P Herziene versie d.d. 8 maart 2013 Actualisatie op basis Regeerakkoord Rutte II Ambtelijk opdrachtgever: Jan Martens (programmamanager programmamanager Sociale Decentralisaties) Projectleiders/opdrachtnemers s/opdrachtnemers: Jo-Ella Verbeek en Hiddo Born (beleidsmedewerkers team Regie – Maatschappelijke Zaken) Datum vaststelling:15 15 maart 2013 Projectplan Decentralisatie AWBZ naar Wmo P Projectplan 1 Projectopdracht (actualisatie) 1.1 Inleiding:: een nieuwe koers De decentralisatie van onderdelen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ (AWBZ) naar de Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) is één van de drie grote sociale decentralisaties. In januari 2012 is het project AWBZ Begeleiding naar Wmo van gestart gegaan. De gemeente heeft gekozen voor een geïntegreerd programma voor de sociale decentralisaties (zie programmaplan Sociale decentralisaties). decentralisaties). Het project AWBZ naar Wmo is onderdeel van dit programma. De andere decentralisaties zijn de invoering van de nieuwe Jeugdwet en de nieuwe Participatiewet. Deze 3 decentralisaties zijn in gang gezet door het kabinet Rutte I. Door de val van dit kabinet binet in juni 2012 is het aan de Tweede Kamer voorgelegde nieuwe wetsontwerp voor de Wmo controversieel verklaard. De voorbereiding van de decentralisatie zijn niet gestopt, maar wel op een lager pitje gezet in afwachting afwac van de nieuwe kabinetsplannen. In november 2012 is het nieuwe Regeerakkoord Regeerakk ord van het kabinet Rutte II gepresenteerd. Het nieuwe kabinet kiest ervoor voor een nog meer onderdelen van de AWBZ naar het de Wmo over te hevelen. Ook is er een nieuwe invoeringsdatum, invoeringsda 1 januari 2015, waardoor de planning moet worden aangepast. Dit nieuwe projectplan is geactualiseerd op basis van het nieuwe Regeerakkoord ‘Bruggen Bouwen’. Het project heeft ook een nieuwe naam: ‘Decentralisatie AWBZ naar Wmo’ in plaats van ‘Decentralisatie Begeleiding van AWBZ naar Wmo’ . 1.2 Waarom decentraliseren? Toekomstbestendig maken AWBZ De afgelopen jaren zijn meerdere rapporten verschenen waarin geconstateerd wordt dat er maatregelen nodig zijn om de AWBZ toekomstbestendig te maken. Hieruit is gebleken dat in de AWBZ onvoldoende gebruik wordt gemaakt van de eigen kracht van mensen en hun omgeving. De functies ncties Begeleiding, Kortdurend verblijf en Persoonlijke v verzorging erzorging passen beter bij de taak die gemeenten hebben in de Wmo. Goedkoper: minder individueel, meer collectief In het Regeerakkoord staat dat de overheveling van taken uit de AWBZ naar de Wmo gepaard gaat met een korting van 25%. Vanuit doelmatigheidsoogpunt doel is het dus noodzakelijk dat gemeenten de Begeleiding egeleiding en Persoonlijke verzorging op een andere manier gaan organiseren. Het Rijk vraagt gemeenten hun beleidsvrijheid aan te wenden om besparingen te realiseren door cliënten te bewegen meer gebruik te maken van passende informele en/of collectieve voorzieningen. voorzieningen Samenhangende arrangementen Gemeenten hebben de opdracht van het Rijk om de decentralisatie integraal en vanuit de vraag van de burger op te pakken. Omdat participatievoorzieningen met name op het terrein van zorg en ondersteuning en van werk en inkomen in de komende jaren bij gemeenten zullen worden geconcentreerd, worden gemeenten in staat gesteld om de hulpvraag van een cliënt integraal te bezien en een passend, samenhangend arrangement samen te stellen. pagina 1.3 De nieuwe opgave abinet Rutte II kondigt hervormingen van de AWBZ aan aan. Het Regeerakkoord van het Kabinet In onderstaand overzicht een vergelijking ergelijking tussen de oude en nieuwe opgave. AWBZ Oude opgave* opgave NNieu Nieuwe opgave** Begeleiding Korting 5% Kortdurend verblijf Korting 5% Korting 25% Persoonlijke verzorging Blijft in AWBZ Korting 25% Korting 25% *Opgave o.b.v. Regeer- en Gedoogakkoord Rutte I (2010) **Opgave o.b.v. Regeerakkoord Bruggen bouwen Rutte II (2012) De functie Begeleiding Begeleiding bestaat uit individuele begeleiding en begeleiding in de vorm van groepsbegeleiding ofwel dagbesteding. Het doel van Begeleiding ng is bevordering, behoud of compensatie van zelfredzaamheid zodat opname in een instelling of verwaarlozing wordt voorkomen. Op 1 januari 2012 waren er in totaal aal 710 Rhedenaren met een indicatie voor Begeleiding1. Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor Begeleiding en ontvangen het huidige AWBZ minus een korting van 25%. De functie Kortdurend verblijf Kortdurend verblijf houdt in: logeren in een instelling voor maximaal drie etmalen per week. Kortdurend verblijf wordt vaak ingezet ter ontlasting van de mantelzorgers. Op 1 januari 2012 waren er in totaal 45 Rhedenaren met een indicatie ndicatie voor Kortdurend verblijf1. Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor Kortdurend verblijf en ontvangen het huidige AWBZ budget minus een korting van 25%. De functie Persoonlijke verzorging erzorging Persoonlijke verzorging is alles wat mensen gebruikelijk als zelfzorg uitvoeren, zoals douchen, en, aankleden, scheren, ogen druppelen, naar het toilet gaan. Het doel van Persoonlijke verzorging is het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij activiteiten op het gebied van de algemeen dagelijkse levensverrichtingen. levensverrichtingen. In Rheden hebben 785 mensen een indicatie voor deze functie2. Gemeenten worden vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor Persoonlijke verzorging en ontvangen het huidige AWBZ budget minus een korting van 25%. Gemeente Rheden Aantal Rhedenaren NNieu met CIZ indicatie* Huidige AWBZ uitgaven (indicatief) Individuele begeleiding 460 € 4.570.000** Begeleiding groep 250 € 2.170.000** Kortdurend verblijf 45 € 260.000** 785 € 6.140.000*** 1540 € 13.140.000 Persoonlijke verzorging Totaal *Aantal Rhedenaren met CIZ indicaties is afkomstig fkomstig uit de CIZ Basisrapportage d.d. 1 januari 2012 ** Kosten voor de functies Begeleiding en Kortdurend Verblijf zijn afkomstig afkomstig uit Maatwerkrapportage Rheden, Menzis, februari 2012. ***Kosten voor de functie Persoonlijke rsoonlijke verzorging zijn afkomstig a uit Registratie CVZ zorgcijfers 2012. 1 Zie Rapport Menzis Wmo Support: Support: Decentralisatie extramurale begeleiding en kortdurend verblijf, maatwerkrapportage gemeente Rheden, februari 2012. 2 pagina Zie CIZ Basisrapportage gemeente Rheden 1 januari 2012. Beleidsvoornemens Rijk In het Regeerakkoord worden nog meer wijzigingen aangekondigd voor de AWBZ en Wmo. Om een totaaloverzicht te geven worden ook de eerder aangekondigde maatregelen uit Lenteakkoord op een rij gezet. Beleidsvoornemens Lenteakkoord (*) en Regeerakkoord (**) 1. Decentralisatie entralisatie Begeleiding (**) naar gemeenten In het Regeerakkoord is duidelijkheid gekomen over de nieuwe invoeringsdatum van de decentralisatie van de functie Begeleiding: 1/1/2015 in eens in plaats van gefaseerde invoering in 2013/2014. Dit is inclusief Kortdurend Verblijf. 2. Pakketmaatregel dagbesteding AWBZ begeleiding (**) Met ingang van 1/1/2014 vervalt de aanspraak op dagbesteding in de AWBZ, terwijl deze functie pas in 2015 wordt overgeheveld naar de gemeente. Wie is verant-woordelijk voor de tussenperiode? Deze onduidelijkheid in het Regeerakkoord wordt hopelijk opgehelderd derd in de visie op langdurige zorg (verwacht april 2013). 3. Pakketmaatregel vervoer AWBZ-begeleiding (*) Met ingang van 1/1/2013 wordt de vergoeding voor het vervoer van mensen met een beperking met gemiddeld tien euro teruggebracht. Het vervoer is met dergelijke ergelijke tarieven niet kostendekkend. Tot 1/1/2015 ligt de uitvoering van de maatregel bij de zorgaanbieders. De kosten van vervoer zijn een aandachtspunt voor de Wmo vanaf 1/1/2015. 4. Decentralisatie Persoonlijke verzorging (**) 5. Pakketmaatregel Persoonlijke verzorging (**) Naast de Begeleiding wordt ook de Persoonlijke verzorging gedecentraliseerd naar gemeente met ingang van 1/1/2015. Het et Rijk een pakketmaatregel door in 2014. “Voor de functie Persoonlijke verzorging vervalt het recht op zorg bij een indicatie korter dan 6 maanden en wordt de norm voor gebruikelijke zorg verhoogd van 60 naar aar 90 minuten per week”. Dat is een extra belasting voor mantelzorgers. Ook dit is een aandachtspunt voor de Wmo vanaf 1/1/2015. 6. Decentralisatie extramurale Extramurale verpleging gaat met ingang van 2015 naar de verpleging naar Zorgverzekeringswet. Dit betekent dat de zorgverzekeraars Zorgverzekeringswet (**) belangrijke samenwerkingspartners worden. 7. HH ombouwen tot maatwerkvoorziening (**) Het beroep op bestaande huishoudelijke hulp in de Wmo wordt voor nieuwe cliënten in 2014 beëindigd. Voor bestaande cliënten gaat de maatregel een jaar later in. Gemeenten behouden 25% van het budget voor een maatwerkvoorziening. 