Onderbouwing no go-beslissing Havenontwikkeling Het Klooster Concept 23-1-2014 Inleiding Begin 2012 is een project gestart voor een havenontwikkeling op bedrijvenpark Het Klooster in Nieuwegein. Aanleiding voor het project was de grote filedruk in de regio Utrecht, gecombineerd een dreigend tekort aan containerterminalcapaciteit in de provincie. Doelstellingen van het project zijn: Minder files door benutting binnenvaart als alternatief voor wegtransport Versterken concurrentiepositie bedrijvenpark Verbeteren duurzaamheid bedrijvenpark De eerste go/no go-beslissing zou medio 2012 worden genomen. Deze beslissing zou gaan over de locatiekeuze en start van de marktbenadering. Hiervoor is een locatieonderzoek uitgevoerd waarin vier locaties op Het Klooster beoordeeld zijn aan de hand van 16 criteria. Vanwege nieuwe inzichten in de marksituatie is de go/no go-beslissing uitgesteld. Eind 2012 zijn een aantal belangrijke marktpartijen geconsulteerd. Dit heeft geresulteerd in een nieuw business concept waarvoor concrete interesse bestaat vanuit de markt. Voor deze business case zijn aanvullende onderzoeken gedaan naar: 1. nautische veiligheid; 2. geluid; 3. maatschappelijke kosten en baten. Deze notitie bevat een samenvatting van alle onderzoeksresultaten en sluit af met het no go-besluit dat is genomen door de besturen van de provincie Utrecht en de gemeente Nieuwegein. Business case De oorspronkelijke business case 1 Begin 2011 heeft Mercator Novus een initiële integrale business case opgesteld voor een haven op bedrijvenpark Het Klooster in Nieuwegein. Hun conclusie was dat er een business case was voor een haven met containerterminal omdat uitgegaan werd van: 1. een verdubbeling van het containertransport naar de provincie Utrecht tussen 2010 en 2035 als gevolg van economische groei en containerisering, en 2. een verschuiving van het aandeel binnenvaart in Utrecht van 23% naar 45% als gevolg van de modal shifteisen van de Tweede Maasvlakte. In 2011 is door Rijk en regio een reservering gemaakt voor een overheidsbijdrage van maximaal € 10 mln om eventuele meerkosten voor een duurzaam havenontwerp te kunnen financieren. Aanvullend hierop is voor het project €420.000, - Europese subsidie beschikbaar gesteld. Van containerterminal naar binnenvaart overslagstation (BOS) 2 Medio 2012 bleek dat er onvoldoende zicht was op de minimaal benodigde 35.000 TEU /jaar voor een rendabele business case. Redenen hiervoor waren (1) de ontwikkelingen op de containerterminals van Lage Weide (Utrecht) en Medel (Tiel) en (2) het gebrek aan uitzicht op voldoende klanten op bedrijvenpark Het Klooster (nu alleen V&D met 4.000 TEU per jaar, waarvan de helft leeg retour). Nadat het vermoeden ontstond dat er geen business case meer was voor een volwaardige containerterminal, is een marktconsultatie gedaan om er achter te komen of dit vermoeden bevestigd werd door het bedrijfsleven. Deze consultatie resulteerde in de suggestie van Havenbedrijf Rotterdam voor een dependance/opstaphalte voor 1 2 Bron: Haven Het Klooster - Initiële (integrale) Business Case, Mercator Novus, januari 2011. TEU = Twenty foot Equivalent Unit, een maat voor containers. 