
kaart. Deze kwaliteitskaart beschrijft de uitgangspunten in zgn. kwaliteitsdomeinen:  algemene uitgangspunten (doelgroepen, onderwijsinrichting);  zorg en begeleiding (ontwikkelingsperspectief);  leerstofaanbod (leerroutes en leerstofaanbod);  kwaliteitszorg (kwaliteitscyclus). Bij het opstellen van deze uitgangspunten worden de wettelijke eisen als uitgangspunt gebruikt (o.a. inspectiekader, REC), waar nodig aangevuld met de specifieke kwaliteitseisen van de school. De kwaliteitskaart geeft dus aan welke kwaliteit de school voor dit onderdeel belooft en hoe men dat terug kan zien in de onderwijspraktijk. De kwaliteitskaart voor dit onderdeel is besproken in en vast‐
gesteld met het team en directie op 22 december 2011. De kwaliteitskaart is voor dit onderdeel te vinden in het ‘kwaliteitshandboek’ en in de map ‘Kader Goed Onderwijs’ van de school. Pagina 12 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. De uitkomst van deze kwaliteitspeilingen gaven de volgende scores: Interne peiling  Diagnose WMK‐respondenten: interne begeleiders, psycholoog, orthopedagogen en teamleiders (april 2012): score: 2,32 - School Lyndensteyn heeft de onderwijsrelevante kenmerken van de leerlingen vastgesteld, waarbij tenminste de in de kernkwaliteiten vastgelegde aspecten zijn beschreven. - De school heeft haar keuzes en uitgangspunten t.b.v. de onderwijsinrichting beschreven, waar mogelijk gespecificeerd per doelgroep, waarbij de beschrijving tenminste de in de kernkwali‐
teiten vastgelegde aspecten bevat. - De school hanteert een passend onderwijsconcept, waarbij tenminste de in de kernkwaliteiten vastgelegde aspecten zichtbaar aanwezig zijn in de praktijk. Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 3 - Formuleren en vastleggen van het Onderwijsconcept, dat aansluit bij de leerlingenpopulatie. ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeilingen heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  Formuleren en vastleggen van het Onderwijsconcept in de map Kader Goed Onderwijs. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 13 van 52 2.
ONDERWIJS EN LEREN DOMEIN A: OPBRENGSTEN 2.1
OPBRENGSTEN HUIDIGE SITUATIE Opbrengsten kunnen op dit moment nog niet goed in beeld worden gebracht: School Lyndensteyn heeft in 2011‐2012 het ontwikkelingsperspectief en het uitstroomniveau voor de leerlingen vastge‐
steld en vastgelegd in het handelingsplan. De doelgroepen en leerroutes zijn dit schooljaar ook op‐
nieuw vastgesteld, van daaruit zijn er in het SO richtlijnen (streefdoel en minimumdoel per leerroute) in een schema gezet. Dit schema gebruiken we bij de evaluatie van de handelingsplannen, opstellen van nieuwe handelingsplannen en tussenevaluaties. We kijken steeds of de leerling in de juiste leer‐
route zit, en welke interventies nodig zijn om een leerling in de leerroute te houden. We vinden het van groot belang dat leerlingen kunnen presteren naar hun mogelijkheden, dat we opbrengsten rea‐
liseren die passen bij hun ontwikkelingsperspectief en uitstroomniveau. De leerling populatie kenmerkt zich door een grote diversiteit aan ziektebeelden. Er zijn nog geen gegevens beschikbaar over leerresultaten, ontwikkelingsperspectieven gekoppeld aan ziektebeelden. GEWENSTE SITUATIE Bij elk ontwikkelingsperspectief zijn einddoelen en tussendoelen beschreven. Op basis hiervan kun‐
nen de leerresultaten van de leerlingen worden vastgesteld. Voor het VSO zijn einddoelen en tussen‐
doelen vastgelegd bij elk uitstroomniveau. Er zijn criteria vastgesteld waarop een leerling in een leerroute wordt geplaatst en criteria voor het wijzigen van de leerroute. Er is een duidelijke procedure als blijkt dat leerlingen zich niet ontwikkelen volgens verwachting. Leraren krijgen actuele PO ‐, CITO‐ en methodegebonden gegevens om een goed onderwijspro‐
gramma te maken. Of de leerlingen zich hebben ontwikkeld volgens de verwachting willen we aan het eind van ieder schooljaar in kaart brengen op schoolniveau en op leerling niveau. Deze gegevens willen we gebrui‐
ken voor het evalueren van onze kwaliteits‐ en ambitieniveau. De school heeft het beleid voor het vaststellen, beoordelen en analyseren van de kwaliteit van de opbrengsten op school‐ en leerkrachtniveau vastgelegd. Er is een kwaliteitskaart geformuleerd waar‐
in de uitgangspunten van dit beleid zijn geformuleerd en de systematiek is opgenomen in het cyclisch proces van kwaliteitszorg. BEOORDELING & ANALYSE Op dit moment kunnen we geen interne analyse meten omdat we voor opbrengsten nog geen kwali‐
teitskaart hebben vastgesteld. Externe peiling: inspectie  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 5 (= nog niet te meten). ACTIEPUNTEN  Opbrengsten jaarlijks in kaart brengen op schoolniveau en leerling niveau;  School Lyndensteyn maakt een kwaliteitskaart opbrengsten;  School Lyndensteyn legt het ambitieniveau vast per leerroute. Pagina 14 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 DOMEIN B: ZORG EN BEGELEIDING 2.2
ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF HUIDIGE SITUATIE School Lyndensteyn wil de kwaliteit van haar onderwijs verbeteren. Lange tijd heeft de nadruk teveel op de zorg gelegen, hierdoor haalden de leerlingen mogelijk niet het niveau dat ze kunnen halen. We willen het onderwijs beter laten aansluiten op de naschoolse periode, daar waar de leerlingen naar uitstromen: een vervolgopleiding, de arbeidsmarkt of verschillende vormen van dagbesteding. Twee belangrijke kwaliteitsveranderingen zijn het ontwikkelingsperspectief en het uitstroomprofiel. Elk schooljaar wordt het ontwikkelingsperspectief, op basis van een integratief beeld, geëvalueerd en waar nodig bijgesteld voor de leerlingen van het SO. We beschrijven waar de leerlingen aan het eind van de periode kan uitkomen. Voorheen beschreven we in een handelingsplan de hiaten en gebre‐
ken, nu willen we de nadruk leggen op wat een kind wel kan, wat ze gaan oefenen, waar ze terecht willen komen. Deze nieuwe manier van kijken willen we ons eigen maken, voor elk kind is er een punt op de hori‐
zon, we gaan het programma daarop afstemmen. Duidelijke leerlijnen passend bij het ontwikkelings‐
perspectief zijn de basis. Planmatig werken aan de gestelde doelen moeten de komende jaren vorm krijgen. Goede aanzetten hiertoe zijn al ingang gezet: beschrijven van een groepsplan en het bijhou‐
den van een logboek. Voor het VSO geldt hetzelfde, daar wordt elk jaar het uitstroomperspectief geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Het onderwijsaanbod voor SO en VSO past bij de kerndoelen. We toetsen om te kijken of de leerlingen zich ontwikkelen volgens de gestelde verwachting. School Lyndensteyn wil voor de leerlingen eruit halen wat erin zit, de nadruk leggen op de mogelijk‐
heden. Aan het eind van elk schooljaar van het schooljaar stelt de Commissie van Begeleiding (CvB) het integratief beeld vast voor het volgende cursusjaar. Bij nieuwe leerlingen gebeurt dit aan het begin van het schooljaar. In het handelingsplan beschrijven de leraren de doelen en de aanpak. In 2011‐2012 is voor elke leerling het ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Aan de te verwachten ont‐
wikkeling van de leerling ligt een analyse van belemmerende en bevorderende factoren ten grond‐
slag. Er is een cyclus leerlingenzorg vastgesteld, hierin is ook beschreven hoe het revalidatiecentrum parti‐
cipeert in de leerlingenzorg. In het schooljaar 2011‐2012 is afstemming tussen school en RF op de volgende wijze georganiseerd: Afstemming Aanwezig Frequentie Inhoud 1 x per 6 weken Afstemmingsoverleg (AFO) Revalidatiearts Therapeuten Leerkracht Notulist (school) Interne werkbespreking Afhankelijk van de problema‐
Incidenteel (IWB) tiek rondom een leerling. 1 of 2 x per schooljaar vol‐
Behandelteambespreking Revalidatiearts gens de cyclus van RF (BTB) Maatschappelijk werk RF Psycholoog RF Therapeuten van de leerling Leerkracht Werkbespreking n.a.v. AFO Therapeut en leerkracht Afhankelijk van wat nodig is of klassenproject voor de voortgang Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 15 van 52 GEWENSTE SITUATIE Met het vaststellen van ontwikkelingsperspectief (SO) en het uitstroomniveau (VSO) wil de school in staat zijn bij de evaluatie het verband aan te tonen tussen de resultaten van de leerlingen en de kind‐
schoolfactoren die deze resultaten beïnvloeden. School wil aan het eind van ieder schooljaar het theoretisch leerrendement van elk kind vaststellen. Bij het vaststellen van het ontwikkelingsperspec‐
tief en uitstroomniveau is rekening gehouden met de beschikbare onderwijs‐ en therapietijd. De afstemming tussen school en Revalidatie Friesland is vastgelegd in de cyclus leerlingenzorg. Er is informatie‐uitwisseling tussen school en RF die functioneel en doeltreffend is:  School stuurt het handelingsplan voor het nieuwe schooljaar en RF stuurt voor de meeloop dag het BTB‐formulier naar de leerkracht en IB‐er. De leerkracht neemt het BTB‐formulier en het handelingsplan van school mee naar de nabespre‐
king van het behandelplan. Op school kan het handelingsplan en het behandelplan naast elkaar worden gelegd. I.v.m. de therapiefrequentie kan gekeken worden naar leven voorwaardelijke the‐
rapie/ revalidatie, onderwijs voorwaardelijke therapie/revalidatie, en therapie die niet onder bei‐
de genoemde therapieën valt.  Er is een afstemmingsmoment tussen school en Revalidatie over de doelen van het handelings‐
plan en de doelen in het behandelplan.  De leerkracht krijgt het vastgestelde behandelplan met de therapiefrequentie voor de komende periode.  De leerkracht krijgt het overzicht met de geplande meeloopdagen op RF.  De leerkracht krijgt het rooster van de nabesprekingen op RF.  De leerkracht krijgt wekelijks het overzicht van de geplande therapieën voor de leerling uit zijn/haar klas. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. De uitkomst van deze kwaliteitspeilingen gaven de volgende scores. Interne peiling  Diagnose WMK is afgenomen in juni 2012. De evaluatie en analyse volgen in juni, maar kunnen nog niet meegenomen worden in dit schoolplan. Specifieke aandachtspunten zullen wel meege‐
nomen worden in het jaarplan 2012‐2013. Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 3 De Inspectie geeft aan dat bij de evaluatie van de handelingsplannen de volgende onderdelen nog niet voldoende zijn:  het exact beschrijven van de onderwijsrelevante beginsituatie, vaststellen van een theoretisch leerrendement;  didactische gegevens, leerling werkt in welk leerboek en welk onderdeel: scores per leerling over‐
zichtelijk in kaart gebracht;  bij het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief en uitstroomniveau is rekening gehouden met de beschikbare onderwijs‐ en therapietijd. ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeilingen heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  formuleren van vragen om de handelingsplannen voldoende te kunnen evalueren;  School Lyndensteyn toont aan dat zij er alles aan doet om te waarborgen dat de leerlingen zich optimaal ontwikkelen;  protocol beschrijven voor de CvB, waarin criteria zijn vastgelegd waarop leerlingen worden ge‐
