P ro je ctp la n P ro je ctp la n

P
Herziene versie d.d. 8 maart 2013
Actualisatie op basis Regeerakkoord Rutte II
Ambtelijk opdrachtgever:
Jan Martens (programmamanager
programmamanager Sociale
Decentralisaties)
Projectleiders/opdrachtnemers
s/opdrachtnemers:
Jo-Ella Verbeek en Hiddo Born
(beleidsmedewerkers team Regie –
Maatschappelijke Zaken)
Datum vaststelling:15
15 maart 2013
Projectplan
Decentralisatie
AWBZ naar Wmo
P
Projectplan
1
Projectopdracht (actualisatie)
1.1
Inleiding:: een nieuwe koers
De decentralisatie van onderdelen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ
(AWBZ)
naar de Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) is één van de drie grote sociale
decentralisaties. In januari 2012 is het project AWBZ Begeleiding naar Wmo van gestart
gegaan. De gemeente heeft gekozen voor een geïntegreerd programma voor de sociale
decentralisaties (zie programmaplan Sociale decentralisaties).
decentralisaties). Het project AWBZ naar Wmo
is onderdeel van dit programma. De andere decentralisaties zijn de invoering van de
nieuwe Jeugdwet en de nieuwe Participatiewet.
Deze 3 decentralisaties zijn in gang gezet door het kabinet Rutte I. Door de val van dit
kabinet
binet in juni 2012 is het aan de Tweede Kamer voorgelegde nieuwe wetsontwerp voor de
Wmo controversieel verklaard. De voorbereiding van de decentralisatie zijn niet gestopt,
maar wel op een lager pitje gezet in afwachting
afwac
van de nieuwe kabinetsplannen. In
november 2012 is het nieuwe Regeerakkoord
Regeerakk ord van het kabinet Rutte II gepresenteerd. Het
nieuwe kabinet kiest ervoor
voor een nog meer onderdelen van de AWBZ naar het de Wmo over
te hevelen. Ook is er een nieuwe invoeringsdatum,
invoeringsda
1 januari 2015, waardoor de planning
moet worden aangepast.
Dit nieuwe projectplan is geactualiseerd op basis van het nieuwe Regeerakkoord ‘Bruggen
Bouwen’. Het project heeft ook een nieuwe naam: ‘Decentralisatie AWBZ naar Wmo’ in
plaats van ‘Decentralisatie Begeleiding van AWBZ naar Wmo’ .
1.2
Waarom decentraliseren?
Toekomstbestendig maken AWBZ
De afgelopen jaren zijn meerdere rapporten verschenen waarin geconstateerd wordt dat er
maatregelen nodig zijn om de AWBZ toekomstbestendig te maken. Hieruit is gebleken dat
in de AWBZ onvoldoende gebruik wordt gemaakt van de eigen kracht van mensen en hun
omgeving. De functies
ncties Begeleiding, Kortdurend verblijf en Persoonlijke v
verzorging
erzorging passen
beter bij de taak die gemeenten hebben in de Wmo.
Goedkoper: minder individueel, meer collectief
In het Regeerakkoord staat dat de overheveling van taken uit de AWBZ naar de Wmo
gepaard gaat met een korting van 25%. Vanuit doelmatigheidsoogpunt
doel
is het dus
noodzakelijk dat gemeenten de Begeleiding
egeleiding en Persoonlijke verzorging op een andere
manier gaan organiseren. Het Rijk vraagt gemeenten hun beleidsvrijheid aan te wenden
om besparingen te realiseren door cliënten te bewegen meer gebruik te maken van
passende informele en/of collectieve voorzieningen.
voorzieningen
Samenhangende arrangementen
Gemeenten hebben de opdracht van het Rijk om de decentralisatie integraal en vanuit de
vraag van de burger op te pakken. Omdat participatievoorzieningen met name op het
terrein van zorg en ondersteuning en van werk en inkomen in de komende jaren bij
gemeenten zullen worden geconcentreerd, worden gemeenten in staat gesteld om de
hulpvraag van een cliënt integraal te bezien en een passend, samenhangend arrangement
samen te stellen.
pagina
1.3
De nieuwe opgave
abinet Rutte II kondigt hervormingen van de AWBZ aan
aan.
Het Regeerakkoord van het Kabinet
In onderstaand overzicht een vergelijking
ergelijking tussen de oude en nieuwe opgave.
AWBZ
Oude opgave*
opgave
NNieu
Nieuwe opgave**
Begeleiding
Korting 5%
Kortdurend verblijf
Korting 5%
Korting 25%
Persoonlijke verzorging
Blijft in AWBZ
Korting 25%
Korting 25%
*Opgave o.b.v. Regeer- en Gedoogakkoord Rutte I (2010)
**Opgave o.b.v. Regeerakkoord Bruggen bouwen Rutte II (2012)
De functie Begeleiding
Begeleiding bestaat uit individuele begeleiding en begeleiding in de vorm van
groepsbegeleiding ofwel dagbesteding. Het doel van Begeleiding
ng is bevordering, behoud of
compensatie van zelfredzaamheid zodat opname in een instelling of verwaarlozing wordt
voorkomen. Op 1 januari 2012 waren er in totaal
aal 710 Rhedenaren met een indicatie voor
Begeleiding1. Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor Begeleiding
en ontvangen het huidige AWBZ minus een korting van 25%.