1-6 containers, gericht op het bedrijvenpark. Bij een marktconsultatie in de regio bleek vervolgens concrete interesse te bestaan voor op- en overslag van bouwstoffen, gecombineerd met een beperkte overslagvoorziening voor containers die in beginsel alleen klanten op het bedrijvenpark bedient. Verschillen tussen het oorspronkelijke idee voor een containerterminal en het idee van een binnenvaart overslagstation (BOS) zijn: 1. meer gericht op de lokale markt in plaats van op de regionale markt; 2. ontlasting van lokale wegennet in plaats van extra belasting; 3. minder geluidhinder. Locatieonderzoek Op Het Klooster zijn vier locaties onderzocht. De locaties 1 en 2 liggen langs het Amsterdam-Rijnkanaal. De locaties 3 en 4 liggen langs het Lekkanaal. Andere locaties op Het Klooster zijn om diverse redenen niet geschikt. In het beoordelingsrapport voor de locatiekeus is het oorspronkelijke idee 3 van een volwaardige containerterminal gescoord op 16 criteria , waarvan er 10 betrekking hebben op ruimtelijke kwaliteit en kwaliteit van de leefomgeving. De onderstaande score geldt voor de oorspronkelijke business case (containerterminal). Locatie 1 verdient de voorkeur, omdat deze locatie - uitgaande van een insteekhaven - geen mogelijk onoplosbare knelpunten kent. Belangrijke aandachtpunten voor locatie 1 zijn nautische veiligheid, geluidbelasting en de commerciële aantrekkelijkheid. Voor alle locaties zijn de lokale verkeersafwikkeling en de Nieuwe Hollandse Waterlinie belangrijke politieke issues gebleken. 1 ARK-zuid 2 ARK-noord 3 LK-noord 4 LK-zuid Economie en mobiliteit Verkeer en vervoer (regionaal) Verkeer en vervoer (lokaal) Nautische veiligheid Commerciële aantrekkelijkheid Eigendomsverhouding Recreatie + 0 --+ - + 0 - + 0 + -- + 0 + ---- Ruimtelijke kwaliteit Nieuwe Hollandse Waterlinie Landschap Natuur Archeologie - ------ ------ ----- Kwaliteit leefomgeving Geluidbelasting Luchtkwaliteit Externe veiligheid Waterkwaliteit Waterkwantiteit Bodem -0 0 0 -0 --- --0 ---- 0 ---0 3 De 16 criteria zijn gescoord volgens de volgende systematiek: + positief effect 0 niet of nauwelijks effect - beperkt negatief effect -- groot negatief effect, met financiële en/of procesmatige gevolgen --- mogelijk onoplosbaar knelpunt voor de betreffende locatie 2-6 Nautische veiligheid In juni 2012 is de bestuursovereenkomst aangaande aanleg van de 3e kolk van de Prinses Beatrixsluis, de verbreding van het Lekkanaal en de havenontwikkeling op Het Klooster afgesloten tussen het Rijk, de provincie Utrecht en de gemeente Nieuwegein. Hierin is opgenomen dat het Rijk positief aankijkt tegen aanleggen van een binnenhaven die gelegen is in het plangebied voor verbreding van het Lekkanaal, mits de vormgeving en inpassing van de binnenhaven zodanig zijn, dat de nautische veiligheid voor de scheepvaart ter plaatse niet verslechtert als direct dan wel indirect gevolg van de realisatie van de binnenhaven. Vanuit financiële overwegingen gaat de voorkeur uit naar een ingekaste langshaven. De meerkosten voor een 4 insteekhaven bedragen namelijk € 6,5 mln (prijspeil 2018) waardoor de totale benodigde overheidsinvestering ruim boven de beschikbare € 9,2 mln zou uitkomen. Bij de intekening van de ingekaste langshaven is rekening gehouden met: 1. de voorgenomen voorkeur voor locatie 1 (zie pagina 2); 2. een afstand van 2 scheepslengtes tot de brug (A27); 3. de eigendomsgrens voor de gemeente Nieuwegein (noordelijk); 4. de diepte van de inkasting (24 m. conform de Richtlijnen voor de vaarwegen). In overleg met het Rijk is geconcludeerd dat een ingekaste langshaven op de voorgenomen voorkeurslocatie - ongeacht eventuele compenserende maatregelen - leidt tot een verslechtering van de nautische veiligheid voor de scheepvaart. Geluidbelasting Op basis van het geluidonderzoek dat is uitgevoerd voor de locatiekeuze, is geconcludeerd dat op locatie 1 voldaan kan worden aan de geldende geluidnormen indien gekozen wordt 5 voor een insteekhaven . Voor een ingekaste langshaven is het niet mogelijk om zonder meer te voldoen aan de geluidwetgeving. Om onder de maximaal toegestane piekbelasting te kunnen opereren moet het BOS in de nacht gesloten worden en in de avond gebonden worden aan maatregelen die de business case verslechteren. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een ondernemer akkoord zal gaan met deze voorwaarden. Het piekgeluid in de 6 nacht is voor twee (en mogelijk vier) woningen ontoelaatbaar . 4 5 6 Bron: MKBA Het Klooster, Ecorys, januari 2014 Bron: Locatieonderzoek Havenontwikkeling Het Klooster - Beoordeling nautiek, verkeerskunde en geluid, DHV, nov. 2012 Bron: Akoestisch haalbaarheidsonderzoek binnenvaartoverslagstation Het Klooster, Cauberg-Huygen, aug. 2013 3-6 Ook de geluidnorm voor de gemiddelde etmaalbelasting zal met een ingekaste langshaven worden overschreden. Het bevoegd gezag heeft diverse mogelijkheden om voor de gemiddelde geluidbelasting waarden hoger dan 50 dB(A) vast te stellen. De mate waarin dit juridisch verdedigbaar is, hangt af van de nut en noodzaak en de wijze waarop met alternatieven en compenserende maatregelen is omgegaan. De vraag is echter of de hoge geluidbelasting nog optreedt als de piekbelasting is teruggebracht. Geconcludeerd wordt dat op locatie 1 een insteekhaven nodig is om aan de vigerende geluidwetgeving te kunnen voldoen. Een ingekaste langshaven is een mogelijke optie indien het BOS beperkt wordt in haar bedrijfsvoering en ’s nachts gesloten wordt. Verkeerskundige impact Eén van de doelstellingen van de havenontwikkeling is vermindering van de filedruk. Om deze te kunnen bepalen is het belangrijk om te weten welke verkeersstromen worden vervangen door het transport per binnenvaart. 4 In het verkeersonderzoek van DHV is aangenomen dat een containerterminal ervoor zorgt dat vrachtautobewegingen tussen de havens van Rotterdam en – in minder mate – Amsterdam en Antwerpen worden vervangen door de binnenvaart. Dit heeft een kleine doch significant effect op de rijkswegen tussen Rotterdam en Utrecht. De lokale verkeersafwikkeling hangt in deze casus sterk af van de situering van de klanten van de containerterminal. Als het merendeel van de klanten op het bedrijvenpark zit, heeft de containerterminal een positieve impact op de lokale verkeersafwikkeling. 4 In de MKBA wordt anders geredeneerd. Zolang de capaciteit van de Container Terminal Utrecht (en de bouwstoffenoverslag) op Lage Weide nog niet volledig benut is/zijn, zal een overslagstation op Het Klooster vooral zorgen voor een verschuiving van transport van Lage Weide naar Het Klooster. Dit leidt in het meest positieve geval tot een vermindering van transportbewegingen binnen de regio Utrecht. Geconcludeerd wordt dat de doelstelling van minder files niet of onvoldoende gerealiseerd wordt zolang er op Lage Weide nog voldoende capaciteit is voor op en overslag van containers en bouwstoffen. Impact op de Nieuwe Hollandse Waterlinie Het Klooster maakt deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). Het besluit tot aanleg van het bedrijvenpark was vanuit die optiek dan ook niet onomstreden. Uiteindelijk is een compromis gesloten dat verankerd is in het bestemmingsplan en in het stedenbouwkundig plan voor het bedrijvenpark. In het bestemmingsplan is een strook (groen en figuur) gereserveerd voor nader uit te werken doeleinden voor natuur, recreatie en cultuurhistorie. De voorkeurslocatie ligt niet in deze strook, in tegenstelling tot de andere drie potentiele locaties. De “groenstrook” ten zuiden van de voorkeurslocatie heeft - conform het bestemmingsplan een functie voor de ecologische hoofdstructuur. De EHS op Het Klooster is met het vaststellen van de nieuwe Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie echter komen te vervallen. 