plaatst in een leerroute; Pagina 16 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012  de afstemming tussen school en Revalidatie Friesland is vastgelegd in de cyclus leerlingenzorg. De communicatie tussen school en RF is functioneel en doeltreffend . DOMEIN C: ONDERWIJSLEERPROCES 2.3
LEERSTOFAANBOD HUIDIGE SITUATIE In de Wet op de Expertisecentra worden de volgende vakken aangeboden, en we gebruiken voor deze vakken de volgende methodes: Speciaal Onderwijs Vak‐/vormingsgebied methode/ programma
Taal Nederlands LG
Taalverhaal
Taal Aanvankelijk lezen/ voortgezet lezen Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling
Schrijven Leeslijn/ leesweg Leeslijn Tekstverwerken Leeslijn/ leesweg Woordbouw
Schrijven op maat
Schrijven in de basis‐
school Mijn eigen hand‐
schrift Take it easy
Studio F
Tsjek Engels Frysk Rekenen/ wis‐
kunde Kennisgebieden Bevordering sociale redzaamheid en ver‐
keersles Lichamelijke oefening Expressie acti‐
viteiten Geestelijke stromingen Zwemmen Gymnastiek Bewegingsspel Taalgebruik Muziek Juni 2012 Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur, Milieu en tech‐
niek LG/MG
Taaltrapeze
Leeslijn/ leesweg Leeslijn Kijken en kiezen Taaltrapeze
Leeslijn/ leesweg Woordbouw Schrijven op maat Schrijven in de basis‐
school Mijn eigen hand‐
schrift Lessen van de pastor
Vakleerkrachten Studio F
Wit wat Tsjek Maatwerk
De blauwe planeet Speurtocht
Leefwereld
Schooltv gericht op NME Leefstijl
Pad Kanjertraining Methode van VVN In de weer met ver‐
keer Lessen van de pastor Vakleerkrachten Taalverhaal
Expressief schrijven vanuit de leerkracht Vakleerkracht Mu‐
ziek van de basis‐
school + Moet je doen Taaltrapeze
Expressief schrijven vanuit de leerkracht Vakleerkracht Mu‐
ziek van de basis‐
school + Moet je doen Wereld in Getallen
Maatwerk De blauwe planeet
Speurtocht Leefwereld
Schooltv gericht op NME Leefstijl
Kanjertraining Methode van VVN Schoolplan School Lyndensteyn onderbouw
Kleuterplein
Wat zeg je Weerklankgebaren(NF) Picto’s CPS (NF) Bas Schrijfdans
Schrijven op Maat D’r op út Kleuterplein
Maatwerk Kleuterplein
Pad Doos met gevoelens Lessen van de pastor
Vakleerkrachten en groepsleerkrachten Vakleerkracht en groepsleerkracht Mu‐
ziek van de basisschool + Pagina 17 van 52 Speciaal Onderwijs Vak‐/vormingsgebied methode/ programma
Drama Vakleerkracht en/of groepsleerkracht Moet je doen Tekenen
Handvaardigheid Beweging en dans Moet je doen Tekenen vanuit de leerkracht (ander vakgebied/thema’s) Moet je doen Handvaardigheid vanuit de leerkracht (ander vakge‐
bied/thema’s) Moet je doen Beweging en dans vanuit de leerkracht (ander vakge‐
bied/thema’s) Leefstijl
Kanjertraining Leefwereld (Groepsplannen) Gezond en redzaam gedrag Vakleerkracht en/of groepsleerkracht Moet je doen Taaltrapeze Moet je doen Tekenen vanuit de leerkracht (ander vakgebied/thema’s) Moet je doen Handvaardigheid vanuit de leerkracht (ander vakge‐
bied/thema’s) Moet je doen Beweging en dans vanuit de leerkracht (ander vakge‐
bied/thema’s) Leefstijl
Pad Kanjertraining Leefwereld (Groepsplannen) Moet je doen
Groepsleerkracht
Moet je doen Kleuterplein Moet je doen Tekenen vanuit de leerkracht (ander vak‐
gebied/thema’s) Moet je doen Handvaardigheid vanuit de leerkracht (ander vakgebied/thema’s) Moet je doen Beweging en dans van‐
uit de leerkracht (ander vakgebied/thema’s) Kleuterplein (Groepsplannen en aandachtspunten n.a.v. OVM) In het VSO is het onderwijsaanbod nog afgestemd op de uitstroomprofielen 1, 2 en 3. Voor de leer‐
lingen met het uitstroomprofiel 1 is het onderwijs afgestemd op het regulier onderwijs. De school leidt op voor een (deel)examen op VMBO‐ of HAVO‐niveau. De VMBO‐examens worden afgenomen in samenwerking met de Burgemeester Harmsmaschool (BHS) te Gorredijk. Net als de BHS biedt School Lyndensteyn de mogelijkheid voor VMBO‐T leerlingen om de HAVO‐onderbouw leerstof te verwerken. Voor de HAVO‐bovenbouw wordt gekozen voor een traject op maat veelal afgesloten met een staatsexamen. Deze leerlingen beginnen met een tweejarige Basisvorming, die wat vakkenpakket en tempo betreft gelijk is aan de Basisvorming op de Burgemeester Harmsmaschool. Na het tweede jaar dienen de kerndoelen van de Basisvorming in principe bereikt te zijn. Het vakkenpakket van de Basisvorming omvat:  Nederlands  Fries en regionale geschiedenis  Engels  Duits  Wiskunde (rekenen)  Mens en maatschappij  Algemene economie  Mens en natuur  Verzorging  Techniek  CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming) = beeldende vorming/ muziek/ drama  Informatica (theoretische en praktische computerkennis, tekstverwerking, ergotypen)  Bewegingsonderwijs  Sociaal‐emotionele trainingen Pagina 18 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 Na de afronding van de Basisvorming wordt een vervolgpakket samengesteld en een sectorkeuze gemaakt. Hierbij kan nog een keuze worden gemaakt uit de volgende vakken:  Aardrijkskunde  Biologie  Geschiedenis  Handel en administratie  Maatschappijleer 1  Maatschappijleer 2  Nask 1  Nask 2  Zorg en Welzijn VMBO‐leerlingen die onderwijs volgen op het niveau Basisberoeps (BB), Kaderberoeps (KB) of Gemengd (G) kiezen uit de sectoren Handel & Administratie of Zorg & Welzijn. De leerlingen op het niveau VMBO Theoretisch (T) maken geen sectorkeuze. Voor het behalen van een VMBO‐diploma zijn minimaal zes vakken nodig waarin examen wordt gedaan. Na het examen kunnen de leerlingen kiezen voor een vervolgtraject op een Regionaal Opleidingscentrum (ROC) voor een MBO‐opleiding niveau 2, 3 of 4. Uitstroomprofiel 2 In de klassen overeenkomend met het praktijkonderwijs (PrO) zitten met name leerlingen met het uitstroomprofiel 2, gericht op arbeidstoeleiding. Deze leerlingen functioneren op moeilijk lerend niveau. De onderwijsdoelen zijn ontleend aan de kerndoelen van het praktijkonderwijs (PrO). De leerlingen beheersen minimaal de basisvaardigheden van lezen, taal en rekenen tot het niveau van het BAO (basisonderwijs) groep 4 of 5. In de onderbouw (12 ‐ 13 jaar) ligt het accent op het uitbreiden en borgen van de basisvaardigheden van taal, lezen en rekenen. Daarnaast is er aandacht voor zelfredzaam gedrag en praktische en socia‐
le vaardigheden. In de middenbouw (14 ‐15 jaar) komt het accent meer te liggen op oriëntatie op de periode na School Lyndensteyn. Door middel van keuzevakken (twee dagdelen) maken leerlingen kennis met activiteiten op het gebied van wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld kiezen uit: werken in de tuin, koken/ verzorging, techniek, beeldende vorming, ICT. In de bovenbouw (16, 17, 18 jaar) gaan leerlingen zich specialiseren in die arbeidsmatige activiteiten die het beste bij hun mogelijkheden en interesse passen. Naast de keuzevakken worden er twee dag‐
delen besteed aan arbeidstraining. In de bovenbouw ligt het accent op winkel‐ en kantoorpraktijk, facilitaire dienstverlening, catering en werken in de reproafdeling. Uiteraard vormen stages een be‐
langrijk onderdeel van de voorbereiding op zinvolle arbeid. Tegen het einde van de schoolloopbaan wordt er een à twee dagen per week stage gelopen. Daarnaast is er aandacht voor de oriëntatie op wonen en recreëren. De keuzevakken en de arbeidstraining worden gezamenlijk met de AVWD‐bovenbouw (Algemene Voorbereiding op Wonen en Dagbesteding) uitgevoerd. Er wordt gewerkt met de geïntegreerde me‐
thode ‘PrOmotie’, die ook op de praktijkscholen wordt gebruikt. De methode is gericht op praktische toepassing van de aangeleerde kennis en vaardigheden. Daarnaast wordt voor iedere leerling leer‐
stof op maat aangeboden, waarbij gebruik wordt gemaakt van BAO‐ en VMBO(B)‐methoden. Het onderwijs bereidt de leerlingen voor op een plaats bij een instelling voor (beschermd) wonen en een vorm van (begeleid) werken of plaatsing op een activiteitencentrum. Uitstroomprofiel 3 In de klassen met voornamelijk leerlingen met het uitstroomprofiel 3 is het onderwijs gericht op de voorbereiding op (arbeidsmatige) dagbesteding. Het betreft leerlingen die functioneren op zeer moeilijk lerend niveau. Zij beheersen de leerstof van het basisonderwijs tot ongeveer groep 3/4. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 19 van 52 In de AVWD‐onderbouw (12, 13, 14 jaar) ligt de nadruk op het borgen van de basisvaardigheden van taal, lezen en rekenen en het in de praktijk brengen van de geleerde vaardigheden. Daarnaast is er veel aandacht voor praktische en sociale vaardigheden, maar ook voor creatieve vakken. In de bovenbouw ligt het accent op de praktische vaardigheden. De arbeidstraining is vooral gericht op facilitaire dienstverlening (schoonmaak, catering, verzorging), maar eenvoudige winkelpraktijk en werken in de Repro kunnen ook worden gekozen. Ook in de AVWD‐bovenbouw vormt stage een belangrijk onderdeel van de laatste schooljaren. De onderwijsdoelen zijn ontleend aan de (con‐
cept)doelen voor het VSO‐ZML en de door het SLO ontwikkelde MG‐doelen. Het SLO is de Stichting Leerplan Ontwikkeling te Enschede. Het onderwijs bereidt de leerling voor op een zo zelfstandig mo‐
gelijk functioneren in een instelling voor (beschermd) wonen en een vorm van dagbesteding of bege‐
leid werken. Voor de leerroutes 75% en 100% richt de school zich op de leerstof zoals die in het regulier basis‐ en voortgezet onderwijs wordt aangeboden. Voor de ontwikkelingsperspectieven zijn nog geen leer‐
lijnen vastgesteld. De wijze waarop School Lyndensteyn vorm en inhoud geeft aan haar onderwijs wordt bepaald door het toezichtkader SO en VSO van de Inspectie. DOEN IN Binnen de uitstroomprofielen 2 en 3 zijn we gestart met het project ‘Doen in’. Dit project voorziet in een integrale aanpak van het totale aanbod binnen het PrO en AVWD. Allereerst gaan we ons focus‐
sen op de praktijkvakken. We gaan het aanbod in kaart brengen en zetten een breed pakket aan les‐
materiaal op. Daarnaast gaan we werken aan het opzetten van een portfolio om de opbrengsten helder en inzichtelijk weer te geven. In een later stadium komen de AVO‐vakken aan bod (zie school‐
ontwikkelplan). GEWENSTE SITUATIE Voor het SO is er een passend leerstofaanbod voor de leerroutes:  MG‐ZML A en B;  50%;  75%;  100%. De overgang van SO naar VSO gebeurt op basis van het ontwikkelingsperspectief en het passende uitstroomprofiel. Er zijn criteria vastgelegd op welk moment er wordt toegewerkt naar het meest geschikte uitstroomprofiel, welke competenties kun je aan een leerling stellen. In het VSO is er een passend aanbod voor de drie profielen:  Vervolgonderwijs;  Arbeid;  Dagbesteding. In het profiel vervolgonderwijs zijn de kerndoelen per profiel omgezet in een leerlijn. Er is een goede afstemming in de samenwerking met andere scholen. In het profiel arbeid is de samenwerking met het bedrijfsleven beschreven, hoe de school leerlingen helpt aan een stage‐ en arbeidsplaats. Er is beschreven hoe de nazorgplicht is georganiseerd (sa‐
