PRAKTIJKDOCUMENT CVRM Secundaire preventie 2014 In

PRAKTIJKDOCUMENT
CVRM Secundaire preventie 2014
In de huisartsenpraktijk
Referenties
- ELZHA Startdocument Zorgprogramma ketenzorg VRM,Pilot in de Wijk, mei 2011
- ELZHA Praktijkdocument CVRM, Concept mei 2011
- Zorgstandaard CVRM 2013
- CBO Richtlijn (herziening 2011)
- Protocollair CVRM editie 2013, NHG
Opgesteld door: Karin Busch, Joke Bakker en Rineke van Woerden, ELZHA
04 maart 2014
1
Inhoud
1. Leeswijzer..................................................................................................................................3
2. Inleiding.....................................................................................................................................5
2.1 Algemeen ..................................................................................................................................... 5
2.2 Ketenzorgprogramma en ketenpartners: wat betekent dat? ..................................................... 5
3. Identificatie van populatie voor ketenzorgprogramma CVRM Secundaire Preventie .............7
4. In -en exclusie ketenzorgprogramma CVRM Secundaire Preventie .......................................8
5. Registratie van het ketenzorgprogramma CVRM-SP in het HIS ...............................................9
Registratie hoofdbehandelaar ........................................................................................................... 9
Registratie controlebeleid met uitslag 'geen geregelde zorg' .......................................................... 9
Registratie- parameters CVRM Secundaire preventie .................................................................... 10
6. Declaratiecodes.......................................................................................................................11
7. Individueel zorgplan ................................................................................................................12
8. Zorgproces ..............................................................................................................................13
Zorgproces, instellen beleid ............................................................................................................. 13
Laboratoriumbepaling van bloed en urine, onderdeel van de (jaar) controle. ............................... 14
9. Verwijzen Stoppen met roken, voeding en bewegen .............................................................16
Bijlage 1 Registratieprotocol CVRM SP versie 15 januari 2014 ..................................................17
Bijlage 2 Wat houdt CVRM Primaire Preventie in? ....................................................................21
Bijlage 3 Risico tabel CVRM: Bron NHG ......................................................................................22
Bijlage 4 Taakverdeling: wie doet wat .......................................................................................25
Bijlage 5 Uitwerking POH Consult CVRM ....................................................................................26
Bijlage 6 Voorbeeld oproep brief bekende CVRM patiënt ........................................................27
Bijlage 7 Voorbeeld oproepbrief nieuwe CVRM patiënt ...........................................................28
Bijlage 8 Herinneringsbrief CVRM...............................................................................................29
Bijlage 9 Informatiemateriaal ...................................................................................................30
Bijlage 10 Leefstijlmodule ELZHA ................................................................................................31
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.2
1. Leeswijzer
Dit praktijkdocument bestaat uit de omschrijving van de populatie CVRM- SP, hoe een patiënt
te includeren in de ketenzorg en dit te registreren in uw HIS, declaratiecodes, individueel
zorgplan, zorgproces en verwijzen stoppen met roken, bewegen en voeding. Dit document is
bedoeld voor de huisartsenpraktijk en de bij de ketenzorg betrokken teamleden in de
huisartsenpraktijk.
De inhoud van de hoofdstukken in het kort:
Identificatie van populatie voor ketenzorgprogramma CVRM Secundaire Preventie
Hierin wordt omschreven dat de behandeling en follow- up van risicofactoren voor patiënten
bekend met hart en vaatziekte genoemd wordt: CVRM Secundaire Preventie (SP). Deelname
(inclusie) van patiënten wordt gebaseerd op afspraken met de zorgverzekeraar CZ voor 2014
en de NHG standaard CVRM.
In - en exclusie ketenzorgprogramma CVRM Secundaire Preventie
Hierin worden de gehanteerde ICPC- coderingen benoemd waarmee een patiënt binnen
CVRM SP valt. Dit wordt inclusie genoemd. Deze zijn gebaseerd op de NHG- standaard CVRM.
Mocht u al eerder hebben deelgenomen aan de DBC CVRM –SP, dan is het belangrijk dat u dit
goed doorneemt. Er heeft namelijk een wijziging in de ICPC- coderingen voor inclusie
plaatsgevonden in de ten opzichte van 2013 (de zogenaamde PILOT CVRM PR en SP).
Registratie van het ketenzorgprogramma CVRM-SP in het HIS
Om een juiste registratie in het HIS te bevorderen is een eenduidige registratie in het HIS va
belang. In dit hoofdstuk wordt omschreven hoe u in het HIS registreert dat een patiënt
deelneemt aan de DBC CVRM SP. Ook leest u hierin hoe u kan aangeven wie de
hoofdbehandelaar is (huisarts/ specialist) en hoe een patiënt te excluderen uit de ketenzorg.
Declaratiecodes
De declaratie van CVRM SP gaat aan de hand van de aangeleverde extractiedata. Indien een
patiënt geïncludeerd is in het ketenzorgprogramma CVRM-SP dan wordt dit patiënt niet
geboekt volgens het huisarts- declaratiesysteem. Dit gebeurt in uw HIS door een declaratie
code met een nultarief aan te maken en te gebruiken om een consult te "boeken". De
hiervoor benodigde codes staan in dit hoofdstuk genoemd. Een handleiding hoe dit in te
richten in uw HIS vindt u op Circularus online .nl
Individueel zorgplan
Hierin staat omschreven wat ELZHA verstaat onder een individueel zorgplan en welke
hulpmiddelen hiervoor gebruikt kunnen worden.
Zorgproces
Hierin staat de grote lijn van het zorgproces omschreven en welke controles er nodig zijn. Er
wordt een onderscheid gemaakt tussen tussentijdse controles en een jaarcontrole. Er volgt
een uitgebreide omschrijving van de benodigde onderwerpen die tijdens het consult aan de
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.3
orde komen en welke laboratoriumuitslagen hierbij nodig zijn. Ook wordt benoemd op welke
indicaties een ECG binnen het ketenzorgprogramma geïndiceerd is.
Verwijzen stoppen met roken, voeding en bewegen
In dit deel staan de interventiemogelijkheden uitgewerkt om het risico op hart- en vaatziekten
te verlagen.
Bijlagen
In de bijlagen vindt u meer achtergrondinformatie over registratie van CVRM-SP in een HIS,
CVRM primaire preventie en de risicotabel. Ook zijn er praktische overzichten over de
taakverdeling binnen de huisartsenpraktijk en oproep brieven te vinden.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.4
2. Inleiding
2.1 Algemeen
Hierbij ontvangt u een handleiding voor het ketenzorgprogramma van de DBC Cardio
Vasculair Risico Management - Secundaire Preventie (CVRM-SP) in de huisartsenpraktijk. In
deze handleiding wordt uitgelegd voor welke patiënten dit bedoeld is, hoe u deze in uw HIS
kunt registreren en hoe het bijbehorende zorgproces er uitziet.
