De nieuwe uitvoeringsorganisatie Participatie Wet (PW).

De nieuwe uitvoeringsorganisatie Participatie Wet (PW).
Partijen: Alescon en ISD-AAT
Kaders: kaders van de kadernota "Participatie de norm, werk het doel".
Opdrachtgevers: Drentsche Aa gemeenten.
1. De opdracht en de kaders.
Opdracht
Ontwikkel een business case voor 1 uitvoeringsorganisatie (uo) van de PW. Verwerk hierin de
volgende onderdelen:
• Geef een beeld/inrichting van een uo die zich richt op de participatie van onze burgers en die
werkt vanuit een integrale klantbenadering.
• Neem in de uitwerking de visie op de integrale toegang mee.
• Zorg voor een totale doorrekening van de effecten van de volledige kaders van de Kadernota
PW op basis van 1 uo, incl. de huidige Wsw, beschut werk en de doelgroep met een
verdiencapaciteit van 0 - 30%.
• Blijf bij de doorrekening binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen.
• Maak een doorrekening per gemeente op basis van een gezamenlijke klantbenadering en
een individuele bekostiging.
• Verwerk de resultaten van het onderzoek dat de heer Langedijk bij Alescon heeft uitgevoerd.
VRAAG: onderzoek heer Langedijk??
De kaders van de gemeenten zijn:
• Participatie de norm, werk het doel.
• Werk moet lonen.
• De gemeente voert regie via de toegang. De inwoner staat hierbij centraal.
• De Drentsche Aa gemeenten zien elkaar als natuurlijke partner bij de beleidsvorming en de
uitvoering en trekken gezamenlijk op binnen de arbeidsmarktregio Groningen/NoordDrenthe.
• De gemeente sluit een prestatieovereenkomst (po) met 1 uo.
• De financiering van de uo wordt betaald op basis van het maatschappelijk en financieel
rendement en vastgelegd in een po.
Dat betekent:
• Focus op doelgroep die binnen 2 jr. door kan stromen naar betaald werk.
• Degenen die zijn aangewezen op de afspraakbanen (mensen met een beperking en
arbeidsvermogen (av) ondersteunen we bij het vinden van werk. We sluiten aan bij de
afspraken in de arbeidsmarktregio Gr./Nrd-Dr. en het regionale werkbedrijf.
• Voor kwetsbare jongeren hanteren we een geïntegreerde aanpak, samen met
onderwijsinstellingen en bedrijven.
• Bestaande Wsw-ers blijven we werk bieden en (waar mogelijk) ontwikkelen naar buiten.
Ten aanzien vn de wijze van ondersteuning:
• Het gaat om een integrale klantbenadering.
• Het leveren van een tegenprestatie wordt afgestemd op de persoon.
• De ondersteuning heeft betrekking op werkzoekenden en werkgevers.
Ten aanzien van de organisatie:
• Er is 1 uo PW.
• Er is 1 gezamenlijk ondernemersteam.
Ten aanzien van de aansturing:
• Gemeenten sturen gezamenlijk de uo aan.
1
• Zij doen dat in de vorm van een po.
2. Over wie hebben we het en wat willen we bereiken.
Drie bestaande groepen werkzoekenden:
Mensen die nu in de WWB zitten. Deze groep gaat één op één over naar de PW.
Mensen die nu in de Wsw zitten. Deze groep houdt hun bestaande rechten en plichten.
Mensen die nu in de Wajong zitten. Deze groep jonggehandicapten wordt de komende periode
beoordeeld op hun arbeidsvermogen. Kunnen zij werken dan worden zij gestimuleerd een baan te
vinden. Zij vormen een prioritaire groep voor de afspraakbanen. De dienstverlening wordt verricht
door UWV. Kunnen zij niet werken, dan houden ze bestaande rechten. Na 1 januari 2015 kunnen
alleen nog jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, een beroep doen op
de Wajong. Anderen zijn aangewezen op de PW.
Doelstelling. Het doel is dat deze mensen zoveel mogelijk zelfstandig in staat zijn om werk te vinden
en te houden of zoveel mogelijk op andere manieren mee te doen aan de samenleving. Het resultaat
van de inspanningen van de uo moet zijn dat:
• Mensen vanuit een uitkeringsorganisatie uitstromen naar betaald werk.
• (Kwetsbare) jongeren zo snel mogelijk terug naar school en/of van school naar betaald werk
gaan.
• Mensen met een beperking uitstromen naar afspraakbanen.
• Een aantal mensen een baan krijgt in het kader van de nieuwe voorziening beschut werk.
• Een vast te stellen doelgroep actief blijft of actief wordt in de vorm van arbeidsmatige
dagbesteding.
