HOE LOSSEN WE DIT OP? KORTE OMSCHRIJVING

HOE LOSSEN WE DIT OP?
KORTE OMSCHRIJVING WERKVORM
U beschrijft steeds een conflictsituatie. Daarna vraagt u hoe de leerlingen dit probleem zouden oplossen.
Zouden ze naar de politie stappen? Een advocaat nemen? Een bezwaar indienen? Of het uitpraten? De
leerlingen lopen naar het antwoord van hun keuze toe en geven een korte toelichting op hun antwoordkeuze.
LEERDOELEN
Leerlingen weten dat er in een democratische rechtsstaat verschillende manieren zijn om conflicten op te
lossen en dat rechtspraak er daar één van is. Ze zien ook in welke situaties de verschillende soorten recht
worden gebruikt (civiel recht, strafrecht en bestuursrecht).
DUUR
30 minuten
BENODIGD MATERIAAL
Zeven posters met de opties. U kunt de posters downloaden van www.prodemos.nl/lesmateriaal.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Ik zou het uitpraten.
Ik zou naar de politie gaan. Dit kan uitmonden in strafrecht.
Ik zou bezwaar indienen bij de overheid (gemeente, provincie of rijk). Dit kan uitmonden in een
rechtszaak bij de bestuursrechter.
Ik zou een advocaat nemen. Dit kan uitmonden in rechtszaak civiel recht.
Ik zou stemmen op een politieke partij. (Democratische besluitvorming als manier om conflicten op te
lossen.)
Ik zou iemand met gezag om hulp vragen (leraar, directeur, baas, ouders).
Ik zou gaan protesteren, staken of actie voeren.
WAT DOET U?
1.
Introduceer de werkvorm. In een democratische rechtsstaat hebben we vreedzame manieren
afgesproken om conflicten op te lossen. Strafrechtszaken zijn vaak bekend en soms spectaculair, maar
in de praktijk is de kans dat je met civiel recht of bestuursrecht in aanraking komt veel groter. In deze
werkvorm gaan we kijken welk recht hoort bij verschillende casussen. Of is het niet nodig dat een
conflict op een rechtszaak uitdraait?
2.
Leg de leerlingen uit dat ze hun mening moeten geven over de beste manier om conflicten vreedzaam
op te lossen. Leg uit dat u ze steeds een conflict voorlegt. Zij kunnen dan kiezen hoe ze dat conflict
zouden oplossen door op een bepaalde plek in het lokaal te gaan staan. Elke keuze heeft voor- en
nadelen. In het lokaal hangt u de zeven posters met de opties. Hier lopen de deelnemers naartoe.
3.
Lees een conflict voor. Stel de vraag: hoe zou jij dit conflict oplossen? De leerlingen nemen een
standpunt in en gaan bij de bijbehorende poster in het lokaal staan.
Het is de bedoeling dat leerlingen discussiëren over de verschillende door hen gekozen oplossingen. U
treedt tijdens de discussie op als gespreksleider. Als leerlingen al te gemakkelijk een bepaalde manier
van oplossen kiezen, kunt u zelf argumenten noemen die het minder logisch maken voor die optie te
kiezen.
4.
Vat de gegeven argumenten samen. Vertel daarna wat de meest logische oplossing is en waarom. Bij
een ruzie met de buren schakel je meestal niet direct een advocaat in, maar het kan wel. Bij de
situaties op de volgende pagina’s staat informatie die u daarbij kunt gebruiken. Ga daarna door met
een volgende casus.
5.
Reflecteer kort op de werkvorm. Conflicten kunnen op verschillende manieren worden opgelost.
Rechtspraak is er daar één van.
ACHTERGRONDINFORMATIE
Civiel recht
Als burgers of organisaties onderling juridische problemen hebben, spreken we van civiel recht. Dat wordt ook
wel burgerlijk recht of privaatrecht genoemd. Onderwerpen die bij het civiele recht horen, zijn bijvoorbeeld
familiezaken zoals echtscheidingen, arbeidsovereenkomsten, huur, koop en andere contracten.
Voorbeelden: Ruzie met je huisbaas over de hoogte van de huur (huurrecht). / Als je ouders willen scheiden,
dan moeten ze dat ook via de rechter regelen (familierecht).
Bestuursrecht
Personen en organisaties die een conflict hebben met de overheid, hebben te maken met het bestuursrecht.
Het gaat dan bijvoorbeeld om vergunningen, uitkeringen en zaken op het gebied van ruimtelijke ordening en
milieu. Voorbeeld: Als je het onterecht vindt dat je geen vergunning hebt gekregen om een dakkapel te maken.
Strafrecht
Iemand die ervan wordt verdacht een overtreding of een misdrijf te hebben gepleegd, krijgt te maken met het
strafrecht. Een voorbeeld van een overtreding is het rijden door rood licht; een voorbeeld van een misdrijf is
diefstal. In het strafrecht brengt het Openbaar Ministerie de zaak bij de rechter aan.
Voorbeeld: Als iemand je mobiele telefoon steelt, dan kun je aangifte doen en de officier van justitie kan dan
een rechtszaak tegen de verdachte beginnen.