Voor meer beleidsmatige informatie over de zorgprogramma's van ELZHA, verwijzen we u
naar het Document "Zorgprogramma's ELZHA, T2DM, CVRM en COPD 2014" (Voorjaar 2014
gereed).
Vanaf april 2013 is het beleid van CZ, de preferente zorgverzekeraar, dat de DBC- afspraak
alleen voor CVRM Secundaire Preventie (SP) wordt afgesproken. Voor de financiering van de
Primaire Preventie wordt u verzocht uw individuele huisartsenovereenkomst met de
preferente zorgverzekeraar te raadplegen.
Veranderingen in vergelijking met vorig jaar
Mocht u vorig jaar (2013) ook al hebben deelgenomen aan de DBC CVRM -SP en wilt u uw
deelname contineren in 2014: let op! Er zijn wijzigingen aangebracht in de inclusie en de
registratie in uw HIS . Zie hiervoor hoofdstuk 1, 2 en 3.
2.2 Ketenzorgprogramma en ketenpartners: wat betekent dat?
Bij het ketenzorgprogramma CVRM Secundaire Preventie (SP) in de huisartsenpraktijk
worden werkafspraken gemaakt over de taakverdeling tussen de huisarts, de POH,
praktijkassistente en andere zorgverleners. De huisarts blijft eindverantwoordelijk in het
zorgproces.
Het is belangrijk dat de diëtist, fysiotherapeut en andere zorgverleners goed – als een keten met elkaar samenwerken. Dan wordt de zorg voor de patiënt immers het beste. Daarom
worden de zorgverleners met wie u samen zorg biedt ‘ketenpartners’ genoemd.
Dat houdt in dat je gezamenlijk, als ‘keten’, zorg biedt aan dezelfde patiënt.
Een belangrijk onderdeel van het ketenzorgprogramma is: het geven van leefstijladviezen
aan uw patiënten, zoals stoppen met roken, voeding en meer bewegen en daarmee
verbetering van kwaliteit van leven/welbevinden van de patiënt. Het Individueel zorgplan
speelt hierin steeds meer een belangrijke rol. Het maken van goede afspraken en een goede
registratie hiervan in uw HIS zijn hierbij nodig.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.5
Meedoen aan het ketenzorgprogramma van de DBC CVRM Secundaire Preventie betekent
ook dat de diabeteszorg in de praktijk goed is geregeld en als Zorgprogramma wordt
aangeboden. Jaarlijks worden de afspraken geëvalueerd met de zorgverzekeraars en op
onderdelen aangepast. Ook dit praktijkdocument zal jaarlijks worden bijgesteld.
Belangrijkste voorwaarden voor huisartsenpraktijken die deelnemen aan het
ketenzorgprogramma van de DBC CVRM Secundaire Preventie:
 Diabetes mellitus type 2 zorg is op orde.
 Er is voldoende POH-inzet (uren berekenen met rekentool POH1)
 Er is voldoende kennis over CVRM Secundaire Preventie.





Er wordt geregistreerd en geëxtraheerd op basis van ELZHA registratieprotocol versie 2014
Aanleveren indicatoren gebeurt op peildata die door ELZHA zijn vastgesteld
In- en exclusie afspraken DBC CVRM- SP zijn bekend
Scholing aangeboden door ELZHA wordt gevolgd
Actieve deelname aan multidisciplinair wijkoverleg
Voor overige voorwaarden zie Addendum DBC T2DM, CVRM en/of COPD, Behorende bij: Overeenkomst van
opdracht tussen huisarts en ELZHA Zorg B.V.
Wat betekent DBC?
Integrale bekostiging, voorheen bekend als functionele bekostiging, is via keten- DBC's (= Diagnose Behandel
Combinatie) een financiële prikkel voor betere/intensievere multidisciplinaire samenwerking. Het uitgangspunt is
dat er niet langer betaald wordt per verrichting, maar voor de complete behandeling. Integrale bekostiging gaat
verder uit van de zorgvraag of de aandoening van de patiënt (vraagsturing) en is niet gebaseerd op de hulpverlener
of organisatie die de zorg levert (aanbodsturing). De zorgstandaard geldt hier als minimum eis voor de te leveren
zorg. Een zorggroep spreekt met de verzekeraars een bepaald bedrag per patiënt per jaar af waarvoor de zorg aan
een bepaalde chronische doelgroep geleverd wordt.
Bij ElZHA wordt de DBC CVRM- secundaire preventie uitgevoerd in een ketenzorgprogramma.
Wat betekent ketenzorg:
Ketenzorg is een breed begrip. De Inspectie voor de Gezondheidszorg omschrijft ketenzorg als het samenhangende
geheel van zorginspanningen door verschillende zorgaanbieders bij één lijder aan een bepaalde ziekte. Bij
ketenzorg treedt één zorgaanbieder op als hoofdcontractant naar de verzekeraar.
Dit is meestal de zorggroep, in dit geval ELZHA. De gecontracteerde zorgaanbieder (huisarts, diëtist,
podotherapeut) wordt dan gekwalificeerd als "onderaannemer" waarmee ELZHA op haar beurt contracten afsluit.
www.elzha.nl
1
De rekentool is op Circularus online te vinden onder handleidingen
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.6
3. Identificatie van populatie voor ketenzorgprogramma CVRM
Secundaire Preventie
Cardiovasculair risicomanagement secundaire preventie (CVRM SP) omvat behandeling en
follow-up van risicofactoren voor patiënten bekend met hart- en vaatziekten (HVZ).
Deelname (inclusie) van patiënten aan de Diagnose- behandelcombinatie Cardio vasculair
risicomanagement secundaire preventie (CVRM-SP) is gebaseerd op de afspraken met de
Zorgverzekeraar voor 2014 en de NHG standaard CVRM. ( zie hiervoor Hoofdstuk 3).
Diagnostiek valt buiten een DBC- afspraak. Dat betekent dat het stellen van een diagnose bij
CVRM niet binnen de ketenzorg wordt vergoed. Vergoeding van de diagnostische fase valt
binnen het reguliere huisartsenvergoedingssysteem.
Het zorgprogramma voor de doelgroep CVRM -SP start met de inclusie, registratie in het HIS
voor de doelgroep.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.7
4. In -en exclusie ketenzorgprogramma CVRM Secundaire
Preventie
Inclusie:
De inclusie van patiënten wordt gebaseerd op de NHG- standaard Cardio Vasculair Risico
Management (CVRM).
CVRM secundaire preventie bij patiënten bekend met hart- en vaatziekten wordt hierin
omschreven als door atherotrombose veroorzaakte klinische manifestaties bij volwassenen
zoals hartinfarct, angina pectoris, herseninfarct (cerebrovasculair accident, CVA), transient
ischaemic attack (TIA), aneurysma aortae en perifeer arterieel vaatlijden.