De functie Kortdurend verblijf
Kortdurend verblijf houdt in: logeren in een instelling voor maximaal drie etmalen per
week. Kortdurend verblijf wordt vaak ingezet ter ontlasting van de mantelzorgers.
Op 1 januari 2012 waren er in totaal 45 Rhedenaren met een indicatie
ndicatie voor Kortdurend
verblijf1. Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor Kortdurend
verblijf en ontvangen het huidige AWBZ budget minus een korting van 25%.
De functie Persoonlijke verzorging
erzorging
Persoonlijke verzorging is alles wat mensen gebruikelijk als zelfzorg uitvoeren, zoals
douchen,
en, aankleden, scheren, ogen druppelen, naar het toilet gaan. Het doel van
Persoonlijke verzorging is het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij activiteiten
op het gebied van de algemeen dagelijkse levensverrichtingen.
levensverrichtingen. In Rheden hebben 785
mensen een indicatie voor deze functie2. Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015
verantwoordelijk voor Persoonlijke verzorging en ontvangen het huidige AWBZ budget
minus een korting van 25%.
Gemeente Rheden
Aantal Rhedenaren NNieu
met CIZ indicatie*
Huidige AWBZ uitgaven
(indicatief)
Individuele begeleiding
460
€ 4.570.000**
Begeleiding groep
250
€ 2.170.000**
Kortdurend verblijf
45
€ 260.000**
785
€ 6.140.000***
1540
€ 13.140.000
Persoonlijke verzorging
Totaal
*Aantal Rhedenaren met CIZ indicaties is afkomstig
fkomstig uit de CIZ Basisrapportage d.d. 1 januari 2012
** Kosten voor de functies Begeleiding en Kortdurend Verblijf zijn afkomstig
afkomstig uit Maatwerkrapportage Rheden,
Menzis, februari 2012.
***Kosten voor de functie Persoonlijke
rsoonlijke verzorging zijn afkomstig
a
uit Registratie CVZ zorgcijfers 2012.
1
Zie Rapport Menzis Wmo Support:
Support: Decentralisatie extramurale begeleiding en kortdurend
verblijf, maatwerkrapportage gemeente Rheden, februari 2012.
2
pagina
Zie CIZ Basisrapportage gemeente Rheden 1 januari 2012.
Beleidsvoornemens Rijk
In het Regeerakkoord worden nog meer wijzigingen aangekondigd voor de AWBZ en Wmo.
Om een totaaloverzicht te geven worden ook de eerder aangekondigde maatregelen uit
Lenteakkoord op een rij gezet.
Beleidsvoornemens Lenteakkoord (*) en Regeerakkoord (**)
1. Decentralisatie
entralisatie Begeleiding (**)
naar gemeenten
In het Regeerakkoord is duidelijkheid gekomen over de
nieuwe invoeringsdatum van de decentralisatie van de
functie Begeleiding: 1/1/2015 in eens in plaats van
gefaseerde invoering in 2013/2014. Dit is inclusief
Kortdurend Verblijf.
2. Pakketmaatregel dagbesteding
AWBZ begeleiding (**)
Met ingang van 1/1/2014 vervalt de aanspraak op
dagbesteding in de AWBZ, terwijl deze functie pas in 2015
wordt overgeheveld naar de gemeente. Wie is verant-woordelijk voor de tussenperiode? Deze onduidelijkheid in
het Regeerakkoord wordt hopelijk opgehelderd
derd in de visie op
langdurige zorg (verwacht april 2013).
3. Pakketmaatregel vervoer
AWBZ-begeleiding (*)
Met ingang van 1/1/2013 wordt de vergoeding voor het
vervoer van mensen met een beperking met gemiddeld tien
euro teruggebracht. Het vervoer is met dergelijke
ergelijke tarieven
niet kostendekkend. Tot 1/1/2015 ligt de uitvoering van de
maatregel bij de zorgaanbieders. De kosten van vervoer zijn
een aandachtspunt voor de Wmo vanaf 1/1/2015.
4. Decentralisatie Persoonlijke
verzorging (**)
5. Pakketmaatregel Persoonlijke
verzorging (**)
Naast de Begeleiding wordt ook de Persoonlijke verzorging
gedecentraliseerd naar gemeente met ingang van 1/1/2015.
Het
et Rijk een pakketmaatregel door in 2014. “Voor de functie
Persoonlijke verzorging vervalt het recht op zorg bij een
indicatie korter dan 6 maanden en wordt de norm voor
gebruikelijke zorg verhoogd van 60 naar
aar 90 minuten per
week”. Dat is een extra belasting voor mantelzorgers. Ook
dit is een aandachtspunt voor de Wmo vanaf 1/1/2015.
6. Decentralisatie extramurale
Extramurale verpleging gaat met ingang van 2015 naar de
verpleging naar
Zorgverzekeringswet. Dit betekent dat de zorgverzekeraars
Zorgverzekeringswet (**)
belangrijke samenwerkingspartners worden.
7. HH ombouwen tot
maatwerkvoorziening (**)
Het beroep op bestaande huishoudelijke hulp in de Wmo
wordt voor nieuwe cliënten in 2014 beëindigd. Voor
bestaande cliënten gaat de maatregel een jaar later in.