8. Extramuralisering ZZP’s (*) Vanaf 1 januari 2013 worden er geen indicaties meer afgegeven voor de zogeheten zorgzwaartepakketten (ZZP) 1 en 2. Dit betekent dat mensen niet langer een indicatie voor een licht zorgzwaartepakket ontvangen, maar voortaan een indicatie voor extramurale zorg krijgen. Ze moeten thuis blijven wonen en zelf de benodigde hulp, zorg en onder ondersteuning regelen. ZZP 3 volgt in 2014 en ZZP 4 in 2016 2016. 9. Decentralisatie inkomens- pagina Er komt met ingang van 1/1/2015 een nieuwe gemeentelijke ondersteuning chronisch zieken voorziening (binnen Wmo of WWB) voor chronisch zieken en en gehandicapten (**) gehandicapten voor compensatie van zorgkosten. Aangekondigd: Visie op langdurige zorg Er is veel commentaar gekomen op de bezuinigingen die in het Regeerakkoord Regeerakkoord worden voorgesteld. In maart 2013 zal staatsecretaris Van Rijn zijn visie op de langdurige zorg presenteren. In deze visie worden de hoofdpunten uit het Regeerakkoord uitgelegd. Verwacht wordt dat ook een aantal onduidelijkheden ondui worden opgehelderd. erd. Mogelijk leidt dit tot wijzigingen. Decentralisatie-uitkering Voor de financiering van de nieuwe Wmo-taken krijgt de gemeente een en bijdrage van het Rijk welke is gebaseerd op de huidige kosten in de AWBZ verminderd met een decentralisatiekorting van 25%. De inschatting is dat de decentralisatie-uitkering decentralisatie uitkering voor Begeleiding ing en Persoonlijke verzorging circa 10 miljoen euro bedraagt. Er ligt een voorstel van minister Plassterk om de budgetten voor de 3 decentralisaties (Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet) te e bundelen in een deelfonds om te komen tot een zo breed mogelijke ontschotting3. Eind 2013 worden de verdeelmodellen voor gemeenten bekend gemaakt. 1.4 Afbakening project Het project richt zich op de implementatie van de AWBZ functies Begeleiding, Begeleiding, Kortdurend Verblijf en Persoonlijke verzorging in de Wmo. De in paragraaf 1.3 opgesomde maatregelen uit het Regeerakkoord egeerakkoord vallen niet allemaal onder de reikwijdte van dit project. In dit project worden opgepakt: 1, 2 en 4. De maatregelen 7,8 en 9 vallen in de lijn en zullen door de afdelingen Inwonerszaken en Maatschappelijke Zaken worden opgepakt. De uitvoering van de overige maatregelen ligt bij de zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Het is wel uitermate belangrijk dat deze maatregelen niet los van elkaar worden voorbereid, eid, maar dat er interne afstemming is en samenwerking met externe partijen. 1.5 Doel project Het doel van het project is de overheveling van de AWBZ functies functie naar het gemeentelijk domein van de Wmo zo goed mogelijk te laten verlopen, v open, vanuit het oogpunt van: de gemeente, het Rijk én n de burgers uit onze gemeente die op dit moment AWBZ zorg ontvangen of dit in de toekomst nodig hebben. De decentralisatie van AWBZ naar de Wmo biedt kansen om op lokaal niveau de ondersteuning bij zelfredzaamheid redzaamheid en participatie dichterbij de burger te organiseren. Gemeenten zijn in staat de eigen kracht en mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerk aan te spreken en maatwerk in de directe omgeving te realiseren. Ook kunnen gemeenten verbindingen leggen met andere Wmo-voorzieningen voorzieningen en andere gemeentelijke domeinen, zoals re-integratie, re e, de bijstand en het jeugd(zorg)beleid. Wij krijgen met de overheveling van de AWBZ-functies de beschikking over een completer instrumentarium om thuiswonende mensen met m beperkingen perkingen goed te ondersteunen. 1.6 Projectopdracht De opdracht is: Onderzoek, ontwikkel en realiseer de stappen die nodig zijn om de gemeentelijke organisatie voor te bereiden op de uitvoering van de nieuwe taken die de gemeente krijgt met ingang van 1 januari 2015 als gevolg van de decentralisatie van de AWBZ functies Begeleiding, Kortdurend Verblijf en de Persoonlijke verzorging overgaan naar de Wmo. 3 pagina Zie Decentralisatiebrief minister Plassterk, 19 februari 2013. 