Pedagogisch beleid peuterspeelzalen

Stichting Kinderopvang Alkmaar
Pedagogisch Beleid
Peuterspeelzalen
Pedagogisch beleid Peuterspeelzalen
Inhoudsopgave
1.
INLEIDING............................................................................................................................................ 3
2.
DOEL VAN HET BELEID ........................................................................................................................3
2.1
2.2
2.3
3.
OPVOEDINGSDOELEN -KERNWOORDEN VISIE PEUTERSPEELZALEN ..................................................4
3.1
3.2
3.3
4.
ALGEMEEN......................................................................................................................................3
BIJDRAGE AAN ORGANISATIEDOELEN ....................................................................................................3
ROLLEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ................................................................................................4
OPVOEDINGSDOELEN ........................................................................................................................4
(PEDAGOGISCHE-) MIDDELEN .............................................................................................................4
ONTWIKKELEN – VVE .......................................................................................................................5
VROEG SIGNALERING..........................................................................................................................5
4.1
4.2
ZORGEN EN ONDERSTEUNING .............................................................................................................5
MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD .........................................................................5
5.
OUDERBETROKKENHEID ....................................................................................................................6
6.
PEDAGOGISCHE WERKPLANNEN .......................................................................................................6
7.
GELDIGHEID, GELDIGHEIDSDUUR EN EVALUATIE..............................................................................7
8.
VASTSTELLING EN UITGIFTE DATUM .................................................................................................7
2
Pedagogisch beleid Peuterspeelzalen
1.
Inleiding
Het pedagogisch beleid peuterspeelzalen vertaalt onze algemene visie op zorg voor, ontwikkeling en
welbevinden van kinderen van 0-13 jaar, naar dat van de kinderen van 2- 4 jaar binnen onze
peuterspeelzalen.
Onze kernwoorden voor de peuterspeelzalen zijn; ‘ spelen, ontmoeten en ontwikkelen’. Hierin staan
kinderen centraal en mogen zichzelf zijn, de leiding is deskundig, sensitief en responsief en begeleidt
en ondersteunt kinderen (en hun ouder-s-) met respect voor eigenheid, met humor en met creativiteit.
Het doel van een peuterspeelzaal is het faciliteren en organiseren van een uitdagende en stimulerende
omgeving waarbinnen kinderen van 2-4 jaar ontwikkelingsgericht kunnen spelen en ontmoeten. Vanuit
het gezamenlijke belang van ouders en leid(st)ers, nm.; ‘Het zorgen voor optimale omstandigheden
voor de ontwikkeling van het kind’, wordt vanuit gelijkwaardigheid, vertrouwen en openheid met
ouders samengewerkt.
In dit beleid wordt de functie van de peuterspeelzaal als voorschool benadrukt. Dit beleid hangt dan
ook samen met het VVE ( Voor- en Vroeg schoolse Educatie) beleid.(DGK C-2.7).
2.
Doel van het beleid
2.1
Algemeen
Dit beleid schrijft voor hoe en waarom de leid(st)ers vorm geven aan hun pedagogische handelen op
de groep. Het wordt aangevuld met locatie specifieke informatie in de pedagogische werkplannen van
de vestigingen)
Dit beleid is uitgangspunt voor de communicatie en interactie met kinderen en ouders. In dit beleid
worden verbanden gelegd tussen de kernwoorden uit de visie op peuterspeelzaalwerk en de
opvoedingsdoelen van Prof. Riksen –Walraven uit de Wet Kinderopvang (2005). De samenhang met
ander beleid wordt daar waar nodig aangegeven.
2.2
Bijdrage aan organisatiedoelen
De SKOA stelt zich ten doel als aanbieder van kinderopvang met specifieke aandacht voor kwetsbare
kinderen in Alkmaar e.o., om een volwaardige partner in de Jeugdzorg te zijn. Als
samenwerkingspartner van het basisonderwijs en ketenpartner van de CJG’s (centra voor Jeugd en
Gezin) spelen de peuterspeelzalen een belangrijke rol bij de vroeg signalering van (ontwikkelings-)
achterstanden bij jonge kinderen. Zij dragen daarmee bij aan de doorgaande ontwikkelingslijn van 0-18
jaar.
De VVE peuterspeelzalen richten zich op de (taal-)ontwikkeling van jonge kinderen en op het
stimuleren van de ouderbetrokkenheid hierbij.
3
Pedagogisch beleid Peuterspeelzalen
2.3
Rollen en verantwoordelijkheden
Leid(st)ers vervullen de belangrijkste rol naar zowel de kinderen als de ouders. Zij zijn de vertrouwde
professionals die de zorg, begeleiding en opvoeding delen met de ouders gedurende de periode dat
het kind de peuterspeelzaal bezoekt.
