Persbericht

ABLYNX’ ANTI-vWF NANOBODY, CAPLACIZUMAB, BEHAALT
KLINISCHE PROOF-OF-CONCEPT IN FASE II TITAN STUDIE






Eerste-in-zijn-klasse opportuniteit met status van weesgeneesmiddel voor de behandeling van
verworven trombotische trombocytopenische purpura
Proof-of-concept met statistisch significante daling van 39% in duur tot normalisatie van het
aantal bloedplaatjes in vergelijking tot placebo in patiënten die geen plasmaferese
ondergingen alvorens initiële behandeling met caplacizumab
De patiëntengroep behandeld met caplacizumab in combinatie met de standaardbehandeling
bereikte meer dan twee keer zo snel bevestigde normalisatie van het aantal bloedplaatjes
tegenover de groep die de standaardbehandeling plus placebo kreeg tijdens de periode van 30
dagen na de aanvang van de toediening van het studiegeneesmiddel. De p-waarde was 0.013.
81% van de patiënten behaalde volledige remissie tegenover 46% in de placebogroep
73% minder exacerbaties tegenover placebo gedurende de behandeling met caplacizumab
Algemeen goed verdragen, met beheersbare toename in bloedingsneigingen
De resultaten zullen vandaag om 17u (Belg. tijd) tijdens een webcastpresentatie worden toegelicht.
De webcast is toegankelijk via de homepagina van Ablynx' website www.ablynx.com
of door hier te klikken.
Voor deelname aan vraag- en antwoordsessie, gelieve het nummer +32 (0) 2 400 1972 te vormen met
bevestigingscode 5793077.
GENT, België, 17 juni 2014 – Ablynx [Euronext Brussels: ABLX] deelde vandaag mee dat het positieve
resultaten behaald heeft in de Fase II TITAN studie met het anti-WF Nanobody, caplacizumab, in
patiënten met verworven trombotische trombocytopenische purpura (TTP), een zeldzame aandoening
van het bloedstollingssysteem die leidt tot uitgebreide microscopische tromboses in kleine bloedvaten
doorheen het ganse lichaam. Behandeling met caplacizumab bovenop de standaardbehandeling
resulteerde in een statistisch significante vermindering in duur tot bevestigde normalisatie en ging
gepaard met minder exacerbaties en meer volledige remissies in vergelijking met patiënten die de
standaardbehandeling plus placebo ontvingen.
De wereldwijde Fase II klinische TITAN studie was een enkelvoudig blinde, gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie die van januari 2011 tot januari 2014 recruteerde. In totaal werden 75 patiënten
op een 1:1 basis in een actieve behandelingsgroep en een placebogroep gerandomiseerd. Alle patiënten
kregen de huidige standaardbehandeling die voornamelijk bestaat uit meervoudige plasmaferesen. Het
protocol voor de studie werd in september 2013 aangepast, zodat één dag met plasmaferese nog kon
plaatsvinden voor de aanvang van de studie. De patiënten in de actieve behandelingsgroep kregen
meteen een intraveneuze bolusdosis van 10 mg caplacizumab gevolgd door een dagelijkse subcutane
dosis van 10 mg van het geneesmiddel, tot 30 dagen na de allerlaatste plasmaferese. Patiënten in de
controlegroep kregen op dezelfde tijdstippen placebo toegediend.
