Social Return on Investment in de regio West Brabant

REGIO WEST-BRABANT
Social Return on
Investment in de Regio
West-Brabant
Onderzoek en advies
Jeannet van der Laan
29-8-2014
Binnen deze notitie wordt verslag gedaan van het onderzoek naar Social Return on
Investment(SROI) binnen de gemeenten van West-Brabant. Daarnaast vindt men er
informatie rondom het thema SROI en worden er scenario’s geformuleerd om te komen
tot gezamenlijk beleid en uitvoering van SROI in de regio West-Brabant.
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Inhoud
1. Inleiding ....................................................................................................................................................4
2. Doelstelling ..............................................................................................................................................5
3. Interviews gemeenten ..........................................................................................................................7
3.1
Inleiding........................................................................................................................................7
3.2
Huidige situatie ..........................................................................................................................7
3.3
SWOT Analyse......................................................................................................................... 11
3.4
Toelichting SWOT-analyse................................................................................................... 12
3.5
Conclusies ................................................................................................................................ 18
4. Werkgeversorganisaties ................................................................................................................... 19
4.1
Inleiding..................................................................................................................................... 19
4.2
Aandachtspunten SROI VNO-NCW/ MKB Nederland t.a.v. Rijksoverheid............ 20
4.3
Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging (BZW) / MKB Brabant .......................... 21
4.4
Bouw .......................................................................................................................................... 21
4.5
Zorg ............................................................................................................................................ 23
4.6
Kansen en Bedreigingen volgens de bovenstaande
werkgeversvertegenwoordigers..................................................................................................... 24
4.7
Conclusies ................................................................................................................................ 24
5. Deskresearch en voorbeelden ....................................................................................................... 26
5.1
Inleiding..................................................................................................................................... 26
5.2
TNO Rapport............................................................................................................................ 26
5.3
Landelijke voorbeelden/ Brabantse voorbeelden ......................................................... 27
5.3.1
Prestatielader Sociaal Ondernemen (PSO) ............................................................ 27
5.3.2
Procesmanagementsysteem WIZZR Pro5 Gemeente Den Bosch .................. 28
5.3.3
5.4
Meerwaarde van SROI ...................................................................................................... 30
West-Brabant / regionale voorbeelden ............................................................................ 30
5.4.1
Samen in de Regio, Netwerk Bergen op Zoom/ Steenbergen ........................ 30
2
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
5.4.2
SROI bouwen Pompejus Toren Bergen op Zoom ............................................... 31
5.4.3
Bouwstenen Roosendaal ............................................................................................ 32
6. Randvoorwaarden .............................................................................................................................. 35
6.1
Inleiding..................................................................................................................................... 35
6.2
Randvoorwaarden SROI ..................................................................................................... 35
6.3
Samenvattend ........................................................................................................................ 35
7. Scenario’s ............................................................................................................................................ 37
7.1
Inleiding..................................................................................................................................... 37
7.2
Lopende initiatieven in de regio ......................................................................................... 37
7.2
Scenario’s ................................................................................................................................. 38
7.3
Samenvattend advies ............................................................................................................ 39
8. Stappenplan ......................................................................................................................................... 39
8.1
Inleiding..................................................................................................................................... 39
8.2
Stappenplan............................................................................................................................. 39
8.3
Tijdspad .................................................................................................................................... 40
9. Samenvatting ....................................................................................................................................... 42
Bijlage 1
Vragenlijst ........................................................................................................................... 44
Bijlage 3
Lijst van geïnterviewden ................................................................................................. 46
3
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
1. Inleiding
Social Return on Investment (SROI) biedt gemeenten de mogelijkheid mensen met een
afstand tot de arbeidsmarkt te plaatsen bij leveranciers van diensten, werken en
leveringen. In het licht van de landelijke ontwikkelingen van de drie transities die op de
gemeenten afkomen, kan social return de gemeenten ondersteunen in hun taken.
Het doel van SROI is ervoor te zorgen dat de investering die de gemeente doet ook een
sociale winst oplevert. Dit gebeurt door onder andere (leer)werkplekken en stageplekken
te realiseren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
Naar aanleiding van de ambities van de provincie Noord-Brabant, vertaald in de
startnotitie Social Return en bekrachtigd in de vergadering van Pact van 26 september
2013, heeft de RWB onderzoek gedaan naar Social Return in haar regio.
Social Return biedt de 18 gemeenten van West-Brabant de mogelijkheid om, in het kader
van de participatiewet en de overige transities, mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt te plaatsen bij afnemers en daarmee een kans te creëren die anders
mogelijk niet aanwezig zou zijn geweest.
Daarnaast sluit Social Return aan op de ambities zoals verwoord in de meerjarenvisie van
het regionaal platform Arbeid (rpA): “West-Brabant werkt en pakt door!”
In dit onderzoek is een inventarisatie uitgevoerd naar het beleid en de uitvoering van
Social Return bij de 18 Brabantse gemeenten van West-Brabant.
Door middel van interviews en een vragenlijst is inzichtelijk gemaakt waar de 18
gemeenten staan t.a.v. hun Social Return beleid en uitvoering. Behalve navraag bij
gemeenten is ook navraag gedaan bij de partner werkgeversorganisaties van het rpA en
de werkgeversorganisaties die het meest te maken hebben met Social Return: nl. de
bouw en zorg.
Vervolgens zijn er scenario’s ontwikkeld om te komen tot een gezamenlijk Social Return
beleid en uitvoering in deze regio. Deze scenario’s zijn ambtelijk afgestemd en zullen ter
besluitvorming worden voorgelegd aan het rpA.
4
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
2. Doelstelling
Doel van het onderzoek is het peilen van de beginsituatie rondom Social Return in de
regio West-Brabant om te komen tot een gezamenlijke ambitie Social Return in WestBrabant.
5
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Interviews
 Gemeenten
 SWOT-analyse
 Werkgeversorganisaties

