Bestuurskracht en draagvlak II

Bestuurskracht
en draagvlak II
Verdere zoektocht naar het belang van
Rhenen
EMBARGO
Op dit stuk rust een
embargo tot
14 april 2014 20.30 uur.
Onderhandelaars zij wel vrij
de inhoud met fractie- en/of
bestuursleden te delen.
Verslag derde fase informatieronde
gemeenteraadsverkiezingen
April 2014
Nico van den Brink (PCR) en Wim Hulsman (SGP)
1.
Aanloop
De avond na de verkiezingen is door de fractievoorzitters –op voorstel van de SGP- besloten in Rhenen te
kiezen voor een open (in)formatieproces. Voor de eerste fase van informatieronde is een informateur
aangewezen, Wim Hulsman (SGP). Na twee ronden gesprekken rapporteerde hij op 31 maart aan de raad.
De conclusies uit dat rapport luidden:
 Gezien de grote dossiers van decentralisatie, bezuinigingen en de wens om zelfstandig te blijven is een
breed draagvlak voor het coalitiebeleid gewenst.
 Op basis van de adviezen is het goed om te onderzoeken of SGP en PCR bruggen kunnen slaan.
Programmatisch zijn er stevige verschillen tussen de twee en zit er veel spanning op de boog.
 Mochten SGP en PCR in vervolggesprekken tot de conclusie komen dat er een kans ligt, dan zijn CU, VVD en
RB logische partijen om als eerste mee verder te praten.
 Mochten SGP en PCR er niet uitkomen dan ligt een combinatie van SGP-CU aangevuld met VVD en/of RB
en eventueel aangevuld met het CDA het meest voor de hand. Deze partijen liggen programmatisch dichter
bij elkaar.
 Een verlengde informatieronde waarin SGP en PCR met elkaar in gesprek gaan, kan op korte termijn
duidelijkheid scheppen over de kansen op samenwerking. Een dergelijke verkenning lijkt gezien de adviezen
uit uw raad wenselijk en noodzakelijk.
Onder meer over deze conclusies is op 31 maart in een openbare vergadering door de raadsleden
gediscussieerd. Uit dit debat bleek dat de optie via de PCR ook als reëel werd beschouwd en verkend moest
gaan worden.
Na dit debat is besloten dat SGP en PCR gesprekken zouden voeren. Die hebben dinsdag 1 april en woensdag 2
april plaatsgevonden in aanwezigheid van de informateur. Conclusie was dat SGP en PCR –met name vanwege
verschillen over het dossier zondagsrust en evenementen- geen basis zagen om samen een formatieproces in
te gaan.
Daarop zijn de fractievoorzitters opnieuw bij elkaar geweest. Een meerderheid pleitte daarop voor de
benoeming van een tweede informateur, van PCR-huize. De PCR schoof Nico van den Brink naar voren.
De twee informateurs kregen de opdracht mee (paragraaf 2) om te onderzoeken wie in de nieuwe situatie,
nadat SGP en PCR hebben uitgesproken dat ze niet samen tot een coalitie kunnen komen, leidend moet zijn
richting formatie.
2.
Opdracht
De informateurs kregen de volgende opdracht mee.
De eerste verkenning heeft duidelijke gemaakt dat de voorkeur uitgaat naar een brede coalitie. Gezien de
uitdagingen waar de gemeente voor staat hechten alle partijen aan een college met draagvlak in de
samenleving en bestuurskracht. Deze bestuurskracht wordt bereikt door stabiliteit binnen het college en door
krachtige bestuurders.
Concreet wilden de fractievoorzitters helderheid over de vragen:




Welke coalitie kan rekenen op brede steun?
Welke uitgangspunten (inhoudelijke speerpunten) en criteria zijn richtinggevend binnen de beide
mogelijke coalities?
Welke issues en programmatische verschillen bestaan er binnen beide mogelijke coalities?
Hoe moet met het aantal wethouders worden omgegaan?
3.
Uitvoering
Op woensdag 9 april hebben de twee informateurs (samen) gesprekken gevoerd met twee vertegenwoordigers
van elke partij. Op basis van die gesprekken en een verder bestudering van de verkiezingsprogramma’s is dit
rapport opgesteld.
In onze aanpak hebben wij de volgorde van de vragen iets omgedraaid: eerste de inhoud en visie op bestuur,
daarna een beschouwing over de gewenste coalitie. Verder hebben wij de onderhandelaars gevraagd naar hun
visie op de wethoudersposten.
De burgemeester is op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen in het proces.
4.