Hiervoor worden de volgende ICPC- coderingen gehanteerd:
ICPC K74
angina pectoris
K75
acuut myocardinfarct (< 4 weken tevoren)
K76
andere chronische ischaemische hartziekte (inclusief Myocard
infarct > ouder dan 4 weken)
K89
TIA
K90.03
Cerebrovasculair accident ( niet bloedig)
K92.01
claudicatio intermittens, Perifeer arterieel vaatlijden.
K99.1
aneurysma aorta
Wanneer een ICPC- code is aangeduid op rubrieksniveau dan zijn de onderliggende ICPC
subcodes geïncludeerd.
NB: Hypertensie, Hypercholesterolemie, hartfalen en een bloedig CVA zijn geen
inclusiecriteria voor het samenstellen van de groep patiënten met bekende
artherothrombotische hart - en vaatziekten. Andere hart en vaatziekten vallen buiten de DBCafspraak. Cardio Vasculair Risicomanagement volgens de zorgstandaard bevat meer ICPC 's
dan hierboven genoemd, maar deze maken geen deel uit van de DBC- afspraak. Wij nemen
aan dat u wel zorg levert aan deze groep volgens de zorgstandaard Cardio Vasculair Risico
Management . Zie hiervoor bijlage 2.
Exclusie
1. Patiënten die in ketenzorgprogramma diabeteszorg vallen
2. Behandeling Hart en Vaatziekten ( HVZ) in 2e lijn
3. Opname in verpleeghuis
4. Ernstige comorbiditeit ( het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of
aandoeningen bij een patiënt)
5. Andere oorzaak
/oordeel huisarts
Wat betekent inclusie en exclusie?
Inclusie: de patiënt wordt opgenomen in de ketenzorg CVRM-SP
6. patiënt wil niet
Exclusie: de patiënt wordt niet opgenomen in de ketenzorg CVRM-SP
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.8
5. Registratie van het ketenzorgprogramma CVRM-SP in het
HIS
Als u deelneemt aan het ketenzorgprogramma CVRM- SP, worden ieder kwartaal de
benodigde gegevens van de behandelde patiënten doorgegeven aan de zorggroep voor
uitbetaling en kwaliteitscontrole. Dit gebeurt via Circularus online (www.circularus-online.nl)
Het doorgeven van deze gegevens wordt het extractieproces genoemd.
Voor het extractieproces is registratie van ICPC met hoofdbehandelaar (als diagnostische
bepaling) noodzakelijk. Er is gekozen om geen gebruik te maken van ruiters. Dit betekent dat
bij ieder contact controle en registratie van hoofdbehandelaar gecheckt dient te worden.
Let op: voor praktijken die in 2013 al deelnamen aan de DBC CVRM-SP is dit een wijziging in
de registratie.
Naast deze registratie kan er op praktijkniveau worden gekozen om de ruiters te blijven
gebruiken met de labcodes nodig voor de ELZHA registratie.
Registratie hoofdbehandelaar
De registratie van de hoofdbehandelaar gebeurt door middel van de combinatie ICPCcodering met de registratie Hoofdbehandelaar huisarts of specialist. Dit kunt u in het
protocol/onderzoek registreren of als labuitslag:
Huisarts hoofdbehandelaar opgenomen in de DBC:
ICPC met registratie hoofdbehandelaar: keuze huisarts (labcode CVHB KZ ) zorgt voor
inclusie in de ketenzorg .
Specialist hoofdbehandelaar, valt buiten de DBC
ICPC met registratie hoofdbehandelaar: keuze specialist (labcode CVHB KZ) zorgt voor
exclusie in de ketenzorg.
Registratie controlebeleid met uitslag 'geen geregelde zorg'
Indien de patiënt de huisarts als hoofdbehandelaar heeft maar niet gecontroleerd wordt
conform de ketenzorg afspraken dan wordt dit middels de labuitslag (diagnostische bepaling)
controlebeleid (labcode HVCB KZ) geregistreerd met de uitslag geen geregelde zorg.
Daarnaast kan ook de reden van exclusie geregistreerd worden met de labcode HVRZ KZ;
uitslag patiënt wil niet, op initiatief arts of overig.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.9
Voor patiënten die niet op controle komen, worden door de huisartsenpraktijk de volgende
acties verricht:
1. Patiënt krijgt brief met het verzoek om contact op te nemen met de praktijk voor het
maken van een afspraak.
2. Patiënt krijgt 2e herinneringsbrief met verzoek om contact op te nemen (<1 maand na
actie punt 1).
3. Patiënt wordt minimaal 2 x gebeld op verschillende dagen (<1 maand na actie punt 2).
4. Patiënt ontvangt een brief waarin staat dat er niet meer actief opgeroepen gaat
worden (<1 maand na actie punt 3).
Registratie- parameters CVRM Secundaire preventie
Goede registratie van zorg is van groot belang. Door een juiste registratie te hanteren
worden de gegevens uit uw HIS goed geëxtraheerd en gerapporteerd. Ook zijn de cijfers
(indicatorenrapportage) van uw praktijk daardoor te vergelijken met andere collega's binnen
ELZHA. De registratie van gegevens in uw HIS gebeurt door middel van coderingen als NHGlabcode, ICPC- code of ATC- code.
De verantwoordelijkheid van een juiste registratie in een huisarts- informatiesysteem ligt bij
de huisartsen en de praktijkondersteuner. Vanuit ELZHA wordt aangegeven welke gegevens
geregistreerd dienen worden voor de DBC CVRM SP. Zie hiervoor de bijlage 1:
registratieprotocol CVRM SP.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.10
6. Declaratiecodes
Het Huisartsinformatiesysteem (HIS) dient te zijn voorzien van declaratiecodes voor de CVRM
SP keten, met zogenaamde nultarieven. Dit betekent dat ieder CVRM SP consult middels een
van deze codes wordt afgeboekt. (er vindt dan geen facturatie plaats naar de zorgverzekeraar,
facturatie gaat via ELZHA) . Een handleiding hoe dit in uw HIS in te richten vindt u op
Circularus online.nl
XCVRJ
XCVRK
XVRT
XCVRV
XCVRE
XSMRC
XECG
ELZHA CVRM SP jaarcontrole
ELZHA CVREM SP kwartaal
ELZHA CVRM SP tel consult
ELZHA CVRM SP visite
ELZHA CVRM SP extra controle
ELZHA CVRM SP Stoppen met roken
ELZHA CVRM SP ECG
Let op: Voor Micro His Geldt met ingang van 6 maart 2014 een afwijkende codering:
CVRJ
CVRK
CVRT
CVRV
CVRE
SMRC
ECG
ELZHA CVRM SP jaarcontrole
ELZHA CVREM SP kwartaal
ELZHA CVRM SP tel consult
ELZHA CVRM SP visite
ELZHA CVRM SP extra controle
ELZHA CVRM SP Stoppen met roken
ELZHA CVRM SP ECG
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.11
7. Individueel zorgplan
Ter ondersteuning van zelfmanagement wordt een individueel zorgplan opgesteld. In een
individueel zorgplan staat belangrijke informatie voor de patiënt zelf:
- Welke doelen voor het cardiovasculair risicomanagement met de patiënt zijn afgesproken
- Welke beslissingen zijn genomen voor het realiseren van deze doelen
- Welke begeleiding de patiënt krijgt
- Hoe wat en wanneer wordt gecontroleerd
- Of streefwaarden zijn bereikt en bijgesteld
- Wie uit het behandelteam verantwoordelijk is voor het overeengekomen behandelbeleid.