Brancheorganisaties
6
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
3. Interviews gemeenten
3.1
Inleiding
Om inzichtelijk te krijgen waar de 18 gemeenten van West-Brabant inzetten op SROI
beleid en uitvoering, zijn interviews(bijlage 3) gehouden aan de hand van een vragenlijst
(bijlage 1) en verwerkt in een totaal overzicht (bijlage 2). In onderstaande tekst wordt een
samenvatting gegeven van de huidige situatie, de gewenste situatie en de kansen en
bedreigingen rondom beleid en uitvoering Social Return.
3.2
Huidige situatie
Uit de interviews met de 18 gemeenten van West-Brabant ontstaat een duidelijk beeld.
Het beleid en uitvoering rondom SROI is per gemeente verschillend geregeld. Grote
gemeenten hebben beleid en uitvoering rondom dit thema geregeld, kleinere gemeenten
hebben in een aantal gevallen beleid en beperkte uitvoering maar een aantal geen
beleid en geen uitvoering. De rol van het lokale bestuur is hierin bepalend.
Beleid rondom SROI is soms een algemene omschrijving in het inkoopbeleid van een
gemeente waarbij wordt aangegeven dat als de mogelijkheid er is, rekening wordt
gehouden met SROI zonder dat hiervoor een operationele inbedding is geregeld. Bij
andere gemeenten wordt SROI ook daadwerkelijk ingezet door een goede vastlegging
van bedrijfsprocessen. Sommige gemeenten zijn nog bezig met het ontwikkelen van
beleid en uitvoering.
Bij de uitvoering zie je verschillen binnen de SROI op te nemen doelgroepen. Veel
gemeenten kiezen voor de inzet van mensen met een SW indicatie, gevolgd door mensen
met een WBB uitkering, jongeren BBL/ BOL, arbeidsgehandicapten, ouderen. Een aantal
gemeenten kiest er bewust voor mensen zonder uitkering en/of geen gemeentelijke
uitkering niet mee te nemen in SROI. Andere gemeenten geven aan door een glijdende
schaal doelgroepen op te nemen binnen SROI beleid.
De matching van de doelgroepen op werken, diensten en leveringen verloopt meestal
door een werkmakelaar. Bij sommige gemeenten is een functionaris speciaal belast met
het operationaliseren van SROI. De benaming van deze functionaris kan verschillen:
7
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
werkmakelaar, accountmanager, coördinator SROI etc. De gemeenten die zowel inzetten
op beleid als uitvoering SROI werken nauw samen met de werkgeversdienstverlening
van hun gemeente. De gemeenten gaan zeer verschillend om met het sanctioneren van
niet nagekomen SROI afspraken. Ook hier is verschil tussen beleid en uitvoering.
Sommige gemeenten hebben geen sanctiebeleid. Andere gemeenten hebben wel beleid
maar wordt dit niet toegepast. Maar het komt slechts sporadisch voor dat er wel
8
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
sanctionering wordt toegepast naar aanleiding van helder beleid. Over het algemeen
kan gezegd worden dat er niet veel ervaring is opgedaan met het tot uitvoering brengen
van sancties in de regio West-Brabant.
Binnen het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de 19 gemeenten hebben gemeenten
wisselende bepalingen opgenomen rondom SROI. De meeste gemeenten bekijken per
gunning of er een mogelijkheid is voor SROI en wordt SROI niet standaard toegepast. Bij
een klein aantal gemeenten is het een vast percentage van 5% van de loonsom dat aan
SROI wordt opgelegd. Eén gemeente heeft een vast aantal plaatsingen per jaar
vastgelegd binnen haar beleid.
Bij een aantal gemeenten wordt SROI meegenomen in de weging van de aanbesteding.
Hierdoor krijgen leveranciers fictief kortingsbedrag voor het indienen van SROI. Geen
van de gemeenten neemt SROI op als een knock-out in het inkoop- en
aanbestedingsbeleid.
Bij twee gemeenten zijn evaluaties rondom SROI beleid uitgevoerd. Bij twee andere
gemeenten zijn deze evaluaties in de maak en verwacht men de uitkomsten in de tweede
helft van 2014. Geen van de gemeenten heeft echter zicht op resultaten zoals de
effectieve opbrengsten.
Gemeenten zijn eenduidig positief over de ambitie om SROI regionaal aan te pakken.
Toch wil men ook de mogelijkheid hebben om colour locale in te brengen. Over een
regionaal aanspreekpunt vanuit strategische en tactisch oogpunt voor stakeholders en
werkgeversorganisaties is men positief. De uitvoering van het SROI beleid zien de
meeste gemeenten desondanks liever subregionaal.
Over de ambitie om te komen tot een regionaal SROI fonds zijn de meningen meer
verdeeld. Men vraagt zich af wie dit fonds zou moeten beheren en hoe men komt tot
toerekening van gelden naar de afzonderlijke gemeenten. Een klein aantal gemeenten
staat hier positief tegenover. De meeste gemeenten zien meer iets in een lokaal fonds
Terwijl een klein aantal een subregionaal fonds of helemaal geen SROI fonds ziet zitten
Over de aansluiting van SROI op de regionale werkgeversdienstverlening is iedere
gemeente onverdeeld positief. Het rapport voor regionale samenwerking op
werkgeversniveau kan rekenen op veel draagvlak en het uitgewerkte scenario past goed
9
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
bij de mening van de diverse gemeenten om de uitvoering van SROI subregionaal in te
zetten.
Naast aansluiting op de werkgeversdienstverlening ziet men ook een samenwerking op
het terrein van SROI binnen het inkoop en aanbestedingsbeleid positief in. Het voeren
van eenduidig regionaal beleid kan rekenen op steun van de meeste gemeenten. Voor de
gemeentes aanpalend aan Midden-Brabant en Zeeland is een goede afstemming en
samenwerking met deze regio’s van belang.
10
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
3.3
SWOT Analyse
In deze SWOT-analyse zijn de sterktes en zwaktes en de kansen en bedreigingen (in de
omgeving) geanalyseerd van het project. De kern van de SWOT analyse is het
confronteren van de kansen en bedreigingen met de sterktes en zwaktes in een
zogenaamde confrontatiematrix, op basis hiervan wordt vervolgens de strategie
uitgewerkt voor het vervolg van het project. De informatie waarop de analyse is
gebaseerd is afkomstig uit de gesprekken gevoerd met afgevaardigden van de
verschillende partijen.
De verschillende items zijn onder de matrix kort toegelicht.
Sterktes
Kansen
Wat zijn de 5 sterkste punten voor
Wat zijn de 5 grootste kansen voor het
gezamenlijk SROI beleid en operatie?
gezamenlijk SROI beleid en operatie?
1. Partijen zijn bereid tot samenwerken.
1. Meer ambtelijke continuïteit en slagkracht
2. Aansluiting op het scenario
door regionale samenwerking. Nu
werkgeversdienstverlening RWB
onvoldoende massa ( te kleine gemeente)
3. Expertise opbouw in de regio.
4. MVO (maatschappelijk verantwoord
voor SROI beleid.
2. Meer mogelijkheden voor
ondernemen) netwerken in de regio
participatiedoelgroep om mee te doen
5. Efficiënt
middels SROI.
3. Eenduidige dienstverlening aan
opdrachtgevers/ werkgevers
4. Mogelijkheid tot centrale afspraken/ 1
aanspreekpunt voor rijk en provincie
5. Regionale coördinatie
Zwaktes
Bedreigingen
Wat zijn de 5 zwakste punten voor het
Wat zijn de 5 grootste externe bedreigingen
11
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
voor gezamenlijk SROI beleid en
voor gezamenlijk SROI beleid en operatie?
operatie?
1. Partijen blijven vasthouden aan
lokaal eigen belang
2. Partijen maken meerwaarde
kwantitatief niet inzichtelijk.
3. Gebrek aan intern draagvlak en
proces
4. Rigide beleid zonder aangaan van
duurzame relatie opdrachtgevers
1. Geen bestuurlijk draagvlak/ college
besluit
2. Geen gezamenlijk inkoopbepaling SROI
3. Papieren tijger/ bureaucratie
4. Positionering en verantwoordelijkheden
te versnipperd.
5. Monitoring SROI
5. Ingewikkeld implementatietraject
3.4
Toelichting SWOT-analyse
Sterktes
1
De gemeenten van West-Brabant zijn
bereid te komen tot een vorm van
samenwerking rondom het beleid en de
uitvoering van SROI. Door samenwerking
kunnen meer resultaten worden
gerealiseerd (meer slagkracht en
continuïteit). Daadwerkelijke bereidheid tot
samenwerken is een noodzakelijke
randvoorwaarde voor het slagen van het
project.
2
De gemeenten zien bij de uitvoering van
hun SROI beleid en operatie een
noodzakelijk aansluiting op de
werkgeversdienstverlening, zowel
regionaal als subregionaal. Het SROI
beleid en uitvoering kan de
werkgeversdienstverlening versterken en
12
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
visa versa.
3
Door het inzetten op gezamenlijk SROI
beleid en uitvoering kan expertise worden
opgebouwd waar de gehele regio voordeel
van kan hebben.
4
Binnen de regio West-Brabant zijn 3