Gemeenten behouden 25% van het budget voor een
maatwerkvoorziening.
8. Extramuralisering ZZP’s (*)
Vanaf 1 januari 2013 worden er geen indicaties meer
afgegeven voor de zogeheten zorgzwaartepakketten (ZZP) 1
en 2. Dit betekent dat mensen niet langer een indicatie voor
een licht zorgzwaartepakket ontvangen, maar voortaan een
indicatie voor extramurale zorg krijgen. Ze moeten thuis
blijven wonen en zelf de benodigde hulp, zorg en onder
ondersteuning regelen. ZZP 3 volgt in 2014 en ZZP 4 in 2016
2016.
9. Decentralisatie inkomens-
pagina
Er komt met ingang van 1/1/2015 een nieuwe gemeentelijke
ondersteuning chronisch zieken
voorziening (binnen Wmo of WWB) voor chronisch zieken en
en gehandicapten (**)
gehandicapten voor compensatie van zorgkosten.
Aangekondigd: Visie op langdurige zorg
Er is veel commentaar gekomen op de bezuinigingen die in het Regeerakkoord
Regeerakkoord worden
voorgesteld. In maart 2013 zal staatsecretaris Van Rijn zijn visie op de langdurige zorg
presenteren. In deze visie worden de hoofdpunten uit het Regeerakkoord uitgelegd.
Verwacht wordt dat ook een aantal onduidelijkheden
ondui
worden opgehelderd.
erd. Mogelijk leidt dit
tot wijzigingen.
Decentralisatie-uitkering
Voor de financiering van de nieuwe Wmo-taken krijgt de gemeente een
en bijdrage van het
Rijk welke is gebaseerd op de huidige kosten in de AWBZ verminderd met een
decentralisatiekorting van 25%. De inschatting is dat de decentralisatie-uitkering
decentralisatie uitkering voor
Begeleiding
ing en Persoonlijke verzorging circa 10 miljoen euro bedraagt. Er ligt een voorstel
van minister Plassterk om de budgetten voor de 3 decentralisaties (Wmo, Jeugdzorg en
Participatiewet) te
e bundelen in een deelfonds om te komen tot een zo breed mogelijke
ontschotting3. Eind 2013 worden de verdeelmodellen voor gemeenten bekend gemaakt.
1.4
Afbakening project
Het project richt zich op de implementatie van de AWBZ functies Begeleiding,
Begeleiding, Kortdurend
Verblijf en Persoonlijke verzorging in de Wmo. De in paragraaf 1.3 opgesomde
maatregelen uit het Regeerakkoord
egeerakkoord vallen niet allemaal onder de reikwijdte van dit project.
In dit project worden opgepakt: 1, 2 en 4. De maatregelen 7,8 en 9 vallen in de lijn en
zullen door de afdelingen Inwonerszaken en Maatschappelijke Zaken worden opgepakt.
De uitvoering van de overige maatregelen ligt bij de zorgaanbieders en zorgverzekeraars.
Het is wel uitermate belangrijk dat deze maatregelen niet los van elkaar worden
voorbereid,
eid, maar dat er interne afstemming is en samenwerking met externe partijen.
1.5
Doel project
Het doel van het project is de overheveling van de AWBZ functies
functie naar het gemeentelijk
domein van de Wmo zo goed mogelijk te laten verlopen,
v open, vanuit het oogpunt van: de
gemeente, het Rijk én
n de burgers uit onze gemeente die op dit moment AWBZ zorg
ontvangen of dit in de toekomst nodig hebben. De decentralisatie van AWBZ naar de Wmo
biedt kansen om op lokaal niveau de ondersteuning bij zelfredzaamheid
redzaamheid en participatie
dichterbij de burger te organiseren. Gemeenten zijn in staat de eigen kracht en
mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerk aan te spreken en maatwerk in de
directe omgeving te realiseren. Ook kunnen gemeenten verbindingen leggen met andere
Wmo-voorzieningen
voorzieningen en andere gemeentelijke domeinen, zoals re-integratie,
re
e, de bijstand en
het jeugd(zorg)beleid. Wij krijgen met de overheveling van de AWBZ-functies de
beschikking over een completer instrumentarium om thuiswonende mensen met
m
beperkingen
perkingen goed te ondersteunen.
1.6
Projectopdracht
De opdracht is: Onderzoek, ontwikkel en realiseer de stappen die nodig zijn om de
gemeentelijke organisatie voor te bereiden op de uitvoering van de nieuwe taken die de
gemeente krijgt met ingang van 1 januari 2015 als gevolg van de decentralisatie van de
AWBZ functies Begeleiding, Kortdurend Verblijf en de Persoonlijke verzorging overgaan
naar de Wmo.
3
pagina
Zie Decentralisatiebrief minister Plassterk, 19 februari 2013.
2
Uitgangspunten project
Er zijn verschillende uitgangspunten waarmee bij de uitvoering van dit project rekening
mee moet worden gehouden.
Programma sociale decentralisaties
Het project is onderdeel van het programma Sociale Decentralisaties. De drie decentrali
decentralisaties bieden kansen voor het beleidsbeleids en uitvoeringsniveau om door het leggen van
verbindingen,
dingen, het integraler werken te verbeteren. Integraal werken heeft niet alleen een
inhoudelijke meerwaarde, maar is ook noodzakelijk om binnen de financiële kader toch zo
effectief mogelijke oplossingen te realiseren. Het streven is om innovatieve oplossingen
ngen te
bedenken.