menwerking met bedrijfsleven, opstellen nazorgplan). Voor de profielen dagbesteding en arbeid is een passend leerstofaanbod met ‘Doen in’. De volgende producten worden op maat ontwikkeld:  praktijkkaarten;  kenniskaarten;  overzichtelijke leerlijnen voor alle vakken; Pagina 20 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012  overzichtelijke verwerking voor leerlingen en leerkrachten;  vak portfolio;  methodische loopbaanbegeleiding. Leerkrachten maken gebruik van de handleidingen, gebaseerd op moderne onderwijsconcepten als ‘interactief’ taalonderwijs en ‘realistisch rekenen’. Leerkrachten benutten differentiatieprogramma’s uit de methodes. Er is een systematische analyse van de methodegebonden toetsen, passend bij het methodisch aanbod. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door een externe kwaliteitspeiling beoordeeld. De uitkomst van deze kwali‐
teitspeiling gaf de volgende score: Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 3 De Inspectie geeft aan dat het leerstofaanbod beter op de doelgroepen afgestemd moet worden. ACTIEPUNTEN Na de analyse van de bovenstaande kwaliteitspeiling heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  voor alle doelgroepen heeft de school een passend leerstofaanbod;  het leerstofaanbod is gericht op het ontwikkelen en bereiken van een zo groot mogelijke mate van zelfstandigheid van de leerling in de toekomstige naschoolse situatie;  herdefiniëren onderwijsaanbod VSO. 2.4
LEERTIJD HUIDIGE SITUATIE Een belangrijk aandachtspunt bij leertijd is de inbeslagname van Revalidatie Friesland op de beschik‐
bare onderwijstijd. Onder schooltijd vindt voor een groot aantal leerlingen therapie plaats. Er zijn niet duidelijke criteria vastgesteld van waaruit therapie onder lestijd wordt aangeboden. Er zijn wel afspraken gemaakt met Revalidatie Friesland over de tijden waarop deze therapie kan plaatsvinden. School heeft bloktijden, waarop geen therapie kan worden ingeroosterd. In deze bloktijden plaatst de leerkracht de instructiegevoelige vakken: rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen. GEWENSTE SITUATIE In de handelingsplannen is een verantwoording te lezen voor het verlies van onderwijstijd in het ka‐
der van therapie. Er is beschreven welke criteria de mate van urgentie bepalen. Er is een rangorde aangebracht in therapiebehoefte voor de leerling: levensvoorwaardelijke therapie/ revalidatie, on‐
derwijsvoorwaardelijke therapie/revalidatie en therapie die niet onder beide genoemde therapieën valt. Door de grote verschillen in leerlingen is het wenselijk dat leerkrachten meer differentiëren in leer‐
tijd, vooral als het gaat om de instructie. Effectief benutten van de leertijd moet terug te lezen zijn in de logboeken en groepsplannen (effectieve instructie, doelgerichte feedback en activerende werk‐
vormen). BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door een externe kwaliteitspeiling beoordeeld. De uitkomst van deze kwali‐
teitspeiling gaf de volgende score: Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012): Juni 2012 score: 2 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 21 van 52 ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeiling heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  leerkrachten zullen vaardigheden ontwikkelen om adequaat in te spelen op individuele onder‐
wijsbehoeften van de leerlingen, en de beschikbare onderwijstijd effectief te benutten;  er is een optimale afstemming tussen het onderwijsleerproces en de onderwijstijd;  er is een optimale afstemming tussen de leertijd en de onderwijsbehoeften van de leerlingen, waar nodig leerstof ‘indikken’. De afstemming therapie en onderwijs zijn opgenomen in het ont‐
wikkelingsperspectief;  in het lesrooster is te lezen welke onderwijsdoelen horen bij fruit eten;  in het lesrooster van het VSO staan alleen vakken (niet keuzevakken en arbeidstoeleiding);  in het VSO is bij arbeidstoeleiding beschreven wat de doelen en onderwijsinhouden zijn;  School Lyndensteyn heeft een zichtbaar beleid vastgesteld voor afstemming van de leertijd en de kenmerken van de doelgroep. 2.5
SCHOOLKLIMAAT HUIDIGE SITUATIE ‘Wês grutsk op dysels en wiis mei in oar’ typeert de basishouding van waaruit medewerkers met de leerlingen werken. Het pedagogisch klimaat op School Lyndensteyn kenmerkt zich door:  een veilig klimaat;  een sfeer waarin individuele leerlingen zich geïnspireerd, gestimuleerd en vooral gewaardeerd voelen;  voortdurend het accent leggen op de mogelijkheden van de leerling en niet op de onmogelijkhe‐
den;  een goede communicatie tussen ouders en school;  het respecteren van specifieke wensen als het gaat om deelname aan religieuze feestdagen en dorps‐ of wijkactiviteiten onder schooltijd;  een goede aansluiting op het regulier onderwijs om eventuele terugkeer of doorstroming mogelijk te maken;  het respectvol omgaan met elkaar, met het materiaal en de omgeving. GEWENSTE SITUATIE De school wil voor dit onderdeel uitgangspunten vastleggen in een kwaliteitskaart. Deze kwaliteits‐
kaart beschrijft de uitgangspunten in zgn. indicatoren. De specifieke uitwerking van deze indicatoren worden vertaald in kernkwaliteiten. Bij het opstellen van deze uitgangspunten worden de wettelijke eisen als uitgangspunt gebruikt (Inspectiekader, WEC), waar nodig aangevuld met de specifieke kwa‐
liteitseisen van de school. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door een externe kwaliteitspeiling beoordeeld. De uitkomst van deze kwali‐
teitspeiling gaf de volgende score: Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 3 ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeilingen heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  De school heeft voor de leerlingenpopulatie een gewenst pedagogisch klimaat beschreven, waar nodig per doelgroep. Pagina 22 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 2.6
DIDACTISCH HANDELEN 2.6.1 DUIDELIJKE UITLEG EN TAAKGERICHTE WERKSFEER HUIDIGE SITUATIE Bij didactisch handelen zijn er twee basale vaardigheden die op school zijn aangescherpt: effectieve instructie en actieve betrokkenheid van de leerlingen. Duidelijk uitleg, activerende instructie en het stellen van lesdoelen zijn de afgelopen 2 jaar regelmatig in studiemomenten aan de orde geweest. Leerkrachten zijn bekend met het IGDI‐model en passen dit ook toe. Een knelpunt is de organisatie van een goede instructie aan de complexe doelgroep in de klas. Leerkrachten hebben te maken met meerdere niveaus en leerlingen met uiteenlopende onder‐
wijsbehoeften:  vooraf uitleg aan leerlingen met o.a. autisme;  korte uitleg voor leerlingen met concentratieproblemen;  verlengde instructie en begeleid inoefenen voor een groep leerlingen (Cito C, D, E‐score);  herhaalde instructie voor leerlingen die de instructie hebben gemist door therapie;  extra verwerkingstijd voor leerlingen met motorische problemen. GEWENSTE SITUATIE In Kader Goed Onderwijs is omschreven welke leerlingen op school zijn, hoe leerlingen leren en wel‐
ke onderwijsbehoeften ze hebben. Leerkrachten brengen in beeld hoe leerlingen leren om in staat te zijn aan deze informatie consequenties te verbinden tijdens het didactisch handelen. Didactisch handelen komt regelmatig op de teamvergadering: optimaliseren van het IGDI‐model, effectief doelen stellen, leerlingen actief bij de les betrekken. Intern begeleiders plannen klassenbe‐
zoeken om genoemde acties in de klas te ondersteunen/ begeleiden. Leerkrachten hebben concrete handvaten om instructie te geven aan meerdere niveaus. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. De uitkomst van deze kwaliteitspeilingen gaven de volgende scores: Interne peiling  Diagnose WMK door het schoolteam (mei 2012): Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 3,17 score: 3 ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeilingen heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  De cyclus leerlingenzorg is verwerkt in de jaarplanner. Per onderdeel staat wat de verwachtingen zijn voor de leerkracht/ IB/ GD/ TL: groepsplan schrijven, handelingsplan, klassenbezoek etc. Deze onderdelen komen dan ook op de teamvergadering aan de orde. De input naar de klassen toe is zo effectief en functioneel. Mogelijk aandachtspunt:  Het laten samenvatten van de uitleg/ opdracht door de leerling. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 23 van 52 2.6.2 ACTIEVE BETROKKENHEID VAN LEERLINGEN HUIDIGE SITUATIE In het schooljaar 2011‐2012 is in het SO een start gemaakt met het ‘zelfstandig werken’ van de leer‐
lingen. Er zijn afspraken gemaakt over:  het visualiseren van de dagplanning;  inrichting van de werkruimtes;  beschikbaarheid leerkracht/ assistent tijdens de les;  visualiseren opruimlocaties en opruimen;  lesmodel;  lesopbouw en tijdsindeling;  weektaak. GEWENSTE SITUATIE De school wil voor dit onderdeel uitgangspunten vastleggen in een kwaliteitskaart. Deze kwaliteits‐
kaart beschrijft de uitgangspunten in zgn. indicatoren. De specifieke uitwerking van deze indicatoren worden vertaald in kernkwaliteiten. Bij het opstellen van deze uitgangspunten worden de wettelijke eisen als uitgangspunt gebruikt (Inspectiekader, WEC), waar nodig aangevuld met de specifieke kwa‐
liteitseisen van de school (mogelijkheden voor zelfverantwoordelijkheid van de leerlingen, coöpera‐
tief werken e.d.). BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. De uitkomst van deze kwaliteitspeilingen gaven de volgende scores: Interne peiling  Diagnose WMK door het schoolteam (mei 2012): Externe peiling:  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 3,17 score: 3 ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeilingen heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  Zelfstandige rol van de leerling wordt meegenomen bij didactisch handelen en de vakgebieden die per schooljaar specifieke aandacht krijgen. 2.7
AFSTEMMING 2.7.1 AFSTEMMING LEERINHOUD, INSTRUCTIEBEHOEFTE, VERWERKING EN LEERTIJD OP ONDERWIJSBEHOEFTEN HUIDIGE SITUATIE Op dit moment heeft de school de huidige situatie van dit beleidsterrein nog niet expliciet beschre‐
ven. GEWENSTE SITUATIE De school heeft beschreven wat goed onderwijs is voor de doelgroepen, hoe opbrengsten kunnen worden gerealiseerd en het leerrendement kan worden vastgesteld. De school kan voor alle leer‐ en ontwikkelingsgebieden de resultaten op school‐ en groepsniveau vergelijken en met een beoogde verwachting conclusies trekken voor het schoolbeleid. De school neemt geregeld toetsen af en legt de vorderingen vast in een leerlingvolgsysteem. Toetsen en toetsresultaten worden geanalyseerd, hieruit worden conclusies getrokken en daarop aansluitend verbetermaatregelen genomen. Op Pagina 24 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 groepsniveau stellen leerkrachten ambitieuze doelen, die op basis van het vastgestelde integratieve beeld gehaald kunnen worden. De leerkrachten zorgen ervoor dat groepen leerlingen van hetzelfde niveau als geheel waar mogelijk bij elkaar blijven (convergente differentiatie). School Lyndensteyn beschikt over criteria waaraan zij haar kwaliteit kan meten en die inzicht geven in sterke en zwakke kanten van de school. De school wil voor dit onderdeel uitgangspunten vastleggen in een kwaliteitskaart. Deze kwaliteits‐
