Frietkotjes vereeuwigd voor het te laat is

2 In BEELD
Frietkotjes vereeuwigd voor het te laat is
Wie kent ze niet? De frietkotjes langs Belgische wegen. Sinds vorig jaar is die
Belgische frietkotcultuur toegevoegd aan de Inventaris voor Immaterieel
Erfgoed van de Vlaamse overheid. Terecht: frietkoten zijn een symbool
voor het land, ze zijn lichtbakens langs de Belgische departementale wegen.
En toch zijn ze bedreigd: een voor een, langzaamaan maar gestaag, worden
ze afgebroken omdat ze, volgens de overheid althans, niet meer passen in
het straatbeeld, en omdat de departementale wegen sinds de komst van
de autosnelwegen veel minder worden gebruikt. Wie nog van de ziel van
een echt frietkotje wil proeven zal snel moeten zijn. Voor fotograaf Jesse
Willems was dit hét moment om een mooie ode aan de Belgische frietkoten
samen te stellen: ziehier ‘Barak Friture’!
Jesse Willems begon in de winter van 2013 aan een gefragmenteerde roadtrip
langs Belgische wegen, om er foto’s te maken van frietkotjes. Hij rondde zijn
project dit voorjaar af - minder dan een jaar later dus. En toch zijn sommige
van de kotjes die hij fotografeerde ondertussen verdwenen. “In Antwerpen
bijvoorbeeld stonden er vroeger veel, die nu stuk na stuk verdwijnen. En het is toch
een van je taken als fotograaf om dingen vast te leggen voor ze verdwijnen, niet?
Dus ik dacht, het is nu niet het moment, dat was het vijf jaar geleden al. Het is
geen vijf voor 12, maar vijf na 12!”
Het begon allemaal met één frietkotje dat hij in gedachten had. “Daar ben ik
naartoe geracet op het moment dat ik dit idee kreeg. Maar ik was te laat: het
was net gerenoveerd en had al zijn charme verloren. En toen heb ik via Facebook
een oproep geplaatst. Ik merkte dat een frietkot iets heel persoonlijk is. Iedereen
begon direct te wedijveren: mijn frietkot is het beste! Een frietkot is blijkbaar een
stuk van mensen hun identiteit. Ik kan me niet voorstellen dat mensen even gepassioneerd zouden gereageerd hebben als het over hun gazettenwinkel had gegaan.”
Hij begon alle suggesties en tips op te zoeken via Google Street View. “Zo
vond ik soms heel mooie dingen, maar dan zie je dat die foto’s dateren van enkele
jaren geleden. Ik heb dus wel een paar trips naar de Ardennen gedaan om dan
ter plekke vast te stellen dat er niets meer was… Het was vooral een oefening
om te leren mijn ogen open te doen en te kijken naar dingen waar ik anders aan
voorbij kijk. Een frietkot is iets dat je heel snel negeert, maar nu kan ik er niet meer
naast kijken. Ik zie overal nog leuke kotjes, spijtig dat de selectie al gemaakt is.”
En die selectie maken voor het boek was best wel moeilijk. “Ik vind het moeilijk
om dit af te sluiten. Ik heb voor een stuk de selectie gemaakt op basis van hoe het
frietkot er uit ziet en een stuk op fotografisch vlak. Het mocht niet te klinisch zijn,
dat vind ik te gemakkelijk. Ik wilde er zoveel mogelijk orde in scheppen. Ik heb heel
veel gehad aan ‘Deutschland’ van Gerry Johansson. Zijn lijnen zijn fantastisch. Alle
vluchtlijnen komen altijd ‘toevallig’ samen in één punt. En dat heb ik in sommige
van mijn foto’s ook proberen te steken. En dat zijn de foto’s waar ik het meest
tevreden over ben. Dat was een manier om te kiezen.” Een andere en minstens
even belangrijke inspiratiebron was het moment: de fotograaf heeft zich laten
leiden door het toeval, om zo kleine, alledaagse, oprechte tafereeltjes vast te
kunnen leggen. Jesse kreeg de kans om verschillende beelden te maken van
vaste klanten, mensen die hun wekelijkse, of in sommige gevallen dagelijkse,
portie frieten kwamen kopen. Het leverde een paar leuke of ontroerende
anekdotes op, die mee in het boek zijn opgenomen.
