MES CGI publiceert voor de 15e keer overzicht van MES-systemen Nieuwe MES-surve y ziet het licht CGI publiceert voor de 15e keer de MES-survey, een uitgave die in de sector inmiddels als een standaardwerk wordt beschouwd. Jan Snoeij, Principal Consultant bij CGI legt voor Process Control uit hoe de survey tot stand komt én wat er dit jaar opvalt. Joeri van der Kloet D e MES-survey geeft inmiddels vijftien jaar een overzicht van de markt van aanbieders van MES (Manufacturing Execution Systems)pakketten. CGI is de uitgever van dit overzicht en eigenlijk is het bedrijf daar min of meer toevallig ingerold. Jan Snoeij is Principal Consultant bij CGI en hij vertelt: “De auteur van het eerste overzicht kwam bij ons werken en wij vonden het dermate interessant dat wij er verder mee zijn gegaan. De belangrijkste reden dat wij met het project aan de slag gingen was dat we zelf wilden weten wat er nu allemaal op de markt te vinden was. Dat het nu inmiddels een standaardwerk is geworden, konden we toen nog niet weten.” Elk jaar worden er honderden exemplaren 52 | nummer 4 | 2014 van de survey verzonden naar lezers in de industrie over de hele wereld. “Vaak zijn deze lezers zoekende naar een MES en het rapport helpt ze om uit het grote aanbod van MES-oplossingen een shortlist te maken”, legt Snoeij uit. “De laatste stap om tot een definitieve keuze te komen, maken ze dan samen met de leveranciers op die shortlist. Uiteraard zijn ook de MES leveranciers zelf en hun system integrator partners ieder jaar weer benieuwd naar de laatste ontwikkelingen en wat hun concurrenten te bieden hebben.” Inspanning Het is elk jaar weer een enorme klus om de survey te vervaardigen. Snoeij: “Je moet je voorstellen dat er zo’n honderdzeventig leveranciers van MES-systemen bij ons bekend zijn. Ik schat dat dat ongeveer de helft is van het werkelijke aantal producenten. De meeste producenten in Europa en NoordAmerika zijn bekend, maar er zijn ook tientallen bedrijven in China die zulke systemen maken. Vaak hebben zij niet eens een engelstalige website en dan wordt communicatie erg lastig. Alle bedrijven die bij ons bekend zijn, krijgen een uitnodiging van ons om opnieuw mee te doen. Daarnaast worden wij benaderd door ons onbekende bedrijven die ook graag in de survey willen staan.” De data die nodig is voor de survey wordt verkregen door het invullen van vragenlijsten. “We hebben het dan over een lijst van bijna negenhonderd items”, vertelt Snoeij. “Bedrijven die al eerder hebben meegedaan, krijgen de lijst met hun eerder ingevulde antwoorden reeds voorgedrukt. Zij hoeven alleen de antwoorden na te lopen op actualiteit. Nieuwe bedrijven moeten echter ‘from scratch’ beginnen en dat vergt een flinke inspanning.” Make to order Na het verkrijgen van de ruwe data begint het werk pas echt bij CGI. “Losse data an sich is natuurlijk interessant, maar onze lezers zijn benieuwd naar correlaties en dwars- doorsnedes. Dat maakt het mogelijk om verschillende systemen objectief met elkaar te kunnen vergelijken,” legt Snoeij uit. Diezelfde correlaties en dwarsdoorsnedes leggen bepaalde trends bloot. Snoeij: “Vroeger was de IT-kant van zo’n pakket de beperkende factor, maar die tijd is voorbij. We zien nu dat informatie belangrijker is geworden in het proces. Vroeger produceerde je grote hoeveelheden van één product, maar tegenwoordig werkt dat in veel branches niet meer. De volumes worden kleiner en onderlinge variatie wordt steeds groter. Consumenten willen gepersonaliseerde en gecustomiseerde producten, die ook nog eens de allernieuwste technologie herbergen. Denk aan ‘make to order’ producten en varianten daarop. De vraag is dus veel complexer geworden en dat maakt productieprocessen ook complexer. Adequate informatie is dus belangrijk om te kunnen omgaan met die complexere processen.” Een andere trend, die overigens nauw samenhangt met de hiervoor genoemde trend, is de druk op de kosten. Snoeij: “Grote series zie je steeds minder, dus de druk op de kosten is daardoor groter geworden. Hoe kun je als fabrikant dan toch nog een goed lopend proces faciliteren dat ook nog eens rendeert? Het antwoord zit