kaart beschrijft de uitgangspunten in zgn. indicatoren. De specifieke uitwerking van deze indicatoren worden vertaald in kernkwaliteiten. Bij het opstellen van deze uitgangspunten worden de wettelijke eisen als uitgangspunt gebruikt (Inspectiekader, WEC), waar nodig aangevuld met de specifieke kwa‐
liteitseisen van de school. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door een externe kwaliteitspeiling beoordeeld. De uitkomst van deze kwali‐
teitspeilingen gaf de volgende score: Externe peiling:  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 3 ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeiling heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  De school heeft het huidige beleid beschreven voor: afstemming van leerinhoud, instructiebe‐
hoefte, verwerking en leertijd op onderwijsbehoeften van de leerlingen;  De school heeft haar uitgangspunten vastgelegd in een kwaliteitskaart;  De afstemming van de onderwijstijd en de onderwijsbehoeften van de leerlingen is effectief. 2.7.2 AFSTEMMING VAN HET PEDAGOGISCH HANDELEN OP (PROBLEMATISCH) GEDRAG HUIDIGE SITUATIE In toenemende mate komt het voor dat leerlingen gedragsproblemen hebben. Het komt vooral voor bij de leerlingen met autisme of aan autisme verwante kenmerken. Afhankelijk of een leerling een schooldag‐ of een revalidatiedagbehandelingleerling is, wordt hulp gezocht bij de psycholoog/ maat‐
schappelijk werk/ orthopedagoog van school of van RF. Er is geen te volgen stappenplan. Er zijn afspraken gemaakt over het aanspreken van leerlingen op de gang als het gaat om rennen, ruzie maken of vernielingen. GEWENSTE SITUATIE De school wil voor dit onderdeel uitgangspunten vastleggen in een kwaliteitskaart. Deze kwaliteits‐
kaart beschrijft de uitgangspunten in zgn. indicatoren. De specifieke uitwerking van deze indicatoren worden vertaald in kernkwaliteiten. Bij het opstellen van deze uitgangspunten worden de wettelijke eisen als uitgangspunt gebruikt (Inspectiekader, WEC), waar nodig aangevuld met de specifieke kwa‐
liteitseisen van de school. Bij het beschrijven van de doelgroepen (map Kader Goed Onderwijs) is ook beschreven wat de on‐
derwijsbehoeften zijn van leerlingen met gedragsproblemen (structuurplein, structuur in de klas e.d.). Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 25 van 52 BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. De uitkomst van deze kwaliteitspeilingen gaf de volgende score: Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 3 ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeilingen heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  kwaliteitskaart pedagogisch handelen en (problematisch) gedrag opstellen en afnemen. DOMEIN D: KWALITEITSZORG 2.8
SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG HUIDIGE SITUATIE De onderwijskwaliteit van de school leidde in 2010 tot de beoordeling ‘zwak’. Op grond daarvan werden externe deskundigen ingeroepen om de kwaliteit per 1 januari 2012 weer op het gewenste niveau te brengen. Uit de observaties van derden bleek, dat de samenhang tussen de beleidsterrei‐
nen ontbrak. Daarnaast ontbrak het aan duidelijke normen voor de eigen beoordeling. Daartoe werd een verbeterplan ontwikkeld om te werken aan de door de inspectie genoemde tekortkomingen. Met de komst van directeur a.i. Dhr. B. Zeinstra is er in november 2011 opnieuw een verbeterplan gemaakt, hierin kregen de volgende verbeterterreinen de hoogste prioriteit:  visie en kader (beschrijven in de map Kader Goed Onderwijs);  leerlingenzorg (beschrijven in de map Leerlingenzorg);  kwaliteitszorg (beschrijven in het Kwaliteitshandboek);  planmatige schoolontwikkeling;  didactisch handelen (beschrijven in de map Kader Goed Onderwijs);  leerstofaanbod (vastleggen in instructiemappen per vakgebied). School Lyndensteyn is in 2011‐2012 gestart met het formuleren van een ‘Kader voor goed onderwijs’. De beschrijvingen van het onderwijsconcept, leerling kenmerken en onderwijsinrichting zijn gebun‐
deld in een map Kader Goed Onderwijs voor School Lyndensteyn. In deze map zijn opgenomen:  leerlingenkenmerken van de verschillende doelgroepen;  relevante onderwijsbehoeften per doelgroep;  beschrijven van de onderwijsinrichting, een uitdagende leeromgeving en passende leermiddelen bij de verschillende niveaus van de leerlingen. In het verbeterplan is een start gemaakt met het opzetten van een kwaliteitssysteem voor School Lyndensteyn. Doelen worden concreet en meetbaar geformuleerd. School gebruikt zelfevaluatie als instrument om gezamenlijk te leren en de uitkomsten te gebruiken om volgende stappen te zetten in de schoolontwikkeling. Concrete opbrengsten van het afgelopen schooljaar zijn:  de gewenste situatie is vastgelegd in een kwaliteitskaart ‘kwaliteitszorg’ van de school;  de gewenste cyclus kwaliteitszorg is vastgesteld;  de gewenste procedures t.a.v. kwaliteitszorg en schoolontwikkeling zijn vastgelegd in het kwali‐
teitshandboek. Pagina 26 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 GEWENSTE SITUATIE Cyclus kwaliteitszorg: kwaliteitspeilingen algemeen Voor de interne kwaliteitsbepaling wordt er systematisch gebruik gemaakt van het WMK‐EC. De cy‐
clus loopt synchroon met de schoolplanperiode en de voorbereidingen op het schoolplan. Naast een Quickscan in het vierde jaar, worden er diagnoses (vastleggen/ beoordeling van kernkwaliteiten) uitgevoerd volgens onderstaand schema. Naast het WMK‐EC wordt jaarlijks een ouder‐ en leerlinge‐
nenquête uitgevoerd. Deze enquêtes zijn afgestemd op de onderdelen die in het onderstaande schema zijn aangegeven. Voor de externe kwaliteitsbepaling wordt er gebruik gemaakt van inspectie‐
rapporten en evt. externe audits. De verschillende instrumenten worden volgens onderstaand schema ingezet: Jaar 1 (2011‐2012) Jaar 2 (2012‐2013) Kader Goed Onderwijs Instrumenten WMK Algemene uitgangspunten Zorg voor kwaliteit 3: Onderwijs & leren x Jaar 3 (2013‐2014) - zorg & begeleiding - onderwijsaanbod - didactisch handelen -
onderwijstijd actieve rol ll‐en didactisch handelen onderwijsaanbod Jaar 4 (2014‐2015) Quickscan pedagogisch handelen schoolklimaat zorg & begeleiding onderwijsaanbod -
onderwijstijd actieve rol ll‐en didactisch handelen onderwijsaanbod Opbrengsten x x x x Beleid & organisatie x Bovenschoolse netwerken x Ouderenquête x x Leerlingenquête x x Audit Inspectie x PKO JO JO/PKO JO Cyclus kwaliteitszorg: kwaliteitspeilingen per vakgebied De verschillende vakgebieden worden volgens een vast schema geëvalueerd (via diagnose WMK a.d.h.v. de specifieke kwaliteitskaart van het betreffende vakgebied). Doel is, om in een 4‐jarige cy‐
clus, alle vakken nader onder de loep te hebben genomen (diagnose + borgingsprocedure). Het schema wordt gerelateerd aan de invoeringstrajecten van de (kern)vakgebieden. Uitkomsten van borgingsfase kunnen dus van invloed zijn op schoolontwikkelingsplanning (SOP). Het beschrijven per vakgebied start in 2012‐2013. Vakgebieden Mondelinge taal Sociaal‐emotionele ontw. Jaar 1 (2011‐2012) Jaar 2 (2012‐2013) Jaar 3 (2013‐2014) Jaar 4 (2014‐2015) x x x Oriëntatie M&W Praktische redzaamheid x Technisch lezen x Begrijpend lezen x Spelling/ stellen x Technisch schrijven Rekenen x Creatieve vorming Bewegingsonderwijs Praktijkvakken Stage VSO x x Voor het onderdeel kwaliteitszorg heeft de school haar uitgangspunten vastgelegd in een kwaliteits‐
kaart. Deze kwaliteitskaart beschrijft de uitgangspunten voor kwaliteitszorg. Bij het opstellen van deze uitgangspunten worden de wettelijke eisen als uitgangspunt gebruikt (Inspectiekader, WEC), waar nodig aangevuld met specifieke kwaliteitseisen van de school. De kwaliteitskaart geeft dus aan Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 27 van 52 welke kwaliteit de school voor dit onderdeel belooft en hoe men dat terug kan zien in de onderwijs‐
praktijk. De kwaliteitskaart is te vinden in het kwaliteitshandboek en in de map Kader Goed Onder‐
wijs. Belangrijk is dat naast het team er voor mensen van buiten de klas (directeur, teamleider, IB, ortho‐
pedagoog enz.) ook binnen de klas zicht is hoe er systematisch wordt gewerkt aan kwaliteitszorg. De kwaliteitskaart wordt door het team gezamenlijk vastgesteld. Na het invullen van de kwaliteitskaart wordt de analyse en daaruit voortvloeiende ontwikkelpunten eveneens met het team besproken. De kwaliteitscyclus en de ontwikkelpunten komen regelmatig op teamvergaderingen aan de orde. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. De uitkomst van deze kwaliteitspeilingen gaven de volgende scores: Interne peiling  Diagnose WMK door het team (maart 2012): score: 2,04 - de systematiek van borging is helder en duidelijk op school. - systematisch evalueren van de opbrengsten. - onderwijsconcept sluit aan bij de leerlingenpopulatie. - de schoolleiding zorgt voor een professionele cultuur. - de school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. - de school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012): score: 2 - onderwijsconcept sluit aan bij de leerlingenpopulatie. - systematisch evalueren van de opbrengsten. - systematisch evalueren van het leren en onderwijzen. - systematisch evalueren van de leerlingenzorg. - de systematiek van borging. - de kwaliteitszorg is verbonden met de visie op leren en onderwijzen en leerlingenzorg. ACTIEPUNTEN Na de analyse van bovenstaande kwaliteitspeilingen heeft de school voor de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeterdoelen opgesteld:  formuleren en vastleggen van het onderwijsconcept, dat aan sluit bij de leerlingpopulatie (zie hfdst. Kader Goed Onderwijs);  formuleren en vastleggen van systematiek van het opbrengstengericht werken;  formuleren en vastleggen van systematiek van het evalueren van het leren en onderwijzen;  formuleren en vastleggen van systematiek van het evalueren van de leerlingenzorg;  formuleren en vastleggen van systematiek van borging;  formuleren en vastleggen van systematiek van het verband tussen de kwaliteitszorg en de visie op leren en onderwijzen en leerlingenzorg. Aanvullende aandachtspunten directie:  voor het team zichtbaar maken van de professionele cultuur;  voor het team zichtbaar maken hoe de school de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel waarborgt. Pagina 28 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 3.