Dienstverleningsvisie Klant in Beeld
Het programma sociale decentralisaties is inhoudelijke gelinkt aan het programma Klant in
Beeld. Rheden heeft de afgelopen jaren onder de noemer Klant in Beeld diverse projecten
gestart om de dienstverlening
erlening aan de burgers te verbeteren. Er is een Rhedense
dienstverleningsvisie die de centraal stelt dat de dienstverlening moet passen bij wat de
klant echt nodig heeft. Deze dienstverleningsvisie wordt ook als vertrekpunt gehanteerd
voor dit project.
Sociale visie Rheden
De gemeenteraad heeft in juni 2012 de sociale visie ‘Van zelfredzaamheid naar
samenredzaamheid’ van de gemeente Rheden vastgesteld. Deze visie is het vertrekpunt
voor alle drie decentralisaties die zijn verbonden aan het programma Sociale
Decentralisaties. De sociale visie sluit aan op de in 2011 door de gemeenteraad opgestelde
visie ‘Rheden 2020’ en is als doel gesteld in het Beleidsplan 2010-2014
2010 2014 van het college
‘Innovatief met minder’.
Wmo-meerjarenbeleidsplan 2013-2016
2016
Het Wmo beleid
id is herijkt voor de periode 2013-2016.
2013
Er ligt een nieuw
meerjarenbeleidsplan welke het startsein geeft voor een meerjarig Kantelingsproces. Naar
verwachting zal de gemeenteraad het meerjarenbeleidsplan in april 2013 vaststellen. Dan
is dit nieuwe beleidskader
skader ook het uitgangspunt voor de nieuwe Wmo taken.
Regionale samenwerking bij innovatie
De elf gemeenten in de regio Arnhem (Rheden, Rozendaal, Doesburg, Renkum, Zevenaar,
Duiven, Westervoort, Rijnwaarden, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum) hebben een
lopende samenwerking op het terrein van de Wmo. Het streven is om een gezamenlijke
regionale visie
sie op te stellen en ook in de uitvoering samen te werken. Zo is er een traditie
om als regiogemeenten samen op te trekken bij aanbestedingen,
aanbest
zoals bij de hulp
ulp bij het
huishouden. Er moet wel een meerwaarde zijn voor samenwerking. Het uitgangspunt is:
lokaal
kaal wat lokaal kan, regionaal wat beter regionaal kan worden georganiseerd.
De portefeuillehouders Wmo hebben afgesproken om bij de innovatie die nodig is van het
sociale domein samen op te trekken en van elkaar te leren. In de vorm van proeftuinen per
thema
hema worden ervaringen uitgewisseld. De eerste proeftuinen starten in het voorjaar van
2013.
pagina
Mens centraal
Bij de inrichting van het beleid en organisatie wordt de burger en het door die burger
gevoelde behoefte centraal gesteld en niet de organisaties,, systemen of bestaande stelsels
en regels. Het streven is dan ook de uitv
uitvoering van de nieuwe Wmo-taken zo efficiënt
mogelijk te organiseren, zodat een zo gering mogelijk bedrag wordt besteed aan
organisatiekosten en zoveel mogelijk middelen direct
d
ten goede komen aan de
maatschappelijke ondersteuning van onze burgers.
Concluderend zijn dit de uitgangspunten voor het project:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Streven naar innovatie en integraliteit staat centraal binnen programma Sociale
Decentralisaties.
Integrale klantbenadering
dering in plaats van sectorale aanpak
Sociale visie van de gemeenteraad is inhoudelijk vertrekpunt
Gekantelde Wmo waarbij maatwerk centraal staat is uitgangspunt bij voorbereiding
van decentralisatieproject.
Regionale samenwerking: samen optrekken bij innovatie
inn
en van elkaar leren.
De burger staat centraal, niet de belangen van organisaties of bestaande stelsels en
regels.
pagina
3
Projectaanpak
3.1
Projectaanpak
In het voorjaar van 2012 is het project Begeleiding van AWBZ naar Wmo van start gegaan.
gegaan.
We zijn gestart met een kennismaking
making met de nieuwe
euwe toekomstige zorgaanbieders. Tijdens
werkbezoeken hebben we Rhedenaren ontmoet die nu AWBZ-Begeleiding
egeleiding krijgen. Na de
val van het kabinet Rutte I vorig jaar juni 2012 is het wetswijzigingsvoorstel voor
or de Wmo
controversieel verklaard. Door het ontbreken van duidelijkheid over een nieuwe
ingangsdatum is het project in een onduidelijke fase terecht gekomen. Nu het nieuwe
kabinet met het Regeerakkoord Bruggen Slaan een nieuwe koers heeft uitgezet en de
invoeringsdatum bekend is, wordt het project voortgezet door middel van een doorstart
met een nieuw projectplan
plan en een nieuwe planning. Het nieuwe projectt heeft een looptijd
van 2,5 jaar van januari 2013 tot en met juni 2015.
In dit projectplan wordt het decentralisatieproject opgesplitst in twee deelprojecten.
1.
