Vakwijzer Inleiding Politicologie 2012-2013 Algemene informatie Docent: Prof. Dr. Markus Haverland ( [email protected]) Blok: Bachelor 2.1 Omvang: 5 ECTS Opzet: Hoorcolleges Tentaminering: Schriftelijk tentamen over verplichte literatuur en collegestof Colleges: Maandag 11.00-12.45 & Woensdag 13.00-14.45 Tentamen: Vrijdag 5 Oktober, 13.30-16.30 Hertentamen: Maandag 19 November, 13.30-16.30 Doel Na afloop van deze module kan de student: de belangrijkste concepten in de politicologie definiëren; de belangrijkste elementen van het Nederlandse politieke systeem beschrijven als mede de overeenkomsten en verschillen met andere nationale politieke systemen benoemen; empirische (causale) verbanden leggen tussen maatschappelijke verschijnselen en elementen van politieke systemen; empirische (causale) verbanden leggen tussen verschillende elementen van politieke systemen; nationale politieke ontwikkelingen vanuit een internationaal-vergelijkend kader interpreteren. Inhoud “And what should they know of England who only England know?” (Rudyard Kipling, auteur van The Jungle Book) Waardoor is er in Nederland tussen de jaren 1920 en 1970 geen burgeroorlog uitgebroken? Daalt het vertrouwen in politieke instituties eigenlijk wel en welke factoren bepalen de mate van politiek vertrouwen? Hebben media zo veel invloed als vaak wordt beweerd? Leidt globalisering tot nieuwe scheidslijnen in de politiek? Welke factoren zijn van invloed op het stemgedrag van kiezers? Waardoor zitten in de Tweede Kamer vertegenwoordigers van tien politieke partijen en in het House of Representatives (Verenigde Staten) maar van twee politieke partijen? Welke factoren bepalen hoeveel partijen en welke partijen een 1 regeringscoalitie vormen? Kan een minderheidsregering stabiel zijn? Is de invloed van het Nederlandse parlement tegenover de regering afgenomen of juist toegenomen? Kennen alle democratische landen instituties zoals de Sociaal-Economische Raad en de Stichting van de Arbeid of werkt belangenvertegenwoordiging in andere landen anders en hoe? In het vak ‘Inleiding Politicologie’ maken studenten kennis met de empirische wetenschap der politiek en de kenmerken en werking van het Nederlandse politieke systeem in een internationaal-vergelijkend perspectief. Na een verkenning van kernconcepten zoals ‘politiek’, ‘macht’, en ‘autoriteit’, zullen de verschillende aspecten van politieke systemen de revue passeren. Aan de orde komen democratische en autoritaire systemen, politieke cultuur, politieke communicatie en media, politieke scheidslijnen, politieke partijen, belangengroepen, kiesgedrag, parlementaire versus presidentiële regeringsstelsels, de structuur en functies van parlementen en constituties. De cursus vertrekt vanuit de gedachte dat het specifieke karakter en de werking van het Nederlandse politieke systeem het best begrepen kan worden door vergelijking met andere nationale politieke systemen. De nadruk van het vak ligt op empirische aspecten van nationale politieke stelsels. Empirische vraagstukken betreffend lokale, Europese en internationale politiek en normatieve/politiek-filosofische kwesties zullen in andere vakken aan de orde komen. Verplichte literatuur De verplichte literatuur bestaat ten eerste uit twee leerboeken. Draag ervoor zorg dat je de juiste editie hebt! Niet alle hoofdstukken van deze twee boeken zijn verplichte literatuur en vaak hoeft ook niet het gehele hoofdstuk gelezen te worden. Let op de informatie per college. Daarnaast behoort ook aanvullende literatuur tot de verplichte literatuur (beschikbaar gesteld via BSK- web). Neem de verplichte literatuur mee naar het college! Andeweg, R.B. & G.A. Irwin (2009).Governance and Politics of the Netherlands (3rd ed.) Palgrave MacMillan [AI] Hague, R. & M. Harrop (2010). Comparative Government and Politics – an introduction (8th ed.). Palgrave MacMillan [HH] Aanvullende verplichte literatuur (BSK-web) 2 Overzicht hoorcolleges Thema Literatuur 1 Inleiding Centrale politicologische concepten Doelen van vergelijken Liberale democratie, illiberale democratie, autoritaire systemen Centrale politicologische concepten HH, pp. 3-14 Vergelijken HH, pp. 46-47 Liberale democratie, illiberale democratie, autoritaire systemen HH, pp. 83-91 & pp. 99-103 HH, pp. 121-125 & 132-134 AI, pp. 33-38 & 250-256 Van der Meer (20 pagina’s) BSK-web 2 Politieke cultuur - Civic culture - Elite cultuur: consociationalisme - Politiek vertrouwen 3 Politieke communicatie en media - Geschiedenis en trends - Mechanismes van media invloed - Personaliseren en negatieve berichtgeving? 4 Politieke scheidslijnen & partijensysteem - Klassieke scheidslijnen - Materialisme en postmaterialisme - Nieuwe scheidslijn door globalisering? HH, pp. 139-152 Van Praag (9 pagina’s) BSK-web Vliegenhart et al. (19 pagina’s) BSK-web AI, pp. 22-33, 41-44, 52-72, HH p. 125 & pp. 128-130 Gallagher et al. (10 pagina’s) BSK-web Kriesi et al. (36 pagina’s: lees vooral 921-930 & 949-953, en resultaten vor Nederland en Duitsland) BKS-web Kiesgedrag AI, pp. 109-124 Kiessystemen en Referenda HH, pp. 179-194 AI, pp. 95-109 HH pp. 319-335 AI, pp. 125-145 Gallagher et al. (2 teksten 37 pagina’s totaal) BSK-web Parlement HH, pp. 295-313 AI, pp. 146-168 Constitutie HH, pp. 249-261 AI, pp. 183-191 HH, pp. 227-241 (without EU) AI, pp. 169-183 5 Kiesgedrag Kiessystemen - Proportioneel kiesstelsel - Meerderheidsstelsel Referenda 6 Regering - Presidentiële systemen versus parlementaire systemen - Regeringen maken en breken 7 Parlement - Structuur en functies - Relatie met regering - Parlement en kiezer Constitutie 8 Belangengroepen - Pluralisme - Corporatisme Week 5 Schriftelijk tentamen 3
© Copyright 2024 ExpyDoc