BELEID EN ORGANISATIE 3.1
INTEGRAAL PERSONEELSBELEID HUIDIGE SITUATIE Onder integraal personeelsbeleid wordt verstaan: het regelmatig en systematisch wederzijds af‐
stemmen van de inzet, kennis en bekwaamheden van de medewerkers aan de inhoudelijke en orga‐
nisatorische doelen van de school. Als gevolg van het inspectierapport van 2011 en de stappen die zijn uitgezet om te komen tot een kwaliteitsslag, is in 2011 geconstateerd dat het ontbreekt aan inte‐
graal beleid. De vele veranderingen in het management in de afgelopen jaren hebben geen goed gedaan aan dit onderdeel. Er is te weinig samenhang. GEWENSTE SITUATIE Het integraal personeelsbeleid zal een bijdrage moeten leveren aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs zoals omschreven in het verbeterplan en zoals geformuleerd in dit schoolplan. Dit betekent:  het met elkaar in gesprek komen en blijven is essentieel voor de uiteindelijke kwaliteit van het integraal personeelsbeleid (waarbij de dialoog tussen de leidinggevende en medewerker over wederzijdse verwachtingen succesbepalend is);  blijvende aandacht voor kwaliteit en kwaliteitsverbetering en het blijven inspannen om een goed antwoord te vinden op de veranderende omstandigheden;  het management gebruikt competentieprofielen voor de diverse functies;  het management voert de gesprekscyclus systematisch uit (pop, functioneringsgesprek, beoorde‐
lingsgesprek, scholing, coaching, competentieontwikkeling);  medewerkers die proactief zijn en meedenken hoe resultaten, rekening houdend met hun kwali‐
teiten en ambities gerealiseerd kunnen worden, en leidinggevenden die vanuit leiderschap dit proces faciliteren en in goede banen leiden. De scholing en studiedagen zullen gericht zijn op het behalen van de doelen van het jaarplan en zul‐
len moeten aansluiten bij het strategisch beleid. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is niet door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. 3.2
PROFESSIONALISERING HUIDIGE SITUATIE School Lyndensteyn is een steunpuntschool voor epilepsie sinds 2011. In het schooljaar 2010‐2011 heeft een expertisegroep (leerkrachten, assistenten, medewerkers BHV, medewerker technische dienst) de cursus gedaan die nodig is om steunpuntschool te worden. In het schooljaar 2011‐2012 is er geen scholing geweest. Een verdiepingsmodule en een basiscursus voor assistenten is gepland voor 2012‐2013. School Lyndensteyn heeft voor de expertise en professionalisering contact met Sein in Zwolle. Er zijn afspraken gemaakt over het opstellen en invullen van epilepsieprotocollen voor leerlingen met epi‐
lepsie. Tijdens de tussenevaluatie in januari en de eindevaluatie van de handelingsplannen in juni worden de protocollen actueel gemaakt (wijziging protocol/ medicatie e.d.). Ouders lezen de proto‐
collen en zetten een handtekening. Deze cyclus is niet beschreven in de leerlingenzorgcyclus of in het veiligheidsbeleid. Leerkrachten en assistenten kregen jaarlijks scholing vanuit het revalidatiecentrum; in afstemming met school wordt de scholing aangeboden. De scholing gaat over ziektebeelden en de gevolgen voor Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 29 van 52 het onderwijs op school: leerlingen met een hersenbeschadiging en hemiplegie. Assistenten volgen scholing voor ‘beademing’, tillen en verzorging. In het schooljaar 2011‐2012 is er geen scholing georganiseerd. Leerkrachten volgen individueel de studie voor Speciaal Onderwijs. School Lyndensteyn stelt dit als voorwaarde om op school te kunnen werken. GEWENSTE SITUATIE Een zichtbare professionele cultuur waarbij de specifieke scholing van medewerkers aansluit bij de doelen in dit verbeterplan. Aansluiting vinden in het beleid ten aanzien van professionalisering, dat vastgelegd is in het scholingsbeleidsplan SGSO‐Fryslân. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is niet door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. ACTIEPUNTEN School Lyndensteyn heeft de komende jaren (t/m 2015) voor dit onderdeel de volgende verbeter‐
doelen opgesteld:  vastleggen van scholing voor epilepsie (verdiepingsmodule, basiscursus e.d.) voor de komende jaren;  vastleggen van scholing over ziektebeelden voor leerkrachten en assistenten;  scholing voor ICT, het optimaal gebruik kunnen maken van het digibord;  scholing voor het nieuw aan te schaffen leerlingvolgsysteem (ParnasSys);  scholing van medewerkers die past in het beleid en ambities van school. 3.3
INTERNE COMMUNICATIE HUIDIGE SITUATIE School Lyndensteyn heeft een vergaderstructuur vastgesteld. In deze structuur is de doelstelling, status, deelname en frequentie van de verschillende overlegmomenten vastgelegd. Binnen deze structuur worden diverse stappen in de beleidsontwikkeling gecommuniceerd:  MT‐overleg: besluitvormend, wekelijks, deelname directeur en teamleiders;  afdelingsoverleg: meningvormend, afstemming en voortgang ontwikkeling, initiatieven, deelname teamleider, intern begeleiders, psycholoog en orthopedagoog;  teamvergadering: leerkrachten en assistenten bij het eerste algemene gedeelte aanwezig. Infor‐
merend, mening vormend, input. Het tweede gedeelte is onderwijsinhoudelijk, assistenten mogen hierbij aanwezig zijn;  Commissie van Begeleiding: maandelijks SO en VSO, begeleiding leerlingenzorg en eindverant‐
woording leerlingenzorg. Er zijn in de vergaderplanning ook aparte overlegmomenten opgenomen voor assistenten en OOP (financiële administratie, administratie en technische dienst): functie gerelateerde zaken. Alle vergaderingen worden in de jaaragenda geplaatst door de schoolontwikkelaar en teamleiders. In gedeelde documenten kunnen medewerkers vastgelegde stukken terugvinden onder de verschil‐
lende domeinen. Er is een overzicht van alle vastgestelde documenten, datum van de vaststelling en de plaats waar het terug te vinden is. Pagina 30 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 GEWENSTE SITUATIE Er is een effectieve afstemming van de vergadermomenten met de verschillende teams en RF. De vergadermomenten zijn, voor zover mogelijk, aan het begin van het schooljaar vastgelegd (BTB‐
besprekingen, afstemmingsoverleg, interne werkbesprekingen e.d.). BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is nog niet door een interne kwaliteitspeiling beoordeeld. ACTIEPUNTEN We willen een interne kwaliteitspeiling afnemen in 2012‐2013. Optimaliseren van beleidsstukken en afspraken in map Gedeelde Documenten. 3.4
EXTERNE CONTACTEN HUIDIGE SITUATIE  Met Revalidatie Friesland wordt intensief samengewerkt. In voorwaardenscheppende zin levert Revalidatie Friesland specifieke revalidatiegeneeskundige expertise en zorgt er samen met de school voor dat de revalidatiegeneeskundige behandeling een meerwaarde heeft voor het on‐
derwijs aan de individuele leerling. Iedere leerling heeft vanaf het schooljaar 2011‐2012 zowel een handelingsplan (onderwijs) als een behandelplan (revalidatie). Deze handelingsplannen zijn nog niet optimaal op elkaar afgestemd.  School Lyndensteyn maakt deel uit van het Regionaal Expertisecentrum Fryslân binnen cluster 3. Dit betekent dat School Lyndensteyn diensten ontwikkeld ten behoeve van kinderen met lichame‐
lijke, meervoudige of verstandelijke beperking in de regio. De school werkt samen met o.a. ZML‐
en SBO‐scholen in Fryslân.  De gemeente Opsterland is verantwoordelijk voor de huisvesting. Er is jaarlijks overleg met de gemeente in het OOGO.  School Lyndensteyn ondersteunt daar waar mogelijk leerlingen die gebruik willen maken van de faciliteiten van manege ‘Onder de Linde’, het scoutingcentrum ‘De Ossewa’ en de logeermogelijk‐
heden van de Ronald McDonaldhoeve. Hetzelfde geldt voor organisaties of personen die leer‐
lingen aangepaste sport‐ of andere vrijetijdsactiviteiten aanbieden. De uren die leerlingen hier‐
voor besteden vallen buiten de gewone lesuren en horen bij de zogenaamde buitenschoolse acti‐
viteiten.  School Lyndensteyn heeft een nauwe band met stichting ‘Noorderbrug’. Deze stichting verzorgt diverse woon‐ en dagbestedingsvoorzieningen.  Voor onze meervoudig gehandicapte leerlingen werken wij samen met Talant.  Het Voortgezet Speciaal Onderwijs werkt samen met de Burgemeester Harmsmaschool om de diplomagerichte klassen te laten aansluiten op de actuele ontwikkelingen  Wij zijn Steunpunt Epilepsie en werken nauw samen met ‘de Waterlelie’ in Zwolle.  De scholen voor Praktijkonderwijs en REC‐scholen werken in Noord‐Nederland samen om het onderwijsaanbod en de arbeidstoedeling optimaal af te stemmen. GEWENSTE SITUATIE  Er is afstemming tussen het handelingsplan (onderwijs) en het behandelplan (revalidatie).  De overlegvormen tussen school en RF zijn functioneel en de onderliggende communicatiedocu‐
menten worden adequaat naar de betrokkenen gestuurd.  Er zijn ‘korte lijntjes’ tussen de klassenmentoren en de therapeuten van de kinderen in hun klas.  De contacten tussen de leerkracht en de therapeuten van RF zijn optimaal georganiseerd.  Het leerlingjournaal (op gedeelde documenten) borgt de schriftelijke contacten.  Leerkrachten hebben een overzicht van de behandelende therapeuten en artsen in hun klassen‐
map (telefoonnummers, emailadressen).  Leerkrachten coördineren de contacten met RF om de zorg optimaal te laten plaatsvinden. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 31 van 52  Leerkrachten nemen deel aan het afstemmingsoverleg ( AFO) en bereiden zich hierop voor.  Leerkrachten nemen deel aan het BTB‐overleg (BTB = behandelteambespreking) en bereiden zich hierop voor.  De voorbereiding bestaat uit het lezen en meenemen van het handelingsplan. In de voorbereiding kan ook een gesprek plaatsvinden met de Intern Begeleider, op verzoek van de leerkracht.  Op verzoek van de leerkracht kan ook de Intern Begeleider deelnemen aan het BTB‐gesprek.  De BTB’s staan in de jaaragenda, leerkrachten zijn op de hoogte van deze planning.  Leerkrachten ontvangen het BTB‐verslag na afloop van de bespreking (binnen 2 weken), en doen deze in het leerlingdossier in de klas. De administratie van School Lyndensteyn ontvangt ook 1 exemplaar en voegt deze in het leerlingdossier van de administratie. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is niet door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. ACTIEPUNTEN  Er is afstemming tussen het handelingsplan (onderwijs) en het behandelplan (revalidatie).  De overlegvormen tussen school en RF zijn functioneel en de onderliggende communicatiedocu‐
menten worden adequaat naar de betrokkenen gestuurd.  Er zijn ‘korte lijntjes’ tussen de klassenmentoren en de therapeuten van de kinderen in hun klas.  De contacten tussen de leerkracht en de therapeuten van RF zijn optimaal georganiseerd.  Het leerlingjournaal (op gedeelde documenten) borgt de schriftelijke contacten.  Leerkrachten hebben een overzicht van de behandelende therapeuten en artsen in hun klassen‐
map (telefoonnummers, emailadressen).  Leerkrachten coördineren de contacten met RF om de zorg optimaal te laten plaatsvinden.  Leerkrachten nemen deel aan het afstemmingsoverleg (AFO) en bereiden zich hierop voor.  Leerkrachten nemen deel aan het BTB‐overleg (BTB = behandelteambespreking) en bereiden zich hierop voor.  De voorbereiding bestaat uit het lezen en meenemen van het handelingsplan. In de voorbereiding kan ook een gesprek plaatsvinden met de Intern Begeleider, op verzoek van de leerkracht.  Op verzoek van de leerkracht kan ook de Intern Begeleider deelnemen aan het BTB‐gesprek.  De BTB‘s staan in de jaaragenda, leerkrachten zijn op de hoogte van deze planning.  Leerkrachten ontvangen het BTB‐verslag na afloop van de bespreking (binnen 2 weken), en doen deze in het leerlingdossier in de klas. De administratie van School Lyndensteyn ontvangt ook 1 exemplaar en voegt deze in het leerlingdossier van de administratie. 3.5