Verkiezingsuitslag
Om het rapport compleet te maken, nogmaals de verkiezingsuitslag
Opkomst
PCR
SGP
VVD
CDA
RB
PVDA
CU
8EURINL
D66
TROTS
SGP
PCR
VVD
RB
CDA
CU
D66
PvdA
Zetels
17
3
4
2
2
2
1
2
0
1
0
stemmen
9.350
1.746
1.960
1.181
1.010
1.082
534
919
68
632
190
17
9.350
4
3
2
2
2
2
1
1
+1
-1
-1
+1
+1
-1
2014
%
63,7
18,7
21,0
12,6
10,8
11,6
5,7
9,8
0,7
6,8
2,0
+
+
+
zetels
17
3
3
3
3
2
2
1
0
0
0
2010
stemmen
8.866
1.763
1.699
1.604
1.337
984
793
618
39
0
0
%
61,7
19,9
19,2
18,1
15,1
11,1
8,9
7,0
0,4
0,0
0,0
5.
Uitgangspunten en criteria
5.1. Uitgangspunten
In de gesprekken is de volgende vraag als opmaat voor de discussie gebruikt:

Welke uitgangspunten (inhoudelijke speerpunten) en criteria zijn richtinggevend binnen de beide
mogelijke coalities?
In de opdracht die de fracties de informateurs hebben meegegeven, wordt gevraagd een brede, stabiele
coalitie te verkennen. De meeste fracties bevestigen in de gesprekken dat een inhoudelijk breed gedragen
coalitie van groot belang is. Een groot deel van de partijen geeft duidelijk aan dat een nieuwe bestuursstijl ook
essentieel is. Kernwoorden daarbij zijn: naar buiten gerichtheid, faciliterend, integriteit en bestuurskracht. Op
dit punt constateren de informateurs geen essentiële veranderingen ten opzichte van de eerste
informatieronde.
In deze ronde kwam wel duidelijker naar voren dat er een verschil van inzicht is tussen partijen aangaande de
financiën. Er zijn partijen die benadrukken dat Rhenen de financiën op orde moet hebben, wil het zijn
zelfstandigheid bewaren. Voor andere partijen zijn de financiën minder een doel op zich maar vooral kader
stellend. Beide groepen willen voor alle inwoners van Rhenen naar een voor de partijen acceptabele oplossing
zoeken wanneer zorg/hulp nodig is. Echter, binnen de komende decentralisaties op het sociale domein zien
partijen wel andere verantwoordelijkheden voor de gemeente, en daarmee een andere invulling van het
beleid.
5.2. Speerpunten
Ten aanzien van de speerpunten constateren de informateurs geen essentiële veranderingen ten opzichte van
de eerste informatieronde.
De drie decentralisaties in het sociale domein worden belangrijke dossiers in de komende raadsperiode. Hierbij
wordt wel vanuit verschillende kaders gedacht, gebaseerd op het eerder geconstateerde verschil, wat tot een
verschillende invulling van de decentralisaties kan leiden. Enerzijds wordt door enkele partijen de financiële
ruimte maatgevend gesteld terwijl voor andere de partijen een ruimhartigere invulling van het sociale domein
wordt nagestreefd, waarbij een lokale uitvoering ervan essentieel is.
Flinke bezuinigingen worden verwacht in de komende periode, waarvan de invulling niet makkelijk zal zijn.
Over het algemeen willen de partijen dit niet oplossen door het verhogen van de lokale belastingen, maar
liever door bezuinigingen, al is dit niet voor alle partijen even essentieel. Om draagvlak te creëren zouden
mogelijke bezuinigingen in samenspraak met het lokale sociale middenveld gedefinieerd kunnen worden.
Aanvullend zijn leefomgeving en natuur in de gemeente Rhenen belangrijke dossiers waar het nieuwe college
aan moet werken. Meerdere partijen stellen dat een afweging van de agrarische belangen met de
natuurbelangen in het Binnenveld zodanig moet gebeuren dat beide kanten gehoord worden. De leefomgeving
van Rhenen werkt door in allerlei beleidsterreinen, van welzijn, cultuur tot economie.
6.
Rol college richting maatschappij
Als informateurs hebben wij ook gevraagd naar de rol die het college richting de maatschappij moet spelen.
Het gemeentebestuur (raad en college) moet naar buiten, in contact komen met inwoners en het sociale
middenveld in Rhenen om die te betrekken bij het bestuur van de gemeente. Dit zorgt ervoor dat het college
beter weet wat er speelt in Rhenen, maar ook dat kennis en expertise binnen de gemeente ingezet kan
worden om het beleid beter te ontwikkelen of uit te voeren.
Daarnaast dient het college faciliterend te zijn, en initiatieven (zowel van burgers als ondernemers) serieus te
nemen. In verbondenheid zijn meer oplossingen mogelijk . De grote veranderingen in onder meer het sociale
domein vragen een heel gerichte communicatie van het bestuur. Het wordt echter wel van belang geacht dat
het college uiteindelijk slagvaardig besluiten neemt, ook als deze minder populair zijn.