Bij de managers ligt de verantwoordelijkheid voor het bewaken van een goed pedagogisch klimaat en
het faciliteren en organiseren van de voorwaarden die nodig zijn om dit optimaal vorm te geven.
Daarnaast is de manager verantwoordelijk voor het maken van de (pedagogische) werkplannen, met
actieve betrokkenheid van de leiding. De eigenaar van dit beleid is de beleidsmedewerker Pedagogiek,
Thera Mertens.
3.
Opvoedingsdoelen -Kernwoorden visie peuterspeelzalen
3.1
Opvoedingsdoelen
Het werken aan de opvoedingsdoelen uit de Wet Kinderopvang is uitgangspunt voor het pedagogisch
handelen van leid(st)ers. Deze opvoedingsdoelen zijn; het bieden van emotionele veiligheid,
persoonlijke competenties aanleren, sociale competenties aanleren, en het zich eigen leren maken van
normen en waarden.
Het uitgangspunt is dat dit vrij (zonder dwang) en op een speelse manier vorm krijgt, zowel in
groepsverband als onder individuele aandacht. In een veilige en vertrouwde omgeving ( emotionele
veiligheid) is spelen ‘leren’ en zal het plezier dat ze hierin beleven met leeftijdgenoten en met leiding
de natuurlijke drang van kinderen om zich te ontwikkelen versterken.
Het is de visie van de SKOA dat spelen en ontmoeten de basis zijn voor het ontwikkelen van
persoonskenmerken als veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit (
persoonlijke competenties). Het biedt de basis voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden (sociale
competenties) om te kunnen communiceren, samenwerken, conflicten hanteren en sociale
verantwoordelijkheid te nemen. En tot slot voor de morele ontwikkeling ( het zich eigen maken van
normen en waarden).
3.2
(Pedagogische-) Middelen
De pedagogische middelen die we inzetten om aan de opvoedingsdoelen te werken en daarmee de
ontwikkeling van kinderen te stimuleren en te begeleiden zijn;
Vanuit het kernwoord “ spelen” : - de activiteiten die we aanbieden
- het (spel-)materiaal dat beschikbaar is
- de inrichting en mogelijkheden die onze binnen- en
buitenruimten bieden
Vanuit het kernwoord “ ontmoeten “: - de groep (samenstelling, stabiliteit en interactie)
- de leiding (stabiliteit en interactievaardigheden)
4
Pedagogisch beleid Peuterspeelzalen
3.3
Ontwikkelen – VVE
Binnen de peuterspeelzalen als voorschool is de inzet van de VVE methodiek Ko Totaal een gericht
aanbod op het gebied van taalstimulering, met name voor de doelgroep die hiervoor is aangemerkt en
naar ons wordt toe geleid door EVEAN ( consultatiebureaus 0-4jr).
VVE coaches ondersteunen en begeleiden de leiding in het uitvoeren van Ko Totaal en het vorm geven
aan de samenwerking met onderwijs.
De overdracht van informatie, over de ontwikkeling van kinderen (observatieformulier Ko Totaal)
gedurende de voorschoolse periode, naar het basisonderwijs is een belangrijke bijdrage die door de
SKOA wordt geleverd aan de doorgaande ontwikkelingslijn voor 0-18 jarigen.
Bij de reguliere peuterspeelzalen ( zonder VVE aanbod) vindt tevens een overdracht naar het
basisonderwijs plaats. Hier wordt gebruik gemaakt van de observatiemethode Peuter Estafette.
Het onderwerp informatie overdracht peuterspeelzaal-basisschool wordt uitgebreid beschreven in het
VVE Beleid. ( DGK C-2.7)
4.
Vroeg signalering
4.1
Zorgen en ondersteuning
Vroeg signalering van (ontwikkelings-)achterstanden bij jonge kinderen is een aandachtspunt binnen
de peuterspeelzalen. De structurele observatiemomenten en de kindbesprekingen bieden hier ruimte
voor.
Gedegen kennis van de ontwikkelingsfasen van jonge kinderen, naast oog hebben voor eigen tempo,
temperament, cultuurverschillen en verschillen tussen jongens en meisjes zijn hierin voorwaarde voor
de deskundigheid van de leid(st)ers die de observaties, de oudergesprekken en de overdracht
uitvoeren.
Daar waar zorgen blijven bestaan wordt in samenspraak met de ouders pedagogische ondersteuning
georganiseerd om het kind ( en de ouders) extra te ondersteunen en/of door te verwijzen naar
samenwerkingspartners in de (jeugd-)hulpverlening.