2 Uitgangspunten project Er zijn verschillende uitgangspunten waarmee bij de uitvoering van dit project rekening mee moet worden gehouden. Programma sociale decentralisaties Het project is onderdeel van het programma Sociale Decentralisaties. De drie decentrali decentralisaties bieden kansen voor het beleidsbeleids en uitvoeringsniveau om door het leggen van verbindingen, dingen, het integraler werken te verbeteren. Integraal werken heeft niet alleen een inhoudelijke meerwaarde, maar is ook noodzakelijk om binnen de financiële kader toch zo effectief mogelijke oplossingen te realiseren. Het streven is om innovatieve oplossingen ngen te bedenken. Dienstverleningsvisie Klant in Beeld Het programma sociale decentralisaties is inhoudelijke gelinkt aan het programma Klant in Beeld. Rheden heeft de afgelopen jaren onder de noemer Klant in Beeld diverse projecten gestart om de dienstverlening erlening aan de burgers te verbeteren. Er is een Rhedense dienstverleningsvisie die de centraal stelt dat de dienstverlening moet passen bij wat de klant echt nodig heeft. Deze dienstverleningsvisie wordt ook als vertrekpunt gehanteerd voor dit project. Sociale visie Rheden De gemeenteraad heeft in juni 2012 de sociale visie ‘Van zelfredzaamheid naar samenredzaamheid’ van de gemeente Rheden vastgesteld. Deze visie is het vertrekpunt voor alle drie decentralisaties die zijn verbonden aan het programma Sociale Decentralisaties. De sociale visie sluit aan op de in 2011 door de gemeenteraad opgestelde visie ‘Rheden 2020’ en is als doel gesteld in het Beleidsplan 2010-2014 2010 2014 van het college ‘Innovatief met minder’. Wmo-meerjarenbeleidsplan 2013-2016 2016 Het Wmo beleid id is herijkt voor de periode 2013-2016. 2013 Er ligt een nieuw meerjarenbeleidsplan welke het startsein geeft voor een meerjarig Kantelingsproces. Naar verwachting zal de gemeenteraad het meerjarenbeleidsplan in april 2013 vaststellen. Dan is dit nieuwe beleidskader skader ook het uitgangspunt voor de nieuwe Wmo taken. Regionale samenwerking bij innovatie De elf gemeenten in de regio Arnhem (Rheden, Rozendaal, Doesburg, Renkum, Zevenaar, Duiven, Westervoort, Rijnwaarden, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum) hebben een lopende samenwerking op het terrein van de Wmo. Het streven is om een gezamenlijke regionale visie sie op te stellen en ook in de uitvoering samen te werken. Zo is er een traditie om als regiogemeenten samen op te trekken bij aanbestedingen, aanbest zoals bij de hulp ulp bij het huishouden. Er moet wel een meerwaarde zijn voor samenwerking. Het uitgangspunt is: lokaal kaal wat lokaal kan, regionaal wat beter regionaal kan worden georganiseerd. De portefeuillehouders Wmo hebben afgesproken om bij de innovatie die nodig is van het sociale domein samen op te trekken en van elkaar te leren. In de vorm van proeftuinen per thema hema worden ervaringen uitgewisseld. De eerste proeftuinen starten in het voorjaar van 2013. pagina Mens centraal Bij de inrichting van het beleid en organisatie wordt de burger en het door die burger gevoelde behoefte centraal gesteld en niet de organisaties,, systemen of bestaande stelsels en regels. Het streven is dan ook de uitv uitvoering van de nieuwe Wmo-taken zo efficiënt mogelijk te organiseren, zodat een zo gering mogelijk bedrag wordt besteed aan organisatiekosten en zoveel mogelijk middelen direct d ten goede komen aan de maatschappelijke ondersteuning van onze burgers. Concluderend zijn dit de uitgangspunten voor het project: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Streven naar innovatie en integraliteit staat centraal binnen programma Sociale Decentralisaties. Integrale klantbenadering dering in plaats van sectorale aanpak Sociale visie van de gemeenteraad is inhoudelijk vertrekpunt Gekantelde Wmo waarbij maatwerk centraal staat is uitgangspunt bij voorbereiding van decentralisatieproject. Regionale samenwerking: samen optrekken bij innovatie inn en van elkaar leren. De burger staat centraal, niet de belangen van organisaties of bestaande stelsels en regels. pagina 3 Projectaanpak 3.1 Projectaanpak In het voorjaar van 2012 is het project Begeleiding van AWBZ naar Wmo van start gegaan. gegaan. We zijn gestart met een kennismaking making met de nieuwe euwe toekomstige zorgaanbieders. Tijdens werkbezoeken hebben we Rhedenaren ontmoet die nu AWBZ-Begeleiding egeleiding krijgen. Na de val van het kabinet Rutte I vorig jaar juni 2012 is het wetswijzigingsvoorstel voor or de Wmo controversieel verklaard. Door het ontbreken van duidelijkheid over een nieuwe ingangsdatum is het project in een onduidelijke fase terecht gekomen. Nu het nieuwe kabinet met het Regeerakkoord Bruggen Slaan een nieuwe koers heeft uitgezet en de invoeringsdatum bekend is, wordt het project voortgezet door middel van een doorstart met een nieuw projectplan plan en een nieuwe planning. Het nieuwe projectt heeft een looptijd van 2,5 jaar van januari 2013 tot en met juni 2015. In dit projectplan wordt het decentralisatieproject opgesplitst in twee deelprojecten. 