Begeleiding en kortdurend verblijf naar de Wmo
2.
Persoonlijke verzorging naar de Wmo
Dit heeft meerdere redenen. De decentralisati
decentralisatieopgave is nu zo groot, dat het werk
verdeeld moet worden over twee projectleiders. Bovendien zijn de vraagstukken
ken bij de
functies Begeleiding/ Kortdurend Verblijf enerzijds en de
d functie Persoonlijke verzorging
anderzijds van een heel ander karakter. Zie onderstaande tabel voor een indruk van de
vraagstukken.
AWBZ-functies
Vraagstukken
Functie Begeleiding
Groep: alle leeftijden, gehandicapten, mensen met psychische
Functie Kortdurend
problemen.
Verblijf
Individuele begeleiding omvormen naar maatschappelijke
ondersteuning
Dagbesteding in relatie tot WSW en welzijn
Vraagstuk vervoer
Kortdurend verblijf voor alle leeftijden
Vraagstuk zoeken naar collectieve alternatieven voor dure
professionele begeleiding
61 zorgaanbieders
Vraagstuk PGB is van groot belang gezien groot aantal PGB
houders
Functie Persoonlijke
Groep: 80% is 65 jaar en ouder zelfstandig thuiswonend.
verzorging
Groep die PV nodig heeft groeit als gevolg van extramuralisering
ZZP’s
Link huidig Wmo beleid woningaanpassingen
Vraagstuk samenwerking met (wijk)verpleegkundigen
Beperkt aantal zorgaanbieders, waarschijnlijk huidige HH
aanbieders
Overbelasting mantelzorgers belangrijk aandachtspunt
pagina
3.2
Projectactiviteiten
In onderstaand schema wordt een overzicht gegeven van de projectactiviteiten. Voor de
start van een nieuwe fase wordt een werkplan gemaakt door de (deel)projectleider. Met de
programmamanager wordt overlegd
overleg of voldoende faciliteiten (personeel, tijd, budget)
beschikbaar zijn om de volgende fase goed uit te kunnen voeren. Ook is het een moment
om de projectplanning
ing indien nodig aan te passen.
Projectactiviteiten
Fase
Actie
Periode
Resultaten
Doorstart
Actualisatie projectopdracht,
Januari
Herzien projectplan gereed en
planning aanpassen,
2013 -
vastgesteld.
begroting herzien,
herzien
maart 2013
deelprojectleider aanstellen.
aanstellen
Inventarisatie
Verzamelen
len informatie uit
Maart 2013 -
Verkenning
Verkenning
kennismakingsgesprekken,
mei 2013
Begeleiding
Persoonlijke
gereed.
verzorging
werkbezoeken 2012 en
zorgcijfers Begeleiding en
gereed
gereed.
Kortdurend Verblijf.
Analyse
In gesprek met betrokken
April 2013 -
Rapportage
Rapportage
ondersteunings-
organisaties en huidige
september
Begeleiding
Persoonlijke
behoefte
AWBZ-cliënten over
2013
nieuwe stijl
verzorging
verbeter- en bezuinigingsbezuinigings
nieuwe stijl
mogelijkheden.
Keuzes maken
Inhoudelijke keuzes
Aanbestedingsaanpak
April 2013-
Keuzenotitie
Keuzenotitie
december
Begeleiding
Persoonlijke
2013
in de Wmo
verzorging
Rheden
in de Wmo
gereed.
Rheden
Financieel kader uitwerken
gereed.
Wettelijk kader uitwerken
Experimenten
Experimenten innovatieve
April 2013-
Afspraken met zorgaanbieders
oplossingen om van AWBZ
december
om minimaal 4 wijkgerichte
naar Wmo nieuwe stijl te
2014
experimenten op te zetten.
komen
Uitwerking
Implementatieplan (intern
Januari
Implementatieplannen gereed
keuzes
gericht)
2014-
(intern en extern) voor
Implementatieplan (extern
Juni 2014
Begeleiding en Verzorging.
Herinrichten werkprocessen
Juli 2014 -
Uitwerking implementatie
implementatie-
Herinrichten
December
plannen Begeleiding en
informatiesysteem
2015
Persoonlijke verzorging
gericht)
Start aanbestedingstraject
aanbestedingstrajecten
Implementatie
ICT en automatisering
pagina
Wmo-verordening
verordening en
beleidsregels aanpassen
Afspraken maken externe
partijen
Personeelsuitbreiding
Opleiding personeel
Communicatie over
veranderingen
Start
Invoeringsdatum
nvoeringsdatum
1-1-2015
Van start naar
Evaluatie
Januari 2014
Evaluatierapport alle AWBZ
AWBZ-
- Juni 2015
functies
invoering
Vervolgacties bepalen
Overdracht naar lijn
De beide deelprojecten lopen in principe samen op. Omdat de inventarisatie van
Begeleiding en Kortdurend Verblijf vorig jaar al is gestart, moet het project Persoonlijke
verzorging een inhaalslag maken. Vanaf januari 2014 in de implementatiefase
implementatiefase komen de
deelprojecten bij elkaar. Het interne implementatieplan zal een gezamenlijk plan zijn. De
externe implementatieplannen zullen verschillen. Ook de
de laatste fase, de evaluatie, is een
gezamenlijke activiteit.