Opvoedingsondersteuning voor ouders ( Triple P) wordt op verschillende niveaus door leid(st)ers en
pedagogisch ondersteuners, daar waar nodig, aangeboden.
4.2
Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld
De SKOA hanteert de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.
Alle peuterspeelzaalleiding is getraind in het signaleren van kindermishandeling en (getuige zijn
van)huiselijk geweld en in het nemen van de daartoe vereiste stappen richting het AMK
( Advies en meldpunt Kindermishandeling) en/of het SHG ( Steunpunt Huiselijk Geweld).
Alle managers en de medewerkers van de afdeling Pedagogiek zijn getraind als Aandachtsfunctionaris
Kindermishandeling.
De SKOA borgt deze kennis door het structureel aanbieden van scholing op dit gebied.
Dit onderwerp wordt tevens beschreven in het Beleid signaleren, ondersteunen en melden (VVE)
peuterspeelzalen. ( DGK-C6.1)
5
Pedagogisch beleid Peuterspeelzalen
5.
Ouderbetrokkenheid
De ouders zijn de belangrijkste samenwerkingspartners voor de leid(st)ers.
Ze delen de opvoeding van de kinderen ten tijde van de peuterspeelzaalperiode.
Voor alle peuterspeelzalen geldt dat er een lage drempel is t.a.v. het vragen van opvoedingsadvies en
ondersteuning. Overdracht bij brengen en ophalen zijn belangrijke informatiemomenten om voor
leid(st)ers goed aan te kunnen sluiten bij de kinderen en hun belevingswereld, bij hun ervaringen thuis,
in hun buurt, bij hun familie. Leid(st)ers kunnen alleen dan sensitief en responsief zijn als zij de
kinderen echt kennen, hiervoor is goed contact met de ouders een vereiste.
Op alle peuterspeelzalen worden aan de hand van de structurele observatiemomenten
oudergesprekken/ 10 minuten gesprekken met ouders gevoerd. De informatie over de ontwikkeling
van het kind thuis en op de peuterspeelzaal wordt uitgewisseld. De observatieformulieren van peuter
Estafette en/of Ko Totaal zijn in deze gesprekken de rode draad en zullen als overdracht naar de
basisschool dienen. Ouders zijn zodoende op de hoogte van de inhoud.
Er zijn binnen de VVE methodiek verschillende momenten en verschillende manieren om ouders te
betrekken bij de thema’s die op de peuterspeelzalen worden uitgevoerd. De meerwaarde van de
ouderbetrokkenheid ligt in het geven van een vervolg in de thuissituatie aan dat waar kinderen op de
peuterspeelzaal mee bezig zijn.
Ouderbijeenkomsten op de peuterspeelzalen, verbonden aan een thema of onderwerp dat past bij
leeftijd en/of opvoedingsvraag en vieringen waar ouders actief bij betrokken worden vinden meerdere
keren per jaar plaats.
Dit onderwerp wordt tevens beschreven in het Ouder beleid ( DGK-C3.1)
6.
Pedagogische werkplannen
Op alle vestigingen wordt aanvullend op het Pedagogische Beleid Peuterspeelzalen een pedagogisch
werkplan gemaakt. Hierin wordt beschreven hoe concreet uitvoering gegeven wordt aan het werken
aan de opvoedingsdoelen, welke pedagogische middelen worden ingezet.
Omdat alle vestigingen verschillend zijn, sommige peuterspeelzalen zijn gevestigd in een
kindercentrum, sommigen in een school of MFA, geeft het pedagogische werkplan ruimte voor het
beschrijven van de locatie specifieke aspecten van een vestiging. Omdat alle leid(st)ers verschillend zijn
en de SKOA optimaal gebruik wil maken van ieders kwaliteiten zullen vestigingen zich ook (in de
andere pedagogische middelen) onderscheiden van elkaar.
6
Pedagogisch beleid Peuterspeelzalen
7.
Geldigheid, geldigheidsduur en evaluatie
Dit beleid geldt voor de peuterspeelzalen van de SKOA. Het geldt voor zowel de peuterspeelzalen met
een VVE aanbod als voor de zgn. reguliere peuterspeelzalen zonder VVE aanbod. Dit beleid is na
vaststelling twee jaar geldig, het wordt jaarlijks geactualiseerd (mede aan de hand van de
stadsspecifieke afspraken met de Gemeente Alkmaar) en iedere twee jaar uitgebreid geëvalueerd
onder verantwoordelijkheid van de eigenaar.
8.
Vaststelling en uitgifte datum
7