CONFLICTSITUATIES EN ANTWOORDMOGELIJKHEDEN
1. JE TELEFOON IS OP SCHOOL GESTOLEN
Je kunt naar iemand met gezag toe gaan, bijvoorbeeld je docent (6). Als dat niet werkt, kun je naar de politie
gaan (2). De politie kan de zaak voorleggen aan de officier van justitie. Die bepaalt vervolgens of de zaak voor
de rechter moet komen (strafrecht).
2. JE SCOOTER IS AL NA 2 MAANDEN KAPOT – VOLGENS JOU VALT DIT BINNEN DE
GARANTIE, MAAR DE VERKOPER IS NIET BEREID DE SCOOTER GRATIS TE REPAREREN
Je kunt het eerst gaan uitpraten (1) en proberen tot overeenstemming te komen. Als dit niet lukt, kun je een
advocaat nemen (4). Je kunt natuurlijk ook je ouders erbij halen (6). Als je een advocaat neemt en de
scooterverkoper voor de rechter daagt, is er sprake van een civiele rechtszaak (burger tegen
burger/rechtspersoon).
3. JE VINDT HET BELACHELIJK DAT DE MINIMUMLEEFTIJD WAAROP JE ALCOHOL MAG
KOPEN IS VERHOOGD NAAR 18 JAAR
Je kunt stemmen op een politieke partij die de leeftijdsgrens van 18 jaar ook belachelijk vindt (5) of je kunt
protesteren (7). Je kunt in dit geval geen bezwaar indienen (3). Het gaat immers niet over de toepassing van
een wet in jouw specifieke geval, maar om hoe de wet er voor iedereen uit ziet. Je kunt in dit geval dus geen
gebruik maken van het bestuursrecht. Dit is een politieke kwestie, de rechter kan hier niets aan veranderen.
4. DE BEVEILIGING VAN EEN CAFÉ LAAT JE NIET BINNEN, OMDAT JE GYMSCHOENEN AAN
HEBT – HIER BEN JE HET NIET MEE EENS
Uitpraten(1) en advocaat nemen (4) komen in aanmerking. Logischerwijs ook in die volgorde. Het is feitelijk een
kleine zaak, dus waarom meteen naar een advocaat/rechter? Als het tot een rechtszaak komt, dan is het civiel
recht. Je kunt ook melding maken van discriminatie bij een Meldpunt Discriminatie.
5. JE VINDT DAT JE RECHT HEBT OP AANVULLENDE STUDIEFINANCIERING, MAAR JE
AANVRAAG IS AFGEWEZEN
Je hebt recht op aanvullende studiefinanciering als je kunt aantonen dat je ouders onvoldoende middelen
hebben om je financieel te ondersteunen tijden je studie. Je kunt bezwaar indienen bij de overheid (3). Als je
bezwaarschrift wordt afgewezen, kan dit leiden tot een bestuursrechtszaak.
6. BIJ JE VAKANTIEBAANTJE KRIJG JE EEN SALARIS DAT ONDER HET MINIMUMLOON LIGT
Optie 1: Je probeert het eerst in overleg met je baas op te lossen. Optie 4: Je kunt een advocaat in de arm
nemen en een civiele zaak tegen het bedrijf waar je werkt beginnen. Je kunt ook een melding over je
werkgever maken bij de Inspectie SZW van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
7. DE REGERING WIL EEN NIEUWE SNELWEG AANLEGGEN – DE SNELWEG KOMT PRECIES
IN JOUW ACHTERTUIN TE LIGGEN
Je kunt kiezen voor optie 3: bezwaar indienen bij de overheid. Dit kan leiden tot een bestuursrechtszaak. Als
dat niet werkt, is protesteren (7) misschien een optie. Je kunt ook op andere volksvertegenwoordigers
stemmen bij de volgende verkiezingen of lid worden van een partij die tegen de aanleg van de weg is (5).
Gevaar is dan wel dat de weg er al ligt.
8. JE OUDERS BEPALEN DAT JE OM 01.00 UUR THUIS MOET ZIJN VAN EEN SCHOOLFEEST,
TERWIJL AL JE VRIENDEN LATER THUIS MOGEN KOMEN
Het is logisch dat je dit probeert op te lossen door met je ouders te praten of te onderhandelen (1). Je kunt
natuurlijk ook vragen of iemand met gezag je helpt met dit gesprek, bv. je leraar of ouders van een vriend (6).
De rechter blijft hier in ieder geval uit beeld.
9. JE OUDERS HEBBEN VAAK RUZIE EN ZE HEBBEN BESLOTEN OM TE GAAN SCHEIDEN
Als je wilt scheiden, is er maar één oplossing: je hebt een advocaat nodig (4). Als de ruzie nog niet helemaal uit
de hand gelopen is en je kunt nog bij elkaar blijven, is uitpraten (1) een optie. Mediation kan helpen bij de
bemiddeling tussen de (ex-)partners, maar een advocaat is onmisbaar tijdens het proces van een scheiding.
10. EEN KLASGENOOT VERSPREIDT GERUCHTEN OP FACEBOOK EN TWITTER DAT JIJ EEN
SCHOOLEXAMEN HEBT GESTOLEN
Je kunt naar iemand met gezag gaan (6) of je kunt naar de politie gaan (2) met een aanklacht wegens laster. Je
mag niet zomaar geruchten verspreiden in het openbaar; dat is strafbaar.