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
(MVO) netwerken actief. Binnen deze
netwerken delen werkgevers de ambitie
om maatschappelijke meerwaarde te
creëren. Dit kan invulling krijgen door het
delen van kennis, inzet van middelen,
beeldvorming rondom duurzame
inzetbaarheid maar ook het tegengaan van
verspilling van kapitaal. Naast het netwerk
in Bergen op Zoom dat actief is
aangesloten op het SROI beleid en
uitvoering van deze gemeente zijn er ook
MVO netwerken in Breda en Oosterhout
en is er een MVO netwerk in oprichting in
Moerdijk. MVO netwerken zijn netwerken
waarin maatschappelijk betrokken
ondernemers samenwerken en die mede
uitvoering zouden kunnen geven aan de
SROI operatie van gemeenten (zie
voorbeeld bergen op zoom samen in de
regio)
5
Door het gezamenlijk oppakken van SROI
beleid en uitvoering wordt duurzaam
13
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
omgegaan met middelen en dus ambtelijke
capaciteit.
Kansen
1
Meer ambtelijke continuïteit en slagkracht
door regionale samenwerking. Doordat de
uitvoering van SROI kleine personele inzet
vraagt, is het voor met name de kleinere
gemeenten niet rendabel om hier op in te
zetten. Door het gezamenlijk inzetten op
SROI uitvoering wordt deze ambtelijke
inzet gebundeld waardoor er ook voor
kleinere gemeenten de mogelijkheid
ontstaat om operationeel in te zetten op
SROI.
2
Meer mogelijkheden voor
participatiedoelgroep om mee te doen.
Binnen SROI kan niet worden afgesproken
waar een desbetreffend bedrijf haar
doelgroep vandaan haalt. Door breder in te
zetten op SROI op regionale schaal
vergroot men de kans dat werkzoekenden
in de regio West-Brabant door SROI een
baan vinden.
3
Eenduidige dienstverlening aan
opdrachtgevers/ werkgevers. Vanuit
werkgeverszijde is een grote behoefte aan
een eenduidig beleid en uitvoering Door
diverse gemeentelijke bepalingen hebben
zij te maken met steeds wisselende
14
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
regelingen. Door SROI regionaal aan te
bieden worden werkgevers ontzorgd en
gefaciliteerd. Dit komt ten goede aan de
werkgeversrelaties die ook voor de
uitvoering van de participatiewet van
belang zijn.
4
Mogelijkheid tot centrale afspraken. Naast
lokale leveranciers van diensten werken en
leveringen kan de regio ook gebruik
maken van doorvertaalde afspraken SROI
van provincie en rijksonderdelen in de
regio. Zij kunnen een aanspreekpunt in de
regio gebruiken om landelijke afspraken
regionaal vorm te geven waardoor de
hoeveelheid mogelijkheden van de
gemeenten in de regio toenemen..
5
Regionale coördinatie. Door
regiocoördinatie wordt expertise vergroot
in de regio. Ook biedt het de mogelijkheid
tot kennisdeling en het verspreiden van
best practices. Bovendien kan het de
kwantitatieve meerwaarde van SROI in de
regio monitoren en inzichtelijk maken voor
bestuurders.
Zwaktes
1
Partijen blijven vasthouden aan lokaal
eigen belang. Omdat SROI onderdeel is
van het sociale beleid van de gemeente en
ook vast dient te worden gelegd in een
15
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
gemeentelijke bepaling kan het zijn dat een
gemeenteraad wil inzetten op plaatselijk
belang boven regionaal belang.
2
Gemeenten en leveranciers maken
meerwaarde kwantitatief niet inzichtelijk.
Naast maatschappelijke meerwaarde dient
inzet op SROI ook kwantitatief meerwaarde
op te leveren. Wat investeren wij aan
middelen en wat levert het ons aan
middelen op. Als dit niet inzichtelijk wordt
gemaakt kunnen bestuurders besluiten niet
in te zetten op SROI.
3
Gebrek aan intern draagvlak en proces.
Omdat SROI binnen een gemeente over
meerdere afdelingen loopt, is het van
belang dat de interne organisatie achter
regionale inzet op SROI staat.
Budgethouders kunnen echter kiezen voor
een zo goed mogelijke uitvoering van de
opdracht zonder daarbij zicht te hebben
voor de maatschappelijke opdracht van
een gemeente.
4
Rigide beleid zonder aangaan van
duurzame relatie opdrachtgevers. De
operatie van SROI is een samenspel van
werkgever en gemeente. Het samen
bekijken waar mogelijkheden liggen en
deze benutten. Het opbouwen van relatie
zodat SROI ook duurzaam wordt ingezet.
Bij een te rigide inzet op SROI zal dit
16
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
vooral verworden tot een papieren tijger en
niet leiden tot duurzaamheid.
5
Onvoldoende massa( minder
inkoopopdrachten) voor SROI beleid.
Vooral kleinere gemeenten hebben minder
massa t.a.v. inkoop. Bij hen komt de inzet
SROI daarom minder vaak voor. Door dit
gegeven kan men er voor kiezen niet in te
zetten op SROI.
Bedreigingen
1
Geen bestuurlijk draagvlak/ college besluit.
Omdat SROI moet worden vastgelegd in
een gemeentelijk besluit bestaat het risico
dat een gemeenteraad besluit niet mee te
doen aan gezamenlijk SROI beleid.
2
Geen gezamenlijk inkoopbepaling SROI.
Omdat SROI beleid ook moet worden
vastgelegd in het inkoopbeleid van een
gemeente bestaat de mogelijkheid dat het
inkoopbeleid niet wordt aangepast
3
Papieren tijger/ bureaucratie. Als SROI
beleid wel in een raadsbesluit is
vastgelegd maar door de ambtelijke
organisatie niet wordt uitgevoerd of niet is
vastgelegd in het inkoop beleid van
betreffende gemeente ontstaat er een
papieren tijger. Bij het dan alsnog
toepassen van SROI ligt willekeur op de
loer omdat men geen beleidskaders heeft
17
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
om SROI toe te passen. Het is dan aan het
inzicht van betreffende ambtenaar hoe er
met leveranciers wordt omgegaan
4
Positionering en verantwoordelijkheden te
versnippert. Als ambtelijke
verantwoordelijkheid niet wordt geregeld
(bijvoorbeeld door een verantwoordelijke
SROI-ambtenaar) zijn velen
verantwoordelijk (inkoop,
werkgeversdienstverlening, sociale zaken
etc.) en neemt niemand de lead tot
daadwerkelijke operationalisering en
opvolging.
5
Monitoring SROI. Door het niet vastleggen
van de SROI afspraken kan de situatie
ontstaan dat er wel SROI wordt
afgesproken maar dat dit niet wordt
gecontroleerd. Hierdoor bestaat de
mogelijkheid dat er oneigenlijke
concurrentie plaats vindt.
3.5
Conclusies
SROI biedt mogelijkheden voor de gemeenten van de regio West-Brabant om (extra)
relaties op te bouwen met het bedrijfsleven/ leveranciers. Deze relaties kunnen zorgen
voor meer mogelijkheden voor plaatsing van doelgroepen binnen de participatiewet.
Hierdoor hebben gemeenten een extra sturingmiddel tot het plaatsen van doelgroepen.
Dit is echter een delicaat proces waarin samenwerking met leveranciers/ werkgevers en
gemeenten zorgvuldig moeten plaatsvinden. Duurzaamheid is een belangrijk doel van
SROI. Om SROI zorgvuldig en juist uit te voeren is als eerste bestuurlijk draagvlak nodig.
Vervolgens een verantwoordelijke SROI-functionaris per gemeente/ subregio die met
18
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
flexibiliteit en oog voor ondernemers/ leveranciersbelang SROI toepast en het proces van
SROI monitort om oneigenlijke concurrentie te voorkomen.
Door SROI op (sub) regionale schaal in te zetten ontstaat slagkracht waardoor ook
kleinere gemeenten voor hun doelgroepen kunnen profiteren van SROI. Hiervoor is naast
bestuurlijk draagvlak ook interne consensus nodig. Budgethouders, inkopers, en
medewerkers uit het sociale domein dienen afstemming te zoeken en werkprocessen te
ontschoten. Hierbij kan een gezamenlijke SROI paragraaf in het inkoopbeleid
ondersteunend werken. Iedereen weet dan waar hij of zij aan toe is.
Als laatste is een regionaal coördinator diegene die kennisdeling en best practices in de
regio, maar ook daarbuiten, kan ophalen en toegankelijk kan maken voor de regio. Deze
functionaris kan als aanspreekpunt fungeren voor alle regio-overstijgende stakeholders
rondom het thema SROI, waardoor er expertise rondom dit thema wordt opgebouwd. Het
wordt steeds belangrijker het bedrijfsleven als strategisch partner toe te voegen aan
gemeentelijke netwerken. SROI biedt hiervoor de mogelijkheid.
4. Werkgeversorganisaties
4.1
Inleiding
Omdat gemeenten in samenwerking met werkgevers SROI kunnen uitvoeren is het van
belang ook de stem van werkgevers te horen. Om hun visie en mening mee te nemen is
gesproken met werkgeversorganisaties en werkgevers uit de sectoren Bouw en Zorg. Dit
zijn de sectoren die het meest te maken hebben met SROI.
19
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
4.2 Aandachtspunten SROI VNO-NCW/ MKB Nederland t.a.v.