Kortom: in het zorgplan staan de proceskenmerken (wie doet wat en wanneer) en de
concrete resultaten/afspraken.
Er kan gebruik gemaakt worden van een papieren of een digitale versie van een plan. Een
voorbeeld van een papieren versie is het boekje ZORGPLAN VITALE VATEN, uitgave van de
Nederlandse Hartstichting en De Hart & Vaatgroep. Dit boekje kan de patiënt ook in de
leefstijlmodules steeds gebruiken. Via Vitale Vaten is dit boekje te bestellen.( Platform Vitale
Vaten: Bestellen).
Registratie in het HIS gebeurt door de afspraken te noteren in de P - regel van het journaal,
ofwel in het registratieprotocol van het HIS. Daarbij dient de labcode HVPE KZ B (WCIA nr
2058), plan aanvullende gegevens HVZ eveneens te worden geregistreerd.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.12
8. Zorgproces
Het zorgproces bestaat uit (1) identificatie, (2) diagnostiek, (3) instellen beleid en (4) follow-up.
1.Identificati
3.Inis
Niet-e
medicamente
2.Diagnostiek
us
stelliiden
beleid3.Instelle
n
3.beleid
Instellen beleid
Niet-medicamenteus
Stoppen met roken
Medicamenteus
Bewegen
4.Follow UP
Voeding
Vanzelfsprekend staat de zorg voor de patiënt centraal. Wat betekent dat de patiënt zelf
actief deel neemt en onderdeel uitmaakt van het zorgproces. De behandelend huisarts heeft
de medische eindverantwoordelijkheid en de praktijkondersteuner (POH) heeft de regie voor
het zorgproces CVRM SP in samenspraak met de patiënt. Er wordt gewerkt met een
individueel zorgplan bij elke patiënt conform de zorgstandaard. De rol van de POH als
casemanager is verder geconcretiseerd in de samenwerkingsafspraken die daar
multidisciplinair op wijkniveau over zijn gemaakt. Identificatie en instellen diagnostiek vallen
buiten de DBC- afspraak CVRM SP. Het zorgproces start hier om die reden met:
Zorgproces, instellen beleid
Het instellen en evalueren van het beleid vindt plaats in de huisartsenpraktijk, volgens
afspraak met de patiënt, tijdens een tussentijdscontrole en/of een jaarcontrole.
De tussentijdse controle bestaat uit (1-2x per jaar )
- informeren welbevinden
- inventariseren klachten en vragen van patiënt
- metingen (bloeddruk, gewicht)
- educatie en evaluatie leefstijl
- follow-up afspraken
- registratie in behandelprotocol
- bespreken voortgang individueel zorgplan
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.13
Een jaarcontrole bestaat uit
- Informeren naar welbevinden
- inventariseren klachten en vragen van patiënt
- evalueren medicatiebeleid en vragen naar bijwerkingen
- metingen (bloeddruk, pols, gewicht, buikomvang)
- extra labbepaling en/of aanvullend onderzoek
- evaluatie individueel zorgplan: zelfmanagement, leefstijl, therapietrouw
- bespreken uitslagen risicofactoren
- evalueren ICPC (klopt alles nog?), hoofdbehandelaar, controlebeleid.
- registreren in behandelprotocol
- verwijzing andere disciplines
- bespreken controleschema
- uitgifte informatiemateriaal (NHG patiëntenbrieven, Thuisarts.nl ) en Zorgplan Vitale
Vaten
Laboratoriumbepaling van bloed en urine, onderdeel van de (jaar) controle.
Bloed
- Totaal Cholesterol
- HDL
- TC/HDL ratio
- LDL (nuchter)
- Triglyceriden (nuchter)
- Serumkreatinine
- eGFR (MDRD)
- SerumKalium
- Glucose (nuchter)
- Urinezuur (Haags protocol pilot)
Urine
- Microalbumine
Na instellen medicatie bij/met
Nierfunctiestoornissen, gebruik Diuretica, ACE-remmers of ARB’s
- Urinezuur (Haags nierenprotocol,Haagsenieren.nl )
- Serumkalium/ Serumcreatinine en MDRD
jaarlijks en bij verlaagde glomerulaire filtratiesnelheid effect van behandeling na 2 weken
controleren en bij acute verstoringen van de gezondheid
Statines
- LDL (nuchter) controle 3 maandelijks na start behandeling tot met aanpassing van
medicatie streefwaarde bereikt is
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.14
Oproepen voor lab
De mogelijkheid bestaat om patiënten te laten oproepen via Bronovo Ziekenhuis, het HAGA
Ziekenhuis, SHL., MCH of Reinier de Graaf. Patiënten worden dan in hun geboortemaand
opgeroepen.( Labkosten en oproepkosten komen ten laste van het wettelijk eigen risico).
U kunt ook vanuit uw eigen praktijk een oproepsysteem hanteren. In de bijlagen treft u 2
voorbeeldbrieven om patiënten op te roepen voor het CVRM – spreekuur.
ECG, indicatie
Indicatie ECG 2
1. Moeizaam in te stellen hypertensie
2. Lang bestaande hypertensie
3. Verdenking op atriumfibrilleren
4. Acuut coronair syndroom
Bij de diagnose atriumfibrilleren en verdenking op een acuut coronair syndroom wordt
verwezen naar de vigerende richtlijnen.
Uitvoering ECG door de praktijk
ECG- apparatuur met intelligente interpretatie
Duidelijke afspraken met cardioloog
Voor een correcte interpretatie van een ECG is kennis en ervaring vereist
Declaratie van een ECG binnen de DBC gaat via een Excel bestand dat u invult en aan ELZHA
mailt ([email protected]). Zie hiervoor Circularus online onder handleidingen.