• De huidige Wsw-ers werk geboden blijft worden, waarbij een zo groot mogelijk deel aan de
slag is bij reguliere werkgevers.
• Mensen met een bijstandsuitkering zonder perspectief op betaald werk, maatschappelijk
actief worden en/of een tegenprestatie leveren.
Opdracht.
De uo krijgt opdracht ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen actief deelnemen aan de
samenleving tegen de laagst mogelijke kosten.
Uo is schakel tussen doelgroep, werkgevers, maatschappelijke organisaties, regionaal werkbedrijf en
de gem. toegang.
3. De uitvoering van de PW.
Het motto: participeren de norm, werk het doel.
Mensen met voldoende potentieel aan arbeidsvermogen worden ondersteund om vaardigheden en
verdienvermogen te ontwikkelen.
Voor mensen dicht bij de arbeidsmarkt worden kortdurende interventies gepleegd. Confronterend
en faciliterend. Ze kunnen gbruik maken van het netwerk aan werkgevers, kennis van de
arbeidsmarkt en manieren om werk te zoeken.
Voor beide groepen is een goede relatie met werkgevers noodzakelijk.
Dan de groep mensen voor wie betaald werk er niet in zit. De mensen in deze groep worden
gestimuleerd om maatschappelijk actief te worden of te blijven. Het gaat hierbij om
welzijnsactiviteiten, vrijwilligerswerk of vormen van arbeidsmatige dagbesteding.
De doelgroepen:Er is een indeling gemaakt die gebaseerd is op het inverdienvermogen van de
verschillende groepen.
Zie schema op blz. 9.
2
Waarom en waartoe een nieuwe uo.
Met de komst van de PW vallen doelgroepen die vergelijkbaar zijn met de huidige medewerkers van
Alescon en de huidige uitkeringsgerechtigden van de ISD-AAT onder dezelfde regeling. Het ligt voor
de hand om de ondersteuning van deze groepen te integreren en de infrastructuur en expertise van
beide huidige organisatie te behouden, te bundelen en te integreren.
Maar we doen meer: bouwen van een nieuwe org. die nog beter in staat is om de
arbeidsmarktpositie van de uitkeringsgerechtigden te versterken en de samenwerking met andere
partijen te verbeteren. Dit doen we door: (zie ook blz. 10)
• Een op werk gerichte werkwijze.
• Het aangaan van partnerschappen met bedrijven en werkontwikkelingsorganisaties.
• Het effectiever opereren binnen het domein van werk.
• Het effectiever opereren binnen het domein van maatschappelijke participatie.
Deze aanpak leidt tot gunstiger financiële resultaten:
1. De uitkeringslasten zijn lager doordat:
• mensen sneller een baan vinden;
• meer mensen een baan vinden;
• mensen met een beperking worden gekoppeld aan afspraakbanen;
• mensen op afspraakbanen een hogere loonwaarde hebben, dus minder loonkostensubsidie.
2. De uitvoeringskosten zijn lager doordat:
• er efficiencywinsten te behalen zijn door samenvoeging;
• minder noodzakelijke inkoop nodig is van re-integratievoorzieningen.
De taken van de uo.
Basisdienstverlening en intensieve dienstverlening.
Zieschema op blz. 11.
Voor alle mensen wordt in beeld gebracht waar hun participatiemogelijkheden liggen.
4. De businesscase.
Hoe ziet de uo eruit. Hoe gaan we vorm geven aan de integrale klantbenadering, welke vormen van
dienstverlening zijn daarvoor nodig, op welke manier kunnen onze klanten daarvan gebruik maken
en wat zijn de (financiële) resultaten.
Zie stroomschema op blz. 12.
De uitstroom.
Doel is dat mensen vanuit de uitkering aan het werk of naar school gaan. Terug naar school komt in
een ander hoofdstuk. De andere 4 zijn:
• Reguliere uitstroom zonder subsidie.
• Uitstroom met incidentele subsidies.
• Uitstroom naar afspraakbanen. Deze groep en hun werkgever blijven gebruik maken van de
ondersteuning en voorzieningen. Die voorzieningen zijn: loonkostensubsidie,
loonwaardemeting, jobcoaching, no risk polis, werknemersvoorzieningen en
werkplekaanpassing.
• Uitstroom naar zelfstandig ondernemerschap.
De toegang.
Wij (uo)zorgt voor goede aansluiting bij de wijze waarop de gemeente de toegang tot het sociale
domein vorm geeft met per gemeente 1 contactpersoon. Doel hiervan is om te komen tot 1
ondersteuningsplan p/p of p/h. Ondersteuning van werk en inkomen maakt daar deel van uit. Dit
betekent:
3
•
Is er 1 ondersteuningsplan dan moeten activiteiten op het terrein van werk,
maatschappelijke participatie en inkomen daarbij aansluiten.