CONTACTEN MET OUDERS HUIDIGE SITUATIE Op onze school vinden wij de contacten met ouders erg belangrijk. Samen willen we aan de ontwik‐
keling van het kind werken. Een goede afstemming is hierbij erg belangrijk. Er is een aantal middelen voor communicatie:  instemming en advisering schoolbeleid: MR‐oudergeleding;  het organiseren van een inloopmiddag;  ouder‐ of thema‐avonden;  informatiebulletin Skoalle en Thús;  algemene informatie: zoals schoolgids, schoolkrant en website. De rechten en plichten van ouders zijn verwoord in het leerling‐ en ouderstatuut van de school. Af‐
spraken rondom bescherming van privacy zijn te vinden in het document WBP, en in de schoolgids. Pagina 32 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 GEWENSTE SITUATIE  Er is een adequate rapportage naar ouders/ belanghebbenden.  Ouders hebben voldoende inzicht in de resultaten van hun kind, middels het LVS en rapportages. Zowel mondelinge als schriftelijke informatie naar ouders zorgen voor voldoende inzicht.  De school houdt de ouders goed op de hoogte van de ontwikkelingen en vorderingen van hun kind. Naast de vaste momenten in de leerlingzorgstructuur, houdt de leerkracht en/of Intern Be‐
geleider de ouders op de hoogte van wijzigingen in de ontwikkeling van hun kind.  In geval van extra zorg worden ouders hier goed in betrokken.  De school geeft goede adviezen met betrekking tot de hulp die je als ouder kan geven.  De ouderavonden, gekoppeld aan de rapportage zijn zinvol.  De school geeft voldoende informatie over de verschillende mogelijkheden m.b.t. vervolgonder‐
wijs.  De school begeleidt ouders goed, en geeft adviezen bij de keuze van vervolgonderwijs.  De school gaat goed om met klachten.  De school houdt rekening met de mening van de ouders over de kwaliteit van de school.  De school geeft ouders informatie over de effecten van de verbeteractiviteiten.  de schoolgids wordt benut om ouders/ belanghebbenden te informeren over de schoolontwikke‐
lingen en de resultaten. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is door interne en externe kwaliteitspeilingen beoordeeld. De uitkomst van deze kwaliteitspeilingen gaven de volgende scores: Interne peiling  Diagnose WMK door de ouders van het SO ( juni 2012)  Diagnose WMK door de ouders van het VSO ( juni 2012)  Externe peiling  PKO door Inspectie (februari 2012) score 3,4 score 3,1 score: 3 ACTIEPUNTEN De school vraagt de ouders naar de mening over de kwaliteit van de school middels WMK, eens per 2 jaar. De school geeft voldoende informatie over de verbeteractiviteiten en de effecten van de verbeterac‐
tiviteiten middels de website, Skoalle en Thús en eventueel aanvullende documenten/ presentaties. Contacten met ouders is een onderdeel van het verbeterpunt communicatie in het jaarplan 2012‐
2013. De school geeft voldoende informatie over de resultaten van hun kind aan de ouders middels het handelingsplan en de daaraan gekoppelde tussenevaluatie. De school start in 2012‐2013 met het LVS ParnasSys en wil daarmee de rapportage aan ouders verder optimaliseren. 3.6
DE SCHOOLLEIDING HUIDIGE SITUATIE Het management van School Lyndensteyn is gereorganiseerd. Het management bestaat nu uit drie teamleiders en een directeur. Eén teamleider is gekoppeld aan het SO en de ander aan het VSO, en er is een teamleider voor de ambulante begeleiding. De directeur is eindverantwoordelijk voor de gehele schoolorganisatie. GEWENSTE SITUATIE De huidige invulling continueren en borgen. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 33 van 52 BEOORDELING & ANALYSE De inspectie heeft in haar oordeel aangegeven dat de wisselingen in het management niet bevorder‐
lijk zijn voor een goede aansturing van de school. Gelet op de uitvoering van het verbeterplan is con‐
tinuïteit in structuur en bezetting nu belangrijk. 3.7
INZET VAN MIDDELEN HUIDIGE SITUATIE  In elke klas is een computer voor de leerkracht/ assistent. Voor individuele leerlingen is er een computer, AlphaSmart of laptop. De aanvragen hiervoor verlopen via ergo van RF. Procedures nemen veel tijd en de aanpassingen zijn niet altijd effectief. Op de computers staan verschillende programma’s, deze werken niet altijd optimaal. Het ICT‐plan van 2000 is verouderd en zal her‐
schreven moeten worden.  In elke klas is een digibord, er is nog onvoldoende scholing geweest om deze digiborden optimaal te kunnen gebruiken.  het huidige leerlingvolgsysteem DataCare voldoet niet aan de eisen die wij stellen in het kader van het volgen van de ontwikkeling van leerlingen. Vanuit SGSO‐Fryslân heeft een werkgroep onder‐
zoek gedaan naar een geschikt leerlingvolgsysteem voor de scholen binnen SGSO‐Fryslân en School Lyndensteyn. Onlangs is besloten om met ParnasSys verder te gaan. GEWENSTE SITUATIE  Een nieuw ICT‐beleidsplan met geformuleerde doelen ten aanzien van bijvoorbeeld: - het vergroten van de praktische redzaamheid van leerlingen; - toename van zelfwaardering; - beter rekening houden met verschillen tussen leerlingen; - effectief gebruik van de onderwijstijd met de juiste middelen; - scholing van de leerkrachten m.b.t. het gebruik van het digibord.  Een effectief functionerend leerlingvolgsysteem (ParnasSys). BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is niet door een interne kwaliteitspeiling beoordeeld. ACTIEPUNTEN  ICT‐beleidsplan bijstellen/opstellen en borgen;  ParnasSys invoeren, implementeren en borgen. 3.8
SCHOOLADMINISTRATIE & PROCEDURES HUIDIGE SITUATIE De schooladministratie opereert autonoom en hanteert de procedures die gelden voor de school. GEWENSTE SITUATIE Richtlijnen voor procedures en administratie zijn beschreven. 3.9
VEILIGHEIDSBELEID HUIDIGE SITUATIE In 2010 is een integraal veiligheidsplan voor School Lyndensteyn vastgesteld (met o.a. klachtenrege‐
Pagina 34 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 ling, klokkenluidersregeling, incidentenregistratie en calamiteitenplan). In dit veiligheidsplan wordt verwezen naar diverse documenten die te vinden zijn op ‘Gedeelde Documenten’. In het plan wordt aangegeven dat er regelmatig wordt geëvalueerd. Het is niet duidelijk of dit gebeurt voor alle ge‐
noemde aspecten. Er wordt melding gemaakt van een jaarlijkse RI&E en dat deze jaarlijks op actualiteit opnieuw wordt uitgevoerd. In oktober 2010 is er tevens een calamiteitenplan opgesteld. Dit plan geeft een overzicht van maatregelen, procedures en voorzieningen die getroffen zijn om de calamiteitenbestrijding effi‐
ciënt op te starten. Het is onduidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is en hoe de verschillende vei‐
ligheidsaspecten bij elkaar komen en op elkaar afgestemd zijn. In de kwaliteitskaart epilepsie staan eisen t.a.v. veiligheid, deze zijn nog niet allemaal operationeel. Voor de veiligheid op het schoolplein tijdens de pauzes, worden er aan het begin van ieder schooljaar veiligheidspasjes gemaakt. Daarin staat per leerling het protocol voor het ziektebeeld (epilepsie), gedrag of andere aanwijzingen om de veiligheid te garanderen. GEWENSTE SITUATIE School Lyndensteyn voert een structureel veiligheidsbeleid (fysieke inrichting, toezicht e.d.). Er moet altijd een bijgewerkt integraal veiligheidsplan liggen met alle daarbij behorende documenten. Er moet een goed overzicht zijn van alle van belang zijnde documenten:  protocol conflicthantering;  pestprotocol;  veiligheidsbeleid op het plein (o.a. veiligheidspasjes), in de bus (o.a. medicatie mee naar school) en in de klas (o.a. opbergen medicatie). De communicatie naar belanghebbenden zal gestroomlijnd moeten worden. Alle eisen aan de veiligheid beschreven in de kwaliteitskaart epilepsie zijn uitgevoerd en operatio‐
neel. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is niet door een interne kwaliteitspeiling beoordeeld. ACTIEPUNTEN  RI&E opstellen;  Veiligheidsbeleid en achterliggende documenten evalueren en eventueel bijstellen;  Calamiteitenplan evalueren en eventueel bijstellen;  Kwaliteitsprofiel voor steunpuntschool epilepsie is operationeel;  Pestprotocol herzien. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 35 van 52 4.
BOVENSCHOOLSE NETWERKEN 4.1
COMMISSIE VAN INDICATIESTELLING HUIDIGE SITUATIE Tot 1 augustus 2014 blijft de indicatiestelling ongewijzigd. Vanaf 1 augustus 2014 bij invoering van de wet op het Passend Onderwijs is er een nieuw samenwerkingsverband Passend Onderwijs Fryslân. Zie verder www.recfryslan.nl. 4.2
COÖRDINATIE AMBULANTE BEGELEIDING HUIDIGE SITUATIE Leerlingen (ouders) die kiezen voor het plaatsen van hun kind in een vorm van regulier onderwijs kunnen een beroep doen op de expertise van de afdeling Ambulante Begeleiding. De begeleiding duurt maximaal vier jaar. We kennen de volgende vormen van ambulante begeleiding:  preventieve (kortdurende) ambulante begeleiding voor leerlingen die nog niet in aanmerking ko‐
men voor een indicatie, maar wel het risico lopen af te haken in het reguliere onderwijs;  ambulante begeleiding na over‐ of terugplaatsing naar regulier onderwijs voor de duur van maxi‐
maal een jaar;  ambulante begeleiding voor leerlingen die daarvoor een formele indicatie hebben voor de duur van maximaal vier jaar. In de periode 2011‐2015 zal de dienst ambulante begeleiding in de huidige vorm verdwijnen. De op‐
gebouwde expertise wordt in die periode ondergebracht in een kenniscentrum. De dan bij dit cen‐
trum beschikbare expertise wordt aangewend voor de eigen leerlingen van school en voor de sa‐
menwerkingspartners c.q. ‐verbanden in de regio. GEWENSTE SITUATIE  School Lyndensteyn wordt in en buiten de provincie gezien als expertisecentrum voor vragen rond leerlingen met een lichamelijke of meervoudige handicap of langdurige ziekte en is steunpunt epi‐
lepsie.  School Lyndensteyn geeft mytyl/tyltylonderwijs en revalidatiegeneeskundige zorg, ook in haar aanbod ambulante begeleiding. Deze geïntegreerde zorg heeft een toegevoegde waarde voor de regio.  De expertise is beschikbaar/ toegankelijk voor de leerlingen en hun ouders.  We delen de expertise met het regulier onderwijs.  Samen met partners (RF en SEIN) streven we naar een dekkend zorgnetwerk.  Meer intern begeleiden.  Medewerkers bemiddelen van werk naar werk. BEOORDELING & ANALYSE Realisatie hangt samen met de krimpcijfers en de boventalligheid in het regulier onderwijs. De posi‐
tieve verevening kan het streefpercentage gunstig beïnvloeden ACTIES  Onderwijskundig en maatschappelijk ondernemerschap ontwikkelen bij de mensen.  Financiële risico’s in kaart brengen en beheersen.  Professionalisering.  Monitoren van de opbrengsten.  Bedrijfsplan opstellen. Pagina 36 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012  Gebruik maken van marktonderzoek.  Evt. partners zoeken om eigen positie te borgen.  Onderzoeken en contacten leggen met ondersteunende diensten. 4.3
BEGELEIDING VAN OUDERS HUIDIGE SITUATIE  Schoolmaatschappelijk werk kan inspelen op actuele maatschappelijke onderwerpen en daarbij ondersteuning verlenen aan de ouders van de schooldagleerlingen.  School Lyndensteyn kan ouders verwijzen naar haar ketenpartners (o.a. Revalidatie Friesland, MEE, Jeugdzorg, GGD etc.). Zie bedrijfsplan REC‐Fryslân. GEWENSTE SITUATIE  Schoolmaatschappelijk werk volgend aan Commissie van Begeleiding.  Primaire en wettelijke taak aanwezigheid Commissie van Begeleiding. BEOORDELING & ANALYSE Niet van toepassing. ACTIES Niet van toepassing. 4.4
OPTIONELE REC‐TAKEN HUIDIGE SITUATIE Zie ambulante begeleiding. GEWENSTE SITUATIE Niet van toepassing. BEOORDELING & ANALYSE Niet van toepassing. ACTIEPUNTEN Niet van toepassing. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 37 van 52 5.