2
Bron: Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasulair Risicomanagement
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.15
9. Verwijzen Stoppen met roken, voeding en bewegen
Verwijzing Stoppen met roken:
Roken is een belangrijke risicofactor bij het ontstaan van hart en vaatziekten. Een roker heeft
in veel gevallen een bijna tweemaal zo hoog risico als een leeftijdgenoot met dezelfde
eigenschappen die niet rookt. Stoppen met roken doet het risico sterk dalen, waarbij de
sterkste daling in het eerste jaar optreedt. (uit protocollair CVRM 2013)
Stoppen met roken is een effectieve manier om de achteruitgang van de longen te
verminderen en het risico op hart en vaatziekten te verlagen.
Stoppen met roken begeleiding kan individueel via de POH/huisarts binnen de DBC afspraak
of er kan verwezen worden naar een groepsinterventie. Voor gecontracteerde zorgverleners
raadpleeg de ELZHA website. www.elzha.nl
Om te garanderen dat zorgverleners kwalitatieve en effectieve zorg bij stoppen met roken
aanbieden, dienen zorgverleners aan bepaalde kwaliteitscriteria te voldoen. Ook de
zorgverzekeraar heeft daarvoor criteria gesteld. Zorgverleners die aan deze criteria voldoen,
zijn opgenomen in het Kwaliteitsregister ´Stop met roken´.
(http://www.kwaliteitsregisterstopmetroken.nl).
Verwijzen voeding:
Volgens de risicotabel CVRM verhoogt een BMI > 30 kg/m2 het risico op hart- en vaatziekten.
Afvallen kan het risico op hart- en vaatziekten verlagen.
Ook kan gewichtsdaling het HDL laten stijgen ( per kg gewichtsafname 0.01 mmol/l) en de
bloeddruk laten dalen ( 3 mmHg bij een gewichtsreductie van 3 -9 %).
Binnen het ketenzorgprogramma van de DBC CVRM SP is een voedingsinterventie mogelijk
door te verwijzen naar de diëtiste. Deze verwijzing kan plaatsvinden op grond van een
verhoogd glucose nuchter, verhoogd cholesterol, over- of ondergewicht of zoutreductie. Per
patiënt is 90 minuten dieetadvies mogelijk.
Verwijzing beweging:
Alle patiënten die op het spreekuur CVRM-SP komen krijgen het advies voldoende te
bewegen. Binnen de mogelijkheden van de patiënt betekent dit dat er minstens 5 dagen per
week een half uur matig tot intensief bewogen wordt.
Om patiënten goed te kunnen ondersteunen bij de mogelijkheden van bewegen in hun buurt
is kennis van de sociale kaart noodzakelijk.
Beweeginterventies vallen buiten het ketenzorgprogramma van de DBC CVRM SP. Overleg bij
verwijzing naar een fysiotherapeut met de patiënt naar de vergoedingsmogelijkheden van de
zorgverzekering van de patiënt.
Voor een beperkt aantal patiënten (afhankelijk van verzekering en wijk) is een Leefstijlmodule
beschikbaar. Zie voor meer informatie bijlage 10.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.16
Bijlage 1 Registratieprotocol CVRM SP versie 15 januari 2014
WCIA Bepaling nr
Totaal aantal patiënten
bekend met HVZ:
Secundaire preventie
ICPC
K 74
K75
K76
K89
K 90.03
K 92.01
K 99.01
Wanneer een ICPC - code
is aangeduid op
rubrieksniveau dan zijn
de onderliggende ICPC
subcodes geïncludeerd.
Hoofdbehandelaar CVRM 2815
Controlebeleid
2413
WCIA Memocode
Antwoord ID
Antwoordcode
Registratie
frequentie
Eenmalig +
wijzigingen
CVHB KZ
Huisarts
Specialist
Overig- onbekend
1 x per jaar
2 x per jaar
3 x per jaar
4 x per jaar
Elke 2 maanden
Elke 6 weken
Elke maand
Overig
Geen geregelde zorg
48
49
212
54
422
423
301
424
425
426
210
55
Per consult
HVCB KZ
17
Per consult
Reden geen geregelde
zorg
2414
Systolische/ diastolische
bloeddrukmeting 1 van
onderstaande 3
methoden
Systolische / diastolische
bloeddruk
Systolische/diastolische
bloeddruk thuismeting
Systolische/ diastolische
24 uurs meting
Glucose nuchter
Lipidenprofiel
Totaal cholesterol
HDL
Triglyceriden
LDL
Of LDL Direct
Cholesterol/ HDL cholesterol ratio
Nierfunctie ( 1 van
onderstaande 3
methoden)
MDRD (egfr, voorkeur)
Cockcroft - Gault
Kreatinine klaring
HZRZKZ
Patiënt wil niet
Controle specialist
Op initiatief arts
Overig- onbekend
58
59
60
212
Indien gewenst
Per consult
1744
1740
2055
2056
2659
2660
372
382
RRSY KA
RRDI KA
RRSY KA MH
RRDI KA MH
RRGS KA MH
RRGD KA MH
GLUC B NU
GLUC BC NU
192
446
1377
542
2683
181
CHOL B MT
HDL B
TRIG B
LDL B
LDLD B
CHHD B MI
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
Jaarlijks
1919
1918
524
KREM O FB
KREA O FB
KREA O MK
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.18
Urine op albumine of
albumine /creatinine
ratio
38
40
Een registratie is
voldoende
ALB U
ALBK U MI
Een registratie is
voldoende
Roken
1739
ROOK AQ
Advies stoppen met
roken gegeven
BMI (Quetelet- index)
Lengte
Gewicht
Lichaamsbeweging
volgens norm gezond
bewegen
1814
ADMI AQ
Jaarlijks
1272
560
357
3239
QUET AQ
LNGP AO
GEW AO
NNGB AQ
Jaarlijks
Middelomtrek
Opmerking
bijzonderheden
voedingspatroon
1872
2138
2718
Een registratie is
voldoende
2137
1816
OMVA DH
BYVD AA
BZVD AA
Een registratie is
voldoende
ADVD AQ
ADLB AQ
1591
2423
Een registratie is
voldoende
ALCO PQ
5SHT PQ
Een registratie is
voldoende
Voedingsadvies
Advies
lichaamsbeweging
gegeven
Alcoholgebruik
geregistreerd
jaarlijks
Ja
Voorheen
Nooit
Voldoet aan norm
Minder dan norm
Inactief
Onduidelijk
1
4
3
405
406
407
8
Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
Jaarlijks
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.19
Griepvaccinatie
Inschakelen zorg/
verwijzing
ICPC R 44
2063
HVVW KZ
Diëtist
Fysiotherapeut
Oefentherapeut
Internist
Cardioloog
Overig
220
221
253
218
254
210
jaarlijks
Indien nodig
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.20
Bijlage 2 Wat houdt CVRM Primaire Preventie in?