7.
Wie moet gaan formeren?
7.1. Algemeen
Op basis van inhoud en gewenste bestuursstijl zijn 2 clusters van partijen te onderscheiden. Het eerste cluster
vindt met name de financiële taakstelling van groot belang bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid, en
heeft een wat zakelijkere benadering van de belangrijke dossiers: SGP en VVD.
Voor andere partijen is de menselijke maat van groter belang, en is een ruimhartigere invulling van
bijvoorbeeld de 3 decentralisaties leidend. Dat geldt met name voor: PCR, CU, PvdA en ook D66.
RB en CDA staan hier enigszins tussen in, ze vinden een sociale invulling van het sociale domein ook essentieel,
maar geven daarnaast aan dat taakstellingen strikt zijn.
7.2. Voorkeuren voor coalitie vorming
Een meerderheid van de partijen geeft aan dat op inhoudelijke gronden en op basis van de gewenste
bestuursstijl de PCR de voorkeur heeft om de coalitie vorming te gaan leiden: PCR, RB, VVD, PvdA en D66 .
Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor de VVD dit een lichte voorkeur is. De VVD ziet ook kansen
voor een coalitie waarin de SGP leidend is.
Het wordt van belang gevonden dat een te vormen coalitie alle geledingen binnen Rhenen omvat.
Deelneming van de CU in een te vormen coalitie met de PCR wordt door de betrokken partijen
gewenst om zo een deel van het confessionele deel van Rhenen te betrekken. *
Afhankelijk van de betrokken partij worden verschillende coalities voorgesteld.
Drie partijen geven aan dat de SGP leidend zou kunnen worden in de coalitievorming: SGP, CU en CDA.
Voor het CDA geldt dat in principe zowel SGP als PCR leidend zouden kunnen zijn, echter er is een
lichte voorkeur voor SGP.
Voor de CU is de keuze een dilemma. Op inhoud ziet de CU de meeste kansen in samenwerking met
de PCR, al ziet ze ook inhoudelijke argumenten voor de SGP. Echter, door de nadruk die de PCR heeft
gelegd op de zondagsrust in de afgelopen weken en de naar de beleving van de ChristenUnie weinig
open houding van de PCR, is er momenteel geen vertrouwen bij de CU in een vruchtbare
samenwerking met de PCR in de komende periode. Op basis hiervan kiest de CU primair voor de SGP.
Op de vraag van de verder invulling van de coalitie is in deze ronde geen eenduidigheid naar voren gekomen.
In een coalitie met PCR als leidende partij worden vooral CU, VVD en RB, eventueel i.c.m. D66/PvdA genoemd.
Een coalitie met SGP lijkt vooral te kunnen slagen als daar CU en VVD en/of CDA en/of RB en/of PvdA in
participeren.
8.
Mogelijke belemmeringen voor toekomstige coalitievorming
Als informateurs hebben wij ook mogelijke belemmeringen verzameld die in coalitiebesprekingen voor
discussie kunnen zorgen. Per spoor zijn dit de belangrijkste punten.
Voor het spoor via de PCR worden door verschillende partijen de financiën als grootste hobbel genoemd, hoe
de bezuinigingen in te vullen en lastenverzwaring te voorkomen. Daarnaast wordt de afweging natuur/agrariërs
in het Binnenveld genoemd, evenals de mogelijke focus van PCR op groen en duurzaamheid. De keuze van
wethouders moet op basis van kwaliteit en integriteit. De PCR en PvdA zien echter geen grote belemmeringen
bij een mogelijke formatie via dit spoor.
Voor het spoor via de SGP worden de verschillen in visie op sociaal terrein, jeugd en financiën tussen SGP en CU
genoemd door verschillende partijen. De zondagsrust is een bespreekpunt wat naar verwachting geen
breekpunt hoeft te worden. Ook wordt het beleid ten aanzien van het Binnenveld genoemd. Een bespreekpunt
is ook hoe de verschillende partijen in het college vertegenwoordigd zullen zijn, niet alle partijen zullen naar
verwachting een wethouder kunnen leveren.
9.
Wethouders
Als informateurs hebben wij ook geïnventariseerd hoe de verschillende partijen over de invulling van
wethoudersposten denken.
9.1. Algemeen
Alle partijen staan een verandering/vernieuwing van de bestuurscultuur voor, op basis van bovenstaande
punten. Verder wordt genoemd:
-
Wethouders uit de lokale (eventueel regionale) omgeving hebben de voorkeur.
Zij moeten vooral netwerkers met een naar buiten gerichte houding zijn en input van inwoners en
andere belanghebbende benutten.
