Een portret van stichting RK Primair Onderwijs in - PO-raad

Een portret van stichting
RK Primair Onderwijs
in Culemborg
Stichting RK Primair Onderwijs Culemborg heeft 3 basisscholen en 3
peuterspeelzalen onder zich. Het bestuur bestaat uit 7 vrijwilligers, van wie
4 mensen verantwoordelijk zijn voor het dagelijks bestuur en 3 voor het
toezichthoudend bestuur. Jos van Zutphen is als algemeen directeur van de
stichting verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van de scholen.
PO-Raad Special Het jonge kind
Alle drie de basisscholen bieden VVE. De
drie basisscholen hebben ieder een peuterspeelzaal inpandig. Op zowel de voorschool als in het basisonderwijs wordt
gewerkt met de VVE-methode Piramide.
Dit is de methode die de gemeente in de
begintijd van VVE verplicht heeft gesteld.
De gemeente en het schoolbestuur
hebben veel geïnvesteerd in de professionalisering van leerkrachten en leidsters
in gebruik van de VVE-methode. Volgens
de doelgroepdefinitie die binnen de
gemeente Culemborg gehanteerd wordt,
hebben de drie scholen de volgende
percentages VVE-leerlingen: 3,5%, 15,5%
en 16,%. Dit verschilt echter van het
percentage gewichtenleerlingen op de
scholen, dit is respectievelijk 14%, 15,5%
en 12,5%. Het betreft voor een belangrijk
deel dezelfde leerlingen.
De GGD indiceert de leerlingen. Kinderen
met een indicatie gaan vier ochtenden
naar de peuterspeelzaal. Nagenoeg alle
peuterspeelzalen hebben gemengde
groepen, bestaande uit acht VVEleerlingen en acht niet-VVE-leerlingen.
De wijze waarop de vroegschoolse educatie in groepen 1 en 2 wordt ingevuld
verschilt in principe niet tussen de scholen. Voor de drie scholen geldt hetzelfde
beleid ten aanzien van VVE. Op alle
scholen zijn de leerkrachten dus Piramide
gecertificeerd. Voor nieuwe leerkrachten in groep 1 en 2 die niet Piramide
geschoold zijn, wordt een Piramide
trainer ingehuurd die deze leerkracht(en)
in de praktijk begeleidt en opleidt.
Verder worden er onderwijsassistenten of
leerkrachten met RT-taken ingezet voor
PO-Raad Special extra ondersteuning van VVE-leerlingen.
Per school verschilt de inzet van onderwijsassistenten wel, de school met weinig
VVE-leerlingen heeft een halve dag een
onderwijsassistent terwijl de school met
16% VVE-leerlingen twee dagen een
onderwijsassistent heeft voor de groepen
1 en 2.
ROLOPVATTING
Kaderstellend en faciliterend
In relatie tot de scholen ziet dhr. Van
Zutphen zijn rol hoofdzakelijk als kaderstellend en faciliterend. “Het bestuur stelt
het kader dat leerkrachten in groep 1 en
2 Piramide gecertificeerd zijn en draagt
zorg voor het geld om die certificering te
bewerkstelligen.”
Controlerend
“Vervolgens heb ik namens het bestuur
een controlerende rol of de verwachtingen
gerealiseerd zijn, bijvoorbeeld als het gaat
het behalen van de gewenste resultaten.” In
het kader van opbrengstgericht werken
voert dhr. Van Zutphen één keer per
kwartaal gesprekken met de directeuren
van de scholen over de resultaten, waaronder de resultaten van groep 1 en 2.
Naast dat het bestuur zelf toezicht houdt
op de resultaten van VVE, wordt VVE ook
op gemeentelijk niveau gemonitord.
Bij de gemeente werkt in deeltijd een
inspecteur VVE. Deze persoon heeft
VVE-instellingen in de gemeente eerder
begeleid in het realiseren van een doorgaande lijn. Nu was hij betrokken bij het
opzetten van een VVE-monitor. “Het idee
is om de gegevens via DAVE geautomati-
Het jonge kind
seerd te verzamelen, maar dit blijkt tot nu
toe lastig. Maar de gemeente houdt dus
ook toezicht op of gerealiseerd wordt wat is
afgesproken.”
De aansturing vanuit het bestuur op de
realisatie van het onderwijsaanbod in
groep 1 en 2 verloopt naar tevredenheid
van algemeen directeur Van Zutphen.
“De stichting is maar klein, met drie scholen, wat een groot voordeel is voor een
bestuur omdat je dicht bij de scholen staat.