Het primaire eindpunt van de studie was de duur tot bevestigde normalisatie van het aantal
bloedplaatjes, wat de klinische beslissing ondersteunt om de dagelijkse plasmaferesen stop te zetten. De
resultaten van deze studie toonden aan dat de patiëntengroep behandeld met caplacizumab in
combinatie met plasmaferesen, meer dan twee keer zo snel bevestigde normalisatie van het aantal
bloedplaatjes bereikte tegenover de groep die de standaardbehandeling plus placebo ontving, op gelijk
welk tijdstip gedurende de periode van 30 dagen na de aanvang van toediening van het
studiegeneesmiddel, zoals blijkt uit de “risico” ratio van 2,2 (p = 0.013, 95%-betrouwbaarheidsinterval
[1.28-3.78]); waar het "risico" de snelheid is waarmee een gebeurtenis zich voordoet, waar hier
bevestiging van de normalisatie van het aantal bloedplaatjes wordt bedoeld. De duur om bevestigde
normalisatie van het aantal bloedplaatjes te bereiken in patiënten die geen plasmaferese hadden
ondergaan vóór de eerste dosering met caplacizumab, had een mediaan van 3.0 dagen in de
caplacizumabgroep vergeleken met een mediaan van 4.9 dagen in de placebogroep - een potentieel
klinische relevante daling van 39%.
Het mogelijke beschermende effect van caplacizumab bij de behandeling van TTP werd ook aangetoond
door het 73% lagere aantal patiënten die een exacerbatie ervaarden in de actieve behandelingsgroep
vergeleken met de controlegroep, met 3 (8%) van de patiënten die caplacizumab toegediend kregen die
een exacerbatie vertoonden, vergeleken met 11 (28%) bij patiënten behandeld met placebo. Een
exacerbatie wordt gedefinieerd als de herhaling van trombocytopenie (laag aantal bloedplaatjes) die
herstart vereist van plasmaferese binnen 30 dagen na het stoppen van de eerste dagelijkse
plasmafereseperiode. Belangrijk is dat 81% van de met caplacizumab behandelde patiënten volledige
remissie bereikten vergeleken met 46% van de met placebo behandelde patiënten, waarbij "volledige
remissie" gedefinieerd is als bevestigde normalisatie van het aantal bloedplaatjes samen met een
afwezigheid van exacerbaties.
TTP is een ernstige en potentieel levensbedreigende ziekte. Er vielen twee doden in de studie, beiden in
de placebogroep. Het aantal patiënten met een ernstige bijwerking tijdens behandeling was
vergelijkbaar tussen beide behandelingsgroepen, met 20 (57%) patiënten in de caplacizumabgroep
vergeleken met 19 (51%) patiënten in de placebogroep. Het aantal bijwerkingen tijdens behandeling
was ook vergelijkbaar in beide studiegroepen. De studiebehandeling werd gestopt vanwege een
bijwerking tijdens behandeling bij vier patiënten uit de caplacizumabgroep en twee patiënten uit de
placebogroep. Een verhoogde neiging tot bloedingen werd waargenomen voor caplacizumab in
vergelijking met placebo, met 66 voorvallen in vergelijking met 35 respectievelijk (11% en 6% van alle
gemelde bijwerkingen tijdens behandeling per behandelingsgroep respectievelijk). Van deze
bijwerkingen tijdens behandeling, waren er vijf ernstig bij twee proefpersonen die werden behandeld
met caplacizumab tegenover twee ernstige bijwerkingen in twee patiënten in de placebogroep. Op basis
van de eerste huidige gegevens kan caplacizumab worden beschouwd als algemeen goed verdragen in
vergelijking met placebo, met een beheersbare toename in bloedingsneigingen.
Dr Flora Peyvandi, Principal Investigator voor de TITAN studie bij IRCCS Maggiore Hospital Foundation,
University of Milan, Italië, verklaarde: “De resultaten van deze studie doen ons geloven dat
caplacizumab het potentieel bezit om een belangrijke pijler te worden in de behandeling van verworven
TTP. De resultaten tonen aan dat caplacizumab in staat is om de acute fase van de ziekte te beheersen
en mogelijkheden biedt om de tijd te overbruggen tot de werking van de immunosuppressieve
behandeling die vaak nodig is om een TTP-episode volledig te doen herstellen.”