ANALYSE / VERVOLG SCHOOLONTWIKKELING KWALITEITSPROFIEL SCHOOL LYNDENSTEYN MEI 2012 Externe kwaliteitsbepaling PKO Kwaliteitsprofiel Kwaliteitsaspecten Interne kwaliteitsbepaling PKO TO 04 2010 03 2011 1. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 1.1 Visie/Missie 1.2 Levensbeschouwelijke identiteit 02 2012 datum Pagina 38 van 52 1.3 Kader Goed Onderwijs 2. ONDERWIJS & LEREN DOMEIN A: OPBRENGSTEN 2.1 Opbrengsten DOMEIN B: ZORG EN BEGELEIDING 2.2. Ontwikkelingsperspectief DOMEIN C: ONDERWIJSLEERPROCES 2.3 Leerstofaanbod * 2.4 Leertijd 2.5 Schoolklimaat 2.6.1 Didactisch handelen 2.6.2 Actieve, zelfstandige rol leerling 2.7.1 Afstemming 2.7.2 Pedagogisch handelen DOMEIN D: KWALITEITSZORG 2.8 Systeem van kwaliteitszorg 3. BELEID EN ORGANISATIE 3.1 Integraal personeelsbeleid 3.2 Beroepshouding 3.3 Professionalisering 3.4 Interne communicatie 3.5 Externe contacten 3.6 Contacten met ouders 3.7 De schoolleiding 3.8 Inzet van middelen 3.9 Schooladministratie &procedures 4. BOVENSCHOOLSE NETWERKEN 4.1 commissie van indicatiestelling 4.2 coördinatie ambulante begeleiding 4.3 begeleiding van ouders 4.4 optionele REC‐taken * LEERSTOFAANBOD: VAKGEBIEDEN 1. Nederlandse taal & communicatie 2. Engels 3. Rekenen/ wiskunde 4. Mens, natuur & techniek 5. Mens & maatschappij 6. Cult. oriëntatie & creatieve expressie 7. Bewegen & sport 8. Friese taal 9. Voorbereiding arbeid/dagbesteding Schoolplan opgestuurd Onderwijstijd voldoet aan de wet Schoolplan School Lyndensteyn Q.S Diagnose Ouders Leerling Audit 10‐4‐12 19‐6‐12 22‐5‐12 7‐3‐12 5‐12 17‐7 2012 5.1
OVERZICHT VERBETERDOELEN / ACTIEPUNTEN ANALYSE EN KEUZES Op basis van de verbeterdoelen per onderdeel is een verzamelstaat opgesteld, met een overzicht van alle te plannen verbeteracties voor de komende 4 jaar. Na een analyse op schoolniveau is hieruit een keuze gemaakt voor de daadwerkelijk te plannen beleidsvoornemens in het Schoolontwikkelingsplan. Bij deze analyse is betrokken:  strategisch en tactisch bovenschools beleid;  SWOT‐analyse (evt. vertaald naar de schoolsituatie);  interne en externe kwaliteitspeilingen (zie ambitieniveau);  opbrengsten uit de vorige schoolplancyclus;  inschatting van urgentie door (onderwijskundig) management en team. Als belangrijkste criteria worden gehanteerd:  wettelijke eisen;  toekomstige ontwikkelingen en tendensen;  ambitie van de school;  haalbaarheid van doelen, draagkracht van het team;  beschikbare deskundigheid;  financiële en personele haalbaarheid. Bij het formuleren van de verbeterdoelen is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: SP vorige schoolplancyclus; KZ interne en externe kwaliteitsmetingen: school, inspectie, audits; O&L ouders en leerlingenenquêtes; IB ingebracht door IB‐ers; DIR ingebracht door directie; A anders; JV jaarverslag; VBP verbeterplan. 1. Algemene uitgangspunten Nr. Bron Omschrijving 1.1 SP Missie/visie  Zijn de kernwaarden nog actueel en terug te vinden in de ontwikkelingen van school.  De school vertaalt haar uitgangspunten bij de domeinen: opbrengsten, zorg & begeleiding, onderwijs en leren en zorg voor kwaliteit.  Het motto: ”Wês grutsk op dysels en wiis mei in oar” is een belangrijke drijfveer voor het dagelijkse handelen van de medewerkers. Dit motto zal in de verschil‐
lende beleidsterreinen duidelijk terug te vinden zijn. 1.2 SP Levensbeschouwelijke identiteit  Afspraken maken over hoe we aandacht geven aan onze identiteit. 1.3 KZ Kader Goed Onderwijs  Formuleren en vastleggen van het Onderwijsconcept in de map Kader Goed Onderwijs. 1.3.1 KZ  De school heeft de doelgroepen ingedeeld in een basis‐, verdiept en intensief arrangement. Bij een intensief arrangement heeft de school beschreven welke interventies voor de leerling nodig zijn en welke criteria er zijn voor een wijzi‐
ging van de leerroute. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 39 van 52 2. Onderwijs & leren ‐ Domein A: Opbrengsten ‐ 2.1 OPBRENGSTEN Nr. Bron Omschrijving 2.1 KZ  Opbrengsten jaarlijks in kaart brengen op schoolniveau en leerling niveau  School Lyndensteyn maakt een kwaliteitskaart opbrengsten.  School Lyndensteyn legt het ambitieniveau vast per leerroute. 2. Onderwijs & leren ‐ Domein B: Zorg en Begeleiding ‐ 2.2 ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF Nr. Bron Omschrijving 2.2 KZ  Bij het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief en uitstroomniveau is reke‐
ning gehouden met de beschikbare onderwijs‐ en therapietijd  Formuleren van vragen om de handelingsplannen voldoende te kunnen evalue‐
ren.  School Lyndensteyn toont aan dat zij er alles aan doet om te waarborgen dat de leerlingen zich optimaal ontwikkelen.  Protocol beschrijven voor de CvB, waarin criteria zijn vastgelegd waarop leer‐
lingen worden geplaatst in een leerroute.  Alle hoofdstukken zijn klaar in de map Leerlingenzorg.  De afstemming tussen school en Revalidatie Friesland is vastgelegd in de cyclus leerlingenzorg. De communicatie tussen school en RF is functioneel en doeltref‐
fend. 2. Onderwijs & leren ‐ Domein C: Onderwijsleerproces ‐ 2.3 LEERSTOFAANBOD Nr. Bron Omschrijving KZ  Voor alle doelgroepen heeft de school een passend leerstofaanbod.  Het leerstofaanbod is gericht op het ontwikkelen en bereiken van een zo groot mogelijke mate van zelfstandigheid van de leerling in de toekomstige naschool‐
se situatie. Vakgebieden Nr. Bron Omschrijving IB Taal: Spelling doelen en aanbod per profiel. 2. Onderwijs & leren ‐ Domein C: Onderwijsleerproces ‐ 2.4 LEERTIJD Nr. Bron Omschrijving KZ  Er is een optimale afstemming tussen het onderwijsleerproces en de onderwijs‐
tijd.  Er is een optimale afstemming tussen de leertijd en de onderwijsbehoeften van de leerlingen, waar nodig leerstof ‘indikken’. De afstemming therapie en onder‐
wijs zijn opgenomen in het ontwikkelingsperspectief.  In het lesrooster van het VSO staan alleen vakken (niet keuzevakken en arbeids‐
toeleiding).  In het VSO is bij arbeidstoeleiding beschreven wat de doelen en onderwijsin‐
houden zijn.  School Lyndensteyn heeft een zichtbaar beleid vastgesteld voor afstemming van de leertijd en de kenmerken van de doelgroep.  Leerkrachten zullen vaardigheden ontwikkelen om adequaat in te spelen op individuele onderwijsbehoeften van de leerlingen, en de beschikbare onderwijs‐
tijd effectief te benutten. 2. Onderwijs & leren ‐ Domein C: Onderwijsleerproces ‐ 2.5 SCHOOLKLIMAAT Nr. Bron Omschrijving KZ De school heeft voor de leerlingenpopulatie een gewenst pedagogisch klimaat be‐
schreven, waar nodig per doelgroep. Pagina 40 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 2. Onderwijs & leren ‐ Domein C: Onderwijsleerproces ‐ 2.6 DIDACTISCH HANDELEN Nr. Bron Omschrijving 2.6.1 KZ  De cyclus leerlingenzorg is verwerkt in de jaarplanner. Per onderdeel staat wat de verwachtingen zijn voor de leerkracht/ IB/ GD/ TL: groepsplan schrijven, handelingsplan, klassenbezoek etc. Deze onderdelen komen dan ook op de teamvergadering aan de orde. De input naar de klassen toe is zo effectief en functioneel. 2.6.2 IB Mogelijk aandachtspunt:  Het laten samenvatten van de uitleg / opdracht door de leerling  Zelfstandige rol van de leerling wordt meegenomen bij didactisch handelen en de vakgebieden die per schooljaar specifieke aandacht krijgen. 2. Onderwijs & leren ‐ Domein C: Onderwijsleerproces ‐ 2.7 AFSTEMMING Nr. Bron Omschrijving 2.7.1 PKO  De afstemming van de onderwijstijd en de onderwijsbehoeften van de leer‐
lingen is effectief. 2. Onderwijs & leren ‐ Domein D: Onderwijsleerproces ‐ 2.8 SYSTEEM VAN KWALITEITSZORG Nr. Bron Omschrijving PKO  Formuleren en vastleggen van het onderwijsconcept, dat aansluit bij de leer‐
lingpopulatie (zie hfdst. Kader Goed Onderwijs).  Formuleren en vastleggen van systematiek van het opbrengstengericht werken. WMK  Formuleren en vastleggen van systematiek van het evalueren van het leren en onderwijzen.  Formuleren en vastleggen van systematiek van het evalueren van de leerlingen‐
zorg.  Formuleren en vastleggen van systematiek van borging.  Formuleren en vastleggen van systematiek van het verband tussen de kwali‐
teitszorg en de visie op leren en onderwijzen en leerlingenzorg. Aanvullende aandachtspunten directie:  Voor het team zichtbaar maken van de professionele cultuur.  Voor het team zichtbaar maken hoe de school de sociale veiligheid voor leer‐
lingen en personeel waarborgt. 3. Beleid en organisatie ‐ Personeel Nr. Bron Omschrijving 3.2 Professionalisering  Vastleggen van scholing voor epilepsie (verdiepingsmodule, basiscursus e.d.) voor de komende jaren.  Vastleggen van scholing over ziektebeelden voor leerkrachten en assistenten.  Scholing voor ICT, het optimaal gebruik kunnen maken van het digibord.  Scholing voor het nieuw aan te schaffen leerlingvolgsysteem.  Scholing van medewerkers die past in het beleid en ambities van school. 3.3 Interne communicatie  interne kwaliteitspeiling afnemen in 2012‐2013.  Optimaliseren van beleidsstukken en afspraken in map gedeelde documenten. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 41 van 52 A. Organisatie Nr. Bron Omschrijving 3.9 Inzet van middelen  ICT beleidsplan opstellen en borgen.  Scholing van de leerkrachten m.b.t. het gebruik van het digibord.  Leerlingvolgsysteem. Veiligheidsbeleid  RI&E opstellen.  Veiligheidsbeleid en achterliggende documenten evalueren en eventueel bijstel‐
len.  Calamiteitenplan evalueren en eventueel bijstellen.  Kwaliteitsprofiel voor steunpuntschool epilepsie is operationeel.  Pestprotocol herzien. 4.2 Coördinatie Ambulante begeleiding  Onderwijskundig en maatschappelijk ondernemerschap te ontwikkelen bij de mensen.  Financiële risico’s in kaart brengen en beheersen.  Professionalisering.  Monitoren van de opbrengsten.  Bedrijfsplan opstellen.  Gebruik maken van marktonderzoek.  Evt. partners zoeken om eigen positie te borgen.  Onderzoeken en contacten leggen met ondersteunende diensten. B. Financiën Nr. Bron Omschrijving C. Huisvesting Nr. Bron Omschrijving D. Communicatie (intern/ extern/ ouders) Nr. Bron Omschrijving 3.5 Contacten met ouders:  Er is een adequate rapportage naar ouders/ belanghebbenden.  De schoolgids, website, skoalle en thús worden benut om ouders/ belangheb‐
benden te informeren over de schoolontwikkelingen en de resultaten. Contacten met scholen:  Er is een effectieve informatiestroom van algemene‐ en leerlinggegevens tussen de scholen en School Lyndensteyn. Pagina 42 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 5.2
SCHOOLONTWIKKELINGSPLAN Planning verbeterdoelen 2012‐2015 WERKWIJZE  De te plannen verbeterdoelen worden op hoofdlijnen geformuleerd in het schoolontwikkelings‐
plan. In het jaarplan worden de verbeterdoelen uitgewerkt in jaardoelen en te plannen stappen.  In dit schoolontwikkelingsplan is per beleidsterrein de ontwikkelingsfase aangegeven:*) 1 = visie ontwikkeling/planning & voorbereiding (beschrijven gewenste situatie); 2 = praktijkervaring/ invoering; 3 = implementatie; 4 = evaluatie/borging.  Achter het huidige schooljaar is een extra kolom toegevoegd. Middels een afkorting wordt de verantwoordelijke coördinator van dit onderdeel toegevoegd: D = directeur IB = IB‐er TL = teamleider MT = managementteam S = schoolontwikkelaar Hiermee krijgt men tevens een overzicht van de draagkracht en capaciteit van de aansturing .  Het totaal aan geplande acties in het schoolontwikkelingsplan dient als leidraad bij de te formule‐
ren jaarplannen. Op basis van deze voorgenomen ontwikkelingen kan in de financiële paragraaf een reservering/ begroting gemaakt worden t.b.v. de financiële consequenties van deze ontwikke‐
ling. *)
Om een goede implementatie van de veranderingsonderwerpen te waarborgen is het belangrijk om deze ontwikkelingsfases daadwerkelijk in te plannen. Vuistregel daarbij is dat elke fase gemiddeld een schooljaar kan duren. Dit is vanzelfsprekend af‐
hankelijk van het onderwerp, het ‘voorwerk’, de ontwikkelingscapaciteit, personele en financiële middelen, enz. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 43 van 52 Pagina 44 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 SCHOOLONTWIKKELINGSPLAN (PLANNING LANGE TERMIJN) Gebruikte afkortingen voor coördinatoren: D – IB – TL – MT – SCH ( zie ook bovenstaande pagina) F= fase Beleidsterrein
1.