“Als het aan mij lag, zou ik de keuze maken op een half
uur. Maar als ik dan twee dagen later opnieuw zou kijken
zou ik de keuze opnieuw op een half uur maken, maar
zou ik helemaal andere foto’s kiezen. Ik heb geleerd dat ik
werk zoveel mogelijk moet laten liggen, moet laten rijpen.
En dat ik niet te snel mag oordelen. Als ik een foto zie,
dan kan ik het beeld dat ik zie niet loskoppelen van het
gevoel dat ik ervaren heb op het moment dat ik de foto
maakte. Je ruikt de geur van dat frietvet, het is mooi weer,
alles wat er rond hangt kan ik niet loskoppelen van de foto.
En net dat maakt het soms heel moeilijk om te kiezen.”
Een groot deel van de foto's uit ‘Barak Friture’ zijn analoge beelden, gemaakt met een Rolleiflex, op Portrafilm. “Analoog fotograferen helpt me een beetje om rust
te vinden. Het gaat allemaal net iets trager en bewuster
dan digitaal fotograferen. Wat niet wegneemt dat veel
beelden in het boek digitaal gemaakt zijn, maar door voor
een stuk voor analoog te kiezen heb ik geleerd om net
iets trager te fotograferen. Grootste hindernis voor het
analoog fotograferen is voor mij het vinden van het goede
lab. In België is een goede middenformaatscan niet zo
evident, of heel duur. Dus je bent een beetje aangewezen
op buitenlandse labo's en rolletjes opsturen via Fedex is
toch een beetje een risico...”
Autodidact
Jesse is een autodidact die journalistiek studeerde en
ondertussen vijf jaar bezig is als freelancefotograaf.
“Nieuwsgierigheid zat er altijd al wel in. Maar op het
moment dat ik afgestudeerd ben als journalist, ben ik wel
als fotograaf beginnen werken. Om eerlijk te zijn, omdat ik
het geduld niet had om te monteren. Ik kon wel de goeie
beelden maken met de filmcamera, maar monteren vond
ik verschrikkelijk. En dan ben ik beginnen fotograferen.
En leerde ik dat ik zo ook een verhaal kon vertellen. Of
beter, ben ik aan het leren dat ik zo een verhaal kan
vertellen. Want dat is een blijvend proces. Ik denk dat het
ook typisch is voor autodidacten. Ik heb altijd het gevoel
dat anderen alles wel beter zullen weten omdat ik geen
academie heb gedaan. Ik moet me blijven bijscholen. Dat
is bij mij ook heel letterlijk: vanaf het moment dat ik opsta
tot wanneer ik ga slapen ben ik met fotografie bezig. Ik
zou niet kunnen leven zonder.”

In Beeld 3
© Jesse Willems / Apollo - Wijnegem
4 In Beeld
© Jesse Willems / 't Barakske - Willebroek
In Beeld 5
© Jesse Willems / Bij Warke - Diest
6 In beeld
Al sinds hij zich kan herinneren is hij gefascineerd door beelden. Door de
jaren heen is die honger naar visuele prikkels, met name naar sprekende
foto’s, alleen maar toegenomen. “Ik probeer hem te stillen door mijn boekenkast
te vullen met boeken over straat- en portretfotografie. Ik ben echt verslaafd aan
fotoboeken. Ik heb een gigantische verzameling. Ik moet beeld hebben. En beeld
op internet werkt voor mij minder goed dan wanneer ik beelden afgedrukt zie. Dat
is voor een stuk inspiratie, maar ook gewoon zien waar anderen mee bezig zijn
en wat ik daaruit kan leren. Technische boeken hebben me nooit geïnteresseerd.
Als techniek primeert boven de inhoud van het beeld, dan maakt dat het beeld
soms kapot vind ik. Ik maak soms bewust onscherpe foto’s. Het gevoel dat ik zou
hebben mochten die scherp zijn, zou heel banaal zijn.”