1. Begeleiding en kortdurend verblijf naar de Wmo 2. Persoonlijke verzorging naar de Wmo Dit heeft meerdere redenen. De decentralisati decentralisatieopgave is nu zo groot, dat het werk verdeeld moet worden over twee projectleiders. Bovendien zijn de vraagstukken ken bij de functies Begeleiding/ Kortdurend Verblijf enerzijds en de d functie Persoonlijke verzorging anderzijds van een heel ander karakter. Zie onderstaande tabel voor een indruk van de vraagstukken. AWBZ-functies Vraagstukken Functie Begeleiding Groep: alle leeftijden, gehandicapten, mensen met psychische Functie Kortdurend problemen. Verblijf Individuele begeleiding omvormen naar maatschappelijke ondersteuning Dagbesteding in relatie tot WSW en welzijn Vraagstuk vervoer Kortdurend verblijf voor alle leeftijden Vraagstuk zoeken naar collectieve alternatieven voor dure professionele begeleiding 61 zorgaanbieders Vraagstuk PGB is van groot belang gezien groot aantal PGB houders Functie Persoonlijke Groep: 80% is 65 jaar en ouder zelfstandig thuiswonend. verzorging Groep die PV nodig heeft groeit als gevolg van extramuralisering ZZP’s Link huidig Wmo beleid woningaanpassingen Vraagstuk samenwerking met (wijk)verpleegkundigen Beperkt aantal zorgaanbieders, waarschijnlijk huidige HH aanbieders Overbelasting mantelzorgers belangrijk aandachtspunt pagina 3.2 Projectactiviteiten In onderstaand schema wordt een overzicht gegeven van de projectactiviteiten. Voor de start van een nieuwe fase wordt een werkplan gemaakt door de (deel)projectleider. Met de programmamanager wordt overlegd overleg of voldoende faciliteiten (personeel, tijd, budget) beschikbaar zijn om de volgende fase goed uit te kunnen voeren. Ook is het een moment om de projectplanning ing indien nodig aan te passen. Projectactiviteiten Fase Actie Periode Resultaten Doorstart Actualisatie projectopdracht, Januari Herzien projectplan gereed en planning aanpassen, 2013 - vastgesteld. begroting herzien, herzien maart 2013 deelprojectleider aanstellen. aanstellen Inventarisatie Verzamelen len informatie uit Maart 2013 - Verkenning Verkenning kennismakingsgesprekken, mei 2013 Begeleiding Persoonlijke gereed. verzorging werkbezoeken 2012 en zorgcijfers Begeleiding en gereed gereed. Kortdurend Verblijf. Analyse In gesprek met betrokken April 2013 - Rapportage Rapportage ondersteunings- organisaties en huidige september Begeleiding Persoonlijke behoefte AWBZ-cliënten over 2013 nieuwe stijl verzorging verbeter- en bezuinigingsbezuinigings nieuwe stijl mogelijkheden. Keuzes maken Inhoudelijke keuzes Aanbestedingsaanpak April 2013- Keuzenotitie Keuzenotitie december Begeleiding Persoonlijke 2013 in de Wmo verzorging Rheden in de Wmo gereed. Rheden Financieel kader uitwerken gereed. Wettelijk kader uitwerken Experimenten Experimenten innovatieve April 2013- Afspraken met zorgaanbieders oplossingen om van AWBZ december om minimaal 4 wijkgerichte naar Wmo nieuwe stijl te 2014 experimenten op te zetten. komen Uitwerking Implementatieplan (intern Januari Implementatieplannen gereed keuzes gericht) 2014- (intern en extern) voor Implementatieplan (extern Juni 2014 Begeleiding en Verzorging. Herinrichten werkprocessen Juli 2014 - Uitwerking implementatie implementatie- Herinrichten December plannen Begeleiding en informatiesysteem 2015 Persoonlijke verzorging gericht) Start aanbestedingstraject aanbestedingstrajecten Implementatie ICT en automatisering pagina Wmo-verordening verordening en beleidsregels aanpassen Afspraken maken externe partijen Personeelsuitbreiding Opleiding personeel Communicatie over veranderingen Start Invoeringsdatum nvoeringsdatum 1-1-2015 Van start naar Evaluatie Januari 2014 Evaluatierapport alle AWBZ AWBZ- - Juni 2015 functies invoering Vervolgacties bepalen Overdracht naar lijn De beide deelprojecten lopen in principe samen op. Omdat de inventarisatie van Begeleiding en Kortdurend Verblijf vorig jaar al is gestart, moet het project Persoonlijke verzorging een inhaalslag maken. Vanaf januari 2014 in de implementatiefase implementatiefase komen de deelprojecten bij elkaar. Het interne implementatieplan zal een gezamenlijk plan zijn. De externe implementatieplannen zullen verschillen. Ook de de laatste fase, de evaluatie, is een gezamenlijke activiteit. 