Maar ook omdat bij ons de kaders van het
beleid bovenschools worden bepaald.” Van
Zutphen legt uit dat zo’n 7 jaar geleden
begonnen is met het bovenschools
oppakken van een aantal taken. Hij was
toen directeur van één van de drie basisscholen. Vervolgens ging de directeur
van één van de andere scholen weg, hij
nam deze school onder zijn hoede. Kort
daarop ging ook de directeur van de
derde school weg, waardoor hij alle drie
de scholen in beheer kreeg. In die tijd
was het voor hem het meest efficiënt om
beleid uit te werken voor de drie scholen
tegelijk, dus bovenschools. “Dat betekent
niet dat het een grote eenheidsworst is,
maar de kaders zijn wel voor alle drie de
scholen hetzelfde.”
De uitwerking van het beleid is met de
drie nieuwe directeuren van de scholen
opgepakt.
AANPAK VAN VERBETERPUNTEN
Van Zutphen is tevreden over het vroegschools aanbod op de scholen. Er wordt
volgens hem voldaan aan alle richtlijnen
voor kwalitatief goede VVE. Hij maakt
zich vooral zorgen om de voorschoolse
educatie.
Koppelen peuterspeelzalen en
basisonderwijs
Van Zutphen zou graag zien dat de
peuterspeelzalen gekoppeld worden
aan basisscholen. Volgens hem zou de
basisschool kinderen van 2,5 tot 12 jaar
moeten opvangen. Wanneer de scholen
Korte lijnen
Doordat de stichting klein is zijn de lijnen tussen de algemeen directeur en de
scholen kort. De algemeen directeur staat dicht bij de scholen. Betrokkenheid bij
scholen is van groot belang om directer te kunnen schakelen en sturing te kunnen
geven aan kwaliteit.
Jos van Zutphen: “Mensen vinden het prettig dat je betrokken bent. Regelmatig scholen binnen lopen en belangstelling tonen, wordt meer gewaardeerd dan veelal wordt
verondersteld. Het is geen kwestie van (verspilde) tijd, maar van prioriteit. Door die
regelmatige contacten, ben je ook makkelijker benaderbaar voor collega’s en bereik je
personeel makkelijker.”
PO-Raad Special Het jonge kind
Jos van Zutphen: “Als het gaat om de vroegschoolse educatie heb ik geen
knelpunten. Echter als het gaat om de voorschoolse educatie, ben ik bang dat als
de gemeente gaat bezuinigen op het reguliere peuterspeelzaalwerk, dan krijg
je dat steeds minder kinderen naar de peuterspeelzaal gaan, dat je eenzijdig
samengestelde peutergroepen ontstaan (bestaande uit alleen VVE-kinderen),
waardoor het probleem straks doorgeschoven wordt naar groep 1 en 2. Daarmee
breek je af wat er in de afgelopen 10 jaar is opgebouwd in het peuterzaalwerk en
dat heeft ongetwijfeld effect op het niveau in groep 1 en 2.”
Ouderbetrokkenheid
Een verbeterpunt op dit moment is
ouderbetrokkenheid. In de afgelopen
jaren is al intensief gewerkt aan ouderbetrokkenheid, maar volgens dhr. Van
Zutphen blijft het lastig om ouders binnen te krijgen en met hen te praten over
wat ze thuis met hun kind kunnen doen.
Voorwaarde van de gemeente voor de
subsidie voor peuterspeelzalen is dat er
gewerkt wordt aan ouderbetrokkenheid.
Op dit moment wordt er gewerkt aan
formalisering van het beleid ten aanzien
van ouderbetrokkenheid.
het geld dat de gemeente nu heeft voor
peuterspeelzaalwerk zouden krijgen,
kunnen de scholen, volgens hem, voor
hetzelfde geld veel meer bereiken.
Uit het inspectiebezoek voor de bestandsopname VVE kwamen twee belangrijke
verbeterpunten naar voren. Van Zutphen
licht toe hoe deze verbeterpunten worden aangepakt.
PO-Raad Special Monitoring
Een ander aandachtspunt dat door de
Inspectie geconstateerd werd, was de
monitoring van kinderen. In de afgelopen periode is er binnen de gemeente
gewerkt aan het opzetten van een VVE
monitor. Er zijn afspraken gemaakt over
hoe kinderen te volgen en instellingen
leveren gegevens aan. Deze monitor
is opgezet onder leiding van een oud
inspecteur VVE. n
Het jonge kind