Opnieuw is benadrukt dat het om besluitvaardige bestuurders met kennis van zaken moet gaan.
Het college moet een team vormen, dat samen voor 1 boodschap staat.
Vanuit enkele partijen is benadrukt dat uiteindelijk de partijen verantwoordelijk zijn voor de
wethouderskandidaat die zij naar voren schuiven.
9.2. Aantal
Een meerderheid van de partijen pleit voor drie wethouders. (Teveel) deeltijdswethouders wordt niet als
versterkend gezien. Ook wordt er aan getwijfeld of een deeltijdwethouderschap aantrekkelijk is voor excellente
kandidaten.
Een aantal (kleinere) partijen is bereid gedoogsteun te geven, daar moet dan wel een nauwe betrokkenheid bij
het beleid tegenover staan.
Enkele partijen geven aan dat het aantal zetels in de raad ook mee moet wegen in de fte-verdeling van de
wethouders. Enkele partijen hebben aangegeven dat in het geval dat zij geen wethouder kunnen leveren, ze in
principe niet deelnemen aan een coalitie.
10. Conclusie en samenvatting.
De opdracht aan de informateurs was om te onderzoeken op welke manier een breed gedragen coalitie op
inhoudelijke gronden gevormd kan worden. Op grond van bovenstaande komen de informateurs tot de
volgende conclusies:
Een meerderheid (9 van de 17 zetels, 5 van de 8 partijen) van de raad spreekt een voorkeur uit voor de PCR als
partij die nu moet gaan formeren. Op basis van de inhoud van de standpunten is hier in dit stadium ook een
meerderheid voor te vinden.
In die coalitie wordt voor de ChristenUnie een belangrijke rol gezien. Ten eerste omdat de ChristenUnie op veel
programmapunten overeenkomsten heeft met de PCR. Daarnaast vinden betrokken partijen dat de CU een
representant kan zijn voor een deel van de kiezers met een confessionele achtergrond.*
De ChristenUnie ziet op dit moment een coalitie met de PCR echter niet als mogelijkheid bij gebrek aan
vertrouwen (zie paragraaf 7.2). De partij constateert wel veel programmatische punten met de PCR, maar op
andere terreinen ook veel met de SGP.
Om tot een inhoudelijk stabiele en breed gedragen coalitie te kunnen komen lijkt het de informateurs goed
een korte verlenging van de informatieronde in te lassen (1 dag) waarop PCR en CU onderzoeken of zij nader
tot elkaar kunnen komen. Zo ja, dan gaat PCR als formateur optreden. Zo nee, dan moet de SGP als formateur
optreden.
PCR lijkt het beste te kunnen inzetten op een combinatie met CU. De keuze voor de coalitie waarnaar gestreefd
zou kunnen worden is afhankelijk van de partij die het gevraagd wordt. Meest genoemd is aanvulling met VVD
en RB, met mogelijke gedoog van PvdA en D66.
SGP lijkt het beste in te kunnen zetten op een combinatie met CU en daarnaast enkele partijen uit:
VVD/RB/CDA/PvdA/D66. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor enkele hier genoemde partijen deze optie
niet de eerste keus is (RB, PvdA)
Op basis van de prettig verlopen gesprekken willen de informateurs nog enkele algemene adviezen meegeven:
-
-
de coalitiepartijen –in welke samenstelling dan ook – dienen zich nadrukkelijk te onthouden van een
winnaarshouding, en wordt op het hart gedrukt de oppositiepartijen maximaal betrekken bij hun
beleid.
Daarnaast willen de informateurs erop wijzen dat in het geval de grootste en winnende partij, SGP,
buiten de boot valt, voorkomen moet worden dat dit tot spanningen in de raad leidt.
‘last but not least”: de informatie ronde heeft al lang geduurd. De informateurs willen de raad in
sterke overweging geven om op basis van de afloop van het eventueel te voeren gesprek tussen CU en
PCR , dinsdag 15 april, de formatie te laten beginnen door hetzij de SGP of de PCR, zonder dat daar
nog een raadsvergadering aan hoeft te worden besteed. In dit geval zullen de informateurs
rapporteren aan de fractievoorzitters. De leidende partij zal in het formatieproces vervolg geven aan
het stappenplan zoals het er ligt.
*: Door verschillende partijen wordt opgemerkt dat de ChristenUnie (twee zetels) in een mogelijk met
de PCR te vormen college de representant zou zijn van een deel van het confessionele deel van Rhenen.
Hierbij is de impliciete verwachting dat SGP zich ook vertegenwoordigd zou kunnen voelen (grootste
partij en vier zetels). Hier constateren de informateurs een spanningsveld.
*******************************