3.3
Resultaten van het project
Het eindresultaat van het project is dat de gemeente goed is voorbereid is op de
uitvoering van de nieuwe taken als gevolg van
v
de overheveling van de AWBZ functies
s
Begeleiding,, Kortdurend Verblijf en Persoonlijke verzorging naar de Wmo.
De (tussen)resultaten
resultaten van het project zijn:
1. Een gezamenlijk projectplan voor de twee deelprojecten Begeleiding/Kortdurend
Verblijf en Persoonlijke verzorging
verzorging.
2. Een inventarisatie van de nieuwe doelgroepen en aanbieders
3. Een analyse
alyse van de ondersteuningsbehoefte van cliënten
iënten die op dit moment AWBZAWBZ
zorg ontvangen inclusief een inventarisatie van verbeterverbeter en
bezuinigingsmogelijkheden.
4. Een concept raadsvoorstel, waar
waarin
in de belangrijkste keuzes rondom de overheveling
van de AWBZ-taken
taken naar de Wmo aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
5. Een juridische vertaling van het keuzedocument in een planning voor de aanpassing
van de Wmo-verordening
verordening en beleidsregels.
6. Een financiële vertaling van het keuzedocument in een financieel kader voor de
uitgaven voor de nieuwe Wmo--taken.
7. Een aanbestedingsdocument
nbestedingsdocument als basis om het aanbestedingstraject te starten en/of
subsidieafspraken te maken met aanbieders van zorg en welzijn.
8. Een intern implementatieplan voor de gemeentelijke organisatie.
9. Een extern implementatieplan als basisdocument om afspraken
afspraken te maken met externe
partijen.
pagina
10. Een communicatieplan gericht op huidige AWBZ
AWBZ-cliënten, huidige Wmo-klanten
klanten en
toekomstige Wmo-klanten.
11. Een concept raadsvoorstel, waarin alle raadsbesluiten zijn verwerkt die nodig zijn voor
de implementatie van de nieuwe
we taken.
12. Een evaluatierapport inclusief vervolgacties voor het eerste half jaar dat de AWBZ
taken naar de Wmo zijn overgeheveld.
3.4
Projectstructuur
Programma Sociale decentralisaties
Het project decentralisatie AWBZ naar Wmo is een van de drie projecten dat
dat onder het
programma Sociale decentralisaties valt. Bestuurlijk opdrachtgever voor het programma is
het college van burgemeester & wethouder. Wethouder Tjebbe Vugts is de
portefeuillehouder waaronder dit programma valt. Het sectorhoofd Maatschappelijke z
zaken,
Hans Kettelerij, is de ambtelijk opdrachtgever. De programmamanager Sociale
decentralisaties, Jan Martens, is de opdrachtnemer voor de uitvoering van het programma.
De verdeling van taken en verantwoordelijkheden is terug te vinden in het programmap
programmaplan
Sociale decentralisaties.
Project decentralisatie AWBZ naar Wmo
Dit project is een van de drie decentralisatieprojecten
decentralisatieproject
van het programma Sociale
decentralisaties. De programmamanager Sociale decentralisaties is opdrachtgever voor de
drie decentralisatieprojecten. De projectleiders van de decentralisatieprojecten zijn
opdrachtnemers. Dit
it project AWBZ naar Wmo heeft 2 deelprojectleiders. Hiddo Born is
deelprojectleider voor Persoonlijke verzorging
verzorging. Jo-Ella Verbeek is deelprojectleider voor
Begeleiding/Kortdurend Verblijf en vertegenwoordigt het decentralisatieproject AWBZ naar
Wmo in het programmateam. De projectleiders
projectleider rapporteren
rteren over de voortgang van de
deelprojecten aan de programmamanager volgens dit projectplan. De programmamanager
rapporteert vervolgens aan de Stuurgroep Sociale decentralisaties over de voortgang van
de 3 decentralisatieprojecten. De projectleiders
projectleide stemmen de voorbereidingen
ingen met elkaar
inhoudelijk af.
Projectgroep AWBZ naar Wmo
Om een brede afstemming met de andere ontwikkelingen in het Wmo-domein
Wmo
te
bevorderen is gekozen voor een brede projectgroep. Deze projectgroep komt 1x per
maand bijeen en bestaat uit de volgende personen. In dit overleg wordt de voortgang
gevolgd van de verschillende Wmo projecten. De personen maken op dit moment deel uit
van de projectgroep Kanteling/AWBZ naar Wmo.
Deelnemers
elnemers projectgroep Kanteling/AWBZ
Kanteling/
naar Wmo
Jeanine Bosma
Teammanager Regie, afdeling Maatschappelijke Zaken
Heleen van Ravenswaaij
Teammanager Sociaal, afdeling Inwonerszaken
Peter van Dalen
Projectleider Kanteling
Jo-Ella Verbeek
Deelprojectleider Begeleiding/Kortdurend Verblijf
Hiddo Born
Deelprojectleider Persoonlijke verzorging
Margriet Loeven
Beleidsmedewerker, afdeling Inwonerszaken en
projectleider Het Gesprek
Arco Diepeveen
Beleidsmedewerker, afdeling Inwonerszaken en trekker
aanbestedingstrajecten
Erny Reuling
Beleidsmedewerker vrijwilligerswerk en informele zorg,
afdeling Maatschappelijke Zaken
pagina
Marjolein Huijskes
Beleidsmedewerker ouderenbeleid en trekker
meerjarenbeleidsplan Wmo
Ellen Pouw
Beleidsmedewerker team Regie, afdeling
Maatschappelijke Zaken
Inzet personeel deelprojecten
Voor de uitvoering van dit projectplan is de inzet van de volgende personen nodig. In het
eerste jaar waarin de beleidskeuzen moeten worden gemaakt is vooral de inzet nodig van
beleidsmedewerkers van de afdeling Maatschappelijke Zaken. In het tweede jaar waarin de
implementatie centraal staat wordt een beroep gedaan op de medewerkers
medewerkers van de afdeling
Inwonerszaken.