Als u deelneemt aan de DBC Secundaire Preventie verwachten we dat u ook zorg verleent aan
de patiënten met een verhoogd risico op hart en vaatziekten: CVRM primaire preventie. Deze
zorg valt buiten de DBC- afspraken en de vergoeding. Declaratie hiervan gaat volgens afspraak
van uw huisartsenovereenkomst met uw preferente zorgverzekeraar.
Patiënten zonder hart- of vaatziekte maar met verhoogd vasculair risico op basis van
schatting volgens risicotabel:geschikt voor Primaire Preventie
Definities volgens de NHG standaard::
Patiënten met verhoogd risico:
NIET bekend met Hart- en Vaatziekten (van atherothrombotische origine: AP, PAV,
hartinfarct, herseninfarct, TIA, Aneurysma) of Diabetes Mellitus
EN
bekend met hypertensie (diagnose, ICPC K 86)) OF
bekend met reumatoïde arthritis (diagnose ICPC L 88) OF
bekend met hypercholesterolemie (diagnose, ICPC T93.01)) OF
bekend met roken ( ICPC P 17) EN met een leeftijd van 50 jaar of ouder (≥ 50 jaar) OF
bekend met een belaste familieanamnese mbt HVZ OF
bekend met een Systolische bloeddruk > 140 (verhoogde bloeddruk, ICPC K 85) OF
bekend met een BMI van 30 of meer (≥ 30) OF
bekend met totaal cholesterol > 6,5 mmol/l OF
bekend met een verlaagde kreatinineklaring van minder dan 60 mml/min en een leeftijd
onder de 65 OF
bekend met een verlaagde kreatinineklaring van minder dan 45 mml/min en een leeftijd van
65 jaar of ouder OF
bekend met (micro)albuminurie
Medicamenteuze behandelindicatie op basis van risicoschatting op ziekte en sterfte door HVZ
groter dan 20% (volgens risicotabel ) of risico op ziekte en sterfte door HVZ tussen 10 en 20%
(volgens risicotabel) maar met risicoverhogende factoren
Bij diabetes mellitus en reumatoïde artritis wordt voor risicoschatting 15 jaar bij
kalenderleeftijd opgeteld. ( Een diabetes patiënt valt onder de ketenzorg diabetes)
Controle 1x jaar is bij goed medicamenteus ingestelde patiënt voldoende. Bij patiënten met
risicofactor(en) maar na opstellen risicoprofiel en risicoschatting < 10% kan eveneens
worden volstaan met controle 1x per jaar.
21
Bijlage 3 Risico tabel CVRM: Bron NHG
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.22
Toelichting bij het gebruik van de risicotabel 3
Het 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ wordt uitgedrukt in een percentage en
afgelezen op basis van leeftijd, geslacht, rookstatus en actuele SBD en TC/HDL-ratio.
Weergegeven zijn de risico’s van 40-, 50-, 55-, 60-, 65- en 70-jarigen. De risico’s behorende bij
tussenliggende leeftijden kunnen worden verkregen door interpolatie. Bij 70-plussers kan
men ervan uitgaan dat hun risico ten minste dat van 70 jarigen bedraagt
De kleurcodering in de tabel kan worden gebruikt voor het aangeven van het globale risico en
de algemene indicaties voor behandeling (zie hoofdstuk 4 van de CBO richtlijn CVRM)
- Groen: 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ < 10% (laag risico). Behandeling met
leefstijladvisering is geïndiceerd indien er modificeerbare risicofactoren zijn, zoals DM,
hypertensie, hypercholesterolemie, roken, obesitas of weinig lichaamsbeweging.
Medicamenteuze behandeling is zelden geïndiceerd.
- Geel: 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ 10% tot 20% (matig risico). Behandeling
met leefstijladvisering is geïndiceerd. Medicamenteuze behandeling wordt alleen
geadviseerd bij risicoverhogende factoren (tabel 4) in combinatie met een SBD > 140
mmHg of een LDL > 2,5 mmol/l. Afwezigheid van deze risicoverhogende factoren verlaagt
juist het risico op HVZ.
- Rood: 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ ≥ 20% (hoog risico). Behandeling met
leefstijladvisering is geïndiceerd. Medicamenteuze behandeling is geïndiceerd als de SBD >
140 mmHg of het LDL > 2,5 mmol/l.
Bij aanvullende risicofactoren zoals een belaste familieanamnese, lichamelijke
inactiviteit,obesitas of vermindering van nierfunctie, is het risico hoger dan in de tabel
aangegeven. Slechts in de categorie patiënten bij wie het 10-jaarsrisico tussen de 10
en 20% valt, wegen deze aanvullende risicofactoren mee bij de keuze om al dan niet met
medicamenteuze behandeling te starten (tabel 4).
3
bron: Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Management herziening 2011
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.23
De tabel kan worden gebruikt om het effect van wijzigingen in het risicoprofiel globaal te
schatten, bijvoorbeeld indien gestopt zou worden met roken of wanneer andere risicofactoren
zouden worden gereduceerd. Dit effect wordt echter niet direct, maar geleidelijk in de loop der jaren
bereikt.
Het verloop van een risico in de tijd wordt duidelijk door het huidige risico van de patiënt te
vervolgen naar een hogere leeftijdsgroep.
Aanvullend
- Patiënten zonder HVZ met een risico van kleiner dan 10% vallen buiten de
Zorgstandaard/richtlijn en worden derhalve buiten beschouwing gelaten, maar kunnen
wel geïdentificeerd blijven als risicogroep.
- Patiënten met een beperkte levensverwachting en patiënten met ernstige comorbiditeit
vallen buiten het zorgprogramma. Bij ernstige comorbiditeit kan van een reguliere
eerstelijns disease-management aanpak van CVRM geen sprake meer zijn (patiënten
onder behandeling van medisch specialist voor CVRM gerelateerde aandoeningen zoals
ernstige HVZ als ,aangetoonde hart- en vaatziekten, hartfalen, gevorderde dementie,
terminale patiënt etc.).
Bij reumatoïde arthritis moet 15 jaar opgeteld worden bij de kalenderleeftijd voor de
risicoschatting.
Het NHG adviseert om voor CVRM primaire preventie een episode met ICPC K49 ( andere
preventie verrichting ) te gebruiken voor patiënten die geen diabetes, hart- en vaatziekten of
geen andere al bekende cardiovasculaire risicofactor hebben. Dit betekent dat in de andere
gevallen het CVRM wordt vastgelegd onder de hoofddiagnose met toevoeging CVRM.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.24
Bijlage 4 Taakverdeling: wie doet wat
Organisatie van zorg in de praktijk, wie doet wat en wanneer
Het is belangrijk dat de praktijk voor de uitvoering van het zorgprogramma CVRM nagaat of er
voldoende POH- inzet is gegarandeerd om de patiënten populatie zorg te leveren volgens de
richtlijnen. (Dit is met de rekentool POH te controleren: zie hiervoor Circularus online onder
handleidingen). Van belang is ook om werkafspraken te maken rond taken en
verantwoordelijkheden in de praktijk, waarin duidelijk is hoe de controle rond de patiënt geregeld
is. ELZHA adviseert deze werkafspraken over de uitvoering van de jaarcontrole door de huisarts en
de tussentijdse controle vast te leggen.
