Screening op valrisico(factoren) van thuiswonende ouderen SHEET Factsheet: 34 Factsheet: 28 Marloes Martens (ResCon) Arlette Hesselink (ResCon) ISBN: 978-90-6788-463-1 Judith Kuiper (VeiligheidNL) Projectnummer:10.0168 Februari 2014 Christine Stam november 2012 Screening op valrisico(factoren) van thuiswonende ouderen Aanleiding Vallen is de meest voorkomende oorzaak van letsel door een ongeval bij ouderen. Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 100.000 55plussers na een val behandeld op een afdeling voor Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis: ofwel elke 5 minuten valt één 55-plusser waarvoor er een behandeling noodzakelijk is1. Onderzoek heeft uitgewezen dat een val kan leiden tot valangst2, functionele achteruitgang en vermijden van activiteiten met kans op verminderde mobiliteit en eenzaamheid3. Omdat het aantal ouderen de komende jaren sterk toeneemt, is de verwachting dat het aantal valongevallen en daarmee het aantal letsels zullen stijgen. Waarom screening Door screening van thuiswonende ouderen kunnen degene met een hoog valrisico eerder opgespoord worden. Wanneer vervolgens passende en effectieve preventieve maatregelen genomen worden4, kan het aantal valongevallen en letsels worden verminderd en kunnen ouderen langer zelfstandig en onafhankelijk thuis blijven wonen met behoud van kwaliteit van leven. Vooral mensen met een hoog valrisico hebben baat bij valpreventieprogramma’s. Daarom is het van belang deze ouderen op te sporen en indien nodig een uitgebreide analyse uit te voeren. Veel ouderen schatten de kans dat zij vallen laag in5. Hierdoor zullen ze niet openstaan voor valpreventie. Door screening wordt het voor de oudere zelf ook inzichtelijk hoe het staat met het valrisico en worden ze zich bewuster van hun eigen valrisico. Dit kan vervolgens bijdragen aan een positieve houding van ouderen ten aanzien van het voorkomen van valongevallen en het vergroten van het vermogen tot zelfmanagement om valongevallen te voorkomen. Screeningsstappen Effectieve screening op valrisico door professionals verloopt in twee stappen: Stap 1 bestaat uit casefinding om het verhoogd valrisico vast te stellen. Wanneer een verhoogd risico wordt vastgesteld volgt stap 2 die bestaat uit een uitgebreide systematische screening op persoonsen omgevingsfactoren, om vast te stellen welke factoren het valrisico verhogen. Casefinding is een vorm van selectieve screening die wordt uitgevoerd bij een van tevoren gedefinieerde groep, bijvoorbeeld bij 65-plussers die een consult hebben bij een professional. Naast screening door professionals is zelfscreening in opkomst. Door middel van zelfscreening kunnen ouderen zelf testen uitvoeren om inzicht te krijgen in hun valrisico. Technologie maakt zelfscreening mogelijk. Ouderen kunnen zelf gegevens verzamelen en advies ontvangen over hun valrisico. Gevalideerde screeningsinstrumenten In de wetenschappelijke literatuur wordt veel aandacht besteed aan de ontwikkeling en validering van screeningsinstrumenten ten behoeve van valpreventie. Zo zijn er in de loop van de jaren nationaal en internationaal veel verschillende risicoprofielen ontwikkeld6,7,8. Deze risicoprofielen kunnen ingezet worden om mensen met een hoog risico op te sporen of een uitgebreide systematische screening of zelfscreening uit te voeren. Deze risicoprofielen zijn echter niet gevalideerd onder Nederlandse ouderen. Hierdoor is het voor de praktijk lastig om goede keuzes te maken over welke screeningsinstrumenten wanneer in te zetten. Geadviseerd wordt om in ieder geval geen nieuwe risicoprofielen te ontwikkelen maar ervoor te zorgen dat bestaande risicoprofielen gevalideerd worden. In deze factsheet wordt op basis van de meest recente beschikbare literatuur een onderbouwd advies uitgebracht over welke instrumenten in te zetten in de praktijk. Casefinding Uit de literatuur blijkt dat drie factoren gebruikt kunnen worden om op een valide manier mensen met een hoog valrisico op te sporen9,10 Deze factoren zijn: (1) valgeschiedenis; (2) gebruik van een loophulpmiddel en; (3) valangst. De risicotest van de Valanalyse van VeiligheidNL (www.veiligheid.nl/valanalyse)11 is op deze drie factoren gebaseerd en eenvoudig en goed toe te passen in de praktijk. Ondanks dat de risicotest nog niet is gevalideerd, wordt deze wel aanbevolen. Dit advies is gebaseerd op het feit dat verreweg de meeste risicoprofielen die wereldwijd zijn ontwikkeld grofweg op dezelfde drie factoren uitkomen. Uitgebreidere valanalyse Zodra een verhoogd risico is vastgesteld kan met een uitgebreide systematische screening in kaart gebracht worden waardoor het valrisico veroorzaakt wordt. In Nederland zijn hiervoor meerdere instrumenten beschikbaar zoals de Valanalyse van Veiligheid NL, de Richtlijn Preventie van valincidenten bij ouderen en de Ergotherapierichtlijn valpreventie11,12,13. De uitgebreide valanalyse van de Valanalyse van VeiligheidNL richt zich op alle eerstelijns zorgprofessionals, is in samenwerking met experts en op basis van wetenschappelijke literatuur ontwikkeld. Met deze uitgebreide