2012-2013
ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 1.1. VISIE/MISSIE 1.2. IDENTITEIT 1.3. ONDERWIJSKUNDIG KADER
2.
- Herformuleren visie/missie. - Afnemen SWOT‐analyse. - Beschrijven gewenste situatie onderwijstijd en didactisch handelen, zelfstandige rol leerling, maken en vaststellen bijbehorende kwaliteitskaarten. - Borging kader. - Beschrijven pedagogisch handelen en schoolklimaat. - Beschrijven transitie. ONDERWIJS & LEREN 2013-2014
F F F MT MT S IB/GD
IB 1 1 1 2 3 1/2 2/3 4 1 2 3 2/3 4 - Beschrijven pedagogisch handelen en schoolklimaat. - Beschrijven transitie. - Implementatie in kaart brengen opbrengsten. - Kwaliteitskaart opbrengsten formu‐
leren. - Implementatie LVS. 3 - Jaarlijks in kaart brengen op‐
brengsten. 4 3 - Evaluatie/ borging LVS. 4 A: OPBRENGSTEN 2.1 Opbrengsten - Systematiek beschrijven in kaart brengen opbrengsten. MT 1 2 B: ZORG EN BEGELEIDING
2.2. Ontwikkelingsperspectief C: ONDERWIJSLEERPROCES
2.3 Leerstofaanbod * - Inrichten digitaal LVS (ParnaSsys). - Evalueren/borgen ontwikkelingsperspectief. MT 1/2 4 2.3.1 Vakgebieden SO Taal Nederlands Engels Frysk Soc.Em.Ontwikkeling Oriëntatie op Mens en Wereld
- Beschrijven samenhang leerstof en leerroute. - Leerstofaanbod SL ( SWOT). - Beschrijven leerstof en referentieniveaus. 2014-2015
coör‐
dinatie MT 1 2 3 3 4 4 - Praktijkervaring methodes, effectieve leertijd en didactisch IB handelen implementeren. Technisch lezen Begrijpend lezen Spelling - Praktijkervaring methodes, effectieve leertijd en didactisch IB handelen implementeren. Schrijven Rekenen IB 3 IB - Borgen. 4 - Praktijkervaring methodes, effectieve leertijd en didactisch handelen implementeren. - Praktijkervaring methodes, effectieve leertijd en didactisch handelen implementeren. Expressievakken Bewegingsonderwijs Gezond&Redzaam gedrag
Vakgebieden VSO PV1 Techniek PV2 Consumptief PV3 Groen PV4 Dienstverlening PV 5 Ambachtelijk werk AVO Rekenen - Visie ontwikkeling nieuwe methode. - Beschrijven gewenste situatie. - Praktijkervaring methodes, effectie‐
ve leertijd en didactisch handelen implementeren. - Praktijkervaring/invoering. 1/2 - Oriëntatie/ beschrijving. TL/IB 1 - Praktijkervaring/invoering. 2/3 - Borging. 4 - Oriëntatie/ beschrijving. TL/IB 1 - Praktijkervaring/invoering. 2/3 - Borging. 4 - Oriëntatie/ beschrijving. TL/IB 1 - Praktijkervaring/invoering. 2/3 - Borging. 4 - Oriëntatie/ beschrijving. TL/IB 1 - Praktijkervaring/invoering. 2/3 - Borging. 4 - Oriëntatie/ beschrijving. TL/IB 1 - Praktijkervaring/invoering. 2/3 - Borging. 4 - Ontwikkelen/vernieuwen. 1 - Borging. 4 AVO Nederlands - Ontwikkelen/vernieuwen. TL/IB 1 - Praktijkervaring/invoering. 2/3 - Borging. 4 Vakgebieden VMBO - Aansluiten bij aanbod Harmsmaschool. TL/IB 1 - Praktijkervaring/invoering. 2/3 - Borging. 4 2.4 Leertijd - Formuleren hoe de afstemming is tussen leertijd en on‐
derwijsbehoeften leerlingen. - Kwaliteitskaart vaststellen en afnemen. Kwaliteitskaart toepassen op alle vakgebieden. MT - Beschrijven gewenst school klimaat voor de leerlingen, koppelen aan pedagogisch handelen IB. IB/GD 1 2.5 Schoolklimaat 2/3 3 2 - Praktijkervaring/invoering. 2 - Invoering/borging. 3 4 2.6.1 Didactisch handelen
2.6.2 Actieve betrokkenheid
2.7.1 Afstemming 2.7.2 Pedagogisch handelen
D: KWALITEITSZORG 2.8 Systeem van kwaliteitszorg
3.
- Koppeling aan vakgebied, in SO bij taal en spelling. MT - Binnen Pro AVWD koppelen aan praktijkvakken, bij VMBO koppeling aan de theoretische vakken. - Koppeling aan vakgebieden, in SO bij taal en spelling. MT - Binnen Pro AVWD koppelen aan praktijkvakken, bij VMBO koppeling aan de theoretische vakken. Ook koppeling aan transitie binnen het VSO. - Zie leertijd. B. ORGANISATIE C. FINANCIËN D. HUISVESTING E. COMMUNICATIE 4.
- Systeem kwaliteitszorg implementeren en borgen. - Formuleren onderwijsconcept. MT Scholing epilepsie en ziektebeelden, ICT (digibord). Scholing LVS. Gesprekkencyclus. Taakbeleid. LVS ParnasSys. Veiligheidsbeleid RI&E opstellen. Veiligheidsbeleid evalueren en bijstellen. Onderzoek mogelijkheden rond de symbioseregeling. Financiën inzichtelijk maken. Budgetteren inrichting lokalen. Ouders informeren over schoolontwikkelingen en resulta‐
ten. - Adequate communicatie intern en extern (ouders/ belang‐
hebbenden). - Koppeling aan vakgebied, zie lezen en begrijpend lezen. - Koppeling aan vakgebied, in SO bij rekenen. - Koppeling aan vakgebied, zie lezen en begrijpend lezen. - Zie leertijd. 2 -
- Koppeling aan vakgebied, in SO bij rekenen. - Zie leertijd. IB/GD 1 MT - Systeem kwaliteitszorg borgen. 3/4 - Formuleren systematiek evalueren leren& onderwijzen, leerlingenzorg. 3 1/2 2 4 1/2 4 1 MT MT MT MT MT NETWERKEN A. COMMISSIE VAN INDICATIE‐
STELLING B. COÖRDINATIE AMBULANTE BEGELEIDING 3 - Er is beschreven het gewenst schoolklimaat voor de leer‐
lingen. - Er is een koppeling gemaakt in de beschrijving tussen het schoolklimaat en het pedagogisch handelen. BELEID & ORGANISATIE A. PERSONEEL 3 3 3/4 - Systeem kwaliteitszorg borgen. - (bij)scholing epilepsie en ziektebeel‐
den. - Gesprekkencyclus. 4 3/4 - (bij)scholing epilepsie en ziek‐
tebeelden. - Gesprekkencyclus. 4 - LVS Parnassys. - ICT‐beleidsplan. 3/4 1 - LVS Parnassys. - ICT‐beleidsplan. 4 2 - Borgen huidige situatie t/m 2014. MT 4 - Nader vast te stellen (sept 2012). MT 4 C. BEGELEIDING VAN OUDERS
D. OPTIONELE REC‐TAKEN
E. SGSO F. EFFECTIEF ONDERWIJS
G. NETWERKEN VSO H. SBO -
Nader vast te stellen. Nader vast te stellen ( sept 2012). Invoering/ praktijkervaring systematiek kwaliteitszorg. Invoering/ praktijkervaring Netwerk SGSO. Oriëntatie netwerken VSO. Invoering praktijkervaring netwerk SBO. MT SCH MT IB 2 2 1 2 3 3 2 3 6.
FINANCIEEL BELEID 6.1
OVERZICHT INKOMSTEN HUIDIGE SITUATIE Sinds november 2011 is de controller van SGSO Fryslân ingeschakeld voor het financiële proces. Hier‐
voor wordt een vergoeding betaald. Er is nu één integrale begroting voor School Lyndensteyn. Er is een eerste stap gezet om de (financi‐
ele) formatie van de beide afdelingen te ontvlechten, waardoor er per afdeling keuzes gemaakt kun‐
nen worden. De geldstromen van beide afdelingen zijn te verschillend, om het als één geheel te be‐
schouwen. Het management heeft op dit moment onvoldoende zicht op de financiële ‘resultaten’ binnen een (school)jaar. Het is lastig om beslissingen te nemen wanneer er niet periodieke managementinforma‐
tie beschikbaar is. Er is niet op elk onderdeel duidelijkheid over middelen die afgedragen worden aan externe partijen. GEWENSTE SITUATIE Het is gewenst dat het management beschikt over periodieke managementinformatie. Meer betrok‐
kenheid bij het opstellen van de begroting aan de hand van de beleidsmatige en organisatorische keuzes die gemaakt zijn of gemaakt worden. Uitgangspunt is dat School Lyndensteyn een eigen begroting heeft en dat de middelen die wij tot onze beschikking hebben, ingezet worden voor het doel waarvoor ze bestemd zijn. BEOORDELING & ANALYSE Niet van toepassing. ACTIEPUNTEN Niet van toepassing. 6.2
SPONSORING HUIDIGE SITUATIE De school tracht voorzieningen, die niet door de overheid worden gefinancierd, te realiseren door fondsenwerving. Bij fondsenwerving is voorwaarde dat er geen tegenprestaties verlangd mogen worden die het beleid van de school beïnvloeden of die leiden tot ongewenste reclameactiviteiten in de school. GEWENSTE SITUATIE De huidige situatie continueren BEOORDELING & ANALYSE Niet van toepassing. ACTIEPUNTEN Niet van toepassing. Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 49 van 52 6.3
BEGROTINGEN (VERWIJZINGEN) HUIDIGE SITUATIE Er is onvoldoende een koppeling tussen beleid en begroting. (Onderwijskundige) keuzes die gemaakt worden moeten terug te vinden zijn in de begroting en in de jaarrekening. GEWENSTE SITUATIE Op basis van de uitvoering van dit schoolplan en het daaraan gekoppelde jaarplan zullen jaarlijks financiële keuzes gemaakt moeten worden voor opname in de begroting. Van belang is ook dat in het financieel jaarverslag steeds een koppeling komt naar het onderwijskundige beleid met name waar het gaat om financiële consequenties. BEOORDELING & ANALYSE De huidige analyse is niet door een interne of externe kwaliteitspeiling beoordeeld. ACTIEPUNTEN Beleid koppelen aan financiën. Inzicht in periodieke managementinformatie. Verantwoording van middelen die ingezet zijn voor uitvoering beleid. Pagina 50 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012 7.
BIJLAGEN 7.1
FORMULIER VASTSTELLING VAN SCHOOLPLAN FORMULIER ‘Vaststelling van schoolplan’
School:
Adres:
Postcode/plaats:
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het
van _________________ tot __________________ (datum) *)
geldende schoolplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag,
plaats, land
datum
handtekening
naam
functie
*) maximaal vier jaar
Juni 2012 Schoolplan School Lyndensteyn Pagina 51 van 52 7.2
FORMULIER INSTEMMING MET SCHOOLPLAN FORMULIER ‘Instemming met schoolplan’
School:
Adres:
Plaats:
VERKLARING
Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in
te stemmen met het
van _________________ tot __________________ (datum) *)
geldende schoolplan van deze school.
Namens de medezeggenschapsraad,
plaats, land
datum
handtekening
naam
functie
*) maximaal vier jaar
Pagina 52 van 52 Schoolplan School Lyndensteyn 17‐7 2012