Onderstaand schema bevat de taken in het kader van cardiovasculair risicomanagement. Met dit schema kunt u de
taakverdeling tussen de betrokken praktijkmedewerkers vastleggen.
Onderdeel
Organisatie
Selectie voor CVRM
Anamnese/Meten
Taak





Voorlichting





Medicatie






Cholesterol
- Bloeddruk
Leefstijlbeïnvloeding
-
-
Roken




-
Bewegen




-
Gewicht




-
Voeding



Wie?
CVRM- spreekuur organiseren
Doelgroep CVRM vaststellen en identificeren
Risicoprofiel opstellen
Risicoscore vaststellen
Risicoprofiel bijwerken
Patiënt informeren over het doel van risicoprofilering en -schatting
De betekenis van het tien jaars risico uitleggen
Behandelmogelijkheden en hun mogelijke effect op de hoogte van het risico
bespreken
Nagaan of patiënt voldoende informatie heeft om samen met de huisarts
een behandeling te kiezen
Persoonlijk behandelingsplan opstellen
Patiënt informeren over veiligheid en bijwerkingen
Patiënt informeren wie hij kan aanspreken bij problemen met de medicatie
(HA, POH/PVP of apotheker)
Doel van de medicamenteuze behandeling en de rol van de patiënt daarin
bespreken
Bepalen of u medicatie moet voorschrijven
Bepalen of u medicatie moet aanpassen
Medicatie voorschrijven
LDL- gehalte controleren
Bloeddruk controleren
Rookstatus nagaan
Stoppen- met- roken- interventie uitvoeren of verwijzen
Mate van lichamelijke activiteit nagaan
Beweegadvies geven
Verwijzen voor beweegprogramma
Nagaan of de Nederlandse Norm Gezond Bewegen of een op de persoon
aangepast streefdoel is gehaald
BMI bepalen
Middelomtrek bepalen
Begeleiden bij afvallen
Verwijzen voor begeleiding bij afvallen
Bijzonderheden in het voedingspatroon navragen (eenzijdig, te veel
calorieën, onevenwichtige vetsamenstelling, te weinig groente en/of fruit)
Adviseren over gezonde voeding
Aanpassing van de voeding begeleiden (op indicatie)
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.25
Bijlage 5 Uitwerking POH Consult CVRM
1. Informeren naar welbevinden



lichamelijk (ziekte)
psychisch
sociaal
2. De volgende klachten navragen (overleg huisarts)
 pijn op de borst
 hoofdpijn
 duizeligheid
 wazig zien
 kortademigheid (bij inspanning)
 hartkloppingen en onregelmatige hartslag , o.a. bij bloeddrukmeting
 dikke enkels
 claudicatio klachten
 pijn, tintelingen, gevoelloosheid handen en/of voeten
 seksuele problemen
3. Vraag naar problemen met opvolgen leefregels
 voeding (zoutgebruik, eten vette vis, beperken verzadigd vet, 200 gr groente en 2 stuks fruit
(indien problemen voedingsadvies dan verwijzen naar diëtiste)
 lichaamsbeweging (advies minimaal 30 min per dag matig intensief bewegen, 5 dagen per
week)
 roken (stopadvies en evt begeleiding)
 alcoholgebruik (vrouwen niet meer dan 1 glas per dag, mannen niet meer dan 2 glazen)
 omgaan met stress
4. Metingen
 bloeddruk en pols , indien RR te hoog behandeling aanpassen na tweede meetmoment
 bij irregulaire pols overleg met huisarts (evt ECG)
 RR > 180 overleg huisarts
 gewicht en lengte, indien toename of afname gewicht in 3 mnd meer dan 5 kg overleg huisarts
 Queteletindex en buikomvang
5. Bespreken labresultaten
6. Bespreken medicatie
 therapietrouw, uitleg werking medicatie
 bijwerkingen
 mogelijke interacties met andere medicatie
 bespreken nieuw recept/herhaling
7. Bespreken individueel zorgplan
8. Termijn vervolgafspraak
NB: Het registratieprotocol in het HIS zal leidend kunnen zijn tijdens het consult
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.26
Bijlage 6 Voorbeeld oproep brief bekende CVRM patiënt.
Plaats, datum
Betreft: spreekuur praktijkondersteuner
Geachte heer/mevrouw,
Tot nu toe bent u gewend voor de controle van uw bloeddruk, cholesterolgehalte en/of hart
en vaatziekte naar het spreekuur te komen. In onze huisartsenpraktijk is een zorgprogramma
gestart voor controle van patiënten met deze problemen. We willen extra aandacht besteden
aan het (verder) voorkomen van hart- en vaatziekten.
De zorg rondom hart- en vaatziekten wordt verzorgd door de huisarts, de
praktijkondersteuner en de assistente. Deelname aan het zorgprogramma betekent voor u
dat er naast controle in de huisartsenpraktijk ook periodiek een bloed- en urineonderzoek
wordt verricht. U krijgt hiervoor een oproep vanuit het laboratorium.
Het bloedonderzoek bestaat o.a. uit het meten van de waarde van het cholesterol, de
bloedsuikerwaarde en de nierfuncties.
Door deze zorgvuldige en gestructureerde aanpak kunnen risicofactoren voor hart- en
vaatziekten onder controle blijven en eventueel tijdig behandeld worden.
Of er voor u iets verandert in de controles wordt met u besproken op uw eerstvolgende
afspraak.
Als er naar aanleiding van deze brief nog vragen zijn, dan kunt u contact opnemen met
................................, telefonisch bereikbaar ...................
Met vriendelijke groet,
Huisarts ............................
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.27
Bijlage 7 Voorbeeld oproepbrief nieuwe CVRM patiënt
Plaats, datum
Betreft: spreekuur praktijkondersteuner
Geachte heer/mevrouw,
Tijdens het spreekuur is bij u een risicofactor voor hart- en vaatziekten vastgesteld. Dit
betekent dat u mogelijk een verhoogd risico heeft om problemen te krijgen met uw hart of
bloedvaten. Om meer aandacht te besteden aan het voorkomen van hart- en vaatziekten,
nodigen wij u uit voor het spreekuur van de praktijkondersteuner.