hem in lean produceren. Het gaat er om wat de toegevoegde waarde is voor de consument. Alles wat je doet als producent moet daar aan bijdragen. Het begrip consument begint ook steeds breder te worden. Je hebt het over de eindgebruiker, maar ook over de retailer en zelfs de tussenhandel. Vroeger was een fabriek een zwarte doos. Je gooide er materialen en manuren in en hoopte dat er een product uit kwam. Nu is er vraag naar andere producten en varianten, die ‘niks’ mogen kosten en ook nog verantwoord geproduceerd zijn. Een tool als het MES moet het werken op de vloer makkelijker maken, maar als je processen an sich niet goed genoeg zijn, kom je er alsnog niet met dat product. Leveranciers van MES-systemen beginnen dat overigens steeds beter te begrijpen. Je ziet steeds vaker dat er complete begeleidingstrajecten worden aangeboden vanuit die leveranciers en hun partners.” Flexibel Een ander opvallend punt heeft te maken met de toenemende druk vanuit de overheden. Snoeij: “Je ziet dat wetgeving steeds 53 strikter wordt. In de farmacie en voeding was men er al wel aan gewend, maar andere markten krijgen ook te maken met steeds striktere wetgeving. Denk daarbij maar eens aan de automotive industrie waar veiligheid een steeds grotere factor wordt waar rekening gehouden mee dient te worden. Als fabrikant kun je het vervelend vinden steeds maar het bewijs te moeten leveren dat je het volgens de regels hebt gedaan, maar je kunt er ook je voordeel mee doen. Het levert je inzicht in wat er feitelijk in je productieprocessen gebeurt en daarne de mogelijkheid je prestatie te verbeteren. Je MES moet daar echter wel geschikt voor zijn en wij zien dat die geschiktheid vooral kan worden uitgedrukt in wat ik ‘agility’ noem. Een MES moet niet zo star zijn dat je bij elke piepkleine verandering een dure programmeur weken moeten laten werken. Nee, juist de wat flexibeler MES-systemen scoren hoog op punten die met sterk veranderende wetgeving te maken hebben, als ze flexibel genoeg zijn om vlot aan te passen.” Specifiek De eerste MES-systemen kon je gebruiken in een fabriek waar medicijnen werden vervaardigd, maar ook in de automotive industrie. “Al snel zag je dat leveranciers zich gingen richten op MES-systemen voor specifieke industrieën. In 2008 veranderde dat weer toen de crisis toesloeg, maar nu zie je sinds een jaar of twee weer dat er steeds meer specifieke MES-systemen worden ontworpen. Daarnaast zien we een onderscheid tussen grote en kleine bedrijven. De grote leveranciers hebben klanten in diverse industrieën in diverse landen en de kleinere 54 | nummer 4 | 2014 bedrijven richten zich vaak op een specifieke industrie en zijn vaak actief in hun eigen geografische gebied.” Smartphones Een laatste trend - en zeker niet de minst interessante - heeft betrekking tot de ontwikkelingen in mobile devices. Snoeij: “Voorheen was consumentenelectronica volledig ongeschikt voor de werkvloer. Er werden uitsluitend industriële PDA’s gebruikt, maar dat is nu fors veranderd. Voor heel veel toepassingen volstaat een reguliere smartphone tegenwoordig heel goed. Als er geen specifieke eisen zijn op het gebied van hygiëne of brandveiligheid, kun je steeds meer dingen in een plant met een smartphone regelen. Je ziet dat leveranciers van MES-systemen daar dan ook goed op inhaken. Vorig jaar berekenden we dat ongeveer vijftien procent van de MES-systemen overweg kon met een smartphone en dit jaar zitten we op vijfenvijftig procent. Een enorme toename dus. Omdat de consumentenelectronica steeds goedkoper wordt, levert dat vaak een aardige kostenbesparing op.” De vraag rijst echter ogenblikkelijk of die consumentenelectronica net zo goed bestand is tegen cybercriminaliteit als de industriële PDA’s dat zijn. “Goed punt”, vindt Snoeij. “Vroeger kon je met één goede firewall op je enige gateway tussen de fabriek en je kantoor en de rest van de wereld vrij zeker zijn van een adequate beveiliging. Met meer consumentenelectronica zul je daar meer aandacht aan moeten besteden. Ook als applicaties gehost worden in de cloud, ook een feature die we nu af en toe zien opduiken.”
© Copyright 2024 ExpyDoc