Dr Dominique Tersago, Chief Medical Officer van Ablynx, zei: “Het potentieel van caplacizumab als
beschermend middel voor patiënten met verworven TTP werd in deze studie aangetoond. Bijkomende
en meer gedetailleerde analyses van de studieresultaten zijn nog lopende en we kijken ernaar uit om
nauw samen te werken met klinische experts en regelgevende instanties om het optimale ontwerp te
waarborgen voor een Fase III studie die we plannen te starten in 2015.”
Dr Edwin Moses, Gedelegeerd Bestuurder van Ablynx, voegde eraan toe: “We zijn zeer verheugd met
de resultaten van de studie en het potentieel van onze eerste-in-zijn-klasse anti-vWF Nanobody. Het is
ons derde Nanobody-programma dat klinische proof-of-concept behaalde in een tijdsspanne van slechts
drie jaar, waarvan wij geloven dat het het uitzonderlijke vermogen van ons platform om waardevolle
klinische producten af te leveren aantoont. We zullen verdergaan met de voorbereidingen voor de start
van een Fase III studie in 2015. In parallel zullen we gesprekken aangaan met potentiële partners en
zullen we onze strategische opties voor de verdere ontwikkeling en commercialisatie van caplacizumab
evalueren.”
Over caplacizumab
Caplacizumab is een bivalent anti-vWF Nanobody dat zeer krachtig en selectief is. Het kreeg de status
van weesgeneesmiddel in de VS en de EU in 2009 en zou het allereerste geneesmiddel kunnen worden,
specifiek goedgekeurd voor de behandeling van verworven TTP, als aanvulling op plasmaferese.
Von Willebrand factor (vWF) is een glycoproteïne aanwezig in het bloed betrokken bij hemostase, een
complex proces dat ervoor zorgt dat het bloedingsproces stopt. De voornaamste functie van vWF is het
binden aan andere eiwitten, waaronder glycoproteïne Ib bij de aanvang van bloedplaatjesadhesie. vWF
is betrokken bij TTP waar zeer grote, multimere voorlopers van vWF (UL-vWF) aanwezig zijn in het bloed
van patiënten die leiden tot ongewenste vorming van bloedstolsels. UL-vWF kan spontaan binden aan
bloedplaatjes wat leidt tot de vorming van karakteristieke draadvormige stolsels in kleine bloedvaten.
Caplacizumab remt de binding van bloedplaatjes aan UL-vWF af en bezit dus het potentieel om de
vorming van deze draadvormige stolsels in het bloed van patiënten met verworven TTP te voorkomen.
Over trombotische trombocytopenische purpura (TTP)
TTP is een zeldzame aandoening van het bloedstollingssysteem en veroorzaakt uitgebreide
microscopische tromboses in kleine bloedvaten doorheen het ganse lichaam. Het is een mogelijks
levensbedreigende ziekte die gekenmerkt wordt door trombocytopenie, hemolytische anemie en
microvasculaire trombose, die verschillende gradaties van verminderde bloedtoevoer naar de weefsels
en infarcten veroorzaakt. Er bestaan twee vormen van TTP: een aangeboren en een verworven vorm,
waarbij de laatste voorkomt in >90% van de patiënten. Tot op heden zijn er geen geneesmiddelen tegen
TTP specifiek goedgekeurd. De standaard behandeling voor de verworven vorm van TTP bestaat uit
meerdere dagelijkse plasmaferesen tot bevestigde normalisatie van het aantal bloedplaatjes. Deze
behandeling vereist langdurige ziekenhuisopnames en kan gepaard gaan met klinische complicaties.
Bovendien zal een groot aantal patiënten na herstel van een eerste TTP episode een heropflakkering
ervaren. Verondersteld wordt dat er zich per jaar ongeveer 10.000 TTP-gerelateerde voorvallen
voordoen in de VS en de top 15 Europese markten.