Rijksoverheid
Door VNO-NCW en MKB Nederland zijn een aantal do's and don'ts opgesteld bij het
gebruik van SROI. Dit advies heeft betrekking op de toepassing van SROI door de
rijksoverheid, maar biedt ook een aantal relevante aandachtspunten voor lokale
uitvoering van SROI.
SROI gaat niet alleen over de verplichting voor de gegunde partij (werkgevers) om
(arbeids-)plaatsen te bieden, maar ook de verplichting voor de aanbestedende partij
(gemeenten)om passend personeel voor te dragen. Indien de aanbestedende partij hier
onvoldoende (snel) in slaagt, dient de gegunde partij ontheven te worden van de SROIverplichting. Bovendien dient de aanbestedende partij goed na te gaan of in de
aanbesteding gevraagde specifieke deskundigheid, opleiding of certificering niet strijdig
is met de SROI-verplichting, omdat de doelgroep wellicht niet over deze gevraagde
competenties beschikt.
SROI mag niet worden ingezet als dit leidt tot ontslag van bestaand personeel om aan de
SROI-verplichting te kunnen voldoen (verdringing). Inzet van relatief veel mensen met
een afstand tot de arbeidsmarkt in de uitvoering van
de opdracht is alleen mogelijk als voldoende ondersteuning wordt gegeven om de
doelgroep te begeleiden. Dat betekent dat daar wel een reële minimumprijs tegenover
moet staan en dat ook de aanbestedende partij een rol heeft in het faciliteren/ontzorgen
van de ondernemer.
SROI dient binnen het wettelijk kader te passen. Zo mag het gebruik van SROI niet leiden
tot het beperken van de vrije concurrentie en in verhouding te staan met de
uitvoeringslast. Gemeentelijke ondersteuningsinstrumenten zoals job-coaching,
loonkostensubsidie of Dispensatie zou ook beschikbaar moeten zijn voor de doelgroep
SROI.
20
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
4.3
Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging (BZW) / MKB Brabant
Namens de BZW is gesproken met de heer Jeroen de Lange die ook zitting heeft in het
rpA van West-Brabant. Namens MKB Brabant is input aangeleverd door Heleen de Groot
vertegenwoordiger van MKB Brabant in het rpA.
MKB Brabant geeft aan dat het plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
behoort tot het arbeidsmarktbeleid van gemeenten en niet zozeer toebehoort aan het
inkoopbeleid. Men ervaart SROI als problematisch, zeker in deze economische zware
tijden. BZW benadrukt om vooral realistisch om te gaan met SROI: “Bekijk het als
maatwerk en bekijk ook wat de mogelijkheden en grenzen van bedrijven zijn. Zet in op
leerlingen (BOL/ BBL) om zo expertise en continuïteit voor de sector te behouden. Sluit
aan op de regionale werkgeverdienstverlening. UWV en gemeenten moeten hun krachten
bundelen tot op de schaal van de arbeidsmarktregio. SROI zou zo goed regionaal
kunnen worden aangevlogen. Pas op met 18 regelingen SROI in West-Brabant, zorg voor
uniform beleid en eenduidige transparante communicatie naar bedrijven. Giet SROI niet
in beton, zorg voor maatwerkafspraken en vermijd quotumregelingen. Ontzorg
werkgevers, administratieve bureaucratie is niet gewenst. SROI mag in het kader van de
participatiewet geen melkkoe zijn waar bedrijven de dupe van worden. Inzet op
duurzaamheid en niet op draaideurconstructies. Zorg voor een bestuurlijk draagvlak.”
4.4
Bouw
De bouwbranche heeft het meeste te maken met het SROI beleid van gemeenten. Door
een interview met de regiomanager Zuid Nederland van Bouwend Nederland, Dennis
Mollet en een interview met een bouwondernemer Kees Pasveer BVR te Roosendaal en
Cees Kwaaitaal van Breda Bouw is getracht de visie van de bouw te vertalen naar dit
onderzoek.
Zij geven de volgende adviezen:
“Zet in op SROI die ook een meerwaarde voor de bedrijven oplevert. Bijvoorbeeld een
woningcorporatie die inzet op wijkverbetering en daarvoor mensen met een afstand tot
21
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
de arbeidsmarkt laat werken onder begeleiding van werkmeesters van een lokaal
bouwbedrijf. Hierdoor ontstaat een win-win situatie.
Zorg voor duurzaamheid. Hiervoor is het ook noodzakelijk dat bouwwerkgevers SROI
kandidaten mogen spreiden over meerdere werken en niet alleen het werk waarop SROI
is afgesproken. Doet men dit wel dan bestaat de mogelijkheid dat er een draaideur
ontstaat van werknemers in de WW om SROI kandidaten aan te nemen.”
22
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
4.5
Zorg
Naast de bouw is de zorg een van de branches die het meest te maken heeft met SROI
beleid van gemeenten. Daarom zijn werkgeversorganisatie Transvorm(Carla van den
Broek regio-adviseur), kenniscentrum Calibris ( Gertjan Philippart, regiomanager) en
Stichting Elisabeth (Bart Nieuwdorp, social controller)gevraagd om hun input te geven op
het onderwerp SROI. Met hen allen is een interview afgenomen om de visie van de
zorgwerkgevers mee te nemen in dit onderzoek. Onafhankelijk van elkaar gaf men aan
dat SROI op dit moment niet leeft bij de zorgwerkgevers. Na navraag bij ruim 10
werkgevers in West-Brabant gaf men aan dat werkgevers niet bezig zijn met het
onderwerp (Calibris). Mogelijk verandert dit na de decentralisatie van de WMO naar de
gemeenten. Stichting Elisabeth gaf aan zeer bereid te zijn mee te denken over het
onderwerp SROI en het te voeren beleid voor gemeenten. Men pleit daarom voor een
werkgroep waarin overheid samen met ondernemers het beleid rondom SROI vorm geeft.
In tegenstelling tot de landelijke trend, waarbij de bouw en zorgsector wordt
aangemerkt als branche waar SROI het meeste voor komt, is dit beeld in West-Brabant
voor de zorgsector niet herkenbaar.
Wel werd door de gemeente Roosendaal aangegeven dat Thuiszorg West Brabant al er
ver is in haar beleid rondom SROI. Mogelijk ook een interessant voorbeeld voor de
gesproken zorgorganisaties.
23
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
4.6
Kansen en Bedreigingen volgens de bovenstaande
werkgeversvertegenwoordigers
Kansen SROI
Bedreigingen SROI
Partnership tussen bedrijven en overheid,
Draaideurconstructie, als SROI niet
voorkomen van quotumwetgeving
duurzaam wordt ingezet
Inzet op expertise en behoud van
Bureaucratie als SROI in beton wordt
vakmanschap door inzet op leerlingen en
gegoten en werkgevers niet worden
omscholingskandidaten.
ontzorgt.
Een werkgeversdienstverlening in de regio
Melkkoe i.p.v. samenwerking
met daar aangekoppeld eenduidig SROI
beleid voor 19 gemeenten.
Meer duurzaamheid en transparantie
Oneigenlijke concurrentie bij niet
handhaven van SROI na gunning
4.7
Conclusies
Werkgevers zijn bereid om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te
bieden. Daarbij zijn maatwerk, transparantie en duurzaamheid sleutelwoorden. Hiervoor
is aansluiting op het arbeidsmarktbeleid van de regio noodzakelijk. Gemeenten zullen in
overleg moeten treden met de werkgevers om de mogelijkheden bij bedrijven te bekijken.
Bedrijven zijn graag bereid expertise voor de branche te behouden, leerlingen en zijinstromers. De werkgevers pleiten voor een eenduidig en transparant SROI beleid in
West-Brabant waarbij de werkgever ontzorgd wordt, met name in het administratieve
proces. Werkgevers willen graag betrokken worden bij het te vormen beleid en
uitvoering van SROI.
24
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Desk Research en voorbeelden
 TNO
 Landelijke en Brabantse voorbeelden
 Regionale voorbeelden
25
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
5. Deskresearch en voorbeelden
5.1
Inleiding
Om inzicht te geven in de mogelijkheden van SROI voor de gemeenten van West-Brabant
is er Desk Research gedaan. Daarnaast zijn ook goede voorbeelden binnen en buiten de
regio bezocht die worden uitgewerkt in dit hoofdstuk.
5.2
TNO Rapport
In het TNO rapport van over sociale waarde geeft men de volgende aandachtspunten
aan:
Doelgericht werken
Om effectief beleid te voeren en meerwaarde te creëren is het belangrijk om van
duidelijke doelstellingen uit te gaan en een prioritering in doelstellingen aan te brengen.
Hoe past SROI binnen het totale sociale beleid van een gemeente en welke
doelstellingen moet het SROI beleid voor de gemeente opleveren. Bij onvoldoende focus
bestaat het risico dat SROI beleid haar doel voorbij schiet.
Waarborgen (politieke continuïteit van SROI)
Continuïteit in de uitvoering en politiek draagvlak is van groot belang voor het uitvoeren
van SROI.
Kritisch zijn op meerwaarde
Het is van groot belang kritisch te beoordelen of SROI de gewenste indirecte effecten