3.3 Resultaten van het project Het eindresultaat van het project is dat de gemeente goed is voorbereid is op de uitvoering van de nieuwe taken als gevolg van v de overheveling van de AWBZ functies s Begeleiding,, Kortdurend Verblijf en Persoonlijke verzorging naar de Wmo. De (tussen)resultaten resultaten van het project zijn: 1. Een gezamenlijk projectplan voor de twee deelprojecten Begeleiding/Kortdurend Verblijf en Persoonlijke verzorging verzorging. 2. Een inventarisatie van de nieuwe doelgroepen en aanbieders 3. Een analyse alyse van de ondersteuningsbehoefte van cliënten iënten die op dit moment AWBZAWBZ zorg ontvangen inclusief een inventarisatie van verbeterverbeter en bezuinigingsmogelijkheden. 4. Een concept raadsvoorstel, waar waarin in de belangrijkste keuzes rondom de overheveling van de AWBZ-taken taken naar de Wmo aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 5. Een juridische vertaling van het keuzedocument in een planning voor de aanpassing van de Wmo-verordening verordening en beleidsregels. 6. Een financiële vertaling van het keuzedocument in een financieel kader voor de uitgaven voor de nieuwe Wmo--taken. 7. Een aanbestedingsdocument nbestedingsdocument als basis om het aanbestedingstraject te starten en/of subsidieafspraken te maken met aanbieders van zorg en welzijn. 8. Een intern implementatieplan voor de gemeentelijke organisatie. 9. Een extern implementatieplan als basisdocument om afspraken afspraken te maken met externe partijen. pagina 10. Een communicatieplan gericht op huidige AWBZ AWBZ-cliënten, huidige Wmo-klanten klanten en toekomstige Wmo-klanten. 11. Een concept raadsvoorstel, waarin alle raadsbesluiten zijn verwerkt die nodig zijn voor de implementatie van de nieuwe we taken. 12. Een evaluatierapport inclusief vervolgacties voor het eerste half jaar dat de AWBZ taken naar de Wmo zijn overgeheveld. 3.4 Projectstructuur Programma Sociale decentralisaties Het project decentralisatie AWBZ naar Wmo is een van de drie projecten dat dat onder het programma Sociale decentralisaties valt. Bestuurlijk opdrachtgever voor het programma is het college van burgemeester & wethouder. Wethouder Tjebbe Vugts is de portefeuillehouder waaronder dit programma valt. Het sectorhoofd Maatschappelijke z zaken, Hans Kettelerij, is de ambtelijk opdrachtgever. De programmamanager Sociale decentralisaties, Jan Martens, is de opdrachtnemer voor de uitvoering van het programma. De verdeling van taken en verantwoordelijkheden is terug te vinden in het programmap programmaplan Sociale decentralisaties. Project decentralisatie AWBZ naar Wmo Dit project is een van de drie decentralisatieprojecten decentralisatieproject van het programma Sociale decentralisaties. De programmamanager Sociale decentralisaties is opdrachtgever voor de drie decentralisatieprojecten. De projectleiders van de decentralisatieprojecten zijn opdrachtnemers. Dit it project AWBZ naar Wmo heeft 2 deelprojectleiders. Hiddo Born is deelprojectleider voor Persoonlijke verzorging verzorging. Jo-Ella Verbeek is deelprojectleider voor Begeleiding/Kortdurend Verblijf en vertegenwoordigt het decentralisatieproject AWBZ naar Wmo in het programmateam. De projectleiders projectleider rapporteren rteren over de voortgang van de deelprojecten aan de programmamanager volgens dit projectplan. De programmamanager rapporteert vervolgens aan de Stuurgroep Sociale decentralisaties over de voortgang van de 3 decentralisatieprojecten. De projectleiders projectleide stemmen de voorbereidingen ingen met elkaar inhoudelijk af. Projectgroep AWBZ naar Wmo Om een brede afstemming met de andere ontwikkelingen in het Wmo-domein Wmo te bevorderen is gekozen voor een brede projectgroep. Deze projectgroep komt 1x per maand bijeen en bestaat uit de volgende personen. In dit overleg wordt de voortgang gevolgd van de verschillende Wmo projecten. De personen maken op dit moment deel uit van de projectgroep Kanteling/AWBZ naar Wmo. Deelnemers elnemers projectgroep Kanteling/AWBZ Kanteling/ naar Wmo Jeanine Bosma Teammanager Regie, afdeling Maatschappelijke Zaken Heleen van Ravenswaaij Teammanager Sociaal, afdeling Inwonerszaken Peter van Dalen Projectleider Kanteling Jo-Ella Verbeek Deelprojectleider Begeleiding/Kortdurend Verblijf Hiddo Born Deelprojectleider Persoonlijke verzorging Margriet Loeven Beleidsmedewerker, afdeling Inwonerszaken en projectleider Het Gesprek Arco Diepeveen Beleidsmedewerker, afdeling Inwonerszaken en trekker aanbestedingstrajecten Erny Reuling Beleidsmedewerker vrijwilligerswerk en informele zorg, afdeling