Over Ablynx
Ablynx is een biofarmaceutische onderneming die zich toelegt op het onderzoek naar en de
ontwikkeling van Nanobodies®, een nieuwe klasse van therapeutische proteïnen, op basis van
fragmenten van enkel-domeinantilichamen, voor diverse ernstige menselijke ziekten, met inbegrip van
ontstekingen, hematologie, oncologie en ademhalingsziekten. Vandaag heeft de Vennootschap meer
dan 30 projecten in de productportefeuille en zeven Nanobodies zijn in klinische ontwikkeling. Ablynx
heeft lopende onderzoeksovereenkomsten en belangrijke samenwerkingsakkoorden met verscheidene
grote farmaceutische bedrijven, waaronder AbbVie, Boehringer Ingelheim, Merck & Co, Merck Serono
en Novartis. De Vennootschap heeft haar hoofdzetel in Gent, België. Voor meer informatie kunt u
terecht op www.ablynx.com.
Voor bijkomende informatie, gelieve contact op te nemen met
Ablynx:
Dr Edwin Moses
Marieke Vermeersch
Gedelegeerd Bestuurder
Associate Director Investor Relations
t: +32 (0)9 262 00 07
t: +32 (0)9 262 00 82
m: +44 (0)7771 954 193 /
m: +32 (0)479 49 06 03
+32 (0)473 39 50 68
e: [email protected]
e: [email protected]
@AblynxABLX
Ablynx media relaties Consilium Strategic Communications:
Mary-Jane Elliott, Amber Bielecka, Lindsey Neville
t: +44 203 709 5700
e: [email protected]
Bepaalde verklaringen, overtuigingen en meningen uitgedrukt in dit document zijn toekomstgericht en weerspiegelen de huidige
verwachtingen en projecties van de Vennootschap of, naargelang het geval, de bestuurders van de Vennootschap, over
toekomstige gebeurtenissen. Uit hun aard houden toekomstgerichte verklaringen een aantal risico’s, onzekerheden en
vooronderstellingen in die ertoe zouden kunnen leiden dat de werkelijke resultaten of gebeurtenissen wezenlijk verschillen van
deze uitgedrukt of gesuggereerd door de toekomstgerichte verklaringen. Deze risico's, onzekerheden en vooronderstellingen
zouden een nadelige invloed kunnen hebben op de uitkomst en de financiële gevolgen van de plannen en gebeurtenissen die
hierin worden beschreven. Heel wat factoren, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, wijzigingen in de vraag, de concurrentie
en de technologie, kunnen tot gevolg hebben dat werkelijke gebeurtenissen, prestaties of resultaten wezenlijk verschillen van
enige geanticipeerde ontwikkeling. Toekomstgerichte verklaringen opgenomen in dit document aangaande tendensen of
activiteiten uit het verleden mogen niet worden beschouwd als een verklaring dat dergelijke tendensen of activiteiten zich zullen
voortzetten in de toekomst. Bijgevolg verklaart de Vennootschap uitdrukkelijk geen enkele verplichting of verbintenis op zich te
nemen om enige update of herziening van enige toekomstgerichte verklaring opgenomen in dit document openbaar te maken
ten gevolge van enige wijziging in de verwachtingen of enige wijziging in gebeurtenissen, voorwaarden, vooronderstellingen of
omstandigheden waarop de toekomstgerichte verklaringen zijn gebaseerd. Noch de Vennootschap, noch haar raadgevers of
vertegenwoordigers, noch enige moeder- of dochteronderneming of enige bedrijfsleider of werknemer daarvan, waarborgen dat
de vooronderstellingen die aan de basis liggen van dergelijke toekomstgerichte verklaringen geen vergissingen bevatten, en
geen van hen aanvaardt enige verantwoordelijkheid voor de toekomstige juistheid van de toekomstgerichte verklaringen
opgenomen in dit document, of voor het zich daadwerkelijk voordoen van de voorspelde ontwikkelingen. U dient geen ongepast
vertrouwen te stellen in toekomstgerichte verklaringen, die enkel gelden op datum van dit document.