• Worden bij intake belemmeringen op andere leefgebieden gesignaleerd, dan doorgeven.
• De gemeente heeft de regie.
De basisdienstverlening.
Onderscheid tussen basisdienstverlening (die alle klanten/uitk.ger. krijgen en intensieve
dienstverlening.
Voorafgaand aan basisdienstverlening: preventie (voorlichting, wachttijd van 4 weken en evt.
doorverwijzing).
Daarna zorgen we ervoor dat de uitkering wordt aangevraagd.
Intake en claimbeoordeling: arbeids- en participatiemogelijkheden worden in beeld gebracht.
Inkomensvoorziening: als recht en hoogte van de uitkering is vastgesteld wordt de maandelijkse
inkomensvoorziening, de verstrekking van bijz. bijstand en de uitvoering van het minimabeleid vorm
gegeven. Handhaven is ook onderdeel van de basis dienstverlening.
Maatschappelijk participeren: Stimuleren om zelf een activiteit te zoeken. Lukt dit niet dan
doorverwijzen naar een maatschappelijke organisatie.
Intensieve dienstverlening.
Voldoende potentieel om op de arbeidsmarkt aan de slag te gaan dan bieden we een aantal
faciliteiten.
Bijvoorbeeld: proeftuin, ondersteuning bij zoeken naar werk, matchen op vacatures, stimuleren van
actief zoekgedrag.
De proeftuin: verwachting moet zijn dat men binnen 2 jaar aan het werk kan. Proeftuin is voorportaal
van werkontwikkelomgeving (woo). In de proeftuin worden mogelijkheden en beperkingen in beeld
gebracht. Begeleiding en coaching. Doelen worden vastgelegd.
De woo is de kern van de intensieve dienstverlening. Deze volgt na de proeftuin. Hier wordt
uitvoering gegeven aan het persoonlijk ontwikkelplan. Dit zijn de huidige werkleerbedrijven, Joint
Ventures van Alescon en Werkpunt en met andere bedrijven of organisaties. Bij de keuze voor de om
hun vaardigheden en verdienvermogen te ontwikkelen en hun kansen op de arbeidsmarkt te
vergroten. Wij zorgen voor de coaching van de klant en de begeleiding van de werkgever.
De woo is voor alle doelgroepen.
Ter uitvoering van het pers. ontwikkelplan wordt een aantal instrumenten ingezet, bijvoorbeeld:
• scholing en training
• werkplekopleidingen
• assessments
• werkplekaanpassingen
• kostenvergoedingen (voor vervoer en bedrijfskleding)
- Wij zorgen voortdurend voor voldoende goede ontwikkelplekken.
- Maximale duur ontwikkeltraject is 2 jaar.
- Mensen die aangewezen zijn op beschut werk bieden we een betaalde baan (aantal is beperkt en
wordt bepaald door de gemeente). Met begeleiding die erop gericht is dat deze mensen zo goed
mogelijk kunnen functioneren in hun werk.
4
Overige vormen van dienstverlening.
Er zijn ook taken/eenheden die wel een plek krijgen binnen de uitvoering van de PW, maar waarvan
we nog niet precies weten hoe die worden gepositioneerd. Het gaat om beschut werk, woo en
detacheringen/begeleid werken. Het onderdeel beschut werken maakt daarbij nog deel uit van een
verkenning naar integratie met vormen van arbeidsmatige dagbesteding.
5. De kosten van de uo.
Om de kosten te kunnen berekenen, moet een aantal zaken worden vastgesteld:
• De omvang van de groep mensen die gebruik maakt van de dienstverlening.
• De personeelskosten.
• De overige bedrijfsvoeringkosten.
• De kosten en opbrengsten van beschut werk en woo.
• De inzet van voorzieningen en instrumenten.
De omvang van de groepen.
Zie schema blz. 19.
Personeelskosten.
Berekend voor hoeveel uren medewerker per klant worden ingezet.
Overige bedrijfsvoeringskosten.
Voor huisvesting, ict, telefonie enzovoort hanteren we een percentage van 32% van de
personeelskosten.
Kosten n opbrengsten van de specifieke uitvoeringsonderdelen.
Om een reële inschatting te maken is splitsing gemaakt in:
• Beschut werk. Op dit moment 310 personen in de Aa gemeenten. Het aantal neemt met 15
pers./jr. af in de komende jaren. Ook de subsidie neemt af: met € 500,- per plaats per jr.