Benodigde inzet
Team Regie Afdeling Maatschappelijke Zaken
Jo-Ella Verbeek
24 uur per week
w
Projectleider AWBZ naar Wmo
16 uur
gedurende
edurende looptijd
en deelprojectleider
regulier
project
Begeleiding/Kortdurend Verblijf
beschikbaar,
8 uur
uitbreiding
Hiddo Born
16 uur per week
Deelprojectleider Persoonlijke
16 uur
gedurende
edurende looptijd
verzorging
uitbreiding
Regulier
project
Marjolein Huijskes
8 uur per week (vanaf
Fase Keuzes maken: thema’s
april 2013 tot en met
toegang en collectivisering en
december 2013)
koppeling bezuiniging HH,
extramuralisering ZZP’s en
thuiswonende ouderen.
Erny Reuling
4 uur per week (vanaf
Fase Keuzes maken: thema’s
april 2013 tot en met
overbelasting mantelzorger,
december 2013)
samenwerking vrijwilligers en
Regulier
informele zorg en koppeling
wijkaanpak Ik buurt mee
Dieren.
Team Sociaal Afdeling Inwoners Zaken
Margriet Loeven
8 -12 uur per week
Afstemming individuele
gedurende looptijd
voorzieningen, Het Gesprek,
project.
nieuwe werkwijze, arrange-
Regulier
menten, scholing en
competenties Wmo-consulenten
Vacant
24 uur per week (vanaf
Ten behoeve implementatie:
24 uur
1 juli 2013 tot en met
Aanbestedingstraject, Pgb/pvb,
uitbreiding
juni 2015).
verordening en beleidsregels,
herinrichting werkprocessen en
informatiesysteem, ICT en
communicatie
2 Wmo-consulenten
40 uur (vanaf april
Meedenken bij beleidskeuzes
(Heleen doet voorstel
2013 tot en met
vanuit perspectief Wmo-
wie)
december 2013).
consulenten
Rafet Dumlu
160 uur in 2013
Inzet voor onderzoek naar
bundeling doelgroepenvervoer
pagina
Regulier
Regulier
Afhankelijk van de fase waarin het project zich bevindt zal ook een beroep worden gedaan
op de volgende personen vanwege specifieke expertise. Voor de ureninzet wordt verwezen
naar het Programmaplan.
Ad hoc expertise
Hans Mennings
Inkoopadvies bij contractafspraken
c
zorgaanbieders
Inkoopcoördinator
Petra van der Laan
Juridisch
uridisch advies Wmo, verordening en beleidsregels
Juridisch adviseur
Marcel Schuurman
Verantwoording rijksbijdrage en financiële sturing
Senior financieel adviseur
Martin Putman
Rol bij herinrichting werkprocessen en informatiesysteem vanuit Klant
Informatiemanager
in Beeld
Jan Willem Bakker
Communicatieadvies
Communicatieadviseur
Taken (deel)projectleiders
De deelprojectleiders hebben de volgende taken:
1. Realiseren van de resultaten zoals deze in de projectplanning zijn benoemd.
2. Rapporteren over de voortgang van de projectresultaten aan de programmamanager
programmamanager.
3. Inhoudelijke verbinding zoeken met projectleiders decentralisatieprojecten
Participatiewet en Jeugdzorg.
4. Afstemmen met
et Wmo collega’s in projectgroep Kanteling/AWBZ naar Wmo
5. Aangeven bij teammanagers Maatschappelijke Zaken en Inwonerszaken wanneer
extra inzet nodig is van teamleden.
6. Sturen op inzet van financiële middelen op basis van de projectbegroting.
7. Het bijhouden van
an de projectadministratie voor het deelproject.
3.5
Communicatie
Vanuit het programma Sociale Decentralisaties
ecentralisaties wordt een communicatiestrategie bepaald
in samenwerking met Jan Willem Bakker als communicatieadviseur.
Voor de decentralisatie van de begeleiding is hiervoor van belang:
- dat de huidige zorgaanbieders hierbij worden betrokken, vanwege hun expertise van de
voor onze nieuwe doelgroepen.. De meeste zorgaanbieders hebben een werkgebied
groter dan de gemeente Rheden. Het streven is dat de 11 gemeenten in de regio
Arnhem de zorgaanbieders gezamenlijk consulteren en betrekken de overgang van
AWBZ naar Wmo.