veroorzaakt. Hierbij moet steeds bekeken worden of SROI daadwerkelijk meerwaarde
oplevert.
Colour Locale
De lokale omstandigheden, belangen en doelen moeten uitgangspunt blijven bij het
introduceren en uitvoeren van SROI in een gemeente. SROI moet dan ook niet gezien
worden als een blauwdruk, die in elke gemeente op dezelfde wijze tot dezelfde resultaten
26
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
zal leiden. SROI is een uitvoeringsconcept dat gemeenten, in samenwerking met partijen,
kunnen gebruiken.
5.3
Landelijke voorbeelden/ Brabantse voorbeelden
5.3.1 Prestatielader Sociaal Ondernemen (PSO)
Inleiding
TNO heeft de PSO in samenwerking met Stichting PSO Nederland en bedrijven
ontwikkeld. Het is een objectief meetinstrument dat voor elk bedrijf hetzelfde werkt en de
sociale prestaties van ondernemingen in kaart brengt, kwantitatief en kwalitatief. Sociale
prestaties zijn bijvoorbeeld: aan hoeveel mensen met een kwetsbare arbeidsmarktpositie
biedt uw bedrijf werk en is er voldoende aandacht voor hun functioneren en ontwikkeling.
PSO
Bedrijven kunnen zelf kiezen hoe ze aan de norm van de PSO willen voldoen. De PSO is
een groeimodel, een ladder waarop bedrijven stappen omhoog kunnen zetten. Te
beginnen bij de laagste stap trede aspirant-status. Dan heeft het bedrijf een goed plan
om binnen een jaar trede 1 te behalen. Via trede 1 en 2 kan het bedrijf doorgroeien naar
trede 3. Het bedrijf mag zich dan koploper noemen in socialer ondernemen.
De PSO laat zo zien welke bedrijven meer dan gemiddeld bijdragen aan
werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en geeft daarvoor
een erkenning (certificaat).
Doel van de PSO is het oplossen van een maatschappelijk probleem door het stimuleren
van socialer ondernemen: meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam
aan het werk bij reguliere bedrijven.
PSO doelgroep zijn langdurig werklozen, mensen met een arbeidsbeperking en BBL/BOL
niveau 1 en 2.
Kosten voor de PSO zijn afhankelijk van de omvang van het bedrijf. Daarnaast betaalt elk
gecertificeerd bedrijf een jaarlijkse bijdrage aan PSO-Nederland.
Voordelen
27
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
De PSO heeft als voordeel dat zij het sturingsmechanisme voor sociaal ondernemen
extern belegd (bij de bedrijven). Hierdoor vraagt zij weinig tot niks van de ambtelijke
capaciteit bij gemeenten. Werkgevers moeten zelf actief beleid voeren op het in dienst
nemen en behouden van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en leerlingen.
Daarmee is het opnemen van de PSO in het inkoopbeleid vaak voldoende om bedrijven
te activeren.
www.pso-nederland.nl
5.3.2 Procesmanagementsysteem WIZZR Pro5 Gemeente Den Bosch
Inleiding
Binnen de gemeente Den Bosch loopt een pilot met het procesmanagementsysteem
WIZZR pro5. De Gemeente Den Bosch is sinds 5 jaar bezig met SROI. Na het vormgeven
van het fysieke proces van SROI ( bestuur, inkoop, werkgeversdienstverlening/
arbeidsmarktbeleid, Sociale zaken) had men behoefte aan digitale ondersteuning. De
steeds grotere omvang en de druk om ook resultaten te laten zien, zorgt ervoor dat men
behoefte heeft aan een procesmanagementsysteem dat ook managementinformatie kan
genereren. Binnen de pilot werkt Den Bosch samen met de bouwer aan een verdere
verfijning van het systeem. Inmiddels hebben de regio’s NoordOost-Brabant en MiddenBrabant interesse voor de fysieke en digitale werkwijze van de gemeente Den Bosch.
WIZZR /Pro5
Pro5 / levert naast procesmonitoring ook procesbegeleiding en biedt een webbased
applicatie tussen bedrijf/ leverancier/ uitvoerder SROI, inkoop en de regisseur van het
SROI bureau als ook de accountmanagers van het werkgeverspunt.
Het systeem biedt ook de mogelijkheid tot het plaatsen van vacatures door bedrijf/
leverancier/ uitvoerder SROI ( marktplaatsfunctie). Gemeentes die gebruik maken van het
bouwstenenmodel (Breda, Roosendaal) kunnen deze bouwstenen ook invoeren in het
systeem.
Het systeem houdt met signaalfuncties bij hoeveel SROI is omgezet en wat er nog moet
gebeuren voordat aan SROI is voldaan. Hierdoor kunnen bedrijf, inkoop, SROI
coördinator en accountmanagers digitaal informatie met elkaar uitwisselen en wordt het
proces volledig digitaal gemanaged.
28
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Daarnaast rapporteert het systeem over de resultaten aan gemeenten en SROI bedrijf.
Ervaringen Gemeente Den Bosch
Bestuurlijk draagvlak: Gemeente Den Bosch heeft door een gemeenteraadsbesluit het
werkproces SROI vastgelegd en heeft een wethouder die het SROI beleid een warm hart
toedraagt en dit uitdraagt naar het bedrijfsleven. Ook heeft Den Bosch de PSO
ingebracht in dit systeem. Bedrijven die een PSO treden twee voldoen hiermee
automatisch aan hun SROI verplichting. Deze bedrijven worden wel geregistreerd in het
managementsysteem.
Het systeem ondersteunt en faciliteert de uitvoerders van het SROI beleid in Den Bosch
optimaal in de uitvoering van haar taken.
www.provijf.nl
29
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
5.3.3 Meerwaarde van SROI
De ervaring op andere plaatsen in het land leert dat SROI een belangrijke en
kosteneffectieve bijdrage levert aan het bevorderen van de uitstroom van
uitkeringsgerechtigden en daarmee aan het terugdringen van de uitkeringslasten.
Gemeenten besteden hierdoor steeds meer aandacht aan een stevige toepassing van
SROI.
Drechtsteden
De kosten van het SROI-beleid in de Drechtsteden bedragen € 90.000,- (1 fte
projectmedewerker en 0,5 fte administratieve ondersteuning). Jaarlijks realiseert dit
projectbureau circa 80 plaatsingen op betaald werk. Uitgaande van een gemiddelde
uitkeringslast van € 14.500 per jaar wordt hiermee een besparing gerealiseerd van € 1,2
mln. op de bijstandsuitgaven.
Rotterdam
In 2010 heeft de gemeente Rotterdam 522 uitkeringsgerechtigden door middel van SROI
aan het werk geholpen. Daarmee heeft Rotterdam € 7,6 mln aan uitkeringslasten
bespaard. Op basis van dit succes heeft Rotterdam het beleid niet alleen geïntensiveerd
maar ook verder ontwikkeld. De belangrijkste verandering is dat per aanbesteding door
een team van deskundigen wordt beoordeeld welk percentage en in welke vorm een
maximaal sociaal rendement tot stand kan worden gebracht. In de praktijk betekent dit
een percentage tussen de 5% en 50%. Met deze aanpassingen heeft Rotterdam zich als
doel gesteld om via SROI in 2012 € 22,5 mln en in 2013 € 35 mln aan uitkeringslasten te
besparen.
5.4
5.4.1
West-Brabant / regionale voorbeelden
Samen in de Regio, Netwerk Bergen op Zoom/ Steenbergen
Anita Karremans is naast SROI coördinator voor de Gemeente Bergen op Zoom ook
directeur van “Samen voor de regio”,een netwerk dat zonder winstoogmerk ondernemers
faciliteert en ondersteunt bij de invulling van sociaal ondernemen. Het netwerk bestaat
uit meer dan 100 bedrijven in de regio Bergen op Zoom en Steenbergen. Door creatief
30
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
samen te werken worden projecten zowel groot als klein gerealiseerd. Hierbij gaat men
uit van gesloten beurzen.
In de praktijk betekent dit dat men partners bindt die samen een netwerk vormen. De
partners helpen elkaar niet met geld, maar door tijd vrij te maken, kennis en kunde te
delen, middelen en materialen te schenken enz. Wat de één te bieden heeft, is voor de
ander een wens. De ontvangende partij levert een passende tegenprestatie.
De afspraken die de partners onderling maken worden matches genoemd. Deze matches
worden geadministreerd en de waarde, die de geruilde diensten zouden hebben als
ervoor betaald zou worden, wordt vastgelegd. Hiermee wordt de inzet van iedere partner
inzichtelijk en concreet. De partners betalen een bijdrage aan “Samen voor de Regio” om
het netwerk mogelijk te maken. Daarnaast ontvangen wij een partnerbijdrage van de
aangesloten gemeenten. De bijdrage is afhankelijk van het type en de grootte van de
organisatie.
In het netwerk bevindt zich een enorme diversiteit aan organisaties: multinationals, grote
regionale en lokale bedrijven,(zorg) instellingen, profit- en non-profit organisaties,
(sport)verenigingen, onderwijs, ZZP’ers, stichtingen en ‘last, but not least’ de overheid.
De overheid is een breed begrip maar in dit geval gaat het om de gemeente Bergen op
Zoom en de gemeente Steenbergen. Vertegenwoordigers van de afdelingen WMO, SoZa
en de afdeling Sport zijn vaak op deze evenementen te vinden.