Maar Jesse zoekt zijn inspiratie niet alleen in fotografie. “Ik vind bijvoorbeeld
filmmaker David Lynch fantastisch qua sfeer, of kunstenaar Rinus Van de Velde,
of Gerhard Richter en Edward Hopper. Daar kan je zoveel van leren, ook qua
licht. Die zijn allemaal fantastisch. Saul Leiter bijvoorbeeld ook, zijn beelden zijn
pure poëzie. Dat zit qua sfeer tegen Hopper, maar dat heeft vooral te maken
met de tijdsgeest waarin hij fotografeerde. Eigenlijk vind ik de meeste bekende
Kodachrome fotografen die in kleur werkten in de jaren ’50 en ’60 fantastisch.
Maar het gaat heel breed, want ik vind ook bv. Martin Parr heel goed. Er is een foto
in de reeks die ik bewust een beetje die kant laat opgaan. Zo’n inspiratiebronnen
vind ik veel interessanter dan bijvoorbeeld naar Photokina gaan om de nieuwste
camera’s te ontdekken.”
Toekomst
Wat hij vooral wil, is zijn beelden verder laten evolueren. “Ik probeer hoe langer
hoe meer weg te stappen van de melancholie die ik in het begin had. Het moet
wel doordrenkt zijn van gevoel. Het is voor mij pas echt goed als ik een gevoel
rechtstreeks in een foto kan gieten. Dat is natuurlijk iets minder van toepassing op
de frietkotjes, omdat dat nogal straight forward is. Als ik een idee helemaal kan
filteren tot één beeld, is het voor mij het meest interessant. En er zijn een paar
foto’s waar ik daar al in slaag. Maar het is echt een proces. Ik ben uiteindelijk ook
nog maar vijf jaar bezig, dus ik wil er echt mijn tijd voor nemen. Als ik naar mijn
website kijk, dan zie ik wel in sommige beelden dat het proces aan het lukken is.
Maar ik ben nogal kritisch voor mezelf. Dat houdt je alert. Voor mij is een beeld
pas geslaagd als het op een kruispunt zit tussen optimisme en dreiging. Ik heb
een aantal beelden die wel kloppen voor mij, bv. een beeld genomen in IJsland met
de middernachtzon en een reflectie in een raam. Dat is heel dreigend, ook al is
het eerder abstract. Dat soort beelden zit voor mij wel juist. Er moeten altijd wat
weerhaken inzitten. Er mag een hoek af zijn. Ik wil graag meer persoonlijk werk
maken. Nu doe ik vooral veel opdrachtwerk. En met dit project heb ik geleerd
dat ik met mijn persoonlijk werk ook wel iets kan doen. Ik hoop dat ik meer en
meer voor mezelf kan werken en de beelden kan maken die ik wil. Dat ik mijn
eigen klant word.” (je)
n
‘Barak Friture’ van Jesse Willems is in oktober verschenen
bij uitgeverij Luster (lusterweb.com), isbn 9789460581359,
20 x 18,5 cm, 132 p., € 21,50.
Meer zien? Check www.jessewillems.be of spring eens binnen
in de pop-upstore die hij samen met fotograaf Artur Eranosian
zal openhouden van 1 november tot 21 december 2014 op
de Turnhoutsebaan in Deurne i.h.k.v. het pop-upfestival Tuba.
Hij zal er 10 zeefdrukken te koop aanbieden met foto’s uit de
reeks ‘Get real far’!
Jesse Willems (°1984) werkt sinds 2009 als freelance fotograaf.
Hij specialiseerde zich voornamelijk in portretten maar is
ook gepassioneerd door straatfotografie. Als autodidact
beschouwt hij elke foto die hij maakt als deel van een continu
en eclectisch leerproces, waarbij zijn stijl kan variëren van
gedurfd en abstract tot meer klassiek en tijdloos. Zijn werk
werd gepubliceerd in onder andere ‘The Times’, ‘The New York
Times’, ‘De Standaard’, ‘De Morgen’, ‘Trouw’, ‘FD’, ‘Le Vif’, …
In Beeld 7
© Jesse Willems / Friture - Martelange