7 In de Heritage Impact Assessment die is uitgevoerd door het Rijk ten behoeve van de verbreding van het Lekkanaal, is de impact bepaald op de volgende elementen van de NHW: hoofdverdedigingslijn, militaire elementen en de inundatievelden. Omdat de voorkeurslocatie geen onderdeel uitmaakt van de verdedigingslijn (dijk) en bijbehorende militaire elementen (kazematten), is het effect op de NHW beperkt tot vermindering van de kwaliteit van de inundatievelden. 7 Bron: Nieuwe Hollandse Waterlinie - Heritage Impact Assessment, Land-ID, mei 2103 4-6 Maatschappelijke kosten en baten Op dit moment is het maatschappelijk-economisch niet verantwoord om de plannen voor aanleg van een binnenvaartoverslagstation door te zetten. De maatschappelijke baten wegen niet op tegen de maatschappelijke kosten (zie onderstaande tabel). Dit heeft voornamelijk te maken met het feit dat er momenteel geen gebrek aan overslagcapaciteit is, waardoor een deel van de containeroverslag en de gehele bulkoverslag een verschuiving is van Lage Weide naar Het Klooster. Dit is interessant voor de business case van exploitant van het 4 overslagstation op Het Klooster, maar daar profiteert de maatschappij als geheel niet van . De business case is negatief. De jaarlijkse winst is dusdanig laag dat de initiële investeringen zich in 35 jaar nog niet terug verdienen. Er lijkt geen ruimte binnen de business case om beperkingen in de exploitatie (zoals een nachtsluiting) te dragen. Op basis van de resultaten van de MKBA is het niet verantwoord om een publieke financiële bijdrage te leveren aan de havenontwikkeling. Deze bijdrage zou wel nodig zijn voor compenserende maatregelen ten behoeve van de geluidbelasting en de nautische veiligheid. Het denkbaar dat er na 2030 behoefte ontstaat aan een containerterminal op Het Klooster, indien: 1. de bestaande containerterminal capaciteit op Lage Weide, bij Tiel en eventueel in Lelystad niet volstaat om te voldoende aan de vraagt naar containers in de provincie Utrecht; 2. er op bedrijvenpark Het Klooster bedrijven komen die grote hoeveelheden containers transporteren op basis waarvan een containerterminal rendabel kan opereren. 5-6 No go-besluit Het project “Havenontwikkeling Het Klooster” wordt gestaakt. Gemeente Nieuwegein stelt in 2014 een visie op voor de ontwikkeling van deelgebied 4 van Het Klooster (de noordpunt, waarvoor het bestemmingsplan geactualiseerd moet worden). In deze visie komt te staan of het al dan niet zinvol is om dit gebied te blijven reserveren voor een havenontwikkeling, temeer omdat waarschijnlijk een insteekhaven nodig zal zijn om de geluidbelasting en de nautische veiligheid tot een acceptabel niveau te reduceren. Voor deze insteekhaven is ruimte nodig. Een havenontwikkeling op Het Klooster is opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) van Utrecht. De PRS is kaderstellend voor het provinciale beleid. Deelgebied 4 van Het Klooster ligt geheel binnen de rode contour van Nieuwegein. In paragraaf 5.5.3.4 van de PRS is over dit deelgebied het volgende opgenomen: “De uitbreiding aan de noordkant van bedrijventerrein Het Klooster met 10 hectare netto is opgenomen. Deze uitbreiding is uitsluitend bedoeld als ‘Blue Port’ voor watergebonden bedrijfsvestigingen.” In de Provinciale Ruimtelijk Verordening, die bindend is voor de gemeenten, is niets opgenomen over de haven. In 2017 wordt de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie herijkt. Op dat moment wordt besloten of de havenreservering gehandhaafd blijft. De gemeentelijke visie op deelgebied 4 zal hiervoor de basis vormen. 6-6
© Copyright 2024 ExpyDoc