Voor de toekomstige vormgevind gaan we uit van:
- de nieuwe voorziening beschut werk;
- mensen zijn werkzaam binnen de bestaande beschutte werkzaamheden;
- loonkostensubsidie van 70% WML, gefinancierd uit het inkomensdeel;
- begeleidingsbedrag van € 7.000,-/Fte, gefinancierd uit PW budget;
- exploitatietekort van € 4.300,-/Fte, gefinancierd uit PW budget;
- nieuwe instroom (= aandeel in landelijk aantal) van 30.000 op termijn.
• Woo. Op dit moment 160 Wsw-medewerkers uit de Dr. Aa gemeenten binnen de huidige
werkleeromgeving aan de slag. De groep neemt met 10 per jaar af. Ook de subsidie neemt af
met € 5.000,- per plaats. Er is een positief resultaat. Opbrengst van 4,4 miljoen en de kosten
4 miljoen.
In de nieuwe uo gaan we uit van:
- een omgeving die flexibel in aard en positionering is. We maken gebruik van de huidige
onderdelen van Alescon, WERKpunt en andere bedrijven en partners;
- gemiddeld 347 jaarplekken;
- het leidend zijn van de ontwikkelingscomponent.
• Detachering en begeleid werken
Een deel van de huidige Wsw-groep is werkzaam bij een reguliere werkgever, in de vorm van
detachering of begeleid werken. Dit zijn er nu 310 in de Dr. Aa gemeenten. Dit aantal loopt
de komende jaren langzaam af. Ook de subsidie neemt af met € 500,- per plaats. Het
onderdeel kent een positief resultaat. Opbrengst: 6,7 miljoen, kosten 6,4 miljoen.
De inzet van (aanvullende) instrumenten.
Een groot deel van de dienstverlening bestaat uit werk en begeleiding. De meeste kosten zijn daarom
de kosten van de woo, het beschut werk, en de personeelskosten. Zie schema op blz. 22 voor alle
kosten.
De beschikbare budgetten.
5
De volgende budgetten zijn beschikbaar:
Zie schema op blz. 23.
Totaaloverzicht.
Het volledige overzicht van kosten en opbrengsten staat in de tabel op blz. 24. Hierin zien we dat de
nieuwe uo de PW kan uitvoeren binnen de beschikbare (Rijks-)middelen. We kunnen dit realiseren
omdat:
• Samenvoeging leidt tot besparing in de uitvoering.
• De nieuwe werkwijze ertoe leidt dat er slechts beperkt aanvullende voorzieningen hoeven te
worden ingekocht: de kernactiviteiten voeren we uit met eigen personeel.
• Verplichtingen uit het PW-budget worden afgebouwd (gesubsidieerde arbeid).
• Loonkostensubsidies ten laste worden gebracht van het inkomensdeel.
Daarnaast gaat een deel van de frictiekosten zich niet voordoen omdat er minder personeel
boventallig is (zij gaan immers andere doelgroepen begeleiden).
Resultaat en rendement.
Zie schema op blz. 19
In dit schema hebben we laten zien welke resultaten we verwachten in de vorm van uitstroom uit de
uitkering. Deze uitstroomcijfers zijn gebaseerd op ervaringen uit eerdere jaren en de verwachting dat
we minimaal dezelfde resultaten kunnen behalen.
In hetzelfde schema zijn de opbrengsten (niet uitgekeerde uitkeringen) in geld uitgedrukt.
Totale besparing 15 miljoen, waarvan 7 miljoen door uitstroom naar betaald werk of terugkeer naar
school en 8 miljoen door preventie- en handhavingsinspanningen. Het gaat hierbij niet om geld dat
beschikbaar is.
6. Conclusie: houdbare businesscase.
Onze conclusie is dat er een uo PW staat waarmee we een goede integrale dienstverlening bieden
aan de inwoners van de Dr. Aa-gemeenten.
Om tot een nieuwe organisatie te komen moeten we nog wel een aantal stappen zetten. De
integratie van 2 organisaties en de ontvlechting van 1 daarvan brengt met zich mee dat er een
transitie in gang wordt gezet waarin we te maken krijgen met:
• Een nieuwe werkwijze met veranderende competenties van medewerkers en de daarbij
horende scholing, ontwikkeling en evt. herplaatsingen.
• Een nieuwe organisatie met nieuwe functies en een nieuwe organisatiestructuur.
• Veranderingen in governance (=:Het waarborgen van de onderlinge samenhang in de wijze
van sturen beheersen en toezicht houden van een overheidsorganisatie, gericht op een
efficiëntie en effectieve realisatie van beleidsdoelstellingen, alsmede het daarover op een
open wijze communiceren en verantwoording afleggen ten behoeve van belanghebbenden).
Risico van de nieuwe uo ligt op het terrein van de beschikbare budgetten.
BIJLAGE.
Dienstverlening en taken: zie schema op blz. 26.
6