Maatschappelijke Zaken pagina Marjolein Huijskes Beleidsmedewerker ouderenbeleid en trekker meerjarenbeleidsplan Wmo Ellen Pouw Beleidsmedewerker team Regie, afdeling Maatschappelijke Zaken Inzet personeel deelprojecten Voor de uitvoering van dit projectplan is de inzet van de volgende personen nodig. In het eerste jaar waarin de beleidskeuzen moeten worden gemaakt is vooral de inzet nodig van beleidsmedewerkers van de afdeling Maatschappelijke Zaken. In het tweede jaar waarin de implementatie centraal staat wordt een beroep gedaan op de medewerkers medewerkers van de afdeling Inwonerszaken. Benodigde inzet Team Regie Afdeling Maatschappelijke Zaken Jo-Ella Verbeek 24 uur per week w Projectleider AWBZ naar Wmo 16 uur gedurende edurende looptijd en deelprojectleider regulier project Begeleiding/Kortdurend Verblijf beschikbaar, 8 uur uitbreiding Hiddo Born 16 uur per week Deelprojectleider Persoonlijke 16 uur gedurende edurende looptijd verzorging uitbreiding Regulier project Marjolein Huijskes 8 uur per week (vanaf Fase Keuzes maken: thema’s april 2013 tot en met toegang en collectivisering en december 2013) koppeling bezuiniging HH, extramuralisering ZZP’s en thuiswonende ouderen. Erny Reuling 4 uur per week (vanaf Fase Keuzes maken: thema’s april 2013 tot en met overbelasting mantelzorger, december 2013) samenwerking vrijwilligers en Regulier informele zorg en koppeling wijkaanpak Ik buurt mee Dieren. Team Sociaal Afdeling Inwoners Zaken Margriet Loeven 8 -12 uur per week Afstemming individuele gedurende looptijd voorzieningen, Het Gesprek, project. nieuwe werkwijze, arrange- Regulier menten, scholing en competenties Wmo-consulenten Vacant 24 uur per week (vanaf Ten behoeve implementatie: 24 uur 1 juli 2013 tot en met Aanbestedingstraject, Pgb/pvb, uitbreiding juni 2015). verordening en beleidsregels, herinrichting werkprocessen en informatiesysteem, ICT en communicatie 2 Wmo-consulenten 40 uur (vanaf april Meedenken bij beleidskeuzes (Heleen doet voorstel 2013 tot en met vanuit perspectief Wmo- wie) december 2013). consulenten Rafet Dumlu 160 uur in 2013 Inzet voor onderzoek naar bundeling doelgroepenvervoer pagina Regulier Regulier Afhankelijk van de fase waarin het project zich bevindt zal ook een beroep worden gedaan op de volgende personen vanwege specifieke expertise. Voor de ureninzet wordt verwezen naar het Programmaplan. Ad hoc expertise Hans Mennings Inkoopadvies bij contractafspraken c zorgaanbieders Inkoopcoördinator Petra van der Laan Juridisch uridisch advies Wmo, verordening en beleidsregels Juridisch adviseur Marcel Schuurman Verantwoording rijksbijdrage en financiële sturing Senior financieel adviseur Martin Putman Rol bij herinrichting werkprocessen en informatiesysteem vanuit Klant Informatiemanager in Beeld Jan Willem Bakker Communicatieadvies Communicatieadviseur Taken (deel)projectleiders De deelprojectleiders hebben de volgende taken: 1. Realiseren van de resultaten zoals deze in de projectplanning zijn benoemd. 2. Rapporteren over de voortgang van de projectresultaten aan de programmamanager programmamanager. 3. Inhoudelijke verbinding zoeken met projectleiders decentralisatieprojecten Participatiewet en Jeugdzorg. 4. Afstemmen met et Wmo collega’s in projectgroep Kanteling/AWBZ naar Wmo 5. Aangeven bij teammanagers Maatschappelijke Zaken en Inwonerszaken wanneer extra inzet nodig is van teamleden. 6. Sturen op inzet van financiële middelen op basis van de projectbegroting. 7. Het bijhouden van an de projectadministratie voor het deelproject. 3.5 Communicatie Vanuit het programma Sociale Decentralisaties ecentralisaties wordt een communicatiestrategie bepaald in samenwerking met Jan Willem Bakker als communicatieadviseur. Voor de decentralisatie van de begeleiding is hiervoor van belang: - dat de huidige zorgaanbieders hierbij worden betrokken, vanwege hun expertise van de voor onze nieuwe doelgroepen.. De meeste zorgaanbieders hebben een werkgebied groter dan de gemeente Rheden. Het streven is dat de 11 gemeenten in de regio Arnhem de zorgaanbieders gezamenlijk consulteren en betrekken de overgang van AWBZ naar Wmo. - dat de Wmo-raad Rheden/Rozendaal als adviesorgaan van het college wordt betrokken bij de decentralisatie van de AWBZ AWBZ-begeleiding naar de Wmo. De Wmo-raad zal een werkgroep oprichten n uit haar eigen leden, leden die het college (gevraagd en ongevraagd) zal adviseren over de decentralisatie van de begeleiding. De werkgroep fungeert tevens als een klankbordgroep bordgroep voor de projectleider. projectle - Van groot belang is de communicatie naar de huidige AWBZ-cliënten AWBZ over de veranderingen en met ingang van 1 januari 2015. 