- dat de Wmo-raad Rheden/Rozendaal als adviesorgaan van het college wordt betrokken
bij de decentralisatie van de AWBZ
AWBZ-begeleiding naar de Wmo. De Wmo-raad zal een
werkgroep oprichten
n uit haar eigen leden,
leden die het college (gevraagd en ongevraagd) zal
adviseren over de decentralisatie van de begeleiding. De werkgroep fungeert tevens als
een klankbordgroep
bordgroep voor de projectleider.
projectle
- Van groot belang is de communicatie naar de huidige AWBZ-cliënten
AWBZ
over de
veranderingen
en met ingang van 1 januari 2015.
2015 Hiervoor zal een apart communicatieplan
atieplan
worden gemaakt.
pagina
4
Projectkosten
De gemeente Rheden heeft voor de voor de voorbereiding van de decentralisatie van de
AWBZ-functies naar de Wmo een invoeringsbudget
nvoeringsbudget van het rijk gekregen. Dit budget is
bedoeld om de voorbereidingskosten
kosten te dekken, zoals bijvoorbeeld de kosten die
voortvloeien uit dit project. Het invoeringsbudget bedraagt in totaal € 207.230,--. Voor
2012 is het invoeringsbudget voor de gemeente Rheden € 123.816,00 en voor 2013
€ 83.414,00 (bron: septembercirculaire 2011). Dit budget wordt ingezet voor de
uitvoering van het programmaplan Sociale decentralisaties en dus ook voor de uitvoering
itvoering
van dit projectplan. Daarnaast heeft de gemeenteraad een implementatiebudget
beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het programma Sociale decentralisaties.
Voorafgaand aan elke fase zal een werkplan worden
worden gemaakt met een specificatie van de
activiteiten en de kosten die gemaakt zullen worden.
Hieronder worden de algemene projectkosten en kosten op een rij gezet.
Totale kosten
Algemene
Projectkosten per
per jaar in euro’s
kosten
fase
Totale kosten
2013
62.500
70.000
132.500
2014
82.500
105.000
187.500
2015
Totaal
pagina
43.750
15.000
58.750
188.750
190.000
378.750
5
Risico’s
Onduidelijke kaders
Om de begeleiding te integreren in de Wmo moet veel geregeld worden, terwijl de kaders
vanuit het Rijk nog niet helder zijn. In het Regeerakkoord zijn nieuwe bezuinigingen op de
AWBZ en Wmo aangekondigd, maar er iis hiertegen behoorlijk verzet. Een aantal
gemeenten plaatsen kanttekeningen bij de haalbaarheid van de bezuinigingen. Het is op dit
moment onduidelijk of alle beleidsvoornemens worden omgezet in nieuw beleid en
wanneer het gewijzigde wetsontwerp voor de Wmo aan de Tweede Kamer wordt
aangeboden. Wij verwachting hierover
over in het voorjaar van 2013 meer duidelijkheid over te
krijgen als staatsecretaris Van Rijn zijn visie op de langdurige zorg bekend maakt.
maakt
Maatschappelijke onrust
Er kan maatschappelijke onrust ontstaan, doordat mensen bang zijn hun huidige AWBZ
AWBZzorg te verliezen. Het is goed te beseffen
eseffen dat verschillende bezuinigingsmaatregelen van
het Rijk bij dezelfde groep mensen samenkomt.
samenko
Te denken aan: de beperking van het
Pgb,, de gevolgen van de invoering van de Participatiewet en de bezuinigingen binnen de
Wet
et tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg).
(Wtcg). Dat betekent dat zowel in
dit project als in het programma Sociale Decentralisaties aandacht moet zijn voor een
duidelijke communicatie naar huidige gebruikers van AWBZ-begeleiding
AWBZ
en patiënten-- en
cliëntenorganisaties over
ver de veranderingen.
Stapeling bezuinigingen
In het decentralisatieproject wordt de overheveling van de AWBZ functies Begeleiding,
Kortdurend Verblijf en Persoonlijke Verzorging voorbereid. In het Regeerakkoord zijn nog
meer maatregelen
regelen aangekondigd, zoals de extramuralisering van de ZZP’s 1-4
1 4 en de
ombouw van de Huishoudelijke hulp tot een maatwerkvoorziening (25% van huidig budget
beschikbaar). Ook voert dit Kabinet een aantal pakketmaatregelen in om de kosten in de
AWBZ te beperken
rken (zoals bezuiniging op vervoer functie Begeleiding en verhoging
gebruikelijke zorg bij functie Persoonlijke Verzorging). Al deze maatregelen betekenen een
stapeling van kortingen, waardoor de gemeente vanaf 2015 met minder Wmo-budget
Wmo budget
meer taken moet uitvoeren.
Financiële risico’s
Er is een reëel risico dat de vraag naar Begeleiding en Persoonlijke verzorging uit de pas
gaat lopen met de beschikbare financiële middelen. De decentralisatie brengt een
bezuinigingsopdracht met zich mee van 25% ten opzichte van de huidige budgetten..
Welk budget precies overkomt naar de gemeente Rheden is nog niet bekend. Ook is het
onbekend of het nieuwe verdeelmodel voor onze gemeente positief of negatief uitpakt. Het
is tegelijkertijd de vraag of het beter benutten van eigen kracht, informele ondersteuning
en collectieve arrangementen inderdaad leidt tot minder gebruik van duurdere individuele
en professionele zorg. Aandacht voor kostenbeheersing is erg belangrijk.
pagina