Tijdens dit spreekuur wordt uw risicoprofiel op hart- en vaatziekten opgesteld. Ook besteedt
de praktijkondersteuner aandacht aan uw leefstijl; gezonde voeding, bewegen en stoppen
met roken. Misschien kunt u door verandering van uw leefstijl het risico verlagen.
Tijdens de eerste afspraak meet de praktijkondersteuner uw bloeddruk, lengte en gewicht en
buikomvang. De praktijkondersteuner bespreekt de gegevens met de huisarts, die vervolgens
bepaalt of er nog extra onderzoek (bijvoorbeeld bloedonderzoek) nodig is. Daarna wordt, in
overleg met u, een voorstel gemaakt voor het verdere beleid.
Door deze zorgvuldige en gestructureerde aanpak kunnen risicofactoren voor hart- en
vaatziekten onder controle blijven en eventueel tijdig behandeld worden.
Wij nodigen u uit voor het spreekuur op:
......................................................
......................................................
Mocht u verhinderd zijn, dan horen wij dat graag van u.
Mocht u geen gebruik willen maken van deze afspraak dan kunt u zich afmelden in de praktijk
via telefoonnummer.......................
Als er naar aanleiding van deze brief nog vragen zijn, dan kunt u contact opnemen met
................................, telefonisch bereikbaar ...................
Met vriendelijke groet,
Huisarts ............................
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.28
Bijlage 8 Herinneringsbrief CVRM
(In het kader van het signalerings- en oproepsysteem, als de patiënt niet verschenen is)
[Praktijkgegevens/Logo]
[Plaats/datum]
[NAW- gegevens geadresseerde]
Geachte heer/mevrouw,
Bij u is in het verleden [een hart- en vaatziekte/ suikerziekte/ een verhoogde bloeddruk/ een
te hoog cholesterolgehalte] vastgesteld. U heeft daardoor een verhoogd risico op hart- of
vaatziekten.
Het is lang geleden dat u voor controle geweest bent. Op [……………..datum] heeft de
praktijkassistente u schriftelijk gevraagd een afspraak voor een nieuwe controle te maken. U
heeft hier nog niet op gereageerd. Ik raad u dringend aan op korte termijn te bellen en een
afspraak te maken voor een nieuwe controle. Als u geen controle meer wilt, verzoek ik u dit
aan de praktijkassistente te laten weten.
Met vriendelijke groet,
[Naam], huisarts
Mede namens,
[Naam], praktijkverpleegkundige/praktijkondersteuner
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.29
Bijlage 9 Informatiemateriaal
Ter ondersteuning van het spreekuur en informatie aan patiënten kunnen de NHGpatiëntenbrieven gebruikt worden of verwijzen naar www.thuisarts.nl



















Risicofactoren voor hart- en vaatziekten
Het opstellen van een risicoprofiel voor hart- en vaatziekten
Verlagen van uw risico op hart- en vaatziekten
Voedingsadviezen bij risicofactoren voor hart- en vaatziekten
Cholesterol algemeen
Bewegingsadviezen
Gezonde voeding voor volwassenen
Hoge bloeddruk algemeen
De aanpak van hoge bloeddruk
Voedingsadviezen bij hoge bloeddruk
Nierschade door vaatproblemen of diabetes mellitus
Atriumfibrilleren
Angina pectoris algemeen
TIA
CVA algemeen
Na een CVA
Hartinfarct
Claudicatio intermittens
Zelf thuis bloeddruk meten
Wordt ander informatiemateriaal gebruikt, leg dat vast in het praktijkdocument zodat voor
iedereen duidelijk is welke informatie wordt gegeven.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.30
Bijlage 10 Leefstijlmodule ELZHA
Uit onderzoek van de Hart stichting is gebleken dat leefstijlinterventie het risico op hart- en
vaatziekten daadwerkelijk kan verlagen.
Conclusie samenvatting effectiviteit leefstijlinterventie Hartstichting, jan 2009 :
Bij hart- en vaatpatiënten kunnen multifactoriële leefstijlinterventies het optreden van harten vaatziekten en/of sterfte verminderen. Daarnaast verbeteren deze interventies zowel bij
patiënten als bij hoog- risicogroepen de niveaus van verschillende biologische risicofactoren
en leefstijlfactoren en kunnen ze de kans op het krijgen van diabetes verlagen. Interventies
waarbij er intensief contact is met de patiënt over een wat langere periode lijken hierbij het
grootste effect te hebben. Het is daarom aan te bevelen om, als onderdeel van de
behandeling van patiënten met hart- en vaatziekten, een uitgebreid leefstijladvies te geven,
waarbij de patiënt goed en langdurig wordt begeleid. Dit geldt ook voor personen met een
verhoogd risico op het krijgen van hart- en vaatziekten.
ELZHA vindt het ook belangrijk om aandacht te besteden aan aanpassing van de leefstijl.
Op basis van de ervaringen met de pilot CVRM in de wijk (2012-2013) adviseert ELZHA
aanpassingen in leefstijl op weg naar Gezond Gedrag: Leefstijlmodule ELZHA
Deze aanpak is gebaseerd op onderstaande uitgangspunten:
 gericht op zelfmanagement
 gericht op veranderbehoefte
 is gekaderd in tijd
 heeft als kenmerk SIM (stimulerend, inspirerend en motiverend)
 continuïteit is geborgd (jaarlijks terugkombijeenkomst)
 gericht op gebruik maken van bestaande voorzieningen in de wijk
1. De leefstijlmodule ELZHA is beperkt beschikbaar in 2013 en 2014 voor
achterstandswijken. Indien u geïnteresseerd bent in deze module kunt u informatie
opvragen bij Zorggroep ELZHA (Rineke van Woerden, Joke Bakker of Karin Busch)
2. De leefstijlmodule ElZHA is een gecombineerde leefstijlinterventie. Dit betekent dat de
interventie erop gericht is blijvende gedragsverandering te creëren bij patiënten op zowel
het gebied van voeding (eetgewoontes) als op het gebied van bewegen. Ook is er
aandacht voor ander 'ongezond' gedrag zoals roken, alcoholgebruik en stressfactoren.
3. De Leefstijlmodule ELZHA is een groepsinterventie. Dit betekent dat de voorlichting en
bijeenkomsten in groepsverband plaatsvinden. Op indicatie is de intake en/of interventie
eventueel individueel mogelijk.
4. De module wordt wijkgebonden en multidisciplinair ingezet. Dit houdt in dat in een wijk
huisartsen en POH's samen met de leefstijlcoach, diëtiste en fysiotherapeut het
programma lokaal uitwerken en implementeren met ondersteuning vanuit ELZHA. Daarbij
vindt samenwerking met de Gemeente plaats zodat er voor de patiënt aansluiting plaats
kan vinden met het lokale sportaanbod.
Praktijkdocument CVRM ______________________________________________________________versie 4 maart 2014
pag.31