Het netwerk “samen voor de regio” biedt de mogelijkheid SROI te verduurzamen en geeft
bedrijven de mogelijkheid SROI gespreid in te zetten. Daarnaast geeft het bedrijven de
mogelijkheid SROI op te pakken met collega bedrijven.
5.4.2
SROI bouwen Pompejus Toren Bergen op Zoom
Binnen de gemeente Bergen op Zoom wordt op Fort de Roovere een multifunctionele
uitkijktoren gerealiseerd door inzet van SROI. Leerlingen van bouwopleidingen ROC en
SPB, werkzoekenden, bedrijven en bewoners van Bergen op Zoom die inzet willen
plegen aan de realisatie van de toren krijgen de mogelijkheid deze toren te bouwen. Het
bouwen van de toren is voor hen tevens het opdoen van werkervaring. Een uitkijktoren
Pompejus voor en door bewoners van Bergen op Zoom. Uitgangspunt is het opdoen van
31
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
werkervaring door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Vanuit dit vertrekpunt
wordt er een aannemer geworven om dit project te ondersteunen met zijn expertise en
leermeesters. Zo ontstaat er een nieuw icoon voor Bergen op Zoom.
5.4.3
Bouwstenen Roosendaal
De gemeente Roosendaal hanteert voor het vormgeven van haar SROI beleid het
bouwstenenmodel dat is ontwikkeld in Amersfoort. Inmiddels werken diverse gemeenten
met dit model waaronder Rotterdam en Amsterdam.
In het Bouwstenenmodel neemt de gemeente in het bestek de voorwaarde op dat de
inschrijver zich akkoord verklaart om na gunning met de gemeente afspraken te maken
over het betrekken van werkzoekenden bij de uitvoering van de opdracht. In het bestek
wordt de omvang van die verplichting uitgedrukt als een percentage van de loonsom (bij
arbeidsintensieve opdrachten) of de aanneemsom (bij arbeidsextensieve opdrachten).
De inschrijver hoeft gedurende het aanbestedingsproces niet te beschrijven hoe hij
feitelijk invulling aan de SROI-eis gaat geven, dit wordt na gunning in de vorm van
maatwerk in samenwerking met de gemeente nader vormgegeven binnen de
randvoorwaarden die in het bestek / contract zijn opgenomen.
Kenmerkend voor de gekozen aanpak na gunning is een structuur van maatwerk en
bouwstenen. Hierbij wordt de inzet op SROI transparant gewaardeerd op basis van de
uitkeringsduur van de kandidaat in combinatie met de inspanning die de ondernemer
moet leveren om de kandidaat naar werk te begeleiden. De opdrachtnemer kan ook op
zijn eigen initiatief beslissen om de kandidaten werkzaamheden te laten verrichten die
niet direct verband houden met de opdracht en zelfs niet bij opdrachtnemer
plaatsvinden, maar bij bijvoorbeeld onderaannemers of toeleveranciers. Ook kan de
opdrachtnemer compensatieorders plaatsen bij partijen verantwoordelijk voor het
bevorderen van de arbeidsinschakeling van werkzoekenden.
Door deze vorm van maatwerk aan te bieden kan een opdrachtnemer Social Return
combineren tot een optimale mix en zodoende veel beter inpassen in zijn/haar
bedrijfsvoering (het realiseren van economisch en sociaal rendement).
32
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
De opdrachtnemer kan vanuit deze systematiek van bouwstenen een pakket samenstellen dat
uiteindelijk een waarde moet presenteren van minimaal het door de gemeente gevraagde
percentage van de opdrachtsom of loonsom.
Soort en duur uitkering
Waarde Social Return (op basis van
jaarcontract fulltime)
WBB < 2 jaar werkloos
30.000 euro
WBB > 2 jaar werkloos
35.000 euro
WW < 1 jaar werkloos
10.000 euro
WW > 1 jaar werkloos
15.000 euro
WIA/WAO
30.000 euro
Wajong
35.000 euro
BBL-traject
10.000 euro
BOL traject
5.000 euro
WSW
Factureren van WVS groep
Overige activiteiten zoals scholing, stages,
1.500 per dagdeel van 4 uur
gebruik van ruimtes
Maatschappelijke doeleinden voor de
Flexibele inbreng vanuit opdrachtnemer
gemeente Roosendaal
33
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Besluitvorming
 Randvoorwaarden
 Scenario’s
 Stappenplan
34
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
6. Randvoorwaarden
6.1
Inleiding
Om een regionaal SROI beleid en operatie te kunnen voeren moet rekening worden
gehouden met randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden zorgen voor een al dan niet
succesvolle operatie. Onderstaand worden de randvoorwaarden voor SROI beleid en
operatie uitgewerkt.
6.2
Randvoorwaarden SROI
SROI moet in het totale strategie t.a.v. sociaal beleid moeten worden geplaatst. Daarom is
het van belang dat bestuurders een duidelijke visie formuleren over hoe sociaal beleid en
daarmee SROI passen in de bedrijfsstrategie. Bestuurlijk draagvlak is een voorwaarde
voor een succesvol SROI beleid.
Omdat SROI beleid een gemeentelijke bepaling is zal elk van de 18 gemeenten van WestBrabant de eventuele gezamenlijke afspraken rondom SROI moeten afstemmen in de
gemeenteraad.
Vanuit de bedrijfsstrategie rondom sociaal ondernemen zal een focus moeten worden
aangelegd rondom SROI. De mogelijkheden zijn groot maar zij moeten passen bij de
ambities van de regio en de beschikbare (beschikbaar te stellen) middelen.
Binnen de scoop van de regio raak SROI diverse afzonderlijke gemeenteonderdelen;
inkoop, sociale zaken, arbeidsmarktbeleid, werkgeversdienstverlening. SROI zal daarom
aansluiting moeten vinden op andere regionale samenwerkingsverbanden (inkoop,
werkgeversdienstverlening, ISD’s) met inachtneming van een “colour local”en
afstemming van bedrijfsprocessen.
6.3
Samenvattend
SROI beleid staat niet op zichzelf. Het is een onderdeel van bestuurlijke visie over sociaal
beleid en moet daarom in de bedrijfsstrategie passen. Bestuurlijk draagvlak en
35
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
afstemming in de gemeenteraad moet samengaan met ambtelijke ontschotting binnen
gemeenten op terrein van inkoop, werkgeversdienstverlening, arbeidsmarktbeleid en
sociale zaken. Doordat SROI een gemeentelijke bepaling is zal er ruimte moeten zijn voor
“colour local”, in de uitvoering. Binnen de regio West-Brabant liggen er genoeg kansen
om een succesvol regionaal SROI beleid te voeren aansluitend op het inkoopbeleid en de
werkgeversdienstverleningsbeleid.
36
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
7. Scenario’s
7.1
Inleiding
In dit hoofdstuk vindt de uitwerking van drie scenario’s plaats. Waarna een advies volgt
over het te nemen scenario.
7.2
Lopende initiatieven in de regio
De scenario’s dienen te worden bezien in het licht van de regionale ontwikkelingen als de
gecoördineerde werkgeversdienstverlening, het werkcentrum in oprichting en het
onderzoek naar verdere samenwerking op het terrein van inkopen in de regio.
t.b.v. de besluitvorming een korte toelichting:
Gecoördineerde werkgeversdienstverlening
Eind december 2013 is de notitie regionale samenwerking werkgeverdienstverlening aan
het rpA en de regio gepresenteerd. N.a.v. deze notitie is gekozen voor het scenario van
regionale samenwerking met subregionale uitvoering. Inmiddels is er een stuurgroep/
bouwgroep aan het werk om dit scenario nader uit te werken en te operationaliseren.
Werkcentrum i.o.
Het Werkcentrum i.o.. Het Werkcentrum West-Brabant fungeert als dienstverlenende
organisatie waar overheid en ondernemers informatie kunnen halen en brengen over
(her) plaatsing van (toekomstig) personeel met een langere afstand tot de arbeidsmarkt.
In het Werkcentrum komen verschillende regionale initiatieven samen zoals: het op te
richten mobiliteitscentrum van Bergen op Zoom, gecoördineerde werkgeversbenadering,
garantiebanen en social return.
Alhoewel de aanleiding de sluiting van Philip Morris is en op de zeer korte termijn het
centrum zich hier op zal richten, is het Werkcentrum voor de langere termijn een
regiopunt waar alle partners en alle subregio’s in West-Brabant aan bijdragen en van
profiteren.
Onderzoek naar verdergaande gezamenlijke inkoop in de regio West Brabant
Het inkoopsamenwerkingsverband in de regio is bezig in opdracht van Annette Baart
portefeuillehouder, een samenwerkingsvoorstel /startnotitie te schrijven over hoe inkoop
en aanbestedingsbeleid regionaal vorm kan worden gegeven. Deze notitie zal begin juni
worden afgerond en worden aangeboden. Binnen deze notitie is opgenomen dat verdere
regionale samenwerking op de SROI paragraaf onderzocht zouden kunnen worden.
37
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
7.2
Scenario’s
1. Variant 1 → Hierin wordt de SROI beleid en uitvoering regionaal opgezet.
Belangrijkste kenmerken:

Een gezamenlijk regionaal SROI bureau.

Een gezamenlijke eenduidige SROI beleid en uitvoering voor de gehele regio.

Afspraken over omvang, inzet en takenpakket t.b.v. de hele regio; brede
inzetbaarheid personeel.

Gebruik van gezamenlijke systemen voor het vastleggen en monitoren van
SROI proces.

Gezamenlijk inkoopbepaling SROI.

Partijen committeren zich aan gezamenlijke ambities en doelstellingen.
2. Variant 2 → Hierin vindt de SROI beleid en operatie voor een groot deel plaats vanuit
de subregio’s maar is er sprake van intensieve onderlinge samenwerking tussen de
subregio’s. Er wordt gewerkt vanuit regionale afspraken.

Eén aanspreekpunt/ coördinator SROI

Eén inkoopbeleidbepaling SROI

Subregionale operatie SROI aansluitend bij de werkgeversdienstverlening in
de regio.

De subregio’s hebben de mogelijkheid zelf instrumenten in te zetten t.a.v. SROI
beleid en uitvoering.

Afspraken over omvang en takenpakket; inzet op voornamelijk eigen
organisatiedoelen.

Het vastleggen en monitoren van het SROI proces in 1 door de subregio
gekozen systeem.

Partijen committeren zich aan gezamenlijke doelen maar blijven zelf
verantwoordelijk.
3. Variant 3 → Het SROI beleid en uitvoering van gemeenten blijft zoals het nu is.
Waarbij de ene gemeente veel en een andere gemeente weinig investeert in het SROI
beleid en uitvoering, maar wel in onderlinge coördinatie en afstemming. Belangrijkste
kenmerken:
38
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
7.3