2015 Hiervoor zal een apart communicatieplan atieplan worden gemaakt. pagina 4 Projectkosten De gemeente Rheden heeft voor de voor de voorbereiding van de decentralisatie van de AWBZ-functies naar de Wmo een invoeringsbudget nvoeringsbudget van het rijk gekregen. Dit budget is bedoeld om de voorbereidingskosten kosten te dekken, zoals bijvoorbeeld de kosten die voortvloeien uit dit project. Het invoeringsbudget bedraagt in totaal € 207.230,--. Voor 2012 is het invoeringsbudget voor de gemeente Rheden € 123.816,00 en voor 2013 € 83.414,00 (bron: septembercirculaire 2011). Dit budget wordt ingezet voor de uitvoering van het programmaplan Sociale decentralisaties en dus ook voor de uitvoering itvoering van dit projectplan. Daarnaast heeft de gemeenteraad een implementatiebudget beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het programma Sociale decentralisaties. Voorafgaand aan elke fase zal een werkplan worden worden gemaakt met een specificatie van de activiteiten en de kosten die gemaakt zullen worden. Hieronder worden de algemene projectkosten en kosten op een rij gezet. Totale kosten Algemene Projectkosten per per jaar in euro’s kosten fase Totale kosten 2013 62.500 70.000 132.500 2014 82.500 105.000 187.500 2015 Totaal pagina 43.750 15.000 58.750 188.750 190.000 378.750 5 Risico’s Onduidelijke kaders Om de begeleiding te integreren in de Wmo moet veel geregeld worden, terwijl de kaders vanuit het Rijk nog niet helder zijn. In het Regeerakkoord zijn nieuwe bezuinigingen op de AWBZ en Wmo aangekondigd, maar er iis hiertegen behoorlijk verzet. Een aantal gemeenten plaatsen kanttekeningen bij de haalbaarheid van de bezuinigingen. Het is op dit moment onduidelijk of alle beleidsvoornemens worden omgezet in nieuw beleid en wanneer het gewijzigde wetsontwerp voor de Wmo aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. Wij verwachting hierover over in het voorjaar van 2013 meer duidelijkheid over te krijgen als staatsecretaris Van Rijn zijn visie op de langdurige zorg bekend maakt. maakt Maatschappelijke onrust Er kan maatschappelijke onrust ontstaan, doordat mensen bang zijn hun huidige AWBZ AWBZzorg te verliezen. Het is goed te beseffen eseffen dat verschillende bezuinigingsmaatregelen van het Rijk bij dezelfde groep mensen samenkomt. samenko Te denken aan: de beperking van het Pgb,, de gevolgen van de invoering van de Participatiewet en de bezuinigingen binnen de Wet et tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). (Wtcg). Dat betekent dat zowel in dit project als in het programma Sociale Decentralisaties aandacht moet zijn voor een duidelijke communicatie naar huidige gebruikers van AWBZ-begeleiding AWBZ en patiënten-- en cliëntenorganisaties over ver de veranderingen. Stapeling bezuinigingen In het decentralisatieproject wordt de overheveling van de AWBZ functies Begeleiding, Kortdurend Verblijf en Persoonlijke Verzorging voorbereid. In het Regeerakkoord zijn nog meer maatregelen regelen aangekondigd, zoals de extramuralisering van de ZZP’s 1-4 1 4 en de ombouw van de Huishoudelijke hulp tot een maatwerkvoorziening (25% van huidig budget beschikbaar). Ook voert dit Kabinet een aantal pakketmaatregelen in om de kosten in de AWBZ te beperken rken (zoals bezuiniging op vervoer functie Begeleiding en verhoging gebruikelijke zorg bij functie Persoonlijke Verzorging). Al deze maatregelen betekenen een stapeling van kortingen, waardoor de gemeente vanaf 2015 met minder Wmo-budget Wmo budget meer taken moet uitvoeren. Financiële risico’s Er is een reëel risico dat de vraag naar Begeleiding en Persoonlijke verzorging uit de pas gaat lopen met de beschikbare financiële middelen. De decentralisatie brengt een bezuinigingsopdracht met zich mee van 25% ten opzichte van de huidige budgetten.. Welk budget precies overkomt naar de gemeente Rheden is nog niet bekend. Ook is het onbekend of het nieuwe verdeelmodel voor onze gemeente positief of negatief uitpakt. Het is tegelijkertijd de vraag of het beter benutten van eigen kracht, informele ondersteuning en collectieve arrangementen inderdaad leidt tot minder gebruik van duurdere individuele en professionele zorg. Aandacht voor kostenbeheersing is erg belangrijk. pagina
© Copyright 2024 ExpyDoc