valanalyse worden 12 factoren in kaart gebracht die het verhoogde valrisico kunnen verklaren. Voorbeelden van factoren die in kaart gebracht worden zijn: problemen met balans, lopen en spierkracht, visusproblemen, medicatiegebruik, duizeligheid en ADL-afhankelijkheid. Voor elk van de 12 factoren zijn in de Valanalyse vragen of testen opgenomen. Zelfscreening De afgelopen jaren zijn er verschillende zelfscreeningsinstrumenten ontwikkeld. Enkele van deze worden onderzocht op toepasbaarheid en validiteit. Zo wordt aan de Radboud Universiteit de ‘Senior-Stap studie’ uitgevoerd14. Deelnemers meten thuis zelf hun loopsnelheid met een loopmeter en krijgen een oefenboek met kleine oefeningen voor balans en mobiliteit. Tevens loopt er bij de Vrije Universiteit het FARAO project15, dat gericht is op het voorspellen van valrisico door middel van het dragen van een bewegingsmonitoringsapparaatje. Dit instrument wordt gezien als een interessante vernieuwing die op termijn een klinische bijdrage zou kunnen leveren aan het identificeren van ouderen met een hoog valrisico op basis van hun dagelijkse activiteiten. Een aandachtspunt bij zelfscreening is dat veel ouderen hun valrisico meer baseren op eigen inschatting dan de resultaten van testen16. Advies aan de praktijk Ouderen zullen door een lage risicoperceptie op vallen niet snel geneigd zijn preventieve maatregelen te nemen om een val te voorkomen. Het is daarom belangrijk dat professionals ouderen met een verhoogd valrisico tijdig opsporen zodat zij hen gericht advies kunnen geven voor het nemen van preventieve maatregelen of door kunnen verwijzen naar een geschikte valpreventiecursus. Aan professionals wordt aangeraden gebruik te maken van bestaande in de praktijk getoetste instrumenten. Dit vergroot de kans op effectieve screening waardoor er een goede inschatting van het valrisico gemaakt kan worden en een passend interventieprogramma kan worden aangeboden. Op basis van de instrumenten die op dit moment beschikbaar zijn, wordt aan eerstelijns professionals aangeraden bij 65-plussers één keer per jaar een screening uit te voeren zoals de snelle risicotest uit de Valanalyse van VeiligheidNL en wanneer een verhoogd risico wordt vastgesteld ook een uitgebreidere systematische screening uit te voeren. 2 Geraadpleegde bronnen 1 2 Dijkgraaf M. Cijferfactsheet valongevallen 55-plussers VeiligheidNL, maart 2012. Zijlstra GA, Van Haastregt JC, Van Eijk JT, Van Rossum E, Stalenhoef PA, Kempen GI. Prevalence and correlates of fear of falling, and associated avoidance of activity in the general population of community-living older people. Age Ageing 2007;36:304-9. 3 Wijlhuizen GJ, De Jong R, Hopman-Rock M. Older persons afraid of falling reduce physical activity to prevent outdoor falls. Prev Med 2007;44:260-4. 4 Gillespie LD, Robertson MC, Gillespie WJ, Sherrington C, Gates S, Clemson LM, Lamb SE. Interventions for preventing falls in older people living in the community. Cochrane Database of Systematic Reviews 2012, Issue 9. Art. NO: CD007146. DOI:10.1002/14651858.CD007146.pub3. 5 Vrolings E, Gelissen R. Veiligheidsbarometer 2007: Veiligheidsbeleving van zelfstandig wonende senioren. 2007.ResCon: Haarlem. 6 Scott V, Votova K, Scanlan A, Close J. Multifactorial and functional mobility assessment tools for fall risk among older adults in community, home-support, long-term and acute care settings. Age Ageing. 2007;36:130- 139. 7 Gates S, Smith LA, Fisher JD, Lamb SE. Systematic review of accuracy of screening instruments for predicting fall risk among independently living older adults. J Rehabil Res Dev. 2008;45:1105-1116. 8 9 Lee J, Geller AI, Strasser DC. Analytical review: focus on fall screening assessments. PM R. 2013;5:609-621. Peeters GMEE, Elders PJM, Lips P, Deeg D. Snelle inschatting van de kans op herhaald vallen bij ouderen die hulp zoeken na een val. Huisarts & Wetenschap. 2011; 4: 186-191. 10 Logghe. Falls in older people and the effects of Tai Chi. 2011. Rotterdam: Proefschrift Erasmus Universiteit Rotterdam. 11 VeiligheidNL. 2014. www.veiligheid.nl/valanalyse. Geraadpleegd in januari 2014. 12 CBO. Richtlijn preventie van valincidenten bij ouderen. K.v.d. Gezondheidszorg. Editor. 2004, Alphen aan de Rijn: Van Zuiden Communications B.V. 13 Theune, E. & Steultjens, E.M.J. Ergotherapierichtlijn Valpreventie. Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie, 2005. 14 ZonMw. 2014. http://www.zonmw.nl/nl/projecten/project-detail/senior-stap-studie-hoe-ouderen-zichzelf-maximaal-vooruithelpen/producten/. Geraadpleegd in januari 2014. 15 16 VU University Amsterdam. 2014. www.fbw.vu.nl/valrisico. Geraadpleegd in januari 2014. Van der Sman C. Zelfregie op valongevallen: Ontwikkeling van een zelfscreeningsinstrument op valrisico voor ouderen. 2013. VeiligheidNL: Amsterdam. VeiligheidNL wil Dr. Claudine Lamoth, Dr. Geeske Peeters, Dr. Mirjam Pijnappels, Dr. Nathalie van der Velde bedanken voor het verstrekken van inhoudelijke input bij het opstellen van deze factsheet. Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn. 3
© Copyright 2024 ExpyDoc