Eén aanspreekpunt/ coördinator SROI

Samenwerking gericht op kennisdeling

Geen gezamenlijk monitoringssysteem

Geen gezamenlijke inkoopbepaling

Naar eigen inzicht aansluiting op de werkgeversdienstverlening lokaal.
Samenvattend advies
Uitgaande van de interviews bij de 18 gemeenten en de randvoorwaarden gedestilleerd
uit gesprekken met experts, gaat de voorkeur uit naar scenario twee. Ook omdat de
werkgeverdienstverlening op deze manier is vormgegeven en SROI onderdeel is van het
gemeentelijke sociale beleid. Scenario twee biedt de mogelijkheid door schaalgrootte
slagkracht te vergroten. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om bij goedkeuring te
werken met hetzelfde monitoringssyteem waardoor er regionaal inzicht wordt verkregen.
Ook de aansluiting op subregionale werkgeversnetwerken en netwerken MVO pleit voor
dit scenario.
8. Stappenplan
8.1
Inleiding
Om de keuze voor een scenario op een goede wijze vorm te geven en gemeenten mee te
nemen in de besluitvorming wordt gekozen om de stappen middels een tijdslijn uit te
werken.
8.2
Stappenplan
1. Inrichting ambtelijke stuurgroep. Hierin nemen vertegenwoordigers van de 5
subregio’s plaats. Zij worden geïnformeerd over het onderzoek en de scenario’s.
2. Vervolgens worden de voorbereidingen getroffen om het rpA op een volledige en
juiste wijze te informeren en vindt er besluitvorming in het rpA plaats.
39
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
3. Informeren van PoHO (portefeuillehouders overleg) sociaal en economische
zaken van de regio West-Brabant .
4.
Expertisedag SROI voor de regio waar kennisdeling en inspiratie rondom SROI
centraal staan.
5. Operationalisering van gekozen scenario waarbij rekening dient te worden
gehouden met de volgende gevolgen:
-
Al dan niet vaststellen of aanpassen van de gemeentelijke
verordeningen SROI.
-
Aanpassen SROI paragraaf inkoopbeleid
-
Aanbesteden evt. gezamenlijk monitoringssysteem.
6. Het vervlechten van de SROI uitvoering aan het op te richten Regionaal
Werkcentrum te Bergen op Zoom waaronder naast SROI ook de gecoördineerde
werkgeversdienstverlening, de garantiebanen en de van werk naar werk
begeleiding ( inclusief werknemers van Philip Morris en Tetrapack) regionaal
wordt ondergebracht.
8.3
Tijdspad
NB: afhankelijk van gekozen scenario, wordt de tijdsplanning van stap 7 nog verder
ingevuld.
Inrichten ambtelijke regiegroep; die wordt
geïnformeerd over onderzoek en advies en
de implementatie voorbereid in de
subregio’s
Augustus/september 2014
Informeren rpA
17 september 2014
Informeren van het PoHO sociaal en
economische zaken
24 september 2014
Besluitvorming rpA
n.t.b.
Besluitvorming PoHO
n.t.b.
40
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Expertisedag SROI
november 2014
Operationaliseren gekozen scenario
Vanaf januari 2015
SROI onderbrengen in regionaal
werkcentrum
Vanaf januari 2015
41
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
9. Samenvatting
SROI biedt mogelijkheden voor de gemeenten van de regio West-Brabant om (extra)
relaties op te bouwen met het bedrijfsleven/ leveranciers. Deze relaties kunnen zorgen
voor mogelijkheden voor doelgroepen binnen de participatiewet. Hierdoor krijgen
gemeenten een extra sturingmiddel bij het plaatsen van doelgroepen. Dit is een proces
waarin samenwerking met leveranciers/ werkgevers en gemeenten zorgvuldig zal moeten
plaatsvinden. Duurzaamheid is het doel van SROI. Om SROI zorgvuldig en juist uit te
voeren is er als eerste bestuurlijk draagvlak nodig. Vervolgens zal een verantwoordelijke
SROI functionaris per gemeente/ subregio aangewezen moeten worden die flexibel en
met oog voor ondernemers/ leveranciersbelang SROI toepast. Ook zal hij het proces van
SROI monitoren om oneigenlijke concurrentie te voorkomen. Door SROI op (sub)
regionale schaal in te regelen ontstaat slagkracht waardoor ook kleinere gemeenten voor
hun doelgroepen kunnen profiteren van SROI. Hiervoor is behalve bestuurlijk draagvlak
ook interne consensus nodig. Budgethouders, inkopers, en medewerkers uit het sociale
domein dienen afstemming te zoeken en werkprocessen te ontschoten. Waarbij een
gezamenlijke SROI paragraaf in het inkoopbeleid ondersteunend kan werken. Iedereen
weet dan waar hij of zij aan toe is. Als laatste is een regionaal coördinator essentieel,
die kennisdeling en best practices in de regio maar ook daarbuiten kan ophalen en
toegankelijk kan maken voor de regio. Deze coördinator kan als aanspreekpunt fungeren
voor alle regio-overstijgende stakeholders rondom het thema SROI, waardoor er
expertise rondom dit thema wordt opgebouwd. Het wordt steeds belangrijker het
bedrijfsleven als strategisch partner toe te voegen aan gemeentelijke netwerken. SROI
biedt hiervoor de mogelijkheid.
SROI beleid staat niet op zichzelf. Het is een onderdeel van bestuurlijke visie over sociaal
beleid en moet daarom in het beleid van de diverse gemeenten passen. Bestuurlijk
draagvlak en afstemming in de gemeenteraad moet samengaan met ambtelijke
ontschotting binnen gemeenten op terrein van inkoop, werkgeversdienstverlening,
arbeidsmarktbeleid en sociale zaken. Doordat SROI een gemeentelijke bepaling is zal er
ruimte moeten zijn voor “colour local”, in de uitvoering. Binnen de regio West-Brabant
liggen er genoeg kansen om een succesvol regionaal SROI beleid te voeren aansluitend
op het inkoopbeleid en de gecoördineerde werkgeversdienstverlening.
42
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Werkgevers zijn bereid om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te
bieden. Daarbij zijn maatwerk, transparantie en duurzaamheid sleutelwoorden. Hiervoor
is aansluiting op het arbeidsmarktbeleid van de regio noodzakelijk. Gemeenten zullen in
overleg moeten treden met de werkgevers om de mogelijkheden bij bedrijven te bekijken
en samenwerking vorm te geven. Bedrijven zijn graag bereid expertise voor de branche
te behouden, leerlingen en zij-instromers.
43
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Bijlage 1 Vragenlijst
1. Bent u bereid tot een afspraak over SROI beleid en/ of operatie in uw gemeente
2. Is er een drempel in het SROI bedrag bij aanbesteding van Werken
3. Is er een drempel in het SROI bedrag bij aanbestedingen van Diensten
4. Is er een drempel in het SROI bedrag bij aanbesteding van Leveringen
5. Is er binnen uw gemeente een FTE beschikbaar voor SROI uitvoering, hoeveel
FTE heeft u hieraan besteed.
6. Is er een menukaart aanwezig, heeft uw bouwstenen rondom SROI.
7. Welke doelgroepen laat u toe in uw SROI beleid/ uitvoering: WBB, SW, jongeren,
BBL/ Bol, Arbeidsgehandicapten, ouderen, niet gemeentelijke
uitkeringsgerechtigden, overige doelgroepen ( te denken valt aan nuggers)
8. Is de SROI opgenomen in de weging van uw inkoop en aanbestedingsbeleid.
9. Is SROI opgenomen in de gunning van uw inkoop en aanbestedingsbeleid
10. Wordt SROI opgenomen als vrije variant
11. Hebt u beleid rondom sanctioneren bij het niet nakomen van SROI
12. Vind sanctioneren van niet nakomen van SROI in de praktijk plaats
13. Beschikt u over een evaluatie/ resultaten t.a.v. SROI
14. Is er een werkgroep aanwezig die zich bezig houdt met SROI
15. Wie heeft er zitting in deze werkgroep
16. Wie verzorgt de match SROI binnen uw gemeente
17. Wat is uw ambitie t.a.v. een regionaal SROI bureau
18. Wat is uw ambitie t.a.v. een regionaal SROI fonds
19. Hoe ziet u de aansluiting van SROI op de regionale werkgeversdienstverlening
44
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
20. Is overige regionale samenwerking t..a..v. uitvoering van SROI beleid noodzakelijk
21. Wat zijn kansen t.a.v. SROI
22. Wat zijn bedreigingen t.a.v. SROI
23. Hebt u good practices
24. Overige opmerkingen
45
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
Bijlage 3 Lijst van geïnterviewden
1 Gemeente Aalburg
Garda Welten, Beleidsmedewerker SEZ
2 Gemeente Alphen Chaam
Frans van Erve, Beleidsmedewerker SEZ
3 Gemeente Baarle Nassau
Bart van Linder, Beleidsmedewerker SEZ
4 Gemeente Bergen op Zoom
Anita Karremans, projectleider SROI en
directeur samen in de regio
5 Gemeente Breda
Tanja Willemsen, Beleidsmedewerker SEZ
regio
Veronique van Duuren,
Beleidsmedewerker SEZ Breda
Manuel Wierick, Inkoper
6 Gemeente Drimmelen
Jan Razenberg, Beleidsmedewerker SEZ
7 Gemeente Etten Leur
Michiel Puts, Beleidsmedewerker SEZ
8 Gemeente Geertruidenberg
Dhr. Tilborgs (benaderd geen interview)
9 Gemeente Halderberge
Jose Besters, Beleidsmedewerker SEZ
10 Gemeente Moerdijk
Tim Dierickx, Beleidsmedewerker SEZ
11 Gemeente Oosterhout
Teus Kortlever, Beleidsmedewerker SEZ
Ingrid van Zoggelen, Inkoper
12 Gemeente Roosendaal
Eva Jeremiase, Beleidsmedewerker SEZ
Anita van Andel, Beleidsmedewerker
Frank de Haan, Inkoper
Evert Visser, Inkoper
13 Gemeente Rucphen
Renson van der Heijden, inkoper
14 Gemeente Steenbergen
Rene Reijngoudt, Hoofd Beleid
15 Gemeente Tholen
Bert Otten, Beleidsmedewerker SEZ
Evert Weys, Beleidsmedewerker SEZ
16 Gemeente Werkendam/ Woudrichem
Ad Huijsman, Beleidsmedewerker SEZ
46
Social Return On Investment in de Regio West-Brabant
17 Gemeente Woensdrecht
Conny Korstanje, Beleidsmedewerker SEZ
18 Gemeente Zundert
Hylke van Beek, Beleidsmedewerker SEZ
19 PSW
Rombout Jas, Coordinator SROI Brabant
20 Social return Bureau Brabant
Marianne Ravestein- Schrijver,
Projectleider
21 Social return Bureau Den Bosch
Joyce de Vaan, Projectleider
22 PSO Nederland
Youri Starrenburg Programmamanager
SROI
23 BZW
Jeroen de Lange, regiomanager
24 MKB brabant
Heleen de Groot, regiovertegenwoordiger
25 Bouwend Nederland
Dennis Mollet, regio Adviseur Zuid
Nederland
26 Calibris
Gertjan Philippart, regiomanager
27 Transvorm
Carla van de Broek, regioadviseur
28 Bouwondernemers
Cees Pasveer, Directeur BVR Roosendaal
Cees Kwaaitaal, Directeur Breda Bouw
29 Zorgondernemer
Bart Nieuwdorp, Social Controller bij
Elisabeth stichting te Breda
30 Aanbouw
Peter Kukler, medewerker SROI
47